Op etke wond Purol
Bieten rooien
PUROL
aardappelen rooien en andere land-
arbeid, veroorzaakt kloyen in de
hand en en maakt ze ruw en pijnlijk.
I>it verzacht en geneest men met
Doos 30, 60 en 90 ct.
(Ingez. Med.)
Burgemeester en Wethouders niet juist voor-
komt.
Waar het hier echter gaat om een bedrag
van 16,24 stellen Burgemeester en Wethou
ders voor voor ditmaal het gevraagde tekort
te dekken.
De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat hij
hi) de besprekingen in de vergadering van
18 Juli 1.1. inderdaad niet had gedaeht aan
de kinderen van de bewaarscbool. Aangezien
het gevraagde bedrag niet groot is, meenden
Burgemeester en Wethouders over deze kleine
tekortkoming te kunnen heenstappen, en het
verzoe'k in te willigen.
De heer HAAK heaamt, dat indertijd is
gerekend op pl.m. 600 schoolkinderen; dat
was echter gebaseerd op die van de lagere
school. Geen van alien heeft men hier om de
kinderen der bewaarschool gedaeht, en daarom
heeft hij er ook zijn stem van laten afhangen,
of er meer dan 300, dat was 50 cent per kind,
van gemeentewege zou besteed worden, Hij
kan nu echter met dit voorstel goed meegaan,
want hij gelooft wel, dat ieder het goed zal
vinden, dat ook de kinderen der bewaarschool
getracteerd zijn. Hij zou de feestcommissie
moeten prijzen, dat ze het zoo zuinig gedaan
h ebb en. Naar hij vemam heeft het maar 10
cent per kind gekost. Hij kan aan het voor
stel ten voile zijn stem geven.
Het wordt met algemeene stemmen aan
genomen.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders om aan den heer A. Hoste ontslag
te verleenen als lid der commissie tot
wering van schoolverzuim en te benoe-
men een lid In diens plants.
Ingekomen is het navolgende schrijven van
den heer A. Hoste.
Door zijn vertrek uit de gemeente Zaamslag
ziet ondergeteekende zich genoodizaakt met 1
October e.k. te bedanken als lid der commissie
tot wering van schoolverzuim.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
aan gemelden heer met ingang van heden
■eervol ontslag te verleenen onder dankzegging
voor de door hem in de commissie tot wering
van schoolverzuim beiwezen diensten.
Voor de benoeming van een nieuw lid, welke
benoemd dient te worden uit de groep onder-
wijzers hij het ibijzonder onderwijs worden
door Burgemeester en Wethouders aanbe-
volen: 1. Jacob Kosten; 2. Geert Wigers.
Het voorstel betreffende het verleenen van
ontslag wordt met algemeene stemmen aan-
genomen, en over te gaan tot de benoeming
van een nieuiw lid.
De VOORZITTER noodigt de heeren Wisse
en Dekker uit, met hem het stembureau te
vormen.
Met 9 stemmen wordt benoemd de heer J.
Kosten. Op den heer Wigers is 1 stem uit-
gebracht.
11. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders om voorloopig niet over te gaan
tot uitvoering van een door de vvegen-
commissie In Zeeland opgemaakt plan
tot verbetering van den weg tusschen
den Provincialen weg van Ter Neuzen
naar Axel, ongeveer bij Driewegen en
den weg van Walsoorden naar Hulst,
ongeveer bij Rustwat.
Door de commissie zijn een viertal ontwer-
pen gemaakt:
a. zoogenaamd groot ontwerp.
b. zoogenaamd groot gewijiizgd ontiwerp.
zoogenaamd klein ontwerp.
d. zoogenaamd klein gewijzigd ontwerp.
De lengte van de te maken nieuwe wegen
bedraagt bij plan a en c 14.385 M. en bij plan
b en d 12.280 M.
Plan a kost 765.000; b 660.500; c
694.400 en d 591.400.
De lengte van het gedeelte dat bij de ge
meente in onderhoud is en dat verbeterd zou
moeten worden bedraagt pl.m. 1100 M., t,w.
het gedeelte van de Groenstraat tot aan de
Waterleiding en een 125tal meters van Wed.
Galle tot achter de begraafplaats.
Voor groot ontwerp is de nieuwe kruins-
breedte berekend oip 9,20 en benmen 1,75 M.
en klein ontwerp 7,20 M. en bermen 0,75 M.
De kustbaan zou breed worden 4,50 M. en
zal bestaan uit;
Klein plaveisel van Zweedsch graniet of
andere daaraan gelijk te stellen steensoort op
een gewalste fundeering van steenslag met
daarlangs aanwezige of te leveren kantsteen.
