ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. STER-TABAK STER No. 8577. WOENSDAG 10 SEPTEMBER 1930. 70e Jaargang BINNENLAND. FETJILLET0S, Vampier-Vleugel BUITEVLAHD. NEDERLANDSCHE HULP AAN SAN DOMINGO. „Waar kan ik U meer hebben gezien Gij vergist U, ik ken U niet, maar wij rooken beiden TABAK MAAKT VRIENDEN UZENSCHE COU RANT JU«>NNEMENTSPRIJS: Einnen Ter Neuzen 1,-40 per 3 maanden - Buiten Ter Neuzen per rnst n 80 per 3 maanden - Bij vooruitbetaling fr. per post f 6,60 per jaar - Voor BelgiS en Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post - Abonuementen voor net buitenland alleen bij vooruitbetaling. - Mtfi-scfster: Flrma P. J. VAN DE 3ANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken rege! meer 0,3SG Grootere letters en cliches wor den naar plaatsrulmte berekend. Hanaelsadvertentlen bij regelabonnement tegen verminderd tarlef, betwelk op aanvraa# verkrijgbaar is. Inzendlng van advertentien liefst £6n dag voor de ultgave DIT BEAD VERSCHIJNT EEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. DIENSTPLICHT. Nadere inlevering van Rijksgoederen. Ingevolge art. 41, vierde lid, der Dienst- plichtwet, roept de Burgemeester der ge- meente Ter .Neuzen bij dezen op: JAN FRANCIES DE KLERK, dienstplichtige van de liicbting 1913 en -be- hoorende tot het 14e Regt. Infanterie, am de hem verstrekte Rijksgoederen alsnog in te leveren op Woensdag 8 October 1930, om 9,30 uur voormiddags, te Ter Neuzen, in de voor- malige school op het Schoolplein. De goederen zullen alsdan in ontvangst worden genomen door den indeelingsdastrictis- commandant of een ander daartoe aange- wezen officier. Hij moet bij de inilevering verschijnen in burgerkleeding. Onder zijn veranbwoordelijk- heid kan de inlevering namens hem door een ander geschieden. Van de inlevering wordt in het zakboekje een aanteekening gesteld. Voorts wordt verwezen naar dein inhoud van de vorige oproeping tot inlevering. Gevolgen van nalatigheid. Wie voor den tweeden keer tot inlevering is opgeroepen en aan deze oproeping niet voldoet en evenzoo degene, wiens goederen niet in den vereischten staat verkeeren, kan voor den tijd van hoogstens twee maanden in werkelijken dienst worden opgeroepen (art. 42, 2e lid der Dienstplichtwet). Wie zich niet onderwerpt aan een hem opgelegden straf, als hiervoor bedoeld of niet voldoet aan een oproeping voor den werke lijken dienst kan aangehouden en naar de plaats van bestemming overgebracht worden. Daartoe zijn ibevoegd de marechaussee, de militairen der politietroepen en alle verdere ambtenaren van Rijks- of gemeentepolitie (art. 42, 3e lid der Dienstplichtwet). De verlofganger, die niet aan een oproeping voor den werkelijken dienst voldoet, stelt zich bovendien bloot aan bestraffing. Ter Neuzen, 8 September 1930. De Burgemeester voomoemd, J. HUIZINGA. STATEN-GENERAAL. Bij Kon. besluit is benoemd tot voonzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal gedurende de zitting, die zal aanvangen op den derden Dinsdag in September, de heer Mr. W. L. Baron de Vos van Steenwijk, lid van die Kamer. De vereeniigde vergadering van de beide Kamers der Staten-Generaal, waarin de Minister van Staat, Minister van Binnenland- sohe Zaken en Landbouw, Jhr. Mr. Oh. J. M. Ruys de Beerenbrouck, namens de Konin- gin, het tegenwoordige zittingjaar voor ge- sloten zal verklaren, zal a.s. Zaterdagmiddag 3 uur in het gebouw der Tweede Kamer plaats hebben. Het wordt thams bevestigd, dat de Komink- lrjke stoet naar de Ridderzaal, in verband met de opening van het nieuwe zittingjaar der Staten-Generaal op a.s. Dinsdag een belang- rij'ke uitbreiding zal ondergaan. De inkrimping na de mobilisatie en in de volgende jaren had ten gevolge, dat de dames en heeren der hofhouding, die aangewezen waren om de plechtigheid der opening bij te wonen, bij aankomst van de Koningin aan de Grafelij'ke zalen zich reeds in het gebouw be- vonden en daar Hare Majesteit opwachtten. Thans echter zullen, evenals v66r 1914, al deze hofdignitarissen in den stoet mederijden in met twee paarden (vroeger vier) bespan- nen galakoetsen. door SAX ROHMER. 