«^v«5.S»sr fe vSaen. to Dat wacht op de Het zal worden schen niet om laten komen, er is wel een andere manier om hen de ondersteuning die ae ontvangen te doen toekomen. Bij het overdenken van dien bestaanden regel komt zijn gemoed daartegen voort- durend in opstand, niet op grond van politick, doch uit medegevoel met die bedeelden. De heer DEKKER merkt op, al sinds jaren lid te zijn van het burgerlijk armbestuur; naar zijn overtuiging had hij het naar hij meende, nog al goed gedaan en de menschen zoo goed mogelijk geholpen. Maar als hij nu den heei Hamelink hoort, dan heef't hij er nog Dimmer iets goeds gedaan, dat valt hem wel tegen. Zijn geest leert hem de menschen die in nood nerkeeren te helpen. Aan dien stelregel beeft hij als lid van het burgerlijk armbestuur steeds getracht te voldoen. Overigens zou hij dankbaar zijn, indien hij er van af was. De heer SCHEELE beschouwt het, dat deze kwestie niet zoozeer is ontstaan wegens een veroordeeling van het burgerlijk armbestuur, maar omdat men door een college te vormen •waarvoor burgemeester en wethouders de ver- antwoording hebben, iedere raadszitting in de gelegenheid te zijn deswege te interpelleeren. Als het armbestuur maar volledig zijn taak ■aar behooren vervulde, dan zou er zeker geen aanleiding zijn hierop neer te komen. Er «ijn echter tijdens de besprekingen dingen ge- noemd, die ongetwijfeld zouden kunnen wor- den verbeterd. Er moet worden voorzien in de nooden en behoeften der armen. Daar- over kan natuurlijk verschil van meening be staan, maar spreker is van oordeel dat moet gezorgd worden dat ze zich behoorlijk kun nen voeden en kleeden en zelfs zoo, dat ze ook nog iets voor een ander kunnen over heb ben. Hij weet niet, of het met de ondersteu- ningen al of niet zdo gaat. En nu willen de heer Hamelink en zijn fractiegenooten de ver antwoording brengen naar burgemeester en wethouders, zij willen het burgerlijk armbe stuur weg en een college vormen waarin een anderen geest heerscht, zonder dat echter is aangetoond, dat dit dan den goeden geest zal sijn. De heer VAN DEN BULCK: U moet dan maar eens onderzoeken hoe dat gaat; het bur gerlijk armbestuur is zeer eenzijdig. Be heer SCHEELE: Dat zijn jullie ook! De heer DE BAkKER deelt mede, dat het millioen, dat de Roomsch-Katholieke kerk in het afgeloopen jaar ten geschenke heeft ge- kregen, voor verschillende doeleinden is be- etemd, onder meer ook voor bestrijding van het tekort van de R. K. begraafplaats alhier, dat wordt in het generaal besteed. Hij kan Bich aansluiten bij de bezwaren door den heer Hamelink tegen het Burgerlijk Armbestuur aangevoerd en zou gaame overgaan tot het inrichiten van een anderen vorm van onder steuning, door instelling van een college voor Maatschappelijk Hulpbetoon. De VOORZITTER vindt het jammer, dat de heer Hamelink dit onderwerp verkeerd heeft ingezet, door er dadelijk een verkeerd element in te brengen, met zijn beschuldiging aan het adres van burgemeester en wethou ders, als zouden deze hem van politieke bijbe- doelingen hebben beschuldigd. De heer HAMELINK: Dat is uw eigen schiuld, dat hebben burgemeester en wethou ders zelf neergeschreven. De VOORZITTER noemt die beschuldiging onjuist. Wanneer voor ondersteuning van hulpbehoevenden een college werd ingesteld waarvoor burgemeester en wethouders de ver- antwoording moeten dragen en dit aldus onder controle van den gemeenteraad zou komen, bemoeit de politiek zich met die zaken, want de raad is immers een politiek college? Bur gemeester en wethouders hebben absoluut niet gezegid, dat het van den heer Hamelink politiek was Ja, zegt spreker, u hebt u met het lezen van die zinsnede vergist, ziet u het maar na. Ben oogenlblik schrok ik er zelf van, toen u onze woorden op uwe wijze weergaf, omdat ik mij al than s zeker niet bewust was, dat ons aollege had bedoeld zoo iets neer te