Ter Neuzensche Courant Tweede Blad. Maandag 24 Nov. 1930. No. 8609. GEMEENTERAAD VAN AXEL. VAN Vergadering van Donderdag 13 November, des namiddags 1,30 uur. Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester. Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, A. E. C. Krulijsse, M. W. Koster, A. Esselibrugge, C. Th. van de Bilt, H. Wolfert, Ch. Olaessens. A. Th. 't Gilde, F. Dieleman, J. de Feijter en P. de Feijter, benevens de Secretaris J. L. J. Maris. (2. Vervolg.) 8. Benoemen keurmeesters en arbiter voor de a.s. Jaarmarkt. De VOORZITTER noodigt den raad uit, over te gaan tot het benoemen van twee keurmeesters en een arbiter voor de a.s. jaar markt, en noodigt de heeren J. de. Feijter en P. de Feijter uit met hem het stembureau te vonmen. Voor keurmeester worden aanfoevolen de volgende dubbeltallenW. Dieleman- Verplanke en G. Weijns; A. C. Ysebaert (Drie Schouwen) en L. de Maat; voor arbiter A. de Feijter Oz. en D. Dekker Wz. Benoemd worden tot keurmeester de heeren G. Weijns met 7 en I. de Maat met 8 stem- men; de heeren Dieleman, F. van de Wege en Ysebaert verkregen ieder 1 stem. Tot arbiter werd benoemd de heer D. Dekker Wz. met 5 stemmen; op den heer De Feijter zijn 4 stemmen uitgebracht. 2 briefjes waren bianco. Burgemeester en wethouders worden ge- machtigd, indien een der benoemden zou be- danken, plaatsvervangers te benoemen. 4. Verkoop van gemeentegrond. Ingekomen zijn vertzoeken om een perceel grond te koopen van: a. Fr. Dieleman tot het koopen van een perceel grond in het verlengde van de Prins Hendrikstraat, zijnde no. 100 van het uitbrei- dingsplan, ter grootte van 164 M2. Burgemeester en Wethouders stellen voor dit te verkoopen voor f 2,50 per M2., in af- wrjking van den op 2,75 vastgestelden prijs, uit averweging dat er eenige risico aan ver- bonden is om op dit terrein te bouwen, van wege een vroeger daar aanwezige sloot. b. P. J. van Bendegem-Koole, tot het koo pen van naast zijn bergplaats gelegen per- ceelen in de Julianastraat (no. 26 en 27 en 28 ged. van het bouwplan) voor de som van f 800, op grond dat niet het geheele terrein geschikt is voor bouwgrond. Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat het de bedoeling van den aanvrager is, het terrein gedeeltelijik te bebouwen en het overigens van de straat af te scheiden door een twee meter hoogen muur. Ook het college is van meening, dat niet het geheele perceel geschikt is als bouwgrond, van wege de vroegere gracht die daar ge legen heeft. Zij meenen evenwel den grond tegen geen lageren prijs dan 2 per M2. be schikbaar te mogen stellen, aangezien zulks tegenover vroegere liefhebbers voor dien grond niet royaal zou zijn. De geheele grootte van de gevraagde perceelen is pl.m. 460 M2. De vastgestelde prijs is f 3. Op grond der aangevoerde motieven stellen zij eohter voor den grond te verkoopen voor f 2 per M2. c. J. C. Kense, te Oostburg, tot het koopen van een perceel grond in de Prins Hendrik straat, zijnde no. 119 van het plan, groot pl.m. 150 M2. Burgemeester en Wethouders stellen voor hem het gevraagde perceel te verkoopen tegen den vastgestelden prijs van. f 2,75 per M2. De heer 't GILDE: Ik ben het volkomen eens met Burgemeester en Wethouders dat niet van al de door den heer Van Bendegem aangevraagde grond kan gezegd worden, dat zij ongeschikt is voor bebouwing. Integen- deel. Naast de bergplaats is de grondgesteld- heid van dien aard, dat zonder buitengewone maatregelen nog een groot perceel kan ge- bouwd worden. Burgemeester en Wethouders bewandelen dus in dezen een billijken weg door de prijs op 2 per meter te bepalen. Tegenover anderen die met groote moeite en kosten in dit terrein hebben moeten bouwen zou het niet billijk ztjjin nog verder te gaan. Overigens vind ik hat jammer dat hier in Axel zoo weinig lijn in de bouwvoorschriften sit, vooral voor de nieuwe straten. Als men de Prins Hendrikstraat bekijkt staat men ver- stomd van het onsmakelijk geheel dat