199. Rente van geldleeningen ten laste van hoofstuk VIII 7 komende. 2375. De rente van de geldleening voor den bouw van de R.K. school is hierin geraamd naar een bedrag van 50.000 a 4% voor ongeveer 9 maanden. Het raadsbesluit tot het opnemen dier gel- den moet nog genomen worden. 200. Aflossing van geldleeningen ten laste van hoofdstuk VIII 7 komende. f 500. 201. Teruggaaf van schoolgelden. f 100. 9. Bijzonder uitgebreid lager onderwijs. 202. Uitkeering aan gemeenten ingevolge art. 86 der lager-onderwijswet 1920.. 200. 203. Uitkeering aan gemeenten ingevolge art. 104, eerste lid der lager-onderwijswet 1920. f 75. 204. Uitkeering aan andere gemeenten in de aan schoolbesturen te betalen vergoeding, bedoeld in art. 206 der lager-onderwijswet 1920. f 75. 11. Bijzonder voorbereidend lager onderwijs. 206. Subsidie aan of ten behoeve van bij- zondere bewaarscholen. 2400. De VOORZITTER deelt mede, dat bij dezen begrootingspost ook reeds is gerekend op de leerlingen <jer Frobelschool die blijkens het in den aanvang der vergadering meegedeeld schrijven, met 1 Januari a s. aanvangt. 12. Lager onderwijs. (niet vallende onder de 1 t/m 11.) 207. Kosten van het plaatselijk schooltoe- zicht. i 100. 208. Kosten der commissie tot wering van schoolverzuim. f 160. 209. Tegemoetkoming in of vergoeding van de kosten van onderwijs als bedoeld in art. 13, eerste lid, der lager-onderwijswet 1920. f 1450. 210. Kosten van openbaar onderwijs, in de plaats tredend van het in de lager-onderwijs wet 1920 geregelde vervolgonderwijs. f 125. 211. Subsidie voor bijzonder onderwijs, in de plaats tredend van het in de lager-onder wijswet 1920 geregelde vervolgonderwijs. 375. 13. Middelbaar onderwijs. 212. Bijdrage in de kosten van rijks hoo- gere burgerscholen als bedoeld in art. 36quater sub 4 der wet op het middelbaar onderwijs. 5000. De VOORZITTER wijst in dit verband op een vanwege de Vereeniging van Nederland- sche gemeenten bij de regeering en bij de Tweede Kamer aangewend wordende pogingen om een billijker regeling te verkrijgen voor de brjdragen der buitengemeenten ten behoeve van het Voorbereidend Hooger en Vormend Middelbaar onderwijs door een hoogere bij drage uit 's Rijks kas. Bij de behandeling der onderwijsbegrooting voor 1930 zijn enkele Kamerleden nogmaals gewezen op den be- staanden zeer onbevredigenden toestand, waar- in de z.g. buitengemeenten verkeeren. De Minister heeft te kennen gegeven, dat deze aangelegenheid bij de behandeling van het aanhangige wetsontwerp onder de oogen zou worden gezien, en zijnerzijds niets onbe- proefd zou worden gelaten om tot een nieuwe wettelijke regeling te komen. Aan deze kwestie zal door het bestuur der vereeniging blijvend aandacht worden ge- schonken. Hij deelt dit mee, ten bewijze, dat de Ver eeniging van Nederlandsche gemeenten ook iets doet. De heer VAN DE BILT: We zullen dan maar op hoop leven. 213. Kosten van handelsonderwijs. 300. De VOORZITTER brengt in behandeling het adres der Middelbare schoolvereeniging te Hulst, welke verzoektt haar ten behoeve harer Handelsdagschool te willen toestaan een be drag van 150 per leerling die uit de ge- meente de school bezoekt, en, mocht er eenig jaar geen leerling uit de gemeente school- gaan, dan toch een bijdrage van f 150 te wil len verleenen. Burgemeester en Wethouders stellen voor de bestaande regeling, dat f 75 subsidie wordt verleend per leerling die uit de gemeente de inrichting bezoekt, tot een maximum van f 300, te bestendigdn. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 214. Kosten van landbouwonderwijs. f 200. 15. Nijverheidsonderwijs. 216. Subsidie voor scholen voor het lager nijverheidsonderwijs. f 600. 217. Bijdragen aan gemeenten in de kosten van scholen voor het lager nijverheidsonder wijs. f 2000. 16. Onderwijs, kunsten en wetenschappen. 