ALBEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
binhbhlanp.
Mo 8597,
MAANDAG 27 OCTOBER 1930
70e Jddirgang
FBBHlBTOf,
Vampier-Vleugel
VALKEMBURC'S-'
73)
umum- -
SKaaUBKSSHNBBMHHI
•VV
*n«n Voor olken regel
MOmnMENTSFBHS, BU> Ter Neuzer. 1,« pet 8 »»»»«-
fr oer cost f 1 80 per 3 maanden Bij voor rritbetaling fr. pe po
VoTmS. i /MS, overlge 8» /MO per 3 mums™ fr. per po.. -
Abonnementen voor bet buiteniand alleen bfl voorultbetaling.
Ultgeefster: Ftrma P. J. VAN DE SANDB.
TWEEDE RAMER.
Vergadering van Donderdag.
De voorzitter deelt mede, dat is ingekomen
een wetsvoorstel-Floris Vos tot aanvulling
van de Rcgistratiewet.
Voortgezet wordt de behandeling van ne.
ontiwerp inzake den aanbouw van kruiser en
flottiel jevaartuig
De heer Wijnkoop (comm.) betoogt, dat
Rusland het eenige land is, dat werkelijk ont-
wapenen wil. Spr. bestrijdt verder de sociaal-
democraten, die een politievloot aanbevelen,
welke echter ook het kapitalisme zou dienen.
Zonder militairisme zal het kapitalisme geen
dag langer duren.
Wanneer er thans een sociaal-democraat als
Minister van Defemsie zat, zou die principieel
geen andere houding aannemen dan minister
Deckers. Deze vlootwet werkt mede aan de
organisatie van een front tegen Rusland en
versterkt het Nederlandsche imperialisme.
De heer van Zadelhoff (s.d.) heeft den in-
druk, dat de voorstanders het eens zijn met
de critiek, door deskundigen op het voorstel
uitgeoefend, en dat millioenen worden wegge-
smeten voor onvolwaardige schepen.
GIRO 38150 TEUEFOON No. 25.
Voor elken regel meer f 0,20,
ADVERTENTI6NVan 1 tot 4 regels f 0,80 ■-
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien b« regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op
"rkrtjgbaar is. - Trending van advertentlen liefst OOn dag voor de ultg»v*
DIX BEAD VERSCHUNT IEDEREN MAANDAG-. WOENSDAG- en VRMDAGAVOND
L LEEUWARDtn
Ingez. Med.
Vergadering van Vrijdag.
Zonder hoofdelijke stemming worden aan-
genomen de wetsontwerpen tot: 1. Vaststelling
van het slot der rekening van de koloniale
uitgaven en ontvangsten voor Curasao over
1926 2. Onteigening van perceelen, erfdienst-
baarheden en andere zakelijke rechten, noodig
voor den aanleg van havens met bijkomende
werken in den Binckhorstpolder in de ge-
meente 's Gravenhage; 3. Onteigening van
perceelen, erfdienstbaarheden en andere zake
lijke rechten, noodig voor de verbetering en
den aanleg van een gedeelte van den weg van
de Meern naar Oudewater in de gemeenten
Linschoten, Montfoort en Willeskop; 4. Ont
eigening van perceelen, erfdienstbaarheden en
andere zakelijke rechten noodig voor de ver
betering en den aanleg van een weg van
Weurt naar Druten in de gemeenten Beunin-
gen, Ewijk en Druten.
Voortgezet wordt de behandeling van het
ontwerp inzake den aanbouw van een kruiser
en een flottieljevaartuig.
De heeren Brautigam, Marohant, v. d. Heide
repliceeren.
De heer Albarda (s.d.) licht toe de woorden
door hem gesproken op 30 September, die hij,
zooals hij ze gesproken heeft, ten voile hand-
haaft Spr. sprak met het oog op den mterna-
tionalen toestand, zoodat zijn rede niet ge-
richt was tot de Nederlandsche regeering,
die niet van plan zal zijn een oorlog te ont-
ketenen. Indien e6n regeering een oorlog doet
ontstaan, dan geldt voor het volk alleen het
geweten, dat boven de wet gaat.
