ge- met 65. Kosten van verzekering tegen schade «n wettelijke aansprakelijkheid. 260. 69. Bureaubehoeften. f 50. De heer 't GILDE vraagt, of die post geen verband houdt met post no. 64. De VOORZITTER antwoordt ontkennend; deze post is een gevolg van nieuwe voor- schriften. 70. Kosten van telefoon en telegraaf en van radio-telefonische en -telegrafische be- richtgeving. 15. 71. Kosten van dag-, week- en maandbla- den en aankoop van boeken ten dienste van de politie. f 50. 72. Plaatsen van advertentien. 25. Bewaring van gearresteerden. 20. Kosten van den vreemdelingendienst. 73. 74. S 20. 75. Reisgeld voor passanten en overige uit- gaven der politie. 180. 76. Geneeskundige behandeling der veld- wachters. 50. 77. Belooning en premien aan brandmees- ters en brandspuitlieden. f 720. De VOORZITTER deelt mede, dat hij bij het bestuur der brandweer heeft geinformeerd naar de in de afdeelingsvergadering gestelde vraag, of in verband met de inkrimping van bet personeel en de ingevoerde reorganisatie de secretaris van de brandweer niet kon wor- den gemist. Het bestuur antwoordt daarop, dat bij de reorganisatie zorgvuldig is nagegaan welke uitgaven konden worden bespaard. Een secre taris kan echter niet worden gemist. Dat de uitgebrachte rapporten door den opperbrand- meester worden onderteekend, staat in ver band met de regeling van den inwendigen dienst. Het bestuur heeft daarop geantwoord als volgt: lo. dat bij de reorganisatie is betracht alles wat men meende te kunnen missen af te schaffen, hiertoe behoorde in de eerste plaats manschappen en beambten. 2o. Dat, om de kosten die een dergelijke reorganisatie medebrengt voor de gemeente niet te bezwarend te maken, bet aanschaffen van de noodige materialen zooveel mogelijk over verschillende jaren wordt verdeeld. Hoe- wel aan een en ander soms groote behoefte bestaat, ziet men zich dan eenigen tijd te be- helpen. 3o. Dat zelfs uit den boezem van den raad het bestuur voorstellen bereiken die de ge- legenheid geven meerdere dingen aan te vra- gen dan het bestuur op zgn agenda heeft staan, welke voorstellen het echter zeer op prijs stelt en waarvoor het zich ten zeerste houdt aanbevolen. 4o. Dat evenwel het secretarisschap der brandweer niet kan worden opgeheven, wijl dit een ernstige inbreuk zou maken op de or- ganisatie. Dat, hoewel de meeste rapporten geteekend worden door den opperbrandmees- ter, zulk3 enkel een gevolg is voortvloeiende uit de instructie, doch het werk van de secre taris daardoor niet vermindert en deze bijge- volg niet kan worden gemist. De heer VAN DE BILT meent, dat die laar- zengeschiedenis niet goed uit zal komen. Moe- ten ze die thuis bewaren? De VOORZITTER: Neen, alle materialen worden in het brandspuithuis geborgen. Verschillende leden merken op, dat het de vlugheid van optreden niet zal bevorderen, als de spuitgasten, aan het spuithuis gekomen, eerst van schoeisel moeten verwisselen. De heer ESSELBRUGGE zou hen dat zelf maar willen laten regelen; hij is van oordeel dat de laarzen beter zullen onderhouden wor den als ze die thuis hebben. De VOORZITTER stemt daarmede in; het personeel zorgt goed voor het materieel. Hij is er persoonlijk niet tegenwoordig geweest, doch uit alle mededeelingen die hem betref- fende hun optreden bij den laatsten brand zijn geworden is hem gebleken, dat ze zich buiten- gewoon gekweten hebben. De heer OGGEL, die als waamemend bur- gemeester bij den brand geweest is, heeft ge- constateerd dat het pensoneel zich buitenge- woon heeft gekweten; hij kreeg daaruit den indruk, dat over een keurkorps brandweerlie- den wordt beschikt. Ze deden goed hun plicht. De heer VAN DE BILT vindt, dat de men- schen dan ten slotte niets meer hebben gedaan dan hun plicht, want dat moet toch ieder ambtenaar doen. De