ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Ter Neuzensche Courant Tweede Blad. Mo. 8595. WOENSDAG 22 OCTOBER 1930. 70e Jaargang Maendag 20 Oct, 1930. No. 8594. GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. DE WESTSLUIS TE TER NEUZEN. RECHTSZAKEN. Een ernstige mijnramp. mm Hi Ulil'Tir--Til IKHBfi NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSFKM8Binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden - Brnten Ter Neuzen per post .r 1,80 per 3 maanden - Bij voor uitbetaiing fr. per post 6,60 per jaar - y0cr BelgiS en Amerika 2.25, overige Ian den 2.60 per 3 maanden fr. per post AfcoEnementea voor net bultenland alleen nil vooraitbet.aling. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. lUlgee-fBter: Simon P. J. VAN DE SANDE. ADVERTENTISN: Van 1 tot 4 regels /0.80 Voor elken regel meer 0.3C Grootere letters en clichAs wor den naar plaatsmlmte berekend. Handelsadvertentien bfl regelabonnement te gen vermlnderd tarlef, hetwelk op aanvr&ag verkrtjgbaar Is. Inzendlng van advertentien liefst AAn dag voor de nltgavo. PIT BLAD VERSCHIJNT IEBEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Kloosterzande - •cvvar VAN Vergadering van Maandag 6 October 1930, des namiddags 7 uur. Voorzitter de heer J. Huizinga, burge- meester. Tegenwoordig de leden: J. J. de Jager, L. J. Geelhoedt, D. Scheele, F. Dekker, C. A. Ver- linde, A. de Bruijne, P. F. de Bakker, H. J. Colsen, N. A. Hamelink, L. J. van Driel, C. van den Bulck, D. van Aken en W. Bedet. (2. Vervolg.) (Vervolg van punt 3.) De heer HAMELINK wil ook in 't kort iets zeggen; het was aanvankelijk niet zijn bedoe- ling bet woord te vragen. Hij meent, dat de zaak er aldus voorstaat, dat de gemeente- raadsleden zich voldoende over de waterleiding hebben uitgesproken. Hij acht het niet meer noodig, daarover thans uitvoerig te spreken, aangezien dit wel geen aanleiding zal zijn, dat menschen die destijds hun stem voor of tegen hebben bepaald, daardoor van meening zouden veranderen. Men neemt omtrent dit vraagstuk een standpunt in en houdt dit vast. Nu is door vorige sprekers wel gesproken over het al of niet nuttige en uitvoerbare van dit plan, maar toch moet ook nog telkens naar voren komen de kwestie van verplichte aan- sluiting. Daarover is men opnieuw begonnen. Wat nut kan dit nog hebben? lets nieuws valt daarover niet meer te zeggen, men aan- vaardt dit, of men aanvaardt het niet. lets nieuws was het voor spreker, te hoo- ren de bewering van den heer Scheele, dat door dokter Wallien in de vergadering der commissie het hygienisch nut zou bestreden zijn, en dat de commissie dat motief daar door had laten vallen. Indien dat zoo is, moet hij zijn leedwezen uitspreken, dat er niet twee dokters lid der commissie waren, want' dan zou de tweede het vermoedelijk wel juist an- dersom hebben verklaard. Het zou trouwens ook wel een wonder zijn, dat een waterlei ding overal elders op hygienische gronden verdedigd werd en Zeeuwsch-Vlaanderen daar- op een uitzondering zou maken. Het gaat er naar sprekers meening om, of de leden op den korten tijd die verloopen is sinds ze het rapport ontvingen en deze ver gadering een beslissing kunnen nemen. En dan wijst spreker er op, dat de leden, voor wat de cijfers en berekeningen afgaat, toch moeten afgaan op de deskundigen, op de men schen die er in zitten en er ervaring van heb ben. Al zouden de leden bet stuk 4 weken in hun bezit hebben, dan zullen ze daarover toch weinig meer kunnen oordeelen dan nu het geval is. Hetgeen