218. Subsidien aan schouwburgen of mu- ziekkorpsen. f 300. HOOFDSTUK IX. Ondersteuning aan behoeftigen en werkloozen. 1. Ondersteuning aan behoeftigen. 220. Belooning van doctoren, heelmeesters, vroedmeesters, vroedvrouwen enz. 1550. 221. Kosten van overbrenging, plaatsing en verpleging van arme krankzinnigen. f 4000. 222. Subsidien aan armbesturen. f 6500. De subsidien aan Armbesturen bestaan uit: Eene subsidien aan het Burgerlijk Armbe- stuur, die volgens haar ingezonden stukken eene subsidie vraagt van f 6500. 2000 is van onzentwege geraamd voor steunuitkeering aan werkloozen, ingevolge de beslissing van de Kroon, daar dit niet rechts- streeks door de Gemeente aan de hand van een vaste regeling mag geschieden. De heer VAN DE BILT geeft als zijn mee- ning te kennen, dat de werkloozen niet bij het armbestuur moeten komen. De VOORZITTER: U kent de brief van het Gedeputeerd College. Daarin wordt er op gewezen, dat aan behoeftigen anders dan in gevolge de Armenwet alleen steun' mag wor den verleend, indien deze een gevolg is van crisiswerkloosheid. Burgemeester en Wet houders hebben zich op het standpunt gesteld dat het hier geen crisiswerkloosheid, doch meer seizoenwerkloosheid betreft, en de werk loozen op grond van dat schrijven dus moe ten worden verwezen naar het Burgerlijk Armbestuur. De heer VAN DE BILT: Ja, de heeren decreteeren maar, doch het is voor tweeerlei uitlegging vatbaar. De VOORZITTER: De raad kan te kennen geven het wel als crisiswerkloosheid te be- schouwen. De heer DIELEMAN betoogt, dat er wel degelijik aanleiding is, om de steunuitkeering voor werkloozen te behouden in den vroege- ren vorm. De werkloosheid is hier wel dege lijik het gevolg van een crisis. Op andere winters zaten hier de schuren vol vlas, ter beiwerking, maar nu niet 6en. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders geen bezwaar zullen hebben de oude regeling te handhaven, doch vraagt dan daarvoor aan den raad argumenten ter toelichting van dat standpoint. De heer DIELEMAN acht spoed noodig, het is kort dag. Hij acht het niet goed om werkmenschen die werkloos zijn naar het armbestuur te zenden, in het bijzonder omdat hiij. weet, dat met name de Geref. kerk nooit iemand naar het Burgerlijk Armbestuur zend. Als men de werkloozen naar het armbestuur verwijst, zou de overheid die diaconie daartoe evenwel dwingen. Hij wil al het mogelijke doen, am dat te voorkomen. Hij kan daarom het voorstel van Burgemeester en Wethou ders niet accepteeren. De VOORZITTER: Dan moeten we het geraamde bedrag brengen op den gewonen post en de commissie voor regeling der steun uitkeering aan werkloozen laten voortbestaan. Dan kan de oude commissie haar werk voort- zetten. De heer J. DE FEIJTER stemt met het betoog van den heer Dieleman in; hij wijst er op, dat onder de moeilijke omstandigheden die de landlbouwers thans doormalten deze ook al 'hun overtollige werkkrachten zullen af- danken en het werkloos zijn van die anbeiders dus wel degelijk als een gevolg van een crisis moet worden beschouwd. De menschen moe ten geholpen worden en afgehouden worden van het armbestuur. De heer VAN DE BILT is het hiermede ook eens; men krijgt, als men de werkloozen daarheen verwijst bij het armbestuur een heel andere categorie menschen dan waarmede dat tot nu toe te doen had, en het is voor dat college ook moeilijk dat goed te doen. Toen de commissie voor de werkloozen zorgde, gigg dat goed, er werd ook door die comr missie geen cent onnoodig uitgegeven. De heer OGGEL betoogt, dat men hier te doen krijgt met jaarlijksch terugkeerende werkloosheid alzoo seizoen werkloosheid en werkloosheid als gevolg van den crisis- toestand. Men kan zich daarop dus wel be- roepen. Ondertusschen moet men ook in aan- merking nemen, dat er menschen zijn die in den zomer genoeg verdienen om zich des win ters te kunnen redden. Zulke