PUROL
Pijnlijke
Kloven
Gorge/ cfroog^
SPORT.
LAWDBOIIWBERICHTBE.
QBMENODB BBRICHTBN.
Pijnlijke
Kloven
verzacht en $eneest
men met
kantongerecht te ter neuzen.
VOETBAl.
ALGEMEENE VERGADERING DER
Z. L. M.
De crisisvergadering te Goes.
PROVINCIALE STATEN VAN
ZEELAND.
EEN VERMISTE JONGEN TERECHT.
(Ingez. Med.)
Th. J. V., oud 18 j., arbeider te Ter Neu-
zen, en R. V., oud 17 j., klompenmaker te
Ter Neuzen, beiden beklaagd van diefstal, zijn
vrijgesproken.
Politierechter te Middelburg.
Zitting van 18 November 1930.
De volgende zaken werden behandeld:
P. A. d. S., oud 19 j., landbouwer te Koe-
<vacht, werd verdacht, dat hij op 15 October
1930 te Koewacht Prudentia van Gremberghe
heeft beleedigd.
Eisch f 10 boete of 10 dagen hechtenis. Uit-
spraak idem.
A. E. S.. huisvrouw van C. A. v. B., oud
36 j., zonder beroep te Sas van Gent, werd
tenlaste gelegd, dat zij op 15 October j.l. te
Sas van Gent Pietemella Sol neert beleedigd.
Eisch 10 boete of 10 dagen hechtenis. Uit-
spraak idem.
G. J. E., oud 23 j., visscher te Breskens,
werd bekla!agd, dat hij op 18 October 1930 te
Breskens, Maria Maas heeft geslagen.
Eisch f 10 boete of 10 dagen hechtenis. Uit-
spraak idem.
A. H. R., oud 50 j., koopman te Soest, werd
verdacht, dat hij op 5 September j.l.
Schoondijke P. J. A. Kegels heeft gestompt
Eisch 1 week gevangenisstraf. Uitspraak
idem.
F. v. B., oud 23 j., leurder te Sas van Gent
werd ten laste gelegd dat hij op 20 October
j.l. te Sas van Gent Petrus Eeckman en Pie-
ter Jacobs heeft beleedigd.
Eisch 25 boete of 25 dagen hechtenis. Uit
spraak idem.
Strafzitting van 11 Nov. 1930.
Veroordeeld wegens overtreding
Art. 453 W. v. S.
M J K Philippine, 30 of 10 d. h.; K. D.,
Sluiskii, 10 of 5 d. h.; J S Ter Neuzen,
10 of 5 d. h.; K. K., Sluiskii, 40 of 10 d.
h.: J. D., Sluiskii, 10 of 5 d. h.
Motor- en Rijwielregl.
G. J. T. d. W., Sluiskii, 0.50 of 1 d. h.; G.
H. G., Wortegem, /2 of 1 d. h.; M. C. G.,
Wortegem, /2 of 1 d. h.; C. d. J., Zaamslag,
f 2 of 1 d. h.F. V., Eindhoven, 3 of 1 d. n.
H. M. P. C., Sluiskii, 2 X 3 of 2 X 1 d. h. I
R B., Wachtebeke, 5 of 3 d. h.; W. R., A-xel,
fl of 1 d. h.; C. J. d. J., Zaamslag, 6 of 3
d h.; J. M. H., Axel, /3 of 1 d. h.; F. v. W.,
Asisenede, 5 of 3 d. h. C. v. D Bosch-
kapelle, /5 of 3 d. h.; A. v. D„ BoschkapeUe,
f5 of 3 d. h.; L. K., Axel, 2 of 1 d. h.; F.
V Westdorpe, 5 of 3 d. h.; J. v. H., Zaam
slag, /5 of 3 d. h.; W. A. W„ schip Twee Ge-
broeders, /2 of 1 d. h.; E. H. B. H„ Gent, 2
of 1 d. h.; idem, vrijspraak; idem, vrijspraak,
C R Ter Neuzen, 2 of 1 d. h.G. v. D.,
Westdorpe, /2 of 1 d. h.; A. v. d. B„ West
dorpe, /5 of 3 d. h.; P. C., Roosendaal, 2 of
1 d. h.; F. v. A., Ter Neuzen, /5 of 3 d. h.;
L W., Selzaete, 5 of 3 d. h.; M. H., Asse-
nede, 2 of 1 d. h.; P. L. v. L„ Selzaete, 5
of 3 d. h.; C. S., Selzaete, 3 of 1 d. h.; R. E.
M Sluiskii, f 15 of 10 d. h.; G. P. V., Axel,
f6 of 3 d. h.; J. M. W„ Axel, 5 of 3 d. h.;
A P Selzaete, 2 of 1 d. h.; M N., Basse-
velde, /2 of 1 d. h.; R. A. D„ Wachtebeke,
/5 of 3 d. h.; M. V., Axel, 5 of 3 d. h.; J.