Voor zoover beschikbaar worden de uit-
komende keien in de fundeering verwerkt.
Gverigens wordt een vlijlaag van brikken
aangebracht.
Zooals hierboven reeds is gemeld bedraagt
de lengte van het gedeelte, dat verbeterd zou
moeten worden en dat in onderhoud is bij de
gemeente plus minus 1100 M.
Volgens Burgemeester en Wethouders ver-
strekte inlichtingen zouden gemelde 1100 M.
eene uitgaaf vorderen van f 38.000.
75 van dit bedrag zou worden verkregen
uit het wegenfonds, zoodat voor rekening der
gemeente blijft 9500.
Aangenomen nu, dat de gemeente dit geld
zou kunnen leenen tegen 4% dan zou als
dit geld werd geleend in den vorm van een
annmteit en verdeeld over 30 jaren per jaar
kosten f 583.214 of rond f 600.
Waar voor eenige jaren bedoeld wegs-
gedeelte aanmerkelijk is verbeterd en naar de
meening van Burgemeester en Wethouders
in behoorlijken staat verkeert en voldoende
breed is voor het daarop bestaande verkeer,
stellen wij U voor voorloopig op het plan niet
in te gaan.
Bij het doen van dit voorstel heeft boven-
dien voorgezeten, dat met het oog op de
minder gunstige tijdsomstandigheden geen
nieuwe uitgaven op de begrooting dienen te
worden gebracht. Geen enikel lichaam be-
trokken bij de voorgestelde plannen heeft
voor zoover bekend nog eene beslissing ge-
nomen, zoodat met 't nemen van eene defini-
tieve beslissing met het oog op de geringe
lengte die voor rekening der gemeente komt
wel gewacht kan worden tot meerdere beslis
singen zijn genomen.
De heer HAAK verklaart zich met het voor
•stel van Burgemeester en Wethouders goed
te kunnen vereenigen. De weg van de ge
meente is een paar jaren terug verbeterd. Hij
zal niet zeggen, dat deze er bij ligt als een
bolbaan, maar als alle wegen z66 lagen, zou
het best gaan. Hij is er huiverig voor, om
daaraan nu weer een bedrag van 9500 te
besteden. Het is nu bovendien een tijd van
groote malaise en moeten we trachten zooveel
mogelijk alle uitgaven te vermijden.
De heer D. DEES verklaart ook zeer goed
met het voorstel accoord te kunnen gaan. Het
wordt alles bijeen een groot bedrag, en daar
om zou hij er maar van afzien.
De heer DE REGT vraagt, of Burgemeester
en Wethouders het oog hadden op plan A
of B?
De SECRETARIS antwoordt hem, dat die
plannen voor het deel gemeenteweg geen ver-
schil in kosten van uitvoering maken; dat
betreft alleen het groote plan van af den
Provincialen weg tot bij Rustwat, c en d
betreffen smallere bestrating.
De VOORZITTER merkt op, dat Burge
meester en Wethouders vonden, dat het ver-
schil in de kosten tusschen het groote en het
kleine plan zoo gering was, dat, indien tot
uitvoering werd overgegaan, het groote plan
zou behooren te worden uitgevoerd.
Burgemeester en Wethouders achten den
bestaanden weg voor de passage die hier is
van wege de gemeente voldoende; ze zijn blij,
die zoo gelegd te hebben.
Bovendien moet ook rekening worden ge-
houden met de belangen der polders. Als de
gemeente op het voorstel zou ingaan nopens
haar gedeelte, dan komen de polders voor him
gedeelte weg in een moeilijke positie. De
Zaamslagpolder b.v. zou er een belangrijk
offer voor moeten brenigen.
De heer BAKKER vraagt, of de gemeente
ook kan worden gedwongen tot uitvoering van
het plan.
De VOORZITTER gelooft dat niet, maar in
elk geval zullen Burgemeester en Wethouders
dan toch nog wel eens eerst worden gehoord.
Voorloopig zou hij zich daarover geen zorg
maken.
De heer BAKKER: Zouden ze het dan zoo
laten liggen?
De VOORZITTER gelooft niet, dat ze dit
zullen doen. Hij deelt mede in een vergadering
van de provinciate wegencommissie al eens
te hebben bepleit, dat het niet meer dan bil-
lijk zou zijn, dat de provincie dezen weg
ovemam. De bestaande wegen zijn voor de
behoeften van den landbouw voldoende. Ze
voldoen echter niet meer aan den nieuweren
toestand voor het zoo modeme verkeer. Doch
daarvoor moeten de lasten niet gelegd worden
op gemeenten en polders. Het is wel jam
mer, dat de automobilisten uit de gemeente,
die zooveel aan belasting in het Wegenfonds
bijdragen er zelf niet van kunnen genieten.
