11,20
28,80
52,80
76,80
100,80
124,80
150,40
182,40
214,40
246,40
278,40
Grondbelasting op de gebouwde eigendom-
„men.
thans is voorgesteld, en laat men het dan eens van genoemde opcenten van 5 October 1909
jaar afzien. Blijkt het alsdan noodig I vervalt.
een voorstel te doen n.l. om het aantal opcen
ten op de gebouwde eigendommen te bepalen
op 80 en die van de ongebouwde eigendommen
op 20. Deze laatste om gelijken tred te houden
met de eerste.
Deze wiiziging geeft een verhooging van
gebouwd 1200 en van ongebouwd 567.
De thans geldende opcenten zijn resp. 60 en
15 opcenten.
Gezien de voorloopige raming voor 1981,
wat op deze wijze gedekt moet worden
90.000) mede gelet op de hoofdsom van
de Gemeentefondsbelasting 47.000 naar
de ciifers van 1930/1931) zal het aantal op
centen op de Fondisbelasting moeten worden
bepaald op 70 (opbrengst 32.900 bij een
rangschikking in de eerste klasse).
De lste klasse beteekent 800 voor gehuw-
den en 700 voor ongehuwden belastbaar.
De 2de klasse beteekent 700 voor gehuw-
den en 600 voor ongehuwden belastbaar.
De 3de klasse beteekent 600 voor gehuw-
den en 500 voor ongehuwden belastbaar.
Wij hebben ook een berekening gemaakt
voor een indeeling in een andere klasse. Dit
geeft niet zulke resultaten, dat het aantal
opcenten belangrijk kan worden verlaagd, ter-
wijl de middenstand ten islotte nog meer zou
moeten betalen.
Ter vergelrjking van het tanef van 70 op
centen Genmeentefondsbelasting naet de be-
staande verordening op de heffing van de
Gemeentelijke Inkomstenbelasting komt dit
ongeveer overeen met een vermenigvuldi
gingscijfer van 1.2.
De vergelijking van de cijfers der Gemeen-
tebegrooting 1930 en het voorloopige ontwerp
1931 zijn zoodanig dat, wanneer men voor
1931 het vermenigvuldigingscijfer moest vast-
stellen volgens het nog heden geleend tanet,
dit zeker 1.5 zou moeten zijn.
(Raming G.I.B. 1930/31 60.000 vermenig
vuldigingscijfer 1. Raming G.I.B 1931/32
f 90.000, vermenigvuldigingscijfer 1.5.)
Resumeerende zal ieder belastingplichtige
in deze gemeente volgens de nieuwe belas-
tingen voor de gemeente in totaal minder
moeten betalen, terwijl het totaal begroo-
tingscijfer 1931 eerder in stijgende dan in
dalende lijn zal zijn.
U gelieve hierbij een staatje aan te tretten
van de wijziging van de begrooting en een
vergelijkend staatje van de bedragen volgens
de verordening tot heffing van een gemeente-
liike inkomstenbelasting en de gemeentelijke
fondsbelasting dus oude en nieuwe verordening.
In 1931 vervalt op de gemeentebegrootmg:
de uitkeeringen van de wet van 24 Mei
(St.bl. no. 156).
Uitkeering vergoeding per inwoner I
jaarwedde B. S.
8.000
Opbrengst G. I. B. 90 000
Totaal 98.000
In 1931 komt daarvoor in de plaats:
Uitkeering ex art. 3b der nieuwe wet 30.000
Ulitkeering jaarwedde Burg, en Seer.
Uitkeering opbrengst Grondbelas
ting
Uitkeering opbrengst personeele be-
lasting
7.400
600
3.000
14.800
18.000
Totaal 65.800
Het verschil is 32.200.
Dit bedrag moet worden gedekt door hetfmg
van opcenten Gem. Fondsbelasting, waarvan
de hoofdsom 47.000 geraamd is, alzoo een
heffing* van 70 opcenten noodzakelijk.
Wanneer de Gemeente in de 2e klasse ge-
plaatst werd zou men kunnen volstaan met
een 60tal opcenten, doch dit tarief is hooger
zooals uit onderstaand staatje zal blijken.
Zuiver ink.
zonder kind.
G.I.B.
bij verm,
cijfer 1.2
Hoofdsom Gem.
Fondsbelasting
le kl.
70 opc.
2e kl.
