1 HI
ss a
3
c
383 3$ 3.22
§28
I L l L L L L L
.X
■S
S s 5 o
c
*2 M
o B
.6°;
IS
•P.S
00 s
2 S
a
a->|o s
deld bedrag per leerling ter zake van de kos-
ten, bedoeld bij artikel 55 der Lager Onder-
wijswet 1920 onder e tot en met h en o als-
mede die van instandhouding voor de open-
bare scholen voor gewoon lager onderwijs is
bepaald op 9.68 en voor de openbare school
voor uitgebreid lager onderwijs op 27,81;
overwegende dat het aantal leerlingen vol-
gens den maatstaf van artikel 28 zesde lid
dier wet over 1928 der volgende scholen be-
droeg:
School voor gewoon lager onderwijs der
Vereen. voor Christelijk onderwijs (school in
de Jozinastraat) 213;
alsvoren der Ver. voor Chr. onderwijs te
Driewegen 95;
alsvoren der Ver. voor Chr. Onderwijs te
Sluiskil 61.
alsvoren der Ver. voor Chr. Volksonderwijs
209(4
alsvoren van het U.K. kerkbestuur St.
Willibrord 179%;
alsvoren der stichting R.K. Verpleging en
opvoeding 140%;
school voor U.L.O. der Ver. voor Chr. On
derwijs (school aan de Grenulaan) 17%;
school voor U.L.O. van het R.K. kerk
bestuur St. Willibrord 32;
besluit
A. het bedrag der vergoeding bedoeld bij
artikel 101 der Lager Onderwijswet 1920 over
1928 voor de volgende scholen vast te stellen
op:
1. voor de school voor gewoon lager on
derwijs der Ver. voor Chr. Onderwijs (school
aan de Jozinastraat 213 X 9.68 2061,84;
2. alsvoren der Ver. voor Chr. Onderwijs
te Driewegen 95 X 9,68 919,60;
3. alsvoren der Ver. voor Chr. Onderwijs
te Sluiskil 61 X 9,68 590,48;
4. alsvoren der Ver. voor Chr. Volksonder
wijs 209% X 9,68 2025,54;
5. alsvoren van het R.K. kerkbestuur St.
Willibrord 179% X 9,68 1737,56;
6. alsvoren van de stichting R.K. Verple
ging en Opvoeding 140% X 9,68 1362,46;
7. voor de U.L.O. school der Ver. voor Chr.
Onderwijs (school aan de Grenulaan) 17% X
32,63 579,18;
8. voor de U.L.O. school van het R.K. kerk
bestuur St. Willibrord 32 X 32,63 /1044.16.
B. Het verschil met hetgeen over 1928 als
voorschot op die vergoeding is uitgekeerd
aan de betrokken schoolbesturen uit te be-
talen, zooals dit op den bij dit besluit behoo-
renden staat is aangegeven.
STAAT betreffenae verrekeniing der vergoe
ding ingevolge artikel 101 der Lager On
derwijswet 1920 met het krachtens artikel
103, 3e lid, verleende voorschot op de ver
goeding over het jaar 1928 aan de na-
vermelde vereenigingen en instellingen
voor bij-zonder lager en uitgebreid lager
onderwijs verstrekt.
o
■-
c c
2 (D 4)
tfi
01
3
o u'S
o <u
-•a mOf
ho°fcu
cOl
rS
■o 2-aootj
oo
tuo
c
CO
c
<v
C T3
O) C
.2.
IS
b£ o
C O
2
3
T3
a
CTJ
T Tt to Oh CN CO O
GO lO CO 00<O CO CO
*-> CN
r r r r r r t
M o> m or-
R R R t:
rf CO
m in
CO 00 2
q in in in cT q ro "t
GO CO Q rr h- CO Tf CO
go co in go in co rf go
"s R RRI5
cd
c
5.
"o
o
W)
03
-J
o
o
g 3 go
3 O
w Cuo C W
Z
c
tUO
Jr. cj O
3 .2
O 'C 3
Q cn
U
r\
O
c c
O t_
o o
£.2.2 S
•o
3
o
O .3
o-o
JZ <u
CJ O
CO
cig.
a
CO <U
3
a>
•J=3
u T3
3 Ci 3 3
oX) o V?
MO O
33 O
c o
iix
>o:
Met algemeene
sloten.
stemmen wordt aldus be-
10. Verzoek van den KeurLngsveearts om
vergoeding voor verhoogde ultgaven.
Door A. W. Brons, keuringsveearts te Ter
Neuzen, is een adres ingezonden, waarin hij
verzoekt bij het opmaken der begrooting
rekening te willen houden met de verhoogde
uitgaven, die hij zich moet getroosten, ten
behoeve van de uitoefening van den vleesch-
keuringsdienst in deze gemeente, als gevolg
van uitbreiding van den dienst.
