Ter Neuzensche Courant Tweede Blad. Vampier-Vleugel BIVNEHLAND. FEUILLET0N. BUITENLAffD. Vrijdag 15 Aug, 1930. No. 8566. HET ONTSTAAN VAN WINDHOOZEN. besloten in Engeland een groote hoeveelheid pasmunt te laten slaan in de hoop op daze wij,ze den toestand meester te worden. OORLOGSVOORBEREIDING In het instituut voor politiek te Williams- town (Massachusetts) heeft professor Delisle Bume van de universiteit van Glasgow Maandag in een rede verklaard, dat, ofschoon niemand naar oorlog verlangt, de Westelijke staten van Europa en Amerika een grooten oorlog vooribereiden, die tusschen 1935 en 1940 zou uitibreken. Hij voegde erbij, dat het conflict niet on- vermijdelijk was, maar hij; wees er op, dat de volken thans bijna dezelfde sommen besiteden aan oorlogsvoorbereiding als in de jaren 1909 tot 1914. Als voorbeeld, hoe de gasoorlog wordt voor- bereid, haalde hij het feit aian, dat in de Ver- eenigde Staten 200 van de beste scheikundi- gen werkizaam zijn aan de vervaardiging van nieuwe gifgassen en zij hebben daarbij veel succes, terwijl Engeland 1 millioen dollars per jaar uitgeeft voor de vervaardiging van gas- bommen, die over een afstand van 16 K.M. kunnen worden afgeschoten. DE PROTECTIONISTISCHE STROOMING. Men is het er langzamerhand over eens ge worden schrijft de N. R. Crt., dat een van de groote oorzaken van de in vele landen heerschende werkloosheid de algemeene oeco- nomische malaise is en, na velerlei lapmidde- len om haar te bestrijden, bestaat er nu sterke neigimg om naar het paardemiddel van verhooging van inverrechten te grijpen. Zelfs van Engeland, den burcht van den vrijhandel, is men niet zeker meer, of daar niet in de oude tariefipolitiek in een niet te verre toekomst een wijEiging zal komen. De krantenlords Beaverbrook en Rothermere houden him kruistocht voor „rijksvrijhandel" met bescher- ming tegen de niet-Britsche buitenwereld gaande, de conservatieve partij is er door in een halve crisis gekomen en nu doen zich ook teekenen voor dat onder de aan het bewind zijnde arbeiderspartij; kentering komt, hoewel zij totdusver afschaffing van de ,,beveiligings- rechten" voor industrieen die tegen buiten- landsche mededinging niet op kunnen op haar program heeft en hiermee reeds een begin heeft gemaakt laatstelijk nog met de af schaffing van de buitengewone invoerrechten op kant toen deze voor vemieuwiing aan de orde kwamen. De Daily Herald is dezer dagen met het opzienbarende ibericht gekomen, dat er in den boezem der arbeidersregeering em- stig over gedacht werd, het algemeene tarief van invoerrechten op 10 pCt. van de waarde te ibrengen. In het kabinet was er echter nog verdeeldheid over de oirbaarheid van dezen maatregel en de beslissing is dus nog niiet zeker. Het doel van de verhooging was, nieuwe inkomsten te vinden. Men zal zich misschien herinneren, dat het denklbeeld van een invoerrecht van 10 pCt. tot vermeerdering der inkomsten, waarvan men voonziet, dat zij door verhooging van belastingen niet meer te verwezenlijken zal zijn reeds in het open- baar was geopperd door Simon, een liberaal afgewaardigde, die daarmee onder zijn eigen partij onaangenaam opzien heeft gewekt, om- dat daze officieel op blijft komen voor besten- diging van den vrijhandel. Als het echter in Engeland zoo gesteld is, dat de conservatie- ven voor ,,baveiliging" ijveren, de arbeiders- partij overhelt naar verhooging van het tarief en er onder de liberalen reeds een strooming is om hiertoe mee te werken, is te voorzien, dat het tarief naar boven toe ge- wijzigd zal worden. Dan komt men op het hellend vlak, dat in alle landen totdusver on- veranderlijk tot