Ter Neuzensche Courant Tweede BlacL BIHHENLAID. gEPILLBTOK. Vampier-Vleugel LANBBOFWBERICHTEM. 8BMMGPE BBBICHTKB.j Vrijdag 19 Sept. 1930. No. 8581. RECHTSZAKEN. NA DEN OVERVAL OP CURASAO. mmmm 11 jwi 1 VAN .£k EEBSTE KAMER. Vergadering van Woensdag 17 Sept. Ingekomen is een mededeeling dat mr. J. R. H. van Schaik tot voorzitter van de Tweede Kamer is benoemd. Aan de orde komt de behandeling van het voorstel van de heeren Slingenberg en Men- dels tot wijziging van artikel 9 van het regle- ment van orde (uitbreiding van de huishoude- lijke commissies). De heer de Savornin Lohman (c.h.) heeft bezwaren tegen het voorstel, omdat hij het ongewenscht acht, dat in een commissie die geen politieke taak krijgt, vertegenwoordi- gers van alle richtingen zouden zitten. De heer van Lanschot (r.k.) verzet zich tegen uitbreiding, omdat de commissie altijd tot voile tevredenheid heeft gewerkt, zooals de heer Polak zelf moet toegeven. De heer Anema (a.r.) is eveneens van meening, dat de geestesstroomingen in deze commissie niet tot uiting behoeven te komen. De heer Slingenberg (v.d.) verdedigt het voorstel, dat beoogt, vertegenwoordigers van de r.k., s.d., vrijz. en politiek christelijke groepen in de commissie te brengen, onder presidium van een boven de partijen staanden voorzitter. De heer Pollema (c.h.) zal voorstemmen, omdat het voorstel het gemeenschappelijk overleg bevordert. Het voorstel wordt verworpen met 27-16 stemmen. TWEEDE KAMER. Vergadering van Donderdag. De voorzitter opent de vergadering met een rede ter gelegeniheid van zijn benoeming. Ten aanzien van de publicatie door den heer Drop in verband met de ongeregeldheden te Maastricht, verklaart de voorzitter, dat z.i. een individueei lid niet het reoht heeft tot publicatie van stukken, die der Kamer als zoodanig toevertrouiwd zijn, voor een geheel ander doel dan waarvoor de heer Drop deze gebruikte, en dat de Kamer zich daardoor ge- griefd kan gevoelen. De heer Ailibarda (s.-d.) bestrijdt deze op- vatting niet in het algemeen maar zegt, dat het hier geen geheime stukken betrof en dat er omsitandigheden waren, die afiwijking noo dig maakten, omdat de indruk door de regee- ring gewekt geheel afweek van die, welke lezing der stukken wekte en bovendien onver- diend een smet op personen wierp. De heer De Visser (c.-p.) meent, dat bij publicatie slechts het belang der anbeiders- klasse kan gelden, zelfs al waren de stukken geheim. De voorzitter aoht zijn conclusie, dat stuk ken aan de geheele Kamer door een indivi dueei lid niet mogen worden gepubliceerd, niet weertlegd. De heer Wijnkoop (comm.) sluit zich aan bij den heer De Visser. Herbenoemd worden de leden van de huis- houdelijike commissie en van de gemengde commissie voor de stenografie. De voorzitter geeft den heer Vliegen in overweging zijn aanvraag voor een interpel late naar aamleidinig van de Maastrichtsche gebeurtenissen terug te nemen, aangezien hij hem ruim spreektijd zal geven bij de begroo- ting. De heer Vliegen (s.-d.) willigt dit ver- zoek in. Den heeren Cramer (s.-d.) en Alibarda (s.