K., BoschkapeUe, 5 of 3 S. h.; P. J., Hoek.
/2 of 1 d. h.
Binnenaanvaringsreglement.
H. K., a.b. schip Essen, 5 of 3 d. h.
Alg. Pol. verordening Axel.
W. B„ Axel, 5 of 3 d. h.
Reglement op de wegen.
A. d. W., Bouchaute, 3 of 1 d. h.; C. W.,
Sas van Gent, 2 of 1 d. h.; J. d. F„ Hoek,
2 of 1 d. h.
Veiligheidswet.
G. K., Amsterdam, 3 X 300 of 3 X 30 d. h.
ZEEUWSCHE VOETBALBOND.
Afdeeling B.
Clinge—Hulst II.
Zondag had Clinge op eigen terrein te kam-
pen tegen Hulst II.
De uitslag was wederom een nederlaag voor
de Hulstersche reserves, doch deze maal met
een minimum score-verschil.
De stand der le klasse is thans:
gesp. gew. gel. verl. doelp. pt.
Sassche Boys 3 3 126 6
Breskens 4 2 1*1 1711 5
Temeuzen II 2 1 1 167 3
Clinge 4 112 913 3
Hulst II 5 1 4 4—25 1
Graauw-Hontenisse.
Te Graauw had een ontmoeting plaats tus-
schen de eerste elftallen van Graauw en Hon-
tenisse.
De jongens van den Zandberg schijnen zich
te gaan herstellen, daar Hontenisise met een
72 nederlaag naar huis werd gestuurd.
Wedstrijd ©ngeldig verklaard.
De wedstrijd Axel IITemeuzen III, welke
op 26 Oct. 1.1. gespeeld werd, is wegens het
door de vereen. Axel laten medespelen van
een ongerechtigde speler, ongeldig verklaard.
Deze wedstrijd zal op een nader te bepalen
datum op het terrein van de vereen. Temeu
zen worden overgespeeld.
De stand der 2e klasse is thans:
S.T.E.E.N.
Temeuzen III
Graauw
Hontenisse
Oranje
Axel II
gesp. gew. gel. verl. doelp. pt.
6
5
6
6
4
5
19—7
10—14
13—11
12—15
12—14
12—17
Hedenmorgen werd in het Schuttershof te
Goes de Algemeene Vergadering gehouden
der Z. L. M., die geopend werd door den alge
meenen voorzitter, den heer Mr. P. Dieleman.
Na behandeling der ingekomen stukken en
mededeelingen, kwam aan de orde contributie-
regeling voor 1931, welke het Hoofdbestuur
wilde bepaien op dezenoe bedragen ais voor
1930.
Dit werd aangenomen.
Nog kwam aan de orde de begrooting der
Maatschappij voor 1931 en werd deze na
enkele opmerkingen vastgesteld zooals zij
door het Hoofdbestuur was voorgelegd.
Op het verder verloop der vergadering
komen wij nader terug.
Na de Algemeene Vergadering van de
Z. L. M., werd heden in het Schuttershof te
Goes de crisisvergadering gehouden, uitgaan-
de van de Chr. Boerenbond van Zeeuwsch-
Vlaanderen (W. Deel), de Gewestelijke afdee
ling Zeeland van den Chr. Boeren- en Tuin-
dersbond, den Kring Hulst van den Noord-
Brabantschen Chr. Boerenbond, den Kring
Zuid-Beveland van den R. K. Diosecanen
Land- en Tuinbouwbond en van de Z. L. M.
De vergadering werd gepresideerd door den
heer Mr. P. Dieleman, Voorzitter der Z. L. M.,
die een openingswoord sprak.
Daarna werden een viertal inleidingen ge
houden.
Algemeenen toestand van den land-
bouw in Zeeland.
Voor dit onderwerp stonden twee inleiders
opgegeven, n.l. de heeren C. P. Vogelaar en
A. H. de Milliano.
De heer C. P. Vogelaar van Krabbendijke
ging in gedachten een halve eeuw terug, om-
dat in dien tijd een groote verandering be-
gonnen is in ons cultuurstelsel. In de laatste
helft der vorige eeuw, gesteund door de mach-
tige vooruitgang der techniek, konden groote
vlakke, maagdelijke gronden in Amerika,
Australie en Argentinie in cultuur worden
gebracht en met geringe kosten de oceanen
overgevoerd. Men kon den strijd tegen die
machtige productie en invoer niet volhouden,
waarbij nog kwam het verdwijnen der mee-
krapcultuur. Dit alles bracht toen een land-
bouwcrisis te weeg, welke zich enkele van
thans nog wel zullen herinneren. Door het
slechte jaar 1879 kiwam de landbouw hopeloos
in den druk en mede omdat men niet met zijn
tl'rjld was medegegaan, gingen vele boeren-
families ten gronde. Het gevolg van die
crisis is geweest, dat meest alle Europeesche
landen begonnen de voortbrengselen van eigen
bodem te beschermen. Over de resultaten
loopen de meeningen uiteen. Tot voor den
oorlog had het protectionistisch Duitschland
een welvarend, het vrijhandelsch Engeland een
ontvolkt platteland. Hier deed men niets of
bijna niets en door niet beschermen dwong
men den landbouw zijn heil te zoeken in
andere producten, die meer arbeid en risico
eischten en waarvan vele dienden voor export.