versterking van het protec- tionisme heeft geleid. Amerika is nu tct het eind van de helling afgegleden met een beschermend tarief zon- der weerga. Zal dit zijn oeconomischen nood en zijn werkeloosheid verlichten Voor de beantwoording van deze vraag is zeer instruc- tief wat over het beschermend program der nieuwe conservatieve regeering in Canada wordt medegedeeld. Canada, totdusver de beste klant van de Vereenigde Staten, heeft daar in 1929 voor 868 millioen goederen ge- kocht en daar voor ruim 500 millioen dollars verkocht. Het nieuwe Amerikaansche tarief zal dezen Canadeeschen afzet in de Vereenigde Staten aanmirkelijk besnoeien en nu is Canada van plan hierop met een verhooging van zijn eigen tarief te antwoorden. Het zou daar wel niet zoo licht toe overgaan, als Amerika aan de Canadeesche nijverheid en handel dezelfde gelegenheid had gelaten als vroeger. Maar nu krijgt de Canadeesche tariefverhooging het karakter van populaire represailles. Wanneer ook Canada zijn tarief verhoogd heeft, zal de afizet van deze twee buren aan elkaar over en weer sterk vermin- deren en zal ieder Industrie en handel hiervan dupe worden. En toch stelt men zich voor met sterker bescherming werkloosheid te be strijden Men moet denken aan een elastieken bal waar de fut uit is en waarin een deuk is ont- staan. Men wil die deuk op een plants weg- werken en ziet haar op een andere plants terugkeeren. EEN STROOM VAN ENGELSCHE ARBEIDERS KEERT NAAR HET VADERLAND TERUG. Honderden Britsche arbeiders, die in Ame rika werkloos zijn geworden, zoeken thans naar een gelegenheid, om als verstekelingen naar Engeland terug te keeren. De „Daily Herald" noemt den toestand thans zoo ernstig, dat de politie te New-York aan alle Britsche havens bericht heeft ge- zonden, dat alleen in deze stad al honderden op scheepsgelegenheid loeren. Vele duizen- den Britten besteden het beetje geld, dat zij hebben overgespaard, om met een vrachtboot de goedkoopste gelegenheid, weer den Oceaan over te steken, terwijl anderen hun overtocht al werkend verdienen. De anderen, die vol- komen zonder middelen van bestaan zijn, trachten als verstekeling naar Engeland terug te komen, waar hun intusschen even- eens werkloosheid wacht. Vele Engelsche arbeiders hebben ook hun vrouwen en kinderen naar Engeland terug- gezonden met het geld, dat zij hebben over gespaard en blijven zelf alleen in Amerika achter in de hoop, nog werk te vinden. Te New-York wordt intusschen door de havenpolitie een scherp oog in het zeil ge- houden tegen verstekelingen, doch velen sla- gen er in, om haar waakzaamheid te ver- schalken, door zich in de reddingsbooten te verschuilen, of zich te verkleeden als matro- zen en stokers, of even voordat de boot ver- trekt in alle haast aan boord te komen, om een telegram of document aan een bekend passagier aan boord te overhandigen en zich daarna ergens aan boord te verstoppen. TER NEUZEN, 15 AUGUSTUS 193(1. HET KONINKLIJK BEZOEK AAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Het gevolg van H.M. de Koningin. Z.K H Prins Hendrik en H.K.H. Prinses Juliana b het bezoek aan Oostelijk Zeeuwsch-Vlaa-i ren op morgen, zal bestaan uit: Jonkvroav, B. I. van Swinderen en Baronesse van Har- denbroeck, hofdames; J. H. F. graaf Du Moncgeau, grootmeester; F. M. L. baron van Geen, particulier secretaris van H.M de Koningin; mr. J. C. baron Baud, kamerheer in buitengewonen dienst, ter beschikking van H.K.H. de Prinses; jhr. W. Z. van Teijlingen, kamerheer in buitengewonen dienst, wonende •te Oostkapelle; majoor jhr. W. C. M. de Jonge van Ellemeet, adjudant van H M de Konin gin, luitenant-kolonel jhr. W. Laman