-d.) wordt toegestaan een interpellate te houden, resp. over het rapport-Hillen (Boven- Digoel) en de radio-censuur. VOORZITTER TWEEDE KAMER. Bij Kon. besluit is tot voorzitter van de Tweede Kamer voor het tijdvak der tegen- woordige zitting benoemd mr. J. R. H. van Schaik, lid van die Kamer. NATION ALE VAANDELGROET AAN DE KONINGIN. Prinsjesdag had men uitgekozen voor den ■nationalen vaandelgroet aan H. M. de Konin- gin, die bedoeld was als een algemeene hulde aan onze Vorstin ter gelegenheid van Ha.ar 50sten verjaardig. Deze keuze scheen niet slecht, omdat tienduzenden uit den lande dien dag de residentie bezoeken en reeds daarom groote belangstelling kon verwacht worden, maar ook omdat de ruim 20 duizend dames en heeren, die aan de huldebetuiging zouden deelnemen, nu tevoren in de gelegenheid ge- steld waren den Koninklijken stoet te aan- schouwen op zijn weg van het Noordeinde naar het Binnenhof. Zoo begaven zich eenigen tijd nadat de Koninklijke stoet aan het paleis Noordeinde was teruggekeerd, duizenden naar het Malie- veld, waar de opstelling met de vaandels plaats had. Niet minder dan 414 vereenigingen en bon- den namen aan de huldiging deel, te samen vertegenwoordigd door ongeveer 20.000 per sonen. gekomen zijnde van Noord en Zuid, van Oost- en West. Onder de corporaties waren 42 zang- en 21 muziekvereenigingen. Voorop gingen de Harmonie der N.V. Holland- sche Kunstzijde Industrie uit Breda en „Sur- sum Corda" uit Vlaardingen, waama volgden de Kon. Vereeniging „Oranjebond" en de Bond van Rotterdamsche Oranjevereenigin- gen „Voor Vaderland en Oranje". Hierachter volgden 1500 zangers en zangeressen. Op een versierde auto reed vervolgens het bloemstuk mede, dat H.M. zou worden aangeboden. Het bestond uit het Nederlandsche wapen, geflan- keerd door een oranje en een rood-wit-blauwe vlag, op een veld van oranje-rozen staande, waarop tevens een boek met de jaartallen 1880-1930. Het wapen, de vlaggen en het boek waren van bloemen. De schier eindelooze stoet maakte, belicht door het vroolijke zonlicht tusschen het groen der bloemen een zeer schoon effect. Hoewel in flink marschtempo werd voort- getrokken liep het reeds tegen half vijf voor de laatste groep bij het Paleis in Het Bosch arriveerde. De weerbaarheidskorpsen der studenten uit Leiden en Utrecht posteerden zich bij wijze van eerewacht bij de vleugels van het paleis. Op het voorplein was aanwezig de burgemees- ter van 's Gravenhage, die den stoet op- wachtte. De bloemenhulde voor de Koningin werd op het hordes geplaatst. Toen begon de opstelling der deelnemers, die wel een 20.000 in getal bleken te zijn. Het was 10 minuten voor half 5 toen het slot van den stoet op het plein arriveerde. De heer Ter Hall had bij deze regeling ook de leiding. Vooraan stond het vaandel opgesteld van „Het Vaderland Getrouw" te Rijswijk. Toen de Koninklijke familie onder donde- rend hoera op het bordes van het paleis had plaats genomen, werd door het koor van alle aanwezigen het Wllhelmus gezongen, bege- leid door 18 muziekkorpsen en onder leiding van den heer H. P. Kwakernaat, oud-kapel- meester van het korps van het 6e reg. inf. te Breda. Hierna inspecteerde de Koningin de studenten-eerewacht en onderhield Zij zich eenigen tijd met de commandanten dier korpsen. De heer A. C. Verbeek, voorzitter van het comity bood vervolgens H.M. het bloemstuk aan, waarop door een 1300 tal dames en hee ren het ,,Koninginnelied" werd gezongen, voor deze gelegenheid gedicht door den heer H. den Engelsman te Middelburg en getoon- zet door den heer A. J. de Maars te Rotter dam. De laatste dirigeerde zelf. Vervolgens was het woord aan den heer G. Kruis te Rotterdam, die liet zingen en zeli dirigeerde Hulde aan H.M. de Koningin woorden van Johanna Breevoort en muziek van den heer G. Kruis. Hier begeleidde de Vlaardingsche Harmonievereeniging „Sur- sum Corda". De heer Kwakernaat besteeg daama op- nieuw den dirigeerstoel en leidde onderschei- dene muzieknummers van de corpsen te- zamen. De Koninklijke familie H. M. had aan haar rechterhand Prinses Juliana, aan haar linker de Koningin-Moeder en naast haar stond de Prins hoorde de liederen staande aan Voor het defile begon, werden nog Vale rius' „Wilt heden nu treden", „Dankt, dankt nu alien God" aangeheven, waama, ontroe- rend mooi, de bede uit Psalm 134: ,,Dat s Heeren zegen op u daal", weerklonk. Na een kranige vertooning van het even moeilijke als kunstige vendelzwaaien, begon het afscheidsdefil<§, dat boven verwachting vlug verliep. Even 6 uur was het defild ge- eindigd. Tot een van de oudste en kranigste mee- marcheerders zal wel oud-minister De Visser behoord hebben. Hij liep in de gelederen van het Chr. Nat. Werkmansverbond. De Koningin heeft alien leden van het comity hartelijk dank gebracht en verzocht dien dank over te brengen aan alle deelne mers en deelneemsters. H.M. zeide zeer ge- troffen te zijn door de groote deelneming en had dit huldebetoon, dat echt nationaal was geweest, op hoogen prijs gesteld. DE TAPTOE TE 's GRAVENHAGE. De Hagenaars en vele niet-Hagenaars, die vanwege de plechtige opening der Staten- Generaal en den vaandelgroet in de residen tie vertoefden, hebben Dinsdagavond de zeld- zame gelegenheid om een groote militaire taptoe te hooren, niet ongebruikt gelaten. Het was een feestelijke drukte in de stad en tien- duizenden stroomden naar het groote, histo- rische Plein 1813, waar de taptoe zou worden gehouden. De politie had alleen den kant van de Nas- saulaan als doorgang gehouden. Verder was er een klein stukje van het plein open in een halven cirkel. Zoover men overigens zien kon, was geen plaatsje onbezet. Men stond tot aan de Zeestraat, de Javastraat en de Parkstraat. De menigte was dan ook op geen duizenden na te schatten. Onder leiding van den kapelmeester van de stafmuziek der Koninklijke Marine werden achtereenvolgens uitgevoerd: roffel, taptoe der Kon. Marine door tamboers en pijpers Russische taptoe door tamboers en pijpers, gebed, Wien Neerlandsch Bloed, eeremarsch Kon. Marine, defileermarsch Kon. Marine. Daarop volgden onder leiding van den di- recteur der Kon. Militaire kapel: roffel, tap toe tamboers en hoomblazers infanterle, „Wilt heden nu treden" (Valerius), taptoe trompetters bereden wapens, koraal „Dankt dankt nu alien God". De kapelmeester van de stafmuziek der Kon. Marine leidde hierna een marsch door tamboers en pijpers en den De Ruytermarsch. Onder leiding van den directeur der Kon. Militaire kapel werden vervolgens gespeeld: een marsch door tamboers en hoornblazers der infanterie en de huldigingsmarsch (C. L. Walther Boer), marsch van de eavalerie en artillerie en „Leve het regiment grenadiers" (N. A. Bouman), Fanfare (Huguenin) en M&rche des Tambours (F. Du.ikler), tam boers en hoomblazers der infanterie en de Grenadiersmarsch. Tot slot werd onder leiding van den kapel meester van de Koninklijke Marine het Wil- helmus gespeeld. De taptoe maakte een overweldigeaide in druk en de fakkels verhoogden door hun ge- heimzinnig licht de plechtige avondstemming. Het publiek wist het gebodene op hoogen prijs te stellen. Na verscheidene nummers klonk een luid applaus. Na afloop heeft de minister van Defensie de kapelmeesters gecomplimenteerd en ook de vice-admiraal Jager en de generaal Roell be- tuigden hun dank. Nadat het laatste nummer ten gehoore was gebracht, kwam de voor de politie zoo moeilijke taak in de opeengepakte menschen- massa ruim baan te maken voor het afmar- cheeren der diverse corpsen. Met behulp van de politieruiters slaagde men er in een geul te maken vanaf de So- phialaan tot de Alexanderstraat, doch nau- welijks was het corps mariniers, hetwelk zijn weg door de Alexanderstraat via de Park straat naar de Laan van N. O.