De provincie behoort daarom aan deze wegen
iets te doen. Zeer noodzakelijk is het, dat
zij de verbinding tussohen het Oostelijk en het
Westelijk deel eens in orde brengen, Het is
daarom jammer, dat men daarmede niet
begint.
De heer HAAK meent, dat er ook nog over
zou te praten zijn, als het gevaar bestond, dat
het eindje gemeenteweg onveranderd tusschen
te vemieuiwen wegsgedeelten zou blijven
liggen. Gezien echter de groote getallen
waarvoor de polders, met name de Zaamslag
polder er voor het eind van St. Anna tot den
weg der gemeente bij betrokken is, verwacht
hij niet, dat deze er, in verband met de crisis
in den landbouw aan zal medewerken. Ieder
zou er zeker voor gevoelen, dat men een
mooien weg kreeg, maar op deze wijze is het
voor de .gemeente te bezwarend. De weg
wordt zoowel door ingezetenen als door men-
schen van buiten de gemeente gebruikt. Wat
is er tegen, dat de provincie den weg over-
neemt
De VOORZITTER; Te meer, waar de
provincie zoo gelukkig geweest is, den provin
cialen weg HulstWalsoorden te kunnen
overgeven aan het Rijk. Die weg is goed, toch
worden daaraan groote kosten besteed voor
vemieuwing, maar de slechte wegen blijven
liggen.
De heer DE KOEIJER: Het is niet anders,
De heer WISSE meent, dat men toch ook
niet uit het oog moet verliezen, dat de pro
vincie reeds 75 procent in de kosten wil be-
talen; zij houdt zich dus niet afzijdig.
De VOORZITTER: Maar niettegenstaande
dat, blijven het toch nog groote sommen, die
de polders moeten bijbetalen. En dan onder
de tegenwoordige crisis, is dit bezwarend.
De heer WISSE wijst er op, dat toch nie-
mand weet, of dit een blijvende toestand is.
Het zal toch ook weer wel eens veranderen.
We kunnen alien toch zien, dat de wegen niet
meer aanpassen aan de eischen van dezen tijd.
De weg is niet bereidbaar, niet alleen voor
automobielen, maar ook voor fietsers. Er
stoat allemaal water aan den kant van den
weg en als men auto's tegen komt, dan weet
men als wielrijder niet waar men blijven moet.
De weg is te smal. Men kan het nu nog wat
uitstellen, maar het zal er ten slotte toch van
moeten komen, dat men er wat aan doet.
De VOORZITTER voegt hiertegen aan, dat
hij: gelooft, dat we nog maar aan het begin
van de crisis zijn, dat het nog erger zal wor
den en best 10, 20 jaren kan duren. Hij ver-
wijst naar de crisis van de 90tiger jaren. Toen
heeft het ook jaren geduurd, eer de toestand
zich herstelde. De prijzen van vele producten
zijn thans lager dan toen, terwrjl de productie-
kosten hooger zijn. Voor de polders zijn de
bestaande wegen in elk geval nog goed en het
kleine aantal auto's in de gemeente thuds be-
hoorend, kan geen motief zijn om zoo'n duren
weg te leggen. Het grootste gebrek wordt
gevoeld door de menschen van buiten de ge
meente en het gaat nietaan daarvoor groote
lasten te gaan leggen op de polders. Daar
komt nog bij, dat alle polders nog niet eens de
leeningen ten laste van den bestaanden weg
hebben afgelost. Stonden ze, om het zoo eens
uit te drukken in dat opzicht bianco, dan was
het nog wat anders.
De heer WISSE acht verbetering van den
weg hard noodig; dat zal ieder moeten toe-
geven.
De VOORZITTER vermoedt, dat de heer
Wisse de neuzen toch ook wel al eens geteld
heeft en dat, indien Burgemeester en Wethou
ders met een voorstel waren gekomen om van
gemeentewege aan de verbetering mee te
werken, hun voorstel toch weinig kans zou
hebben om aangenomen te worden. De heer
Wisse weet ook wel, dat dit vallen zou, met
zoo en zooveel stemmen.
De heer WISSE erkent ,dat de wegen, in
den tijd dat ze gelegd zijn, goed waren. De
tijden zijn echter veranderd en men moet zich
aanpassen. Nu zijn ze niet meer voldoende.