De heer Tilanus (c.h.) constateert, dat de
heer Albarda nog in gebreke is gebleven dui-
delijk te zeggen wat hij meent.
De heer De Visser (comm.) zegt, dat onze
vloot moet dienst doen in de oorlogshetze
tegen Sowjet-Rusland van den paus af tot...
Onder voortdurend gehamer en rumoer
wordt den heer de Visser het woord ontnomen.
De voorzitter schorst de vergadering voor
een kwartier.
Na de schorsing gaf de Voorzitter het
woord aan den heer Slotemaker de Bruine.
Toen begon de heer De Visser echter weer
dermate tuimult te veroorzaken, dat de spre-
ker zidh niiet hoorbaar kon maken.
De voorzitter stelde daama voor, den heer
De Visser dien dag uit te sluiten. Dit voor
stel werd met op een na algemeene stemmen,
die van den heer Wijnkoop, aangenomen. De
stemming had onder voortdurend geschreeuw
van den heer De Visser met groofe moeite
plaats. Toen werd de vergadering weer voor
een half uur geschorst. Politie was in het
Kaimengebouw aanwezig om zoonoodig op te
treden. De uitgeslotene heeft zich edhter
blijikbaar laten overtuigen en is eigener be-
weging heengegaan.
De behandeling der vlootwet werd daarop
voortgezet. Nadat een voorstel van den heer
Alibarda, om de stemming uit te stellen, op
grond dat een lid der vergadering was uitge-
sloten, was verworpen is de vlootwet aan-
trenomen met 61 tegen 33 stemmen. Tegen
stemden de S. D. A. P., de Vr.-Dean. en de
heeren Braat, Floris Vos en Wijnkoop.
NEDERLAND EN BEEGIe.
Vrijdagmiddag heeft, naar de N. R. Crt.
meldt, de heer Th. van Welderen baron Ren-
gers in het klein-auditorium van het Acade-
miegebouw te Leiden zijn derde en laatste
lezing gehouden over de Nederlandsch-Belgi-
sche betrekkingen, beschouwd in het kader
van de intemationaal-politieke positie van
Belgie als geheel. Hij sprak als zijn meening
uit, dat de natuur geen twee landen meer
op samenwerking, ja samensmelting heeft aan-
gewezen dan Belgie en Nederland. De politiek
heeft hen echter eeuw§n lang gescheiden, en
de bijzondere politieke ontwikkeling heeft op
elk een zoodanigen nationalen stempel ge-
I drukt, dat een samensmelting, niet alleen van
Nederland met Belgie, maar ook van Neder-
land met Vlaanderen niet wel meer mogelijk
schijnt. Ook in Belgie heeft zich een nationa-
liteit gevormd wier wezen nu tijdelijk in de
schaduw staat tengevolge van den taalstrijd.
Splitsing van Belgie schijnt niet tot een wen-
schelijk resultaat te kunnen voeren. Ook de
Vlamingen hellen in den grond meer tot den
Belgischen staat over dan tot Nederland, en
Nederland heeft niet getoond een Groot-Ne-
derlandschen staat te verlangen.
Wel zou een innige samenwerking op eco-
nomisch gebied in hooge mate gewenscht zijn,
maar die cooperatie zal slechts tot zekere
hoogte verwezenlijkt kunnen worden, nu Bel
gie zich militair met Frankrijk heeft verbon-
den (niet alleen op papier maar in feite); zulk
een verhouding moet op gegeven oogenblikken
op de politiek, ook op de economische, invloed
oefenen.
Nederland, hoe gevaarlijk onze positie ook
zij, dient zrjn politieke bewegingsvrijheid te
behouden en er is dientengevolge geen ldenti-
teit tusschen de hoogste belangen der beide
landen.
Dit beletsel, voor innige politieke vriend-
schap vloeit voort uit oorzaken, die niet wor-
telen in de verhouding van de twee landen op
zich zelf, maar in het antagonisme der groote
West-Europeesche mogendheden.