Trip, ad judant van Z.K.H. den Prins en eerste luite- nant jhr. C. E. J. Verheyen, ordonnance offi- cier. De tocht zal verder worden medegemaakt door den Commissaris der Koningin in Zee- land, jhr. mr. J. W. Quarles van Ufford; de leden van Ged. Staten, de heeren mr P. Die- leman; mr. R. M. van Dusseldorp; G van de Putte; J. A. van Rompu; mr. J H M Stieger en A. van der Weqde en de griffier der Staten mr. B. D. H. Tellegen Az. P. T. EN T. Tot directeur van het post-, telegraaf- en telefoonkantoor te Sas van Gent zal worden benoemd de heer A. Brommert, commies der P. T. en T. te Groningen. MIDDELBAAR ONDERWIJS. Tijdelijk benoemd tot leerares aan de R. H. B. S. te Oostburg mej. J. W. van Gel- licum te Geldermalsen. EIND-EXAMEN LANDBOUW- HUISFOUDSCHOOL. Geslaagd voor het eind-examen der Land- bouwhuishoudschool te Posterholt, de dames L. Cammaert en O. Voet, beiden te Hulst. EX AM EN FRANSCHE TAAL. Bij het examen voor de Fransche taal L.O is geslaagd mej. N. H. van der Welle te Zaamslag, en de heeren J. Bartholomeus te Ter Neuzen, P. A. Oekd te Zuidzande en M. Dijkwel, vroeger te Axel, thans wnd hoofd der O.L.S. te Schoondijke. EXAMEN ENGELSCHE TAAL. Bij het examen voor de Engelsche taal L.O. is geslaagd mej. P. H. M. van Wel te Ter Neuzen. VAN DE LANDBOUWCRISIS. Op de vragen van het Tweede Kamerlid den heer Braat, betreffende het tijdstip van verschijning van het rapport der conmissie- Lovink, ingesteld in verband met den crisis- toestand in den landbouw, heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw ge- antwoord, dat de commissie, ingesteld in ver band met den crisistoestand in den landbouw, waarvan dr. H. J. Lovink het voorzitterschap bekleedt, tot dusverre het onlangs aange- nomen, kortheidshalve „suikerwetje" gehee- ten ontwerp van wet getuigt hiervan de gewoonte heeft gevolgd, haar mededeelingen incidenteel aan de regeering te richten. Onder deze omstandigheden is „een rap port" niet te wachten, zoodat de gestelde vraag te dien aanzien niet kan worden be- antwoord. INTERNATIONALE SUIKER- CONFERENTIE. Uit Havana wordt aan het Alg. Hbl. ge- seind Vertegenwoordigers van suikerproducenten in een aantal landen, hebben bespre- kingen gevoerd over de middelen, die zouden kunnen leiden tot de oplossing van de crisis op de wereldmarkt. Behandeld werd een voorstel tot het besparen van uitgaven door raffinage van suiker ter plaatse, waar zij wordt geproduceerd in plaats van in raffina- derijen op grooten afstand gelegen. Even- eens werd besproken het gebruik van plant- aardige koolstof bij het raffineeren, waardoor markten konden worden ontsloten in Moha- medaansche landen, waar het gebruik van suiker, geraffineerd met dierlijke koolstof (beender zwart), om godsdienstige redenen verboden is. Naar aanleiding van de windhoozen, die Zondag 3 Augustus aanzienlijke verwoestin- gen aanrichtten te Oud-Gastel, Aalst (Lien- den) en op het eiland Voorne is door het Ko- ninklijk Nederlandsch Meteorologiseh Insti tuut een onderzoek ingesteld, dat blijikens de voorloopige resultaten wel eenig idee izal kun nen geven omtrent de juistheid van de be- staande theorieen over hoosvorming. Deze theorieen veronderstellen, dat een windhoos deel uitmaakt van een grooten hori- zontalen luchtwervel, welks einden naar de aarde zijn omgebogen. Over de draaiings- richting van een dergelijken wervel is men het echter niet eens. De een spreekt van een draaiing met de wijlzers van de klok mee, de ander van een tegengestelde richting. Nu is het heel good mogelijk, dat van de hoozen van den 3en Augustus, die van Voorne en Putten het eene uiteinde, die van Oud- Gastel