Als men in deze tijden, als men op den weg
moet rijden omdat het zijpad vol water staat
bij duistemls met een rijwiel op den weg is,
en men komt een auto tegen die de lichten
niet dooft, dan is het levensgevaarlijk, dan
weet men niet waar men blijven moet.
De heer DE KOEIJER meent, dat het gaat
over het deel gemeenteweg. Dat is door de
gemeente verbeterd en niet levensgevaarlijk.
Waarom zal men daaraan nog meer kosten
gaan besteden. Dat is overbodig.
De heer WISSE: Dat deel weg is het beste
van het slechte, maar overbodig zou verbete
ring daarvan niet zijn.
De heer BAKKER stemt toe, dat het thans
geen trjd is, om zulke groote dingen te gaan
doen ,maar anders acht hij in het gezegde
van den heer Wisse veel waars. Ieder die
met de fiets op den weg komt, weet, dat hij
niet weet waar zich te bergen, als hij een auto
tegen komt. Het fietspad is maar een korten
tijd per jaar inderdaad geschikt voor de wiel-
rijders. Verbetering, verbreeding van den
weg is dus zeker wel noodig. De aangeboden
plannen zijn echter te groot. Evenwel: iets
zal er toch ook z.i. moeten gedaan worden.
De tijden veranderen, v66r 20 jaar had je
zulke dingen niet. Toen was het een schoone
weg, maar nu niet meer voldoende.
De heer WISSE: De plannen zijn niet te
(Ingez. Med.)
groot, maar de kosten te hoog.
De heer HAAK meent, dat men wel wat
is afgedwaald; het gaat toch over den ge
meenteweg en daaraan is nu die van den polder
aan vastgekoppeld. Hij zou zeker vooralsnog
er niet op in willen gaan en een afwachtende
houding aannemen.
Met algemeene stemmen wordt het voorstel
van Burgemeester en Wethouders aange
nomen.
12. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot herbeplanting van het Dorps-
plein.
Het zal niet ontgaan zijn, dat vele olmen-
boomen, staande op het Dorpsplein, zijn aan-
getast door de z.g.n. Iepenziekte.
Te voonzien is, dat binnen enkele jaren de
meeste boomen zullen zijn gestorven. Waar
reeds verschillende boomen dood zijn en die
natuurlijk gerooid moeten worden zal van de
beplanting alsdan geen behoorlijk geheel meer
overblijven.
Al hoewel het ons spijt een dergelijk voor
stel te moeten doen stellen wij U voor ons
machtiging te willen geven om de boomen te
verkoopen en te doen rooien.
Wij zouden dan willen planten deels plan-
tanen deels linden op het plein waar geen
plantsoen is aangebracht en op het plant-
soentje lijsterbessen en op de hoeken waar dit
schikt een kastanje.
Wij verzoeken U eveneens ook daarvoor
machtiging te willen verleenen.
De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat
het aan Burgemeester en Wethouders spijt,
dat ze met dit voorstel moeten komen. De
heeren zullen vermoedelijk echter zelf wel een
kijkje hebben genomen. De uitbreiding der
ziekte noodzaakt, tot het opruimen der boo
men over te gaan. De olrnen moeten er uit.
Dat is in geheel Nederland het geval. De
boomen zullen niet veel opleveren, daar ze
voor werkhout nog niet geschikt zijn. Hoog-
stens zouden er kunnen gebruikt worden voor
schelfbalken.
Bij een telling bleken er 59 boomen te staan.
Deze staan echter 7 M. van elkaar en Bur
gemeester en Wethouders hebben overwogen,
dat dit voor de boomen die men wenisoht te
planten wel 9 a 10 M. kan zijn.
In het parkje aan de Zuidzijde zouden zij
geen groote boomen willen planten, omdat
deze dan alles overschaduwen.
Spreker was dezer dagen op de kweekerij
van den heer Van der Have en heeft daar
naar jonge boomen gekeken. De linden en
platanem zijn voor een gulden of 3 te koop.
Er zal met een 50 kunnen worden volstaan,
Dat zou dus zijn 150, benevens 50 voor het
planten. Aangezien er thans uit geheel Neder
land aanvragen komen naar linden en plata-
nen, wegens het opruimen van iepen, zouden
Burgemeester en Wethouders reeds thans een
besluit wenschen te nemen, teneinde op de
noodige boompjes beslag te kunnen leggen.
In November aanstaande kunnen ze nog ge-
plant worden.
De heer WISSE informeert nog, of men met
50 wel toekomt. Hem komt dat aantal weinig
voor.
De VOORZITTER bevestdgt, daarmede wel
toe te komen. Men moet rekenen, dat er aan
de zuidzijde geen komen. Deze boomen moe
ten niet te dicht opeen staan, de kruinen moe
ten kunnen uitgroeien.