Alles moet gedaan worden om te voorkomen
dat de stemming tusschen de beide landen
wordt vergiftigd. Slechts politiek noodlot
scheidt de beide staten, geen intrinsieke tegen-
stelling.
Zoolang de rivaliteit tusschen de West-
Europeesche groote staten blijft bestaan, zal
er geen sprake kunnen zijn van een volledig
heldere verhouding tusschen Nederland en
Belgie, maar wederzijds moet altijd door ge-
streefd worden naar de bevordering van
West-Europeesche toenadering, de eenige at-
mosfeer, waarin vriendschap tusschen Belgie
en Nederland en dientengevolge de Nederland
sche beschaving blijvend kan gedijen.
DE NIEUWE PACHTREGELING.
De heer Fleskens c.s. heeft op het wetsont-
werp tot nieuwe regeling van de pacht eenige
amendementen voorgesteld, o.a. strekkende
om benoorlijk verband te.leggen tusschen den
pachtprijs en de bedrijf-. esultaten, gerekend
over eenige jaren, alsmede om aan het recht
op bevoegdheid van den rechter te verbinden
om zoo noodig wijziging in den pachtprijs te
brengen.
DE ..NATIONALISTISCHE MILITIE."
Het eerste Kamerliid Mendels heeft naar
aanleiding van het antwoord van den Minis
ter van Defensie op zijn vragen in veriband
met de oprichting van een ,,nationalisti®che
militie" hier te lande nog nadere vragen ge-
steld. In de eerste plaats, of de Minister aan
leiding gevonden heeft om een onderzoek te
gelasten naar deze aangelegenhedd, teneinde
uit de resultatem van dit onderzoek zijn con-
clusies te trekken omtrent de wettigheid en
geoorlcofdheid van zulk een semi-militair in-
stituut
Vervolgens wordit gevraagd:
Moet het antwoord van den Minister alduis
worden opigevat, dat dergelijk onderzoek in-
derdaad is ingesteld, doch dat het geenerlei
positief resultaat heeft opgeleverd
Zoo neen, aoht de Minister deze aange-
legenheid dan niet van voldoende principieel
belang om zulk een oncl rzoek te gelasten en
de restiltaten daarvan met zijn oondeel
ter openibare kennis te brenigen
Acht de Minister het, afgescheiden van de
resultaten van zulk een onderzoek, niet in alle
geval onoorbaar, dat beroeps- en reserve-
personeel der Nederlandsche landmacht zich
zou belasten met de africhting van dergelilke
particuliere .militie"
EEN ZEPPELINWERF IN NEDERLAND.
Naar het „AJg. Hbld." verneemt, worden
sedert eenigen tijd besprekingen gevoerd tus
schen Nederlandsche en Duitsche vertegen-
woordigers van financieele en industrieele
kringen over de mogelijke inrichting van een
werf voor den bouw van luchtschepen in ons
lanid.
De daartoe op te richten maatschappij zou
in zekeren zin besdhouvvii kunnen worden als
een dochtenmaatsohappij van de Zeppelin-
werf te Friedrichshafen. Zij zal naar alle
waarschijnlijkhei'd haar constructie-werk-
plaatsen vestigen te Rotterdam.
Volgens onizen zegsman valt te verwachten,
dat men binnen betrekkelijk korten tijd tot
definitieve resultaten zal komen.
EEN ONWILLIGE GEMEENTERAAD.
De gemeenteraad van 's Gravenpoider blijft
oniwillig om de door den Commissaris der
Koningin vastgestelde jaarwedde van den ge-
meente-veldwachter op de begrooting te
plaatsen. De raad achtte voor de voorge-
stelde verhooging van 150 geen grond aan
wezig, waar de vel'dwachter met zijn emolu-
menten een jaarwedde heeft van 1818.
De gemeenteraad meent volgens eer en
plicht het uiterste te helbben gedaan en wil
liever met eer weggejaagd worden dan on-
eervol te capituleeren.