60 opc
1.000-
1.500-
2.000-
2.500,-
3.000,-
3.500-
4.000,-
4.500-
5.000,-
5.500,-
6.000,-
7.000,-
De
8,50
25,50
51,—
76,50
102,—
127,50
153,
187,
221,
255,-
289,-
357,-
9-
28,61
48,53
69,63
92,63
117,29
144,89
175,79
213,29
255,29
297,29
381,29
VOORZITTER merkt op, dat
meester en Wethouders overwogen hebben om
de gemeente voor de personeele belasting in
een andere klasse te rangschikken, doch over-
eenkomstig het vanwege de Vereeniging van
Nederlandsche gemeenten gegeven advies, om
voorloopig alles zooveel mogelijk in orvereen-
stemming te laten met den bestaanden toe-
Stand, daarvan thans zijn afgezien. De ver-
andering is, dat 60 tot 70 opcenten welke
thans op het personeel worden geheven, zullen
vervallen.
De heer KOSTER acht dit een zeer mge-
wikkeld voorstel. Uit het staatje dat door
Burgemeester en Wethouders bij de stukken
is geivoegd omtrent de aanslagen in de fonds
belasting blijkt, dat de middenstand het gelag
weer moet betalen. Hiij, heeft weinig tijd ge-
had om een en ander te bestudeeren en zou
daarom gaame zien, dat deze voorstellen nog
eens werden aangehouden. De regeling moet
toch maar met 1931 in werking treden.
De VOORZITTER merkt op, dat de veror-
deningen volgens de wettelijke bepalingen
v66r 1 September a.s. moeten worden vast-
gesteld. i
De heer KOSTER veronderstelt, dat Axel
toch de eenige gemeente wel niet zou zijn,
waar men er op dien datum niet mee gereed
was. Er zijn toch ook andere die de behan-
deling hebben uitgesteld, o.m. Zierikzee.
De VOORZITTER acht dit voorbeeld toch
niet navolgenswaard. Hij wijst er bovendien
op, dat de heeren 22 Juli 1.1. deze voorstellen
hebben ontvangen. Het is nu 5 Augustus,
zoodat toch mag verondersteld worden, dat
er voldoende tijd is geweest om zich daarom-
trent op de hoogte te stellen. Bovendien schijnt
de zaak ingewikkelder dan ze is. Zooals reeds
gezegd, hebben Burgemeester en Wethouders
er naar gestreefd, den bestaanden toestand
zooveel mogelijk te bestendigen. Door de
Nederlandsche Vereeniging van gemeenten is
den raad gegeven aldus te handelen, omdat
men voor een onbekenden toestand komt te
staan en zich verrassingen kunnen voordoen.
Men dient dus voorzichtig te zijn. Ook is de
uitkeering uit de fondsbelasting nog met
definitief. Deze wordt voor het oogenblik
overeenkomstig het schrijven van den Minister
aangehouden op 5,02 per inwoner doch dat
is nog niet "definitief. Er kan bt; het op-
maken der begrooting met dat cijfer rekenmg
worden gehouden.
A1 deze ter vaststelling ingediende veror-
deningen, moeten naar Gedeputeerde Staten
en naar de Regeering ter goedkeuring wor
den ingezonden en daarvoor is natuurhjk ook
tijd noodig. Spreker geeft daarom dringend
in overweging, met de behandeling der voor
stellen door te gaan.
Hrj zou zoo zeggen, laat alles zooals het
v n
verandering aan te brengen omdat de een of
andere regeling niet goed werkt, dan kan
zulks het volgend jaar reeds gesehiieden. Hij
wijst op de verschillende groote gemeenten
in Zeeland, Ter Neuizen, Middellburg, Vlissin-
gen en Goes, die alle hebben gehandeld naar
het gegeven advies en de regelingen reeds
hebben vastgesteld.
De heer 't GILDE geeft te kennen, dat hij
op hetizelfde standpunt staat als de heer
Koster. Het is een ingewikkelde regeling en
hij zou ook nog wel nadere informaties willen
nemen. Hij heeft in de stukken nergens ge-
vonden, dat de raad voor het vaststellen aan
een datum verbonden is.
De VOORZITTER: Dat kunt u in de wet
leZDe heer 't GILDE erkent, dat dan uitstel
niet mogelijk is. Toch dient z.i. ter zake de
grootste omzichtigheid te worden betracht,
aangezien, zooals ook reeds door den heer
Koster is opgemerkt, bij de heffing der fonds
belasting de middenstand het zwaarst zal
worden gedrukt. Zijn Burgemeester en Wet
houders overtuigd, dat de voorgestelde hef-
fingen niet te zwaar zullen drukken?