menschen zul len, als ze werkloos worden, niet naar het armlbestuur komen, doch komen wel naar een commissie voor steunuitkeering. Een ander geval is het, of men moet geven, wanneer de nood daartoe niet dwingt. Er wordt ook door de steun-commissie niet met het geld ge- morst. Hij zou ook willen trachten dit jaar de steunuitkeering nog te doen geschieden. De heer 't GILDE kan met dat standpunt wel accoord gaan, maar niet met het daar voor uitgetrokken bedrag ad 2000. De VOORZITTER zou d&arover nu maar niet spreken, aangezien dat minder ter zake doet, omdat, als er meer geld noodig is, dit toch bij wijiziging der begrooting wordt aan- gevraagd. In elk geval wordt het noodige gegeven. De heer VAN DE BILT is het daarmede eens; de raad kan het bedrag ten alien tijde verhoogen. De heer P. DE FEIJTER wijst er op, dat er veel meer werkmenschen toegetreden zijin tot den bond en er in verband met de daar- aan verbonden werk 1 oozenkas toch voorloo- pig minder menschen om steunuitkeering zul len komen. Met algemeene stemmen wordt besloten de huidige steunregeling te behouden en daar voor een bedrag van 2000 op de begrooting uit te trekken, waarmede de begrooting van het burgerlijk armbestuur wordt verminderd. De VOORZITTER merkt op, dat door dit besluit een beschikking is genomen op de ter zake ingekomen adressen van den plaatse- lijken raad der S. D. A. P. en modeme vak- beweging te Axel en, meegedeeld in de raads- zitting van 30 September, en dat der R.K. Werkliedenvereeniging ,,St. Joseph", meege deeld bij den aanvang dezer vergadering. 223. Kosten ter zake van verzekering, pensionneering enz. van ambtenaren en be- ambten. f 249,68. 224a. Steun aan uitgetrokken werkloozen of aan niet georganiseerde werkloozen. 2000. Hoofdstuk X. Landlbouw. 225. Kosten van toeizioht van het op markten aangevoerd vee. 10. 226. Subsidien ten behoeve van de vee- teelt. 75. 227. Premien en andere kosten van mark- ten. 160. Hoofdstuk XI. Handel en nijverheid. 230. Subsidien voor openbare middelen van vervoer. 1040. De VOORZITTER brengt bij dezen post in behandeling een adres van P. Scheele, te SluiSkil, autodienstondernemer, die daarin te kennen geeft, dat hij steeds nog exploiteert den autobusdienst AxelKoewachtHulst en omgekeerd; dat hij den raad venzoekt hem een subsidie te willen toekennen van 150, aangezien de slechte wegen veel reparatiekosten vergen en de dienst in een noodige behoefte voonziet, en hij alsdan in staat wordt gesteld den dienst naar behooren te venvullen. Burgemeester en Wethouders stellen voor, de subsidie te behouden op f 100. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 231. Subsidie aan werkloozenkassen. f 1000. De subsidie aan werkloozenkassen is hooger geraamd, daar 'tjjjna alien zich tegen werk loosheid hebben verzekerd. 232. Kosten van de districtsarbeidsbeurs en van de intercommunale arbeidsbemidde- ling. 250. 233. Kosten ter zake van verzekering, pensionneering enz. van ambtenaren en be- ambten. f 45. Hoofdstuk XII. Belastingen. 240. Kosten van toezicht op en invorde- ring van plaatselijke belastingen. f 50. 241. Teruggave van belasting. f 25. 242. Uitkeering aan het rijk van het aan- deel in de kwade posten, wegens de directe belastingen. 10.000. 243. Belooning der schatters en herschat- ters van de huurwaarden der Localiteiten, waanvoor vergunning voor den verkoop van sterken drank in het klein is verleend. 10. Hoofdstuk XIII. Bedrijven. 