heer 't GILDE: Maar dat zijn geen ambtenaren. De heer VAN DE BILT: Wordt er hun dan niets voor betaald Bovendien, al was dat niet het geval, als iemand iets op zich neemt moet hij het goed doen. De heer OGGEL wijst er op, dat de men- schen daar een heelen nacht en dag hebben staan spuiten; hij meent, dat gezorgd moet worden, dat ze goede kleeding hebben. Er waren er die zoo nat waren door den regen, dat ze een zak hebben moeten opensnijden en die aandoen, om zich daarvoor eenigszins te beveiligen. De heer VAN DE BILT: Ze moesten zdd'n -vergoeding krijgen, dat ze daarvan zelf voor de noodige kleeding konden zorgen. De heer OGGEL zou dat een verkeerde rege ling achten; de menschen krijgen geen vast salaris, doch krijgen alleen de uren vergoed, die ze in functie zijn. Als men hun een vast salaris gaf, dat voldoende was voor het zelf aanschaffen der noodige kleeding en schoeisel, zou men ieder jaar die uitgaaf hebben, ter- wijl ze nu alleen vergoeding krijgen als van hen dienst gevorderd wordt. Hij is echter van oordeel, dat ze goed moeten worden uitge rust voor de vervulling van hun taak. De heer DIELEMAN heeft ook het voor- recht gehad, een en ander van nabij te kun nen zien; hij was er reeds vroeg bij en ook nog laat. Hij kan niets anders zeggen, dan dat de mannen hebben gewerkt als leeuwen, en dat onder onweer, hagel en regen. Hij heeft er alien lof voor. Hij is van meening, dat de manschappen echter geen waterlaarzen kunnen missen. Zoodra ze er waren, zijn ze dadelijk flink opgetreden en het gevaar voor een buurman van de brandende hofstede was toen spoedig geweken. Hem is gebleken dat de gemeente goed materiaal en goed perso neel heeft en nu moet men niet op een gul den of wat zien om de mannen goed in te spannen. De behoefte aan waterlaarzen is bij die gelegenheid goed uitgekomen, want water- trappen hielp daar niet meer. Inzonderheid zou hij hen daarom in de eerste plaats laarzen willen geven. De heer P. DE FEIJTER heeft er, als oog- getuige, ook alien lof voor. De heer ESSELBRUGGE zou hen dan maar ineens allemaal leeren laarzen willen geven. De heer DIELEMAN had gedacht dat gummilaarzen beter zouden zijn, als zijnde gemakkelijker in het gebruik. De VOORZITTER: We zouden een bedrag van /250 kunen beschikbaar istellen en het dan aan hen overlaten. De heer OGGEL zou er ook voor gevoelen om ze maar allemaal laarzen te geven. De heer ESSELBRUGGE stemt daarmede in, men kan toch niet de een van schoeisel voorzien en een ander met natte voeten laten staan. Besloten wordt een post van 525 be eohikbaar te stellen voor het aanschaffen van lederen waterlaarzen ten behoeve van het personeel der brandweer. 78. Contributie Koninklijke Nederlandsche brandweervereenigingen en/of de provinciale afdeeling. 12. 79. Aanschaffing van brandbluschmiddelen. 835. De post: Aanschaffing van brandblusch middelen" is geraamd als volgt: Aanschaffing materialen f 300. Een telefonische doorver- binding ten behoeve van de buitenwijken wordt geraamd op 75, met het oog op Sluiskil en andere buitenwijken. De heer DIELEMAN vraagt, hoe het nu staat met de gelegenheid om bij eventueele noodzakelijikheid ook des nachts de brand weer te kunnen telefoneeren. De VOORZITTER: Er wordt overleg ge- pleegd voor het tot standbrengen van een doorverlbinding. De heer VAN DE BILT meent het aldus begrepen te hebben, dat men de gelegenheid wil openstellen, dat men van uit de buiten wijken ten alien tijde, dus ook des nachts, naar de brandweer zal kunnen telefoneeren. De VOORZITTER antwoordt bevestigend. De heer P. DE FEUTER wilde vragen, hoe de menschen dat zullen weten. De VOORZITTER: Wij zullen het, als het zoover is, puibliceeren. De heer KOSTER vraagt of men hier ook beschikt over een drooginstallatie voor de slangen der brandspuit. In Zaamslag heeft hij zoo'n inrichting gezien, die zeer goed werkt. De VOORZITTER deelt mede, dat dit hier in orde is gekomen; daarvoor heeft men ge legenheid gevonden op de gasfabriek. 