Huis en Hof. Pluimvee-rubriek. verschil is, zou het geen voordeel zpn voor de gemeente to oh hier te koopen. Overigens staat hij op hetzelfde standpunt als de heer 't Gilde, dat het gewenscht is zooveel moge- lpk ter plaatse te koopen en dat onze winke- liers best in staat zijn om tegen collega's van elders te concurreeren. Nu moesten ze echter ook zoo flink zijn blijk te geven dat ze dit doen. De heer 't Gilde zal toch ook wel al rekeningen onder de oogen hebben gehad, waaruit bleek, dat absoluut te veel in reke- ning werd gebracht. Burgemeester en Wet- houders moeten voor de gemeente todh ook op voordeel bedacht 2$n. De VOORZITTER stemt daarmede in; wanneer er op gerekemd wordt dat er abso luut niet buiten de gemeente gekocht wordt, wordt daarmede bp de prijzen rekening ge- houden, dat is uit het verleden bekenid en het moet toch niet aldus zijn, dat een leverancier er groot op gaat dat, als hij de levering aan de gemeente heeft hij gaat zeggen: „nu heb ik een goed jaar". De heer OGGEL: Ook moet niet uit 't oog worden verloren. dat sommige zaken alleen aan een bepaald adres te koop zijn. De heer 't GILDE merkt nog op, dat in de rekesning op post no. 77 was geboekt f 579,80, wegens ontvanigst voor drinkwater. Daar- tegenover vond hij geen uitgaafpost. Hoe komt dat? De SECRETARIS wijst daarvoor op post no. 84. De heer 't GILDE geeft te kennen, dat, als het hem zou "gegeven zijn nog eens aan een onderzoek van de gemeenterekening mee te werken, hij daarvoor bepaald een geheelen dag beschikbaar zou willen hebben; die heeft men, als men het nauwkeurig wil doen, daar voor bepaald noodlgdat gaat niet op een avonid. De VOORZITTER acht dat heelemaal geen bezwaar, dat hangt van de commissie zelf af; men kan er ook twee of desnoods 3 avonden voor nemen. De heer 't GILDE wijst er voorts op, dat voor assurantiepremie van het brandspuithuis 20 is geraamd, doch daar staat geen uitgaaf post voor, evemmin voor het slachtlokaal, waarvoor 10 geraamd was. De VOORZITTER vermoedt, dat dan daar voor in dat jaar niets is uitgegeven. De heer 't GILDE wijst voorts op post no. 120, die het beleid van Burgemeester en Wet- houders raakt. Voor verstratingen ten be- hoeve der bedrijven en van derden was 1000 geraamd. Dit zou moeten kloppen met post 104, zijnde de terugontvangst van die kosten, welke ook op 1000 is geraamd, doch er is slechts 289,18 ontvangen. De uitgaaf op deaen post bedraagt 490,80, zoodat er ruim 200 minder is ontrvangen dan uitgegeven. Hoe zit dat? De VOORZITTER kan dat op 't oogenblik niet met zekerheid zeggen: best mogelijk, dat nog een bedrag moest worden verrekend. Die verstratingen betreffen voomamelijk de gasfabriek en1 de P. Z. E. M. Er is een vast bedrag per M2. vastgesteld. De gemeente- opzichter meet het op. Hetgeen verschuldigd is wordt betaald. De raining kan natuurlijk met de werkelijke kosten wel eens iets uiteen- loopen. De kosten worden zoowel aan de Gasfabriek als aan de P. Z. E. M. in rekening geibracht. De heer 't GILDE had juist het oog op de P. Z. E. M., welke naar zijne meening even- goed moet betalen als het gemeentelijk be- drpf. Alsdit geschiedt, heeft hij niets gezegd. De gemeenterekening wordt alsnu met algemeene stemmen voorloopig vastgesteld. 10. Wijziging 1930. gemeentebegrooting, dienst Burgemeester en Wethouders stellen voor de gemeentebegrooting voor 1930 te wijizigen als volgt: onder in de inkomsten te verhoogen de posten: batig slot van den gewonen dienst volgens de laaitst vastgestelde rekening voor zoover daaraan niet reeds een andere bestemming is gegerven 464.99, aandeel in het batig slot van den Keuringsdienst, inge- volge de Vleeschkeuringswet 500, uitkeering van het rijk wegens 48 opcenten op de hoofd- soni der dividend en tantiemebelasting f 1000, belasting naar het inkomen f 1500, totaal 3464,99; onder de uitgaven te verhoogen de posten; druk- en bindwerk f 150, belooningen en premien aan brandmeesters en brandspuit- Ueden f 250, onderhoud van huizen, torens enz. 880, teruggaaf van schoolgelden 100, bij- dragen aan andere gemeenten in de kosten van scholen voor het lager Nijverheidsonder- wijs 1300, kosten van overbrenging, plaat- sing en verpleging van krankzinnigen 300, subsidie aan werkloozenkassen 1000, totaal 3980; en te verminderen de post onvoorziene uit gaven met f 515,01. Met algemeene stemmen wordt aldus besloten. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 11. Reclame schoolgeld. Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat door G. S. Blankert op 17 December 1926 is gereclameerd tegen zijn aanslag wegens schoolgeld, welke gelbaseerd was op zijn aan slag in de rijksinkomstenibelasting, waarop door hem ook gereclameerd werd. Daarop is dezer dagen een beslissing ge vallen. Naar aanleiding daarvan stellen zij voor zijn aanslag te henzien en terug te bren- gen op f 43,20. 12. Vaststellen gemeentebegrooting, dienst 1931. In behandeling komt de gemeentebegrooting voor den dienst 1931. Deze is bereids besproken in afdeelingsver- gaderingen, waarvan het volgende verslag met antwoord van Burgemeester en Wethou ders is uitgebracht: Het onderzoek door de lste afdeeling heeft plaats gehad op 4 November en op 5 Novem ber door de andere Afdeeling. Bij volgno. 10 e.a. werd in de 2e afdeeling door een lid bezwaar gemaakt, dat op deze beg rooting de cijfers staan van de nieuwe salarisregelingen van B. W. S. O., welke regeling nog niet is goedgekeurd door de Kroon en welke goedkeuring, naar hij van ter zijtde vemomen heeft, nog niet vaststaat, dat hieraan goedkeuring zal worden verleend. Op deze wijze wordt ook geen rekening ge- houden met den wensch van den raad, zooals deize zich eenige maanden geleden heeft uit- gesproken. De Voorzitter zegt, dat het college deze bedragen op de begrootinig heeft geplaatst, in afwachting van de goedkeuring. Zoolang de Koninklijke goedkeuring niet is bericht, worden deze niet tot dat bedrag uitbetaald. Staan ze niet op de begrooting, dan zal later deze begrooting toch gewijzigd moeten wor den. Een anider lid van die afdeeling merkt op, dat in verband met de nieuwe financieele uitkeeringswet in bijna alle provineien een nieuwe regeling in behandeling of vastge steld is. De eerste spreker vindt een verkeerden toestand. De tweede spreker zegt, dat men tegen deze regeling kan zijn, doch wanneer deze goed gekeurd wordt, is men verplicht die bedragen op de begrooting te plaatsen, of anders wordt dit van de zijde van Gedeputeerde Staten gedaan. Een derde spreker is uiterst gebelgd om die gelden' nu op de begrooting te plaatsen. Waar moet het heen en dan in deze tijden. Als het niet anders kan, mo?t de geheele begrooting maar niet goedgekeurd worden. Een vierde spreker is tegen de ontworpen regeling en er tegen dat die cijfers in deze begrooting voorkomen. De eerste spreker blijft van meening, dat deze cijfers niet op de betrokken posten hooren. De tweede spreker zegt, dat dit geheel af- hangt van de meerderheid van den raad en dan zullen Gedeputeerde Staten deze ambts- halve op de begrooting plaatsen. De derde spreker zegt, wanneer dit zoo is, kunnen Wij wel naar huis gaan. De Voorzitter zegt, dat wp den wettelijken weg moeten bewandelen als bestuursorgaan; men kan wel trachten de zaak omver te gooien doch men bereikt er niets mee en blameert zich zelf. De eerste spreker wilt, dat de nieuwe cijfers niet in de begrooting worden opgeno men en hij wil zijn meening motiveeren, dat hij tegen lage salarissen is, maar de overige moeten een voorbeeld blijven voor de lagere ambtenaren. Burgemeester en Wethouders beant woorden dit met de mededeeling, dat zij bereid zijn de betrokken posten te ver minderen tot die bedragen, als genoemd in de thans nog geldende regeling. Bij volgno. 