53) Vervolg. HOOFDSTUK XXII. Het geheim van Camber. „I,k heb dezen vleugel van Hpiti mee- gebracht", vertelde hij, terwijl hij het bruine, onappetijtelijk-uitziende voor- werpje weer op het blaadje neerlegde. „Daar was hij gevonden onder het hoofd- kussen van een negerzendeling, die des nachts op een geheimzinnige manier op- eens doodgebleven was." Hij zette het blaadje weer in de la, schoof de la dicht en keerde zich naar ons toe. Hij richtte zich in zijn voile lengte op en hief zijn tot vuisten gebalde handen tot boven zijn hoofd omhoog. ,,Zonder eenige gedachte, die als gods- lasterlijk bestempeld zou kunnen worden", zei hij, ,,maar met grooten eerbied en uit het diepst van mijn hart zeg ik dit: ik dank God dat Juan Menendez dpod is." Hij ging weer zitten. Harley zat hem oplettend aan te kijken. ,,Het kwaad dat de menschen stichten, leeft voort, nadat zij tot stof wederge- keerd zijn, mompelde hij. Met zijn kin op zijn hand staarde hij voor zich uit. ,,Een vampier-vleugeldacht hij, luid- op, na. ,,een vampier-vleugel op de deur van Menendez". Hij keek Harley aan. ,,Was dat de reden, waarom u, nu, na Dientengevolge zullen thans zes rijtuigen meer in den stoet mederijden, welke bestemd zijn voor den kamenheer-ceremoniemeester, acht kamerheeren, de groot-officieren van Harer Majesteit Huis, de grootmeesteres van de Koningin en, omdat ditmaal ook de Konin- gin-Moeder de opening bijwoont, de waar- nemende groot-meesteres van de Koningin- Moeder. En dan volgt de opperceremoniemeester der Koningin, gezeteri eveneens in een met twee paarden bespannen gala-koets, en achter dezen koets sluit zich onmiddellijk aan de met acht paarden bespannen Koninklijke staatsiekoets, waarin zullen gezeten zijn de Koningin, ver- gezeld door de Kontingin-Moeder, den Prins en Prinses Juliana. Den weg, dien de Koninklijke stoet zal nemen, zal geen verandering ondergaan, en er zal dus van het Koninklijk Paleis in het Noordeinde door de Heulstraat, het Lange Voorhout (beschelpte pad), den Korten Vij- verberg naar het Binnenbof vice-versa ge- reden worden. Het in West-Indie gedetacheerde flottielje- vaartuig-Arend" zou Maandag van Curasao naar San Domingo vertrekken om zoo noodig bijstand te verleenen aan de bewoners van dit door den cycloon getroffen eiland. DE WATERLEIDING OP SCHOUWEN EN DUIVELAND. De vragen van den heer Kersten betreffen- de opheffing van de verplichting voor de be- volking van Schouwen en Duiveland tot aan- sluiting aan de waterleiding en het niet vor- deren van vooruitbetaling voor de levering van water heeft de Minister van Arbeid, Han del en Nijverheid alle vier ontkennend beant- woord. Wat de vraag betreft inzake een eventueele bereidverklaring van den Minister om den dwang tot aansluiting op te heffen, antwoordt de heer Verschuur: Blijkens de ervaring geeft een drinkwater- leiding onschatbare voordeelen voor hygiene en bedrijfhet inzicht daarin wordt dikwijls eerst later het deel van velen, die zich aan- vankelijk verzetten. Zonder redelijke renta- biliteit, gegrond op de daarvoor noodige aan- sluitingen, kan een drinkwaterleiding niet tot stand komen. Verplichte aansluiting is daar voor onmisbaar. De gemeenten van Schouwen en Duiveland hebben de keuze gehad tusschen verplichting tot aansluiting en garantie van een zekere opbrengst. Zij hebben alle de ver plichting gekozen, waarvan ontheffing moge- lijk is voor bestaande woningen binnen zeke- ren afstand van een hoofdbuis, indien die wo ningen een ander deugdelijk middel