daar is verkregen. Allerlei schuren en garage's in alle mogelijke en onmogelijke stijl wisselen hier de fraaie middenstandswoningen af. Nu krijgt men hier weer een stuk muur aan de straat van een 20 Meter lengte. Bepaald harmonieus zal dit aan het oog weer niet aandoen. Het spijt mij dat Burgemeester en Wethou ders zoo weinig oog- en stijlgevoel blijken te bezitten en ze zouden in dezen weer maar eens een kijkje in Ter Neuzen op Java moeten nemen, hoe netjes daar alles in orde is en hoe stipt daar met bouwverordening en voor- schriften wordt omgegaan. Ik moet Ter Neuzen, soms tegen mijn zin, in velerlei opzicht aan Burgemeester en Wet houders ten voorbeeld stellen. De VOORZITTER: Hebt u bepaalde grieven De heer t' GILDE: Persoonlijk niet. De VOORZITTER: Dat vraag ik niet. De heer 't GILDE: Mijn bedoeling is, dat het gewenscht zou zijn, dat er bij het uitgeven van grond ook rekening werd gehouden met de bestemming en bebouwing. Als deze grond aan Van Bendegem verkocht wordt, komt er in de Prins Hendrikstraat weer een doode muur; dat staat toch leelijk en ontsiert de omgeving. De VOORZITTER: Het zal toch beter staan dan thans, en anders kunnen we die per- perceelen niet verkoopen, want niemand wil ze voor bouwgrond hebben. Wij dachten nu het middel in de hand te hebben om ze te verkoopen. De heer OGGEL: Hetgeen de heer 't Gilde zegt, is feitelijk waar en het heeft in de ver gadering van Burgemeester en Wethouders ook al eens een punt van bespreking uitge- maakt, dat het gewenscht zou Zijn, dat eenige zeggingschap kon worden uitgeoefend om- trent hetgeen aan den straatkant zal worden gebouwd. Maar als men daarover met de menschen spreekt, zullen sommigen er aan willen voldoen, en sommigen niet. Het is de bedoeling van den heer Van Bendegem den grond gedeeltelijik te gebruiken voor garage Burgemeester en Wethouders hebben echter thans geen zeggingschap. Als de raad er in vloed op wenscht uit te oefenen, moet bij den verkoop als voorwaarde worden bepaald, dat de gevel is ondemvorpen aan de goedkeuring van Burgemeester en Wethouders. Dan kan het college er voor zorgen, dat er in een be paalde richting en stijl wordt gebouwd, om een schoon geheel te krijgen. Men heeft in Hulst indertijd voor den verkoop van bouw grond door de gemeente den eisch gesteld, dat het plan moest worden gemaakt door den gemeentebouwmeester. Het gevolg was ech ter, dat meerderen geen zin hadden zich daar- aan te onderwerpen en men elders ging bouwen. Burgemeester en Wethouders kunnen thans alleen het bouwplan aan de bouwverordening toetsen, maar verder gaat him bevoegdheid niet, als het daaraan voldoet, hebben zij niet het recht bouwvergunning te weigeren. Zij kunnen omtrent stijl en indeeling van den gevel enz. niet ingrijpen. De heer CLAESSENS zou er wel voor ge- voelen een regeling te treffen, waarbij dat onder de bevoegdheid van Burgemeester en Wethouders kwam. Dan kon een regeling worden gemaakt dat te bouwen schuren op een bepaalde plaats zouden komen. Hij zou die regeling van toepassing willen verklaren op de geheele kom, als dat kon, dat nieuwe gevels aan de goedkeuring van Burgemees ter en Wethouders moeten worden onderwor- pen, ook den stlijil van de woningen. De VOORZITTER acht dat wel heel ge- makkelijk gezegd, maar verwacht, dat in de praktijik de bezwaren niet zullen uitblijven. Indien men de menschen die willen bouwen daaraan zou willen vastleggen, zal dit meer deren terughouden van bouwen en er zijn nieuwe woningen noodig. De heer 't GILDE schat, dat een werk- manswoning dan wel 600 meer zal kosten. De heer KOSTER: Als men zulke voor- waarden stelt, gaat het net als in Middeiburg en dan bouwen ze niet. Hij merkt voorts op, dat eenmaal de prijs van den grond is vastgesteld, gegrond op een bepaalde berekening. Als Burgemeester en Wethouders nu telkens komen met voorstel len tot afwijking, loopt dan het eindresultaat geen gevaar De VOORZITTER: Er is bij die berekening toch rekening