De toelichting op dit adres luidt aldus:
Doordat Sluiskil zich in den laatsten tijd
sterk heeft uitgebreid, is het aantal slachtin-
gen aldaar enorm toegenomen, hetgeen blijkt
uit de maandelijksche keuringsstaten, welke
door hem worden ingediend. Terwijl vroeger
slechts 1 2 maal 's weeks te Sluiskil werd
gekeurd, wordt thans door de slagers te Sluis
kil dagelijks aangiften voor de vleeschkeu-
ring gedaan. Daar deze meerderen arbeids-
prestatie wel is waar meerdere inkomsten
voor de gemeente, meebrengt, heeft ze voor
ondergeteekende tot gevolg, dat hij zich meer
dere uitgaven voor vervoer moet getroosten.
Tevens merkt hij op, dat zijne particuliere te-
lefoon door hem voor de slager te Sluiskil
disponibel wordt gesteld, voor het doen van
aangiften voor de vee- en vleeschkeuring.
Voor deze, door hem gemaakte verhoogde
onkosten voor vervoer, meent hij een bedrag
van 400 (berekend volgens rijkstarief) te
moeten berekenen.
Naar aanleiding van door burgemeester en
wethouders gevraagde inlichtingen schrijft
adressant het volgende:
In antwoord op ontvangen schrijven no.
1516 dd. 13-8-'30 heb ik de eer Ued. Achtb.
College te berichten:
Per week wordt door mij 6 maal 's weeks
te Sluiskil gekeurd; af te leggen K.M. 6 X
15 90 K.M. Gerekend tegen rijkstarief a
13 cent, wordt dit een onkosten van f 11,70
per week, dus per jaar 50 X f 11,70 585.
Vroeger keurde ik 1 a 2 maal per week. De
onkosten bedragen hiervoor f 1,95 a f 3,90,
dus per jaar 50 maal dit bedrag f 97,50 tot
195. De ingediende berekening van hoogere
reiskosten a 400, zijn dus door mij aan den
lagen kant berekend. Het beteekent eene
tegemoetkoming in de door mij te maken on
kosten voor vervoer.
Naar aanleiding hiervan deelen burgemees
ter en wethouders mede, dat de meerderheiid
van hun college van meening is, dat de keu-
ringen, welke de Keuringsveearts te Sluiskil
voor de gemeente moet verrichten, gedaan
kunnen worden wanneer hij voor zijn parti
culiere werkzaamheden daarheen moet. Het
maken van extra reizen voor de gemeente
alleen, wordt daardoor voorkomen.
Op dezen grond acht de meerderheid geen
termen aanwezig het verzoek in te willigen
en stelt daarom voor, er afwijzend op te be-
schikken.
De heer COLSEN kan hetgeen de meerder
heid van burgemeester en wethouders voor-
selt, niet onderschrijtven. Hij beschikt over
cijfers, waarvan burgemeester en wethouders
ook hadden kunnen kennisnemen, die hem tot
een andere conclusie leiden.
En dan het motief voor de afwijzing van het
verzoek! Heeft de meerderheid van het col
lege dan z66 weinig besef van de beteekems
van den keuringsdienst, dat ze meent, dat de
keuringsveearts dien wel kan verrichten,
terwijl hij op ziekenbezoek gaat? Als er een
slager een dier voor keuring komt aangeven,
moet hij dan wachten om dat te Sluiskil te
komen keuren tot er eens een boer zijn hulp
inroept voor een ziek beest?
Blijkens aan spreker verschafte inlichtin
gen is er over de eerste helft van het jaar
1930 aan keurloon reeds f 330 meer ontvangen
dan over dezelfde maanden van het vorig jaar,
en zijn plus minus 160 dieren meer gekeurd.
Spreker is in dit geval toch zeker wel
iemand die er van af weet. Vroeger kiwam
de keuringsveearts 2, een enkele keer 3 maal
per week te Sluiskil keuren, ma»r nu komt
hij er dagelijks, soms Zaterdags zelfs twee-
maal. Burgemeester en wethouders moeten
tooh wel gevoelen, dat het onder zulke am-
standigheden niet mogelijlk is den keurings
dienst te verrichten als hij zieke dieren moet
bezoeken
Burgemeester en wethouders schijnen een
slecht begrip te habben van den dienst van
den keuringsveearts, en schijnen te vergeten,
dat deze er is voor de slagers, dat hij door
hen, in den vorm van keurloon, betaald wordt!
De heer VERLINDE, HAMELINK en VAN
AKEN: Dat betalen de venbruikers!
