Ter Neuzensche Courant
Tweede Blad.
Maandag 24 Nov. 1930. No. 8609.
GEMEENTERAAD VAN
AXEL.
VAN
Vergadering van Donderdag 13 November,
des namiddags 1,30 uur.
Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester.
Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, A. E.
C. Krulijsse, M. W. Koster, A. Esselibrugge,
C. Th. van de Bilt, H. Wolfert, Ch. Olaessens.
A. Th. 't Gilde, F. Dieleman, J. de Feijter en
P. de Feijter, benevens de Secretaris J. L. J.
Maris.
(2. Vervolg.)
8.
Benoemen keurmeesters en arbiter voor
de a.s. Jaarmarkt.
De VOORZITTER noodigt den raad uit,
over te gaan tot het benoemen van twee
keurmeesters en een arbiter voor de a.s. jaar
markt, en noodigt de heeren J. de. Feijter en
P. de Feijter uit met hem het stembureau te
vonmen.
Voor keurmeester worden aanfoevolen de
volgende dubbeltallenW. Dieleman-
Verplanke en G. Weijns; A. C. Ysebaert (Drie
Schouwen) en L. de Maat; voor arbiter A.
de Feijter Oz. en D. Dekker Wz.
Benoemd worden tot keurmeester de heeren
G. Weijns met 7 en I. de Maat met 8 stem-
men; de heeren Dieleman, F. van de Wege
en Ysebaert verkregen ieder 1 stem. Tot
arbiter werd benoemd de heer D. Dekker Wz.
met 5 stemmen; op den heer De Feijter zijn
4 stemmen uitgebracht.
2 briefjes waren bianco.
Burgemeester en wethouders worden ge-
machtigd, indien een der benoemden zou be-
danken, plaatsvervangers te benoemen.
4. Verkoop van gemeentegrond.
Ingekomen zijn vertzoeken om een perceel
grond te koopen van:
a. Fr. Dieleman tot het koopen van een
perceel grond in het verlengde van de Prins
Hendrikstraat, zijnde no. 100 van het uitbrei-
dingsplan, ter grootte van 164 M2.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
dit te verkoopen voor f 2,50 per M2., in af-
wrjking van den op 2,75 vastgestelden prijs,
uit averweging dat er eenige risico aan ver-
bonden is om op dit terrein te bouwen, van
wege een vroeger daar aanwezige sloot.
b. P. J. van Bendegem-Koole, tot het koo
pen van naast zijn bergplaats gelegen per-
ceelen in de Julianastraat (no. 26 en 27 en 28
ged. van het bouwplan) voor de som van
f 800, op grond dat niet het geheele terrein
geschikt is voor bouwgrond.
Burgemeester en Wethouders deelen mede,
dat het de bedoeling van den aanvrager is,
het terrein gedeeltelijik te bebouwen en het
overigens van de straat af te scheiden door
een twee meter hoogen muur.
Ook het college is van meening, dat niet
het geheele perceel geschikt is als bouwgrond,
van wege de vroegere gracht die daar ge
legen heeft. Zij meenen evenwel den grond
tegen geen lageren prijs dan 2 per M2. be
schikbaar te mogen stellen, aangezien zulks
tegenover vroegere liefhebbers voor dien
grond niet royaal zou zijn. De geheele
grootte van de gevraagde perceelen is pl.m.
460 M2. De vastgestelde prijs is f 3. Op
grond der aangevoerde motieven stellen zij
eohter voor den grond te verkoopen voor f 2
per M2.
c. J. C. Kense, te Oostburg, tot het koopen
van een perceel grond in de Prins Hendrik
straat, zijnde no. 119 van het plan, groot
pl.m. 150 M2.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
hem het gevraagde perceel te verkoopen tegen
den vastgestelden prijs van. f 2,75 per M2.
De heer 't GILDE: Ik ben het volkomen
eens met Burgemeester en Wethouders dat
niet van al de door den heer Van Bendegem
aangevraagde grond kan gezegd worden, dat
zij ongeschikt is voor bebouwing. Integen-
deel. Naast de bergplaats is de grondgesteld-
heid van dien aard, dat zonder buitengewone
maatregelen nog een groot perceel kan ge-
bouwd worden. Burgemeester en Wethouders
bewandelen dus in dezen een billijken weg
door de prijs op 2 per meter te bepalen.
Tegenover anderen die met groote moeite en
kosten in dit terrein hebben moeten bouwen
zou het niet billijk ztjjin nog verder te gaan.