in het rapport vermeld staat, zal toch de grootste maatstaf moeten zijn, om een beslissing te nemen, en het komt aan spreker voor, dat dit aan degenen die zich eenmaal v66r de waterleiding hebben ver klaard, geen aanleiding geeft thans een an- der standpunt in te nemen. Door den heer Scheele is twijfel uitgespro ken, dat men met een kleiner aantal gemeen- ten nog op denzelfden kosten-basis de water leiding kan tot stand brengen. Maar dit be- hoeft toch ook geen verwondering te baren, indien men nagaat welke zijlijnen zijn afge- vallen en vermoedelijk ook verschillende bui- zenleidingen thans nauwer konden worden ontworpen. Ook behoeven de heeren niet be- ducht te zijn, voor de garantie van rijk en provincie, want het voorstel behelst het uit- drukkelijk beding, dat het te nemen besluit slechts van kracht zal worden, indien de risico- garantie door rijk en provincie worden ver- leend. De heer Bedet schijnt het voorstel maar zeer slecht te hebben gelezen of dat over het hoofd te hebben gezien. Als hij het* geheele rapport op een dergelijke manier heeft bestudeerd, zou spreker moeten gaan twijfe- len aan zijn deskundigheid als beoordeelaar van het voorstel. Het staat eenmaal z66, dat wij, voor wat de cijfers en gegevens betreft, in het rapport vertrouwen moeten hebben. Spreker houdt zich ook vast aan de tarieven zooals die door de Commissie van Onderzoek zijn opgesteld. Die hebben, voor wat het huishoudelijk ge- bruik betreft weer gediend voor den opzet van dit plan. Ze zijn betrekkelijk niet hooger dan bij verschillende andere waterleidingen in ons land. Het is in het belang der ge meente en der streek te achten dat deze waterleiding er komt. Spreker durft er met alle vrijmoedigheid voor stemmen. De heer COLSEN zal niets zeggen over het hygienisch belang als stelling, maar kan toch wel verklaren, dat de geneesheer te Sluiskil hem in den loop van den zomer heeft ver klaard, dat zich op het werk der nieuwe fabriek ziektegevallen voordeden als een ge- volg van het gebruik van slecht water. De heer DE BRUIJNE merkt op, dat het welslagen van dit plan, als hij het goed be- grijpt zal afhangen van het besluit te nemen door de eerste 3, of door de 8 genoemde ge- meenten. Hij acht het bezwarend om hier- over te gaan besluiten, zoolang de oude maat schappij nog bestaat. Hij zou die eerst aan den kant willen doen en dan eens over het nieuwe plan gaan praten. De VOORZITTER wil in de eerste plaats iets zeggen over het door den heer Colsen geopperde bezwaar, dat er niet voldoende tijd voor de voorbereiding zou geweest zijn. De voor-vorige week is deze zaak hier besproken met de verschillende betrokken gemeentebe- sturen, en hebben deze zich verbonden, de behandeling van het voorstel binnen een be- paalden tijd te doen afloopen. Waartoe zou het leiden, om de zaak nog aan te houden? Om thans nog personen die zich van meet af aan tegenstander der waterleiding verklaard hebben te bekeeren, is niet mogelijk. Men kon er zich aan verwachtenhetgeen in deze vergadering gebleken is dat hun tegenstand zich weer zou openbaren, met de motieven die daarvoor vroeger reeds zijn aan- gevoerd. Wordt een beslissing aangehouden en op de lange baan geschoven, dat ontketend men weer een hetze in het geheele district, hetgeen niet in het algemeen belang is. De heer SCHEELE: Nu worden de tegen- standers overrompeld! De VOORZITTER weerspreekt dit. Wan- neer men in aanmerking neemt op welke wijze de tegenstanders nu een jaar of 5 hebben gewerkt, hoe zij op minder