schrijven. Maar gelukkig, het staat er ook niet. Wij hebben alleen gezegd, dat, „wanneer toch de raad meer invloed zou kunnen doen gelden op de instellingen (van weldadigheid) de uit- keeringen door de politiek zouden worden be- heerscht" en dat is een feit, omdat, zooals ik aeide, de raad een politiek college is. Burge meester en wethouders achten het standpunt van den heer Hamelink in deze kwestie ver keerd, maar het is niettemin zijn recht, zijn denkbeelden naar voren te brengen. En wat nu de aanhalingen betreft over de crisis, dan meent spreker dat men niet moet overdriven. Ik heb hier een lijstje van het aantal schepen dat voor onze haven is bin- nengekomen, waaruit blrjlkt, dat het in het havenlbedrijf toch nog niet zoo slecht gaat. De heer VAN DRIEL: Daar hebt u de kolenbooten voor Sluiskil ook op staan, maar daaraan wordt door havenarbeiders, zoo goed als niets verdi end. De VOORZITTER: Ik heb hier voorts lig- gen een lrjst van de werkloozen, en dan blijkt ook niet van een toename. Op 1 Juli was het gemiddeld aantal werkloozen 54 en nu met 1 October was het 58, alzoo geen groot verschil. Dus deze cijfers kunnen nog geen betrekking hebben op de crisis. Uit alle besprekingen daarover, zou men wel kunnen gaan afleiden, dat men er hier op zit te wachten, tot die komt. Het groote geluk is, dat de arbeiders tegen- woordig zelf zoo goed zorgen voor ultkee- ringen bij werkloosheid, waarvoor zij ook den j steun der overheid genieten. Het was echter ook noodig, dat daarop een rem werd ge- plaatst en die is thans getrokken tot uitkee- ring gedurende 21 dagen in elk half jaar. De door het burgerlijk armbestuur uitgekeerde j bedrag is nog niet hoog, waartoe ook bijdroeg de omstandigheid, dat er van de 48 uitge- trokkenen maar 25 voor een steunuitkeermg in aanmerking kwamen. Men moet het dus niet doen voorkomen, alsof de toestand niet sou zijn te houden. Ik heb in dit opzicht geen oude plunje weg te gooien, want ik ben ook voor een instelling van Maatschappelijk Hulpbetoon. Het groote verschil is echter hoe men er toe komen wil, of men dat wenscht te bereiken door een reeds Jang gewenschte herziening van de bepalin- gen op de armenzorg, dan wel door een raads- besluit, zooals de heer Hamelink. Het burgerlijk armlbestuur kan niet weg, want als dat verviel zou de armenzorg een taak worden van burgemeester en wethou ders, dan hadden we daarmede nog geen in stelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon, en eou de heer Hamelink nog niet bereiken wat hij beoogt. Het burgerlijk armbestuur in zijn tegenwoordigen vorm omzetten kan niet. Ook is^het onjuist zich daarop een zekere controle te willen verzekeren, dit moet baas zijn in eigen# hula. Men moet in aanmerking nemen, dat er drie groepen zijn, welke steun behoeven nl.: de onderste lagen, de paupers, in de tweede plaats de gewone armen, de menschen die be- hoeftig geworden zijn en in de derde plaats de maatschappelijk hulpbehoevenden en die laatsten behooren niet bij het armbestuur. De heer Hamelink heeft in deze niet onderschei- den en dat is zijn fout. Een voorstel om in deze te komen tot een reorganisatie kan echter niet van burgemees ter en 'wethouders uitgaan, laat den gemeen teraad daarvoor een commissie van 3 leden benoemen, om dat vraagstuk eens onder de oogen te zien. Burgemeester en wethouders wenschen niets anders, dan dat de wet wordt uitgevoerd, het voorstel van de fractie der S. D. A. P. kan niet worden overgenomen. De heer COLSEN vraagt, of burgemeester en wethouders dat dan niet eens in nadere overweging kunnen nemen. De VOORZITTER wijst er op, dat burge meester en wethouders hun meening hierover in de raadsstukken hebben te kennen ge- geven. Het voorstel van den heer Hamelink strekt om de verzorging der armen op te dragen aan een college, onder de verantwoor- ding van burgemeester en wethouders, opdat