ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. CHAUFFEUR Vampier-Vleugel No. 8583. WOENSDAG 24 SEPTEMBER 1930. 7Qe Jaargaag PKUILLETOH. eemg op de were id UZENSCHE Tsrpuzen f1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen ABONNEMEOT8 voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar A^riaoverige lan den 2,60 per 3 maanden f, per post - Abonnementen voor bet buitenland alleen vooruitbetaling. Uttireefster: Flrma, F. J. VAN DE 3ANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIBN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,30, Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen vennlnderd tarlef, betwelk op aanvra^ verkrrigbaar Is. Inzending van advertentien liefst 66n dag voor de ultgave. DIT BLAB VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVONB. VERBOND VAN NEDERLANDSCHE WERKGEVERS. INLEIDINGS-REDE van den beer Ir. J. A. Kalff, Algemeen-Voorzitter van bet Verbond van Nederlandscbe Werk gevers, gebouden op de Algemeene Ledemvergadering van bet Verbond van Nederlandscbe Werkgevers, op Vrijdag 19 September 1930, des n.m. te 2 uur in het Concert- en Bioscoopgabouw te Ter Neuzen. De volgorde, waarin de onderdeelen van het programma onizer jaarvergadering moesten worden gerangschikt, heeft het onvermijdelijk gemaakt, dat bet meer zakelijke en emstige deel onzer werkzaamheden tot bet laatst is verscthoven en dientengevolge het dichtst staat bij bet door ieder onzer weder opnemen van zijn arbeid in zijn bedrijf. Zou in hetgeen ik U zou willen zeggen de nadruk nu te s.erk worden gelegd op de moeilijkheden van dezen tijd voor bet bedrijfsleven in ons vaderland, terwijl de daardoor dan gewekte wat sombere indruk niet meer zou kunnen worden wegge- vaagd door een, als tegenhanger werkende, vroolijkbeid en opgewektbeid, zooals die ons zijn verscbaft door de ons zoo hartelpk ge- boden gastvrijheid, dan zouden wij onze samenikomst verlaten in een gedmkter stem ming dan noodig en goed is. Ik wil dat dan ook niet doen; wij alleen weten, dat de toe- stand in de Industrie moeilijk is, misschien nog moeilijker worden zal en ook dat afzon- derlijk of gemeenschappelijk klagen onzen weerstand slechts verkleinen kan. Hoe lang die inzinking van het bedrijfsleven duren zal, weet niemand, maar wel weet ieder, dat hij verstandig doet niet te wacbten op veribete- ring van economische verhoudingen, als ge- volg van oplossingen tot stand gebracht in economische conferenties, douaneconferent.es of andere Internationale bijeenkomsten van personen, alien met de beste nationale bedoe- lingen bezield, en dat hij evenmin moet wacb ten op besprekingen in b.v. de Commissie van de Econ. Politiek, waarin bet diepgaand verscbil van inzicht der leden moet voeren tot algemeene uitspraken zonder bouvast, of tot geen enkel resultaat. Ieder onzer zal dus goed doen, in eigen bedrijf alles in het werk te stellen om dezen moeilijken tijd door te komen, zooals meer moeilijke tijden zijn door- gekomen, en dat hoop ik, doen, steunend op eigen kracbt, zonder uit te zien naar hulp van anderen. Ons regelmatig, voortdurend en ge- rechtvaardigd verzet tegen het opleggen van steeds meer sociale lasten aan bet bedrijfs leven en onze waarschuwing om daarbij, ook wat het tempo en bet moment betreft, toch rekening te houden met de omstandigheden die mede de draagkracbt van de industrie bepalen, zou aan waarde verliezen, zoodra wij zelven zouden gaan behooren tot die steeds groeiende categorie, die, zoo spoedig als te^envallers zich voordoen, wensbht te leunen op° den Staat of