De heer WISSE zou voor beplanting van
het dorpsplein de voorkeur geven aan
kastanjeboomen. Een plataan is zoo mager.
De heer HAAK acht het jammer, dat het
met de boomen zoo geloopen is, en deze dood
gaan. Hij zou gaarne zien dat in het park om
den anderen lijsterbessen en vuurroode doom
werd geplant. Dat heeft hij in Holland gezien
en ook bij Gent en dat maakt een mooi effect.
Die doom bloeit in het voorjaar en wordt ook
niet groot.
De heer D. DEES gaat met het voorstel
accoord; hij heeft er verleden jaar al naar ge-
vraagd, wat Burgemeester en Wethouders
dachten te doen. Ze gaven toen te kenrnen nog
eens te willen afwachten. Hij beschouwt dit
voorstel als hun definitief antwoord. Hoe lan-
ger men wacht, hoe meer er dood gaan. Hij
gevoelt ook meer voor kastanjes. Zijn die
duurder
De VOORZITTER vermoedt, dat die een
gulden of vier kosten.
De heer D. DEES vraagt, of zonder meer
kan worden overgegaan tot het opruimen der
boomen. Kan men dan geen last krijgen in
verband met de Boschwet?
De heer VAN HOEVE veronderstelt, dat het
gemeentebestuur eerder kans beloopt een
schrijven te krijgen op grond van de Boschwet
met opdracht die boomen op te ruimen.
De heer D. DEES veronderstelt, dat de
boomen bij verkoop niet veel zullen opleveren.
De VOORZITTER: We hebben ook niet op
een groote opbrengst gerekend.
De heer DE KOEIJER: Misschien zijn er
liefhebibers die de boomen willen hebben voor
het rooien.
De heer BAKKER is niet voor kastanjes,
niet alleen, dat de jongens daar veel naar
gooien, om de vruchten te bemachtigen, in
den tijd dat die gaan rijpen, maar de bladeren
worden vroeger geel en vallen ook vroeger
af; linden blijven langer groen en de bladeren
zijn ook fijner. Op de hoeken zou men zilver
linden kunnen planten. Dat komt toch niet
veel duurder uit. Voor platanen gevoelt hij
niet veel.
De heer WISSE verklaart zich ook wel met
lindeboomen te kunnen vereenigen; hij had
het bezwaar tegen kastanjes door den heer
Bakker aangevoerd niet ingezien, maar daarin
zit veel waars. Hij zou het maar aan het
Dagelijksch Bestuur willen overlaten.
De heer HAAK vraagt, of Burgemeester en
Wethouders voomemens zijn voor de levering
te laten inschrijven.
De VOORZITTER acht de levering van de
jonge boomen moeilijk voor aanbesteding vat-
baar, omdat er zooveel verschil is in de te
leveren waar. In den loop van dit jaar zag
hij daarvan het voorbeeld, brj het bezoek aan
twee kweekerijen. Soma verschilt het als de
dag brj den nacht; dan kan er natuurlijk ook
prijsverschil zijn.
De heer HAAK: Men kan toch de te leve
ren waar omschriiven en dan, als er inschrij-
vingen gekomen zijn, eens gaan kijken. De
Voorzitter zal nu natuurlijk voorliefde heb
ben voor de kweekerij die hij onlangs zag.
Maar er zijn toch ook nog anderen, die even-
zeer goede planten zullen leveren. Hij is v6<5r
aanbesteding.
De heer DE FEIJTER acht het ook moei
lijk, om die boomen aan te besteden; als men
na de aanbesteding hier en daar moest gaan
kijken, zouden Burgemeester en Wethouders
zeker meer reiskosten moeten uitgeven, dan
het voordeel dat bij aanbesteding behaald zou
kunnen worden. Als men goed kan koopen,
acht hij dat 't beste en voordeeligste. Hij is
in deze tegen aanbesteding.
De heer HAAK zal er geen voorstel van
maken, doch gaf zijn denkbeeld slechts in
overweging.
De heer VAN HOEVE merkt op, dat men
een tusschenweg zou kunnen nemen; Burge
meester en Wethouders zouden enkele be-
kende kweekers kunnen aanschrijven, met ver-
zoek een aanbieding te doen. Dan gaat dat
wat kalmer, dan bij publieke inschrijving.
De heer WISSE meent, dat er ook wat voor
aanbesteding zou te zeggen zijn, als er kwee
kers in de gemeente woonden, maar nu dit
het geval is, staat men vrij.