nobele manier tegen het plan zijn opgetreden, kan het toch niet verwonderen, dat men daar tegen eenigs- zins waakzaam is. Men moet niet uit het oog verliezen, dat die oppositie is gevoerd voor j personen die geen verantwoordelijkheid hebben voor den gang van zaken in ons district, of in onze gemeente. Het besluit om de waterleiding tot stand te brengen is eenmaal genomen. Er waren buiten ons omstandigheden die beletten voort te gaan en het ging er nu alleen om, een vorm te vinden dat dit w61 kan geschie- den. Dit is thans gelukt en in het den raad toegezonden rapport neergelegd. Het onder zoek heeft uitgewezen dat dit geadviseerd plan uitvoerbaar is, en dat dit bovendien de latere toetreding van andere gemeenten niet in den weg staat. Men zal het toch niet kunnen goedvinden, dat gemeentebesturen die iets voor hunne ge meenten willen bereiken, ten deze gebukt moe ten gaan onder het juk van tegenstanders, die de kwestie anders bezlen en dat voor hunne gemeente niet wenschen? Op tal van manieren is door allerlei personen getracht de zaak af te breken. De stand van zaken bij de tegenwoordige waterleidingmaatschappij draagt spreker zal niet zeggen het kenjnerk van sabottage, maar het lijkt er toch veel op. Er is ter ver gadering gebleken, dat voor ontbinding geen statutiaire meerderheid was, maar de voor- standers van ontbinding hebben toen het standpunt ingenomen, dat zij dan het voort- werken toch wel zouden tegenhouden, door eventueel geen goedkeuring te hechten aan een voorstel om 10 te storten op de aan- deelen. Is dat praat van verstandige men schen Tegenover deze menschen bewandelt men nu den zachtsten weg, maar men kan zich door hen toch niet laten ophouden, en moet hen de gelegenheid ohtnemen de zaak verder tegen te werken. Er is een reden om deze zaak spoedig te beslissen. De gemeentebesturen hebben tegen over den Commissaris der Koningin en elkaar de belofte gedaan, dat eerst de 3 gemeenten in het Oosten en daarna de 5 in het Westen, binnen 4 weken een beslissing zouden nemen, opdat de garantiekwestie in de najaarszitting der Staten nog aan de orde zou kunnen wor den gesteld. Daartegen kan geen bezwaar bestaan. De aangebrachte wijzigingen, zijn slechts van relatieven aard. Men moet ten slotte in deze vertrouwen hebben in de des kundigen. Als hjj zijn meening zou moeten zeggen, dan is het, dat men over dit voorstel feitelijk zonder discussie zou kunnen beslis sen. Hij wilde niettemin gaarne ieder zich in voile vrijheid laten uitspreken. Dit is het geen hij naar aanleiding der vraag van den heer ColSen meent te moeten zeggen. De bezwaren door den heer Scheele naar voren gebracht, zijn ook onderschreven door den heer Bedet en anderen. Hij heeft er zich op beroepen, dat deze groep zooveel kleiner was en de exploitatie mogelijkheid alzoo ook kleiner. Hij ziet dan echter over het hoofd, dat de raming voor het groote plan 5 millioen bedroeg en thans voor de 8 gemeenten juist de helft minder, voor de 3 slechts 1% mil lioen. Dan moet hij voorts ook niet uit het oog verliezen, dat er juist verschillende van de minst gunstig gelegen gedeelten afvallen, als daar zijn Graauw, Hontenisse, Ossenisse e.a. Die krijgen straks ook nog wel de gelegen heid, doch dan zal de onderneming eenige sta- biliteit hebben. Tegenover de desbetreffende opmerkingen geeft spreker ook te kennen, dat men zich niet bevreesd zal behoeven te maken, dat men de lasten van anderen moet dragen. Het plan is in verschillend opzicht kleiner, er zijn ook watertorens