13, aanstelling van een 3e amb- tenaar ter secretarie deelt een lid van afdee ling 1 mede, dat hij op het standpunt staat, dat waar bezuinigd kan worden in werkelijk- faeid daama getracht moet worden. Spreker vraagt of de aanstelling van een dergelijke kracht niet een jaar uitgesteld kan worden Een ander lid gaat van de veronderstelling uit, dat het college niet ongemotiveerd met een dergelijk voorstel voor den dag zou komen als het niet noodig was, en daarin schenkt hq vertrouwen. Eerste spreker zegt, dat het een aan- gelegenheid betreft, waarover wij niet kunnen oordeelen, evenmin het dagelijksch bestuur over een bedrijf, dat zij niet door en door kennen. De conclusie is, dat zij zich met de aan stelling kunnen vereenigen en over het bedrag wenschen zij niet af te dingen. Het resultaat daarvan is in de gemeente al meermalen ge- zien, dat men dan na verloop van eenigen tijd het verzoek krijgt om verhooging, totdat het gewenschte bereikt is. Een lid in de 2e afdeeling vraagt: moet men nu direct al een 3e ambtenaar hebben nu wijt de 6000ste inwoner hebben bereikt. Spreker maakt de opmerking, dat de secre tarie nu al 8000 kost. Hij is er voor, dat men in dozen drukkenden tijd, maar roeien moet met de riemen, die men heeft en acht uitbreiding niet direct noodig. Een ander lid merkt op, dat hij niet de noodige kennis heeft om te beoordeelen: noodig of niet noodig, doch spreker is er voor zoolang mogelijk uit te stellen en dan des noodig een tpdelijke kracht nemen. Met 1 Mei a.s. vervalt toch de forensen- belasting. Een gediplomeerde acht hij ook niet noodig. Een derde spreker zegt, dat de forensen- belasting en de volkstelling van tijdelijken aard zijn en wanneer hij naar andere gemeen ten ziet, Zijn er nog verschillende, die met een beperkt aantal ambtenaren hun werkzaam- heden verrichten en heusch met geen hoogere bezoldigingen. De Voorzitter antwoordt, dat de behoefte aan hulp reeds eerder is gevoeld. Niet direct de uitbreiding van het zielental is daarvan oorzaak, doch de vele administratieve werk- zaamheden, die van overheidswege op de secretarien worden afgeschoven, zijn daarvan in de le plaats de oorzaak en wat vraagt onze tegenwoordige wetgeving niet veel tijd om, alleen maar van het financieele ge- deelte te spreken te waken dat niets on- noodigs door de gemeente wordt betaald en te zorgen, dat alles op tijd wordt aangevraagd, wat in het financieel belang van de gemeente noodig is. Burgemeester en Wethouders zijn reeds begonnen om het aantal kantooruren op te voeren. Spreker zegt, dat het een kwestie van ver trouwen is, men moet toch in de gelegenheid zijn om alles op tijd te kunnen behandelen. De volkstelling speelt hierin absoluut geen rol. Gaat de raad hiermede niet accoord, dan komt dit voor de verantwoordeljjkheid van den raad, die tegen dit voorstel stemmen. Vervolgens zou spreker gaame van een be paald lid het lijstje willen inizien, waar in ver- houding van de grootte als deze gemeente met minder personeel wordt gewerkt. Spreker kan zelf wel een lijstje toonen, maar het is juist andersom; het aantal ambtenaren meer en een betere salarisregeling. Dit lid beschikt op dit moment niet over dat lijstje en heeft zich er thans niet op ge- praepareerd. Burgemeester en Wethouders hand- haven hun voorstel te dien opzichte. Bij ditzelfde volgno. doet de Voorzitter voorlezing van een ingekomen adres van den heer M. H. van Duijtn, le ambtenaar ter secretarie en een van den heer J. A. de Smidt, ambtenaar ter secretarie, beiden alhier om verhooging van jaarwedden. Een lid van afdeeling 1 merkt op, dat wan neer de eischen van een ambtenaar in zijn werkzaamheden meer worden, de bezoldiging geljjken treid moet houden. De Voorzitter zegt, dat het systeem, dat hier gevolgd wordt niet het gewenschte is er moet een behoorlijke regeling zijn en niet telkens een verzoek om verhooging. De vorige spreker merkt op, dat dit systeem afkeuring verdiend. Een ander lid in die afdeeling acht het tijd- stip niet het gesohikste moment voor salaris- verhooging. In afdeeling 2 wenscht geen enkel lid hier- over te spreken. Burgemeester en Wethouders wenschen met geen henziening te komen voor de salarissen van de ambtenaren ter secre tarie. Bij volgno. 