-Indie zou ne men gepasseerd of de menigte drong er ach teraan en vormde zich van weerszijden tot een kluwen van menschen, waarin elke be- weging onmogelijk bleek. In de Alexanderstraat kregen velen, vooral de vrouwen en meisjes, het te kwaad. Een tweetal meisjes geraakten door het hevig dringen bewusteloos. Ook in de richting van de Javastraat ont- stond een ontzettend gedrang. De kapel werd door politieruiters beschermd, maar nauwe- lijks was het sein tot den afmarsch gegeven of de politie hief elke afzetting op. Van alle kanten drong het publiek op om achter de muziek aan te loopen. Hierbij ont- stond een geweldig tumult. Vrouwen en kin- deren gilden en riepen om hulp. De duizenden, die door de afzetting zoo- lang waren vastgehouden, drongen echter meer en meer op. Eensklaps konden enkelen zich niet meer staande houden en vielen op den grond. De stroom was niet meer te stuiten en het resul- taat was een kluwen van menschen, die over elkaar heen rolden lijk werden bestormd. Zeer velen gaven dan ook het wachten aan de halte's op, daar het niet mogelijk was een plaatsje te bemachti- gen. GEDISTILLEERD ACCIJNS. Ingediend is het in de Rijksbegrooting 1931 genoemde wetsontwerp tot verhooging van den accijns van gedistilleerd. Bij de wet van 7 Febr. 1929 is de gedistil- leerd-accijns met ingang van 1 Maart '29 ver- laagd van 300 tot 189 per H.L. gedistil leerd a 50 pet. Daardoor is de fraude, die op zoo groote schaal werd bedreven, blijkens de opgedane ervaring tot staan gebracht. Doch de verdwijning der fraude heeft ook de op brengst krachtig beinvloed. Ware dit niet het geval geweest, dan had een verlaging van den accijns van 300 tot f 180 de opbrengst moe- ten doen dalen van f 45 millioen tot f 27 mil- lioen. In stede daarvan werd het 37 millioen. Van herstel der oude opbrengst a 45 millioen moet nu worden afgezien. De f 180 zou daar- voor tot 220 moeten worden opgevoerd; al is dit nog een heel stuk beneden het oude tarief, zoo moet toch wegens de kans, dat aan de tot stand gekomen saneering van den toestand weder eenige afbreuk zou worden gedaan, hiertoe niet worden overgegaan. Daarentegen is een verhooging tot f 200 al- zoo met een-negende van het figeerend be- drag) alleszins verantwoord. Voorgesteld wordt den accijns op het aan- vankalijk gedachte cijfer van 200 te stabiii- seeren, waardoor de teruggang in de opbrengst althans voor ruim 4 millioen een-negende van 37 millioen) zal worden ongedaan ge- maakt. Daar de accijnsverhooging slechts gering is, wordt alleen navordering voorgesteld van voorraad boven 100 L. Het invoerrecht van uit en met alcohol be- reide stoffen wordt, evenals vroeger geschied- de, in evenredigheid met de accijnsverhooging verhoogd. PROEVEN MET GEHEIME RADIO- TELEFONIE. Dinsdag had van het hoofdbestuur van de P. T. T. uit, het eerste geslaagde kruisgesprek met Indie plaats, waarbij men gebruik heeft gemaakt van geheime telefonie. De rijkstelagraafdienst is er nl. in geslaagd het gesproken woord in een zoodanig anderen