Overigens vind ik hat jammer dat hier in
Axel zoo weinig lijn in de bouwvoorschriften
sit, vooral voor de nieuwe straten. Als men
de Prins Hendrikstraat bekijkt staat men ver-
stomd van het onsmakelijk geheel dat daar
is verkregen. Allerlei schuren en garage's in
alle mogelijke en onmogelijke stijl wisselen
hier de fraaie middenstandswoningen af. Nu
krijgt men hier weer een stuk muur aan de
straat van een 20 Meter lengte. Bepaald
harmonieus zal dit aan het oog weer niet
aandoen.
Het spijt mij dat Burgemeester en Wethou
ders zoo weinig oog- en stijlgevoel blijken
te bezitten en ze zouden in dezen weer maar
eens een kijkje in Ter Neuzen op Java moeten
nemen, hoe netjes daar alles in orde is en hoe
stipt daar met bouwverordening en voor-
schriften wordt omgegaan.
Ik moet Ter Neuzen, soms tegen mijn zin,
in velerlei opzicht aan Burgemeester en Wet
houders ten voorbeeld stellen.
De VOORZITTER: Hebt u bepaalde
grieven
De heer t' GILDE: Persoonlijk niet.
De VOORZITTER: Dat vraag ik niet.
De heer 't GILDE: Mijn bedoeling is, dat
het gewenscht zou zijn, dat er bij het uitgeven
van grond ook rekening werd gehouden met
de bestemming en bebouwing. Als deze grond
aan Van Bendegem verkocht wordt, komt er
in de Prins Hendrikstraat weer een doode
muur; dat staat toch leelijk en ontsiert de
omgeving.
De VOORZITTER: Het zal toch beter staan
dan thans, en anders kunnen we die per-
perceelen niet verkoopen, want niemand wil
ze voor bouwgrond hebben. Wij dachten nu
het middel in de hand te hebben om ze te
verkoopen.
De heer OGGEL: Hetgeen de heer 't Gilde
zegt, is feitelijk waar en het heeft in de ver
gadering van Burgemeester en Wethouders
ook al eens een punt van bespreking uitge-
maakt, dat het gewenscht zou Zijn, dat eenige
zeggingschap kon worden uitgeoefend om-
trent hetgeen aan den straatkant zal worden
gebouwd. Maar als men daarover met de
menschen spreekt, zullen sommigen er aan
willen voldoen, en sommigen niet. Het is de
bedoeling van den heer Van Bendegem den
grond gedeeltelijik te gebruiken voor garage
Burgemeester en Wethouders hebben echter
thans geen zeggingschap. Als de raad er in
vloed op wenscht uit te oefenen, moet bij den
verkoop als voorwaarde worden bepaald, dat
de gevel is ondemvorpen aan de goedkeuring
van Burgemeester en Wethouders. Dan kan
het college er voor zorgen, dat er in een be
paalde richting en stijl wordt gebouwd, om
een schoon geheel te krijgen. Men heeft in
Hulst indertijd voor den verkoop van bouw
grond door de gemeente den eisch gesteld,
dat het plan moest worden gemaakt door den
gemeentebouwmeester. Het gevolg was ech
ter, dat meerderen geen zin hadden zich daar-
aan te onderwerpen en men elders ging
bouwen.
Burgemeester en Wethouders kunnen thans
alleen het bouwplan aan de bouwverordening
toetsen, maar verder gaat him bevoegdheid
niet, als het daaraan voldoet, hebben zij niet
het recht bouwvergunning te weigeren. Zij
kunnen omtrent stijl en indeeling van den
gevel enz. niet ingrijpen.
De heer CLAESSENS zou er wel voor ge-
voelen een regeling te treffen, waarbij dat
onder de bevoegdheid van Burgemeester en
Wethouders kwam. Dan kon een regeling
worden gemaakt dat te bouwen schuren op
een bepaalde plaats zouden komen. Hij zou
die regeling van toepassing willen verklaren
op de geheele kom, als dat kon, dat nieuwe
gevels aan de goedkeuring van Burgemees
ter en Wethouders moeten worden onderwor-
pen, ook den stlijil van de woningen.
De VOORZITTER acht dat wel heel ge-
makkelijk gezegd, maar verwacht, dat in de
praktijik de bezwaren niet zullen uitblijven.
Indien men de menschen die willen bouwen
daaraan zou willen vastleggen, zal dit meer
deren terughouden van bouwen en er zijn
nieuwe woningen noodig.
De heer 't GILDE schat, dat een werk-
manswoning dan wel 600 meer zal kosten.
De heer KOSTER: Als men zulke voor-
waarden stelt, gaat het net als in Middeiburg
en dan bouwen ze niet.