80. Onderhoud van brandbluschmiddelen. 150. 81. Onderhoud von brandweerkazemen en brandspuithuizen. f 200. 82. Onderhoud der lanitaams en verdere kosten der verlichting. f 4200. De heer P. DE FEIJTER klaagt over de verlichting in de buurtschap Spui; daar staan gaslampen, die niet goed functionneeren, een bij Van Gorcum en een bij het postkan- toor. Die branden een uur of anderhalf en gaan dan uit. Er zijn al fitters bij geweest, maar het is niet verbeterd. De kantoorhouder moet nu zelf een lamp laten branden, om de menschen in de gelegenheid te stellen des avonds brieven te kunnen post en. De VOORZITTER deelt mede, dat daarvan hier niets bekend was; hij zal het aan den directeur der gasfabriek meedeelen en twij- felt niet of het euvel zal dan spoedig ver- holpen zijn. 83. Kosten van voorzieningen tegen glad- heid der wegen. 150. 84. Premien ingevolge der ziektewet. 20. 85. Kosten ter zake van verzekering, pen- sionneering enz. van ambtenaren en beamb ten. 735. 86. Kosten van verzekering tegen brand- schade en stormschade. 20. 87. Rente van geldleeningen ten laste van hoofdstuk HI komende. f 250. 88. Aflossing van geldleeningen ten laste van hoofdstuk III komende. 400. 89. Kosten van de burgerwacht en van den bijzonderen vrijwilligen lanidstorm. 200. De heer't GILDE verklaart zich tegen dien post. De heer KRUIJSSE is daar ook tegen; hij beschouwt de Burgerwacht nog alleen als een gesuibsidieerde schietvereeniging. De heer ESSELBRUGGE is er ook tegen. De post blijtft behouden met 8 tegen 3 stemmen. Voor stemmen de heeren Wolfert, J. de Feijiter, Koster, Dieleman, P. de Feijter, Oggel, Van de Bilt en Claessens; tegen stem- men de heeren Esselbrugge, 't Gilde en Kruijsse. 90. Subsidie aan ijsvereenigingen en ver dere kosten van maatregelen in verband met de veiligheid op het ijs. f 25. Subsidie aan ijsvereenigingen en verdere kosten van maatregelen in verband met de veiligheid op het ijs. Dit is een nieuwe post. Dit bedrag is geraamd voor het eventueel verrichten van werkzaamheden in verband met de veiligheid op het ijs, als het plaatsen van ladders, het hangen van dreggen enz. 91. Kosten van de schietbaan. 150. 92. Subsidie aan de Politiehondendresseer- vereeniging „Zeeuwisch-Vlaanderen" te Axel 10. 93. Toeslag op pensioenen. 283,20. HOOFDSTUK TV. Volksgezondheid. 98. Toelage aan de Geaondheidscommissie. 117,08. D6 begrootiBig" der Gtezondheidscoimnissie voor 1931 wordt goedgekeurd met algemeene stemmen. 100. Kosten van den gemeentelijken ont- smettingsdienst. 250. 101. Kosten van maatregelen, genomen krachtens de besmettelijke-ziektenwet (St.bl. 1928, no. 265). 150. 102. Aandeel der aangesloten gemeenten in het batig slot van den keuringsdienst in gevolge de vleeschkeuringswet. Memorie. 103. Bijdrage aan de centrale gemeente in de kosten van den keuringsdienst ingevolge de warenwet. f 850. 104. Kosten ter zake van verzekering, pen- sionneerimg enz. van ambtenaren en beamb ten. 12. 105. Kosten van verzekering tegen brand- :ohade en stormschade. 10. 106. Subsidie aan de vereeniging „Het Groene en Wit-Gele Kruis". f 1250. 107. Uitgaven in zake de voorzienmg van drinkwater. f 250. 108. Belooning van den ambtenaar belast met het toezicht op de noodslachtingen. 28. 109. Jaarwedde van den afslager van visch. 20. 110. Subsidie aan de Algem. Ned. Ver. Het Groene Kruis". 5. HOOFDSTUK V. Volkshuisvesting. 113. Annulteiten aan het rijk verschuldigd ter zake van ontvangen voorschotten in het belang van de verbetering der volkshuis vesting. 12.765. 