uitziet' naar hulp uit open- bare kassen. Ik zie bet als een buitengewoon groot gevaar, dat bier en eiders in allerlei la gen der bevolking en volstrekt niet meer uitsluitend in die der behoeftigen, bij iedere voorkomende bijzondere omstandig'heid, die het leven tijdelijk bemoeilijkt, onmiddellijk wordt uitgezien naar bulp van buitenaf, dat in die lagen de kinderen opgroeien in de mee- ning dat dat vragen van bulp vanzelfspre- ken-d is, en dat staling van energie en gaan door het kreupelhout hebben plaats gemaakt voor ondermijnmg van eergevoel en van ver- antwoordelijkheidsbesef. En bovendien, een aan dat gevaar vastgeklonken even groot tweede gevaar; de stijgende invloed van dien hulpverieenenden Staat, die in zijn beslissin- gen allereerst wordt geleid door politieke overwegingen. Wat ieder onzer in dezen tijd moet doen, zal wel allereerst afhankelijk zijn van den aard van zijn bedrijf, maar bet ligt voor de hand, dat het zoeken naar bezuinging, de rationali- satie, wederom sterker op den voorgrond treedt, zooals dit telkenmale het geval ge- weest is bij ongunstige conjunctuur en het laatst in sterke mate in de na-oorlogsjaren. Eigenaardig, dat zoodra de omstandigheden weer iets gunstiger zijn, de neiging tot ratio nalisatie afneemt, als ware zij een uitsluitend uit nood geboren verscbijnsel en niet een- voudig rationeel. Rationeel, omdat zij in ver- schillende vormen, waarin zij zich aanmeldt, altijd beoogt de verhooging van rendement, de verbetering van omstandigheden waar- onder de arbeid wordt verricbt en de ver- laging van den kostprijs. Het komt uitermate verheugend voor, dat ten aanzien van het wenschelijke van ratio nalisatie bij ben, die in den regel een gebeel andere visie op economische vraagstukken helbtoen dan wij, n.l. bij de Soc.-Dem., geen andere meening heerscht dan brj ons en dat vooraanstaande mannen uit die kringen in af- zonderbjke geschriften of in dagbladen, op- komende tegen psychologische en aestbetische bezwaren door een partijigenoot geuit, niet alleen uitspreken ,,dat rationalisatie onaf- wendbaar "is", maar tevens „dat zij slechts tot werkloosheid van langen duur leidt in tijden van neergaande economische conjunc tuur en bedrijfsmalaise, en dat bebalve door rationalisatie./de w-erkloosiheid ook nog, ea dan veel duurzamer en gevaarlijker ontstaan kan door uitbbjven van rationalisatie en mechani- satie, zooals wel uit den jammerlijken toe- stand van het veelzins zoo zeer technisch ten achter gebleven Engelsche bedrijfsleven blijkt". En verder „dat in vele gevallen kan worden aangetoond, dat op den duur juist door rationalisatie nieuwe werkgelegenheid wordt gescbapen, dat zij op den duur gunstig in de richting van beperking der werkloos heid" werkt. Het spreekt vanzelf, dat daar bij meermalen verlangd wordt behoorlijke werkloosbeidszorg, dat de onmisbare mede- zeggingschapseisch er aan wordt vastge- knoopt en de verbetering van den arbeidstijd, soms zelfs ook het voorkomen van ontslag als gevolg der rationalisatie, zoodat de bezuini- ging problematiek zou worden, maar bet on- vermijdeljjke van den uit economische nood- zaak genomen maatregel van rationalisatie wordt nadrukkelijk erkend. Wanneer het nu gaat om de verlaging van den kostprijs van een bepaald product, geldt dit niet alleen in de industrie, maar even goed in den handel, in den landtoouw, bij administratieve diensten of bankiwezen, dus zoowel voor een ketel, als voor een mud graan, voor bet schrijven van een brief als voor bet voeren van een boek- houdiirg. Die kostprijsverlaging kan worden