Hij merkt voorts op, dat eenmaal de prijs
van den grond is vastgesteld, gegrond op een
bepaalde berekening. Als Burgemeester en
Wethouders nu telkens komen met voorstel
len tot afwijking, loopt dan het eindresultaat
geen gevaar
De VOORZITTER: Er is bij die berekening
toch rekening gehouden met eenige speling
voor tegenvallers. Als we den daarliggenden
grond niet op deze wijize verkoopen blijft ze
open liggen. Daarom verdient het aanbeveling
accoord te gaan met het voorstel van Burge
meester en Wethouders.
De heer P. DE FEIJTER heeft het terrein
ook eens opgenomen; hij heeft volkomen toe,
dat het moeiiijik is, maar vindt het toch ook
jammer, dat dergelijke inrichtingen tusschen
de woningen gebouwd worden. Zou het niet
mogelijk zijn voorschriften te maken waarbij
dat zooveel mogelijk werd voorkomen.
De VOORZITTER: Dan moet de raad het
verzoek weigeren en een besluit nemen dat
op den van gemeentewege verkochten grond
geen pakhuizen mogen worden gesticht.
De heer P. DE FEIJTER: Men zou daar-
voor meer naar buiten gelegen straten kun
nen aanwijizen. Dan hield men dezen grond
voor woningen.
De VOORZITTER: Renvoyeert het verzoek
dan naar Burgemeester en Wethouders met
verzoek daarop nader terug te komen.
De heer KRUUSSE: Ik zou nog even wil
len terugkomen op de woorden van den heer
't Gilde, dat hij het jammer vindt, dat er zoo
weinig lijn zit in de beschikkingen van Bur
gemeester en Wethouders met betrekking
tot het bouwen en dat ze geen rekening hou-
den met de voorschriften. Ik moet daar ten
sterkste tegen op komen. De voorschriften
die we hebben, die der Bouwverordening,
worden wel degelijk nageleefd, doch als een
plan aan die voorschriften voldoet, hebben
wij er verder niets meer over te zeggen, dan
zijn we verplicht vergunning te geven.
De heer 't GILDE wil dan daarvoor dijln
verontschuldiging aanbieden en aan bestaan-
de toestanden is ook niets te doen. Maar aan
de Prins Hendrikstraat hebben we een
nieuwen toestand en nu meent hij, dat toch
ook de heer Kruijsse veel te veel goeden
smaak heeft, om het mooi te kunnen vinden,
dat er aan de Prins Hendrikstraat weer zoo'n
groote muur, een steenklomp zal verrijzen.
Dat is niet mooi en niet prettig voor de om-
wonenden.
De heer KRUIJSSE merkt op, dat die muur
toch mooier zal staan, dan wanneer het ter
rein zoo blijft liggen. Daar kan niet overal
worden gebouwd, omdat het te duur zou wor
den; wegens de oude gracht die daar gelegen
heeft.
De heer 't GILDE meent, dat die oude
gracht daar niet lag, die zit in het terrein
van Koster. Hij zelf heeft daar ook gebouwd;
het door den heer Van Bendegem gevraagd
terrem is bouwrijp.
De VOORZITTER: Het is toch opmerke-
lijk, dat alle menschen er bang van zijn om
het te nemen.
De heer KRUUSSE geeft als zijn gevoelen
te kennen, dat de fbut, dat het met de be
bouwing van het terrein niet goed gaat, aan
den geheelen raad ligt. Men had een flinke
architect moeten nemen om daarvoor een
bouwplan te maken. Thans deugt de inrich-
ting niet.
De heer DIELEMAN vraagt, of het dan niet
beter zou zijn het onderhavige terrein ge
schikt te maken voor bouwgrond.
De VOORZITTER deelt mede, dat adres-
sant er een garage wil bouwen en een deel
van het terrein open wenscht te laten voor
bergplaats enz. Dat open terrein zal hij met
een muur van de straat afsluiten.
De heer DIELEMAN: Zou het dan niet
mooier staan met een muur van een halven
meter hoog en daarop een ijzeren hek.
De heer KRUIJSSE: Dat zal er van afhan-
gen waar het terrein voor dienen moet. Als
het voor bloementuin diende was dat uitste-
kend, maar als het dient voor berging van
aardappels en dergelijke zaken is het beter
dat er van de straat af niets van te zien is.
In een muur kan echter ook arehitectuur
zitten.
De heer DIELEMAN: Dat wordt niets an
ders dan een steenklomp.
De heer OGGEL: De modeme gabouwen
zijn tegenwoordig ook niets anders dan steen-
klompen. Als we het nu niet verkoopen, kan
deze grond er nog jaren liggen. Laat de raad
dit voorstel tot verkoopen aannemen, al is
het ook tegen een wat lageren prijs.