114. Bijdragen ter tegemoetkoming m de betaling van rente en aflossing van een door de gemeente verleend voorschot in het belang van de verbetering der volkshuisvesting. f 5600. 115. Verdere kosten van maatregelen m het belang van de verbetering der volkshuis vesting. 1500. HOOFDSTUK VI. Openbare werken. 118. Jaarwedden van het personeel ten dienste van het beheer der openbare werken, voor zoover niet onder de volgende artikelen begrepen. f 5791. 119. Schrijf- en bureaubehoeften. f 50. 120. Onderhoud van huizen, torens, poor ten en dergelijlke gebouwen voor den open- baren dienst bestemd, niet in andere hoofd- stukken begrepen. f 275. De VOORZITTER deelt mede dat Burge meester en Wethouders, hoewel overtuigd van de wens'Chelijkheid daarvan, in deze tijden niet durven voorstellen een nieuwe muziek- tent te bouwen. Indien er evenwel uit den boezem der vergadering een voorstel daartoe kwam, zouden zij er zich niet tegen venzetten. De heer 't GILDE is van meening, dat, on- danks de tegenwoordige trjiden, het bouwen eener nieuwe muziekten't tooh wel overweging verdient. De post voor onderhoud is een jaarlijks terugkeerende post en die zal, naar hij verwacht, in de naaste toekomst, steeds hooger worden, vooral wanneer er aan ge werkt moet worden zooals het laatste jaar het geval was. De muziektent is te klein; dat zal zich weer doen gevoelen, wanneer het volgend jaar op Hemelvaartsdag een festi val zal worden gehouden. Dan zijn misschien een twintigtal gezelschappen te verwachten, waarbij er kunnen zijn voor wie de tent niet voldoende ruimte biedt, maar bovendien blijkt zij door den gestadigen groei der plaatselijke vereenigingen ,,Hosanna" en Concordia" ook daarvoor niet voldoende, terwijl zij buitenge- woon onpraotisch is, en de accoustiek ook alles te wenschen overlaat. Spreker heeft al zooveel over bezuiniging gesproken, dat het misschien uit zijn mond vreemd klinkt, om nu met een voorstel tot het bouwen eener nieuwe muziektent te komen. Hij vermeent evenwel, dat, wanneer zulks ten laste van den kaitaaldienst zou wor den gebracht, b.v. een f 3000, en dan ieder jaar f 100 werd afgelost, terwijl men dan aan- vankelijk 150 rente zou hebben te betalen, dat de begrooting in vengelijking met het bedrag, dat nu voor onderhoud noodig is, weinig zou bezwaren. Nu blijft het altijd lap- werk: het blijft, bij alle uitgaven die men er aan doet een sleoht ding. De vloer is ook weeral verrot; de heeren weten zelf ook hoe het er mede staat. Bouwt men een muziek tent van steen en ijjzer, zooals b.v. in Ter Neuzen, dan heeft men weinig onderhouds- kosten Enkele leden merken op, dat men dan toch ook moet schiideren. De heer ESSELBRUGGE kan met het voor stel meegaan. De VOORZITTER wil de waarde van mu- zieik en zang voor het maatschappelijk leven niet onderschatten, maar wijst er op, dat men toch als het er op aan komt eerder kan mis sen dan verschillende andere dingen en dat men dus, als er bezuinigd moet worden zooiets het eerste kan missen. Hij zou hiermee dus nog maar eens willen afwachten. De heer 't Gilde heeft toch zelf gezegd, dat het noodig was in verschillend opzicht te bezuinigen. De heer 't GILDE: En dat handhaaf ik. De VOORZITTER: Maar dat klopt toch niet met elkaar? Wanneer we lets kunnen missen, is het dat! De heer VAN DE BILT meent, dat men voor 3000 nog niet veel zal hebbe-- en dan komt er toch ook nog het onderhoud bij. De VOORZITTER: Zeker, rr >n zit dan toch nog met 't schiideren. De heer 't GILDE: Als men in 30 jaar af- lost, zal het voordeeliger zijn dan nu bij be- houd der oude tent. De VOORZITTER: Maar dat is geen be- ginsel, om daarover 30 jaar af te lossen, dan betaalt men veel te v el rente. Het is in elk geval och luxe. De heer OGGEL: I idien men de allemood- zakelijkste uitgaven oor de secretarie niet meent te kunnen voteiren, is het zeker geen