en Aalst het andere uiteinde van den wervel hebben gevormd. De draaiingsrichting van beide hoozen zou dan verschillend moe- ten zijn. Het is dus van veel belang deze te kunnen vasthouden. Een tweede interessante bijeonderheid is, dat het onweersgebied blijikens mededeelingen van vrijwillige waamemers vrijiwel geheel tusschen de beide .banen der hoozen en hun verlengde inllgt, terwijl de meeste berichten van blikseminslag en hagelval in de banen van de hoozen liggen. Een grondig onderzoek zou dus niet alleen resultaat kunnen geven voor de theorie van hoosvorming, maar ook nog van belang zijn bij een toetsing van eenige theorieen over het onweer. De hoofddirecteur van het Koninklijk Ne derlandsch Meteorologiseh Instituut roept daarom de medewerking in van alien, die zich van het weer van 2ondag 3 Augustus nog eenige bijzonderheden kunnen herinneren door hun te verzoeken, hiervan mededeeling te doen aan het instituut. Speciaal berichten van personen, die de hoos gezien hebben en de draaiingsrichting hebben kunnen vaststel- len, zullen zeer op prijs gesteld worden. Verdere berichten omtrent onweer, tijd en trekrichting van de bui, en vooral ook blik seminslag en hagelval zijn van groot belang. Het spreekt vanzelf, dat slechts die berichten waarde hebben, die op eigen waameming be- rusten en waarbij de waamemer zeker is, dat het door hem waargenomen verschijnsel ver- loopen is, zooals hij het beschrijft. door SAX ROHMER. 43) (Vervolg. Waar het vandaan kwam, weet ik niet. Misschien was ik ook te opgewonden, of beter, te ontzenuwd om juist te kunnen oordeelen. Maar mij leek het, of het uit het huis of uit de boschjes tegen de hel ling naast het huis kwam. Het was een schril, halfgesmoord hoongelach, en op dat oogenblik verhoogde dat geluid het lugubere van de scene macabre dermate dat ik nu nog, bij de herinnering eraan, me het koude zweet voel uitbreken. Ik snelde het pad naar den zonnewijzer op. Harley lag geknield naast de grijze, met mos begroeide steenen. Een behoor- lijke analyseering vanide gevoelens, die me op dat oogenblik be'heerschten, is onmoge- ilijk. Ik weet me alleen te herinneren, dat ik me totaal versuft voelde. Naast den zonnewijzer lag Kolonek Menendez, voor- over, met uitgespreide armen, en stijf ge- balde vuisten. Een ooaertblik leek het me of ik het lanige, slanke lichaam nog kramp- adhtig zag bewegen, maar toen ik dichter- bij kwam keek Harley op en zag ik, dat zijn smal energiek gezicht onder het bruin, doodsbleek geworden was. ,,Allemachtige God!" zei hij tusschen opeenge'klemde tanden door, ,,ze he'b'ben hem dood^eschoteneen schot door zijn hoofd!" Ik keek naar de onbewegelijke gedaante op den grond, maar bij het zien van de versdhriikkelij'ke wond in den schedel, deinsde ik wamkelend achteruit. Om een mensdh in het heetst van een gevecht te Zeker zullen deize berichten er het hunne toe bijdragen om de verschijnselen, die zich bij hoosvorming voordoen, theoretisch tot oplossing te brengen. HET GEBRUIK VAN GE1DISTILLEERD WORDT STEEDS MINDER. De Telegr. schrijft: De tijd, dat de Hollanders groote liefhelb- bers waren van het vocht, dat „opte tonge Ibijt" en zich maar al te gaarne overgaven aan de ondeugd, door Jan Steen zoo dikwijls in beeld gebracht, is lang voorbij: de Neder- landers kunnen in vergelijking met het bui- tenland het etiquet ,,matige drinkers" met eere voeren. Verschillende oorzaken hebben er toe medegewerkt, dat in ons land het ge bruik van gedistilleerd sterk is verminderd en men zal zich den strijd herinneren, die in het begin van 1929 is ontbrand over de vraag of het wenschelijk zou zijn den aceijns te