vorm te brengen, dat dit voor een mede- luisteraar volkomen onverstaanbaar wordt. Bij de ontvamgst wordt het geluid dan weder in verstaanibaren vorm teruggebracht. Het systeem heeft het voordeel, dat de om- zetting automatiseh tot stand wordt gebracht en dat geen wijziging aan toestellen of lijnen noodig is. De proefnemingen worden voortgezet. DE BEHANDELING VAN NEDER LANDSCHE STAATSBURGERS IN ITALIe. De heer Mendels heeft aan den Minister van Buitenlandsche Zaken de volgende vra- gen gesteld le. Heeft de Minister uit de inlichtingen, die hij heeft ingewonnen en ontvangen over de behandeling van de zrjde van de Italiaan- sche Staatspolitie door een Nederlandsch Staatsburger en diens reisgenoote ondervon- den, de overtuiging gekregen, dat die behan deling door de feiten gerechtvaardigd was, althans dat de vermoedens van de Italiaan- sche autoriteiten ten opzichte van bedoelde personen juist zijn gebleken? 2e. Acht de Minister overigens deze be handeling oirbaar? 3e. Zoo ja, aoht hij die dan ook hier te lande toelaatbaar en in soortgelijk geval toe- passelijk op Italdaansche Staatsburgers 4e. Zoo neen, is dan de Minister alsnog geneigd bescheid te geven op de tot dusver onbeantiwoord gelaten vraag van ondergetee- kende, t.w. of hij stappen heeft gedaan, opdat dergelijike behandeling Nederlandsdhe onder- danen voortaan in Italie worde bespaard? Eindelijk kwam de massa tot staan, doordat tientallen burgers en militairen een phalanx gevormd hadden. Het bleek, dat velen lichte verwondingen hadden opgeloopen. Voor zoover nagegaan kon worden was er echter niemand emstlg gekwetst. In alle richtingen verspreidde zich langza- merhand de menigte, terwijl de trams letter- De behandeling voor het Hoog Militair Ge- rechtshof van de strafzaak tegen kapitein A. F. Borren, destijds commandant van de troe- pen op Curasao, die naar het hof werd ver- wezen in verband met den overval op Cu rasao op 8 Juni 1929, zal een aanvang nemen op Donderdag 2 October a.s., des ochtends 10 uur, en zoo noodig den volgenden dag wor den voortgezet. Er zullen acht getuigen worden gehoord, ten deele op venzoek van de verdediging. Kapitein Borren zal worden bijgestaan door Mr. J. H. Rolandus Hagedoom, advocaat en procureur te 's-Gravenhage. KORT VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN HET DAGELIJKSCH BESTUUR DER Z. L. M. Onder leiding van den Voorzitter, den heer Mr. P. Dieleman, hield het Dagelijksch Bestuur der Z. L. M. op 15 September zijne gewone maande- lijksche vergadering te Middelburg. Bij de opening wenschte de Voorzitter, den heer D. J. Dees geluk met zijne Koninklijke on- derscheiding en deelde mede, dat de heer J". Welleman bedankt had als Voorzitter van den Kring Oost Zuid-Beveland en als lid van het Dagelijksch Bestuur der Z. L. M. Door den Kring is als Voorzitter ben evens als lid van het Hoofdbestuur aangewezen de heer P. Scheele de Putter te Biezelinge en als plaatsvervangend Hoofdibestuiurslid de heer P. A. Lindenbergh Ezn., te Wemeldinge. Waar het Hoofdbestuur in de vacature van een lid van het Dagelijksch Bestuur moet voorzien, werd goedgevonden, dat de Secretaris van den Kring, de heer P. J. J. Dek- ker voorloopig de vergaderingen bijwoont. De notulen der vorige vergadering werden on- veranderd goedgekeurd. Daama werd het voor-ontwerp begrooting 1931 besproken en besloten om deze aan het Hoofdbestuur voor te leggen. Landbouwliuishoudonderwijs. Mededeeling werd gedaan van de