tijd om tot zoo iets over te gaan. De heer 't GILDE hai dhaaft niettemin zijn denkbeeld en stelt voor Brrgemeester en Wet houders op te dragen de oodige stappen te doen voor het bouwen eenei nieuwe muziek tent, als het kan voor /3000, maar in elk geval een die voldoet aan de te stellen eischen. De VOORZITTER moet aanneming van dit voorstel ten sterkste ontraden. Indien men de voor de gemeentehuishouding allernoodzake- lijkste uitgaven, als aanvulling van het secre- tariepersoneel meent niet te kunnen toestaan, dan is het zeker geen tijdstip voor zoo'n min der noodige uitgaaf. De heer 't GILDE begrijpt deze waarschu- wing van den Voorzitter niet, eerst zeggen burgemeester en Wethouders dat ze wegens de tijdsomstandigheden zelf geen voorstel durven doen, doch zich, indien er een voorstel uit den boezem van den raad komt niet zullen verzetten en nu spreker zoo'n voorstel doet, komen Burgemeester en Wethouders er tegen op. De heer KRUIJSSE: Niet het geheele college! De heer 't GILDE: Toen de begrooting werd aangeboden stonden Burgemeester en Wet- houders toch op het standpunt dat ze er zich niet tegen zouden verzetten. De VOORZITTER: Burgemeester en Wet houders wisten toen ook nog niet, dat de raad de toestand dermate donker inziet, dat hij de noodige fondsen weigert voor het noodige secretarie-personeel. Daar moeten ze nu ook rekeniner moe houden. De heeren ESSELBRUGGE en CLAESSENS steunen het voorstel van den heer "t Glide. Het voorstel wordt verworpen met 6 tegen 5 stemmen. Voor stemmen de heeren Wolfert, Essel brugge, 't Gilde, Kruijsse en Claessens; tegen stemmen de heeren J. de Feijter, Koster, Dieleman, P. de Feijter, Oggel en Van de Bilt 121. Onderhoud van straten en piemen f 3000. 129. Onderhoud van wegen en voetpaden. 1400. J J De heer P. DE FEIJTER kan mededeelen, dat het Spuipadje nu goed in orde is gemaakt, maar hij zou toch gaarne zien, dat de putten die er nog in zijn met wat fijne sintels wer- den aangevuld. De VOORZITTER: Ik zal den gemeente-op- ziohter hiermede in kennis stellen. De heer KOSTER merkt op, dat men de keibestrating van den Zaamslagschen weg voor het daarvoor uitgetrokken bedrag van f 250 niet In orde kan brengen. Hij zou willen voorstellen te trachten dezen weg eens radi- caal in orde te brengen en daarvoor aan te vragen een bijdrage uit het Wegenfonds. Dat werk zou dan ook kunnen dienen voor be- strijding der werkloosheid, indien de dijk eens kon worden afgegraven, waardoor men dan een weg van voldoende breedte zou verkrijgen. Misschien zou het wel mogelijk zijn een rente- loos voorschot te krijgen. De VOORZITTER antwoordt, dat de ge meente dat krijgen kan; hij moet er echter op wijzen, dat de destijds ten behoeve van dien weg gesloten oude leening nog niet ge- heel is afgelost, dit zal pas in 1925 het geval Z1JDe heer KOSTER: Moet het diiArop afstui- ten? Het kan toch ook dienen voor werkloo- zenbestrijding? De VOORZITTER gelooft met, dat het daarvoor een groot verschil zal maken. De kosten zullen in hoofdzaak bestaan uit den aankoop van straatkeien en loon voor de straatmakers. Voor werkloozen zal er niet veel aan te verdienen zQn. En overigens acht hij het wel een bezwaar, dat, terwijl men voor dezen weg nog rente en aflossing eener leening betaalt, ook zou moe ten beginnen met aflossing van een renteloos voorschot; dat zou dan dubbel de begrooting drukken. De heer OGGEL acht het toch zeer nood- zakelijk, dat die weg verbeterd wordt. De heer KOSTER doet het voorstel, Burge meester en Wethouders uit te noodigen pogin- gen aan te wenden en voorstellen te doen voor een grondige verbetering van dezen weg. De heer ESSELBRUGGE informeert hoe- ver de weg der gemeente loopt. De VOORZITTER: Van den provincialen weg tot de Ronde Putten. De heer OGGEL acht juist