De heer COLSEN wil dat dan toegeven,
maar constateert dan toch, dat de keurings
veearts betaald wordt uit het keurloon, en dat
dit, als hij meer keuringen verricht stijgt,
m.a.w. ,dat dit een dienst is, die zichzelf be-
druipt en het geld daarvoor niet uit de ge-
meentekas komt. Bij welk bedrijf is dit nog
het geval? Dat bestiaat bij geen enkelen krud-
denier. We habben wel een Warenwet en
daarvoor wordt ook gekeurd. Maar dat wordt
betaald van geld, dat uit de gemeentekas
komt.
De Vleeschkeuringsdienst is hier gemakke-
lijk en goedkoop ingericht, omdat Ter Neuzen
zoo slim is geweest, zich van de andere ge-
meenten af te scheiden. Als men het keur
loon ziet in Axel en Hulst, blijkt dat het daar
fbijna tweemaal zoo duur is. Daar gaat het
dus niet over. Maar er is overschot. Volgens
de begrooting wordt op een winst van f 800
gerekend. Zonder beziwaar kan dus aan het
verzoek van adressant worden tegemoet-
gekomen, zonder de gemeentekas te kort te
doen. Zijn dienst levert dat op en het is ook
billijk. Bij zijn benoeming kwam hij eenmaal,
tweemaal, soms driemaal, maar nu 6 maal per
week. Spreker acht het af te keuren, dat men
den keuringsveearts een vergoeding voor zijn
meerder werk wil onthouden, ofschoon de
gemeentekas er nog genoeg van overhoudt.
Die inkomsten komen van de slachtingen en
spreker zou hem de kleine vergoeding die hiij
vraagt, willen geven.
Het spijt hem, dat de meerderheid van bur
gemeester en wethouders geen onderzoek
heeft willen instellen naar de werkzaamheden
en het bedrag dat het opbrengt en hetgeen ze
hebben neergeschreven dat gaat mank, daar
lacht spreker mee, daaruit blijkt, dat ze van
de praktijk niets afweten. Dat is niet kwalijk
te nemen. Ze kunnen uit eigen wetenschap
niet overal van op de hoogte zijn. Maar, waar-
om steken ze dan hun voelhooms niet eens
uit bij menschen die erwel wat meer van weten
kunnen? De heer Brons verricht zijn dienst
uitstekend ten gerieve der slagers. Het ge-
beurt dat hij soms des avonds na 6 uur nog
komt keuren. Die meegaandheid is voor de
betrokken neringdoenden van groote betee-
kenis. Hij hoopt, aangezien dit der gemeente
geen cent zal kosten, omdat de opbrengst van
1930 die van het vorig jaar veel meer over
schot zal geven dan het gevraagde bedrag, dat
de meerderheid van den gemeenteraad anders
zal beslissen dan burgemeester en wethouders
voorstellen, en hem een tegemoetkoming zal
geven. Die gevraagde f 400 zijn zeer goed te
verdedigen.
De heer DEKKER moet eens iets vragen
en wenscht ingelicht te worden, of de keu
ringsveearts betaald wordt per stuk gekeurd
vee of een vast salaris krijgt.
De VOORZITTER: Een vast salaris.
De heer DEKKER had anders al gedacht,
met het oog op de vele beesten die in zijn na-
bijheid te keuren vallen, dat de heer Brons
dhar alleen wel al van kon bestaan.
De VOORZITTER: Hij moet alle keuringen
voor zijn salaris verrichten en er is inderdaad
sinds zijn indiensttreding wel iets veranderd.
De heer SCHEELE moet toch tegen het be-
toog van den heer Colsen opkomen. Hij noemt
hetgeen burgemeester en wethouders neer-
schreven nu wel belachelrjk, maar het zal toch
zeker genoeg voorkomen, dat de keuringsvee
arts te Sluiskil gaat keuren op tijdstippen dat
hij er om andere reden toch moet zijn. Spreker
gelooft wel, dat hij het nu drukker heeft,
maar als straks het nieuwe dorp onder de ge
meente Axel is verrezen, zal die drukte ook
weer wel afnemen. En als we nu zijn jaar-
wedde verhoogen en de drukte blijkt later
verminderd, zal hij dan zeggen: nu kan het
er wel weer af? Men moet naar sprekers
meening eens afwachten en indien de toestan-
den aldaar wat meer vastheid hebben ge-
kregen en er blijkt dan, dat het billijk is de
jaarwedderegeling te herzien, dan zal dat
zeker geschieden. Hij ziet nog niet in, dat
er nu terstond meer moet betaald worden,
omdat de betrokkene nu misschien meer kos
ten voor zijn auto moet uitgeven.