2. Grondbedrijf. Zooals reeds in de vorige vergadering is medegedeeld, wenschen Burgemeester en Wet houders het Grondbedrijf per 1 Januari a.s. op te heffen. De schulden die op het bedrijf rusten zullen vddr dien worden afgelost. De oppervlakte is, gezien de verkochte gronden, belangrijk verminderd. De gronden die nog onverkociht liggen, kunnen, zonder eenig be zwaar, rechtstreeksch door de gemeente wor den verkocht, aan de hand van de destijds vastgestelde prrjzen. In verband hiermede stellen Burgemeester en Wethouders voor, het volgende besluit te nemen De Raad der gemeente Axel; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders om te besluiten tot opheffing van het Grondbedrijf, vanwege de geringe opper vlakte van den grond, die nog als bouwgrond beschikbaar is en dat per 1 Januari 1931 geen schulden van grond meer resten, zoodat voor dit bedrijf een afzonderlijke administratie hun overbodig voorkomt; Overwegende, dat het voorloopig niet in de bedoeling ligt om andere gronden als bouwterrein te exploiteeren; Besluit met ingang van 1 Januari 1931 het Grondbe drijf op te heffen en de verordeningen: t.w, Verordening betreffende het Gemeentelijk Grondbedrijf d.d. 18 November 1924, Verorde ning art. 114bis der Gemeentewet, betreffen de het Grondbedrijf d.d. 21 Augustus 1930 en de Instructie voor den Administrateur van het Grondbedrijf d.d. 21 Augustus 1930 in te trek ken. 3. Gasbedrijf. De heer VAN DE BILT moet toch nog eens informeeren naar de laatst goedgekeurde reke- ning van het gasbedrijf. Daar was een batig saldo van een goede f 100, terwijl de heer Kruijsse toch sprak van een tekort van ruim 14.000. Hoe zit dat? De VOORZITTER deelt mede, dat dit tekort voorkwam op den kapitaaldienst. De heer VAN DE BILT dacht wel, dat het daarmede verband hield. 258. Premien ingevolge de ziektewet. f 200. 259. Kosten ter zake van verzekering, pen sionneering enz. van ambtenaren en beamb- ten. 2571,18. 260. Rente van geldleeningen ten laste van hoofdstuk XIII 3 komende. 18993,28 261. Aflossing van geldleeningen ten laste van hoofdstuk XIII 3 komende. 15350. 4. Vleeschkeuringsbedrijf. 263. Kosten ter zake van verzekering, pen sionneering enz. van ambtenaren en beamb- ten. f 578,67. Hoofdstuk XIV. Kasvoorzieningen. 266. Voorschotten ten behoeve van het Rijk. Memorie. 267. Voorschotten aan ambtenaren der ge meente, ten einde daaruit voorloopig kleine betalingen ten behoeve der gemeente te doen. 755. Hoofdstuk XV. Overige inkomsten en uitgaven. 270. Overige uitgaven niet nader te speci- ficeeren. f 50. Hoofdstuk XVI. Onvoorziene uitgaven. 271. Onvoorziene uitgaven. 5280,55. KAPITAALDIENST. Hoofdstuk II. Algemeen beheer. 274. Uitbreiding van het Gemeentehuis. f 10.000. Reeds eenige jaren is van tijd tot tijd in de vergaderingen van Burgemeester en Wethou ders gesproken over de beperkte ruimte in het gebouw en de weinig doelmatige zolders op het Gemeentehuis. Was de indeeling van het gebouw anders, met weinig kosten had men een en ander productief kunnen maken, wat nu een nuttelooze ruimte blijft. Intusschen gaat de uitbreiding der gemeente en administratie met gestadigen tred voor- uit. De administratie vraagt meer ruimte. Zelfs de Raadzaal kan niet ongerept gelaten worden, na de eerst volgende verkiezing. Het is te verwachten dat er 13 Raadsleden een plaats moeten innemen vanwege het zie- lental boven de 6000. De archiefruimte wordt van overheidswege in ernstige verzorging aanbevolen, zoodat wij ons genoodzaakt zien, niet langer te talmen om met een voorstel te komen tot verbouwing van het Gemeente huis, wat bestaat om den bijbouw te ver- grooten, waardoor men betere kantoorvertrek- ken verkrijgt. Brandvrije archiefruimte onder het Gemeentehuis een kluis in <§en der kelders etc. De kosten van een en ander worden geraamd op f 10.000. Waar het te verwachten is, dat in deze vooruitgaande gemeente, volgende jaren an dere uitbreidingen op het gebied van wegen, muzieiktent etc. noodzakelijk zullen blijken, meenen wij nu reeds voor te moeten stellen, het Gemeentehuis het eerst uit te breiden. Eene juiste oplossing zou zijn het Gemeente huis, dat op verschillende plaatsen gevaarlijke sporen van ouderdom vertoont, geheel nieuw op te trekken, doch de tijdsomstandigheden