ver- lagen. Voorstanders van dezen maatregel hoopten hierdoor den smokkelhandel te be strijden, waardoor zoodoende de opbrengst van den accijns, volgens hun zeggen, slechts weinig zou dalen. Tegenstanders vreesden een goedkooper worden van den „,borrel" en daardoor een grooter verbruik. De cijfers, ge- pulbliiceerd in de Juli-aflevering van het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek kunnen thans nog geen aandui- ding bevatten aan welke zijde de practijik het gelijk zal brengen; eerst een vergelijking van cijfers over eenige jaren wettigt het trekken van bepaalde conclusies. Nam de opbrengst van den accijns in de jaren 1925—1928 elk jaar regelmatig af 52.107.000 in 1925 tegen 49.499.000 in 1928), 1929 vertoont een plotselinge daling tot 39,040.000. Niaast deze cijfers dient men de veraccijmsde hoeveelheid zonder reuk- en toiletwaters te stellen. Deze hoeveelheid nam in de jaren 19251928, evenals de aocijns- opbrengst regelmatig af: 155.598 H.L. of 2.11 L. per hoofd in 1925 en 146.688 H.L. of 1.91 L. per hoofd in 1928. Het afgeloopen jaar ver- toonde een soherpe daling van de accijns- opbrengst; de veraccijnsde hoeveelheid daarentegen is igestegen tot 185.932 H.L. of 2.39 L. per hoofd. Deze groote toeneming in 1929 mag echter vrijwel geheel op rekening worden gesteld van het feit, dat de cijfers over de voorgaande jaren te laag zijn, als ge volg van den toen welig tierenden smokkel handel. Merkwaardig in dit verband is ook, dat de hoeveelheid gedistilleerd (vrij van accijns) vermengd tot brandspinitus, die steeds toenam, ook, in 1929 een scherpere stijging vertoont (van 1925 tot 1928 van 88.132 H.L. tot 96.578 H.L., in 1929 104.397 H.L. TURKIJE EN PERZIE EN DE KOERDEN. De vorige maand hebben wij schrijft de N. R. Crt. tweemaal te dezer plaatse de aandacht gevestigd op den ernstigen toestand aan de Turksch-Perzische grens, waar de Tur- ken in staag gevecht tegen de opgestane Koerden waren. Er is toen aan herinnerd dat de grieven der Koerden, die nooit duur- zaam een gezag boven zich erkend hebben en het met de staatkundige grenzen niet nauw nemen, deels van godsdienstigen, deels van nationalistischen aard waren. Immers, de Koerden zijn om godsdienstige redenen in ver- zet gekomen tegen de hervormingen van het nieuwe Turkije en ook tegen de pogingen om hen te verturkschen. Tegen een modern ge- wapende strijdmacht van 60.000 Turken zijn de Koerden niet opgewassen geweest en nadat zij harde Glagen hadden gekregen, hebben zij heel natuurlijk naar Perzie de wijk genomen, om zich in het voor hen gunstige terrein van het Ararat-gebergte te verschansen. Angora heeft Teheran herhaaldelijk gesom- meerd om deze nomadische Koerden, die van Perzisch gebied uit telkens weer strooptoch- ten over de Turksche grens heen konden on- dernemen en Turkije tot een kostbare grens- bescherming dwongen, te verdrijven of te ver- nietigen en in elk geval met de Turken tegen hen samen te werken. Na eenige diploma- tieke gedachtenwisseling had Angora de wereld gerustgesteld met de verzekering dat het laatste antwoord van Perzie den weg voor zulk een samenwerking had geopend en dat nog slechts technische bijzonderheden in verband hiermee te regelen vielen. Bot daar- op heeft de Turksche regeering aan de Per- zische een ultimatum gestuurd waaraan Per zie, zelfs als het daartoe gezind was, niet zoo snel konden voldoen, omdat het niet in een vloek en een zucht een militaire expeditie in een afgelegen bergachtige grensstreek kon ondememen en daarop zijn de Turken die met de strijdmacht, welke den heelen zomCr de zien sterven, is onbegrijpelijk en versch-rik- kelij'k. Maar dit