Wel werd moreele hulp ge.boden o.a. door
steun van het landbouwonderwijs, doch men
is die crisis te boven gekomen, en heeft door
organisatie veel bereikt. Door andere wijze
van werken, kon men veel expoteeren en die
artikelen die veel werk eischten en dit loste
tevens de sociale kwestie op, deed de loonen
stijgen en bevorderde een algemeenen wel-
vaart op het platteland. Men is echter bij
deze cultuur afhankelijk van een onbeperkt
afzetgebied, vrije onibelemmerde uitvoer en de
concurrentie van het buitenland. Daar vindt
men echter alom de beschermende maat-
regelen en de tariefmuren worden om ons
land steeds hooger gemaakt, niettegenstaande
men te Geneve tracht deze weg te ruimen.
Spreker vindt het best, doch laat men hier
zorgen, dat voor dit ideaal bereikt is men
hier niet onder den voet is geloopen, want er
is nog weinig hoop, dat de geest van Genfeve
in de toekomst zal zegevieren. De regeering
neemt een lijdende houding aan en voelt
weinig voor actieve handelspolitiek.
Volgens spreker zal verandering van bouw-
in weiland de werkloosheid doen toenemen en
schuilt in groote uitbreiding van fruit- en
groententeelt het gevaar van overproductie
en van inferieure kwaliteiten. Dezen weg
moet men niet op, maar men moet trachten
weer eenigszins evenwicht te brengen in de
ontwrichten oeconomischen toestand. Toen dit
oak in 1914 het gerval was kwam de consu-
ment in het gedrang en dag aan dag werden
regeeringsmaatregelen ingevoerd. De land-
bouwers hielpen toen krachtig mede, maar nu
is hij de dupe en spreker vraagt of ook nu niet
moet worden beschermd evenals in 1914.
De niet-landbouwers zagen veelal hun in-
komen stlijlgen en profiteeren nu ook nog van
de lage prijzen en producten, alleen op tarwe
en suiker sedert 1927 60 millioen. Als de
regeering kon besluiten haar connecties met de
firma Oud en Slim, agenten in vrijhandel
graan en meel te Rotterdam te venbreken,
dan zou heel wat gedaan kunnen worden om
de welvaart op het platteland te herstellen.
Spreker wijst dan op den invoer van Russisch
graan, waar bloed aan kleeft en noemt het
juist fataal, dat ook de overschotten uit de
beschermde landen, tegen elken prijs in ons
onbeschermd land geworpen worden. Wil men
en dat wil ook spreker de loonen op peil
houden, dan zal de consument ook iets hoo-
geren prijs voor zijn levensbehoeften moeten
betalen. Werkloosheid en haar gevolgen zoo
veel mogelijk te voorkomen, is een eisch van
gezonde volkshuishouding en dat een regee
ring hierbij regelend optreedt is een blijk van
wijs beleid. In veitband met de oppositie
tegen beschermende rechten wil men langs
andere wegen steun verleenen. Teeltpremies
brengen het gevaar mede van te veel produc
tie en dat weer van een zaaiverfood met al
den aanklewe van ambtenarij. Toch zal het
dien weg o,p gaan en dan raadt spreker aan
het te aanvaarden en samen te werken om
het zoo goed mogelijk te maken. Voor het
maal- en menggebod zijn alle landbouworga-
nisaties, doch men ondervindt weer veel
tegenwerking o.a. van een deel der bakkers
(spreker gelooft niet die van het platteland).
Ook is er groote oppositie tegen vermenging
van aardappelmeel, doch spreker hoopt dat al
die kleingeestige argumenten geen oorzaak
zullen zijn van verwerping van het maal-
gebod. Voor dat het weer tijd van zaaien en
poten is dienen de boeren te weten hoe het
zal gaan met de zaden, peulvruchten, aard-
appelen enz. Spreker becritiseert de hooge
spoorvrachttarieven, en zegt dan dat tot
Maart de regeering niets heeft gedaan en ook
toen bleek men het niet noodig te achten den
ergen zieken landbouw te helpen. Toch bracht
de interpellatie-v. d. Heuvel de commissie-
Lovink, maar de regeering had veel eerder
moeten ingrijpen. Of de inlichtingdienst is
onvoldoende of men sloeg er geen voldoende
acht op. Thans gaat het langzaam de goede
kant uit en men moet langs ordelijken weg
de belangen van den landbouw naar voren
brengen en daarom roept spreker de vergade
ring toe: Staat achter Uwe organisatie,
steunt haar, want slechts langs dezen weg
kunt ge, ja zult ge succes hebben.