weerhouden ons met een dergelijk plan voor den dag te komen. De heer KOSTER begrijpt niet, hoe Burge meester en Wethouders het thans aangedurfd hebben, om f 10.000 op de begrooting te zet- ten voor verbouwing van het Gemeentehuis, terwijl het de vraag is of men daarmee zou toekomen. Hij vindt, dat de tijd er niet naar is. Was de toestand niet zoo benard, dan zou hij zeggen, laat ons direct trachten het Ge meentehuis af te breken en een nieuw te bouwen. Thans is zijn meening, dat dit bedrag van de begrooting moet worden genomen en dat men nog wat moet afwachten. Misschien komt er weer licht in de crisis en dan kan men een nieuw Gemeentehuis bouwen, een stadhuis dat klinkt als een klok. Als men nu gaat verbouwen zijn dat verloren kosten, want dat is maar een lapmiddel. Hij geeft in overweging te wachten tot er zich in den economischen toestand een lichtstraaltje voordoet. De heer ESSELBRUGGE kan dit denkbeeld ondersteunen. Hij is er ook tegen om 10.000 uit te geven voor repareeren. Hij heeft bij 3 verschillende ambachtslui eens ge'informeerd en hun meening gevraagd, en die gaven hem te kennen, dat elke 1 reeds besteed of nog te besteden aan verbouwing, weggegooid geld is. Tot mijn spijt, mijnheer de Voorzitter, aldus vervoligt hij kan ik hieraan mijn stem niet geven daar ik de voorgestelde f 10.000, verondersteld nog dat men er mee toekomt, als weggegooid geld beschouw. Ook eerder is er reeds een kapitaal aan verbouwing besteed doch zooals thans blijkt heeft dit niets aan gerief of ruimte opge- leverd, en zou men thans voor de tweede maal geld verspillen. Hoe iemand nog van een hecht en sterk gebouw durft spreken is onbegrijpelijk als men ziet, dat de Westelijke gevel ongeveer een meter overhelt, elk jaar opnieuw de deu- ren van de secretarie enz. moeten worden sluitend gemaakt, wel een bewijs dat er steeds werking in de muren is. Het is niiet denk- beeldig eens of dan een gedeelte van dien gevel in het ,,Achterommetje" te zien liiggen. Het meerdere malen stilstaan in het begin van het jaar van ons torenuurwerk had zijn oonzaak in het verzakken van den toren dus ook van de rest. Burgemeester en Wethouders wijzen wel op eenige gebreken b.v. de bekrompen tochtige secretarie, arrestantenlokaal en brandvrije archiefruimte, dooh is dit naar mijn beschei- den meening nog lang niet alles. Is het b.v. geen schandaal, dat iemand die de Burgemeester wenscht te spreken den tijd met wachten maar in den gang moet door- brengen, waar alle comfort als vuur en licht, zelfs een eemvoudige zitgelegenheid ont- breekt? Of het de directeur van een der fa- brieken of een gabrekkige leurder is, een eenvoudig wachtkamertje was voor niemand een luxe. Dan is er de huisrvesting van den gemeente- ontvanger. Moet het publiek als het kantoor boven komt die on'gelukkige donkere trap op en afklauteren Ook zijn er nog meerder dingen die alle on- derdak op het raadihuis vragen als het Kadas- ter, Vleeschkeuringsbedrijf of noodslachting, zitting correspondent Aribeidsbemiddeling, gemeente-opzichter voor welke alles slechts een primitieve geleigenheid beschikbaar is. De critiek in de afdeelingen moet verder als de raadzaal zien die dan nog het beste in orde is, al vinden ook Burgemeester en Wet houders volgens de begrootingstoelichting dat deze niet ongerept kan blijven, de heeren moeten dok eens op den zolder gaan kijlken. Enkele leden vinden dit nu geen tijd voor zoo'n uitgaaf, de malaise, voomamelijk in den landbouw is de dooddoener, dooh toen mijn voorganger wijlen de heer Ph. J. van Dix- hoom in den tijd dat er met het geld ge- smeten werd het raadhuis te klein noernde en wilde vernieuwen, waren er weer andere be- zwaren. Dat is de critiek, uit conservatisme geboren, die bij elk plan tot verandering of vernieuiwing opdoemt of het ook ging over het bouwen van de gasfabriek, de