verkregen a. door vergrooting van de hoeveelheid arbeid bij denzelfden arbeidsduur, betzelfde aantal arbeiders en dezelfde hulpmiddelen, of wat in wezen hetzelfde is, 'vermindermg van het aantal arbeiders, of van den arbeids duur bij eenzelfde geleverde hoeveelheid arbeid, en ook b. door invoering van nieuwe of betere machines, waardoor bij het leveren van dezelf de productie arbeiders kunnen worden gemist of bewerkingen kunnen worden verminderd of versneld. Die vergrooting van hoeveelheid arbeid onder dezelfde" omstandigheden van duur, aantal arbeiders en hulpmiddelen kan worden bereikt op zeer verscbillende wijzen, door: reorganisatie van den arbeid, studie van de gunstigste omstandigheden waaronder het werk moet worden verricht, van de juiste oogenblikken, waarop in verband met ver- moeid raken van den arbeid, onderbreking door SAX ROHMER. 59) Vervolg. Ik ging het hek uit ervoor stond een aut0 en toen ik, een meter of vijf den weg op bleef stilstaan om n sigaret op te steken, hoorde ik de deur van het Guest House open- en even daarna weer dicht- gaan. Ik keek om en zag Paul Harley het hek uitkomen. Hallo, Knox!" riep hij me toe. „Nu wordt t voortmaken. Het eerste half uur hebben we onze handen vol Beste kerel, wees een beetje duide- lijker. Ik ben nog te woedend om behoor- lijk te kunnen nadenken. Dat is te begrijpen. Ik zou van de kook gaan als ik elken dag met vriend Aylesbury te maken hadDat arrest van Camber had ik naturlijk voorzien. Als 't nu nog maar niet erger wordt „Wat bedoel je, Harley? „Ik bedoel dit. Als 't ons niet lukt, op den waren moordenaar de hand te leg- gen, wat hebben we dan voor basis voor de verdediging?" „En jij hebt zelf zooeven, in den turn, aangetoond, dat hij het sohot niet heeft kunnen lossen!" „Woorden, Knox, niets dan woorden. Ik zou je wel een dozijn hiaten in mijn redeneering kunnen aanwijzen. t vV,as aleen de bedoeling, om het onvermijdelijke noa wat tegen te houden. Want er komt erger, let op mijn woorden! We moeten twee dingen nu onmiddellijk doen. „Wat?" door rustpoozen moet plaatsvinden, inrichting der werklokalen, wijze van plaatsen van machines, psycbotecbnische proeven am te ge- raken tot de juiste keuze van de meest ge- schikten voor bepaalde werkzaamheden, etc. Ook ais dat alles zoo goed mogelijk in orde is, zal het noodig zijn daamaast een prikkel te hebben in premie-werk of anderszins, die den arbeider aanzet tot intensief werken, een stelsel, dat ook buiten het gewone premiewerk in fabrieken, in tal van gevallen kan worden toegepast. Maar toch niet altijd, en kan men dien prikkel niet vinden zooals in den regel het geval is in administratieve diensten, dus op kantoren en in bureaux, waar ook van productievergrooting geen sprake is, dan komt men voor een der moeilijkste gevallen van rationalisatie te staan: het aantal amibtenaren en beambten te verminderen bij dezelfde hoe veelheid arbeid. Het is duidelijk, dat dit in groote administratieve' diensten, zooals de departementen, rijksinstellingen, provinciale griffies, gemeente-administraties etc., van bet grootste "gewicht is- Ik a9em aan. dat daar- aan wel het een en ander gedaan is, maar dat alles geschied zou zijn wat vereischt wordt om te voorkomen, dat in die openbare diensten niet salarissen worden betaald te boog voor den aard van bet werk, of te veel, omdat het aantal aangestelden te groot is ,is uitgesloten. Wie b.v. gedurende eeniige jaren het weinig i voldoening gevende lidmaat3chap van de Be- zumigingscomnnissie-,.Pop" heeft vervuld en 3 heeft medegemaakt de