19 vragen 2 leden van afdeeling 2 naar de aanschaffing van het meubilair. De Voorzitter licht deze post toe, dat het kantoor van den gemeente-ontvanger moet worden gemeubileerd en op de secretarie weiniig bergruimte is om in de onmiddellijke nabijheid alles behoorlijk op te bergen. Worden hier bureaux geplaatst dit geeft tij.diZbesiparing. Een lid van afdeeling 2 is daar tegen. Bij volgno. 23 doet de Voorzitter mededee ling, dat de jaarwedde van den omroepers is gebracht op f 40, naar aanleiding van eene bespreking in een der vorige vergaderingen en tengevolge dat de gemeente zioh meer en meer uitbreid. B.iji volgno. 50 maakt een lid van de 2e af deeling de opmerking, dat de accountants- controle van den gemeente-ontvanger nog al duur is. Spreker vraagt of er geen goedkoopere adressen zijn? De Voorzitter zegt, dat de tegenwoordige accountant een zoo billijk mogelijk tarief be- rekend. Er is nog wel een verifiicatiebureau van de Ver. van Nederl. Gemeenten, doch of men goedkooper uit zal komen, weet spreker niet. Bij volgno. 55 deelt een lid van de 2e afdee ling mede, dat hij tegen dezen post zal stem- men, dit betreft de contributie aan de Veree- niging van Burgemeesters en Secretarissen, die de verbetering van de stoffelijke belangen van die ambtenaren op den voorgrond stelt. De Voorzitter weerspreekt dit. Bij Hoofdstuk 3 brengt de Voorzitter het verzoek van het Hoofdbestuur van den Alge- meenen Nederl. Wielrijders Bond in bespre king tot toetreding als buitengewoon lid. Burgemeesters en Wethouders stellen voor hierop niet in te gaan. In beide afdeelingen wenscht geen der leden hierover het woond. Bij volgno. 77 vraagt een lid in afdeeling 1 of de betrekking van secretaris van de brand- weer nog reden van bestaan heeft. Hij zag gaame die vraag door Burgemeester en Wet houders beantwoord. Vroeger met het groote personeel, dat aan de bnandweer verbonden was, had dit reden van bestaan. Thans komen toch alle rappoiten van den opper-brand- meester. De Voorzitter zegt, dat die vraag nader onderzocht zal worden. Bij volgno. 79 wordt door een lid in de le afdeeling en door 2 leden in de 2e afdeeling de wenschelrjlkheid uitgesproken om voor de manschappen van de vrijwillige brandweer laarzen aan te schaffen. Bij de laatste brand is de noodzakelijkheid daarvan ten zeerste gebleken. Een ander lid in de le afdeeling kan hier aan zijn stem met vrdjmoediigheid geven, al was het als blijk van waardeering over him flink opt red en, tijdens den laatsten brand en die mag niet onthouden worden. Een lid in afdeeling 2 kan zich daarmede niet vereenigen. Een lid van die afdeeling spreekt vol lof over de prestatles van de brandweer, hetgeen door een ander lid volkomen wordt beaamd. Bij volgno. 98 brengt de Voorzitter de be grooting der Gezondheidscommissie in herin- nering en deelt mede, dat het geraamde be drag op de begrooting is verwerkt. en het andere jaar minder en zooals vorig jaar hoegenaamd niets tengevolge van den bouw van de ammoniakfabriek. Over dit onderwerp bleven de meeningen verschillen tusschen de leden van de Com missie en het College. Een lid van het College deelde mede, dat wanneer de raad afwijkt van het voorstel van Burgemeester en Wethouders om de uitge- trokken werkloozen naar het Burgerlijk Arm- bestuur te verwijzen, Gedeputeerde Staten de begrooting zullen terugzenden met een op merking over die post, zooals in andere ge meenten. Een lid van afdeeling 1 en een lid van af deeling 2 zou er erg veel prijs op stellen, wanneer het op dezelfde voet werd behandeld als vorige jaren om dit aan de commissie van steunverleening toe te vertrouwen, die hebben de zaak met voile ernst behandeld, waarvoor hun nog een woord van lof toekomt. Een lid van Afdeeling 2 was er voor, dat als de oude toestand niet wordt bestendigd, een Comitd voor Maatschappelijk Hulpbetoon werd samengesteld, doch in geen geval de menschen naar het Burgerlijk Armbestuur te verwijzen. Burgemeester en Wethoudens hand- haven hun voorstel en verwijzen naar het volgnummer van de begrooting. Bjj volgno. 