de gelegenheid zou ontstaan daarover ieder oogenblik eens te gaan praten. Dan zou de politiek, die aan den raad vastzit, zich daar over gaan uitspreken. Burgemeester en wet houders kunnen daarin niet toestemmen en daarom geen ander standpunt innemen. De heer HAMELINK merkt op, dat het- geen de voorzitter in laatste instantie be- toogde, dat namelijk de valide arbeiders niet b'j het armbestuur behooren, vroeger door hem ook steeds is bepleit. De VOORZITTER: Die zouden moeten worden geholpen door een instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon. De heer HAMELINK herinnert, dat reeds sinds 3 jaren te hebben verdedigd, maar dat die meening bij de meerderheid van den raad geen instemming kon vinden. Dit is de aan leiding geweest, dat zijn fractie een anderen vorm heeft gezocht, om in de verzorging der steunbehoevenden verbetering te krijgen en meende die te hebben gevonden door voor te stellen omvorming van het burgerlijk armbe stuur, omdat uit de opvattingen der leden van dat college blijkt, dat deze zich nog niet in de nieuiwe maatschappelijke toestanden hebben kunnen inleven. Hij kan ook tegenover den heer Dekker verklaren, dat hij dezen ook beschouwt als iemand die persoonlijk veel voor armen en hulpbehoevenden gevoeld en er ook geen be zwaar tegen zal hebben daaraan persooniijk steun te verleenen, maar als lid van het bur- gerliijik armbestuur heeft deze zich er nog niet aan ontworsteld, dat er in de maatschappij andere toestanden voorkomen dan vroeger en dit college zijn optreden en werkwijee in ver- band daarmede ook zou behooren te herzien. Over .een reorganisatie van het burgerlijk armbestuur zou een heele geschiedenis te schrijven zijn. Een groote fout is het, dat die leden, die als persoon humane opvattingen huldigen, zoodra ze daar als college bijeen zijn en het gevoel krijgen dat ze voor hun daden verantwoording schuldig zijn, geheel anders gaan optreden dan ze als persoon voor zichzelf zouden doen. En nu moge daartegen bij burgemeester en wethouders bezwaar bestaan, en de voorzitter betoogen dat het burgerlijk armbestuur souve- rein behoort te zijn in eigen huis, naar de meening van spreker zouden de gestes van dergelijk college, dat zijn middelen knjgt uit de openbare kas, in het openbaar moeten kun nen worden besproken, niet de bijzondere ge- vallen, doch de heerschende opvattingen vol- gens welke beheerd wordt. Het feit alleen dat sprekers beste vriend daareven gmg te kennen geven dat hij het zaakje van het bur gerlijk armbestuur desnoods als alleenheer- soher zou willen opknappen (dan waren tus- schen twee haakjes de menschen die bij hem terecht moesten komen nog niet gelukkig, want dat zijn ze al gewaar geworden in den tiid dat hij in dat college fertellijik alleen- heerscher was) bewijst al, dat de menschen die er thans zitten er niet geschikt voor zijn, omdat ze zich niet op de hoogte stellen van de bestaande nooden en behoeften. Dat spre ker zulks verklaart, treft hen in geenen deele als persoon, maar men kan toch uit den tijd zijn? En dan moest men, dat gevoelende, zoo slim zijn om te vertrekken. Spreker moet ten slotte verklaren verwon- derd te zijn, dat hem nu door den voorzitter als oplossing een weg wordt aangewezen dien hij vroeger zelf te vergeefs heeft bepleit De voorzitter heeft willen betoogen, dat de toestand aan de haven niet zoo slecht is, op grond van de cijfers der aanmeldingen, maar die cijfers geven geen juist beeld van de werkloosheid in de haven. Men kan de zonder werk zfjnde havenarbeiders met verplichten zich te komen melden en meerderen laten het na, omdat ze er toch geen voordeel van heb ben Als het burgerlijk armbestuur de uit keeringen voor uftgetrokken havenarbeiders met nog 2 per week vermin der t, dan zullen er nog minder komen. De menschen komen zich niet melden, omdat ze door de arbeids- beurs