Huis en Hof.
Pluimvee-rubriek.
verschil is, zou het geen voordeel zpn voor de
gemeente to oh hier te koopen. Overigens
staat hij op hetzelfde standpunt als de heer
't Gilde, dat het gewenscht is zooveel moge-
lpk ter plaatse te koopen en dat onze winke-
liers best in staat zijn om tegen collega's van
elders te concurreeren. Nu moesten ze echter
ook zoo flink zijn blijk te geven dat ze dit
doen. De heer 't Gilde zal toch ook wel al
rekeningen onder de oogen hebben gehad,
waaruit bleek, dat absoluut te veel in reke-
ning werd gebracht. Burgemeester en Wet-
houders moeten voor de gemeente todh ook
op voordeel bedacht 2$n.
De VOORZITTER stemt daarmede in;
wanneer er op gerekemd wordt dat er abso
luut niet buiten de gemeente gekocht wordt,
wordt daarmede bp de prijzen rekening ge-
houden, dat is uit het verleden bekenid en het
moet toch niet aldus zijn, dat een leverancier
er groot op gaat dat, als hij de levering aan
de gemeente heeft hij gaat zeggen: „nu heb
ik een goed jaar".
De heer OGGEL: Ook moet niet uit 't oog
worden verloren. dat sommige zaken alleen
aan een bepaald adres te koop zijn.
De heer 't GILDE merkt nog op, dat in de
rekesning op post no. 77 was geboekt f 579,80,
wegens ontvanigst voor drinkwater. Daar-
tegenover vond hij geen uitgaafpost. Hoe
komt dat?
De SECRETARIS wijst daarvoor op post
no. 84.
De heer 't GILDE geeft te kennen, dat, als
het hem zou "gegeven zijn nog eens aan een
onderzoek van de gemeenterekening mee te
werken, hij daarvoor bepaald een geheelen
dag beschikbaar zou willen hebben; die heeft
men, als men het nauwkeurig wil doen, daar
voor bepaald noodlgdat gaat niet op een
avonid.
De VOORZITTER acht dat heelemaal geen
bezwaar, dat hangt van de commissie zelf af;
men kan er ook twee of desnoods 3 avonden
voor nemen.
De heer 't GILDE wijst er voorts op, dat
voor assurantiepremie van het brandspuithuis
20 is geraamd, doch daar staat geen uitgaaf
post voor, evemmin voor het slachtlokaal,
waarvoor 10 geraamd was.
De VOORZITTER vermoedt, dat dan daar
voor in dat jaar niets is uitgegeven.
De heer 't GILDE wijst voorts op post no.
120, die het beleid van Burgemeester en Wet-
houders raakt. Voor verstratingen ten be-
hoeve der bedrijven en van derden was 1000
geraamd. Dit zou moeten kloppen met post
104, zijnde de terugontvangst van die kosten,
welke ook op 1000 is geraamd, doch er is
slechts 289,18 ontvangen. De uitgaaf op
deaen post bedraagt 490,80, zoodat er ruim
200 minder is ontrvangen dan uitgegeven.
Hoe zit dat?
De VOORZITTER kan dat op 't oogenblik
niet met zekerheid zeggen: best mogelijk,
dat nog een bedrag moest worden verrekend.
Die verstratingen betreffen voomamelijk de
gasfabriek en1 de P. Z. E. M. Er is een vast
bedrag per M2. vastgesteld. De gemeente-
opzichter meet het op. Hetgeen verschuldigd
is wordt betaald. De raining kan natuurlijk
met de werkelijke kosten wel eens iets uiteen-
loopen. De kosten worden zoowel aan de
Gasfabriek als aan de P. Z. E. M. in rekening
geibracht.
De heer 't GILDE had juist het oog op de
P. Z. E. M., welke naar zijne meening even-
goed moet betalen als het gemeentelijk be-
drpf. Alsdit geschiedt, heeft hij niets gezegd.
De gemeenterekening wordt alsnu met
algemeene stemmen voorloopig vastgesteld.
10.
Wijziging
1930.
gemeentebegrooting, dienst
Burgemeester en Wethouders stellen voor
de gemeentebegrooting voor 1930 te wijizigen
als volgt:
onder in de inkomsten te verhoogen de
posten: batig slot van den gewonen
dienst volgens de laaitst vastgestelde rekening
voor zoover daaraan niet reeds een andere
bestemming is gegerven 464.99, aandeel in
het batig slot van den Keuringsdienst, inge-
volge de Vleeschkeuringswet 500, uitkeering
van het rijk wegens 48 opcenten op de hoofd-
soni der dividend en tantiemebelasting f 1000,
belasting naar het inkomen f 1500, totaal
3464,99;
onder de uitgaven te verhoogen de posten;
druk- en bindwerk f 150, belooningen en
premien aan brandmeesters en brandspuit-
Ueden f 250, onderhoud van huizen, torens enz.