sterven hier in dien door de maan verlichten tuin, was meer dan ik verdragen kon. Harley stond op, zonder de machte- looze gedaante voor hem aan te raken. Trouwens met zoo'n wond was een onder zoek vol'komen overibodig. De kogel was z'n hersens binnengedrongen en met z'n hoofd naar de heuvels lag hij dood op het breede grintpad Ik greep Harley bij zijn sdhouders vast, maar hij verroerde zich niet. Onbeweeg- lij.k stond hij te staren langs den toren naar een plek midden op de helling, waar een puntgeveltje van het Guest House boven het geboomte uitsta'k. ,,Heb jedien kreet gehoord!' vroeg ilk hem fluisterend, ,,onmiddellijk na het schot?" a". og een tel of tien bleef hij staan kijken; dan: Zelfs geen vleugje rook' zei hij. ,,Zie je de richting, waarin hij stond, toen hij viel?" Zijn stem klonlk eigenaardig, onnatuur- lijk streng en laag. ,,Ja. Hij moet ziC-h, toen hij bij den zonnewijzer kwam, half naar rechts om- gedraaid hebben". ,,Waar was je, toen het schot gelost werd?" ,,Ik liep hard dezen kant uit?" Jij hebt geen vuurstraal gezien?" „Nee". „Ik ook met!" steunde Harley, „ik ocik niet! En dat zou een aanwijzing geweest zijn. Wat moet ik nu doen? Van welk punt moet ik uitgaan?" Onder het praten was de onnatuurlijke stramheid uit zijn houding verdwenen, maar bij die laatste vraag voelde ik de spieren onder mijn vingers weer stijf en hard worden. ,,Kij'k, Knox!" fluisterde hij me toe. ,,Kijk! Daar!" Koerden beoorlogd had, gereed stonden, over de grens heen een heel eind in de richting van het Ararat-gebergte opgerukt. Turkije, hetwelk geen lid van den Volken- bond is gelijk Perzie, maar tot de ondertee- kenaars van het pact Kellogg behoort, zal zich natuurlijk op het recht van wettige zelf- verdediging beroepen, omdat het Perzische gebied door de Koerden tot uitvalspunt tegen hun grens is gemaakt. Aan Perzie staat het beroep op Geneve open, maar de Volkenbonds- raad zal voor dit conflict zijn bijeenkomst wel niet vervroegen, daar hij toch tegen Septem ber zijn halfjaarlijksche zitting zal openen en de meeste staatslieden nog van hun vacantie- rust genieten. Oorlogvoeren tegen Turkije om de schending van zijn grens te wreken, is voor het zwakke Perzie eon onbegonnen werk, en daar het voor Teheran onmogelijk is nu nog met Angora tegen de Koerden samen te werken, is te voorzien dat de Turksche troe- pen vooreerst hun gang zullen gaan en een poging zullen doen, om met de Koerden af te rekenen. De tragedie die voor het volk der Koerden op komst is, heeft haar oorzaak in hun noma dische gewoonten die de moderne georgani- seerde wereld niet meer kan gedoogen, om dat er dikwijls strooptochten uit voortvloeien. Voor Engeland dat zijn pogingen om de Koer den in Koerdistan een vaste nationale woon- plaats, na het verscheuren van het tractaat van Sevres door Turkije, heeft opgegeven, kunnen uit deze lauwe politiek kwade gevol- gen voortkomen. In het gebied van Mosoel, dat tot het Britsche mandaatgebied Irak be hoort, wonen ook Koerden. Als dezen hun benarden broeders of hulp verleenen (van Turksche zijde wordt venzekerd dat dit reeds het geval is) 6f een wijkplaats bieden, be staat kans op verdere uitbreiding van het conflict. HOEVEEL RIJKSDAGONTBINDINGEN NOG? Minister Treviranus heeft te Potsdam een verkiezingsrede gehouden. Deze iis van be- teekenis, niet slechts, omdat Rijkskanselier Briining voorloopig nog niet is afgeweken van zijn parool „Rechts richten!" maar in het bijzonder ook, omdat Treviranus buitenge- woon goede betrekkingen tot het paleis van den Rijkspresident heeft. Dat geeft nog meer beteekenis aan zijn woorden, daar hij met scherpen nadruk