toch niet kunnen worden geplaatst. Indien men een werkelijk beeld van de werkloosheid in het havenbednjf wenscht, j moet men nagaan wat er gelost of geladen m in vergelijking met het jaar te voren. m de m vergenj VOQrzltter komt dat niet tot cijfeirs van De VOORZITTER betoogt, dat deze zaak is omgelbogen naar den verkeerden kant, en het is nu zaak om uit de moeilijkheden te komen. Men zou ook kunnen beproeven een wijziging der werkzaamheid van het burger lijk armbestuur te verkrijgen dooi_voorstel- len te doen tot wijziging van zlijn Reglement van Orde. Maar burgemeester en wethouders zijn van gevoelen, dat dit toch met baten za.1. Snreker meent dat de 2 eerst door hem ge- noemde categorien van ondersteunden moeten blijven bij het burgerlijk armbestuur, doch dat er naar gestreefd zou behooren te worden voor de derde groep een anderen vorm van door een commissie uit den raad en het arm beDeUheebre HAMELINK herhaalt. zoohi rege- ling reeds 3 jaar geleden te hebben VOORZITTER acht dat met geheel jui» de richting die hij zich voorstelt dat thans zou moeten worden ingeslagen berust op bet be- ginsel, dat ook het bedrijf zou moeten bijdra- gen in het verleenen van steun aan de werk loozen. De heer HAMELINK wijst er op, dat ook reeds te hebben bepleit bij de behandelmg van het voorstel tot het verleenen van een eub- sidie voor de uitbredding der haven. De VOORZITTER: Laat een commissie eens j een poging wagen om deze kwestie op te i 1 D^heer HAMELINK wil zich dan daarmede wel vereenigen. De VOORZITTER: De post kan dan wor den aangenomen en inmiddels kan bet vraag stuk door een commissie in studie worden ge- 277. Subsidie aan de vereeniging „Hulp in Nood". f 50. 278. Belooning voor de bereiding van ge- neesmiddelen voor de geneeskundige armen- verzorging. f 920. 2. Onidersteuning aan werkloozen. 279. Rente van geldleeningen ten laste van hoofdstuk IX 2 komenide. 1990. 280. Atflossinig van geldleeningen ten laste van hoofdstuk IX 2 komende. 1540. 281. Toelage aan de commissie voor werk- verruiming voor Seeuwsch-Vlaanderen. 5. 282. Kosten vallende op werkverruiminig. 1500. 282a. Subsidien ten behoeve van land- en tuinbouw. 500. De heer DE BRUIJNE vraagt, of de Veilingsvereeniging die subsidie van 1000 noodig heeft. De VOORZITTER herinnert, dat indertijd aan de vereeniging voor de stichting van een veilingsgebouw over twee jaar een subsidie ad f 500 is toegezegd. Die subsidie is niet op- genomen, doch wordt nu gevraagd. Burge meester en wethouders hebben zich op het standpunt gesteld, dat er voor hen aanleiding was aan den gemeenteraad voor te stellen het gevraagde bedrag toe te staan. De heer DE BRUIJNE vindt het vreemd, dat die vereeniging om steun bij de gemeente aanklopt, terwijl zij inkomsten die zij kon krij gen heeft afgewezen. De vereeniging „De Tuinbouw" te Ter Neuzen heeft aan de vei lingsvereeniging gevraagd hare producten, die op andere jaren werden ingeschreven te Goes of te Kapelle alhier te willen inschrij- ven. tegen 2% zooals in eerstgemelde plaatsen ook geschiedt. De vereeniging heeft dat verzoek echter afgewezen, op grond dat hare statuten daartegen een beletsel zijn. Maar waarom kan dat wel in die andere plaat sen en niet hier? Als ze inkomsten die als het meeloopt 250 en meer kunnen bedragen afwijzen en dan om subsidie komen is tegen- strijdig. De VOORZITTER merkt op, dat hier een buren-ruzie tusschen zit, er schuilt in dat ver zoek van „De Tuinbouw" een addertje onder het gras. De heer SCHEELE: Mogelijk schuilt er wel een addertje onder het gras, omdat die vereeniging niet heeft willen samenwerken, maar het zou toch wel gewenscht zijn, eens nader te onderzoeken hoe dit zit, want men had toch inkomsten kunnen krijgen, die zijn afgewezen. Men had die evengoed kunnen ontvangen als dat men dit nu op Zuid-Beve- land heeft gedaan. Ik heb ook nog een ander