880, teruggaaf van schoolgelden 100, bij-
dragen aan andere gemeenten in de kosten
van scholen voor het lager Nijverheidsonder-
wijs 1300, kosten van overbrenging, plaat-
sing en verpleging van krankzinnigen 300,
subsidie aan werkloozenkassen 1000, totaal
3980;
en te verminderen de post onvoorziene uit
gaven met f 515,01.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
11. Reclame schoolgeld.
Burgemeester en Wethouders deelen mede,
dat door G. S. Blankert op 17 December 1926
is gereclameerd tegen zijn aanslag wegens
schoolgeld, welke gelbaseerd was op zijn aan
slag in de rijksinkomstenibelasting, waarop
door hem ook gereclameerd werd.
Daarop is dezer dagen een beslissing ge
vallen. Naar aanleiding daarvan stellen zij
voor zijn aanslag te henzien en terug te bren-
gen op f 43,20.
12. Vaststellen gemeentebegrooting, dienst
1931.
In behandeling komt de gemeentebegrooting
voor den dienst 1931.
Deze is bereids besproken in afdeelingsver-
gaderingen, waarvan het volgende verslag
met antwoord van Burgemeester en Wethou
ders is uitgebracht:
Het onderzoek door de lste afdeeling heeft
plaats gehad op 4 November en op 5 Novem
ber door de andere Afdeeling.
Bij volgno. 10 e.a. werd in de 2e afdeeling
door een lid bezwaar gemaakt, dat op deze
beg rooting de cijfers staan van de nieuwe
salarisregelingen van B. W. S. O., welke
regeling nog niet is goedgekeurd door de
Kroon en welke goedkeuring, naar hij van
ter zijtde vemomen heeft, nog niet vaststaat,
dat hieraan goedkeuring zal worden verleend.
Op deze wijze wordt ook geen rekening ge-
houden met den wensch van den raad, zooals
deize zich eenige maanden geleden heeft uit-
gesproken.
De Voorzitter zegt, dat het college deze
bedragen op de begrootinig heeft geplaatst,
in afwachting van de goedkeuring. Zoolang
de Koninklijke goedkeuring niet is bericht,
worden deze niet tot dat bedrag uitbetaald.
Staan ze niet op de begrooting, dan zal later
deze begrooting toch gewijzigd moeten wor
den.
Een anider lid van die afdeeling merkt op,
dat in verband met de nieuwe financieele
uitkeeringswet in bijna alle provineien een
nieuwe regeling in behandeling of vastge
steld is.
De eerste spreker vindt een verkeerden
toestand.
De tweede spreker zegt, dat men tegen deze
regeling kan zijn, doch wanneer deze goed
gekeurd wordt, is men verplicht die bedragen
op de begrooting te plaatsen, of anders wordt
dit van de zijde van Gedeputeerde Staten
gedaan.
Een derde spreker is uiterst gebelgd om
die gelden' nu op de begrooting te plaatsen.
Waar moet het heen en dan in deze tijden.
Als het niet anders kan, mo?t de geheele
begrooting maar niet goedgekeurd worden.
Een vierde spreker is tegen de ontworpen
regeling en er tegen dat die cijfers in deze
begrooting voorkomen.
De eerste spreker blijft van meening, dat
deze cijfers niet op de betrokken posten
hooren.
De tweede spreker zegt, dat dit geheel af-
hangt van de meerderheid van den raad en
dan zullen Gedeputeerde Staten deze ambts-
halve op de begrooting plaatsen.
De derde spreker zegt, wanneer dit zoo is,
kunnen Wij wel naar huis gaan.
De Voorzitter zegt, dat wp den wettelijken
weg moeten bewandelen als bestuursorgaan;
men kan wel trachten de zaak omver te
gooien doch men bereikt er niets mee en
blameert zich zelf.
De eerste spreker wilt, dat de nieuwe
cijfers niet in de begrooting worden opgeno
men en hij wil zijn meening motiveeren, dat
hij tegen lage salarissen is, maar de overige
moeten een voorbeeld blijven voor de lagere
ambtenaren.
Burgemeester en Wethouders beant
woorden dit met de mededeeling, dat zij
bereid zijn de betrokken posten te ver
minderen tot die bedragen, als genoemd
in de thans nog geldende regeling.
Bij volgno. 13, aanstelling van een 3e amb-
tenaar ter secretarie deelt een lid van afdee
ling 1 mede, dat hij op het standpunt staat,
dat waar bezuinigd kan worden in werkelijk-
faeid daama getracht moet worden.