De VOORZITTER: Wij hebben de voor
stellen ingediend op de naar onze wijze van
zien beste regeling, waarbij wij den bestaan
den toestand zooveel mogelijk ongewijzigd
hebben gelaten. Wat de fondsbelasting be.
treft moeten de heeren er wel op l<*ten. dat
Burgemeester en Wethouders die heffing niet
voorstellen, doch deze is vastgelegd in de wet.
De heer J. DE FEIJTER vindt het jam
mer, dat de opcenten van het ongebouwd
moeten verhoogd worden van 15 op 20.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat dit
een nood'zakedijkheid was, in verband met het
heffen der noodige opcenten op de fonds
belasting.
De heer J. DE FEIJTER vraagt, of men
dan niet had kunnen volstaan met die te
stellen op 75 opcenten.
De VOORZITTER antwoordt ontkennend.
De heer KOSTER betreurt ook, dat de op
centen op de grondbelasting op de onge
bouwde eigendommen met 5 opcenten moeten
worden verhoogd; hij beschouwt die toch
reeds uit den booze.
De VOORZITTER: We kunnen daar mets
aan doen.
De heer J. DE FEIJTER: Het is nu aller-
minst een tijd, om de grondbelasting te ver-
hoogen. Als het moet zullen we er in moeten
berusten. Dat is toch echter niet in elke
gemeente noodig gebleken?
De VOORZITTER herhaalt, dat men hier
anders niet kan uitkomen.
De heer ESSELBRUGGE vraagt of het
juist is, dat de gemeente Ter Neuzen per in
woner 8 rijksuitkeering krijgt en Axel
maar f 5.
De VOORZITTER bevestigt dit; er zal hier
worden ontvangen 5,02. Voor de berekening
der uitkeering wordt rekening gehouden met
de uitgaven der laatste 3 jaren, o.m. voor de
uitgaven voor politie, armenzorg, werkloozen-
ondersteuning enz.
De heer KOSTER: We hebben te zumig
geleefd. x
De VOORZITTER merkt op, dat men den
toestand voor het oogenblik heeft te aan-
vaarden zooals die is.
De heer ESSELBRUGGE heeft in het pu-
bliek vemomen, dat de schuld van die lagere
uitkeering op het dagelijksch bestuur wordt
geschoven, als zou dit er niet vlug genoeg
bij zijn geweest.
De VOORZITTER noemt dat lasterpraatjes,
waarvan men zich niets moet aantrekken.
De berekening wordt gemaakt overeenkomstig
de uitkomsten der gemeenterekeningen over
de laatste 3 jaren, die aan Gedeputeerde
Staten ook volledig bekend zijn. Door Burge- i
meester en Wethouders waren zelfs nog uit
gaven in rekening gebracht die door Gedepu
teerde Staten geschrapt zijn.
De heer ESSELBRUGGE verklaart die ge-
merking ook niet te berde te hebben gebracht,
omdat hij er geloof aan hechtte, doch alleen
ter inlichting.
De heer KRUIJSSE: We zijn over de
laatste jaren te zuinig geweest, dat is alles.
De cijfers voor de berekening worden uit de
gemeenterekeningen genomen.
De heer t GILDE meent, dat, als nu de
voorstellen worden afgehandeld, het een zaak
van blind vertrouwen wordt. De verantwoor-
ding is dan ook voor het college van Burge
meester en Wethouders, dat de voorstellen
doet en als deze fueneste gevolgen hebben,
rust op dat college de verantwoording, met
op de raadsleden.
De VOORZITTER komt tegen deze stalling
op- de gemeenteraad stelt de verordeningen
vast en de leden hebben de voorstellen 14
dagen in huis gehad, alzoo lang genoeg om
zich daarvan op de hoogte te stellen.
Met algemeene stemmen worden alsnu
vastgesteld de volgende verordeningen:
VERORDENING betreffende de classi-
ficatie van de gemeente Axel voor de
heffing der Personeele belasting.
Artikel 1.
De Gemeente wordt voor de heffing der Per
soneele belasting naar de eerste twee grond-
slagen ingedeeld:
het gedeelte der Gemeente aangeduid me.
Kom in de achtste klasse;
het gedeelte der gemeente buiten de kom
aangeduid met overig deel in de negende
klasse;
Artikel 2.