rioleering, enz. De malaise mag, bij een noodzaJkelijk iets als dit m.i. niet aangehaald worden. Bij het behandelen van de verschillende begroo- tingen, die meestal in de millioenen loopen in Tweede Kamer en Prov. Staten hoort men hierover niet en is er als een voorbeeld van zeer nabij Hulst aan te halen waar de ge- meenteraad met algemeene stemmen besloot f 50.000 voor het restaureeren van den kerk- toren beschikbaar te stellen, en meen ik dat Axel in finantieel opzidht toch niet zoo erg bij Hulst afsteekt. Historische waarde of schoonheid bezit het stadhuis allerminst, het steekt ver af bij alle openbare gebouwen in de gemeente, de kerken en scholen zijn straks, als ook de R.K. school nieuw is met het postkantoor, een sieraad voor de gemeente, terwijl de keurig gepla- veide straten alle er met de veel nieuw- gebouwde woningen en winkels een frisch aanzien vertoonen, alleen het raadhuis laat buiten zijn bouwvalligheid zien en is binnen een verzameling van alles wat klein, koud en donker is. Ik doe dus thans het voorstel, reeds in de afdeelinigen te berde gelbracht, n.l. het op- draoht geven aan een befcwaam architect tot het doen van een grondig onderzoek, het maken van een ontwerp en begrooting tot den bouw van een raadshuis met toren en indien de prijs de 40.000 niet te boven gaat, tot het bouwen hiervan over te gaan, waar door men goedkooper zal uitzijn dan met dit lapwerk. De VOORZITTER zegt den heer Essel- brugge dank voor deze uiteenzetting, waaruit blijijkt, dat hij deze kwestie van A tot Z heeft bestudeerd. De heer VAN DE BILT meent, dat het dichterlijke er niet in ontbreekt, want dat de ^gevel 1 M. over de straat zou hangen acht niji wel wat overdreven. De heer DIELEMAN merkt op, dat de heer Esselbrugge mededeelde, dat hij zijn inlich- tingen van ambachtslui heeft, maar het lijkt bijzonder op een rapport van Burgemeester en Wethouders, hij heeft de stelling van Bur gemeester en Wethouders zoo dik verdedigd, dat het meer gelijkt op inlichtingen verkregen van het college dan van ambachtslieden. De heer ESSELBRUGGE: Waar ziet u mij voor aan? Denkt u misschien dat ik aan den leiband van Burgemeester en Wethouders loop De heer DIELEMAN wil dat niet beweren, maar wijst er op, dat het toch precies alle- maal hetzelfde is dat van de zijde van Burge meester en Wethouders ook is naar voren ge- bracht, die hebben ook van dat te koud en te donker gesproken. Hij gelooft, dat we in ver band met de crisis hierover niet mogen spre ken. Het tegenwoordige stadhuis is aardig sterk gebouwd en kan het nog best wat uit- houden. Misschien dat de tijden in de toe- komst sterk zullen veranderen en het veel minder dan f 40.000 zal kunnen. De heer ESSELBRUGGE verklaart maar een bedrag genoemd te hebben, zonder daar mede te willen zeggen, dat men er terstond aan beiginnen moet. De heer DIELEMAN: Als het zodver is, is nog albijld tijd om met zulke besluiten te komen. De heer 't GILDE is het eens met de spre- kers in de afdeelingen, dat we hiermede moe ten wachten tot betere jaren. De VOORZITTER geeft te kennen, dat Burgemeester en Wethouders niet met dit plan voor den dag zijn gekomen, omdat ze het zoo aardig vinden, thans te gaan verbouwen, maar omdat het bepaald noodig is. Waar moeten Burgemeester en Wethouders de ge- meente-ambtenaren plaatsen? De tegenwoor dige secretarie is inderdaad een tochtgat. Verschillende raadsleden die daar een poos zitten als ze de stukken komen inzien, heb ben zelf te kennen gegeven, dat ze daar niet gaarne een geheele dag zouden zitten. Daar- bij, waar moet de gemeente/ontvanger gaan zitten? Waar de gemeente-opzichter? Waar moet het kadaster geplaatst worden, wil men het publiek in de gelegenheid stellen daarvan op een behoorlijke manier kennis te nemen Is het vertrek waar de secretaris tegenwoor- dig zit een goede plaats voor