Spreker vraagt of de aanstelling van een
dergelijke kracht niet een jaar uitgesteld kan
worden
Een ander lid gaat van de veronderstelling
uit, dat het college niet ongemotiveerd met
een dergelijk voorstel voor den dag zou komen
als het niet noodig was, en daarin schenkt
hq vertrouwen.
Eerste spreker zegt, dat het een aan-
gelegenheid betreft, waarover wij niet kunnen
oordeelen, evenmin het dagelijksch bestuur
over een bedrijf, dat zij niet door en door
kennen.
De conclusie is, dat zij zich met de aan
stelling kunnen vereenigen en over het bedrag
wenschen zij niet af te dingen. Het resultaat
daarvan is in de gemeente al meermalen ge-
zien, dat men dan na verloop van eenigen
tijd het verzoek krijgt om verhooging, totdat
het gewenschte bereikt is.
Een lid in de 2e afdeeling vraagt: moet
men nu direct al een 3e ambtenaar hebben nu
wijt de 6000ste inwoner hebben bereikt.
Spreker maakt de opmerking, dat de secre
tarie nu al 8000 kost. Hij is er voor, dat
men in dozen drukkenden tijd, maar roeien
moet met de riemen, die men heeft en acht
uitbreiding niet direct noodig.
Een ander lid merkt op, dat hij niet de
noodige kennis heeft om te beoordeelen:
noodig of niet noodig, doch spreker is er voor
zoolang mogelijk uit te stellen en dan des
noodig een tpdelijke kracht nemen.
Met 1 Mei a.s. vervalt toch de forensen-
belasting. Een gediplomeerde acht hij ook
niet noodig.
Een derde spreker zegt, dat de forensen-
belasting en de volkstelling van tijdelijken
aard zijn en wanneer hij naar andere gemeen
ten ziet, Zijn er nog verschillende, die met een
beperkt aantal ambtenaren hun werkzaam-
heden verrichten en heusch met geen hoogere
bezoldigingen.
De Voorzitter antwoordt, dat de behoefte
aan hulp reeds eerder is gevoeld. Niet direct
de uitbreiding van het zielental is daarvan
oorzaak, doch de vele administratieve werk-
zaamheden, die van overheidswege op de
secretarien worden afgeschoven, zijn daarvan
in de le plaats de oorzaak en wat vraagt
onze tegenwoordige wetgeving niet veel tijd
om, alleen maar van het financieele ge-
deelte te spreken te waken dat niets on-
noodigs door de gemeente wordt betaald en
te zorgen, dat alles op tijd wordt aangevraagd,
wat in het financieel belang van de gemeente
noodig is.
Burgemeester en Wethouders zijn reeds
begonnen om het aantal kantooruren op te
voeren.
Spreker zegt, dat het een kwestie van ver
trouwen is, men moet toch in de gelegenheid
zijn om alles op tijd te kunnen behandelen.
De volkstelling speelt hierin absoluut geen
rol. Gaat de raad hiermede niet accoord, dan
komt dit voor de verantwoordeljjkheid van
den raad, die tegen dit voorstel stemmen.
Vervolgens zou spreker gaame van een be
paald lid het lijstje willen inizien, waar in ver-
houding van de grootte als deze gemeente
met minder personeel wordt gewerkt. Spreker
kan zelf wel een lijstje toonen, maar het is
juist andersom; het aantal ambtenaren meer
en een betere salarisregeling.
Dit lid beschikt op dit moment niet over
dat lijstje en heeft zich er thans niet op ge-
praepareerd.
Burgemeester en Wethouders hand-
haven hun voorstel te dien opzichte.
Bij ditzelfde volgno. doet de Voorzitter
voorlezing van een ingekomen adres van den
heer M. H. van Duijtn, le ambtenaar ter
secretarie en een van den heer J. A. de Smidt,
ambtenaar ter secretarie, beiden alhier om
verhooging van jaarwedden.
Een lid van afdeeling 1 merkt op, dat wan
neer de eischen van een ambtenaar in zijn
werkzaamheden meer worden, de bezoldiging
geljjken treid moet houden.
De Voorzitter zegt, dat het systeem, dat
hier gevolgd wordt niet het gewenschte is er
moet een behoorlijke regeling zijn en niet
telkens een verzoek om verhooging.
De vorige spreker merkt op, dat dit systeem
afkeuring verdiend.
Een ander lid in die afdeeling acht het tijd-
stip niet het gesohikste moment voor salaris-
verhooging.
In afdeeling 2 wenscht geen enkel lid hier-
over te spreken.