De heer P. DE FEUTER wenscht, dat hij
niet verkeerd zal begrepen worden, hij wil
niet zeggen dat hij tegen zal stemmen, maar
hij is er toch tegen, dat er bij de woningen
pakhuizen gebouwd worden.
De heer J. DE FEIJTER meent, dat men
niet alleen rekening moet houden met het
mooie en minder mooie, doch dat het hier een
aanvrage betreft van nijvere bevolking, die
een gebouw wenschen te stichten waaruit ze
inkomsten kunnen verkrijgen. Die hebben
voor hun zaak een pakhuis noodig, niet om
een mooi gebouw te stichten, maar om daar-
uit inkomsten te krijgen en ook loon te kun
nen uitbetalen. Men moet er rekening mede
houden, dat de menschen die hier wonen ook
een behoorllijik inkomen kunnen genieten.
De heer OGGEL wijst op de Wilhelmina-
straat, die was nu juist voor mooie woningen
bestemd, maar daar wordt niet gelbouwd. Hij
acht het ook van beteekenis dat er een werk-
piaats wordt gebouwd, waarin allicht ook
enkele werkmenschen wat kunnen verdienen.
Dat levert wat op, dat is van groot algemeen
belang.
De verschillende verzoeken en voorstellen
van Burgemeester en Wethouders worden
ieder afzonderlijk in stemming gebracht en
aangenomen met algemeene stemmen.
5. Inrichten woonwagenkamp in de Oude
Wijk.
Naar aanleiding van het in de vergadering
van 30 September 1.1. om bericht en raad in
handen van Burgemeester en Wethouders
gestelde adres van Ed. de Moor en 25
anderen, bewoners van de Oude Wijk,
waarin verzocht wordt het parkeerterrein
voor woonwagens van die wijk te verplaatsen
naar buiten de kom der gemeente, deelt het
college mede, dat naar een terrein zooals
adressanten en ook zij dat gaame zouden
wenschen is uitgezien. De gemeente bezit
echter geen ander terrein in eigendom. Na
ernstige overweging moeten Burgemeester en
Wethouders den raad voorstellen, gelden be-
schikbaar te stellen voor het inrichten van de
tegenwoordige plaats als woonwagenkamp.
Deze gelden zullen benoodigd zijn voor het
verharden met oude klinkers, het bouwen
van een privaat en een afdak voor paarden
en het afpalen van het terrein. De kosten
worden geraamd op pl.m. 600.
De heer 't GILDE: Met dit voorstel van
Burgemeester en Wethouders kan ik mij on-
mogelijk vereenigen. Ik ben en blijf van
oordeel, dat het eene groote wantoestand is
om midden in de kom een woonwagen-
parkeerterrein in te richten. En dan natuur-
lijk midden in een arbeidersbuurt, die plaats
is goed genoeg voor zooiets. 't Is onnoodig
te zeggen, dat ik voor mij dat ten sterkste
afkeur. Wonen daar geen belastingbetalende
menschen. Burgemeester en Wethouders
zouden zelf eens een paar maanden van die
wagens voor hun deur moeten hebben en eens
ondervinden welk een overlast dit soms
geeft. Ik zou daar een heeleboel staaltjes
van kunnen opnoemen. Waarom probeeren
Burgemeester en Wethouders geen stuk grond
te koopen voor deze noodig geachte f 600.
Bijiv. langs den Rijlksweg aan het z.g.
„Vlietje", of langs den Armendijk. Waarlijk
het is geen toestand die het college voor-
nemens is te scheppen en zooiets schijnt
alleen in Axel mogelijk. Ook in dezen moeten
Burgemeester en Wethouders weer een voor
beeld nemen aan Ter Neuzen. Ik wil deze
menschen niet verbannen naar buiten de
samenleving, maar ik ben van oordeel, dat het
een zeer slechte oplossing is die Burgemees
ter en Wethouders ons aan de hand doen, een
oplossing, die groote ontevredenheid zal ver-
wekken
De heer KRUUSSE en OGGEL: Het
,,Vlietje" staat onder water!
De VOORZITTER: Burgemeester en Wet
houders stellen niet voor om het parkeer
terrein voor woonwagens ter plaatse waar
het thans is in te ric'hten juist omdat het
daar in de Oude Wijk is, maar omdat daar
gesahikt terrein is, en de gemeente niets
anders heeft. Wanneer de raad daarmede
niet kan accoord gaan, dan zal deze een be-
drag moeten beschikbaar stellen waarmede
het mogelijk wordt de wettelijke verplichting
der gemeente op een andere wijze te bereiken.
De heer 't GILDE heeft er geen bezwaar
tegen een bedrag al was het f 200 meer dan
het gevraagde beschikbaar te stellen, als het
maar buiten de kom der gemeente is.
De VOORZITTER: Maar we bezitten geen
terrein.