GELDIGHEIDSDUUR BEPALINGEN
VACCINATIE.
Ingediend is een wetsontwerp tot verlenging
van clen geldigheidsduur van tijdelijke bepalin-
gen betreffende de vaccinatie.
In de Memorie van Toelichting deelt de mi
nister mede, dat over de vraag, wat de regee
ring te doen staat met betrekking tot de tij
delijke opschorting van den zijdelingschen
vaceinatieplicht, welke opschorting met 1 Jan. I
1931 komt te vervallen, indien geen nadere j
voorziening wordt getroffen, de Encephalitis-
commissie uit den Gezondheidsraad andermaal
advies heeft uitgebracht.
Uit dit advies blijkt, dat zoowel in 1929 brj
de veelvuldige inentingen tijdens de variola- I
epidemie als in 1930 bij de in Aantal zeer sterk
verminderde inentingen aandoeningen van het
centraal zenuwstelsel zich hebben voorgedaan.
Deze feiten toonen aan, dat de overwegingen,
die tot opschorting van de vaccinatie-bepalin-
gen geleid hebben, onverzwakt gelden. De mi
nister moest wel verlenging van de opschor
ting kiezen, zoowel, omdat hij hij beweegrede-
nen van den wetgever op dit stuk ten voile
beaamt, als omdat hij zich niet verantwoord
zou achten onder gelijike omstandigheden een
maatregel, die de wetgever ter wille van die
omstandigheden trof, te beeindigen, door ont-
houding van een voorstel tot verlenging.
Vordert het voorstel tot verlenging op zich
zelf geen bijzondere toelichting, de minister
meent wel een nadere toelichting te moeten
geven van zijn voorstel, de opschorting met
twee jaar te verlengen, dus tot 1 Januari
1933. Dit houdt verband met het advies van
den hoofdinspecteur van de volksgezondheid
om zooveel mogelijk vaccinatie in het eerste
levensjaar te bevorderen. Men kan evenwel
nog niet zeggen, dat de moeilij k hod en worden
ontgaan door vaccinatie in het eerste levens
jaar. Een ervaring van den jaar is daarvoor
zeker te kort. Daarom is twee jaar voor deze
proefneming te beschouwen als een minimum,
dat voldoende kan blijken.
Wordt echter inmiddels door de onderzoe-
kers in binnen- en buitenland een oplossing
gevonden dan kan een voorstel tot intrekking
van de tijdelijke bepalingen overwogen worden.
RUSSISCH GRAAN NAAR ROTTERDAM.
Het Ruissisoh Volkscommissariaat van Ver-
keerswezen heeft naar aan de Telegr. geimeld
wordt, reprdsaille-maatregelen genomen tegen
het besluit van de Belgische regeering, om
de in/voer van Russisch graan aan speed ale
voorschriften te onderwerpen. Een 22-tal
Ruissische schepen, die met bestemming Ant-
werpen vertrokken zijn, hebben thans order
onitvangen om naar Rotterdam te gaan.
(Ingez. Med.)
HET MAALGEBOD.
De Minister vraagt een stap van het
particulier initiatief.
Vrijdagmiddag is aan het Ministerie van
Arbeid te 's Gravenhage een conferentie ge
houden met Minister Verschuur inzake het
meel- en menggebod. Aan de conferentie
namen verder deel de heeren Hetzel, Van der
Meer, Van Notten, Snapper en Hendrihks.
Langdurige besprekingen werden gevoerd
over de moeilijkheden die het maal- en meng
gebod met zich zou mede brengen. De Minis
ter gaf in overweging, dat het particuliere
initiatief met voorstelen zou komen.
Vrijdagmiddag is in ,,Parkzicht" te Am
sterdam, onder voorzitterschap van den heer
Hetzel een vergadering gehouden van de be-
sturen van de volgende vereenigingenNed.