gehouden met eenige speling voor tegenvallers. Als we den daarliggenden grond niet op deze wijize verkoopen blijft ze open liggen. Daarom verdient het aanbeveling accoord te gaan met het voorstel van Burge meester en Wethouders. De heer P. DE FEIJTER heeft het terrein ook eens opgenomen; hij heeft volkomen toe, dat het moeiiijik is, maar vindt het toch ook jammer, dat dergelijke inrichtingen tusschen de woningen gebouwd worden. Zou het niet mogelijk zijn voorschriften te maken waarbij dat zooveel mogelijk werd voorkomen. De VOORZITTER: Dan moet de raad het verzoek weigeren en een besluit nemen dat op den van gemeentewege verkochten grond geen pakhuizen mogen worden gesticht. De heer P. DE FEIJTER: Men zou daar- voor meer naar buiten gelegen straten kun nen aanwijizen. Dan hield men dezen grond voor woningen. De VOORZITTER: Renvoyeert het verzoek dan naar Burgemeester en Wethouders met verzoek daarop nader terug te komen. De heer KRUUSSE: Ik zou nog even wil len terugkomen op de woorden van den heer 't Gilde, dat hij het jammer vindt, dat er zoo weinig lijn zit in de beschikkingen van Bur gemeester en Wethouders met betrekking tot het bouwen en dat ze geen rekening hou- den met de voorschriften. Ik moet daar ten sterkste tegen op komen. De voorschriften die we hebben, die der Bouwverordening, worden wel degelijk nageleefd, doch als een plan aan die voorschriften voldoet, hebben wij er verder niets meer over te zeggen, dan zijn we verplicht vergunning te geven. De heer 't GILDE wil dan daarvoor dijln verontschuldiging aanbieden en aan bestaan- de toestanden is ook niets te doen. Maar aan de Prins Hendrikstraat hebben we een nieuwen toestand en nu meent hij, dat toch ook de heer Kruijsse veel te veel goeden smaak heeft, om het mooi te kunnen vinden, dat er aan de Prins Hendrikstraat weer zoo'n groote muur, een steenklomp zal verrijzen. Dat is niet mooi en niet prettig voor de om- wonenden. De heer KRUIJSSE merkt op, dat die muur toch mooier zal staan, dan wanneer het ter rein zoo blijft liggen. Daar kan niet overal worden gebouwd, omdat het te duur zou wor den; wegens de oude gracht die daar gelegen heeft. De heer 't GILDE meent, dat die oude gracht daar niet lag, die zit in het terrein van Koster. Hij zelf heeft daar ook gebouwd; het door den heer Van Bendegem gevraagd terrem is bouwrijp. De VOORZITTER: Het is toch opmerke- lijk, dat alle menschen er bang van zijn om het te nemen. De heer KRUUSSE geeft als zijn gevoelen te kennen, dat de fbut, dat het met de be bouwing van het terrein niet goed gaat, aan den geheelen raad ligt. Men had een flinke architect moeten nemen om daarvoor een bouwplan te maken. Thans deugt de inrich- ting niet. De heer DIELEMAN vraagt, of het dan niet beter zou zijn het onderhavige terrein ge schikt te maken voor bouwgrond. De VOORZITTER deelt mede, dat adres- sant er een garage wil bouwen en een deel van het terrein open wenscht te laten voor bergplaats enz. Dat open terrein zal hij met een muur van de straat afsluiten. De heer DIELEMAN: Zou het dan niet mooier staan met een muur van een halven meter hoog en daarop een ijzeren hek. De heer KRUIJSSE: Dat zal er van afhan- gen waar het terrein voor dienen moet. Als het voor bloementuin diende was dat uitste- kend, maar als het dient voor berging van aardappels en dergelijke zaken is het beter dat er van de straat af niets van te zien is. In een muur kan echter ook arehitectuur zitten. De heer DIELEMAN: Dat wordt niets an ders dan een steenklomp. De heer OGGEL: De modeme gabouwen zijn tegenwoordig ook niets anders dan steen- klompen. Als we het nu niet verkoopen, kan deze grond er nog jaren liggen. Laat de raad dit voorstel tot verkoopen aannemen, al is het ook tegen een wat lageren prijs. De heer P. DE FEUTER wenscht, dat hij niet verkeerd zal begrepen worden, hij wil niet zeggen dat hij tegen zal stemmen, maar hij is er toch tegen, dat er bij de woningen pakhuizen gebouwd worden. De heer J. DE