De heer 't GILDE: Het Galgenveld?
De heer KOSTER kan zich ook niet met
het voorstel vereenigen en is ook van gevoe
len, dat men een geschikt plaatsje buiten de
kom moet trachten te krijgen. Hij wijst op
Middeiburg, hij vindt dat nogal erg, daar
verwijst men de woonwagens naar de vuilnis-
belt. Men zal er een stukje grond voor moeten
huren of koopen. Er ligt toch nog grond
genoeg buiten Axel? Maar een afdak voor
paarden zooals Burgemeester en Wethouders
willen aanbrengen, is niet noodig. Er moet
worden gezorgd voor een staanplaats voor de
wagens, maar niet voor de paarden.
De VOORZITTER: Moeten de paarden dan
zoo maar aan de openbare straat staan?
De heer KOSTER: In Middeiburg staan de
wagens op de vuilnisbelt; de paarden ook.
De heer OGGEL: Dat kan toch niet in den
winter
De VOORZITTER: Dat is in strijd met de
dierenbeschermiing.
De heer KOSTER: We moeten wel voor
die menschen zorgen, niet voor paarden
De heer VAN DE BILT geeft de heer
't Gilide gelijk, dat het daar in de Oude Wijk
geen plaats is. Hij zou een plaatsje willen
vragen aan het Kroondomein; dat bezit nog
grond en ook geld genoeg. Daar voorbij de
marchaussdekazeme is wel een goede ge-
legenheid. Dat was een- goede plaats in
dubbel opzicht.
De heer OGGEL meende, dat die grond van
Wiemes was.
De heer DIELEMANDie grond verder op
naast den Rijksweg is van het Kroondomein
De heer VAN DE BILT geeft in averweging
niet direct te besluiten, doch uit te zien naar
een ander terrein in huur of koop, en dat dan
inrichten. Al moet dit dan een paar honderd
gulden meer kosten, is dat ook voor hem geen
betzwaar. De Oude IVijk is toch inderdaad
voor dit doel niet geschikt. Het begint daar
nu juist wat op te knappen en dat behoort
het gemeentebestuur in de hand te werken,
door ter plaatse dat woonwagen-parkeer-
terrein op te ruimen.
De heer KRUUSSE kan zich niet anders
dan verheugen, dat de geest van den raad er
gunstig v6or gestemd blijkt te zijn, om het
parkeerterrein voor woonwagens uit de Oude
Wijk weg te doen. Burgemeester en Wethou
ders weten ook wel, dat het daar geen ge-
wenschte plaats is, maar zij konden niet ver-
moeden, dat de raad zoo vrijgevig zou zijn.
om gelden beschikbaar te stellen om dat
elders te vestigen en daarvoor grond te koo
pen of te huren.
De heer 't GILDE: De.meeste woonwagen-
kampen zijn ongeveer een kwartier van de
kom der gemeente verwijderd.
De heer J. DE FEUTER: Waarom zijn
toch de meeste woonwagenkampen een kwar
tier van de plaats verwijderd?
De heer OGGEL: Omdat de buitenbewoners
er dan den overlast van krijgen!
De heer J. DE FEUTER: Juist!
De heer VAN DE BILT: Dat kan niet het
geval zijn, wanneer dat kamp komt naast
den Rijksweg; dan heeft niemand er overlast
van.
De heer J. DE FEUTER: Neen, dSAr
niet!
De VOORZITTER: Burgemeester en Wet
houders willen graag meewerken om het in
die richting te sturen.
Na be raad nemen Burgemeester en Wet
houders hun voorstel terug.
De heer DIELEMAN vindt dat ook het
beste, want zooals de zaken staan, gelooft hij
niet dat er kans is, dat er door te halen. Hij
is het eens met de vorige sprekers; het is
inderdaad niet te verdedigen, dat kamp in de
Oude Wijk in te richten.
De VOORZITTER: We zullen naar eeai
ander terrein uiitizien en dan nader met voor
stellen komen.
De heer P. DE FEUTER kan zich daar
mede ook vereenigen.
6. Uitbreiding van het slachthuis aan de
Prins Hendrikstraat.
Tengevolge van de vele gebreken, die aan
het bestaande lokaal voor noodslachtingen,
ook veelal in gebruik voor gewone slaehtin-
gen zijn, zijn Burgemeester en Wethouders,
aldus deelen zij aan den raad mede, ge-
noodzaakt om met een voorstel te komen om
aan dezen ongewenschten toestand een einde
te maken.
De kosten worden, exclusief de grond, ge
raamd op 800.
Met verwijzing naar de overgelegde rappor-
ten, stellen zij voor, de gelden voor dezen
verbouw te voteeren. Bij uitvoering van dat
plan zal aan een massa bezwaren tegemoet-
gekomen zijn.