Deze verordening treedt in werking met
ingang van het belastingjaar 1931.
VERORDENING op de heffing van op
centen op de personeele belasting in
de gemeente Axel.
Artikel 1.
Er zullen jaarlijks, met ingang van het be
lastingjaar 1930, ten behoeve dezer gemeente
op de hoofdsom der personeele belasting wor
den geheven veertig opcenten.
Artikel 2.
De invordering geschiedt overeenkomstig
de verordening van heden.
Artikel 3.
Deze verordening wordt herzien zoodra
wordt vastgeisteld of gewijzigd een gemeente-
verordening als bedoeld in de artikelen 5 en
31duodecies der wet op de personeele belas
ting 1896.
Artikel 4.
De thans geldende verordening op de hef
fing van opcenten op de hoofdsom der perso
neele belasting wordt met 1 Januari 1930 in-
getrokken. Zij blijft van kracht ten aanzien
van belastingen, welke v66r dien datum zijn
geeindigd.
VERORDENING op de invordering van
opcenten op de hoofdsom der perso
neele belasting in de gemeente Axel.
Artikel 1.
De invordering der opcenten op de hoofdsom
der personeele belasting geschiedt overeen
komstig artikel 263 der Gemeentewet en
voorts, wat de uitkeering betreft, met inacht-
neming van hetgeen daaromtrent van regee-
ringiswege is of nader mocht worden bepaald.
Artikel 2.
Deze verordening treedt tegelijk met die
op de heffing in werking, op welk tijdstip de
thans geldende verordening op de invordering
344(
Burge-
VERORDENING op de heffing van
van opcenten op de hQofdsom der
grondbelasting in de gemeente Axel.
Artikel 1.
Er zullen jaarlijks, met ingang van het be
lastingjaar 1931, ten behoeve dezer gemeente,
op de hoofdsommen der grondbelasting wor
den geheven tachtig opcenten voor de ge
bouwde en twintig opcenten voor de onge
bouwde eigendommen.
Artikel 2.
De invordering geschiedt overeenkomstig
de verordening van heden.
Artikel 3.
De thans geldende verordening op de hef
fing van opcenten op de hoofdsom der Grond
belasting wordt met 1 Januari 1931 ingetrok-
ken.
VERORDENING op de invordering van
opcenten op de hoofdsom der grond
belasting in de gemeente Axel.
Artikel 1.
De invordering der opcenten op de hoofd
som der Grondbelasting geschiedt overeen
komstig artikel 263 der Gemeentewet en
voorts, wat de uitkeering betreft, met inacht-
neming van hetgeen daaromtrent van regee-
ringswege is of nader mocht worden bepaald.
Artikel 2.
Deze verordening treedt te gelijk met die
op de heffing in werking, op welk tijdstip de
thans geldende verordening op de invordering
van genoemde opcenten vervalt.
De raad der gemeente Axel;
b e s 1 u d t
Geen gebruik te maken van de bevoegdheid
om de gemeente ingevolge het bepaalde in
artikel 14 der wet van 15 Juli 1929 (Staats-
blad no. 388) in een klasse te rangschikken.
VERORDENING op de invordering van
opcenten op de hoofdsom der ge
meentefondsbelasting in de gemeente
Axel.
Artikel 1.
De invordering der opcenten op de hoofd
som der Gemeentefondsbelasting geschiedt
overeenkomstig artikel 263 der Gemeentewet.
Artikel 2.
Deze verordening treedt te gelijk met die op
de heffing in werking.
VERORDENING op de heffing van op
centen op de Gemeentefondsbelasting
in de gemeente Axel.
Artikel 1.
Er zullen jaarlijks, met ingang van het be
lastingjaar 1 Mei 1931 tot en met 30 April
1932, ten behoeve dezer gemeente, op de
hoofdsom der Gemeentefondsbelasting worden
geheven ten hoogste tachtig opcenten.
Artikel 2.
De raad bepaalt jaarlijks onder koninklijke
goedkeuring het getal te heffen opcenten. Zij
worden op alle aanslagen tot een gelijk getal
geheven.
Bij de toepassing van het eerste lid mag het
getal der opcenten niet hooger worden ge-
steld dan het laatstelijk bepaalde getal op
centen, dat in de gemeente geheven wordt op
de hoofdsom van de grondbelasting op de ge
bouwde eigendommen.