De heer De Milliano uit Waterlandkerkje,
noemde het een heugelijk feit, en een der
weinige liehtpunten, dat de georganiseerde
landbouw in Zeeland, thans een lijn trekt en
door eend.rachtige samenwerking tracht te
redden wat nog te redden is.
Spreker ziet geen kans middelen aan de
hand te doen om de algemeene ontredderde
Europeesche staathuishoudkunde in de goede
toanen te leiden, maar wil mededeeien wat
jaar zyn oescnenaen meening kan worden
gedaan voor de zorg van het boerenibestaan.
^e Zeeuwsche boeren kennen van nabij de
Zeeuwsche stroomen met de e.bbe en den
vloed, met de in nood verkeerende schepen
en de moedige redders, die hun eigen leven
in de waagschaal stellen om dit van anderen
te redden. Spreker vergelijkt hiermede het
leven van den Zeeuwschen boer. Als hun
leven zijn gewonen gang gaat, en zl.jl met hard
iwerken een boterham kunnen verdienen voor
vrouw en kinderen, dan is ook het boeren
ja geheel het landelijk leven een gladde
effene waterspiegel, al is het dan ook bijna
altijd met eenige deining, veroorzaakt door
ziekte in de stallen, ongunstige groeivoor-
waarden van den oogst, en dergelijke zwarig-
heidjes waar de boer met gerust gemoed over
heen stapt. Maar thans in deze sombere
dagen is de wereldzee voor vele boeren een
ontstuimige kokende branding, dreigend hun
bestaan te verzwelgen. Kon men nu ook
maar elkaar toeroepen ,,Houd moed, de nood
is ten top gestegen, de redding is nabij". Maar
de reddingsbrigade werkt niet als wijlen Dorus
Rijkers. Zij ziet toe, zij overweegt, zij be-
raadslaagt, en was dit maar met een tiende
van de snelheid, die de regeering in den oor-
logstijd wist te ontwikkelen, dan had spreker
hoop, doch nu vergaat saguntum. Spreker
gaat dan na hoe in tijden, dat de graanprijzen
vroeger niet hooger waren dan thans, de
toestanden heel anders waren dan thans. De
gronidprijzen waren heel anders en dit was
ook het geval met pachten en arbeidsloonen.
Een hofstede werd in 1759 verkocht voor
61,50 per gemet, een andere in 1748 voor
/60; de waterschapslasten bedroegen toen /I
a 1,50 per H.A., het loon van een volrwassen
arbeider ongeveer f 225 per jaar, lasten be-
treffende sociale wetten waren onbekend, In
de laatste 15 jaar zijn vele bedrijven verkocht
voor prijzen van 2500 tot 3000 per H.A.,
de polderlasten 15 tot f 20 per H.A. Vele
pachters zijn eigenaars geworden, doch staan
voor ziware hypotheken. Van de verbeterin-
gen in de polders hebben de boeren zeker
profijt maar de meeste wegen zouden niet
verbetend zijn als men geweten had, dat de
bietenprijs tot 10, de tarweprijs tot 6 a 7
per 100 K.G. zou terugloopen.
Als lichtpimten noemt spreker het stijgen
van de vakkennis, het in goede banen ledden
van het landbouwcrediet door de boerenleen-
banken, het werken van den landbouwvoor-
lichtingsdienst, de landbouwmachines en de
kunstmest. Dit alles stelt de boeren niet in
staat te betalen als de prijzen der producten
zoo laag zijn.
De inkomsten zijn te laag, de uitgaven te
groot. Deize zin geldt voor alle boeren, maar
ieder practisch landbouwer, weet hoe hard
net gelag is voor den armen tobber. Die kan
niet geregeld laten werken en heeft daarom
de slechtste werkkrachten, hij heeft geen geld
en weinig crediet, en maakt den minsten prijs
omdat hij niet kan wachten met verkoopen,
temeer waar iedere koopman weet wanneer
de boer pacht en rente moet betalen.
De grond gaat naar beneden de voor-
oorlogsche prijzen, de pachten zijn onrust-
barend gestegen, de inventarissen met paar-
den 2000, koeien van 800 tot f 900 zijn
verdwenen. Alles heeft maar een denktaeel-
dige waarde meer. Als de ontwikkeling zoo
voort gaat waren de boeren beter die goede
tijden nooit te hebben gehad. Spreker komt
dan op de hooge loonen enz. tijdens den' tijid,
dat het de boeren goed ging, maar nu de
indexcijfers het voor-oorlogsche beeld naderen
wenscht niemand voor lager loon te werken.