Burgemeester en Wethouders wenschen
met geen henziening te komen voor de
salarissen van de ambtenaren ter secre
tarie.
Bij volgno. 19 vragen 2 leden van afdeeling
2 naar de aanschaffing van het meubilair.
De Voorzitter licht deze post toe, dat het
kantoor van den gemeente-ontvanger moet
worden gemeubileerd en op de secretarie
weiniig bergruimte is om in de onmiddellijke
nabijheid alles behoorlijk op te bergen.
Worden hier bureaux geplaatst dit geeft
tij.diZbesiparing.
Een lid van afdeeling 2 is daar tegen.
Bij volgno. 23 doet de Voorzitter mededee
ling, dat de jaarwedde van den omroepers is
gebracht op f 40, naar aanleiding van eene
bespreking in een der vorige vergaderingen
en tengevolge dat de gemeente zioh meer en
meer uitbreid.
B.iji volgno. 50 maakt een lid van de 2e af
deeling de opmerking, dat de accountants-
controle van den gemeente-ontvanger nog al
duur is.
Spreker vraagt of er geen goedkoopere
adressen zijn?
De Voorzitter zegt, dat de tegenwoordige
accountant een zoo billijk mogelijk tarief be-
rekend. Er is nog wel een verifiicatiebureau
van de Ver. van Nederl. Gemeenten, doch of
men goedkooper uit zal komen, weet spreker
niet.
Bij volgno. 55 deelt een lid van de 2e afdee
ling mede, dat hij tegen dezen post zal stem-
men, dit betreft de contributie aan de Veree-
niging van Burgemeesters en Secretarissen,
die de verbetering van de stoffelijke belangen
van die ambtenaren op den voorgrond stelt.
De Voorzitter weerspreekt dit.
Bij Hoofdstuk 3 brengt de Voorzitter het
verzoek van het Hoofdbestuur van den Alge-
meenen Nederl. Wielrijders Bond in bespre
king tot toetreding als buitengewoon lid.
Burgemeesters en Wethouders stellen voor
hierop niet in te gaan.
In beide afdeelingen wenscht geen der leden
hierover het woond.
Bij volgno. 77 vraagt een lid in afdeeling 1
of de betrekking van secretaris van de brand-
weer nog reden van bestaan heeft. Hij zag
gaame die vraag door Burgemeester en Wet
houders beantwoord. Vroeger met het groote
personeel, dat aan de bnandweer verbonden
was, had dit reden van bestaan. Thans komen
toch alle rappoiten van den opper-brand-
meester.
De Voorzitter zegt, dat die vraag nader
onderzocht zal worden.
Bij volgno. 79 wordt door een lid in de le
afdeeling en door 2 leden in de 2e afdeeling
de wenschelrjlkheid uitgesproken om voor de
manschappen van de vrijwillige brandweer
laarzen aan te schaffen.
Bij de laatste brand is de noodzakelijkheid
daarvan ten zeerste gebleken.
Een ander lid in de le afdeeling kan hier
aan zijn stem met vrdjmoediigheid geven, al
was het als blijk van waardeering over him
flink opt red en, tijdens den laatsten brand en
die mag niet onthouden worden.
Een lid in afdeeling 2 kan zich daarmede
niet vereenigen.
Een lid van die afdeeling spreekt vol lof
over de prestatles van de brandweer, hetgeen
door een ander lid volkomen wordt beaamd.
Bij volgno. 98 brengt de Voorzitter de be
grooting der Gezondheidscommissie in herin-
nering en deelt mede, dat het geraamde be
drag op de begrooting is verwerkt.
en het andere jaar minder en zooals vorig
jaar hoegenaamd niets tengevolge van den
bouw van de ammoniakfabriek.
Over dit onderwerp bleven de meeningen
verschillen tusschen de leden van de Com
missie en het College.
Een lid van het College deelde mede, dat
wanneer de raad afwijkt van het voorstel van
Burgemeester en Wethouders om de uitge-
trokken werkloozen naar het Burgerlijk Arm-
bestuur te verwijzen, Gedeputeerde Staten de
begrooting zullen terugzenden met een op
merking over die post, zooals in andere ge
meenten.
Een lid van afdeeling 1 en een lid van af
deeling 2 zou er erg veel prijs op stellen,
wanneer het op dezelfde voet werd behandeld
als vorige jaren om dit aan de commissie van
steunverleening toe te vertrouwen, die hebben
de zaak met voile ernst behandeld, waarvoor
hun nog een woord van lof toekomt.