het deel van de Ronde Putten tot den weg van de gemeente Zaamslag het minste. In verband met vragen of de dijk zou kun nen worden afgegraven, antwoordt de VOOR ZITTER dat het nog de vraag is, of dat zou kunnen. De weg behoort niet aan de gemeente in eigendom, doch ze heeft wel den onder- houdsplicht. De heer DIELEMAN acht het bedrag voor bestrooien van den Graaf Jansdijk met maca dam 700) nog al hoog. De VOORZITTER wijst er op, dat het een raming is; er is niet vooruit te zeggen hoeveel men zal noodig hebben en ook niet hoe duur de macadam zal kunnen gekocht worden. 130. Jaamvediden der marktmeesters. 15. 131. Onderhoud van wandelplaatsen en plantsoenen. f 90. 132. Onderhoud van pompen en riolen. 1000. De heer VAN DE BILT vraagt of de sloot in de omgeving van de R.K. begraafplaats ook niet zou kunnen gerioleerd worden. De VOORZITTER: Die naast de R.K. be graafplaats zal daarvoor wel aan de beurt komen. De heer VAN DE BILT bedoelt niet dkhr, doch bij Jan Boer. De VOORZITTER: Dat is een poldersloot, dat ligt niet op den weg der gemeente. De heer VAN DE BILT: Dat behoort toch ook tot het bebouwd gedeelte der kom en de vuile toestand der sloot is toch niet in het belang der gezondheid. De VOORZITTER: Dat is zoo, maar moet de gemeente daar maar steeds voor op- draaien? In het nieuwe gedeelte der kom be talen de menschen die daar wonen zelf de be- strating en rioleering. De heer VAN DE BILT: Dan had het ge- meentebestuur daar niet mogen laten bouwen, alvorens de sloot gerioleerd was. Men zou dan kunnen decreteeren dat de aanpalende eige- naar, indien die bouwgrond wou verkoopen, dan maar eerst moest rioleeren. Daar wonen al heel wat menschen bijeen en het zou treu- rig zijn, als dit zoo moest blijven liggen, wa llet is een vuile boel. En daar langs het i\..K. kerkhof krrjgt men in de sloot "llcmaal vuil van een ander, want zelf brciigt men er geen in. De VOORZITTER: Die sloot zal gerioleerd worden. De heer VAN DE BILT zou, indien moge lijk, tocih ook aan het andere eens trachten iets te doen. Hijl heeft het in elk geval noodig geacht, dat onder de aandacht te brengen. De VOORZITTER kan daaromtrent niets toezeggen. De heer OGGEL: Wel voor de sloot lans de R. K. begraafplaats, die behoort tot de zorg der gemeente, maar iets anders wordt het* wanneer het een poldersloot betreft, dan komt men op eens anders terrein. De heer VAN -jE BILT: Dat kan men er niet aan rui De Gezondheidscommissie zal zoo'n to>. stand toch ook niet kunnen goedkeuren De heer OGGEL: Er zou den onderhouds- plichtige op kunnen gewezen worden, den toesta'.d in orde te brengen. l"o. Onderhoud en bediening van klokken, uurwerken, speelwerken en dergelijke. f 75. 134. Kosten van de algemeene begraaf plaats en kosten van begraving. 895. De heer ESSELBRUGGE merkt op, dat het hek van de algemeene begraafplaats wel eens geschildend zou behooren te worden. De SECRETARIS deelt mede, dat men van gemeentewege juist bezig is met het schiide ren van hekken. De heer P. DE FEIJER komt nog terug op het door den heer Van de Bilt aangevoerde en zou het wel goed vinden, dat er een veror- dening kwam, waarbij wordt bepaald, dat niet mag gebouiwd worden alivorens een rioleering is gemaakt. Aan de Axelsche Sassing heeft men van wege de gemeente ook de menschen, die geen rioleering hadden, uit het moeras moeten helpen, doch als men geen maat- regels neemt zal men dat later weer elders kunnen doen. De VOORZITTER antwoordt, dat, nu deze opmerkingen gemaakt zijn, daaraan nader aandacht kan geiwijd worden. 