Spreker komt dan tot de sociale maatregelen,
die zoo veel geld kosten, en zegt dat men de
sociale wetten den arbeider van ganscher
harte gunt, maar de boeren wenschen in staat
te zijn de lasten er van te betalen.
De boeren willen geen buitenlandsche rei-
zen maken en hebben hun eigen levensvreugde
in eigen familieleven, en zij morren niet over
een lange dagtaak, een zwaren arbeid. Maar
dan rest ook geeb tijd meer voor zorgen en
daarin wenscht men verbetering. Spreker
wijst dan op de distributiemaatregelen van
1914 en volgende jaren. Spreker neemt aan
dat de regeering die maatregelen moest
nemen, maar hij meent, dat de boeren er niet
voor ibeloond zijn, terwijl het toch vooral
Zeeland en in het bijzonder de beide Vlaande-
rens waren, die in die dagen Nederland voor
hongersnood hebben bewaard. In 1930 komen
dezelfde menschen, dus vooral de akkerbou-
wers in het gedrang. Nu vraagt de boer dat
men door het instellen van een maal- en
menggebod, den Nederlandschen graanbouw
in stand houdt. Men zou nu steun verwach-
ten, maar wie kan met eenige zekerheid voor-
spellen, dat het thans ingediende maalgebod
in de beide kamers aangenomen wordt?
Hoe het zij de Zeeuwsche boeren moeten zich
scharen achter de 3 groote centrale land-
bouworganisaties en hun urgentieprogramma
steunen. Moge de Regeering en de Volks-
vertegenwoordiging een open oog en oor heb
ben voor de billlijike wenschen en noodizake-
lijke verlangens. Moge het de boeren ge-
geven zijn met tijdelijken steun het zwakke
scheepje van hun bestaan door de branding
te voeren en hun bestaan in stand te houden.
Laten zij hopen, dat het hen gegeven moge
zijn hunne zonen en dochters op te voeden,
tot boeren en boerinnen als het zijn kan op
den vaderlandsche ibodem. Dat geve God,
aldus eindigde deze inleider.
De toestand van de suikerbietenteelt.
Vervolgens hield de heer J. M. van Bommel
van Vloten uit Goes een inleiding over boven-
genoemd onderwerp en herinnerde eerst aan
het aannemen door de Tweede Kamer en het
verwerpen door de Eerste Kamer van het
wetsontwerp-v. d. Heuvel, de verwerping
kwam ten deele door den tegenstand van de
principieele vrijhandelaren, verder door den
vergevorderden tijd van behandeling, door het
emstig en principieel bezwaar tegen een ini-
tiatief voorstel en ten slotte door dat de sui-
kerindustrie ten aanzien van dit wetsvoorstel
verdeeld was. De strijd onderling deed de
politicus huiverig zijn zijn stem te geven aan
dit voorstel. Ook leek het of de suikermarkt
zich ging herstellen, doch de stijging hield
helaas geen stand, en bij de bespreking in
Maart j.l. werd wederom op de noodzakelijk-
heid van steun aan de suikerindustrie gewe-
zen en eindelijk kwam de regeering met het
voorstel op suiker een compenseerend invoer-
recht te heffen van 2,40 per 100 K.G. witte
suiker. Niettegenstaande ook nu weer de vrij
handelaren protesteeren, namen beide Kamers
het voorstel aan. Spreker raamt de baten
voor den bietenverbouwer op f 2,30 per 1000
K.G. Doch dit is ten eenen malen ontoerei-
kend om de bietencultuur in stand te houden,
zulks ten gevolge van de enorme daling, die
de suikerprijs in den laatsten tijd heeft onder-
gaan, wat spreker met cijfers nader aantoont.
Sedert 1 November 1929 tot 1 October j.l
daalde de noteering te Amsterdam van 12,25
tot 6,75. Na 1 October is er een kentering
ten goede gekomen en is de prijs wederom
opgeloopen tot ongeveer 9, doch ook dit
brengt nog geen voldoende verbetering, ge-
zien het goedkooper worden der bijproducteii
en de daling van den pulpprijs. De toestand
is momenteel heel slecht en de vraag rijst,
wat de toekomst thans brengen zal. Zeker
zal ook in de beschermde landen de productie
afnemen, maar niet voldoende om ook hier
weer suiker rendabel te kunnen produceeren.