den gemeente- secretaris voor het behoorlijk verrichten van werk? Dat is een doorgang voor alien die naar de secretarie moeten of er vandaan komen. Met het oog op dat alles hebben Burge meester en Wethouders thans het voorstel durven doen over te gaan tot een verbouwing van het-gemeentehuis, waardoor de noodige behoorlijke ruimte voor een en ander verkre gen wordt. Daarbij is deze verbouwing zoo- danig ontworpen, dat dit niet als verloren geld kan worden beschouwd. Hij wijst er op, dat de gemeente ook de verplichting heeft tot het inrichten .van een behoorlijk arrestantenlokaal; dat is geen ver plichting die de officier van justitie aan de gemeente oplegt, doch een wettelijk voor- schrift. Verder weet de raad ook, dat, als er in het gemeentehuis brand uitlbreekt, de gemeente niet gewaarborgd is tegen het verlies van de verschillende stukken en bescheiden die hier berusten. Die kunnen dan ook behoorlijk in een kelderkluis onder dak worden gabracht, alles brandvrij. Burgemeester en Wethouders zijn tot de conclusie gekomen, dat de eigenlijke kosten van verbouwing van het Gemeentehuis zijn terug te brengen tot 7500. Immers, vroe- ger werd 100 uitgegeven voor vergoeding voor het kantoor van den gemeente-ontvan- ger, die nu hier onderdak krijgt. Dat is de rente van f 2500, die dus van de f 10.000 af- gaan. Daarvoor krijgt men dan een flink en ruim gedeelte in het gemeentehuis, waar de ambtenaren op een behoorlijke wijze onderdak kunnen worden gebracht. Het is wellicht voor de raadsleden tegenover het publiek dankbaarder om op grond van crisisomstandigheden deze verbouwing te be- strijden, dan het plan hier te verdedigen, maar de verbouwing is dringend noodig. De heer P. DE FEIJTER kan zich met het voorstel om f 10.000 te gaan verwerken aan een oud gebouw niet vereenigen. Dat valt ook nog altijd tegen, zoodat te verwachten is, dat het bedrag wel hooger zal worden. En dan krijgt men er toch oak niet meer ruimte door, zoodat het na zeer korten termijn van jaren weer te klein zal zijn. Hij denkt dan ook, dat de f 10.000 weggegooid geld zal zijn en dat men daarom beter doet het nog wat af te zien en het dan geheel te vernieuwen. De heer VAN DE BILT: Is ook onder- zocht of het gebouw bouwvallig is of niet? De VOORZITTER: Dat is onderzocht en daarbij is gebleken, dat het dan nog tijden kan meegaan; de toestand van het gebouw is voor de verbouwing geen bezwaar. De heer VAN DE BILT geeft toe, dat men bij uitvoering der verbouwing volgens het ge- maakte ontwerp veel ruimte wint, maar vreest, dat men met het geraamde bedrag niet toekomt. Ook het dak is slecht. De heer OGGEL: Dat is onder het oog ge zieni maar toen is gezegd dat, als men dat thans ook onder handen wilde nemen het be drag zoo hoog werd. De heer VAN DE BILT vraagt, of het nu niet te doen is, door zich te behelpen in de behoefte aan plaats te voorzien; misschien is het na eenige jaren goedkooper. De heer OGGEL: We moeten nu vanaf 1 Januari ook zorgen voor een kantoor voor den gemeente-ontvanger, die zou dan wel naar boven moeten. De heer VAN DE BILT: Vroeger, bij den ontvanger Van Dishoeck kropen we toch ook de trap op? De heer ESSELBRUGGE betoogt nogmaals, dat zijn beschouwing omtrent het gemeente huis en de daaraan te stellen eischen, geheel uit zijn eigen brein is voortgekomen. De heer DIELEMAN acht het veel ver- standiger, de thans voorgestelde 10.000 niet te voteeren; kan men dan later voor een f 35.000 een nieuw stadhuis bouwen, dan gaan die er toch feitelijk af, maar nu valt aan nieuwbouw niet te denken. De heer 't GILDE verwacht na de crisis een wijziging van toestanden; een huis dat nu f 3000 kost, zal dan misschien wel f 1000 goed kooper zijn. Als er iets gebeuren moet, zou men een nieuw stadhuis moeten bouwen, dat is hij met den heer Esselbrugge eens. De heer OGGEL geeft te kennen, dat hij, gehoord de besprekingen, van wege Burge meester en Wethouders het voorstel liever zou terugnemen. De heer ESSELBRUGGE: En dan een plan laten maken voor een nieuw. De heer OGGEL zou dan daarvoor op het oogenblik ook nog geen prijs vragen. De VOORZITTER geeft na overleg met de Wethouders te kennen, dat zij hun voorstel terugnemen. Hoofdstuk VI. Openbare werken. 