verklaarde, dat de regee ring zich tegenover Rijkspresident Von Hin- denburg heeft verplicht, de groote hervorming van de Rijksfinancien door te Voeren. Daarbii aldus Treviranus, is het oriverschillig hoe dikwijls het verkiezingsapparaat tot dit doel in beweging moet worden gebracht. In voor ieder verstaanbare taal beteekent dit, dat het kabinet Briining vast besloten is, om ook den 14 September gekozen Rijks- dag ten spoedigste naar huis te zenden, als het daarin geen meerderheid voor zijn finan- cieele hervormingsplannen kan vinden. Dat „onverschillig hoe dikwijls" moet ech ter met een korreltje zout worden opgevat. Weliswaar heeft Briining een ietwat eigen- aardige opvatting van de handhaving der grondwet, getuige zijn gebruikmaking van het beroemde artikel 48, dat eigenlijk slechts aan- wending kan vinden „als in het Duitsche rijk de openbare veiligheid en orde in sterke mate gestoord of bedreigd wordt", hetgeen voor Briining blijkbaar reeds het geval was, om dat de hoofdelijke omslag geen meerderheid in den Rijksdag kon vinden; maar het zal hem toch heel moeilijk vallen, den Rijksdag ,,onverschillig hoe dikwijls" te ontbinden, om eindel'jik aan een willig werktuig te komen. Want art. 25 van de Grondwet schrijft na- drukkelijk voor, dat de Rijksdag niet meer dan e§n keer om dezelfde reden kan worden ontbonden. Briining zal dus telkens een an dere reden moeten zoeken, wil hij in geval zijn financieelen hervormingsplannen geen meerderheid vinden, na nogmaals nieuwe verkiezingen den derden Rijksdag sedert de aanvaarding van zijn bewind naar huis te kunnen sturen. TEKORT AAN PASMUNT. In Rusland heerscht nu nijpend gebrek aan pasmunt, hetgeen tot veel moeilijkheden leidt. Onder het volk circuleert het gerucht, als zou de sovjet-regeering van plan zijn het geld af te schaffen en de bankibiljetten waar- deloos te venklaren. Wie wat zilvergeld of zelfs wat koperen munten krijgt, verstopt ze. De bankbiljetten worden daarentegen onmid- dellijk omgazet in waren. Het gevolg van dezen toestand is een steeds toenemende pa- niek. Zelfs sommige so v j e t-amb t en a r en doen aan dat oppotten van metalen munten mee. De sovjet-overheid treedt hardhandig op en arresteert iedereen, van wien het vermoeden bestaat, dat hij zich aan dit oppotten schul- dig maakt. Tegelijkertijd heeft de regeering Ik keek in de richting, waarin hij stond te staren en zag, tusschen het groen en de fooomen tegen den heuvel, een zwak licht. In het Guest House had iemand een lamp opgestoken. Op hetzelrde oogenblik trok een geluid mijn aandacht; ik keek naar boven en zag een vleermuis, die fladderend om en om cirkelde, tot twee keer toe naar om'laag schoot en over de toppen van de boomen heen naar het bosch terugvloog. De nacht was zoo stil, dat ik het gekabbel van het ieeik)e, dat het meertje onder aan de terrassen Vormde, kon hooren. Meteen werd die stilte echter verstoord door een luid geklapwiek van vleugels. De zwanen waren door het sdhot opgeschrikt. En met de zwanen de bewoners van Cray's Folly want ik hoorde het geluid van stemmen en meteen daarop een gesmoorden gil. ,,Ga terug naar het huis, Knox", beval Harley me schor. ,,En hou in Godsnaam de vrouwen weg. Roep Pedro en stuur Vlanoel naar den dokter, den eersten den oesten, die het dichtst bijwoont. 