De groote, alles beheerschende vraag is of de
groote suikeiproducenten door afschaffing
der beschermende bepalingen of door het slui-
ten van een overeenkomst tot beperking der
productie er in zullen slagen de productie
wederom in overeenstemming met de con-
sumptie te brengen. Geruchten dienaangaan-
de worden den volgenden dag weder tegen-
gesproken. Voor den Zeeuwschen akkerbouw
is de ongunstige toestand van de suikerbie
tenteelt van buitengewone beteekenis. Met
een prije van f 7 tot /7.50 per 1000 K.G. is de
bietenvultuur niet in stand te houden en in-
krimping van de cultuur is onvermijdelijk en
zal onder deze omstandigheden zonder twij-
fel van grooten omvang zijn. De gevolgen
daarvan zullen voor de welvaart ten platte-
lande zeer ernstig zijn. Daarbij komt dat de
inkrinuping van de bietencultuur meer ver-
bouw van andere geWassen met zich zal bren
gen en zal het gaan als in 1922 en 1929 toen
men in plaats van bieten aardappelen ging
verbouwen met als gevolg daling van den
aardappelprijs tot een peil, waarvoor ook dit
gewas niet meer rendaJbel kon worden ge-
produceerd.
Inkrimping van de bietencultuur zal ver-
scherping der crisis medebrengen, en men zal
nog verder wegzinken in het moeras. Daar
om is er thans meer dan ooit voor de regee
ring reden om den suikerbietenverbouw en
daardoor indirect den geheelen Nederland
schen akkerbouw, krachtig te steunen.
Een invoerrecht is het eenvoudigste middel,
doch heeft als maatregel van tijdelijken aard
bijizondere bezwaren, want dan zullen de
voordeelen daarvan voor een groot deel niet
aan de producenten ten goede komen. Ook
met het oog op de huidige politieke verhou-
dingen acht spreker een produc'tie-premie het
meest aangeweizen middel om steun te ver
leenen en waar ook de commissie-Lovink dit
heeft overiwogen, vertrouwt spreker op suc
ces. De C. S. M. en de Bond van Coop. Sui-
kerfabrieken adviseeren thans tot een pro-
ductie-premie en als de regeering met spoed
voorstellen in die richting doet, vervallen ook
de andere bezwaren. Het moeilijkste is ech
ter de financieele ziijide van het vraagstuk.
Om de ongeveer 8% millioen te kunnen be
talen, die een productie-premie van 4,50 per
1000 K.G. met zich zal brengen, zou men de
afgeschafte 20 opcenten op de invoerrechten
op suiker van 22,50 kunnen herstellen. Wel
zal de consument iets meer betalen, doch het
gaat om het voortbestaan van een belangrijke
bron van Nederlandsche welvaart. Spreker
meent de wijze waarop deze kwaal van den
patient geneizen kan worden te hebben aan-
getoond en vertrouwt, dat de vergadering het
met hem eens zal zijn, dat het de plicht der
regeering is in ieder geval dit middel ten
spoedigste toe te passen am althans eenige
verlichting aan onzen akkerbouw te brengen.
Den financieelen toestand van de
landbouwers.
De laatste inleider was de heer Ir. J. Sie-
benga te Goes, die sprak over bovenstaand
onderwerp. Deze spreker meende, dat men de
landbouwers ten aanzien van den financieelen
toestand moet verdeelen in eigenaar-grond-
gebruiker; eigenaar-grondgebruiker, wiens be-
drijf met hypotheek is belast; pachters, die
van ouders of familie pachten en pachters,
die van derden pachten.
Het blijkt uit cijfers, dat de helft van den
Zeeuwschen bodem in handen van landbou
wers is en dat het eigen grond bezit van 1910
tot 1921 belangrijk is toegenomen, doeh zeer
veel er van moest men koopen en is veelal
met hypotheek bezwaard. De prijsstijging van
den grond heeft eigenlijk tot voor korten tijd
■aangehouden, hoewel het aan waarschuwing
niet heeft ontbroken, thans heeft de groote
daling van de prijizen der akkerbouwproduc-
ten ook een geweldige daling der grondprijzen
tengevolge gehad. Voor de hypotheekboeren
beteekent dit dat ze reeds geru'ineerd zijn en
het bevestigen van dit is alleen afhankelijk
van het inizioht en de welwillendheid van de
hypotheekgevers. Toch hangt het zwaard van
Damocles velen, die voor kort nog voor kapi-
talisten in den lande werden aangazien boven
het hoofd. Spreker zal niet trachten te schil-
deren de stille armoede, die reeds in vele
boerengezinnen wordt geleden.
Volgens de berekeningen van spreker heb
ben de grondgebruikers met eigen grond 56
millioen aan grondkapitaal verloren en de
eigemaar-verpachters eenzelfde bedrag. Spre
ker bepleit de billijkheid om de schatting
voor vermogens- en successiebelasting te doen
gesohieden naar de verbrudksiwaarde en niet
naar de verkoopwaarde.
Vooral ook de jonge boeren, die pas kort
in een bedrijf zitten, hehben veel verloren en
tevens hun ouders en familieleden, die hun
hielpen. Zoo staat het ook met de pachters,
door dat de pachten o.a. door het fatale
systeem van opbod, zeer zijn opgedreven.