De heer HAAK acht het denkbeeld van den
wethouder Van Hoeve een goed idee; het zou
anders den schijn hebben, alsof men maar bij
dien 66nen, door den Voorzitter genoemden
kweeker terecht kon.
De VOORZITTER zegt toe, dat Burgemees
ter en Wethouders met ue gemaakte opmer-
kingen en gegeven adviezen rekening zullen
houden.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt met algemeene stemmen aange
nomen.
13. Voorloopige vaststelling der rekening,
dienst 1929.
Onder overlegging van de noodige beschei-
den stellen Burgemeester en Wethouders
voor de rekening, dienst 1929 vast te stellen
als volgt:
a. Gewonen dienst
het bedrag der ontvangsten 110.091,01 '/2
het bedrag der uitgaven 97.315,59%.
b. Kapitaaldienst
het bedrag der ontvangsten f 26.423,46, het
bedrag der uitgaven f 24.361,85.
De rekening van het gemeentelijk electrisch
bedrijf
a. afdeeling I totaal baten 20.895,45,
totaal lasten f 20.895,45.
b. afdeeling II totaal kapitaalsinkomsten
f 4835,96, totaal kapitaalsuitgaven f 4835,96.
De heer HAAK deelt namens de commissie
van ondenzoek mede, dat hij en de heer Bak
ker de rekening hebben onderzocht. De heer
A. Dees was niet ter vergadering gekomen.
Het onderzoek gaf tot geen op- of aanmer-
kingen aonleiding, zoodat tot voorloopige
vaststelling wordt geadviseerd.
Met algemeene stemmen wordt ald/us be-
sloten.
De heer HAAK herinnert, dat indertijd de
regeling bestond, dat werken boven de 50
moesten worden aanbesteed. Later is die f 50
veranderd tot boven de 100. Nu heeft het de
aandacht getrokken, dat er toch nog werken
die meer dan f 100 kosten niet bij aanbeste
ding doch eemvoudige opdracht worden uitge
voerd. Hij acht dat niet juist en zou liever
zien, dat dit bij aanbesteding gebeurde, dat
zou z.i. voor de gemeente ook nog wel voor-
deeliger zijn, indien de gemeente-arcbitect
verschillende van die werken combineerde en
de uitvoering dan wend aanbesteed.
De VOORZITTER noemt de opmerking
juist; Burgemeester en Wethouders zijn dahk-
baar dat het bedrag tot 100 is verhoogd,
maar de praktijk leert, dat men toch nog voor
moeilijke zaken komt te staan. De architect
gaat in het voorjaar wel een en ander na en
er wordt dan getracht te combineeren en aan
te besteden, maar er komen altijd onivoorziene
werken bij.
Ook is niet alles in een bestek te omschrijven.
B.v. het metselwerk aan het gemeentehuis, in
verband met het aanleggen der centrale ver-
warming. Dat kan men pas zien hoe het moet,
als men er voor staat, en vervalt er dan in
opdracht te moeten geven, zonder aanbe
steding.
De heer VAN HOEVE haalt ook nog voor-
beelden aan. I)e commissie is vermoedelijk
geivallen over de rekening van den timmer-
man. Deze is nogal hoog geloopen. Het is
juist dat den architect in het voorjaar ge-
vraagd wordt alles op te geven. Er kan ech
ter wel eens wat vergeten worden en ook
komt men voor onvoorziene voorvallen. Zoo
was er verleden jaar in't voorjaar ineens een
sneeuwploeg noodig. Daarmede kon men toch
niet wachten om die aan te besteden, daar
was haast bij noodig, en die heeft nogal een
hoop geld gekost.
In een ander geval bemerkt men, dat in
zake het onderhoud van de voetpaden planken
over slooten vemieuwing behoeven. Dat moet
dan ook terstond gebeuren. En zoo geraakt
men een hoop geld kwijt, en komt er van den
timmerman zoo'n hooge rekening.
De heer HAAK spreekt de hoop uit, dat de
gemeente-architect, als hij dit leest, met de
gemaakte opmerkingen rekening zal houden.
Het zou voor de gemeente toch voordeeliger
zijn.
14. Aanbieding gemeentebegrooting voor
den dienst 1931.
Door Burgemeester en Wethouders wordt
aangeboden de gemeentebegrooting voor
den dienst 1931, op een eindcijfer van
f 104.612,39%.
Alvorens deze in behandeling te brengen,
zullen de leden een afschrift der begrooting
thuis gestuurd krijgen.
15. Benoeming lid van de Plaatselijke
School-Commissie.