Artikel 3.
De opcenten worden niet geheven op de
aanslagen van hen, die binnen het Rijk geen
vaste woonplaats hebben.
Artikel 4.
De invordering geschiedt overeenkomstig
de verordening van heden.
Artikel 5.
Deze verordening wordt herzien zoodra de
gemeente voor de heffing der gemeentefonds
belasting wordt gerangschikt in een andere
dan de eerste klasse.
De raad der gemeente Axel;
b e s 1 u i t
Het getal bedoeld in het eerste lid van ar
tikel 2 van de verordening op de heffing van
opcenten op de gemeentefondsbelasting in deze
gemeente, voor het belastingjaar in deze ge
meente, voor het belastingjaar 19311932 te
bepalen op zeventig.
De invordering geschiedt overeenkomstig de
verordening van heden.
7. Verzoek om steun voor de stichting
„Moederheil" te Ginn,eken.
Ingekomen is een adires van de stichting
„Mdederheil" te Ginneken, waarin wordt te
kennen gegeven:
le. dat blijkens art. 2 der statuten het doel
der vereeniging is
a. te zijn een doorgangshuis voor ongehuw-
de moeders en dezer kinderen;
b. te worden een opleidingsschool voor
vroedvrouwen, kraamverpleegsters, enz.
2e. dat het sub a genoemde met succes
wordt gedreven, aangezien in den loop van
het jaar 1929 in het huis vertoefden 87 on-
gehuwde moeders en momenteel in het ge-
bouw worden opgevoerd 137 buiten echt ge-
boren kinderen.
3e. dat wellicht van algemeen belang be-
schouwd mag worden, dat onze stichting ook
is een kraaminrichting voor gehuwden;
4e. Dat er reeds begonnen is met de op-
leiding van kraamverpleegsters en verzorg-
sters en binnen afzienbaren tijd, zal aange-
vangen worden met de opleiding van vroed
vrouwen.
5e. dat beide takken van dienst beslist
mogen beschouwd worden als te zijn in het al
gemeen belang, bijzonder voor de provincie
Noord-Brabant.
Redenen waarom zij verzoekt de stichting
te willen steunen, door het toekennen van
eenig subsidie, waarvan het bedrag aan het
inzicht van den Raad wordt overgelaten.
Een bij dit adres gevoegde memorie van
toelichting luidt als volgt:
Het bestuur der stichting „Moederheil" te
Ginneken wend zich tot Uwen Raad met ver
zoek om subsidie. Het zij ons vergund met
een enkel woord dit verzoek toe te lichten.
Bij ervaring is gebleken, dat het vraagstuk
van de verloskundige hulp voor onvermogende
moeders, zoowel gehuwde als ongehuwde, ons
bevestigd heeft in de overtuiging dat de zorg
in deze het beste is toevertrouwd aan het
particulier initiatief dat hierbij dan ook dient
te worden gesteund door de overheid.
Alle benoodigde gelden van particuliere zijde
binnen te krijgen is onmogelijk.
In vele gevallen geeft het vraagstuk van
de verloskundige bijstand voor de arme ge
huwde zoowel als ongehuwde moeder, voor
vele gemeenten groote moeilijkheden, terwijl
ook de lichamelijke zoowel als de geestelijke
verzorging voor en na de bevalling dikwijls
te wenschen overlaat. Wij mogen dan ook ge-
rust zeggen dat het als een zegen mag be
schouwd worden dat er inrichtingen zijn, waar
de behulpzame hand wordt geboden.
Wij herhalen echter dat steun dringend
noodig is.
Om voor Uw gemeente de subsidieenng
aannemelijk te maken wordt U de gelegenheid
geboden tot opname van moeders gehuwd, als
ongehuwd tegen zeer lage tarieven.
Per f 25 subsidie worden U beschikbaar ge-
steld 15 vrije verpleegdagen. Wordt het getal
verpleegdagen overschreden dan zal de sub-
sidieerende gemeente in rekening worden ge
bracht 2,per dag voor verpleging in de
Vrouwenkliniek en 0,75 per dag voor verple
ging in het Doorgangshuis.
Wij twijfelen niet of Uwen raad zal na aan-
dachtige lezing van deze memorie van toelich-
ting, onder de gestelde voorwaarden subsidie
verleenen.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
op dit verzoek afwijizend te beschikken.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
8. Beschikbaar stellen trottoirbanden voor
den Nieuwen dijk.