FEIJTER meent, dat men niet alleen rekening moet houden met het mooie en minder mooie, doch dat het hier een aanvrage betreft van nijvere bevolking, die een gebouw wenschen te stichten waaruit ze inkomsten kunnen verkrijgen. Die hebben voor hun zaak een pakhuis noodig, niet om een mooi gebouw te stichten, maar om daar- uit inkomsten te krijgen en ook loon te kun nen uitbetalen. Men moet er rekening mede houden, dat de menschen die hier wonen ook een behoorllijik inkomen kunnen genieten. De heer OGGEL wijst op de Wilhelmina- straat, die was nu juist voor mooie woningen bestemd, maar daar wordt niet gelbouwd. Hij acht het ook van beteekenis dat er een werk- piaats wordt gebouwd, waarin allicht ook enkele werkmenschen wat kunnen verdienen. Dat levert wat op, dat is van groot algemeen belang. De verschillende verzoeken en voorstellen van Burgemeester en Wethouders worden ieder afzonderlijk in stemming gebracht en aangenomen met algemeene stemmen. 5. Inrichten woonwagenkamp in de Oude Wijk. Naar aanleiding van het in de vergadering van 30 September 1.1. om bericht en raad in handen van Burgemeester en Wethouders gestelde adres van Ed. de Moor en 25 anderen, bewoners van de Oude Wijk, waarin verzocht wordt het parkeerterrein voor woonwagens van die wijk te verplaatsen naar buiten de kom der gemeente, deelt het college mede, dat naar een terrein zooals adressanten en ook zij dat gaame zouden wenschen is uitgezien. De gemeente bezit echter geen ander terrein in eigendom. Na ernstige overweging moeten Burgemeester en Wethouders den raad voorstellen, gelden be- schikbaar te stellen voor het inrichten van de tegenwoordige plaats als woonwagenkamp. Deze gelden zullen benoodigd zijn voor het verharden met oude klinkers, het bouwen van een privaat en een afdak voor paarden en het afpalen van het terrein. De kosten worden geraamd op pl.m. 600. De heer 't GILDE: Met dit voorstel van Burgemeester en Wethouders kan ik mij on- mogelijk vereenigen. Ik ben en blijf van oordeel, dat het eene groote wantoestand is om midden in de kom een woonwagen- parkeerterrein in te richten. En dan natuur- lijk midden in een arbeidersbuurt, die plaats is goed genoeg voor zooiets. 't Is onnoodig te zeggen, dat ik voor mij dat ten sterkste afkeur. Wonen daar geen belastingbetalende menschen. Burgemeester en Wethouders zouden zelf eens een paar maanden van die wagens voor hun deur moeten hebben en eens ondervinden welk een overlast dit soms geeft. Ik zou daar een heeleboel staaltjes van kunnen opnoemen. Waarom probeeren Burgemeester en Wethouders geen stuk grond te koopen voor deze noodig geachte f 600. Bijiv. langs den Rijlksweg aan het z.g. „Vlietje", of langs den Armendijk. Waarlijk het is geen toestand die het college voor- nemens is te scheppen en zooiets schijnt alleen in Axel mogelijk. Ook in dezen moeten Burgemeester en Wethouders weer een voor beeld nemen aan Ter Neuzen. Ik wil deze menschen niet verbannen naar buiten de samenleving, maar ik ben van oordeel, dat het een zeer slechte oplossing is die Burgemees ter en Wethouders ons aan de hand doen, een oplossing, die groote ontevredenheid zal ver- wekken De heer KRUUSSE en OGGEL: Het ,,Vlietje" staat onder water! De VOORZITTER: Burgemeester en Wet houders stellen niet voor om het parkeer terrein voor woonwagens ter plaatse waar het thans is in te ric'hten juist omdat het daar in de Oude Wijk is, maar omdat daar gesahikt terrein is, en de gemeente niets anders heeft. Wanneer de raad daarmede niet kan accoord gaan, dan zal deze een be- drag moeten beschikbaar stellen waarmede het mogelijk wordt de wettelijke verplichting der gemeente op een andere wijze te bereiken. De heer 't GILDE heeft er geen bezwaar tegen een bedrag al was het f 200 meer dan het gevraagde beschikbaar te stellen, als het maar buiten de kom der gemeente is. De VOORZITTER: Maar we bezitten geen terrein. De heer 't GILDE: Het Galgenveld? De heer KOSTER kan zich ook niet met