274 inzake de verbouw van het gemeentehuis zegt een lid in afdeeling 1, dat hij tegen deze verbouw is. Spreker zegt dat Burgemeester en Wethouders deze karwei ramen op 10.000, die, als zijnde een oud ge- bouw in totaal voor het klaar is wel 15.000 zal kosten en men toch met een oud gebouw blijft zitten, daar men op verschillende pun- ten toch met groote onderhoud zal blijven zitten, vanwege de ouderdomsgebreken, die zich hier en daar zullen vertoonen. Spreker zou door een bekwaam architect eens een begrooting willen laten maken en wanneer dan de prijs meevalt 35.000 fi. 40.000 naar men mij mededeelt), zal men goedkooper uit zijn, dan met dit lapwerk. Een ander lid van die afdeeling merkt op, dat dit gebouw nog hecht en sterk is en zou het zoo willen laten. Men moet rekening hou den met de malaise, daarbij komt nog dat men alles gemakkelijk en naar de eischen des tijds kan inrichten, doch men moet in de gemeentehuishouding tot voorbeeld zijn voor de andere. Het eerste lid merkt laconiek op, dat het hem dezer dagen opviel, dat bij de behande' ling van de Vlootwet, waar het ging over millioenen, geen woord werd gerept over malaise". Een lid in afdeeling 2 zou aan het ge meentehuis niets willen doen, zou een beteren tijd willen afwachten en dan de koe bij de horens nemen en een nieuw gemeentehuis wil len bouwen. Deze voorgestelde manier noemt hij verbrokkelen en over eenigen tijd zal blij ken hoe de gemeente zich uitbreidt en daarna kan men een gemeentehuis bouwen. Een ander lid van afdeeling 2 zegt, dat hij niet voor den bouw van een nieuw ge meentehuis is, daaraan heeft de gemeente geen behoefte. Een derde lid is evenmin voor den bouw Bij volgno. 120, onderhoud van de muziek- tent. De Voorzitter deelt namems Burge meester en Wethouders mede, dat het college I van een gemeentehuis. overt.iiieid is van den slecht.en toftstand. waarin Een vierde spreker is met tegen e zoe en naar een oplossing. De Voorzitter zegt dat men de gemeente huishouding op de meest voordeelige wijze moet besturen, doch men komt voor momen- ten, dat men niet alles kan blijven uitstellen. Al eenige jare zijn er bij Burgemeester en Wethouders plannen loopende over het op- zoeken naar een oplossing, doch men kan niet blijven uitstellen. Van de zijde der Justitie is al meermalen aangedrongen om het arrestan- tenlokaal in orde te brengen. Van de zijde van Gedeputeerde Staten en Archivaris is al meer malen gewezen op brandvrije opberging van het archief. Daarbij is de secretarie een zoo- danige ruimte, niet alleen bekrompen, maar een zoodanig tochtgat, dat de raadsleden bij het inzien van stukken de opmerking ook maakten over het minder tochtvrije van dit vertrek. Daarbij komt dat de gemeentehuis houding en wat daaraan kleeft steeds uit- breiden en naar geschikte ruimte vraagt. Een verschil van meening zal hier over blijven be staan. overtuigd is van den slechten toestand, waarin de muziektent verkeerd, doch geen vrijmoedig- heid hebben om met een voorstel te komen voor den bouw van een nieuwen muziektent. Wanneer er uit den boezem van den raad een voorstel zou komen, zou dit hunnerzijlds geen bezwaar onfcmoeten. In beide afdeelingen wordt de houding van Burgemeester en Wethouders op prijs gesteld, doch er is een strooming merkbaar, die een nieuwe muziektent gaame op de Markt zagen verrijzen, welke aan de eischen voor muziek en zang zou voldoen. Bij volgno. 