correspondence met B. en W. van Zierikzee over den bouw van de nieuwe land- bouwhuishoudschool. Waar een der lokalen is opgezegd, zal ook in de betalen huursom wijzi ging worden voorgesteld. Met instemming werd vemomen, dat mejuf- frouw Kome hare lessen zal hervatten en de op- richting van een cursus te Kloetinge, door het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Weten- schappen is goedgekeurd. Provinciale Regelingscommissie. Met instem ming werd kennis genomen van de beslissing van Gedeputeerde Staten, dat de heeren J. J. Geluk te Noordgouwe en C. de Ferjter Jzn. te Bosch- kapelle zijn benoemd tot leden van de Provin- ciale Regelingscommissie voor de Paarden- fokkerij. Boerinnenorganisatie. De ontwerp-Statuten van den boerinnenbond vinden instemming. De oprichtingsvergadering zal worden bijgewoond door den Secretaris. Conventie van Geneve. Ingestemd werd met de door de Gr. Mij v. Landbouw naar voren ge- brachte bezwaren tegen gesloten Tiandelsconven- tie en zal het K. N. L. C. geadviseerd worden om de bezwaren aan de Regeering kenbaar te maken. Comite v. Economisch verweer. Instemming vond het voorstel van het K. N L. C. om met andere eentrale organisaties en den F.N.Z. en Tuinbouwraad een comitd van economisch ver weer op te richten. Onkruidbestrijding. Naar aianleiding van een ingekomen schrijven over de wenschelijkheid om te komen tot wettelijke voorschriften ten op zichte van onkruidbestrijdingzooals in Belgie en Frankrijk reeds het geval is, werd besloten om zich te wenden tot Gedeputeerde Staten of dergelijke voorschriften door de provincie zou den kunnen worden gesteld. Voorts zal een schrijven gericht worden tot de betrokken Tramwegmaatschappij. Gras- en klaverzaden. Met instemming werd kennis genomen van de wijze waarop is getraoht om den Ned. Landbouw te betrekken in den aanbouw van gras- en klaverzaden van den Wieringermeerpolder. Agenda K. N. L. C. Deze werd besproken en besloten om de vergadering der Eerste Afdeelimg deze keer niet bij te wonen. Als afgevaardigde en plaatsverv. naar de Al gemeene Vergadering van het K. N. L. C. wer- den aangewezen de heer S. J. de Regt en C. Franse, terwijl tevens aan de Kringen zal wor den gevraagd om op hunne kosten een vertegen— woordiger te zenden. Bij de rondvraag werden nog enkele punten behandeld o.a. de uitvoercontrole op uien, de regeling van de verbouw van origineele gewas- sen. Landbouwhuishoudcursus te Zoutelande. MISLUKTE WRAAKNEMING VAN EEN BEDROGEN MINNAAR. Een Tilburgsch fabrikantenzoon beminder een fabrieksmeisje. Daar echter's jongelings levenswandel niet van dien aard was, dat een levenslange verbintenis van beiden gelukkige door SAX ROHMER. 57) Vervolg.) Aylesbury ging het huisje binnen. Het meuibilair bestona uit een stoel, een tafel, een boekenplank met een tiental boeken en nog een paar andere, half kaduke interieur-onderdeelen. Ik keek Harley aan en zag, dat hij, alsof hij in trance was, naar het uitzicht op de vallei ver beneden ons stond te staren. Ik volgde de richting van zijn blik en zag een politie-agent, die boven aan het trapje van den rotstuin op wacht stond, maar behalve dat, ontdekte ik niets, dat zijn aandacht waard was. Maar dan: ,,Neem me niet kwalijk, inspecteur mompelde hij bruusk en drong opeens langs den corpulenten en verontwaardig- den Aylesbury, die met de boeken van de plank bezig was, heen, ging geknield op de houten bank liggen en tuurde door het open raam naar