Een lid van Afdeeling 2 was er voor, dat
als de oude toestand niet wordt bestendigd,
een Comitd voor Maatschappelijk Hulpbetoon
werd samengesteld, doch in geen geval de
menschen naar het Burgerlijk Armbestuur te
verwijzen.
Burgemeester en Wethoudens hand-
haven hun voorstel en verwijzen naar het
volgnummer van de begrooting.
Bjj volgno. 274 inzake de verbouw van het
gemeentehuis zegt een lid in afdeeling 1, dat
hij tegen deze verbouw is. Spreker zegt dat
Burgemeester en Wethouders deze karwei
ramen op 10.000, die, als zijnde een oud ge-
bouw in totaal voor het klaar is wel 15.000
zal kosten en men toch met een oud gebouw
blijft zitten, daar men op verschillende pun-
ten toch met groote onderhoud zal blijven
zitten, vanwege de ouderdomsgebreken, die
zich hier en daar zullen vertoonen.
Spreker zou door een bekwaam architect
eens een begrooting willen laten maken en
wanneer dan de prijs meevalt 35.000 fi.
40.000 naar men mij mededeelt), zal men
goedkooper uit zijn, dan met dit lapwerk.
Een ander lid van die afdeeling merkt op,
dat dit gebouw nog hecht en sterk is en zou
het zoo willen laten. Men moet rekening hou
den met de malaise, daarbij komt nog dat
men alles gemakkelijk en naar de eischen
des tijds kan inrichten, doch men moet in de
gemeentehuishouding tot voorbeeld zijn voor
de andere.
Het eerste lid merkt laconiek op, dat het
hem dezer dagen opviel, dat bij de behande'
ling van de Vlootwet, waar het ging over
millioenen, geen woord werd gerept over
malaise".
Een lid in afdeeling 2 zou aan het ge
meentehuis niets willen doen, zou een beteren
tijd willen afwachten en dan de koe bij de
horens nemen en een nieuw gemeentehuis wil
len bouwen. Deze voorgestelde manier noemt
hij verbrokkelen en over eenigen tijd zal blij
ken hoe de gemeente zich uitbreidt en daarna
kan men een gemeentehuis bouwen.
Een ander lid van afdeeling 2 zegt, dat hij
niet voor den bouw van een nieuw ge
meentehuis is, daaraan heeft de gemeente
geen behoefte.
Een derde lid is evenmin voor den bouw
Bij volgno. 120, onderhoud van de muziek-
tent. De Voorzitter deelt namems Burge
meester en Wethouders mede, dat het college I van een gemeentehuis.
overt.iiieid is van den slecht.en toftstand. waarin Een vierde spreker is met tegen e zoe en
naar een oplossing.
De Voorzitter zegt dat men de gemeente
huishouding op de meest voordeelige wijze
moet besturen, doch men komt voor momen-
ten, dat men niet alles kan blijven uitstellen.
Al eenige jare zijn er bij Burgemeester en
Wethouders plannen loopende over het op-
zoeken naar een oplossing, doch men kan niet
blijven uitstellen. Van de zijde der Justitie is
al meermalen aangedrongen om het arrestan-
tenlokaal in orde te brengen. Van de zijde van
Gedeputeerde Staten en Archivaris is al meer
malen gewezen op brandvrije opberging van
het archief. Daarbij is de secretarie een zoo-
danige ruimte, niet alleen bekrompen, maar
een zoodanig tochtgat, dat de raadsleden bij
het inzien van stukken de opmerking ook
maakten over het minder tochtvrije van dit
vertrek. Daarbij komt dat de gemeentehuis
houding en wat daaraan kleeft steeds uit-
breiden en naar geschikte ruimte vraagt. Een
verschil van meening zal hier over blijven be
staan.
overtuigd is van den slechten toestand, waarin
de muziektent verkeerd, doch geen vrijmoedig-
heid hebben om met een voorstel te komen
voor den bouw van een nieuwen muziektent.
Wanneer er uit den boezem van den raad een
voorstel zou komen, zou dit hunnerzijlds geen
bezwaar onfcmoeten.
In beide afdeelingen wordt de houding van
Burgemeester en Wethouders op prijs gesteld,
doch er is een strooming merkbaar, die een
nieuwe muziektent gaame op de Markt zagen
verrijzen, welke aan de eischen voor muziek
en zang zou voldoen.
Bij volgno. 121/129 komt het onderhoud
van straten en wegen in afdeeling 2 ter
sprake.
Een lid maakt zijn opmerkingen over den
toestand van den Zaamslagschen weg en
spreekt zijn leedwezen uit, dat voor deze weg
geen financieele steun kan verkregen worden
om deze in een behoorlijken toestand te bren
gen.