vervallen, er behoeven geen bui- zen gelegd te worden naar alle uithoeken en de buizen konden ook van iets geringere af- meting genomen worden. Dat is ook zoo in het vierde district. De aansluiting van het Westen legt op het Oosten geen bijzondere lasten. De heer SCHEELE: Maar voor het Westen heeft men toch een groote buisleiding noodig? De VOORZITTER: Omdat het in het Wes ten in hoofdzaak huisverbruik betreft en daardoor de opbrengst procentsgewijs hooger is, dekt het Westen de daar te maken aanleg- kosten. Ook is het percentage groote wonin- gen daar grooter. Verder valt er op te wijzen, dat, indien. de 3 gemeenten in het Oosten alleen het besluit namen, de waterleiding nog rendabel kan zijn. Komen de 5 uit het Westen er bij, dan wordt het voor ons niet ongunstiger. Het gaat dus over 3 of over 8 gemeenten. Dan is ook de vraag geopperd, of de Indus trie er gebruik van zal maken, en ook, waar- om de industrie geen verantwoordelijkheid draagt. Spreker moet zich over die zaak ver wonderen. Het is de bedoeling een maat- schappij te vormen van publiekrechtelijke in- stellingen. Hoe zou men een naamlooze ven- nootschap als aandeelhoudster an zoo'n combi- natie kunnen opnemen? Door medewerking van die vennootschappen zou dit in de toe- komst kunnen leiden tot finaneieele gevolgen die voor de gemeenten minder gunstig zouden zijn. Die N.V.'s zouden de finaneieele verant- woording niet kunnen dragen die de gemeen ten hebben. Door de industrieen als afnemer voor de waterleiding te hebben, is men des te meer gewaarborgd, dat het plan kans van slagen zal hebben. Onjuist acht spreker ook de bewering, dat de overheid de Verplichting tot aansluiting zou opleggen en zij daartoe niet het recht zou hebben. De overheid legt die verplichting niet op, dat doet de vennootschap gesticht door de gemeenten, waaraan zij vrijwillig deelnemen. De 8 gemeenten doen daarin samen en de daaruit gevormde vennootschap draagt de verantwoordelijkheid voor het wel slagen der zaak, en moet daartoe over den noodigen waarborg beschikken. Zij behoort zich dus er voor te wapenen, dat ze geen" te groote verliezen gaat lijden als een gevolg van de welbekende kat uit den boom kijkerij van de ingezetenen. Zij is dus genoodzaakt verplichte aansluiting te vorderen. De heer SCHEELE: De Regeering eischt het! De VOORZITTER: Dat beteekent nog niet, dat de overheid het vordert. De vennootschap is er toe genoodzaakt dien maatregel door te voeren om het te leenen kapitaal zeker te stellen. En wat de soepele toepassing betreft de raad kiest zelf zijn college. Hebben de leden dan z66 weinig vertrouwen in burge- meester en wethouders? De heer SOHEELE: In dit geval zeker. De VOORZITTER merkt op, dat men zich daaraan niet, als aan een laatste stroohalm moet vastklampen. Hij vertrouwt, dat elk college verstandig genoeg zal zijn. om niet tegen beter weten in de menschen te dwingen voor wie dat redelijker wijs niet noodig is. De opzet van het plan is inderdaad om de ver plichte aansluiting soepel toe te passen. Hij heeft vertrouwen in de wethouders, dat ze in dat opzicht in aanmerking zullen nemen, dat we moeten samen leven. De heer SCHEELE: Ze staan goed onder tucht! De heer BEDET: Ze moeten! De VOORZITTER meent, dat men zich niet ongerust behoeft te maken. Op Schouwen heeft de praktijk bewezen, dat thans reeds 99.5 is aangesloten in een gemeente waar men 495 handteekeningen had weten te ver- krijgen op een adres aan den gemeenteraad waarin deze verzocht werd te stemmen tegen aansluiting