buiten. „Een twee drie vier vijf zeszeven telde hij half-luid. ,,Goed. Daarmee valt het of staat het „Fraai is dat", mopperde Aylesbury met zijn uitpuilende bruine oogen in een verontwaardigd staren op de figuur bij het raam. „Het staat en valt dus met een twee drie vier en zoovoort, he Maar volgens mij is er geen quaestie van staan of vallen". ..Neen", gaf Harley ten antwoord, terwijl hij van de bank opstond, ik zag, dat zijn oogen schitterden en dat zijn qezicht meer kleur had dan gewoonlijk. ,,Denkt u heusch, dat dit geval zoo een- voudig is?" „Eenvoudig!" herhaalde Aylesbury. „Neen. Eenvoudig is 't niet. 't Is ver- duiveld slim bedacht, maar gelukkig heb ik goeie oogen, die alles zien, wat er te zien is en die nog op behoorlijken afstand zien kunnen ,,Prettig', mompelde Harley. ,,Dat is wel een felicitatie waard. Bij de tegen- woordige generatie is alles bijziendheid. U bent dus van de opinie, dat Ah Tsong den moord gepleegd heeft?" De oogen van Aylesbury puilden angst- wekkend uit. ,,Ah Tsong!" herhaalde hij overdreven luid. „Ah Tsong!" ,,Maar het is toch duidelijk, dat van de drie bewoners van het Guest House er maar een voor het plegen van dien moord in aanmerking komt. Namelijk Ah ..Nlaar een in aanmerking komt maar een in aanmerking komt..." stotter- de Aylesbury, te verbaasd om de gedach- ten, die in zijn hoofd ronddwaalden, onder woorden te brengen. ,.Ja. Ga de getuigenverklaringen maar na". ging Harley kalmpjes voort. ,,Mrs. Camber is vannacht wakker geschrokken door het geluid van een schot. Ze heeft dadelijk om Ah Tsong gescheld. Ah Tsong kwam na een paar minuten en toen hij kwam, had hij blijkbaar een overjas aan. Neem daar goed nota van. inspec teur Aylesbury Ah Tsong had een overjas aan. Hij ging naar beneden en vond daar Mr. Camber in zijn studie ver- diept. Maar Ah Tsong slaapt in een kamer naast de keuken dus in een kamer gelijkvloers. \Ve zijn de deur van die kamer, toen we op weg waren naar den tuin, langs gegaan. Daar heeft u natuurlijk op gelet, niet? Goed. Dus Mr. Camber is van de verdachtenlijst ge- schrapt". Het gezicht van inspecteur Aylesbury was, terwijl Harley praatte, al rooder en rooder geworden. Maar zonder hem den tijd te laten iets te zeggen, ging Harley voort: ,,De eerste, die het schot hoorde, had Ah Tsong moeten zijn, niet Mrs. Cam ber, want die slaapt boven en aan den voorkant van het huis. Als het schot door Mr. Camber gelost was van de plek, waarop wij op het oogenblik staan, zou hij nog in den tuin geweest zijn, toen Mrs. Camber Ah Tsong schelde. Dan krijgen we dus twee mogelijkheden. Of Mr. Camber is van den tuin naar zijn studeerkamer teruggegaan waarbij hij langs de deur van Ah Tsong's kamer moest, let wel! tusschen het oogenblik, dat er gescheld werd en het oogenblik, dat Ah'Tsong naar boven ging...... Of hij is naar binnen geslopen, terwijl Ah Tsong, boven op het portaal, stond te luisteren naar wat zijn meesteres hem zei. Die beide mogelijkheden zijn dus feitelijk onmogelijkheden. En dus krijgen we het exit van Mr. Camber als de schuldige in deze moordzaak zooals ik al eerder gezegd heb". ,,'t Exit! 