Gelukkig zijn er grondeigenaren, die aan
een paohtopdrijving niet hebben meegedaan
en daarom is het onjuist een algemeene
pachtregeling te maken, die zoowel de goede
als de kwade zal treffen. De hooge pachten
der laatste 10 jaar zijn aanleiding geweest,
dat de pachterstand als geheel genomen, zeer
weinig financieelen weerstand heeft en onvol
doende reserves heeft kunnen vormen om
enkele kiwade jaren door te maken. Er zijn
er zelfs, die reeds hun klein kapitaal en hun
toekomstig erfdeel verloren hebben. Spreker
wil niet ontkennen, dat de groote boeren en de
pachters die op een matige pacht zaten in
den oorlogstijd schitterende jaren hebben ge
maakt, doch vele boeren hebben kapitaal in
den grond gestoken en van die reuze winsten
is thans al zeer veel ingeteerd.
Over de rentabiliteit van het landbouw-
bedrijf hebben velen een zeer overdreven
voorstelling. Aan de hand van een bedrijfs-
technische boekhouding toont spreker aan,
dat de cijfers daarvan een droevig beeld
geven van den toestand van den geheelen
landbouw, want ook op de kleinere bedrijven,
waarin de arbeidskracht van den bedrijfs-
leider een belangrijke rol speelt, wordt nog
geen behoorlijke netto-opbrengst gemaakt.
Spreker stelt nu de vragen of de boer nu
zijn bedrijf kan rationaliseeren en uit eigen
kracht de rentalbiliteitsgrens benaderen en of
hij kan bezuinigen op de bedrijfsuitgaven.
Spreker noemt verschillende bedrijfsonkosten
die niet naar beneden kunnen, en zegt dat
voor de pachten ten deze ook een grens is.
Het arbeidsloon van 900 per jaar is niet te
hoog en rationalisatie zal minder behoefte
aan arbeidskrachten dus werkeloosheid met
zich brengen. Maar dan is hp er nog niet.
Spreker wijst op de daling van de prijzen van
verschillende artikelen en vraagt wat het ge
volg zal zijn. Zullen boer en arbeider in him
armoede moeten gaan strijden over het loon.
Spreker meent van niet en zegt, dat men
allereerst het eenheidsfront moet verbreeden
m boer en arbeider moeten opkomen voor
hun gemeenschappelijk belang.
Het geheele platteland zal straks mobiel
moeten worden gemaakt voor de welvaart
van het platteland. Na de akkerbouw zullen
met Wyfcert. Dat kunt U overal
onbemerkt doen. Wybert weert
verkoudheid en besmetting e»
verkwikt Uw stembanden.
In origin, doozen
a 25, 45 en 65 cts.
(Ingez. Med.)
-c-f
andere bedrijfstakken volgen en het Neder
landsche volk moet gaan begrijpen, dat het
platteland lijdt en dat er verschenping tus-
schen stad en platteland dreigt.
Ook deze spreker herinnert ten slotte aan
de maatregelen, die in de oorlogsjaren konden
worden genomen en vraagt die thans voor
den Nederlandschen landbouw, voor boer en
arbeider, ja voor het geheele platteland. Als
de wenschen neergelegd in het urgentiepro
gramma niet met spoed en met kracht worden
ingewilligd, dan zal de toestand onhoudbaar
worden en het aantal slachtoffers niet gertng.
Thans zijn nog de volgende voorstellen van
Ged. Staten in druk verschenen:
Uitbreiding electrische centrales.
Van den Raad van Bestuur der N.V. „Pro-
vinciale Zeeuwsche Electriciteits Maatschap
pij" ontvingen Ged. Staten dd. 7 Nov. jl. een
schrijven waarin om een nader crediet van
500.000 ten behoeve van de Middengro'ep en
een van 350.000 ten behoeve van de Zuid-
groep wordt gevraagd, zulks ten behoeve van
de uitbreiding resp. van de centrale te VIis-
singen en van die te Westdorpe.
Evenals dit in dit schrijven tot uiting komt,
meenen Ged. Staten goed te doen, er ook
hunnerzijds den nadruk op te leggen, dat de
aanvrage niet zoozeer bedoelt een onmiddel-
lijke kapitaalsverstrekking, als wel het ver-
krijgen van een waarborg, dat in een, zij het
waarschijnlijk niet ver af gelegen toekomst
de beide centrales ten voile in staat zullen
zijn, aan alle aanvragen om stroomlevering
te voldoen. Tot een feitelijke uitbreiding zal
niet worden overgegaan, voordat het in hooge
mate waarschijnlijk is, dat de door den Raad
van Bestuur gekoesterde verwachtingen ver-
werkelijkt zullen worden. Ged. Staten stellen
voor overeenkomstig het verzoek te besluiten.