Vereen. van MeelfaJbri'kanten, de Meelfabrie-
ken van de Ned. Bakkerij, de Ned. Vereen.
van Meelfabrikanten, de Ned. Vereen. van
Meelimiporteurs, de Ned. Bond van Graan- en
Meelhandelaren, de Ned. Molenaarsbond, de
Vereen. van Werkgevers in het Bakkers-
bedrijtf, de Ned. Vereen. van Werkgevers in
het Bakkersbedrijf, de Ned. Vereen. van
Werkgevers in het Israel. Bakkersbedrijf,
den R.K. Bakkersbond, den Bond van Christ.
Bakkerspatroons, de Vereen. van Vermicelli-
en Stijfselfabrikanten, en den Ned. Bakkers-
bond.
Besproken werd de nota van den Minister
inzake het maal- en menggebod en het voor-
stel-Snapper-Goudeket inzake fondsvorming
(teeltpremie). Breedvoerig werd een en an-
der besproken en men Meek algemeen van
oordeel, dat zoowel voor het bedrijf als voor
de consument een maal- en menggebod niet
is te aanvaarden. Omtrent dit punt werd een-
stemmigheid verkregen.
Niet was dat het geval met het voorstel-
Snapiper-Goudeket, waar de Ned. Bakkers-
bonid en de Vereen. van Meelfabrikanten
tegen waren.
Dit besluit zal aan de Minister worden
medegedeeld. (A.lg. Hbld.
ONS VEE EN BELGIe.
Het Tweede Kamerlid de heer Lovink heeft
den Minister van Binnenlanidsche Zaken en
Landibauw verzocht mede te deelen, aan welke
bijzonidere omstandigheden de plotiselinge
sluiting van den invoer van vee uit Neder
land in Belgie is toe te schrijven.
Omtrent het verbod van vee-invoer schrijft
de correspondent van De Telegraaf te Brussel:
Uit inlichtingen bij den Belgischen veeartse-
nijkundigen dienst ingewonnen blijkt ten over-
vloede, dat het vee-invoerverbod werd gehou
den uitsluitend met het doel om den Belgi
schen veestapel tegen mond- en klauwzeer te
beschermen.
Op 16 Oct. j.l. werden te Esschen drie wa
gons vee teruggezonden; bij het vee in een der
wagens waren ziekteverschijnselen geconsta-
teerd, terwijl het vee in de beide andere ver-
dacht leek. In deze wagons bevond zich vee
afkomstig uit Leeuwarden, evenals vee, dat op
de Rotterdamsche markt was geweest. Ander-
zijds bevinden zich thans in de quarantaine-
stallen van Aerendonck Ackel en Meerssel drie
tot vierhonderd dieren, waaronder verschei-
dene zijn, die met mond- en klauwzeer zijn
besmet.
Uit de berichten van den Nederlandschen
vee-artsenijkundigen dienst blijkt, dat per
week rond 900 ziektegevallen in Nederland
worden geconstateerd, terwijl er in Belgie
rond 20 voorkomen. Onder deze omstandig
heden achtte Belgie zich gedwongen het in-
voerverbod toe te passen. De volgende overwe
gingen hebben daarbij voornamelijk gegolden.
Er zijn dieren die ziek worden verzonden en
door
SAX ROHMER.
Vervolg.
HOOFDSTUK XXXII.
Het experiment.
Ik kan zeer goed begrijpen, dat degenen
die tot dusver dit relaas trouw gevoigd
hebben, er niet bepaald veel voor voelen,
om, nu het verhaal op een punt als dit
gekomen is, steeds weer met verhalen
over mijn particuliere aangelegeniheden
verblijd te worden. Daarom zal ik me
ontlhouden van een beschrijving-in-details
van onze wandeling naar huis en vol-
staan met te zeggen. dat ik, op den terug-
weg, veel te weten kwam van Val Bever
ley's omstandigheden en ongeveer niets
van de dingen, die bij het onderzoek,
waarvoor Harley en ik op Cray s Folly
waren, konden helpen.