121/129 komt het onderhoud van straten en wegen in afdeeling 2 ter sprake. Een lid maakt zijn opmerkingen over den toestand van den Zaamslagschen weg en spreekt zijn leedwezen uit, dat voor deze weg geen financieele steun kan verkregen worden om deze in een behoorlijken toestand te bren gen. De Voorzitter en een ander lid wgzen er op, dat deze weg niet voorkomt op het wegen- plan en alleen steun verkregen zou kunnen worden in den vorrn van een renteloos voor- schot; en dan moet men nog aan verschillende eischen voldoen. Een ander lid van dezelfde afdeeling vraagt naar de verbetering van den weg Axel Roode Sluis. Het is een verschrikkelijke toestand, waarin deze verkeert en betreurt, dat er zoo weinig medewerking is. Spreker zou er 1000 voor over hebben, wanneer ddt plan verwezenlijkt werd. In de toekomst moet het voor den winkel- stand van die zuidkant komen. De Voorzitter deelt mede, dat de weg AxelRoode Sluis wegens gebrek aan mede werking niet tot stand gebracht kan worden. Voor verschillende polderbesturen is een bij- drage naar de grootte der polder afhanr kelijk gedurende 40 jaar te drukkend. Een bedrag van 1000 gedurende zoo'n tijldvak zou voor deze gemeente ook te veel zijn, te meer andere wegen, die voor de gemeente voor haar rekening liggen komen daar eerder voor in aanmerking. Bij volgno. 132, pompen en riolen, geeft een lid van afdeeling 2 in overweging de slooten, die in de gemeente nog loopen voor afvoer van rioolwater, stelselmatig jaarlijks te rioleeren, daardoor voorkomt men verschillende klach- ten van bewoners, en dergelijke leidingen worden gebruikt voor stortplaats van afval of verzamelplaatsen van onaangenaamheden. Bij volgno. 146, onderhoud urinoirs maakt een lid in afdeeling 1 een opmerking over een tweetal urinoirs, welke een noodzakelijke verbetering behoeven en dan daarbij zoodanig rekening houden, dat dit geen aanstoot zal zijn voor voorbijgangers. De Voorzitter zegt, dat het College der ge- meente-opzichter reeds opdracht verstrekt heeft om een plan van verbetering in te dienen. Bij volgno. 206 komt in bespreking het adreis van het bestuur vein de Frobelschool. De Voorzitter deelt mede, dat met een en ander rekening is gehouden in deze begroo ting. Bij volgno. 212 deelt de Voorzitter mede, dat een schrijven is ingekomen van de Afd. Zeeland van de Ver. van Nederl. Gemeenten, inzake de bijdrage van de buitengemeenten voor het Hooger en Middelbaar Onderwijs. Bij volgno. 213 doet de Voorzitter mede deeling van het adres van het bestuur van de Middelbare Handelsdagschool en het voorstel van Burgemeester en Wethouders om het vorig raadsbesluit te handhaven. Bij volgno. 222 komt nogmaals ter sprake de circulaire van Ged. Staten, inzake de werkloozensteun. In beide Afdeelingen zijn verschillende leden het niet eens met het standpunt van Burge meester en Wethouders. Zij beweren, dat er wel degelijk sprake is van crisis in den land- bouw en in den Vlashandel. Het college be- schouwt de te verwachten werkloosheid als Bij de ontvangsten maakt een lid van Af deeling 2 de opmerking, dat het totaalcijfer 20.000 hooger is dan vorig jaar. Hij zou dit cijfer willen terugbrengen naar dat van vorig jaar en door die vermindering kan het aantal opcenten van de Gemeentefondsbelasting met een 20tal opcenten verlagen. De Voorzitter zegt, dat een dergelijk be drag van f 20.000 op deze begrooting niet kan verkregen worden. Wat op de begrooting voorkomt is noodig en vermeldt niets dat ge- mist kan worden. (Wordt vervolgd.) VRUCHTBOOMEN-SCHOONMAAK. Als we in den winter onze vruchtboomen eens nauwkeurig inspecteeren, dan ontdekken we heel wat ongerechtigheden. Tegen de stammen ziet men soms een viltig grauw laagje, dat onze nieuwsgierigheid prikkelt. Peuteren we dit viltige laagje los dan ont dekken we eenige honderden eitjes van de Plaikker, die beschermd door het viltig laagje daar hoopten te dverwinteren. Worden de boomen in den winter geregeld aan een schoonmaak onderworpen, dan krij- gen deze eitjes en die van andere parasieten geen kans op ontwikkeling. Het schoonma- ken der boomen is even noodzakelijk als de gewone huiselijke schoonmaak. Zijn de boo men met mos bedekt dan belemmert dit niet alleen de ademhaling, doch biedt dit boven- dien een prachtige gelegenheid voor overwin tering van allerlei