het voorstel vereenigen en is ook van gevoe len, dat men een geschikt plaatsje buiten de kom moet trachten te krijgen. Hij wijst op Middeiburg, hij vindt dat nogal erg, daar verwijst men de woonwagens naar de vuilnis- belt. Men zal er een stukje grond voor moeten huren of koopen. Er ligt toch nog grond genoeg buiten Axel? Maar een afdak voor paarden zooals Burgemeester en Wethouders willen aanbrengen, is niet noodig. Er moet worden gezorgd voor een staanplaats voor de wagens, maar niet voor de paarden. De VOORZITTER: Moeten de paarden dan zoo maar aan de openbare straat staan? De heer KOSTER: In Middeiburg staan de wagens op de vuilnisbelt; de paarden ook. De heer OGGEL: Dat kan toch niet in den winter De VOORZITTER: Dat is in strijd met de dierenbeschermiing. De heer KOSTER: We moeten wel voor die menschen zorgen, niet voor paarden De heer VAN DE BILT geeft de heer 't Gilide gelijk, dat het daar in de Oude Wijk geen plaats is. Hij zou een plaatsje willen vragen aan het Kroondomein; dat bezit nog grond en ook geld genoeg. Daar voorbij de marchaussdekazeme is wel een goede ge- legenheid. Dat was een- goede plaats in dubbel opzicht. De heer OGGEL meende, dat die grond van Wiemes was. De heer DIELEMANDie grond verder op naast den Rijksweg is van het Kroondomein De heer VAN DE BILT geeft in averweging niet direct te besluiten, doch uit te zien naar een ander terrein in huur of koop, en dat dan inrichten. Al moet dit dan een paar honderd gulden meer kosten, is dat ook voor hem geen betzwaar. De Oude IVijk is toch inderdaad voor dit doel niet geschikt. Het begint daar nu juist wat op te knappen en dat behoort het gemeentebestuur in de hand te werken, door ter plaatse dat woonwagen-parkeer- terrein op te ruimen. De heer KRUUSSE kan zich niet anders dan verheugen, dat de geest van den raad er gunstig v6or gestemd blijkt te zijn, om het parkeerterrein voor woonwagens uit de Oude Wijk weg te doen. Burgemeester en Wethou ders weten ook wel, dat het daar geen ge- wenschte plaats is, maar zij konden niet ver- moeden, dat de raad zoo vrijgevig zou zijn. om gelden beschikbaar te stellen om dat elders te vestigen en daarvoor grond te koo pen of te huren. De heer 't GILDE: De.meeste woonwagen- kampen zijn ongeveer een kwartier van de kom der gemeente verwijderd. De heer J. DE FEUTER: Waarom zijn toch de meeste woonwagenkampen een kwar tier van de plaats verwijderd? De heer OGGEL: Omdat de buitenbewoners er dan den overlast van krijgen! De heer J. DE FEUTER: Juist! De heer VAN DE BILT: Dat kan niet het geval zijn, wanneer dat kamp komt naast den Rijksweg; dan heeft niemand er overlast van. De heer J. DE FEUTER: Neen, dSAr niet! De VOORZITTER: Burgemeester en Wet houders willen graag meewerken om het in die richting te sturen. Na be raad nemen Burgemeester en Wet houders hun voorstel terug. De heer DIELEMAN vindt dat ook het beste, want zooals de zaken staan, gelooft hij niet dat er kans is, dat er door te halen. Hij is het eens met de vorige sprekers; het is inderdaad niet te verdedigen, dat kamp in de Oude Wijk in te richten. De VOORZITTER: We zullen naar eeai ander terrein uiitizien en dan nader met voor stellen komen. De heer P. DE FEUTER kan zich daar mede ook vereenigen. 6. Uitbreiding van het slachthuis aan de Prins Hendrikstraat. Tengevolge van de vele gebreken, die aan het bestaande lokaal voor noodslachtingen, ook veelal in gebruik voor gewone slaehtin- gen zijn, zijn Burgemeester en Wethouders, aldus deelen zij aan den raad mede, ge- noodzaakt om met een voorstel te komen om aan dezen ongewenschten toestand een einde te maken. De kosten worden, exclusief de grond, ge raamd op 800. Met verwijzing naar de overgelegde rappor- ten, stellen zij voor, de gelden voor dezen verbouw te voteeren. Bij uitvoering van dat plan zal aan een massa bezwaren tegemoet- gekomen zijn. Uit de rapporten blijkt, dat de gemeente- opzichter, naar aanleiding van een destijds door den keuringsveearts