aan de waterleiding. en tegen de verplichting. De raad heeft gemeend toch tot aansluiting te moeten besluiten. En ziet daar het resultaat: terstond zijn bijna alle percee- len aangesloten! De heer DE BAKKER: Maar dat was geen water van St. Jansteen! De VOORZITTER: Zeker, geen water van St. Jansteen, doch dat doet er niet toe. Ik haal dit aan als bewijs, dat we even als daar met het plan kunnen doorgaan. Men heeft daar, ondanks het adres, ofschoon met be- klemd gemoed een besluit genomen om aan te sluiten en de verplichting op te leggen en komt na den grooten tegenstand tot 99.5 aan- sluitingen. Dat is de praktijk. Men moet zich over die verplichte aansluiting wezenlijk niet zoo moeilijk maken. De heer SOHEELE: Waarom houdt men daar dan zoo aan vast? De VOORZITTER: Op die manier draait u in een cirkel rond. Wat nu de industrie be treft, we stellen er alien prijs op, deze als gebruiker te krijgen en moeten daarom, met een laag tarief, het gebruik door de industrie aanwakkeren. De heer SCHEELE zou, waar de industrie om een waterleiding gevraagd heeft, deze goed* laten betalen. De VOORZITTER vraagt, waarom de heer Scheele zich over het tarief voor de industrie zoo moeilijk maakt. Het tarief voor huishou delijk gebruik, dat tot algemeen genoegen was gewijzigd, is aldus gehandhaafd. Dat ta rief is billijk. Men heeft nu kans gezien om het voor industrieel gebruik nog iets goed- kooper te zetten, teneinde daardoor het ge bruik door de industrie aan te moedigen, het geen toch de rentabilitedt der onderneming zal verhoogen. Men doet daarm^de een wel- daad aan de streek. Wat de tram betreft, indien men deze geen goedkoop tarief kan geven, zal deze zichzelf helpen en mist men een groote afneemster, die ondanks dat goedkoope tarief de onder neming versterkt. Ook is aangehaald, dat men het op deze wijze de inwoners van Axel en andere gemeenten waar de leiding zal door- loopen, gemakkelijk maakt, indien daaraan water zou geleverd worden. Och, welk be zwaar kan daar tegen zijn, als men aan die menschen tegen een met 50 verhoogd ta rief water levert, waarvan de maatschappij eventueel winst geniet? Het gevolg van het heffen van een hooger tarief zal zijn, dat de burgers dier gemeenten bij hun bestuur zullen gaan aandringen op aansluiting. Spreker vindt dat het nog niet zoo kwaad is, als men met het dienen van de belangen der ge- meenschap ook tevens zijn eigen belangen kan dienen. Men kan het betreuren, dat die menschen dan meer zullen moeten betalen, siren g»«, vOTul verLroutru. net zijn de postmeesters, die er over te beslissen hebben of bedoeld drukwerk ja dan neen „een separatistische strekking" heeft en die dus ook de aanvaarding mogen weigeren. TER NEUZEN, 22 October 1930. ..FLIEREFLUITERS OPONTHOUD". 't Was jl. Maandag niet druk bezet in het .Concert- en Bioscoopgebouw'' ter gelegen heid der opvoering van ,,Flierefluiters opont- houd" van den auteur A. M. de Jong, door het giezedsohaip ,,De Flierefluiters onder leiding van de heeren De Jong en Walther Smith. Dit kon eemigazins verwadht vrorden. t Was een reprise van een kort geleden gegeven udtvoe- ring, die bovendien door zeer ongunstige om- sitamdigthaden is beinrvloefd geweest. En dit was jammer voor het geaelschap, dat thans een zo<5 keurig verzopgde uitvoering van dit stuk gaf, dat de bezoskers geheel medeleefden met de verschillende tafreelen die achiter- elkaar voor het voefclicht warden gebracht. De heer Walther Smith, die thans de rol van den Flierefluiter speelt, gaf