135. Kosten van de gemeentereiniging, voor zoover niet vallende onder hoofdstuk XHI. f 1600. De heer P. DE FEIJTER noemt f 200 voor onderhoud vein ijzers en tuig van het paard der gemeente veel te hoog. De VOORZITTER: Dat is een type-fout, dat moet zijn 100; de post voor gereedschap- pen en materieel voor den reinigingsdienst moet echter worden uitgetrokken op 480 in plaats van 380, zoodat het eindbedrag gelijk blijft. De heer 't GILDE wijst er op, dat bij de bewoners van Kijkuit iedere week het vuilms wordt weggehaald. Bij hem is een klacht in- gekomen van bewoners van de Vlakte, dat ze met hun vuil geen weg weten. Vroeger brach- ten ze dat in een sloot, achter hunne wonm- gen, en werd daarvan nooit iets gezegd, doch nu is dat anders geworden. Hebben Burge meester en Wethouders al eens overwogen om met den ophaaldienst "ook die wijk te bereiken of wat zal er mede gebeuren? De VOORZITTER: Wanneer de menschen klagen bij u, weten Burgemeester en Wet houders er niets van. Komen ze bij ons, dan stellen wij een onderzoek in en helpen. Wij zullen die zaak tlhans eens bekijken en de helpende hand bieden. Misschien zal er wel een ophaaldienst in het leven worden geroe- pen. 136. Premien ingevolge de ziektewet. f 60. 137 Kosten ter zake van verzekering, pen- sionneering enz. van ambtenaren en beamlb- ten. 1100. 138. Kosten van verzekering tegen brand- schade en stormschade. f 50. 139. Rente van geldleeningen ten laste van hoofdstuk VI komende. S 3777,50. De heer CLAESSENS vraagt, of nog eens is overwogen over te gaan tot het comvertee- ren van 5 leeningen. De VOORZITTER: We hebben dit eens nagegaan, doch dat kan nog niet. 140. Aflossing van geldleeningen ten laste van hoofdstuk VI komende. 5000. 143. Verstratingen enz. ten behoeve van de bedrijven envan derden. 1000. 144. Kosten van de leggers en van de schouw van wegen, voetpaden en waterlei- dingen. 100. 145. Kosten van zegels. f 5. 146. Plaatsing en onderhoud van urinoirs. f 50. De heer 't GILDE noemt den toestand waarin het urinoir bij de openbare school ver- keert zeer on-hygienisdh. De VOORZITTER: Dat wordt veranderd, daarover was in de eerste afdeeling reeds ge sproken. 147. Teruggaaf van rechten of belastmg enz. 25. 148. Vergoeding voor onderhoudskosten van een hond. 100. 149. Kosten van de beerruiming. 750. 150. Toeslag op pensioenen. 39,20. 151. Vergoeding voor het rijwiel van den gemeente-opzichter. 25. 152. Storting van verhaalde bijdrage voor inkoop van pensioenen van D. van den Berg, namens het Depart, van Waterstaat, Afd. Comptabiliteit, postr. 20689. f 7,50. HOOFDSTUK VII. Eigendommen, niet voor den openbaren dienst bestemd. 159. Grondlasten. 40,50. 160. Dijk- en polderlasten. 10. 161. Kosten van verzekering. (Molest Risico.) 25. 162. Onderhoud en administratie van be- zittingen, niet voor den publieken dienst ge- bruikt of van werken en inrichtingen geheel of voor een groot gedeelte buiten de gemeente gelegen. 100. 163. Innen van renten enz. f 5. 164. Kosten van verzekering tegen brand- schade en stormschade. 10. 164a. Vergoeding of teruggave van betaal- de pacht van uit de huur genomeh perceelen tuingrond. 100. HOOFDSTUK VIII. Onderwi-B, kunsten en wetenschappen. 2. Openbaar gewoon lager onderwijs. 168. Jaarwedden en wedden der onder- wijzers. f 15.645. 169. Huur en kosten van het instand- houden van onderwijzerswoningen. 250. De heer VAN DE BILT: Die woning kost elk jaar aan onderhoud meer dan ze op- brengt. De VOORZITTER: De woning is anders niet zoo royaal onderhouden, er zijn kamers die nog niet eens geverfd zijn, sinds de woning is gabouwd. De heer VAN DE BILT: Het is een voor- beeld, dat de gemeente m; ar ge n huisjes- melker moet worden. De VOORZITTER: Het is >e~. groot huis en het voorgenomen onderhf'.-.swej.I: bard noodig. Lc neer VAN DE BILT: Maar de woning kost toch op den duur een boel geld. 170. Kosten van het instandhouden van schoolgebouwen, alsmede van terreinen voor het onderwijs in liehamelijke oefening. 500. 