bezwaar, dat n.l. op de veiling alleen hande- laren als koopman worden aangenomen. Het komt hem voor, dat, wanneer iemand iets wil koopen, men niet moet vragen wat hij is, als hij maar betaalt. Te meer wordt dit het ge- val als men bijdragen gaat vragen, die toch door alle burgers moeten bijeengebracht wor den. En als ze dan op andere wijze een in- komst van 300 tot f 500 afwijzen, gaat dat steken. Ik zou daarom beginnen met voor dit jaar maar eens 500 te voteeren, dan kunnen we eens nagaan of in het aanstaande jaar die voorgekomen kwesties bevredigend wor- r] ;n opgeloisti De VOORZITTER merkt op, dat het nooit gemakkelijk is, zich met eens anders zaken te bemoeien. De heer SCHEELE: Ze hebben indertijd tweemaal 500 gevraagd, laat ons nu ook be ginnen met f 500, dan kunnen we het volgend jaar weer zien. Ze hebben het geld niet eer- der gevraagd. De heer COLSEN heeft omtrent de veiling ook nog inlichtingen ontvangen en vemam daarbij, dat ze op <5en dag eens f 3000 ver- diend hebben. De VOORZITTER: Dat is dan weer ge lukkig! De heer COLSEN is van meening, dat bur gemeester en wethouders bij de veiling zou den moeten aandringen, dat de kwestie met de tuinbouwers te Ter Neuzen wordt opge- lost, maar wat de kleine veilingen betreft, als men daar iedereen liet koopen, zou die allang niet meer bestaan. Men kan daar toch voor particulieren niet met heele kleine par- tijtjes verkoopen. De heer SCHEELE: Ik vraag niet naar kleine partijtjes, maar meen, dat, als iemand een geveilde partfj afmijnt, men hem die moet gunnen. Maar is het een particulier dan accepteeren ze hem niet als koopman. De heer GEELHOEDT deelt mede, niets te hebben geweten van het voorgevallene met de vereeniging „De Tuinlxiuw", dit is hem door den heer De Bruijne kort geleden verteld, met de mededeeling dat men de producten nu naar Goes of Kapelle ter inschrijiving zond, omdat ze het hier niet voor 2% wilden doen. De heer SCHEELE: Zeker, maar naar ik vermeen moeten de leden der veilingsvereeni ging zelf 8 betalen, dus is er wel bezwaar om het voor anderen lager te doen. De heer DE BRUIJNE merkt op, dat het volgens de statuten te Kapelle ook 4 voor de leden, maar dat men het voor „De Tuinbouw" toch voor 2% doet; men meent dat te kunnen meenemen. Hij kan er zich mee vereenigen dit jaar 500 wordt verleend. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. Hoofdstuk X. Landbouiw. 283 Sulbsidie aan het comity inzake be- studeering en bestrijding der iepenzlekte. f 25 Hoofdstuk XI. Handel en njjverheid. Inkomsten: 284. Bijdrage van het rijk in de belooning van den correspondent der arbeidsbemidde- ling. f 1840. dat voor 285. Verhaal van pensioensbijdragen. 105. openbare middelen We kunnen dat dan nomen. De heer HAMELINK: eens probeeren. De VOORZITTER wijst thans met goed- vinden der vergadering aan als lid der com missie de heeren Hamelink, Bedet, Verlmde en Colsen, met den wethouder van financien. den heer De Jager, als voorzitter. 273. Kosten ter zake van verzekering, pensionneering enz. van ambtenaren en be- ambten. f 620. 274. Rente van geldleeningen ten laste van hoofdstuk IX 1 komende. 50. 275. Aflossing van geldleeningen ten laste van hoofdstuk IX 1 komende. /1000. 276. Contributie aan het centraal archiet- en inlichtingenbureau in zake maatschappe- Irjk hulpbetoon voor Nederland. 10. Uitgaven: 286. Subsidien voor van vervoer. 1610. oaaa 287. Subsidie aan werkloozenkassen. 3000. 288. Kosten van de districtsarbeidsbeurs en van de intercommunale arbeidsbemidde- ling. 4000. 289. Kosten ter zake van verzekering, pensionneering enz. van ambtenaren en be- ambten. 485. 290. Kosten van doorloopende openstelling van telefoonkantoren. 1250. De VOORZITTER deelt naar aanleiding der opmerkingen in de afdeelingsvergadering mede, dat burgemeester en wethouders zullen trachten een deel van dit bedrag van het Rrjk terug te ontvangen. 