besprekingen aver fbrmaties en kaderindeelingen, of liever over het gemis daarvan op vefschillende departe menten, hoe sysrteemloos promoties plaats vinden, hoe dikwijls onbeteCkenand werk, aan- vankelijk gedaan door een schrijver of klerk, als 't maar lang genoeg, en ik zou baast zeggen langzaam genoeg wordt verrifcht, de basis vormt voor promotie tot adjunct- I commies, commies, of hooger en ook hoe I dwang tot inkrimping van kaders eigenlijk nooit voorkomt, die beseft dat de rationalisa tie op die plaatsen nog lang niet voltooid is. Tot stand te brengen is zij natuurlijk alleen als van boven af druk wordt uitgeoefend, als men niet op zij gaat voor allerlei bezwaren, van zich willende handbaven kleinere groot- beden. Maar daarvoor is noodig, dat een Minister zijn departement kent, dat bij 't in- detrdaad beheert en dat b^j zijn taak breeder ziet dan ,,er zich in de Earner wel aardig doorslaan". De gang van zaken op ieder der departe menten, de daar heerschende geest, de zoo boog noodige aanpassing van het daar ver- richte work aan 't matschappelijk leven, zijn van zoo grooten invloed op de welvaart van ons land, dat ieder Minister, die daaraan zijn aandaoht wijdt, meer dan aan de politiek, een weldaad zou bewijzen. Werd op dit gebied gedaan wat noodig is, dan zouden er naar mijn overtuiging tonnen per jaar worden bespaard en gelden beschikbaar zijn om aan bekwame en uiterst verdienstelijke hoofdamlbtenaren en ambtenaren, die er gelukkig ook zijn en die met groote toewijding hun taak verricbten, de b«zoldiging te kunnen geven die bun toekomt, Rationalisatie versobering dus in openbare diensten, want bet geldt niet alleen departe menten, is ook nu nog naar mijn overtuiging dringend noodig, misschien dat zij ooik daar 't vlugst tot stand zou worden gebracht door invoering van nieuwe werktuigen, n.l. karak- ter en doorzettingsvermogen. Hoe in flagranten strijd met vereischte ver sobering is het besluit, dat de gemeenteraad van Amsterdam heeft gemeend te mogen nemen, n.l. om op dit oogenblik het ink omen van het gemeentepersoneel te verhoagen, ter wijl voor aile arbeiders in particuliere onder- r.emingen loonsverlaging dreigt, behoef ik niet uiteen te zetten. Het bevestigt eenvoudig, dat, al moge men zich nag zoo verontwaar- digd toonen over dergelijke uitspraak, de politiek in zulke beslissingen overheerscht, en 't gemakkelijik blijft riemen te snijden van anidermans leer. Ten aanzien van kostprijsverlaging tenge- volge van nieuwe of betere machines, die, bij het leveren van dezelfde productie, arbeiders overbod'ig maken, zou ik mij willen onthouden van het geven van voorbeelden van hetgeen daarmede is bereikt. Ieder onzer weet ze bij tientallen en kent de geweldige stijging der productie per arbeider, die eigenlijk in alle industrieen in de laatste jaren heeft plaats- gevonden en in Europa en in Amerika en de ontizaglijke resultaten behaald door het men- schelijk vemuft in het uitdenken van machines en hare toepassing en in het weten- schappelijk organiseeren van den arbeid. Ik wil liever volstaan met enkele alge meene opmerkingen. Allereerst, dat telken male wanneer overwogen wordt in een bedrijf nieuwe machines of een andere werkwijze b.v. het z.g. werken aan den band in te voeren, in de dan te maken rekensom, die het al of niet verkrijgen van besparing moet uitwijzen, een der hoofdfactoren is het op dat oogenblik betaalde loon, dat dus natuurlijk rationalisa tie, en het in den aamvang daarmede gepaard gaande werkloos worden, wordt geremd door lagere en wordt bevorderd door