De heer GEELHOEDT wil naar aanleiding
van hetgeen de heer Colsen zeide over het
advies van burgemeester en wethouders op-
merken, dat niemand zal ontkennen dat adres
sant in Sluiskil meer keuringen verricht dan
vroeger. En burgemeester en wethouders
willen met him schrijven volstrekt niet' zeg
gen, dat hij daarvoor nimmer speciaal naar
Sluiskil moet gaan. Maar het zal toch ook
dikwijls voorkomen, dat zulks gepaard gaat
met een bezoek uit anderen hoofde.
Voorts hebben burgemeester en wethouders
bij het bespreken van het verzoek overwogen,
dat de toestand te Sluiskil nog slechts een
tjjdelijk karakter draagt. Zij wenschen het
eens af te zien tot de toestand daar gestabi-
liseerd is. Blijkt alsdan dat de tegeniwoordige
drukte aanhoudt, dan kan dit een argument
zijn om meer te betalen. Op het oogenblik
weten zij echter nog niet, of het zoo blijven
zal.
De heer HAMELINK had eigenlijk ver-
wacht, dat dit adres zou worden behandeld
bp de begrooting. Hij had in het adres althans
het verzoek gelezen om er bij de vaststelling
der begrooting rekening mede te houden.
De VOORZITTER: De strekking van het
adres is wel, om ook over 1930 nog eens ver-
hooging te krijgen.
De heer HAMELINK verklaart alsdan, dat
hij onder de tegenwoordige omstandigheden
ook niet voor het toekennen van jaarwedde-
verhooging zou te vinden zijn. lets anders is
echter de vraag, of er onder abnormale om
standigheden ook abnormale diensten zijn ge-
vraagd, en, is dat het geval dan kan zulks
blijken uit de uitkomsten die de keurings
dienst dit jaar oplevert, omdat dit is een bron
van inkomsten. Komt het dan uit dat de be
trokken ambtenaar veel meer werk heeft ver
richt, dan zou er wellicht aanleiding kunnen
zijn, hem daarvoor over het afgeloopen jaar
een toelage te geven. Dan wordt het heel wat
anders, dan strekt dat ter vergoeding voor
meer werk.
Hij zou dus tegenover het verzoek niet af
wijzend willen staan, doch het aanhouden, om,
nadat de resultaten bekend zijn, te beslissen
over het geven eener toelage.
De heer COLSEN merkt naar aanleiding
van het betoog van den heer Geelhoedt, die
wil afwachten hoe het later worden zal, op,
dat het te voorzien is, dat de drukte der
slagers te Sluiskil niet zal verminderen. Wel
is waar vertoeft er thans veel vreemd volk,
maar als de fabrieksbouw afgeloopen is, krijgt
men er de groote scheepvaart, die ook hare
behoeften heeft. Hij zou er zich ook wel bij
kunnen aansluiten om voorloopig tijdelrjk een
vergoeding te geven, maar acht het overigens
geen bezwaar om een verhooging te geven
tot /400, omdat hij in ziet dat de tegenwoor
dige werkzaamheden van blijvenden aard zul-
len zpn, de keuringsdienst een groot over
schot oplevert, waarvan de slagers nimmer
iets hebben teruggekregen, terwijl de werk
zaamheden voor den keuringsveearts zoo sterk
zijn toegenomen.
De VOORZITTER deelt mede, dat al is er
sprake van een voorstel der meerderheid van
burgemeester en wethouders, het verschil met
de minderheid niet zeer groot was. Dit ver
schil berustte meer op zakelijke gronden. Al
is zulks niet uit het adres te lezen, zoo is bij
besprekingen gebleken, dat de heer Brons be-
doelde, ook reeds over het jaar 1930 de ge
vraagde toelage te krijgen. Nu somt hij in
zijn toelichting zijn meerdere bezoeken op en
berekent die op f 400 aan onkosten. Al zal
zulks niet altijd gepaard gaan met patienten-
bezoeken zoo zal dit toch ook meerdere malen
voorkomen en zou er aanleiding kunnen zijn
om daarmede rekening te houden en die kos
ten te halveeren en een toelage te geven van
200.
Spreker is van oordeel, dat het indienen
van dit verzoek een gevolg is geweest van
andere salarisvoorstellen die hier aanhangig
zijn geweest.
Hij is van meening, dat het geopperde denk-
beeld, om een toelage te geven, niet verwer-
pelijk is. Zij die daarvoor iets gevoelen, zul-
len dan tegen het voorstel van burgemeester
en wethouders moeten stemmen. Dan kan
daama het bedrag der vergoeding bepaald
worden. Tegenover de leden die opmerken,
dat dit dan ook later kan worden beslist merkt
hij op, dat, als men dan toch wat wil geven,
men daarover ook thans wel reeds kan be-
sluiten.
Over het voorstel van burgemeester en wet
houders staken de stemmen, zoodat in de vol
gende vergadering daarover opnieuw moet
worden gestemd.