291. Kosten van verzekering tegen brand- sdhade en stormschade van het kantoor der arbeidsbeurs. 5. Hoofdstuk XII. Belastingen. Inkomsten 292 Uitkeering van het rijk wegens hoofd- som der grondbelasting op de gebouwde eigemdommen. f 12.500. 293 Uitkeering van het rijk wegens hoofd- som der grondbelasting op de ongebouwde eigendommen. 5700. 294 80 opcenten op de hoofdsom der grondbelasting op de gebouwde eigendommen. f 13.000. 295. 20 opcenten op de hoofdsom der grondbelasting op de ongebouwde eigendom men. f 1500. 296. Hoofdsom der personeele belasting. f 33.000. 297. 50/85 opcenten op de hoofdsom der personeele belasting. f 26.000. Uitgaven 298. Kosten van toezicht op en invorde- ring van plaatselijke belastingen. 250. 299. Teruggave van belasting. 150. 300. Uitkeering aan het rijk van het aan- deel in de kwade posten, wegens de directe belastingen. f 12.000. 301. Belooning der schatters en herschat- ters van de huurwaarden der localiteiten, waarvoor vergunning voor den verkoop van sterken drank in het klein is verleend. 40. 302. Kosten ter zake van verzekering, pensionneering enz. van ambtenaren en be- ambten. 36. Inkomsten 303. Uitkeering van het rijk wegens 48 op centen op de hoofdsom der dividend- en tan- tiemebelasting. f 1500. 304. Belasting naar het inkomen. f 50.000. 305. 45 opcenten op de hoofdsom der ge- meentefondsbelasting. f 22.650. 306. Bela,sting wegens de classificatie der gemeente (gemeentefondsbelasting). 5000. 307. Gewetensgelden. Memorie. 308. Belasting op de honden. 1500. 309. Oninbaar geleden belasting, welke alsnog is geind. Memorie. 310. Opforengst van het vergunningsreoht wegens verkoop van sterken drank in het klein. 1500. 310a. Opbrengst van waarschuwingen en aanmaningen. Memorie. 311. Verhaal van pensioensbijdragen. f 5. Hoofdstuk XIII. Bedrijiven. 3. Woningbedrijf. 312. Uitkeering van het bedrijf wegens annuiteiten. 8150. 313. Bijdragen van het Rijk krachtens art. 38 derde lid der Wondngwet. /2700. Uitgaven 314. Annuiteiten van geldleeningen ten laste van hoofdstuk XIII 3 komende. 8150. 315. Uitkeering aan het bedrijf. 3995. Hoofdstuk XIV. Kasvoorzieningen. Inkomsten: 316. Teruggave van het rijk wegens bij voorschot gedane betalingen van allerlei aard. f 100. 317. Teruggave van voorschotten aan amb tenaren verstrekt voor het doen van uitgaven ten behoeve van de gemeente. f 1010. Uitgaven: 318. Voorschotten ten behoeve van het rijk wegens betalingen van allerlei aard. 100. 319. Voorschotten aan ambtenaren der gemeente, ten einde daaruit voorloopig kleine betalingen ten behoeve der gemeente te doen. f 101.0. 320. Rente en provisie van tijdelijk ter voorziening in de behoefte aan kasgeld op- genomen gelden. Memorie. Hoofdstuk XV. Overige inkomsten en uitgaven. 321. Verantiwoording van het verschil tus schen de v66r 1 Januari 1932 ontvangen op brengst van de opcenten op de gemeente fondsbelasting over het belastingjaar 1931- 1932 en het ter zake op hoofdstuk XII ver- antwoorde bedrag. Memorie. 322 Verantwoording van het verschil tus schen de v66r 1 Januari 1932 ontvangen op brengst van de belasting wegens de classifi catie der gemeente (gemeentefondsbelasting) over het belastingjaar 1931/1932 en het ter zake op hoofdstuk XH verantiwoorde bedrag. Memorie. 323. Verhaal van bijdragen voor inkoop van pensioen ten behoeve van het rijk. 50. Uitgaven 324. Overboeking naar den dienst 1932 van het verschil tusschen de vdor 1 Januari 1932 ontvangen opbrengst van de opcenten op de gemeentefondsbelasting over het be lastingjaar 1931/1932 en het ter zake op hoofdstuk XII verantwoorde bedrag. Memorie. 325. Overboeking naar den dienst 193? van het verschil tusschen de v66r 1 Januari 1932 ontvangen opbrengst van de belasting wegens de classificatie der gemeente (ge meentefondsbelasting) over het belastingjaar 1931/1932 en het ter zake op hoofdstuk XII verantwoorde bedrag. Memorie. 