voor drinkwatervoorziening hebben. Aan de ontkennende beantwoording van de laatste vraag, n.l. of de Minister zijn invloed kan laten gelden, dat geen vooruitbetaling wordt gevorderd, voegt de Minister o.a. toe, dat de regeling van de betaling door de afne- mers een zaak van intern beheer is, die bij voorkeur aan het bestuur moet worden over- gelaten. Vooruitbetaling is overigens bij drinkwaterleidingen gebruikelijk. DE RELLETJES TE MAASTRICHT. Op de vragen van den heer Hermans in ver band met het publiceeren van door de Regee- ring ter griffie der Kamer overgelegde rap- porten omtrent het onderzoek, ingesteld door den advocaat-generaal bij het gerechtshof te 'is-Hertogenbosch, naar de gebeurtenissen tijdens de staking aan de zinkwitfabriek te Maastricht antwoordde de heer Donner, Minister van Justitie, dat hij reeds op 10 Februari j.l. in zijn in den brief van 1 Aug. j.l. vermeld antwoord aan den heer Albarda op diens verzoek om publicatie schreef: ,,Het bedoelde „verslag van het onderzoek" vormt een volumineus geheel. Vermeld zij bijv. slechts, dat van niet minder dan een 130-tal personen verklaringen, en dikwijls zeer uit- voerige, zijn opgenomen, terwijl situatie-tee- keningen en photografieen aan de stukken niet ontbreken. Valt reeds uit dien hoofde aan publicatie bezwaarlijk te denken, de on- dergeteekende zou daarentegen toch ook overwegende bedenking hebben, omdat uit den aard der zaak bij een onderzoek als dit ver klaringen worden opgenomen en gegevens worden verzameld, die niet met naam en toe- naam aan de openbaarheid kunnen worden prijagegeven." Hoogstens werd toen de door den heer Al barda subsiiddair gevraagde nederlegging ter griffie na algeheele afhandeling der zaak mogelijk gesteld. Dat het vertrouwen, hetwelk in de aldus onder kenbaarmaking van bezwaar tegen pu blicatie gedane nederlegging ter griffie door de Regeering aan de Kamer werd gegeven, is geschonden, betreurt de Minister ten zeerste, zoowel voor dit bepaalde geval als om de meer algemeene beteekenis, die deze pijn- 'lijke ervaring noodzakelijkerwijs moet hebben. Het vermag den Minister echter niet te drin- gen van het standpunt, hetwelk hij met be- trekking tot de publicatie van den aanvang af heeft ingenomen. Het gevaar voor onjuiste conclusies komt onder deze omstandigheden niet voor reke- ning der Regeering; intusschen moge de Minister, ten einde voor zoover mogelijk mis- verstanden te voorkomen, met betrekking tot een tweetal punten, die in de eerste vraag worden aangestipt, nog het volgende aantee- kenen: a. da£ het standpunt omtrent de publicatie van buitenaf zou zijn of worden beinvloed, is reeds daarom uitgesloten, wijl op het oogen- blik, dat bieromtrent werd beslist, meer dan een half jaar geleden-, van den inhoud van het rapport naar buiten niets bekend was; ten overvloede wil de Minister overigens nog wel uitdrukkelijk uitspreken, dat toen of later van eenige poging tot het iiitoefenen van invloed te dezen geen sprake is geweest. b. in zijn nader rapport komt de advo caat-generaal op grond van een zorgvuldige toetsing van het in de opvolgende brieven van den eommissaris van politie aangevoerde be- paaldelijk tot de conclusie, dat de door dezen ter eigen ontlasting gestelde provocatie van R.K. zijde „niet is bew jzen en evenmin door hem (advocaat-generaal) als juist wordt aan- vaard". de gebeurtenis van vannacht, die u als het ten uitvoer brengen van het vonnis kunt beschouwen, naar het Guest House gekomen bent, Mr. Harley Paul Harley knikte. ,-,Ja", zei hij eenvoudig. „Dat is ook feitelijk logisch. Daarom moet ik nu niet meer op het onderwerp, dat me interesseert, doorgaan, maar moet ik probeeren om de zaak van het gerech- telijk-onderzoek standpunt te zien. Zou Menendez de beteekenis van dien vam pier-vleugel geweten