Voor stemmen de heeren Verlinde, Van
Aken, Bedet, De Jager, Geelhoedt en Scheele;
tegen de heeren Dekker, De Bakker, Colsen,
Hamelink, Van Driel en Van den Bulck.
11. Rekening der brandweer over 1929.
Overeenkomstig het voorstel van burge
meester en wethouders wordt met algemeene
stemmen goedgekeurd de rekening der brand
weer over het dienstjaar 1929. De ontvang-
sten hebben bedragen 1955,62, de uitgaven
1669,78%, batig saldo 286,03%.
De heer DE BAKKER merkt op, onder de
uitgaven te hebben gezien een post ad f 15
voor opspuiten van bouwterrein. Hij vraagt,
of dat van gemeentewege geschiedt. Ook heeft
hij opgemerkt, dat meerdere bouwers dat niet
doen.
De VOORZITTER wijst er op, dat het in
sommige gevallen gedaan wordt; tegenover
die uitgaafpost zal de heer De Bakker echter
ook een ontvangstpost kunnen vinden.
12. Rekening commissie tot wering van
schoolverzuim te Ter Neuzen, kom, over
1929.
Overeenkomstig het voorstel van burge
meester en wethouders wordt met algemeene
stemmen goedgekeurd de rekening der com
missie tot wering van schoolverzuim te Ter
Neuzen, kom, over het dienstjaar 1929. De
ontvangsten hebben bedragen 423,50, de uit
gaven 276,50, het batig saldo 147,
13. Toetreding als buitengewoon lid tot den
A. N. W. B.
Burgemeester en wethouders schrijven aan
den gemeenteraad het volgende:
Het Dagelijksch Bestuur van den A. N. W.
B. Toeristenbond voor Nederland te Den Haag,
brengt in een adres, dat wij bij de raadsstuk-
ken hebben overgelegd onder onze aandacht,
wat door hem zoo al in het belang van de
gemeenten wordt gedaan.
Waar de vele werkzaamheden welke ge-
noemde Bond verricht in het adres op eene
eenvoudige en duidelijke wijze worden opge-
somd en deze bovendien vrijwel bekend mogen,
worden geacht, meenen wij zonder eenige toe
lichting, met eene eenvoudige verwijzing naar
zijn adres te kunnen volstaan. Nu wprdt ver-
zocht als waardeering van zijn sociale werk
en vooral van zijn voortdurende werkzaam-
heid in het belang van het verkeer en de ver-
krijging van goede verkeerswegen als buiten
gewoon lid toe te treden, waarvoor eene jaar-
lijksche bijdrage verschuldigd is van 25,
Overtuigd dat verschillende gemeentebelan-
gen door de werkzaamheden van den A. N.
W. B. worden gediend, stellen wij u voor als
buitengewoon lid toe te treden met ingang
van den 1 Januari a.s. en daarvoor een bedrag
beschikbaar te stellen van 25 per jaar.
De heer DE BAKKER verklaart zich tegen
dit voorstel. Hrj heeft geen bezwaar tegen
dat bedrag, maar meent, dat, waar de ge
meente haar eigen organisaties heeft, zij er
niet toe moet medewerken particuliere orga
nisaties groot te maken. De gemeente is
toegetreden tot de Vereeniging van Neder-
landsche gemeenten, en behoort in die vereeni
ging dus haar kracht te zoeken. Hrj waar-
deert ook wat de Wielrijdersbond doet, maar
het legt z.i. toch niet op den weg der ge
meente zoo'n particuliere vereeniging sterk
te maken.
De heer HAMELINK kan zich wel met het
voorstel vereenigen, maar moet toch iets op
merken. Meermalen komt het voor, dat
adressen van landelrjke vereenigingen over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en
wethouders worden op zijde gelegd onder het
motief: het adres is niet op zegel gesteld. Nu
heeft hij opgemerkt, dat ook dit schrijven van
den A. N. W. B. niet op zegel gesteld is.
Daaruit blrjkt dus, dat het zoo dikwijls door
burgemeester en wethouders gebruikte motief
niet zuiver is, want dan zouden ze ook hebben
moeten voorstellen om dit op zijde te leggen.
De VOORZITTER: Als burgemeester en
wethouders achten dat het een zaak betreft
die naar hun meening gesteund behoort te
worden, nemen zij de zaak over en doen eige-
ner beweging een voorstel.
De heer HAMELINK: Ju'ist! Maar dan han-
delen ze in andere gevallen verkeerd. Als ze er
op in willen gaan accepteeren ze het, doch dan
zouden ze ook in andere gevallen behooren
mede te deelen, dat ze er niets voor gevoelen,
doch er zich niet mede moeten afmaken met
het motief: „niet gezegeld". Dat acht hij een
verkeerde gewoonte.