Burgemeester en Wethouders deelen mede,
dat het voornemen bestaat bij de vernieuwing
der bestrating van den Nieuwendijk, van
wege den Provincial en Waterstaat, om langs
de Oostelijke zgde van dezen weg, langs de
woningen in hellende richting, een voetpad te
maken. Het komt hen voor, dat met dezen
maatregel de veiligheid voor den voetganger
niet is gewaarborgd voor het drukke verkeer.
Het college heeft deze zaak met de directie
van den Provincialen Wd ter staat besproken
en getracht een verhoogd voetpad te verkrij-
gen. Van die zijde werd het gevaar onder-
schreiven, doch er kon geen toezegging worden
gedaan om daar langs de huizen een trottoir
te leggen op kosten der provincie. Wel bleek
men bereid, wanneer de gemeente trottoir
banden beschikbaar stelde, een trottoir van
kl inkers te leggen.
Aangezien dit aanibod al een stap m de
goede richting is voor de veiligheid van het
verkeer, meenen Burgemeester en Wethouders
den raad te moeten voorstellen om de kosten
voor deze banden voor rekening der gemeente
te nemen, welke plus minus 400 zullen
van gelden voor
bedragen.
De VOORZITTER merkt op, dat dit trot
toir komt aan de rechterzijde van den weg
als men uit Axel komt.
De heer KOSTER vraagt, hoe het aan de
linkerzijde zal gemaakt worden, daar is het
nu een modderpoel.
De VOORZITTER antwoordt, dat aan de
linkerzijde een klinkerbestrating wordt aan-
gebracht, van wege de provincie. De goot zal
moeten verlegd worden.
De heer KOSTER: Zoodat de modderpoel
er dan weggaat.
De heer 't GILDE wil tegen het voorstel
geen bezwaar maken, maar vindt het van
wege de provincie krenterig, dat de trottoir
banden voor rekening der gemeente moeten
komen. Het is schriel.
De VOORZITTER merkt op, dat men er
rekening mede moet houden, dat de provincie
wel zorgt voor wegen, maar niet voor trot-
toirs, het betreft dus een principe en de toe
stand wordt er toch door verbeterd.
De heer P. DE FEIJTER vraagt, of het
maken van een trottoir geen bezwaar kan zijn
voor de wielrijders.
De VOORZITTER wijst er op, dat aan ae
andere zrjde een klinkerpad komt, dat als
rjjiWielpad zal worden aangewezen.
De heer DIELEMAN vraagt, of de linker
zijde niet wat hooger zal gelegd worden.
De VOORZITTER gelooft, dat dit ge-
beuren zal.
De heer DIELEMAN wijst er nog op, dat
in de kom der gemeente de trottoirs aUemaal
van tegels gemaakt zijn. Zal het nu niet te
veel afwijken, als hier een trottoir van klm-
kers gemaakt wordt?
De VOORZITTER meent met, dat dit hin-
derlijk zal zijn. Hij wijst op den Singelweg.
Dat is aangelegd van door de gemeente be
schikbaar gestelde oude klinkers endat blgf
toch ook goed in orde. Hl3 Selooft, dat de
daar wonende menschen dankbaar zullen zijn,
als het aldus gemaakt wordt.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
9. Beschikbaarstelling
versiering.
Ingekomen is een adres van A. van Maale
en A. 't Gilde, resp. voorzitter en secretaris
der Feestcommissie 1930", ingesteld ter ge
legenheid van den 50sten gebooftedag van
H. M. onze geeerbiedigde Konmgin, die daar-
in te kennen geven:
dat de collecte gehouden voor het orgam-
seeren van de feestelijkheden met het ge-
wenschte resultaat heeft opgebracht (m
totaal slechts f 625)u
dat hienvan, naar de gemeenteraad zul kun
nen begrijpen, geen groote feeestelijkheden
kunnen worden georganiseerd;
dat het comdt<5 het op grooten pnjs stelt,
dat de gemeente de tractaties der school-
kinderen voor hare rekening neemt;
dat het comit6 echter gaame zag, dat van
gemeentewege nog iets kon worden gedaan
ter vertioosring der feestelijklieden,
redenen waarom zij zich met den meesten
eerbied tot den raad wenden, met het beleefd
verzoek van gemeentewege voor versiemng
van het marktplein en verlichting van het
stadhuis te willen zorg dragen, welk verzoek
zij wagen te doen in de stellige overtuiging,
dat het den raad niet zal ontbreken aan lust
tot medewerking tot het welslagen van het
f 6GSt
Burgemeester en Wethouders wijszen er op,
dat het vorig jaar bij de behandeling der be
grooting 1930 een post werd geraamd voor de
tractatie der schoolkinderen. Waar de Komnk-
Se F^nUie dit jaar ook te Axel komt mee
nen wij, dat de plaats waar zij zal aankomen
een feestelijk aanzien moet gegeven worden,
zooals ook bij vorige bezoeken is geseined.