Uit de rapporten blijkt, dat de gemeente-
opzichter, naar aanleiding van een destijds
door den keuringsveearts gedaan verzoek een
verbouwing van het slachtlokaal heeft ont-
worpen.
Aangezien de handelingen in het lokaal
volgens de voorschriften niet zichbaar mogen
Zijm van den openbaren weg, heeft hij rondom
het gebouw een muur ontworpen, met twee
groote draaideuren die gesloten kunnen wor
den zoodra de wagen met het doode of ge-
wonde dier binnen is. Hierdoor blijft het
publiek buiten. Door twee andere deuren
kan de wagen in het lokaal rijden onder de
takel, het paard kan door de voordeur uit-
gelaten worden en de wagen na het optakelen
van het dier achteruit gereden en verwijderd
worden. Hierdoor voorkomt men het sleepen
over den vloer. Verder kan de voordeur zijn
diensten bewijzen bij het verkoopen van
vleesch. Het achterste lokaal kan dienst
doen voor slachtingen door particulieren. Dit
is dan ook aan het oog onttrokken. Het
portaaltje dat thans in het lokaal staat en
geen dienst meer doet doch wel last veroor-
zaakt, zal moeten worden verwijderd. De
wanden, die thans nooit geheel van bloed en
vuil zijn te reinigen, zou hij met tegels willen
bezetten en den vloer opnieuw met een laagje
specie afpleisteren. De kosten vein een en
ander zijn te ramen op 880.
De keuringsveearts, hoofd van dienst,
merkt hieromtrent op, dat hiji gaame zou zien
dat de liohtoppervlakte van het achterste
lokaal in overeenstemming zou worden ge
bracht met de daaromtrent bestaande wette
lijke voorschriften (een zesde der vloeropper-
vlakte);
In de tweede plaats behoort er op gerekend
te worden, dat de gezamenlijke doorlaat-
ruimte der ventilatie minstens een twintigste
deel is van de vloeroppervlakte van het
lokaal
Ten derde dient er gezorgd te worden voor
een rioleering met goede stankafsluiting, op-
dat geen stank in de lokalen kan doordringen,
gelijk dat helaas bij den nu nog bestaanden
toestand in sterke mate het geval is.
In de vierde plaats zou hij het gewenscht
achten, dat de bestaande zeer onvoldoende
gasverlichting werd vervangen door een goede
electrische;
Ten vijfde zou er, nu het portaaltje weg-
geruimd wordt, moeten gezorgd worden voor
eenige bergruimte van schoonmaakmateriaal;
Ten zesde zou het ommuurde terredn op een-
voudige wijze dienen te worden bestraat.
Wordt aan een en ander voldaan, dan zal
het voorgestelde plan een zeer groote ver-
betering in den bestaanden toestand brengen.
De heer 't GILDE merkt op, in het rapport
van Burgemeester en Wethouders niets te
hebben gezien omtrent electrische verlichting.
Wordt dat wel noodig geacht? Brengt dat
geen te hooge kosten mede?
De VOORZITTER: Burgemeester en Wet
houders achten het aanbrengen van electrische
verlichting niet precies noodzakelijk. Zij heb
ben de voorstellen dienaangaande niet over-
genomen en achten de gasverlichting, waar-
van de geleidingen zullen moeten worden uit-
gebreid, vooralsnog voldoende.
Het voorstel wordt met algemeene stem-
men aangenomen.
toen is de zaak besproken. In overleg met
den gemeente-opzichter is afgesproken, dat
nog eens een jaar zou uitgesteld worden om
er iets aan te doen. Toen is echter de zaak
niet zoodanig gesteld, dat er direct gevaar
zou bestaan. De gemeente heeft een stuk
grond gehuurd en heeft op zich genomen te
oniderhouden een brug naar haar terrein,
maar niet naar het voetbalterrein. Het is den
heer 't Gilde toch voorts ook bekend, dat be
sproken werd, dat de gemeente en de voet-
balvereeniging pondspondsgewijze de kosten
eener nieuwe brug zouden moeten dragen. Er
is tegen hem gezegd, dat het tocR billijk te
noemen viel, dat de voetbalvereeniging er ook
wat aan zou betalen, en toen heeft de heer
t Gilde nog geantwoord, dat hij dan hoopte
dat de gemeente de grootste helft zou be
talen, aangezien zij niet over ruime geldmid-
delen te beschikken heeft. Het bedrag dat
genoemd is, kan spreker zich echter op het
oogenblik niet meer herinneren.
In den laatsten tijd is er niet meer over
gesproken. Er kan op dit oogenblik wegens
den hoogen waterstand niets aan gedaan
worden.