Ingekomen is het navolgende schrijven:
Door z'n tegenwoordige werkzaamheden, die
vermoedelijk nog wel eenigen tijd zullen duren,
ziet ondergeteekende zich genoopt ontslag te
nemen als lid van de plaatselijke commissie
van toezicht op het Lager Onderwijs in deze
gemeente.
Hoogachtend,
C. MISSU.
Naar aanleiding van dit schrijven stellen
Burgemeester en Wethouders voor aan den
heer C. Missu onder dankzegging voor bewe-
zen diensten eervol ontslag te verleenen met
ingang van 15 October a.s.
Overgelegd wordt ter benoeming van een
opvolger van den heer Missu de navolgende
door de Plaatselijke Schoolcommissie en door
Burgemeester en Wethouders opgemaakte
aanbeveling
1. Ferdinandusse W. M.;
2. Dees-van Biere J.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
de benoeming te doen ingaan 15 October a.s.
Het voorstel wordt met algemeene stem-
men aangenomen.
De heer WISSE drukt zijn spijt uit, dat de
heer Missu ontslag heeft genomen, daar het
moeilijk zal zijn, om nog iemand in de com
missie te krijgen, die hem, wat de capaciteiten
betreft, zal kunnen vervangen.
Met 7 stemmen wordt benoemd de heer
Dees-Van Liere; op den heer Ferdinandusse
zijn 3 stemmen uitgebracht.
17. Omvraag.
a. De heer A. DEES vestigt er de aan
dacht op, dat de rioleering aan 't Zaamslag-
sche Veer niet in orde is. Het is dezen zomer,
bij slagregen, voorgekomen, dat daar een
woning onder water kwam te staan. Hij ge
looft, dat het goed zou zijn de buizen eens te
ontgraven en opnieuw te leggen.
De VOORZITTER gelooft ook, dat daaraan
wat zal moeten worden gedaan. De gemeen-
tewerkman heeft er ook al eens iets van ge-
zegd. De buizen zijn in een gedempte sloot
gelegd, en de ondergrond was misschien wat
slap, doordat ze verzakt zijn.
De heer A. DEES merkt op, de rioleering
te bedoelen van af den smid naar het Veer;
die is aan het begin maar 10 c.M. dag, het-
geen wel te nauw is. Na een regenbui stond
het water in de schuur van den heer Dieleman
Dat is ook al niet zooals het behoort.
De VOORZITTER: We zullen er eens naar
kgken.
De heer VAN HOEVE wijst er op, dat het
midden op 't Veer een hoog punt is en het
water daar bij regen wegvioeit naar een lager
punt, in dit geval naar den Zuid-Westkant,
terwijl het bij het bedoelde huis te langzaam
door het riool wegvioeit. Hij gelooft ook, dat
het niet in orde is. In dat huis is inderdaad
wat water binnengekomen, het was niet zoo
erg, maar het zou toch niet meer gebeuren,
omdat het daar inmiddels al wat opgeknapt
is. Toch is het wel goed, dat het eens goed
onderhanden genomen wordt. Voorts heeft er
ook al eens een verstopping plaats gehad bij
den smid. De rioolbuizen leggen daar wel al
25 jaar, want toen spreker daar'20 jaar ge-
ieden in de buurt kwam wonen, lagen ze er al.
Of ze met de noodige zorg zijn gelegd, betwij-
felt hij.
De VOORZITTER herhaalt, dat er naar zal
worden gezien.
b. De heer BAKKER vestigt er de aan
dacht op, dat het straatje, van uit de Roze-
marijnstraat leidende naar de nieuwe bijzon-
dere school, zeer nauw is. Met het oog op het
daardoor voor de kinderen bestaande gevaar,
zou het gewenscht zijn, dat het straatje van
de zijde der Rozemarijnstraat niet mocht be-
reden worden. Van de andere zijde levert het
minder bezwaar. Als er een wagen of auto
door komt, weten de kinderen zich niet te
bergen.
De VOORZITTER gelooft ook, dat het een
goede maatregel zou zijn, daar de straat veel
te smal is. Hij zal er eens met de wethouders
over spreken.
De heer D. DEES vraagt of die inrit mag
verboden worden.
De SECRETARIS merkt op, dat dan de
politieverordening moet worden gewijzigd en
er een bord moet worden geplaatst.
De heer D. DEES merikt op, dat de men
schen die daar achter land hebben, dan nogal
een eind zullen moeten omrijden.
De heer WISSE acht dat een kwestie van
gewoonte.
De VOORZITTER vindt het jammer, dat
het huis van den heer Lensen daar staat, an
ders kon daar een breeden ingang gemaakt
worden.