gedaan verzoek een verbouwing van het slachtlokaal heeft ont- worpen. Aangezien de handelingen in het lokaal volgens de voorschriften niet zichbaar mogen Zijm van den openbaren weg, heeft hij rondom het gebouw een muur ontworpen, met twee groote draaideuren die gesloten kunnen wor den zoodra de wagen met het doode of ge- wonde dier binnen is. Hierdoor blijft het publiek buiten. Door twee andere deuren kan de wagen in het lokaal rijden onder de takel, het paard kan door de voordeur uit- gelaten worden en de wagen na het optakelen van het dier achteruit gereden en verwijderd worden. Hierdoor voorkomt men het sleepen over den vloer. Verder kan de voordeur zijn diensten bewijzen bij het verkoopen van vleesch. Het achterste lokaal kan dienst doen voor slachtingen door particulieren. Dit is dan ook aan het oog onttrokken. Het portaaltje dat thans in het lokaal staat en geen dienst meer doet doch wel last veroor- zaakt, zal moeten worden verwijderd. De wanden, die thans nooit geheel van bloed en vuil zijn te reinigen, zou hij met tegels willen bezetten en den vloer opnieuw met een laagje specie afpleisteren. De kosten vein een en ander zijn te ramen op 880. De keuringsveearts, hoofd van dienst, merkt hieromtrent op, dat hiji gaame zou zien dat de liohtoppervlakte van het achterste lokaal in overeenstemming zou worden ge bracht met de daaromtrent bestaande wette lijke voorschriften (een zesde der vloeropper- vlakte); In de tweede plaats behoort er op gerekend te worden, dat de gezamenlijke doorlaat- ruimte der ventilatie minstens een twintigste deel is van de vloeroppervlakte van het lokaal Ten derde dient er gezorgd te worden voor een rioleering met goede stankafsluiting, op- dat geen stank in de lokalen kan doordringen, gelijk dat helaas bij den nu nog bestaanden toestand in sterke mate het geval is. In de vierde plaats zou hij het gewenscht achten, dat de bestaande zeer onvoldoende gasverlichting werd vervangen door een goede electrische; Ten vijfde zou er, nu het portaaltje weg- geruimd wordt, moeten gezorgd worden voor eenige bergruimte van schoonmaakmateriaal; Ten zesde zou het ommuurde terredn op een- voudige wijze dienen te worden bestraat. Wordt aan een en ander voldaan, dan zal het voorgestelde plan een zeer groote ver- betering in den bestaanden toestand brengen. De heer 't GILDE merkt op, in het rapport van Burgemeester en Wethouders niets te hebben gezien omtrent electrische verlichting. Wordt dat wel noodig geacht? Brengt dat geen te hooge kosten mede? De VOORZITTER: Burgemeester en Wet houders achten het aanbrengen van electrische verlichting niet precies noodzakelijk. Zij heb ben de voorstellen dienaangaande niet over- genomen en achten de gasverlichting, waar- van de geleidingen zullen moeten worden uit- gebreid, vooralsnog voldoende. Het voorstel wordt met algemeene stem- men aangenomen. toen is de zaak besproken. In overleg met den gemeente-opzichter is afgesproken, dat nog eens een jaar zou uitgesteld worden om er iets aan te doen. Toen is echter de zaak niet zoodanig gesteld, dat er direct gevaar zou bestaan. De gemeente heeft een stuk grond gehuurd en heeft op zich genomen te oniderhouden een brug naar haar terrein, maar niet naar het voetbalterrein. Het is den heer 't Gilde toch voorts ook bekend, dat be sproken werd, dat de gemeente en de voet- balvereeniging pondspondsgewijze de kosten eener nieuwe brug zouden moeten dragen. Er is tegen hem gezegd, dat het tocR billijk te noemen viel, dat de voetbalvereeniging er ook wat aan zou betalen, en toen heeft de heer t Gilde nog geantwoord, dat hij dan hoopte dat de gemeente de grootste helft zou be talen, aangezien zij niet over ruime geldmid- delen te beschikken heeft. Het bedrag dat genoemd is, kan spreker zich echter op het oogenblik niet meer herinneren. In den laatsten tijd is er niet meer over gesproken. Er kan op dit oogenblik wegens den hoogen waterstand niets aan gedaan worden. De heer 't GILDE