278. Buitengewone aflossing van geldlee ningen ten laste van hoofdstuk VI komende. 1000. 279. Kosten van den aanleg van straten en wegen. f 2000. De klinkerbestrating Walstraat van onge veer de R.K. Kerk tot Armendijk verkeert in zoo'n versleten toestand, dat verbetering drin gend noodig is. De kosten worden geraamd op f 2000, welke gevonden moeten worden uit een geldleening. 280. Batig slot overgebracht naar Hoofd stuk I van den Gewonen dienst. f 12,82. Hoofdstuk VII. Eigendommen, niet voor den openbaren dienst bestemd. 284. Bijdrage aan hoofdstuk VI van den kapitaaldienst. 1000. 285. Batig slot overgebracht naar Hoofd stuk I van den Gewonen dienst. f 15. 286. Terugbetaling van te veel betaalde grond na kadastrale opmeting. f 500. Hoofdstuk XVI. Geldleening. 288. Buitengewone aflossing van geldlee ningen. Nihil. De VOORZITTER deelt mede, dat de pogin gen tot electrificatie van het Oostelijlk deel der gemeente weder geen resultaat hebben opgeleverd. Van de directie der P.Z.E.M. is het volgende schrijven ingekomen: Wij hebben de eer u hieronder het resultaat mede te deelen van de bezoeken, die wij heb ben afgelegd bij diverse landbouwers ten- einde him het garantiecontract van 3,75 per H.A. ter onderteekening voor te leggen. Wij hebben 28 landbouwers bezocht, waar- van wij 7 landbouwers niet thuis hebben ge- troffen. Zes landlbouwers, wier namen hieronder voorkomen hebben het contract geteekend. De overige heeren waren niet bereid het con tract te teekenen. Enkele personen hebben nog een paar dagen beraad gevraagd, waarna zij ons dan zouden schrijven, doch wij hebben van hen niets meer gehoord. Wij deelen u het vorenstaande mede en meenen, dat wij verdere moeite wel zullen kunnen sparen. Wij zullen voor de goede orde nog gaarne even van u vememen of hieromtrent eenzelfde gedachte hebt, waarna wij dan de 6 landbou wers, die geteekend hebben, kunnen berichten, dat voorloopig van de electrificatie niets- zal kunnen komen. De landbouwers die de garantie hebben ge teekend waren: M. W. Koster 39 H.A., S. van Hoeve 40 H.A., J. den Hamer 66 H.A., B. L. Ysebaert 80 H.A., J. de Putter 45 H.A. en Joh. Haak 24 H.A. Dit schrijven wordt aan den raad medege deeld, opdat deze op de hoogte van de aan- gewende pogingen zou zijn. Er kan onder deze omstandigheden natuur- lijik niets van komen. De heer OGGEL: Tenzij de raad zou be sluiten het aan de garantie onbbrekende bij te passen. De heer KOSTER moet het betreuren, dat, nu er gelegenheid was om voor een niet hoo- gen prijis electrischen stroom te verkrijgen, de landbouwers zich op enkele uitzonderingen na van medewerking hebben onthouiden. Men wil wel electriciteit, maar wil geen contract teekenen. Hij heeft er enkele belanghebben- den op gewezen dat, indien ze een boerderij pachten ze toch ook een cpntract moeten teekenen, maar ze zeggen „ja, maar dan moet het". Ze begrijpen niet, dat het nu ook moet. Het is hem bekend, dat de directie alle pogingen in het werk heeft gesteld, om die electrificatie tot stand te brengen. Het is wel jammer, dat de goedwilligen nu ooik de dupe worden van de kwaadwilligen. Als de in aanmerking komende menschen allemaal teekenen, zal er maar weinig meer bij moeten. De VOORZITTER: Dan zou het met wat hulp van de gemeente wel gaan. De heer OGGEL vindt het ook jammer, dat een deel van de ingeizetenen der gemeente van de gemakken die de electrische stroom biedt verstoken blijft. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 4