hebben?" ,,Ja. Hij had de toepassing ervan een paar maal in West-Indie meegemaakt. „Ah Dat zal wel. De duivel zal er wel van genoten hebben. Maar laat ik oppassen... Misschien bereiken we beter resultaten, Mr. Harley, als u me vragen stelt en als ik me uitsluitend bepaal tot antwoorden." ,,Goed," stemde Harley toe. ,,Waar en wanneer heeft u wijlen Kolonel Menendez het eerst ontmoet „Ik heb hem nooit ontmoet." ,,Dus dan had u nooit van uw leven een woord met hem gewisseld ,,Nee, nooit." ,,Hm. Vertelt u me nu eens, Mr. Camber, waar u vannacht om twaalf uur geweest bent." ,,Hder. Ik zat te schrijven." „En waar was Ah Tsong ,,Ah Tsong Camber staarde zijn ondervrager verbaasd aan. Ah Tsong was in bed. ,,0 Heeft u, toen u zat te schrijven, iets gehoord „Ja. Een schot. Een schot uit een geweer." PRINS BOUDEWIJN. De correspondent van de N. R. Crt. te Brussel meldt: In tegenwoordigheid van minister-president Jaspar en eenige andere ministers, Houtart, den gouvemeur der provincie, de voorzitters van Kamer en Senaat, den burgemeester van Brussel, den voorzitter van het Hof van Cas- satie en enkele hofdignitarissen werden Maandag de voorstellings-, vaststellings- en gaboorteakten opgemaakt van prins Boude- wijn in een salon van het kasteel Stuyvenberg. De vaststellingsakte wordt opgemaakt door den minister van justitie en getuigt, dat deze geboorte en geslacht heeft geconstateerd. De voorstellingsakte in dubbel opgemaakt, is be stemd voor het archief der Koninklijke familie en het ministerie van justitie en vermeldt den naam van het kind. De eigenlijke geboorte- akte wordt ingeschreven in het register van den Burgerlijken Stand der stad. TE GENeVE. Maandagochtend heeft, schrijft de N. R. Crt, te Geneve de Volkenibondsraad zijn eerste vergadering gehouden en 's middags is de ,,Europeesche conferentie" bijeen geweest. «i ,,U wist dadelijk, dat het van een ge weer afkomstig was?" ,,Ja. Daarin kon je je niet vergissen." ,,Wat heeft u gedaan, toen u dat schot hoorde „Ik was juist bezig aan een gedeelte, waar het nogal op aan kwam en waar- schijnlijik zou ik dus niets gedaan hebben. als Ah Tsong niet op de deur geklopt had om me te vertellen, dat mijn vrouw door dat schot wakker geschrikt was. Ze is nogal nerveus en ze had dadelijk Tsong gescheld en hem naar beneden gestuurd om te zien, of er niets met mij gebeurd was. ,,Als ik u goed begrijp, dacht ze dan dat het geluid uit deze kamer gekomen was ,,Als we uit onzen eersten slaap wakker schrikken, Mr. Harley, hebben we ge- woonlijk een zeer vagen indruk van het- geen ons zoo aan het schrikken gemaakt heeft." ,,Dat is waar," stemde Harley toe. „En is Ah Tsong toen weer naar zijn kamer teruggegaan „Nee, tenminste niet dadelijk. Maar neemt u mij niet kwalijk, Mr. Harley, maar uw* vragen wekken eenigszins mijn verwondering op. Voor het oogenblik zie ik niet haar verband met de zaak waarom het in hoofdzaak gaat... Hij is naar mijn vrouw teruggegaan en heeft haar verteld, dat ik zat te schrijven en toen heeft ze hem gevraagd, om een glas melk voor haar te halen. Toen is hij dus weer naar beneden, naar de keuken ge- gaan en heeft een glas melk gehaald. „Ah En wat voor verlichtmg heeft hij daarbij gehad Een kaars? In de Raadsvergadering is de kwestie van Engeland's beleid als mandaatmogendheid in Palestina ter sprake gekomen. De commissie voor de mandaten heeft in haar rapport op dat beleid aanmerking gemaakt, want de Britsche bestuursorganen zijn steUig te kort j geschoten in het tijdig nemen van voorzorgs- maatregelen tegen de bloedige botsingen tus schen Joden en Arabieren over den Klaag- muur, welke al lang gedrelgd hadden. Het meerendeel van de bloedige pogroms zou waarschijnlijk te vermijden geweest zijn als op gevaarlijke punten de open,bare macht in vol- doende sterkte aanwezig was