Wat ik gedacht had, bleek de waar-
heid te zijn. Val Beverley was bij den
dood van haar vader niet onverzorgd
achtergebleven; zij had een benoorlijk
prive-inkomen en was alleen door banden
van genegenheid en groote waardeering
aan Madame de Stamer gebonden. Het
kostte me moeite, om haar bij onze terug-
komst te laten gaan, ze had zich op
onzen terugtocht al ongerust gemaakt
over Madame en ging dus, toen wij het
huis bereikt hadden, dadelijk naar bin
nen en ik bleef achter met een gevoel
dat het midden hield tusschen sterke
wondering en een groot, intens geluk,
want ik begreep, dat de liefde mij met
haar tooverstaf aanaeraakt had en dat ik
van dat oogemblik af, door zachte banden
gebonden, haar slaaf zou blijven. Ver-
geten waren de insinuaties van inspecteur
Aylesbury en «de schaduw op de jaloezie.
Ik besefte alleen, dat ik van Val Bever
ley hield, en dat mijn gevoel zoo waar-
achtig en zoo groot was, dat daarnaast
al het andere in het niet verzonk.
Manoel deelde me mee, dat een aantal
journalisten zich aangemeld had en dat de
heeren zich niet hadden laten wegsturen,
maar foto's van den rotstuin en de plaats,
waar Kolonel Menendez aelegen had,
hadden genomen. Pedro had dat niet
kunnen verhinderen, maar had hen, toen
het op inlichtingen geven aankwam,
naar Market Hilton verwezen.
op zijn bed zitten en begon dadelijk zijn
pijp te stoppen, terwijl Wessex, die zich
blijkbaar rusteloos voelde, een stoel naar
het raam sleepte en daar ging zitten. Ik
begon;
,,Ik heb een interessant gesprek met
Mrs. Camber gehad".
..Wat riep Harley uit. ,,Schitterend,
Knox. Vertel op".
Wessex keerde zich van het raam af en
luisterde zonder een woord commentaar
toe, terwijl ik verslaa uitbracht van het
bezoek, dat ik met Val Beverley op het
Guest House, gebracht had. Toen ik
ermee klaar was, merkte de inspecteur op:
-at 1-. 1 nroornn in
Ik stond nog op de stoep met Pedro te
praten, toen Harley's auto met een zadit,
staag geronk de oprijlaan kwam inrijden.
Een paar oogenblikken later stapten
Wessex en hij uit. Ik vond, dat Wessex
er nadenkend en streng uitzag maar
Harley was, voor het uiterlijk, geheel de
oude. Zijn intelligente grijze oogen
hadden hun gewone humoristische tinte-
ling en zijn mager gebruind gezicht stond
opqewekt en frisch.
Hallo, Knox!" begroette hij me. „Is
er nieuws?"
Ja", g§f ik ten antwoord. Laten we
naar je kamer gaan, dan kunnen we rus-
tig praten".
„Goed".
Inspecteur Wessex knikte. Met ons
drieen liepen we de trap op en gingen de
kamer van Harley binnen. Harley ging
111CC XV iCICii. l
„Na dit is het eenige punt, waarop in
deze zaak tegen Camber nog twijfel
mogelijk was, opgehelderd".
„Ja dien indruk maakt het teniminste
stemd'e Harley toe. „Maar wat een
typisoh verschil tusschen het verhaal van
Menendez en Mrs. Cambers... ofschoon
er wel punten van overeenkomst zijn.
Jammer, dat je het gewichtigste punt niet
ter sprake gebracht hebt
,,Je bedoelt, of ze wel eens op Grays
Folly kwam?"
,,{l)us dan verwerp je mijn theorie toch
niet geheel en al zei ik belangstellend.
,,Neen, natuurlijk niet was het ant
woord. „Er zijn uitstekende dingen in.
Knox. Je heibt een pluim verdiend voor je
ingenieus gevolgtrekkingen-maken. Maar
wat dat eene, buitengewone gewichtige
punt betreft, zijn we nog niets verder.
Daaromtrent hebben we geen gegevens.