Subsidie restauratie St. Willi-
brorduskerk en toren te Hulst.
Ten vervolge van het in 1928 ingekomen
adres om subsidie in de kosten van herstel
van de St. Willibrorduskerk te Hulst, van
wtelk adres reeds een paar maal de behande
ling werd aangehouden, ontvingen Ged. Sta
ten dd. 30 Juni jl. van het gemeentebestuur
van Hulst en van het R.K. Kerkbestuur al-
daar nieuwe adressen om subsidie, ter vervan-
ging van de in 1928 ingezonden stukken. Nog
voordat advies kon worden uitgebracbt, ont
vingen zij van beide corporaties nogmaals
nieuwe adressen. Geldt het adres van het
Kerkbestuur meer bepaald de kerk, dat van
Burg, en Weth. betreft het herstel van den
toren, waarvan de restauratie geheel samen-
hangt met die van de kerk. Vanwege het
Departement van O. K. en W. is reeds een
uitgebreid onderzoek te dezer zake ingesteld,
en de Minister heeft zich bereid verklaard
eene Rijksbijdrage van 50 der kosten zoo
wel van de restauratie van de kerk als van
die van den toren en onderscheidenlijk tot
een maximum van 205.000 en van 7500 te
bevorderen. Onder deze omstandigheden zal
naar de meening van Ged. Staten, de Provin-
cie er zich bezwaarlijk aan kunnen onttrek-
ken om evenals zij dat reeds elders heeft ge
daan, harerzijds een bewijs van belangstelling
te geven in de voorgenomen restauratie van
deze monumenten.
De Provinciate bijdrage zal naar de in 1925
gestelde regelen voor de kerk niet meer kun
nen bedragen dan 22.000, n.l. 10 van de
eerste 30.000 en 5 van de overige
f 380.000 en ten behoeve van den toren f 1500.
In verband met het beschikbare gedeelte van
het voor dit doel uitgetrokken crediet kan
met de uitbetaling der bijdragen eerst in 1932
worden aangevangen.
Ged. Staten stellen voor de bijdrage voor de
kerk te verleenen over 10 jaar met /2200
per jaar, te beginnen in 1932 en die voor den
toren geheel in 1932, in beide gevallen later
als eerst in een later jaar met de restauratie
mocht worden aangevangen.
Subsidie restauratie Campveerschen
toren te Veere.
In 1928 werd om advies in handen van Ged.
Staten gesteld het verzoek van den gemeente-
raad van Veere om een subsidie van 750
voor de restauratie van den Campveerschen
toren. De behandeling van deze zaak is door
Ged. Staten aangehouden in verband met een
door hen dd. 23 Nov. 1928 met betrekking tot
de restauratie van den toren te Baarland aan
den Minister van O. K. en W. gezonden schrjj-
ven over mogelijk toe te passen regelen voor
een behoorlijk onderhoud van monumentale
gebouwen in 't algemeen, om daardoor zoo-
veel mogelijk tegen te gaan eene verwaarloo-
zing door den onderhoudsplichtige, welke
later leidt tot kostbare restauraties, die dan
voor het grootste deel ten laste van Rijk en
Provincie komen. Tot heden werd echter op
dat schrijven, ondankis een nader verzoek om
antwoord niets vemomen. Teneinde de res
tauratie van den Campveerschen toren
voor dien te Baarland wierd nog geen adres
ingediend met langer te vertragen, stellen
Ged. Staten thans voor om aan de gemeente
Veere, naar den gebruikelijken regel, een
subsidie toe te kennen van 10 der totale
kosten of 350 te verdeelen over de jaren 1931
en 1932.
De 10-jarige Arie Batenburg wonende Ko-
lenwagenslag te Scheveningen, wiens opspo-
ring onlangs werd verzocht, is terecht. Twee
agenten hebben hem van den Vrrjdag binnen-
gekomen logger Sch. 70 gehaald. Hij had
zich voor de afvaart aan boord verborgen,
omdat hij „gespijbeld" had en uit angst voor
straf niet naar huis durfde gaan.
EEN ERNSTIGE VECHTPARTIJ.
Zondagavond heeft in de mijnwerkerskolo-
nie Lindenheuvel te Lutterade een ernstige
vechtpartij plaats gehad. Een 4-tal Duit-
schers kreeg oneenigheid met elkander waar
bij men handgemeen geraakte en van het
mes gebruik werd gemaakt. Een 2-tal werd
emstig verwond door steken. Een van hen
is in zorgwekkenden toestand naar het Fran-
sche klooster te Sittard overgebracht. De an-
der kon, na ter plaatse verbonden te zijn, naar
huis worden vervoerd, waar hij verder ver-
pleegd zal worden. De 2 andere mijnwerkers
kwamen er zonder wonden af.