326. Betaling aan het rijk van verhaalde bijdragen voor inkoop van pensioen. 50. Hoofdstuk XVI. Onvoorzien uitgaven. Uitgaven 327. Onvoorziene uitgaven. 6600. Als gevolg van de artikelsgewijze behan- deling der begrooting kan de post voor on voorziene uitgaven worden verhoogd tot 17.874,60. De VOORZITTER acht het raadzaam den post op dit bedrag te behouden. Indien dan eenig plan voor Sluiskil tot uitvoering kan komen. kan voor een groot deel over dien post worden beschikt. KAPIT AALDIENST Hoofdstuk VI. Openbare werken. In kom s t e n 330. Batig slot overgebracht stuk I. f 1217,33. 331. Bijdrage van hoofdstuk VI van den gewonen dienst. 15.682,67. 332. Bijdrage uit het gemeentelijk wegen- fonds. 9000. 333 Rente van de belegde gelden uit het gemeentelijk wegenfonds. 100. Uitgaven: 334. Belegging van gelden tot vormlng van een wegenfonds. 3100 335. Vemieuiwing bestrating van de Markt en de Jongestraat. 22.900. De VOORZITTER merkt op, dat men er nu eens over kan gaan praten, op welke wijze de nieuwe verharding voor de Markt en de De Jongestraat zal worden gemaakt. De heer SCHEELE zou zeggen, laat ons dat nog maar eens wat uitstellen. Hij gelooft wel, dat het een goeden kijk op de zaak is om de Oostzijde van de Markt met andere keien te verharden, zooals in de Nieuwstraat en dan ook de Jongestraat en om aan de men schen daar te vragen wat van hun tumtjes af te staan, opdat de straat zoo breed moge- liik kan gemaakt worden, maar het oveng deel der Markt zou hij nog maar eens een jaar of 5 willen laten liggen. Hij wijst er op J j iirn.' van hoofd- dat de boomen op de Markt van lieverlede ook alien ziek worden en wel zullen moeten verdwijnen, men kan dan nog eens zien wat men daar later mee doen wil. Wat de ver- nieuwing aan de Oostzijde betreft, deze acht hii noodzakelijk, omdat dit gedeelte voor door- gaanden rijweg gebruikt wordt. De vraag is nog maar, waar zullen we het mee doen De VOORZITTER merkt op, dat de koper slakken in aanleg iets voordeeliger komen De heer SCHEELE acht dat ongetwijfeld een mooie bestrating, doch het is de vraag of die op den langen duur beter bestand is tegen het vervoer dan Zweedsche graniet. De heer GEELHOEDT wijst er op, dat in den rijksweg van Sas van Gent naar de grens door den Rijkswaterstaat ook koperslakkeien zijn gebruikt. Ze worden tegenwoordig overal aangewend en zeer geroemd. Het rijdt zach- ter en verwekt daarom minder schudden en dreunen der langs den rijweg staande wonin- gen. De heer SCHEELE heeft daar aan den april bij den heer Moggrd de Zweedsch gra- nietkeien eens geteld en kreeg er daar maar 25 op een M2., in plaats van 32 zooals burge meester en wethouders in hun toelichting schreven. De heer GEELHOEDT merkt op, dat daar allemaal verband-keien gebruikt zijn, die grooter zijn dan de gewone keien. Dit was een partijtje dat van Rijkswaterstaat is over genomen. De VOORZITTER acht deze zaak voldoende besproken en zal in stemming brengen het voorstel om voor de vernieuwing der bestra ting aan de Oostzijde der Markt en de De Jongestraat koperslakkeien aan te wenden. De heeren SCHEELE en HAMELINK mer- ken op, dat toch over de uitvoering van het werk zelf ook nog beslist moet worden. De VOORZITTER merkt op, dat daarover reeds is beslist door aanneming van den post no. 149, de bijdrage aan den kapitaaldienst voor deze uitgaaf. Het voorstel om gebruik te maken van koperslakkeien, wordt hiema aangenomen met algemeene stemmen. Hoofdstuk VII. Eigendommen, niet voor den openbaren dienst bestemd. Inkomsten 336. Batig slot overgebracht van hoofd stuk I. f 145,73. 337. Opbrengst van den verkoop van ge- meente-eigendommen. 10.200. 338. Ontvangsten wegens uitloting en oon- versie van effecten. f 10.000. 339. Bijdragen van de boofdstukken van den gewonen dienst tot het herkrijgen van vervreemde kapitalen. f 4000. Uitgaven 340. Aankoop van rentegevend goed. 14.000. 