schadeljjk gespuis. Daarom in den winter de vruchtboomen eerst met een boomkrabber behandelen en daarna met een staalborstel afschuieren. Schuier met zoo'n staalborstel, zoowel de stammen als de takken krijgen een beurt, niet maar zoo in het wilde weg, doch steeds in eene richting (in de lengte van stam en tak). Alvorens we met krabber en schuier beginnen, spreiden we eenige takken rondom de stammen uit en alles wat hierop wordt opgevangen, wordt naar den brandstapel ver- wezen. Bij het reinigen der boomen worden in som mige gevallen bijtmiddelen gebruikt tegen nog aanwezige bloedluiskolonies en tegen kankerwonden. By het gebruik van de talrijke middelen, die in den handel zijn, dient men toch de noodige voorzichtigheid te betrachten. Men make gebruik van de bekende merken, die in den vruchtenteelt worden aangewend. Op plaatsen waar bloedluis voor mocht ko men, worden met een kwast de aangetaste plaatsen met carbolineum of petroleum aan- gestipt en na yerloop van tijd nog eens her- haald. Ziet men in dezen tijd in de vruchtboomen van dezelfde 00= zooals d^ge ja.n samen gespannenblades, dan zdtten^enn die vroeg in het voorjaar het jonge blad aan- tast. Dergelijke bladeren worden verwijderd of met een brandfakkel onschadelijk gemaakt. Bij al deze werkzaamheden valt het oog soms op eigenaardige ringetjes om de twjj- gen, wellke ringetjes er meer interessant dan gevaarlijk uitzien, doch die ook al weinig goeda voorspellen. Deze ringetjes zijn de eieren van de ringelrupsvlinder. Een paar van deee ringetjes in een vruchtboom zijn reeds vol- doende om het volgend jaar heel wat verwoes- tingen aan te richten en voorzoover we ze nu reeds ontmoeten wordt meteen het harde vonnis voltrokken. Zoodra namelijk het volgend jaar de boo men in blad komen komt er leven in deee schijnbaar doode ringetjes en uit elk eitje komt een rupsje en elk rupsje komt met een gezonden eetlust ter wereld. Gedurende eeni gen tijd blijven ze dan nog bij elkaar zitten, doch reeds vrij spoedig ondernemen ze kleine strooptochten, die allengs grooter worden en zich tot alle uithoeken der kroon uitstrekken. Intusschen, een gewaarschuwd man telt voor twee en dus zullen de nu ontdekte rin getjes tijdig sneven. Zit zoo'n ringetje om een veelbelovend vruchttwijgje, zoodat het be- zwaarlijk is deze af te snijden, dan laat zich zoo'n ringetje vrjj gemalkkelijk met een mes verwijderen. Het is natuurlijk niet mogelijk de takken der boomen stuk voor stuk te inspecteeren op de aanwezigheid dezer ringetjes, doch de resteerende komen het volgend voorjaar aan de beurt, wanneer de rupsjes nog in het spln- sel bijeen zitten en ze zich nog niet over de boomen verspreid hebben. Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen door de abound'a worden gezonden aan Dr. Te Hennepe, Diergaardesingel 96a, Rotterdam. Postzegel van 6 cent voor ant woord insluiten en blad vermelden. HET INROEPEN VAN DESKUNDIGE HULP. Een burgemeester van een der dorpen uit Zeeland vraagt m(j advies over een kalkoen die plotseling een dikte onder haar rechter oog kreeg, zoodanig dat het oog dicht ia. Wanneer men op de dikte drukt komt er geel vocht uit het rechter neusgat. In den beik vertoonen zich geen gele plekken, zoodat het waarschijnlijk geen diphtherie of snot is." Juist om dit laatste kom ik even op dit ge val terug om er voor alle lezers leering uit te trekken, want al zitten er geen gele plek ken in den mond, het kan toch best diphtherie zijn. Nog al te veel wordt er in de pluim- veetoladen over ziekten geischreven door men schen, die daar niet de noodige algemeene kennis voor hebben en zoodoende neuzen der gelijke schrijvers steeds maar weer van el kaar over, zonder eigen ervaring er naast te hebben. Zoo is een der dingen die vast altqd vermeld worden bij diphterie de gele vliezen in den bek, net als men bij pullorum nog vaak de diarrhe vermeld vindt. Welnu, deze ver- schijnselen behoeven absoluut niet voor te komen, de ziekteprocessen