De Voorzitter en een ander lid wgzen er op,
dat deze weg niet voorkomt op het wegen-
plan en alleen steun verkregen zou kunnen
worden in den vorrn van een renteloos voor-
schot; en dan moet men nog aan verschillende
eischen voldoen.
Een ander lid van dezelfde afdeeling vraagt
naar de verbetering van den weg Axel
Roode Sluis. Het is een verschrikkelijke
toestand, waarin deze verkeert en betreurt,
dat er zoo weinig medewerking is. Spreker
zou er 1000 voor over hebben, wanneer ddt
plan verwezenlijkt werd.
In de toekomst moet het voor den winkel-
stand van die zuidkant komen.
De Voorzitter deelt mede, dat de weg
AxelRoode Sluis wegens gebrek aan mede
werking niet tot stand gebracht kan worden.
Voor verschillende polderbesturen is een bij-
drage naar de grootte der polder afhanr
kelijk gedurende 40 jaar te drukkend. Een
bedrag van 1000 gedurende zoo'n tijldvak zou
voor deze gemeente ook te veel zijn, te meer
andere wegen, die voor de gemeente voor haar
rekening liggen komen daar eerder voor in
aanmerking.
Bij volgno. 132, pompen en riolen, geeft een
lid van afdeeling 2 in overweging de slooten,
die in de gemeente nog loopen voor afvoer van
rioolwater, stelselmatig jaarlijks te rioleeren,
daardoor voorkomt men verschillende klach-
ten van bewoners, en dergelijke leidingen
worden gebruikt voor stortplaats van afval
of verzamelplaatsen van onaangenaamheden.
Bij volgno. 146, onderhoud urinoirs maakt
een lid in afdeeling 1 een opmerking over
een tweetal urinoirs, welke een noodzakelijke
verbetering behoeven en dan daarbij zoodanig
rekening houden, dat dit geen aanstoot zal
zijn voor voorbijgangers.
De Voorzitter zegt, dat het College der ge-
meente-opzichter reeds opdracht verstrekt
heeft om een plan van verbetering in te
dienen.
Bij volgno. 206 komt in bespreking het
adreis van het bestuur vein de Frobelschool.
De Voorzitter deelt mede, dat met een en
ander rekening is gehouden in deze begroo
ting.
Bij volgno. 212 deelt de Voorzitter mede,
dat een schrijven is ingekomen van de Afd.
Zeeland van de Ver. van Nederl. Gemeenten,
inzake de bijdrage van de buitengemeenten
voor het Hooger en Middelbaar Onderwijs.
Bij volgno. 213 doet de Voorzitter mede
deeling van het adres van het bestuur van de
Middelbare Handelsdagschool en het voorstel
van Burgemeester en Wethouders om het
vorig raadsbesluit te handhaven.
Bij volgno. 222 komt nogmaals ter sprake
de circulaire van Ged. Staten, inzake de
werkloozensteun.
In beide Afdeelingen zijn verschillende leden
het niet eens met het standpunt van Burge
meester en Wethouders. Zij beweren, dat er
wel degelijk sprake is van crisis in den land-
bouw en in den Vlashandel. Het college be-
schouwt de te verwachten werkloosheid als
Bij de ontvangsten maakt een lid van Af
deeling 2 de opmerking, dat het totaalcijfer
20.000 hooger is dan vorig jaar. Hij zou dit
cijfer willen terugbrengen naar dat van vorig
jaar en door die vermindering kan het aantal
opcenten van de Gemeentefondsbelasting met
een 20tal opcenten verlagen.
De Voorzitter zegt, dat een dergelijk be
drag van f 20.000 op deze begrooting niet kan
verkregen worden. Wat op de begrooting
voorkomt is noodig en vermeldt niets dat ge-
mist kan worden.
(Wordt vervolgd.)
VRUCHTBOOMEN-SCHOONMAAK.
Als we in den winter onze vruchtboomen
eens nauwkeurig inspecteeren, dan ontdekken
we heel wat ongerechtigheden. Tegen de
stammen ziet men soms een viltig grauw
laagje, dat onze nieuwsgierigheid prikkelt.
Peuteren we dit viltige laagje los dan ont
dekken we eenige honderden eitjes van de
Plaikker, die beschermd door het viltig laagje
daar hoopten te dverwinteren.
Worden de boomen in den winter geregeld
aan een schoonmaak onderworpen, dan krij-
gen deze eitjes en die van andere parasieten
geen kans op ontwikkeling. Het schoonma-
ken der boomen is even noodzakelijk als de
gewone huiselijke schoonmaak. Zijn de boo
men met mos bedekt dan belemmert dit niet
alleen de ademhaling, doch biedt dit boven-
dien een prachtige gelegenheid voor overwin
tering van allerlei schadeljjk gespuis.