hoogere loonen. Hoeiwel dit ook door de Arbeiders- vakvereendgingen wordt erkend, blijkt dit geen aan'leiding te zijn om met eischen van loons- verhooging wat voorzichtig te zijn. Ik kan de verklaring daarvoor slechts vinden in het feit, dat werkloos zijn, minder dan vroeger een schrikbeeld is geworden. En ik meen dat van arbeiderszijde te weinig er mede wordt reke ning gehouden, welke sehade er wordt gedaan aan den mensch, die er aan wordt gewend ook zonider arbeiden in het leven te worden gehouden, en hoe zijn veerkracht en zijn mo- reel warden aangetast. De vreugde van een met succes bevochten loonsverhooging, die op een andere plaats, omdat het bedrijf baar niet dragen kan, werkloosheid zou doen ontstaan, moet daardoor toch wel zeer getemperd wor den. Die werkloosheid, als onmiddellijk, zij het tijdelijk, gevolg der rationalisatie, zal ook de werkgevers daarmede voorzichtig doen zijn in tijden als deze, tijden van 1 aagconjunctuur waarin ander werk voor den overtollig gewor den arbeider uiterst moeilijk te vinden is. Maar in het algemeen zal rationalisatie met als gevolg prijsverlaging, grooter vraag, en daardoor meer werk geen zorg in dien zin be- hoeven te geven. Als men b.v. ziet, dat in de gezamenlijke industrieen van Amerika dezelfde eenheid van productie in 1900 het werk vorderde van 109 man, in 1914 van 100 en in 1928 van slechts 71 man, trots de vermindering in werktijd van 12,5 dan komt wel de vraag op ,,wat is er geworden van 29 man die in 1928 overtollig waren om hetzelfde product te leveren als in 1914", maar dan vindt die vraag haar verheugende beantwoording in het feit, dat, terwijl dus tusschen 1914 en 1928 de productie per man 35 in omvang toe- nam, de totale productie 65 toenam, als ge volg van lager productiekosten, lager prijs, grooter vraag en zoodoende de behoefte aan werkkrachten dermate groeide, dat veel meer dan de 29 momenteel overtolligen, werk vonden. Die gestegen productie-toehoefte, ook als ge volg van hoogeren levensstandaard, inzonder- heid in kringen, die meer neiging tot geld- verteren dan tot sparen hebben, heeft vooral in industrieen werkende voor ontspanning en genot tallooze arbeiders, door mechanisatie werkloos geworden, weer werk doen vinden. geregeld aan de grillen van? het weer biootgesteld, moeti loch steeds op zijn post zijn. Wij benijden hem niet opl zijn tochtig plekje, doch metj Aspirin-Tabletten beschermtl hij zich tegen de gevolgenj van ons wispelturig klimaat.j (Bi „De agent, die bij den rotstuin op wacht staat; zien over te balen, om ons een vijf minuten in den tuin te laten en in Market Hilton den Chief Constable zoo bewerken, dat hij Scotland Yard om assistentie vraagt. Als Wessex de zaak in handen krijgt, heeft het recht tenminste nog een kan's Maar met Aylesbury aan't bewind loopt alles in het honderd." ,,Heb je gehoord, wat hij van Val Beverley gezegd heeft We hadden er flink den pas in gezet en waren de afsoheiding tusschen de ter- reinen van Cray's Folly en het Guest House al voorbij. Harley knikte. ,.Ja". gaf hij ten antwoord. ,,Ik had iets dergelijks verwacht. Gisteravond heeft hij dat ingenieuze idee fixe al te pakken gekregen en een dergelijke ingeving is te zeldzaam om haar weer lichtvaardig los te laten. W^at we moeten beginnen als de Chief Constable van hetzelfde soort is, dat weet de hemel ,,Ik krijg uit je praten den indruk, Har ley, dat je nu wel van de onschuld^van Camber overtuigd bent. Is dat zoo Hij gaf niet dadelijk antwoord op mijn vraag en dat zwijgen duurde zoo lang, dat ik hem van terzijde