kunnen elders zit ten. De knikkers onder de oogen bij pluim- vee zijn zeer zeker interessant, daar zij in dezen vorm vensehijnen door de eigenaardige bouw van de kop by vogels. De kop van een vogel bevat verschillende groote holten, die naast de neusholte en on der de oogholte liggen. By zoogdieren liggen deze holten in de beenderen van den schedel en heeten boezems. Zoo spreekt men van kaakboezems, voorhoofdiboezems enz. Door- dat deze holten er zyn wordt het been als het ware soorteiyk lichter en de kop zelf ook lichter. By de kip liggen deze boezems niet in de beenderen doch onder de huid.. Als nu het slijmvlies in den kaakboezem ontstoken raakt, dan zoekt het zich ontwikkelende vocht eerst een weg door een nauw kanaal naar de neusholte. Zoodra het siymvliea van dit kanaaltje ontstoken raakt en opzwelt wordt het kanaaltje afgesloten en het vocht in den boezem kan er niet meer uit. By paarden wordt in zoo'n geval van buiten af het been open gelboord en de ontstekings- producten er uit gespoeld, bij kippen en andere vogels waar geen beenige wand is, gaat de huid uitpuilen tot men de bekende knikkers onder de oogen ziet verschijnen. De vulltng van den boezem kan zoo sterk zijn dat het oog geheel weggedrukt wordt. Komt er nu nog bij dat ook het oogsiymvlies zelf ont stoken raakt dan ligt het oog dubbel in de verdrukking. Het beste is deze knikkers door een deskundige te laten opereeren, waar- bij men er dan verder voor zorgen moet dat zich geen verdere smetstof verspreid. Schreef hier nu een burgemeester een in teressant geval, met dezelfde post kreeg ik van een veldwachter in Friesland ook een aardige brief, die van veel belangstelling In de pluimveehouderij getuigt. Hp schreef: hier heerscht thans zeer veel pluimveeziekte. Ver schillende bedrijven zitten dik in de pokken, enkele hebben diphtherie en er wordt gefluis- terd dat er een bedrijf behept is met vogel- cholera. Daar ondergeteekende 'n liefhebber van kip pen is en dit praktisch in toepassing brengt, is het hem mogen gelukken zijn dieren nog ziektevrij te houden. Mijns inziens is hier op het oogenblik een prachtig studierelsje te maken, benevens praktische voorlichting noo dig. Ik ben gaarne bereid U bp de besmette bedrijven rond te leiden. P.S. Meerdere ziek ten dan de genoemde komen thans voor." Deze veldwachter merkt in zpn omgeving verschillende ziekten op en zoekt hulp. Maar eerst zou ik willen vragen: zpn de betrokke- nen al bij een dierenarts geweest en wat denkt deze er van. Dat is toch de aangewezen per- soon om de ziekten ter plaatse te behandelen en contact met de pluimveehouders te zoeken en te houden. Eigenlpk worden dierenartsen te weinig geroepen, al kan ik het best begrp- pen dat het in vele gevallen te duur wordt, bij een paar kippen een dierenarts te halen. Toch is het voortdurend contact tusschen die renarts en pluimveehouderG het eenige mid- del om op den duur de pluimveeziekten te bestrijden. Ik wil dit wel eens even naar voren halen in verband met vele vragen die ik kreeg over entstoffen, die de pluimvee houders zelf bij hun dieren kunnen gebruiken. Dit lijkt goedkooper, maar of men er beter mee af is, is de groote vraag. Ten eerste dringt zich de vraag op: Zijn deze entstoffen volwaardig?, is er voortdurende controle op de bereiding en de verspreiding, zoodat ze niet te oud zpn voor ze den afnemer bereiken. Schakelt men op die manier den dierenarts uit en het loopt mis, dan zal die het minder plezierig vinden om wat door leekengeknoei bedorven is, weer goed te maken. Ik geef toe dat men in een uiterst moeilijk vraagstuk zit, n.l. deskundige hulp is vaak duurder dan lee kengeknoei, maar hoe men de zaak ook be- kijkt, ziekten zullen dUeen door deskundigen bestreden kunnen worden en onder de knie gehouden kunnen worden. geleden zich vertoonde. Het eene jaar meer veelal de larven van de bastaard-satijnvlinder, Dr. TE HENNEPE.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 6