daar- van een meesterlijike vertolking". Cisca Kremer gaf weer veel van haar spel te genieten als „Merijntje", evenals haar tegensipeeilster Maentje Pam als „Bloze Kriekske". Niet min der was zulks het geval met Hans Briining met zijn u&tbeeWing van den Pastoor, en van mervr. R. de la MarKley als ,,Jans(ke zijn buishoudster. Het spel boeide van begin tot eind en de optredenden werden herhaalde malen hartelijk toegejudcht. Nadat het plaatsen van een dam in het bui- tensluishoofd gisteren met behulp van de drij- vende bok is voltooid, is de aangevarem eb- deur van haar steunpunt gelicht en ter zijde f. vercomeren uu numemsat mci lugang vcm 17 Dec. a.s. vrijstelling van den dienstplicht voor goed verleend. Politierechter te Middelburg. Zitting van 21 October 1930. De volgende zaken werden behandeld: R. U. C., oud 24 j., kantoorbediende te Wachtebeke (B.), werd ten laste gelegd dat hij op 4 September 1930 te Sas van Gent Bertha Dublent bij hare keel heeft gegrepen, bij de borst heeft gestompt en met een schop heeft geslagen. Deze zaak werd 3 weken uitgesteld om nog 2 getuigen te hooren. H. d. K., oud 19 j., monteur en K. D., oud 20 j., arbeider, beiden te Axel, werden ver- dacht dat zij op 6 September j.l. te Axel A. J. Sol hebben geslagen en geschopt. Eischieder 20 boete of 20 dagen hecht. Uitspraak: idem. J. F. A., oud 29 j., werkman te Ter Neuzen, werd beklaagd dat hjj op 6 September 1930 te Ter Neuzen J. A. F. van Rossem en J. J. van Rossem heeft geslagen en geschopt. Eisch: 20 boete of 20 dagen hecht. Uitspraak: idem. E. v. d. K., oud 27 j., klompenmakersknecht te Clinge, werd ten laste gelegd dat hjj op 14 September 1930 te Olinge (B.) Christina van Puitjvelde met een mes of een scherp voorwerp heeft gestoken. Eisch: 14 dagen gevang. Uitspraak: 14 dagen gevang., voorw. proef- tijd 3 jaar en f 20 boete of 20 dagen hecht. H. G., oud 25 j., schippersknecht te Eede werd verdacht dat hij op 16 September 1930 E. van Raeman heeft geslagen. geen aeze voor ae td. c. m. neen. goimm. Tot zijn opvolger werd bij acclamatie geko- zen de heer P. Scheelede Putter, die zeide deze functie te aanvaarden, al voelt hij hoe moeilijk hot is den heer Welleman te vervan- gen. Spr. dankte voor het vertrouwen in hem gesteld. De heer D. W. Lindenbergh werd herkozen als lid van het dagelijksch bestuur van de Algemeene keuringscommissie voor de keu- ring van gewassen. Aan mej. M. Reichardt werd op de meest eervolle wijze ontslag verleend als leerares bij het Landbouwhuishoudonderwijs en goed- gekeurd de benoeming van de dames G. Crrjns te Maastricht en P. M. Leenhouts te Retran- chement tot leeraressen bij dat onderwijs. Daar gebleken is, dat de heer H. van Gors- sel reeds in 1877 toetrad als lid van de afdee- ling Tholen, werd hij benoemd tot lid van ver- dienste der Z. L. M. Inzake de comtributieregeling werd het voorstel aangenomen van het Dag. Bestuur om deze in 1931 gelijk te doen zijn aan 1930. Thans kwam in behandeling de begrooting 1931, aanwijzend in ontvang en uitgaaf 27906,30 met 110,80 onvoorzien. De eenige post die aanleiding tot bespre- king gaf werd gecombineerd met het volgende punt der agenda, namelijk de bespreking Kringtentoonstelling 1931. Op een vraag van den heer Gast of er vol- gend jaar een kringtentoonstelling zal wor den gehouden, antwoordde de secretaris, dat Noord-Beveland besloot geen tentoonstelling te houden, doch wel ligt het in de bedoeling in dien kring een hoofdbestuursvergadering, een ledenvergadering en een rijtoer te