341. Aankoop van nieuiwe effecten in ver- band met uitloting en conversie. f 10.000. 342. Kosten vallende op den aankoop van rentegevende stukken. f 145,73. 342a. Teruigbetaling gelden bij verkoop van gemeentegrond. 200. Hoofdstuk VIII. Onderwijs, kunsten en wetenschappen. 2. Openbaar gewoon lager onderwijs. Inkomsten 343. Batig slot overgebracht van hoofd stuk I. f 501,36. 343a. Bijdrage van hoofdstuk VIII 2 van den gewonen dienst. f 450. Uitgaven 343b. Kosten van stichting, uitbreiding, verbouw of verandering van inriehting van gebouwen en van aankoop en inriehting van terreinen voor het onderwijs in lichamelijke oefening. 450. 344. Bijdrage aan hoofdstuk VTH-7 van den kapitaaldienst. 501,36. 7. Bijeonder gewoon lager onderwijs. In ko m s t e n 344a. Bijdrage van hoofdstuk VIH 4 van den gewonen dienst. 400. 345. Bijdrage van hoofdstuk VHI 7 van den gewonen dienst. 126,49. 346. Bijdrage van hoofdstuk VIII-2 van den kapitaaldienst. f 501,36. Uitgaven: 344b. Kosten van stichting, uitbreiding, verbouw of verandering van inriehting van gebouwen en van aankoop en inrichten van terreinen voor het onderwijs in lichamelijke oefening. 400. 347. Nadeelig slot overgebracht van hoofdstuk I. f 627,85. Hoofdstuk XVI. Geldleening. Inkomsten 348. Geldleening. Memorie. Uitgaven 349. Kosten van het sluiten van geld leeningen. Memorie. Voor zoover daarbij niet anders is gemeld, zijn de artikels der begrooting aangenomen met algemeene stemmen. De geheele begrooting wordt met algemeene stemmen vastgesteld. Door dit besluit is tevens afwijzend beschikt op het verzoek der stichting ,,Moederheil" te Breda om subsidie uit de gemeentekas en op het verzoek van de R.K. Bewaarschool te Sluiskil om een verhoogde subsidie. Gunstig is beschikt: op het verzoek der Vereeniging tot Zieken- verzorging alhier om een subsidie van f 6000; op het verzoek der Chr. bewaarschool om een subsidie van f 1500; en ten deele gunstig beschikt op het ver zoek der Cooperatieve Vruchtenveiling „Zeeuwsch-Vlaanderen" te Ter Neuzen, aan welke een subsidie is toegestaan van f 500. In de vaststelling der begrooting is tevens begrepen de goedkeuring der begrooting voor 1931 van: a. het burgerlijk armbestuur op een elnd- cijfer van 29.150; b. der gemeentelijke brandweer op een eindcijfer van f 2650; c. der commissie tot wering van school- verzuim te Ter Neuzen (kom) op een eind cijfer vein /375; d. der commissie tot wering van school- verzuim te Sluiskil nihil; e. van het gemeentelijk woningbedrjjf op een eindcijfer van afd. I 9826,36; afd. n. f 2970,33%. 10. Omvraag. a De heer VAN DRIEL heeft daarover bij de behandeling der begrooting niets willen zeggen, doch herinnert het vorig jaar reeds te hebben gevraagd naar een oplossing voor huisvesting van groote gezinnen; is daaraan al iets gedaan? De VOORZITTER: Die kwestie is onder de aandacht van burgemeester en wethouders. b. De heer VAN DEN BULCK wijst op den onvoldoenden toestand van den trap in de Roeiersgang; als daar geen voorziening wordt getroffen, zal zich ten slotte een ongeval voordoen, zooals dat het geval was met den trap in den Pelmolengang. De heer HAMELINK rioleering! De heer GEELHOEDT: gerepareerd. c De heer HAMELINK vraagt, of burge meester en wethouders nog geen antwoord kunnen geven op zijn vragen gesteld met be trekking tot handelingen van de P. Z. E M. De VOORZITTER deelt mede, dat burge meester en wethouders thans reeds voor een deel antwoord zouden kunnen geven, doch nog op een omschrijving wachten. Zij waren voomemens, zoodra ze die hebben schriftehjk antwoord te geven. Wel kan worden gezegd. dat de kwestie in een goede richting »a De heer HAMELINK wil dan wel jp dat schriftelijk antwoord wachten. De VOORZITTER sluit de vergadering.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 7