De heer 't GILDE deelt mede, dat de inge-
landen van den polder uit de omgeving kla-
gen, dat de tegenwoordige brug den water-
afvoer belemmert. Hij kan wel zeggen, dat
de voetbalvereeniging al het mogelijke zal
doen, om een goeden toegangsweg naar haar
terrein te hebiben. Hij is echter van oordeel,
dat voor de gemeente, die den grond in huur
heeft, wel degelijk de verplichting bestaat
om de brug in goed bruikbaren staat te on-
derhouden. De gemeente is voorts naar hij
vemam ook in ander opzicht hare verplich-
tingen slecht nagekomen. Naar hij uit den
mond van den dijkgraaf vemam zijn in 7 jaar
niet de aan den polder verschuldigde polder-
lasten betaald.
De VOORZITTER acht zooiets wel moge
lijk, dat zal dan wel op een misverstand of
onwetendheiid berusten. Maar wat herstel-
ling van de brug betreft, heeft de dijkgraaf
zelf aan spreker ook nog toegestemd, dat men
er nu niet bij kan komen. De huur duurt nog
maar een jaar; wordt deze niet verlengd, dan
zal nader moeten worden beraden hoe het
moet. Als het water gezakt is, kan gezien
worden wat er aan te doen is.
Het voorstel wordt met algemeene stem-
men aangenomen.
8. Xanbieding rekening van het Grond-
bedrijf, dienst 1929.
Door Burgemeester en Wethouders wordt
aangeboden de rekening met de bescheiden
van het Grondbedrijf over den dienst 1929,
met de navolgende cijfers:
Gewone dienst. Ontvangsten 2392,73, uit-
gaven f 1452,52, batig slot f 940,21.
Kapitaalddenst. Ontvangsten 2098,74, uit-
gaven f 14.713,96, nadeelig slot 12.615,22.
Deze rekening wordt voor onderzoek ge
steld in handen eener commissie bestaande
uit de heeren Van de Bilt, Koster en Wolfert.
9.
Voorloopige
rekening.
vaststelling gemeente-
Verlenging
schietbaan.
huur van het terrein der
Burgemeester en Wethouders deelen aan
den raad mede, dat de voormalige schiet-
vereeniging Prins Maurits" destijds met den
rentmeester van het Kroondomein eene over-
eenkomst heeft gesloten tot huur van het
tegenwoordig terrein, waarop een schietbaan
is aangelegd, voor den tijid van tden jaren,
eindigende Kerstmis 1930.
Dezelfde vereeniging heeft zich tegenover
het R'ijk verbonden, om gedurende 10 jaar
(vanaf "l Januari 1922) de schietbaan in goe
den staat te zullen onderhouden. Voor deze
verplichting moest het gemeentebestuur zich
garant stellen, waartoe besloten is bij raads-
besluit, dd. 22 Juli 1922.
De verplichtingen, welke de Vereeniging op
zich genomen had, moest zij al spoedig wegens
ontbinding der Vereeniging, aan het ge
meentebestuur overdragen. Uit het boven-
staande zult U blijken, dat de gemeente nog
66n jaar de verplichting heeft na te komen,
voor het onderhouden van de baan.
De huur van het terrein zal daardoor met
6&n jaar moeten worden verlengd, waarvoor
wij U bij dezen machtiging vragen.
Wat na 1 Januari 1932 met de schietbaan
zal geschieden, hierover zal nader overleg
kunnen worden gepleegd met de militaire
autoriteiten.
De heer 't GILDE merkt op, dat de ge
meente de verplichtingen, die van de ver
eeniging „Prinr, Maurits" zijn overgenomen,
slecht zijn nagekomen. Dezer dagen werd in
een uitrvoerig artikel over den hoogen water-
stand, in een der toonaangevende bladen, ge-
wezen op den orihoudbaren toestand waarin
dit brugje verkeert, omdat het geheel is ver-
sleten, eigenlijk rot is en absoluut niet onder
houden wordt.
In zijn kwaliteit als voorzitter der Axelsche
voetbalvereeniging. heeft spreker zich namens
het bestuur dier vereeniging reeds tot Burge
meester en Wethouders gewend. Er gebeurt
echter niets, onder voorwendsel, dat de pacht
teneinde loopt. Ondertusschen is de toestand
levensgevaarljjk, ook wanneer het watei nog
anderhalven meter zou zakken. Op 30 No
vember a.s. wordt op het voetbalterrein een
wedstrijd gespeeld tusschen Axel en Hulst,
waarfaij het te verwadhten is, dat het toe-
schouwers zal stroomen. De voetbalvereeni
ging kan er echter onder deze omstandigheden
niet voor instaan, dat daar omdat die toe-
schouwers over dat brugje moeten passeeren
geen ongelukken zullen gebeuren.