Daarom in den winter de vruchtboomen
eerst met een boomkrabber behandelen en
daarna met een staalborstel afschuieren.
Schuier met zoo'n staalborstel, zoowel de
stammen als de takken krijgen een beurt,
niet maar zoo in het wilde weg, doch steeds
in eene richting (in de lengte van stam en
tak). Alvorens we met krabber en schuier
beginnen, spreiden we eenige takken rondom
de stammen uit en alles wat hierop wordt
opgevangen, wordt naar den brandstapel ver-
wezen.
Bij het reinigen der boomen worden in som
mige gevallen bijtmiddelen gebruikt tegen
nog aanwezige bloedluiskolonies en tegen
kankerwonden. By het gebruik van de talrijke
middelen, die in den handel zijn, dient men
toch de noodige voorzichtigheid te betrachten.
Men make gebruik van de bekende merken,
die in den vruchtenteelt worden aangewend.
Op plaatsen waar bloedluis voor mocht ko
men, worden met een kwast de aangetaste
plaatsen met carbolineum of petroleum aan-
gestipt en na yerloop van tijd nog eens her-
haald.
Ziet men in dezen tijd in de vruchtboomen
van
dezelfde 00= zooals d^ge ja.n samen gespannenblades, dan zdtten^enn
die vroeg in het voorjaar het jonge blad aan-
tast. Dergelijke bladeren worden verwijderd
of met een brandfakkel onschadelijk gemaakt.
Bij al deze werkzaamheden valt het oog
soms op eigenaardige ringetjes om de twjj-
gen, wellke ringetjes er meer interessant dan
gevaarlijk uitzien, doch die ook al weinig goeda
voorspellen. Deze ringetjes zijn de eieren van
de ringelrupsvlinder. Een paar van deee
ringetjes in een vruchtboom zijn reeds vol-
doende om het volgend jaar heel wat verwoes-
tingen aan te richten en voorzoover we ze nu
reeds ontmoeten wordt meteen het harde
vonnis voltrokken.
Zoodra namelijk het volgend jaar de boo
men in blad komen komt er leven in deee
schijnbaar doode ringetjes en uit elk eitje
komt een rupsje en elk rupsje komt met een
gezonden eetlust ter wereld. Gedurende eeni
gen tijd blijven ze dan nog bij elkaar zitten,
doch reeds vrij spoedig ondernemen ze kleine
strooptochten, die allengs grooter worden en
zich tot alle uithoeken der kroon uitstrekken.
Intusschen, een gewaarschuwd man telt
voor twee en dus zullen de nu ontdekte rin
getjes tijdig sneven. Zit zoo'n ringetje om een
veelbelovend vruchttwijgje, zoodat het be-
zwaarlijk is deze af te snijden, dan laat zich
zoo'n ringetje vrjj gemalkkelijk met een mes
verwijderen.
Het is natuurlijk niet mogelijk de takken
der boomen stuk voor stuk te inspecteeren
op de aanwezigheid dezer ringetjes, doch de
resteerende komen het volgend voorjaar aan
de beurt, wanneer de rupsjes nog in het spln-
sel bijeen zitten en ze zich nog niet over de
boomen verspreid hebben.
Vragen, deze rubriek betreffende,
kunnen door de abound'a worden
gezonden aan Dr. Te Hennepe,
Diergaardesingel 96a, Rotterdam.
Postzegel van 6 cent voor ant
woord insluiten en blad vermelden.
HET INROEPEN VAN DESKUNDIGE
HULP.
Een burgemeester van een der dorpen uit
Zeeland vraagt m(j advies over een kalkoen
die plotseling een dikte onder haar rechter
oog kreeg, zoodanig dat het oog dicht ia.
Wanneer men op de dikte drukt komt er geel
vocht uit het rechter neusgat. In den beik
vertoonen zich geen gele plekken, zoodat het
waarschijnlijk geen diphtherie of snot is."
Juist om dit laatste kom ik even op dit ge
val terug om er voor alle lezers leering uit
te trekken, want al zitten er geen gele plek
ken in den mond, het kan toch best diphtherie
zijn. Nog al te veel wordt er in de pluim-
veetoladen over ziekten geischreven door men
schen, die daar niet de noodige algemeene
kennis voor hebben en zoodoende neuzen der
gelijke schrijvers steeds maar weer van el
kaar over, zonder eigen ervaring er naast te
hebben. Zoo is een der dingen die vast altqd
vermeld worden bij diphterie de gele vliezen
in den bek, net als men bij pullorum nog vaak
de diarrhe vermeld vindt. Welnu, deze ver-
schijnselen behoeven absoluut niet voor te
komen, de ziekteprocessen kunnen elders zit
ten. De knikkers onder de oogen bij pluim-
vee zijn zeer zeker interessant, daar zij in
dezen vorm vensehijnen door de eigenaardige
bouw van de kop by vogels.