ongerust aankeek. Dan: Colin Camber is zoo n eigenaardig type," zei hij langzaam, „dat 't bijna on- doenlijk is om met eenige^ zekerheid te voorspellen, waartoe hij wel en waartoe hij niet in staat is. Volgens mij is een punt van beteekenis, een punt in zijn voordeel, bearijp goed! dit: Hij is een man met een buitengewoon knappen kop. Voor zoo'n type is het organiseerep van 6011 dergelijke misdaad kinderspel, kinder^ spel, Knox Maar daarom kan ik niet aannemen, dat hij, als hij t gedaan heeft, vergeten zou hebben om te zorgen voor de hoofdzaak: een behoorlijk alibi Zeg nu zelf „Nee, dat is- niet mogelijk. ..Natuurlijk niet. Dus daarmee vervalt de moord met voorbedachten rade en rest ons alleen nog de mogelijkheid voorop- gesteld dat Camber de dader is dat hij de daad in een oogenblik van opwinding bedreven heeft. En dat is, volgens mij, even onmogelijk. Die moord is niet het gevolg van een opwelling van het oogen blik geweest." „Daar ben ik het mee eens." .Goed. En nu geloof ik, dat het onder- zoek door iets heel merkwaardigs een an deren kant op zal gaan, dan er algemeen gedacht wordt. Vergis ik me hierin, dan is mijn opva-tting van dit geval misschien van a tot z verkeerdHeb je den berg bewijzen tegen Camber al eens goed be" keken ,,Ja, Harley," zei ik terneergeslagen,. ,,Meer dan me lief is." ,,En denk dan eens aan alles wat wij weten en dat vriend Aylesbury nog niet weet. Elk feit en elk gegeven wijzen in een richting. 'n Volmaakter geval zou niemand zich kunnen wenschen. En daar- op is mijn hoop gevestigd. Hij keek me nadenkend aan. ,,Die volmaaktheid is verdacht, zie je. Maar ik heb er nu een keer naast gegrepen, voor iemand van mijn naam er schandelijk naast gegrepen en daarom is oppassen zaak. In mijn ijver zie ik misschien geraffineerdheid waar geen geraffineerdheid bestaat. HOOFDSTUK XXV. Aylesbury's lezing van het geval. Op het terrein van Cray's Folly waren vreemden bezig en hun werkzaamheden Let op den oranje band en het Bayerkruis. Prijs 75 cts. (Ingez. Med.) Men behoeft zich maar een oogenblik in te denken in de hoeveelheid arbeid, die gevorderd word't in fabrieken van automobielen, gramo- pboons .radio's, films, sigaretten, zijden klee- dingstukken en voor den verkoop en de distri bute van dat alles om een tegenwioht te zien, tegen werkloosheid tengevolge van rationali satie. En het is niet alleen de arbeid van ben die het product zelf vervaardigendaarbij komen, om bij de automabiel-industrie te blij- ven: adverteerders en assuradeurs, verkoo- pers, reparateurs, aanleg en verbetering van wegen, garage^bouw, benzine-stations en zoo- veel meer. Eigenlijk een eindelooze keten. In bet algemeen moet het aantal vrijgekamen arbeiders bij mechanisatie klein zijn in ver- bouding tat het aantal arbeiders, noodig om te voldoen ami de meerdere behoefte, ontstaan uit de grootere vraag naar bet in prijs ver- laagde product. Al zullen dan ook de zeer bijzondere om standigheden van dezen tijid, met zijn aJbnar- male werkloosheid, tot voorzichtigheid manen, ter voarkoming van groote schokken, het al gemeen streven, om door rationalisatie in ieder bedrijf te komen tot't meest economiscb resultaat en tot de hoogste ontwikkeling, is slechts toe te julchen. Het bereiken van de hoogste ontwikkeling van bet bedrijf vordert m.i. nog iets anders, waarover ik misschien nog iets zeggen mag, n.l. het maken van den arbeider tot werke- lijke „medewerker" in onize bedrijven. Ik heb daarover in een anderen kring al eens iets gezegd, maar zou dat ook gaaroe bier doen. Hoe staat het in bet