De VOORZITTER voert hiertegea aan, dat
de heer 't Gilde het doet voorkomen alsof hij
zich daar geheel kan uitschudden, maar dat
is niet zoo. Het is juist dat hij zich tot Bur
gemeester en Wethouders heeft gewend, en
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
de rekening der gemeente over den dienst
1929 voorloopig vast te stellen:
voor den gewonen dienst in ontvangsten op
211.361,69, in uitgaven 200.989,52%, batig
slot 10.372,16y2
voor den kapitaalddenst in ontvangsten op
8226,64%, en in uitgaven 8198,82%, batig
slot 27,82.
De heer ESSELBRUGGE brengt namens
de commissie van onderzoek het volgende
rapport uit:
Namens de commissie tot het nazien der
gemeenterekening dienst 1929, kan ik tot mljln
groot genoegen meedeelen, dat alles door ons
in de beste orde bevonden is.
Het deed ons goed vele rekeningen onder
de oogen te krijgen van plaatselijke winke-
liers, ambaehtslieden enz., waardoor deze
alien, hetzij een grootere of kleinere ver-
diienste aan de gemeente over 1929 hebben
gehad.
Een uibzondering hierop die ons pijnlijk
trof, was dat er nog heel wat nota's door ons
handen gingen voor geleverde kantoor en
schrijfbehoeften uit andere gemeenten be-
trokken.
We meenen toch Mijnheer de Voorzitter, dat
onder de Axelsche winkeliers ook wel een
leverancier voor dergelijke artikelen zal te
Viniden zijn, het prijisverschil op bedragen van
twee gulden tot tien of iets daar boven kan
naar onze meening toch zoo groot niet zijn.
En zelfs bij een gering prijsverschil geven we
nog in overweging voormelde artikelen alhier
onder de ingezetenen aan te .koopen.
De VOORZITTER deelt mede, dat zooveel
mogelijk bij de plaatselijke leveranciers wordt
gekocht, alleen in die gevallen dat elders
beter en voordeeliger kan worden gekocht.
wordt dit wel gedaan. Wenscht de raad dat
anders zal gehandeld worden, dan zullen Bur
gemeester en Wethouders zich daarnaar
regelen, maar zij meenen op de tegenwoordige
wijze te handelen in het belang der gemeente.
Indien het zaken van eenige beteekenis zijn
wordt vooraf prrjsopgaaf gevraagd en dan
daar gekocht waar zulks het voordeeligst
blijkt. Overigens wordt zooveef mogelijk hier
gekocht.
De heer ESSELBRUGGE geeft te kennen,
dat de commissie het liefst zou zien, dat alles
wat maar eenigszins mogelijk is, ter plaatse
werd gekocht.
De heer DIELEMAN merkt op, dat de com
missie verschillende nota's heeft gezien van
elders gekoohte artikelen ten badrage van
2 tot 10 en meent, dat daar toch niet zoo
veel winst kan opzitten. Gaame zou hij zien,
dat met den door de commissie uitgedrukten
wensch rekening werd gehouden en dat zelfs
indien het door hier te koopen nog iets on-
voordeeliger zou zijln, dat toch te doen. Naar
de meening der commissie moet er niet te veel
naar buiten gaan. De hier wonende winkeliers
betalen hier toch ook hun schatten en lasten.
De VOORZITTER: Indien we hier voor een
behoorlijken prijs kunnen koopen, geschiedt
dat ook, maar er zijn ook dingen, die we hier
niet kunnen krijgen.
De heer DIELEMAN: Dat kunnen we met
uit de nota's zien.
De heer OGGEL zou het gewenscht achten,
dat in zulke gevallen de commissie nader
werd ingelicht en dat dan ook aan haar eens
werden overgelegd de ingekomen inschrij-
vingen, zoodat ze op de hoogte komt met de
somtijds gebleken prijsverschillen.
De heer 't GILDE verklaart, verschillende
dingen te hebben oniderzocht en daarbij tot de
conclusie te zijn gekomen, dat het toch met
veel anders zou kunnen. Men moet dit niet
beschouwen als een grief aan Burgemeestei
en Wethouders en hij wil niet zeggen, dat men
het a bout portant moet veranderen, maar
zlitn indruk is, dat het anders zou kunnen,
aangezien de winkeliers alhier toch be3t in
staat zijn om te concurreeren.
De heer OGGEL merkt op, dat men op de
mandaten zelf in dit geval maar moeilijk kan
afgaan; men moet dan gegevens hebben voor
vergelijking van prijzen. En als er een groot