't Geeft wel niets, maar t is de gebruikelijke manier... Zorg dat de anderen wegblijven we moeten probeeren om de voetstap- pen intact te houden. Mijn ergste voor- gevoelens zijn bewaarheid. De plaatse- ijke politie moet gewaarsdhuwd worden". Onder het praten zochten zijn oogen, in koortsadhtige onrust, het vredige, met maamlicht overgoten landschap om hem heen af. Maar behalve hier en daar een clein gerucht van vogels, die, evenals de zwanen, door het schot uit hun nachtrust opgeschrikt waren, bewoog zich niets. ,,'t Is van den kant van den heuvel ge komen", mompelde hij. ..Vooruit, Knox! Naar 't huis terug". Ik keerde me om, en liep het breede middenpad af, maar nog voor ik tien passen gedaan had, sprong Harley op en rende naar het hek in den zuidlhoek van den tuin. Aan het einde van het pad klom ik, onceremonieel, tegen het dijkje, dat den tuin insloot, op en kwam zoo op de plek uit, waar de taxisboomen, als twee rijen soldaten, het pad flankeerden. Toen ik door de opening in de haag op het voor- plein kwam, deed Pedro juist de massieve voordeur open. Hij ging een stap achteruit, toen hij mij opeens voor zich zag. Pedro!" riep ik hem toe. ,,Zijn de dames wakker?" ,,Ja, meneer. t Is binnen een ver- schrikkelijke toestand, meneer. Wat is eT gebeurd? Wat is er gebeurd?" ,,Iets heel ergs", gaf ik hem kortaf ten antrwoord. ,,Hou je asjeblieft klam. Waar is Madame de Stamer?" Pedro slaakte een Spaansche jammer- klacht en bleef me daarna, wankelend, met verwilderde oogen, zonder een woord te zeggen, aanstaren. Maar nu verscheen achter deze ontredderde figuur Mrs. Fisher. Met een verschrikten blik in mijn richting wilde ze haastig de hal door- oopen, maar ik drong langs den butler leen, hield haar staande en vroeg: ,,Wat is hier gebeurd, Mrs. Fisher? Waar gaat u naar toe?" Naar madame, naar madamesnikte ze met een gebaar naar de gang, die Vladanle de Stamer's slaapkamer met de lal verbond. Op datzelfde oogenblik kwam van dien cant een angstige uitroep. Ik herkende de stem van Nita, het kamermeisje, en meteen daarop hoorde ik ook Val Bever ley. ,Ga, Mrs. Fisher halen, Nita nu, onmiddellijk! en hou je asjeblieft calm. De toestand is al erg genoeg Ik ging de gang in en bleef ineens stokstijf staan. voor me zag ik een groep, die mijn verbazing begrijpelijk maakte: Val Beverley in de japon, die ze aan het middagmaal gedragen had, ge knield naast Madame de Stamer, die, met een kimono over haar naohtkleedij, op den grond voor de deur van haar kamer lag. ,,Ot Mr. Knox!" riep het jonge meisje. radeloos uit, terwijl ze met groote, ang stige oogen naar me opkeek. „Wat is er in Godsnaam gebeurd?" Nita, de Spaansche kamenier, liep luid- oj) snikkend langs me heen, om Mrs. Fisher te gaan halen. ,,Dat zal ik u straks vertellen" zei ik rustig, kalm door de behoefte aan kalmte, die ik in het meisje voor me voelde. ,,Maar zeg me eerst eens, hoe Madame de Stamer hier komt?" ,,Dat weet ik niet, dat weet ik niet! Ik scbrok op door het schot. Het heele huis trouwens. En toen ik mijn deur opendeed om te luisteren, hoorde ik Madame be- neden in de hal om hulp roepen. Ik holde naar beneden, draaide het licht .op en vond haar hier liggen. Ze is zeker ook door het schot wakker geschrikt, heeft zich met moeite tot hier gesleept, en is toen door de inspanning flauw gevallen. Ze is te zwaar voor me, om haar alleen op te tillen", ging ze met een klein geibaar van wanhoop door, ,,en Pedro is zijn hoofd kwijt en Nita, de eerste, die hier was, doet niets dan huilen en jammeren". Ik knikte haar geruststellend toe, bukte me en tilde de bewustelooze vrouw op. Haar gewicht viel me niet mee, ze was zwaarder, dan ik gedacht had. Maar met behulp van Val Beverley droeg ik haar haar kamer binnen en legde haar op bed neer. Verder laat ik haar maar aan u over", zei ik. Maar nu uw vraag. U is moedig en dus zal ik u maar vertellen, wat er ge- gebeurd is". „Ja, ja -!" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 5