De VOORZITTER kan omtrent dat principe
den heer Hamelink gelijk geven.
De heer SCHEELE acht het gewenscht,
■tot den Bond toe te treden, dan kan de ge
meente er ook al eens gemakkelijker aan-
kloppen.
De heer DE BAKKER acht dat niet noo-
dig, dat moeten we doen bij den Bond van
Nederlandsche gemeenten.
De heer GEELHOEDT wijst op de werk-
kring van den A.N.W.B. Deze interesseert
zich voor algemeene verkeersbelangen, welke
geheel vallen buiten den werkkring der Ver
eeniging van Nederlandsche gemeenten. De
Bond bevordert de verkeersbelangen op ver
schillende manieren; er worden ook wel bij-
dragen verstrekt voor het opruimen van
woningen die het verkeer belemmeren, het
wegnemen van bochten uit wegen, het plaat-
sen van wegwijzers enz.
De VOORZITTER wij;st er op, dat in deze
gemeente wel voor meer dan f 25 aan borden
is geplaatst.
De heer DE BAKKER wil dat allemaal toe-
stemmen, maar komt er op tegen, dat de ge
meente op die manier particuliere vereenigin
gen helpt groot maken.
De heer HAMELINK: Dadr zullen we u
in de toekomst eens aan houden; daar kunt
u plezier van hebben!
Het voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
14. YVijziging gemeentebegrooting voor
1930.
Burgemeester en wethouders stellen voor,
de begrooting dienst 1930, te wijzigen als
volgt
Gewone dienst:
onder de inkomsten te vermeerderen de
volgende posten:
2. achterstallige inkomsten 2020;
57a. inkomsten ter zake van de huisves-
ting van personeel der gemeente-politie 75;
107. restitutio door de Wbningboujwver-
eeniging ,,Werkmansbelang" in verband met
de afrekening der Rijksbijdragen ex art. 38, 3e
lid der Woningwet f 720;
120a. verkochte bestekken 30;
123a. uitkeering ter zake van venzekering
krachtens de Ziektewet 25;
268a. ontvangst van het Rijk in de kosten
van de landibouwtelling f 38;
280. belasting naar het inkomen betreffen-
de het in het dienstjaar eindigende be-lasting-
jaar 11.277;
280a. ge-wetensgelden f 250;
282a. oninbaar geleden belasting, welke
alsnog is ge'ind 30;
296. teruggave van voorschotten, aan amto-
tenaren verstrekt, voor het doen van uitgaven
ten behoeve van de gemeente 150;
tot-ale vermeerdering der inkomsten f 14.615;
onder de uitgaven te vermeerderen de vol
gende posten:
3. achterstallige uitgaven van vorige
dienstjaren /60;
25. abonnement op de telefoon en kosten
van telefoongesprekken /135;
De inrichting van de telefoon op het ge-
meentehuis is ten eenenmale onpractisch. De
ambtenaar, die de telefoon bedient, moet ook
den burgemeester, secretaris en bouwmeester
aansluiten. Heeft nu b.v. de burgemeester
juist g-etelefoneerd en wordt dan de secretarie
opgebeld, dan moet de burgemeester komen
waarschuwen. Door een nieuw systeem kan
elke kamer zonder tusschenkomst van de
secretarie verbinding met het telefoonkantoor
krijgen. Nu wegens het schilderen van de
secretarie het telefoontoestel toch tijdelijk
moest worden verplaatst, achten wij dit een
goede gelegenheid, om deze verbetering in te
voeren. De aanlegkosten bedragen 97. De
extra kosten per jaar 108.
31. bevolkingsregisters en huisnummering
400;
In verband met het heden genomen raads-
besluit, waarbij aan enkele wijken straat-
namen zijn gegeven, en in het algemeen met
het oog op de lie volkstelling moeten veel
woningen worden vemummerd. Wij achten
heit gewenscht, deze gelegenheid aan te grij-
pen, om alle perceelen van een deugdelijk
nummerplaatje te voortzien.
58. belooning van d-e dienaars van politie
110;
In de winkel- en kermisweek moesten door
de agenten van politie overuren worden ge-
maakt. In overeenstemming met vroeger
hiervoor toegekende vergoeding wordt voor-
gesteld ook thans een -vergoeding toe te ken-
nen. Daar alle overuren nachtdienst betrof
wordt een bedrag van f 1 per uur voorgesteld.