geweest om de orde te hamdhaven. Het Britsche memoran dum tot weerlegging van de critiek van de commissie voor de mandaten was geen sterk stuk, maar de Fin Procope had, uit over- weging, dat de betreurenswaardige gebeurte nissen de les in zichzelf droegen en de Brit sche overheid daarom wel voor een herhaling ervan voortaan zou waken, een eindrapport samengesteld, dat de kerk in het miidden hield. Met erkenning van Engeland's moei- lijke positie tusschen Joden en Arabieren, heeft hij slechts laten doorschemeren dat het Engelsche bestuur niet van alle verantwoor- delijkheid voor de Agustus-onlusten vrij te pleiten is geweest. Op deze wijze maakte Procope een nieuwe gedachtenwisseling tus schen den Britschen vertegenwoordiger minister Henderson en de commissie voor de mandaten onnoodig en kreeg hij zijn rapport met algemeene stemmen erdoor. De Joden in Palestina zullen teleurgesteld zijn over de behandeling van de zaak in den Raad, niet zoozeer omdat Engeland er in zake de voor- koming en de beteugeling der onlusten zoo genadig afgekomen is, maar omdat de Raad, overeenkomstig Prooope's rapport, heel mak 't vertrouwen heeft uitgesproken, dat de stil- zetting van de Joodsche landverhuizing naar j Palestina, slechts tijdelijk was en er geen gevaar kon bestaan, dat de Engelsche regee ring niet, volgens de verplichtingen van het mandaat, de „immigratie" met voile kracht zal vergemakkelijken". Het is een feit, dat de AraJbieren den verbodsmaatregel als een suc- ces van him rustelooze agitatie beschouwen en de Zionistische beweging hem in de tegen woordige omstandigheden volkomen onnoodig acht en er een aantasting van het beginsel van de vestiging van een nationale woon- plaats voor de Joden in Palestina in ziet. Een onpartijdig beoordeelaar zal moeten erkennen dat het voor de Joden een hard gelag is dat zij, die bij de onlusten reeds de lijdende partij zijn geweest, achteraf bovendien met het stopzetten van de immigratie gestraft zijn. De Europeeische conferentie heeft niet lang beraadslaagd over Briand's rapport betreffen- de zijn federatieplan voor Europa. Briand is met zijn memorandum in Mei voor den dag gekomen op het oogenblik, dat de commer- cialisatie van de Duitsche herstelschuld en de ontruiming van de laatste bezette zonie van het Duitsche gebied hun beslag begonnen te krijgen en Eturopa voorgoed voor den vrede georganiseerd diende te worden. Op de Vol- kembondsvergadering van het vorige jaar heb ben de vertegenwoordigers van 27 Europee- sohe ieden van den Volkenbond eenparig de noodzakelijkheid erkend van het streven om de Europeesche volken door den een of anderen federalen band te vereenigen. Aan den Fransehen vertegenwoordiger was ge vraagd de voomaamste punten van een pro gram hiervoor op te stellen en aan een Euro peesche conferentie, te houden tijdens de volgende Volkenibondsvergadering, een rap port voor te leggen over de wijze waarop dat program door de regeeringen ontvangen was. Men weet, dat de antwoorden van de Euro peesche mogendheden zulk een bonte ver- scheidenheid van meeningen vertoonen, dat geen conferentie er nog iets mee kan ibegin- nen. De eenige weg dien men kon inslaan, en die ook gevolgd is, was dat men de zaak Door den heerlijken geur hiervan, meent gij een vriend te herkennen." (Inge®. Med.) ,,Een kaars of een lamp." gaf Colin Camber met zijn oogen onderzoekend in die van Harley. Maar opeens verhel- derde zijn gezicht. ,,Natuurlijk," riep hij uit. ,,U heeft het licht van Cray's Folly gezien. Nu begrijp ik het." Een poos lang zwegen we alle drie. Dan: ,,Hoeveel tijd is er verloopen tusschen het schot en' het aankloppen van Ah Tsong ,.Dat kan ik u niet met zekerheid zeg- gen. Ik was verdiept in mijn werk. Maar w'aarschijnlijk is t niet langer dan een paar minuten geweest." ,,Was 't luid Was 