deelt mede, dat de inge- landen van den polder uit de omgeving kla- gen, dat de tegenwoordige brug den water- afvoer belemmert. Hij kan wel zeggen, dat de voetbalvereeniging al het mogelijke zal doen, om een goeden toegangsweg naar haar terrein te hebiben. Hij is echter van oordeel, dat voor de gemeente, die den grond in huur heeft, wel degelijk de verplichting bestaat om de brug in goed bruikbaren staat te on- derhouden. De gemeente is voorts naar hij vemam ook in ander opzicht hare verplich- tingen slecht nagekomen. Naar hij uit den mond van den dijkgraaf vemam zijn in 7 jaar niet de aan den polder verschuldigde polder- lasten betaald. De VOORZITTER acht zooiets wel moge lijk, dat zal dan wel op een misverstand of onwetendheiid berusten. Maar wat herstel- ling van de brug betreft, heeft de dijkgraaf zelf aan spreker ook nog toegestemd, dat men er nu niet bij kan komen. De huur duurt nog maar een jaar; wordt deze niet verlengd, dan zal nader moeten worden beraden hoe het moet. Als het water gezakt is, kan gezien worden wat er aan te doen is. Het voorstel wordt met algemeene stem- men aangenomen. 8. Xanbieding rekening van het Grond- bedrijf, dienst 1929. Door Burgemeester en Wethouders wordt aangeboden de rekening met de bescheiden van het Grondbedrijf over den dienst 1929, met de navolgende cijfers: Gewone dienst. Ontvangsten 2392,73, uit- gaven f 1452,52, batig slot f 940,21. Kapitaalddenst. Ontvangsten 2098,74, uit- gaven f 14.713,96, nadeelig slot 12.615,22. Deze rekening wordt voor onderzoek ge steld in handen eener commissie bestaande uit de heeren Van de Bilt, Koster en Wolfert. 9. Voorloopige rekening. vaststelling gemeente- Verlenging schietbaan. huur van het terrein der Burgemeester en Wethouders deelen aan den raad mede, dat de voormalige schiet- vereeniging Prins Maurits" destijds met den rentmeester van het Kroondomein eene over- eenkomst heeft gesloten tot huur van het tegenwoordig terrein, waarop een schietbaan is aangelegd, voor den tijid van tden jaren, eindigende Kerstmis 1930. Dezelfde vereeniging heeft zich tegenover het R'ijk verbonden, om gedurende 10 jaar (vanaf "l Januari 1922) de schietbaan in goe den staat te zullen onderhouden. Voor deze verplichting moest het gemeentebestuur zich garant stellen, waartoe besloten is bij raads- besluit, dd. 22 Juli 1922. De verplichtingen, welke de Vereeniging op zich genomen had, moest zij al spoedig wegens ontbinding der Vereeniging, aan het ge meentebestuur overdragen. Uit het boven- staande zult U blijken, dat de gemeente nog 66n jaar de verplichting heeft na te komen, voor het onderhouden van de baan. De huur van het terrein zal daardoor met 6&n jaar moeten worden verlengd, waarvoor wij U bij dezen machtiging vragen. Wat na 1 Januari 1932 met de schietbaan zal geschieden, hierover zal nader overleg kunnen worden gepleegd met de militaire autoriteiten. De heer 't GILDE merkt op, dat de ge meente de verplichtingen, die van de ver eeniging „Prinr, Maurits" zijn overgenomen, slecht zijn nagekomen. Dezer dagen werd in een uitrvoerig artikel over den hoogen water- stand, in een der toonaangevende bladen, ge- wezen op den orihoudbaren toestand waarin dit brugje verkeert, omdat het geheel is ver- sleten, eigenlijk rot is en absoluut niet onder houden wordt. In zijn kwaliteit als voorzitter der Axelsche voetbalvereeniging. heeft spreker zich namens het bestuur dier vereeniging reeds tot Burge meester en Wethouders gewend. Er gebeurt echter niets, onder voorwendsel, dat de pacht teneinde loopt. Ondertusschen is de toestand levensgevaarljjk, ook wanneer het watei nog anderhalven meter zou zakken. Op 30 No vember a.s. wordt op het voetbalterrein een wedstrijd gespeeld tusschen Axel en Hulst, waarfaij het te verwadhten is, dat het toe- schouwers zal stroomen. De voetbalvereeni ging kan er echter onder deze omstandigheden niet voor instaan, dat daar omdat die toe- schouwers over dat brugje moeten passeeren geen