60. kosten van wachtgebouwen en bureaux
alsmede licht- en brandstoffen voor die loka-
len 1775;
69a. grondlasten f 15
86. bijdrage aan de centrale gemeente in
de kosten van den Keuringsdienst ingevolge
de Warenwet 20;
111. restitutie aan het rijk inzake te veel
ontvangen bijdrage ex. art. 38, 3e lid, der
Woningwet 545;
114. onderhoud straten en pleinen f 6800;
Bij raadsbesluit dd. 20 Maart 1930 is be-
sloten de Stationsweg te verstraten en aldaar
een tegeltrottoir aan te leggen. De kosten
ter zake bedragen 3970. De kosten van her
strating wegens kabellegging door de P.Z.E.M.
zijn op f 700 te ramen. Met de aankoop van
materiaal voor de Grenulaan en Schoolweg is
voor het onderhoud der straten en pleinen een
partij keien aangekocht voor 2130. Hierop
was in de begrooting 1930 niet gerekend.
125. onderhoud wandelplaatsen en plant
soenen f1400;
130. kosten ter zake van verzekering, pen-
sionneering enz. van ambtenaren en beamb-
ten f 60;
151. erfpachten, grondcijnsen, enz. 5;
156. bewaargeving van effecten 50;
176a. bijdrage aan Hoofdstuk VTH-2 van
den Kapitaaldienst 970;
220a. uitkeering aan gemeenten ingevolge
art. 86 der L. O. wet 1920 90;
234. bijdrage in de kosten van den hoofd
akte-cursus te Ter Neuzen /75;
239. kosten van handelsonderwijs 100;
246a. bijdrage aan gemeenten in de kosten
van Middelbaar Nrjverheidsonderwijs 850;
248. uitgaven voor volksfeesten f 660;
262a. aanleg centrale verwarming in het
kantoor van het burgerlijk armbestuur 235;
268b. subsidies ten behoeve van land- en
tuinbouiw f 25;
268c. subsidie ter bestrijding van de iepen-
ziekte f 25;
268d. landbouwtelling f 60;
298. voorschotten aan amibtenaren der ge
meente, teneinde daaruit voorloopig kleine be-
talingen ten behoeve der gemeente te doen
150;
tot-ale vermeerdering der uitgaven 14.615.
Kapitaaldienst:
onder de inkomsten te vermeerderen de vol
gende post:
319a. bijdrage van Hoofdstuk vni-2 van
den gewonen dienst f 970;
onder de uitgaven te vermeerderen de vol
gende post:
319b. aanleg centrale verwarming in de
gymnastieklokalen van de openbare scholen
voor gewoon L. O. 970.
De heer VAN DRIEL wenscht aanteeke-
ning, dat hij bezwaar heeft tegen den post
no. 248, de 660 wegens uitgaven voor volks
feesten. Hij wil hieraan toevoegen, dat, het
geen aan de een wordt gegeven, ook aan de
ander niet mag worden onthouden, en zoo kan
hij thans reeds mededeelen, dat er ook een
verzoek zal inkomen tot dekking van het
tekort van het in den loop van dit jaar door
de S.D.A.P. gegeven volksfeest. Hij heeft
getracht te bevorderen, dat het desbetreffend
verzoek reeds in deze vergadering zou inko
men, maar het was niet mogelijk trjdig alle
rekeningen bij elkaar te krijgen.
De heer HAMELINK zal de door den heer
Van Driel besproken post verder laten rusten,
zijn meening daarover is wel bekend. Hij
vindt echter in dit voorstel tot wijziging der
begrooting iets, dat nader naar voren dient
te worden gebracht. Hij bedoelt no. 25, de
verhooging van den post voor de telefoon. Hij
meent, dat dit een zaak betreft, die niet bij
een voorstel tot wijziging der begrooting be
hoort te worden behandeld. Dit betreft geen
wijziging der begrooting door overschrijding
van den beschikbaren post zonder meer, doch
er is op de secretarie iets veranderd, dat voort-
durend tot extrakosten aanleiding geeft, en
deze met f 108's jaars verhoogt. Hij vindt het
een fout om dergelijke zaken bij een wijziging
der begrooting binnen te smokkelen. Dit tast
het budgetrecht van den raad aan. De uit-
gaaf is reeds gedaan, er wordt dikwijls over
die posten heengegleden en als er dan later
de aandacht op gevestigd wordt krijgt men
te hooren: dat heeft u bij die en die begroo-
tingswijziging goedgekeurd.
Dit is nu weer gebeurd, maar hij meende er
toch de aandacht op te moeten vestigen en
er op aan te dringen, in de toekomst daarmede
niet voort te gaan. Spreker gevoelt dit als
een grief. Indien burgemeester en wethouders
meenen dat een verandering van dien aard
noodig is, helhben ze toch niet het recht, daar-
toe eigenmachtig over te gaan.
Wat den post voor de Volksfeesten betreft,
is het juist, dat aanvankelijk door den raad
300 is toegestaan en later is toegestaan dien
post te overschrijden. Deze is nu echter ver-
dubbeld. Dat gaat naar sprekers meening
praktisch toch ook niet op; men dient zich
toch te houden binnen het raam der begroo
ting.