De kop van een vogel bevat verschillende
groote holten, die naast de neusholte en on
der de oogholte liggen. By zoogdieren liggen
deze holten in de beenderen van den schedel
en heeten boezems. Zoo spreekt men van
kaakboezems, voorhoofdiboezems enz. Door-
dat deze holten er zyn wordt het been als het
ware soorteiyk lichter en de kop zelf ook
lichter. By de kip liggen deze boezems niet
in de beenderen doch onder de huid.. Als nu
het slijmvlies in den kaakboezem ontstoken
raakt, dan zoekt het zich ontwikkelende
vocht eerst een weg door een nauw kanaal
naar de neusholte. Zoodra het siymvliea van
dit kanaaltje ontstoken raakt en opzwelt
wordt het kanaaltje afgesloten en het vocht
in den boezem kan er niet meer uit. By
paarden wordt in zoo'n geval van buiten af
het been open gelboord en de ontstekings-
producten er uit gespoeld, bij kippen en andere
vogels waar geen beenige wand is, gaat de
huid uitpuilen tot men de bekende knikkers
onder de oogen ziet verschijnen. De vulltng
van den boezem kan zoo sterk zijn dat het
oog geheel weggedrukt wordt. Komt er nu
nog bij dat ook het oogsiymvlies zelf ont
stoken raakt dan ligt het oog dubbel in de
verdrukking. Het beste is deze knikkers
door een deskundige te laten opereeren, waar-
bij men er dan verder voor zorgen moet dat
zich geen verdere smetstof verspreid.
Schreef hier nu een burgemeester een in
teressant geval, met dezelfde post kreeg ik
van een veldwachter in Friesland ook een
aardige brief, die van veel belangstelling In
de pluimveehouderij getuigt. Hp schreef: hier
heerscht thans zeer veel pluimveeziekte. Ver
schillende bedrijven zitten dik in de pokken,
enkele hebben diphtherie en er wordt gefluis-
terd dat er een bedrijf behept is met vogel-
cholera.
Daar ondergeteekende 'n liefhebber van kip
pen is en dit praktisch in toepassing brengt,
is het hem mogen gelukken zijn dieren nog
ziektevrij te houden. Mijns inziens is hier op
het oogenblik een prachtig studierelsje te
maken, benevens praktische voorlichting noo
dig. Ik ben gaarne bereid U bp de besmette
bedrijven rond te leiden. P.S. Meerdere ziek
ten dan de genoemde komen thans voor."
Deze veldwachter merkt in zpn omgeving
verschillende ziekten op en zoekt hulp. Maar
eerst zou ik willen vragen: zpn de betrokke-
nen al bij een dierenarts geweest en wat denkt
deze er van. Dat is toch de aangewezen per-
soon om de ziekten ter plaatse te behandelen
en contact met de pluimveehouders te zoeken
en te houden. Eigenlpk worden dierenartsen
te weinig geroepen, al kan ik het best begrp-
pen dat het in vele gevallen te duur wordt,
bij een paar kippen een dierenarts te halen.
Toch is het voortdurend contact tusschen die
renarts en pluimveehouderG het eenige mid-
del om op den duur de pluimveeziekten te
bestrijden. Ik wil dit wel eens even naar
voren halen in verband met vele vragen die
ik kreeg over entstoffen, die de pluimvee
houders zelf bij hun dieren kunnen gebruiken.
Dit lijkt goedkooper, maar of men er beter
mee af is, is de groote vraag. Ten eerste
dringt zich de vraag op: Zijn deze entstoffen
volwaardig?, is er voortdurende controle op
de bereiding en de verspreiding, zoodat ze
niet te oud zpn voor ze den afnemer bereiken.
Schakelt men op die manier den dierenarts
uit en het loopt mis, dan zal die het minder
plezierig vinden om wat door leekengeknoei
bedorven is, weer goed te maken. Ik geef toe
dat men in een uiterst moeilijk vraagstuk zit,
n.l. deskundige hulp is vaak duurder dan lee
kengeknoei, maar hoe men de zaak ook be-
kijkt, ziekten zullen dUeen door deskundigen
bestreden kunnen worden en onder de knie
gehouden kunnen worden.
geleden zich vertoonde. Het eene jaar meer
veelal de larven van de bastaard-satijnvlinder,
Dr. TE HENNEPE.