Maar we kunnen nog wachten. t h^an
natuurlijk zijn, dat de vraag, of Mrs,
i Camber den avond voor de tragedie wel oi
niet op Cray's Folly geweest is, van het
grootste belang zal blijken. Maar aan
den anderen kant kan t ook zijn, dat het
experiment, dat ik jullie vanavond hoop
te laten zien, de zaak een geheel ander
aspect geeft".
,,Hmzei Wessex twijfelend. ,,lk
ben verduiveld benieuwd naar de expe
riment van u, Mr. Harley. Eerlijk ge-
zegd heb ik er geen flauw idee van, hoe
u t wilt aanleggen, om Camber s on-
schuld te bewijzen",
,,Neen", gaf Harley ten antwoord,
,,dat kan ik me begrijpen. De hoeveellheid
bewijzen tegen hem is ontstellenid. Maar
jij bent iemand met groote ondervinding
op het gebied van strafzaken, Wessex.
Vertel jij me nu eens eerlijk, heb je ooit
een moordzaak meegemaakt met zooveel
en zooveel overtuigend materiaal voor de
vervolging
„Nog nooit", stemde We9sex zonder
een oogenblik aarzelen toe. „In dat op
zicht is deze zaak een unicum
„Je hebt Camber gezien en gespro
ken", ging Harley voort, „en dus ben
je in de gelegenheid geweest, om je een
idee te vormen over zijn karakter en je
hebt natuurlijk in de eerste plaats omt-
dekt, dat de man verbazend knap is.
Houd dat feit nu eens goed voor oogen.
En denk dan eens aan den aard van zijn
studies en aan het feit, dat hij er niet aan
gedacht heeft, om te ontkennen, dat Voe-
doe een van de dingen is, die hij bestu-
deerd heeft. Denk aan zijn onderzoekin-
gen over het onderwerp ,,Vampier-
vleugel". Denk eraan, dat hij tegelijk
met "Menendez op Cuba geweest is
Mrs. Camber heeft dit nu ook weer ver-
teld en dat ze een keer in hetzelfde
hotel in Noord-Amerika gelogeerd heb
ben. Denk dan nog aan het geweer
onder den vloer van het tuinhuisje en als
je al die gegevens eens critisch bekeken
hebt, zeg 5an eens, of je, in je jarenlange
ervaring als detective, ooit een volmaak-
ter vorbeeld van iemand anders tot
zondebok maken gezien hebt".
,,Wat!" riep Wessex opeens opgewon-
den uit. „Wat!"
„Ik zei: iemand anders tot zondebok
maken", herhaalde Harley rustig. ,,'t Is
een eigenaardige uitdrukking, maar u
begrijpt haar wel, denk ik'
I'.Groote God!" mompelde de inspec
teur, ,,dat zou een merkwaardige ge-
schiedenis zijn".
,,De ..stoffelijke" bewijzen, of wat we
zoo zouden kunnen noemen ging Harley
voort, ,,zijn volledig te volledig, als u t
mij vraagt. Die te groote volledigheid is
juist het zwakste punt. Maar de onstof-
felijke, de psychologische bewijzen wijzen
in een geheel andere richting. Een man,
die knap genoeg is om zoo n misdaad te
beramen en dat is Camber ongetwij-
feld kan niet tegelijkertijd zoo'n ezel
zijn, dat hij een heel spoor van funeste
aanwijzingen, zijn richting uit, achterlaat.
Het is een in-elkaar-gedraaid plan, Wes
sex. Dat vermoedde ik al, voor ik Cam
ber ontmoet had en toen ik hem gezien
en gesproken had, was ik er zeker van.
En toen kreeg ik een inspiratie. Ik be
greep, dat er ergens een zwakke plek
moest zijn. Het was gewoonweg onmo-
gelijk. geographisch onmogelijk, dat dat
niet het geval was".
Geographisch onmogelijk? herhaalde
ik met iets van ontzag in mijn stem, want
de redeneering van Harley had diepen
indruk op me gemaakt.
(Wordt vervolgd.)