't Exit!" riep de inspecteur, die zijn spraakvermogen begon terug te krijgen, opgewonden uit. ,,Denkt u, dat u me met een stortvloed van woorden kan overbluffen, Mr. Harley? Mag ik er u attent op maken, dat u officieel met deze zaak niets te maken hebt!" „Daar hebt u me al meer attent op ge maakt, inspecteur maar misschien is het wel goed, dat mijn geheucjen zoo nu en dan eens opgefrisoht wordt". Harley sprak luchtig, zonder eenige scherpte of verbittering. En daaruit be- greep ik, dat hij buitengewoon goed in zijn humeur was. Blijkbaar had hij de een of andere gewichtige ontdekking ge daan. „Maar ik heb u nog vergeten te. zeg gen, inspecteur". ging hij voort, ,,dat ik, bij nader inzien, ook Ah Tsong geschrapt heb. Ah Tsong mist namelijk den duim en wijsvinger van zijn rechterhand en u mag mij den schutter toonen, die op een afstand van honderd meter, bij maanlicht, met zijn middelvinger om den haan, een van zijn medemenschen precies tusschen zijn oogen kan raken... En dan is er nog meer, maar met deze paar opmerkingen kunnen we, ter aantooning van het ge- compliceerde in dit geval wel volstaan Aylesbury verwaardigde zich niet ant woord te geven. Of misschien was hij er voor het oogenblik niet toe in staat. Hij draaide zich om en ging naar het huis terug. HOOFDSTUK XXIV. Onze vriend grijpt in. Bij ons binnenkomen in de studeer kamer vonden we daar Mrs. en Mr. Cam ber; hij nog steeds in den stoel van zijn bureau en zij op een krukje ernaast. Inspecteur Aylesbury bleef in de deur- opening staan, bekeek het tooneel voor zich en deed een stap achteruit de gang weer in. Brigadier Butler riep hij den agent toe, die daar op wacht zat. „Ja, meneer". „Ga naar het hek en zeg tegen Edson, dat hij je hier moet komen aflossen. Je moet straks naar het hoofdkwartier". „Ja, meneer". Ik begreep, wat er nu ging komen. Maar toen Aylesbury de kamer weer in kwam, zei Harley gedwongen-kalm: ,,Ik wensch een verklaring af te leg- gen". Aylesbury fronste de wenkbrauwen, het zijn kin in zijn halsplooien verdwijnen en keek hem niet bepaald welwillend aan. „Ik heb u niet om een verklaring ge vraagd, Mr. Harley", zei hij. ,,Neen", gaf Harley ten antwoord. ,,dat weet ik. Ik leg die verklarina vrijwillig af. Wat ik zeggen wil, is dit: U staat op het punt om officieel een zeer gewichtigen stap te doen. En nu zou ik u willen ver- zoeken, in aanmerking genomen, dat ik eveneens van plan ben zekere stappen te doen, elke actie voor vier-en-twintig uur op te schorten". ,,Dank u", zei Aylesbury sarcastisch. ,,Kijk, inspecteur, u is nog geen vier-en- twintig uur in dit geval aan het werk en daarom waarschuw ik u, dat het niet zoo simpel is, als't lijkt. Als u wat beter erin komt en u krijgt meer gegevens, dan zult u begrijpen, dat wat ik u nu vertel, wer- kelijk waar is en als u nu ingrijpt, handelt u overhaast. Ik ben genegen, alles, wat ik weet, te uwer beschikking te stellen. maar ik ben bang, dat we het niet zonder Scotland Yard tot een goed einde zullen kunnen brengen. Daarom stel ik voor gezien het feit, dat u samenwerken met mij geweigerd heeft om de Centrale Recherche om assistentie te vragen en in dit verband inspecteur Wessex te noe- men. Dit is geen geval, dat een alleen af kan. Probeert u t toch, dan is het resultaat dat u uzelf blameert en een aantal onschuldigen menschen iets heel onaangenaams aandoet Heeft u uitgesproken?" vroeg Ayles- ,Ja. Voor het oopenblik heb ik er niets aan toe te voegen „Hm. Goed. Dan kunnen we nu ter zake komen, tenminsteals Mr. Har ley het goed vindt". Hij posteerde zich rechtop en met zijn officieelste gezicht voor den open haard Mrs. Camber zat hem met stille angstige oogen aan te kijken. Camber zelf was heel kalm, maar hij zag ongewoon bleek. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 5