houden en daaraan wellicht een demonstratie of iets dergelijks te verbinden. De heer De Regt zegt dat Noord-Beveland het houden van eene tentoonstelling in een anderen kring ook goed zou vinden. De heer Vogelvanger zegt dat het tekort nette manier te werk gaan en zoo mogelijk in tegenwoordigheid van den minister de cri sis bespreken. De Secretaris geeft toe men het goed moet zeggen en vindt bijv. het lang uitblijven van het maalgebod een schande. De Voorzitter acht het nog niet den tijd voor een protest, wel voor een goede bespre king en dit zoo spoedig mogelijk in overleg met den minister. Hiertoe wordt besloten en zal de vergadering vermoedelijk in de tweede helft van November plaats hebben. Inzake de samenwerking met andere orga- nisaties wordt besloten ook over de sprekers met haar te onderhandelen, terwijl de heer Zwagerman de wenschelijkheid naar voren bracht om voor ieder onderwerp twee inlei- ders te hebben voor het geval een zaal te klein zou zijn. De heer Gast bracht nog naar voren den weinigen steun, die voor de tertiaire wegen wordt verleend en wees er o.a. ook op, dat met het Zijpe-veer niet uit het groote plan voor wegen wilt nemen, maar dit kan toch best en op land helpt men zich voorloopig nog wel. De Voorzitter zeide, dat er door de Groning- sche maatschappij van Landbouw gedacht is aan 200 per K.M. voor tertiaire wegen, te vinden uit het wegenfonds. Van den Polder- bond. die ook een onderzoek instelt, is nog geen rapport bekend. Er kan wel iets af voor deze wegen. Spr. wil echter wachten op den polderbond. De heer Gast brengt het idee naar voren, dat de Z. L. M., de Polderbond en Ged. Staten samen brj den Minister aandringen op eene wijziging in de regeling van uitkeeringen voor wegen. De Voorzitter acht dit een goed idee, al zal het heel wat strijd kosten. De heer Scheele zou willen zien, dat de taxatie der gronden in de calamiteuze polders .gijutwium - -rtn —rrivrc, i urrpen uo-i plaatse moest worden uitigekeerd en dus mede betaalden aan plaatsen met meer werkeloos- heid. Spreker zou gaarne zien, dat de com missie ten deze nog eems gegevens in Zealand verzamelde. Het bleek, dat de veirgadering in meerder heid voor dit Pitelsel was en de heer Stevens voorzitter der commissie zeide, dat de com missie bedoel'de gegevens zal trachten te ver- zamelen. Besloten werd te Zierikzee een getooufw te stiohten voor het laiidibouwhuislhoudoinderwijs. Naar aanleiding van het punt ./bespreking van de uitvoercontrole op uien", was van den Kring Axel de wensch ingekomen, om de con- troie niet voor 15 September te laten werken, wat thans ook de heer Dees (Waarde) krach- tig onidereteunide. De Voorzitter braoht nu dank aan den heer Hank en voor den steun van den Wilhelmina- polder onidervonden met den proef van het Ibietenzaad en riep dien steun ook in voor den proef met het meatvee. Biji de rondvraag towamen nog enkele zaken aan de orde en toon den heer De Bucto worden geantwoord, dat van het werken voor een veiibetering in den hanidel in peujvruchten vooralsnog niet veel te verwachten is. De Voorzitter sloot tegen 5 uur, de vergade ring, die dus bijna vier uur geduurd had. Daarover ontleenen wij aan de N. R. Crt. het volgende: Uit Aken meid't men, dat in de mijn Anna H bij Ailsdorf Dihsdagmorgen om 7 uur 20 een hevige onitploffing is ontstaan. De schacht- toren is omgeslagen. Verscheidene honder- den mijnwerkers zijn bedolven. Vol gens een nader bericht heeft de ontplof-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 5