Dan heeft spreker ook nog iets op te mer-
ken, met betrekking tot het trottoir in den
Stationsweg. Feitelijk is daarvoor aan bur
gemeester en wethouders een blanco-crediet
verleend, doch spreker heeft er toen op ge-
wezen, dat het niet noodig was aan den kant
der houtloodsen tegels te leggen en dat men
daar kon volstaan met een verharding met
klinkers, en daar dus slechts aan 6en zijde
der straat een tegeltrottoir noodig was. Toen
men met het maken van het trottoir begon-
nen is, zijn daar echter ter weerszijden, dus
ook in de lange strook langs de houtloodsen
tegels gelegd. Hij Vindt het een fout, als men
in de vergadering toezegt met de gemaakte
opmerkiingen rekening te zullen houden, dat na
de vergadering eenvou-dig aan z'n laars te lap-
pen en te handelen alsof er niets gezegd is.
Als burgemeester en wethouders het met de
uitgesproken meening niet eens waren, had
den ze dat ter vergadering behooren te zeg
gen. Als ze er zich echter bij hebben neerge-
legd, brengt dat ook de verplichting mee, aan
de toezegging gevolg te geven.
De VOORZITTER verklaart, dat burge
meester en wethouders dankbaar kunnen zijn
voor de gemaakte opmerkingen. Hij moet be-
amen, dat er aanleiding is voor die opmerkin
gen, maar daartegen aanvoeren, dat er ook
aanleiding voor burgemeester en wethouders
was om te handelen zooals is geschied, en wil
dat daarom verklaren.
Ten eerste wat de wijziging in de telefoon
ter secretarie betreft. De bestaande toestand
was onvoldoende. Burgemeester en wethou
ders konden niet veronderstellen, dat de raad
het voor de verandering noodige bedrag niet
zou toestaan. Nu zat men met de uitvoering
van schilderwerk. Men zal erkennen, dat het
gewenscht is, dat die verandering van gelei-
dingen wordt gedaan, alvorens de lokalen
worden geschilderd. Burgemeester en wet
houders konden niet inzien dat de raad er be
zwaar tegen zou hebben en lieten het werk
daarom uitvoeren.
De heer HAMELINK: Maar u gevoelt toch
wel, dat dit niet in orde is, daar de raad dan
de gelegenheid mist, om even-tueel nog op
merkingen te maken.
De VOORZITTER gevoelt dat inderdaad;
hij apprecieert de opmerkingen van elk raads-
lid.
Wat de tweede besproken post betreft, de
660 voor de Volksfeesten, merkt hij op, dat
aanvankelijk voor het Koninklrjk bezoek op
16 Aug. f 300 was toegestaan, doch later is
daar ook bij gekomen de feestviering op 30
Aug., en de raad heeft er geen beziwaar tegen
gemaakt, dat die post zou worden overschre-
den. Indien men het geheele verloop van dien
feestdiag en de daaraan voorafgegane win-
kelweek in acht neemt, vermeent spreker dat
burgemeester en wethouders het, voor zoover
de daaraan van gemeentewege verleende
medewerking, netjes gedaan hebben.
Het derde punt van den heer Hamelink
betrof het leggen van tegels in het trottoir
van den Stationsweg langs de houtloodsen.
Inderdaad had hij in de vergadering toege-
zegd, dat rekening zou worden gehouden met
den uitgedrukten wensch om daar klinkers
te leggen. Maar toen tot uitvoering zou wor
den overgegaan, bleek, dat het leggen van
tegels op 2,50 per M-. kwam en klinkers
op f 3,40. In de eerste plaats kwamen dus
tegels goedkooper, en meenden burgemeester
en wethouders reeds uit dat oogpunt dat de
raad er niet aan zou houden klinkers te ge-
bruiken, doch bovendien zou men daar, aan
gezien dan toch tot voor de huizen van ,,De
Hoop" tegels zouden moeten gebruikt zijn,
een lappendeken hebben gekregen. In ver
band daarmede hebben burgemeester en wet
houders toen besproken om daar dan maar
ter weerszijden van den weg tegels te leggen.
Ze hebben gedacht, daarmede iets goeds te
doen.
Toch acht spreker het nuttig, dat de heer
Hamelink zijn waarschuwing heeft laten hoo
ren.
De heer HAMELINK moet naar aanleiding
van dien „lappendeken" opmerken, dat men
die er nu tooh heeft, omdat voor de uitgangen
van het werkterrein van ,,De Hoop" klinkers
zijn gebruikt. En, mogen de tegels al iets
voordeeliger zijn, zoo verwacht hij toch, dat