't geluid sterk ,,Tamelijk sterk. Opvallend, kan ik beter zeggen... zoo'n knal midden in den naeht." „Het schot moet dus van een plek dicht bij het huis afgevuurd zijn?" ,,Ja, dat denk ik wel." ,,En u heeft niets gedaan... niet eens erover gedacht ,,Nee.' Ik heb 't, eerlijk gezegd, dade lijk weer vergeten. Ue streek hier is rijk aan klein wild... stroopen is hier aan de orde van den dag." ,,Zeker," stemde Harley gereedelijk toe, maar zijn gezicht stond heel streng. „iBeseft u wel 'goed, hoe gevaarlijk uw positie is, Mr. Camber ,,Ja," was het rustige antwoord. ,,Z6o zelfs, dat ik ongeveer elke vraag, die me gedaan zal worden, voorzie... vooruit be- denken kan." Paul Harley zat hem aan te kijken op een manier, die mij vertelde, dat hij de gelaatstrekken van den bewoner van het weer naar deze Volkenbondsvergadering ver- wees. Als zij daar aan de orde komt, zal Briand stellig meer te zeggen hebben dan hij Maandag te zeggen heeft gehad, maar daama zal 't federatie-plan vooreerst in den rustigen boezem van een studie-commissie blijven sluimeren. In een jaar tijds zijn in Europa de politieke en oeconomiische tegenstellingen tusschen allerlei landen zoo verseherpt, dat de „een of andere federale band" een nog hersen- sohimmiger aanzien heeft gekregen. EEN DIEN ST WEI GEK A A It UIT EEN GEVANGENWAGEN ONTVOERD. Vorige week werd de Finsche dienstweige- raar Pekurinen, die zes maanden in de mili- taire gevangenis te Ilmola, in de provincie Vasa, had doorgabracht, in een gevangen- wagen naar het station gebracht om daar vandaan op transport naar zijn garnizoen ge steld te worden. Een aantai activisten heeft kans gezien de gevangenwagen aan te houden, Pekurinen er uit te halen en hem met een auto te ontvoeren. Hij is door zijn ont- voeders weer vrijgelaten. Hij heeft zich bij de poliitie aangemeld en is daama onder militair geleide naar zijn garnizoen overge bracht. De gouvemeur van Wasa heeft mede- gedeeld dat Pekurinen nogal mishandeld is. Pekurinen is voorzitter van de Finsche anti-militairistische vereeniging. Daar hij systemiatisch elken militairen dienst weigeit en hij zelfs geen soldatenuniform aan wil trekken wordt hij telkens weer tot eenige maanden gevangenisstraf veroordeeld. Zijn geestverwanten in Finland, maar ook die in Zweden hebben al verschillende malen bij de Guest House trek voor trek met de ets van Edgar Allan Poe, op het kantoor in Chancery Lane, vergeleek dan ,,Als dat zoo is," zei Harley, ,,heb ik een tweede vraag voor u beschikt u over gegevens, waarmee die vragen af» doende beantwoord kunnen worden?" ,,Tot mijn spijt niet", vertelde Camber hem in alle gemoedsrust. Ik zit dan ook op de medecleeling, dat Don Juan Menen dez ergens op het terrein om Cray's Folly en niet in het huis zelif doodgeschoten is, te wachten, om met de veronderstelling voor den dag te komen, dat ik, tenzij de werkelijke moordenaar gevonden wordt, de straf van die misdaad wel niet _ont- gaan zal." ,,Hij is in den rotstuin doodgeschoten, vertelde Horley hem. „Op een plek, die van uw huis uit te zien is ,,Aha Colin Camber nam zijn pijp weer op en ging met het stoppen van den grooten, ronden kop voort. ,,Dan zal ik nu eens als 't u tenminste interesseert, Mr. Harley deze zaak contra mezelf in korte trekken schetsen. Ik heb t nooit verbloemd, dat ik Menendez haatte. Dat weet mijn omgeving en dat weten de menschen in het dorp. Hij was in Cuba toen ik er eveneens was en daarna heb ben we, voor ik naar Engeland kwam en hier, in Surrey, dit huis huurde, in ver- schillende steden van de Vereenigde Staten steeds in dezelfde hotels gelogeerd. Hlet zal ongetwijfeld mogelijk zijn, om daaromtrent de noodige verklaringen te krijgen. En ten slotte is hij, hier in Sur rey, mijn buurman geworden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 1