De heer WISSE zou het nog beter vinden,
indien de weg van het terrein kon worden
doorgetrokken naar de Axelsche straat. Dat
van dat pad nog steeds door velen gebnuik
gemaakt wordt bewijst, dat die behoefte be-
staat. f
c. De heer WISSE wijst er op, dat de
bank bij het park stuk is en vraagt, of er niet
wat fatsoenlijker banken zouden kunnen ge
plaatst worden.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders daarover reeds ge-
sproken hebben. Zij zouden in het komende
jaar daarin wenschen te voorzien. Zij helbtaen
ook al gelnformeerd naar banken met leunin-
gen. Die kwamen nogal duur. In elk geval
is het wel de bedoeling wat mooiere banken
te plaatsen.
d. De heer WISSE vraagt, of de centrale
verwarming al gereed is en of die al toe-
proefd is.
De VOORZITTER antwoordt bevestigend.
Zij is reeds tweemaal beproefd, er moest toen
hier en daar nog wat aan de isolatie ver
beterd worden, doch zij kan worden gebruikt.
De volgende vergadering zullen de heeren er
wel van kunnen profiteeren.
e. De heer DE REGT informeert naar het
werk voor verbetering van het straatje in den
weg naar De Griete.
De VOORZITTER deelt mede, dat men met
het graven van de nieuwe sloot is begonnen,
en nu vermoedelijk tot de lage weide van den
heer Scheele zal gevorderd zijn. Daar zal men
moeten eindigen, omdat het de bedoeling is,
dat lage gedeelte op te voeren met grond van
de bieten, die op de haven zal achter blijven.
De heer DE REGT acht het een bezwaar,
dat het werk niet gereed is. Hij dacht dat
men het juist met het oog op het drukke ver-
voer wat vroeger had willen uitvoeren.
De VOORZITTER acht het voor het ver-
voer geen bezwaar, daar men toch niet buiten
de telegraafpalen kan rijden. Er is met het
werk niet vroeger begonnen kunnen worden,
ook al omdat de inschrijving bij de gehouden
aanbesteding te hoog was en Burgemeester en
Wethouders er iets anders op hebben moeten
vinden om het werk uit te voeren. Ze wtllen
nu ook eerst afwachten over hoeveel grond
van de bieten ze de beschikking zullen krij
gen, om dan na te gaan welke hoeveelheid
nog moet worden aangevoerd. De gTond
komende uit de nieuw te graven sloot is ook
al niet voldoende voor het dempen der oude
en voldoende ophooging van het terrein.
De heer DE REGT meent, dat er toch moei-
lijkheden voor het verkeer zullen ontstaan, als
Burgemeester en Wethouders nu de duiker
zouden willen gaan opbreken om die te ver-
De VOORZITTER: Het ligt niet in ons
voomemen dat nu te doen.
f. De heer HAAK heeft gemerkt, dat bij
Butler de rioleering was opgegraven. Er is
daar echter een groote put blijven liggen,
waaruit dus blijkt, dat de uitgegraven grond
bij het vullen niet voldoende was aangestampt.
Die put heeft daar 10 tot 12 dagen gelegen
en was zeer gevaarlijk voor het rijden.
De VOORZITTER vermoedt, dat dit een ge-
volg is geweest, van het plaatsen van een
eerepoort. Er was daarvoor aan de ingezete
nen vergunning gegeven, onder voorwaarde,
dat het herstellen van de schade aan de be
strating moest hersteld worden onder toezicht
van den gemeentearchitect. Maar hoe gaat
het aanvullen van de putten? Dat geschiedt
dikwijls doormenschen die van dat werk geen
verstand hebben en veel te laat gaan stampen.
Als het dan later gaat regenen, krijgt men de
verzakking.
De heer HAAK acht zoo'n put zeer gevaar-
igk voor het verkeer. Als men daar met zjjn
wagen inkomt, krijgt men een hevigen sehok
en loopt gevaar de veeren te breken.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat
Burgemeester en Wethouders hierop toch nog
al het oog houden; bij Dieleman is de weg na
het werk aan de rioleering al ten derden male
gelicht. Mocht het nog gaan zakken, dan zal
het verder hersteld worden.
De heer D. DEES merkt op, dat, al wordt
de voorwaarde gesteld, dat die putten onder
toezicht van den architect moeten worden ge-
vuld, dat wel niet gebeurd is.
De VOORZITTER schorst de openbare ver
gadering, die overgaat in een zitting met
gesloten deuren.
Nadat de vergadering weder openbaar is
geworden, wordt deze door den VOORZITTER
door het uitspreken van het dankgebed ge
sloten.