173. Aanschaffen en onderhouden van schoolboeken, leermiddelen en schoolbehoef- ten. f 650. 174. Verlichting, verwarming en schoon- houden van schoolgebouwen. 1500. 175. Kosten van de oudercommissies. f 5. 176. Betaling wegens over een vorigen dienst te veel genoten vergoeding van het rijk krachtens artikel 56 der lager-onderwijswet 1920. Memorie. 177. Kosten ter zake van verzekering, pen- sionneering enz. van ambtenaren en beamb ten. f 1329,12. 178. Kosten van verzekering tegen brand- schade en stormschade. 65. 179. Rente van geldleeningen ten laste van hoof dstuk VIII 2 komende. 360. 180. Aflossing van geldleeningen ten laste van hoofdstuk VIII 2 komende. 750. 181. Aidvertentiekosten. 25. 182. Teruggaaf van schoolgelden. 50. 183. Teruggaaf van portokosten aan schoolhoofden. 15. 3. Openbaar vervolgonderwijs. Kosten ter zake van verzekering, pen- 184. sionneering enz. van ambtenaren en beamb ten. 4,28. De heer't GILDE informeert naar de voor- waarden, waaronder het vervolgonderwijs wordt gegeven. Uij vermeent, dat door den raad is bepaald, dat dit zou gegeven worden als er 12 leerlingen zijn. Hij acht dat onder wijs van groote beteekenis en zou daarom de kans dat het kan gegeven worden wat grooter willen maken, door te bepalen, dat het ge geven zal worden als er 8 leerlingen zijn. De VOORZITTER wijst er op, dat dit on derwijs niet wettelijk is geregeld. Er is een regeling gemaakt door den gemeenteraad, dat het zal gegeven worden als zich minstens 12 leerlingen aanmelden, en dat het zal wor den opgeheven wanneer het aantal beneden 8 is gedaald. Wijiziging is voor het oogenblik niet noodig, aangezien het vervolgonderwijs aan de openbare school gegeven wordt. De heer 't GILDE deelt mede, dat dezer dagen die kwestie nog met een onderwijs- specialiteit is besproken en deze als zijn mee- ning te kennen gaf, dat die cijffers wel kon den veranderd worden. De VOORZITTER: Er zijn voldoende krn- deren. het is dus niet noodig. De heer 't GILDE zou het toch beter achten dat het 10 was. De heer OGGEL: Als er 10 zijn, dan pom- pen ze er ook nog wel twee bij! De heer 't GILDE wil er geen voorstel van maken, doch meende er toch de aandacht op te moeten vestigen. Hij wijst op de verwarming; hij vraagt of het geen aanbeveling zou verdienen, de kachel-verwarming te vervangen door cen trale verwarming. De heer OGGEL: Dat koist veel geld, de aanlegkosten zullen wel /7000 a. 8000 be- dragen. De VOORZITTER: We willen er met noegen een onderzoek naar instellen. De heer 't GILDE: Verwarming kachels kost ook veel geld. De heer VAN DE BILT: Dat zou ook geen bezuiniging zijn. 4. Openbaar uitgebreid lager onderwijs. 185 Bijdragen aan andere gemeenten in zake het openbaar uitgebreid lager onderwijs. 150. 7. Bijzonder gewoon lager onderwijs. 191. Kosten ter zake van verzekering, pensionneering enz. van ambtenaren en be ambten. 697,50. 192. Uitkeering aan gemeenten ingevolge art. 86 der lager-onderwijswet 1920. 100. 193. Vergoeding ingevolge art. 100 der lager-onderwijswet 1920, aan besturen van bijzondere scholen, welke voor rijksvergoeding in aanmerking komen, voor aan die scholen verbonden boventallige onderwvjzers. 4500. 194. Vergoeding van de kosten van m- standhouding van bijzondere scholen, bedoeld in art. 101 der lager-onderwijswet 1920. f 8195 Uitkeering aan gemeenten ingevolge art. 104, eerste lid, der lager-onderwijswet 1920. 400. 196. Vergoeding voor terreinen en gebou wen van bijzondere scholen aan besturen dier scholen, bedoeld in art. 205 der lager onder- wijswet 1920. 3570. 197. Uitkeering aan andere gemeenten in de aan schoolbesturen te betalen vergoeding, bedoeld in art. 205 der lager-onderwijswet I 1920. 500. 198 Rente van waarborgsommen, gestort door besturen van bijzondere scholen. 50Z.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 3