algemeen met die medewerking der arbeiders in onze industrie Hoe komt bet dat, ieder onzer weet bet, zoo menigmaal die medewerking ontlbreekt, en de arbeiders integendeel zijn een rem, niet in be- weging te krijgen zijn, den vooruitgang be- lemmeren, trots de geweldige hoeveelheid latente kracbt. die in bet menschelijk element in het productie-proces aanwezig is? Ook in de industrie schijnt wel bet moeilijkste pro- bleem te zijn: de omgang met bet personeel. hadden iets geheimzinnigs en daardoor iets iafschuwelijk suggestiefs. We hadden, op onzen terugtocht, niet den hoofdweg gehouden, maar waren een klein hekje aan het eind van het park doorgegaan en waren zoo, langs het pad midden door een weiland, hetzelfde pad dat ik den eersten dag van ons verblijf op Cray s Folly ont- dekt had, bij een tweede hekje naast het meertje uitgekomen. Toen we de gazons naar het terras opliepen, zag ik onbeken- de figuren op de veranda bezig en daar door wist ik, dat, wat ik noemde: „de of- ficieele intocht" plaats gehad had. Ik verlangde ernaar, om Val Beverley te gaan opzoeken en haar te vragen, hoe het onderhoud tusschen haar en Aules- bury verloopen was, maar Harley sloeg, boven aan het gazon, naar rechts af, bracht me langs een kronkelend paadje, geflankeerd door hooge rhododendron- stroiken, naar den noord-oost gevel van het huis en ten slotte kwamen we uit op het terras dicht bij den bewusten rotstuin. Harley stapte met een air de noncha lance naar de treden, die toegang tot den tuin gaven, maar toen hij ze wilde afgaan, hield de agent, die daar op wacht stond, hem tegen. „Neem me niet kwalijk, meneer. zei de agent verontsehuldigend, ,,maar ik heb strikte orders om niemand hier toe te laten. ,,0 zei Harley, terwijl hij staan bleef, ,,maar ik ben bij deze zaak betrokken. Mijn naam is Harley ,,'t Spijt me, meneer," zei de agent, ,,maar ik mag u niet toelaten. U zult in- specteur Aylesbury om vergunning moe ten vragen." Mijn vriend smoorde een uitroep van ongeduld. maar dan: ,,Goed," mompelde hij, ,,dat zullen we dan maar doen." Hij keerde zich om en ging met mij weg. .Vriend Aylesbury, zei hij onder het voortloopen, „is niet al leen een walrus, maar ook een ledepop. Bij elken stap bots je tegen Zijn Welge- daanheid op. En dat beteekent een- ver- morsen van veel kostbaren tijd." ,,Wat had je willen doen, Harley .Bewijzen dat mijn theorie juist is," mompelde hij. ,,maar nu me dat onmoge lijk gemaakt wordt moeten we andere maatregelen nemen." Hij liep vlug door de opening in de ge- schoren haag en stak het voorplein over. Manoel deed juist de voordeur open om een man met een begrafenis-gezicht, die later een afgezant van den coroner bleek te zijn, binnen te laten. Manoel," riep Harley, „telefoneer Carter, dat hij onmiddellijk met de kleine auto moet voorkomen." ,Ja. meneer." „Ik heb geen tijd om mijn eigen auto te halen," ging Harley tegen mij voort. ,,Waar ga je naar toe? „Naar Market Hilton, 'n Bezoek aan den Chief Constable brengen, Knox. Aylesbury moet t kost wat het kost ver- vangen worden. Als de. Chief Constable; niet soepel is, ga ik hooger op. Ik ga nu naar de garageLanger dan een uur zal ik wel niet wegblijven. Fungeer jij on- dertusschen als buffer tusschen Ayles bury en de vrouwen. Je begrijpt wel wat ik bedoel." „Ja, dat begrijp ik," gaf ik ten ant woord. ,,Maar je draagt me geen gemak- kelijke taak op." „Nee," stemde hij met iets grimmigs om zijn mond toe. ,,\Vat zal het je spijtien, dat we niet zijn gaan visschen, Kn.ox (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 1