ongelukken zullen gebeuren. De VOORZITTER voert hiertegea aan, dat de heer 't Gilde het doet voorkomen alsof hij zich daar geheel kan uitschudden, maar dat is niet zoo. Het is juist dat hij zich tot Bur gemeester en Wethouders heeft gewend, en Burgemeester en Wethouders stellen voor, de rekening der gemeente over den dienst 1929 voorloopig vast te stellen: voor den gewonen dienst in ontvangsten op 211.361,69, in uitgaven 200.989,52%, batig slot 10.372,16y2 voor den kapitaalddenst in ontvangsten op 8226,64%, en in uitgaven 8198,82%, batig slot 27,82. De heer ESSELBRUGGE brengt namens de commissie van onderzoek het volgende rapport uit: Namens de commissie tot het nazien der gemeenterekening dienst 1929, kan ik tot mljln groot genoegen meedeelen, dat alles door ons in de beste orde bevonden is. Het deed ons goed vele rekeningen onder de oogen te krijgen van plaatselijke winke- liers, ambaehtslieden enz., waardoor deze alien, hetzij een grootere of kleinere ver- diienste aan de gemeente over 1929 hebben gehad. Een uibzondering hierop die ons pijnlijk trof, was dat er nog heel wat nota's door ons handen gingen voor geleverde kantoor en schrijfbehoeften uit andere gemeenten be- trokken. We meenen toch Mijnheer de Voorzitter, dat onder de Axelsche winkeliers ook wel een leverancier voor dergelijke artikelen zal te Viniden zijn, het prijisverschil op bedragen van twee gulden tot tien of iets daar boven kan naar onze meening toch zoo groot niet zijn. En zelfs bij een gering prijsverschil geven we nog in overweging voormelde artikelen alhier onder de ingezetenen aan te .koopen. De VOORZITTER deelt mede, dat zooveel mogelijk bij de plaatselijke leveranciers wordt gekocht, alleen in die gevallen dat elders beter en voordeeliger kan worden gekocht. wordt dit wel gedaan. Wenscht de raad dat anders zal gehandeld worden, dan zullen Bur gemeester en Wethouders zich daarnaar regelen, maar zij meenen op de tegenwoordige wijze te handelen in het belang der gemeente. Indien het zaken van eenige beteekenis zijn wordt vooraf prrjsopgaaf gevraagd en dan daar gekocht waar zulks het voordeeligst blijkt. Overigens wordt zooveef mogelijk hier gekocht. De heer ESSELBRUGGE geeft te kennen, dat de commissie het liefst zou zien, dat alles wat maar eenigszins mogelijk is, ter plaatse werd gekocht. De heer DIELEMAN merkt op, dat de com missie verschillende nota's heeft gezien van elders gekoohte artikelen ten badrage van 2 tot 10 en meent, dat daar toch niet zoo veel winst kan opzitten. Gaame zou hij zien, dat met den door de commissie uitgedrukten wensch rekening werd gehouden en dat zelfs indien het door hier te koopen nog iets on- voordeeliger zou zijln, dat toch te doen. Naar de meening der commissie moet er niet te veel naar buiten gaan. De hier wonende winkeliers betalen hier toch ook hun schatten en lasten. De VOORZITTER: Indien we hier voor een behoorlijken prijs kunnen koopen, geschiedt dat ook, maar er zijn ook dingen, die we hier niet kunnen krijgen. De heer DIELEMAN: Dat kunnen we met uit de nota's zien. De heer OGGEL zou het gewenscht achten, dat in zulke gevallen de commissie nader werd ingelicht en dat dan ook aan haar eens werden overgelegd de ingekomen inschrij- vingen, zoodat ze op de hoogte komt met de somtijds gebleken prijsverschillen. De heer 't GILDE verklaart, verschillende dingen te hebben oniderzocht en daarbij tot de conclusie te zijn gekomen, dat het toch met veel anders zou kunnen. Men moet dit niet beschouwen als een grief aan Burgemeestei en Wethouders en hij wil niet zeggen, dat men het a bout portant moet veranderen, maar zlitn indruk is, dat het anders zou kunnen, aangezien de winkeliers alhier toch be3t in staat zijn om te concurreeren. De heer OGGEL merkt op, dat men op de mandaten zelf in dit geval maar moeilijk kan afgaan; men moet dan gegevens hebben voor vergelijking van prijzen. En als er een groot

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 5