Deze aangebracbte versiering kan dan ook
goed dienen voor de feestelijkheden te houden
Sl™fvoo,, W ve-ae-
ring op 16 Augustus en voor de feesten
September, alsmede voor de lllu™ina^® be^
het gemeentehuis, een bedrag van 500 be
SC De^heer ^OSTER vraagt inlichtingen om
trent debedoeling der versiering en lUumina-
tie. Wil men dit laatste weer met gas doen
De VOORZITTER geeft te kennen, dat het
de bedoeling is, om de Markt bij die gelegen-
heden een feestelijk aanzien te geven, zooals
dit de laatste jaren gebruikelijk was en om
des avonds het gemeentehuis te verlichten
met gas-illuminatie. Voor een en ander mee
nen Burgemeester en Wethouders te kunnen
volstaan met f 500, terwijl zooalsi de heeren
weten 500 is uitgetrokken voor het onthaai
der schoolkinderen, ter gelegenheid van den
iaardag van H.M. de Koningin. De versiering
zou dienen voor het KoninkUjk bezoek op 16
A D^heeSr KOSTER dacht, dat de
heden voor de versiering allemaal in het b
21 De8VOORZITTER deelt mede, dat verschil
lende benoodigdheden voorhanden zij^ doc
de planten en slingers om de zuden onderhng
te verbinden moeten worden aangeschaft en
gemaakt. Ook moeten van het gevraagde be
av<kt Hp kosten der verlichting bestreaen
worden. Indlen Burgemeester enJ-Vethouders
evenwel met 400 kunnen toekomen
^D^ heer VAN vindt het bedrag
minder ^I^st^'^Jit en
dat is de mooiste versiering der straten die
men hebben kan. De gemeenteraad moet zui
nig zijn met het geld en hij vindt nog/500
bij de reeds gevoteerde som een groot bedrag.
De VOORZITTER noemt het gevoteerde be
drag voor onthaai der schoolkinderen laag en
van hetgeen van het thans aangevraagde be
drag van versiering en verlichting overblij t
zou dat dan nog aangevuld kunnen worden.
De heer VAN DE BILT vindt een paar hon-
derd gulden voor de versiering al voldoende.
Als de Koningin het wist zou ze zeggen „men-
schen scheid er mede uit". Er zijn een hoop
menschen die niets verdienen en dit in aan-
merking nemende, mag het gemeentebestuur
ook niet te royaal leven. Hij is tegen deze
aangevraagde 500.
De heer J. DE FEIJTER is daar ook tegen
en meent, dat men 't dan maar wat minder
moet doen. Als er op de tractatie van de
schoolkinderen eens wat te kort komt, dan
zal zeker niemand der raadsleden bezwaar
hebben dat bedrag wat te verhoogen. Voor
verlichting ziet hij geen noodzaak. De Ko
ningin komt 's morgens om 9 uur en de ver
lichting wordt pas des avonds ontstoken, als
dat alles al lang afgeloopen is.
De VOORZITTER geeft nader te kennen,
dat Burgemeester en Wethouders voorstellen
de reeds uitgetrokken post voor viering van
den jaardag der Koningin te verhoogen tot
1000 opdat die zal kunnen dienen voor
dekking der uitgaven die Burgemeester en
Wethouders in verband met de komst van de
Koninklijke familie en de viering van den
jaardag van H.M. de Koningin noodig achten.
De heer DIELEMAN merkt op, dat de Ko
ningin hier op 16 Augustus hoogstens 10 mi-
nuten komt, en dat het feest ter viering van
Haren jaardag pas in September plaats heeft.
Hrj is van meening dat zij die veel willen
feesten dat zelf dan maar moeten betalen.
Voor dit doel 1000 geven vanwege de ge
meente acht hij te veel.
De VOORZITTER merkt op, dat daarin ook
zit het bedrag noodig voor het onthaai der
schoolkinderen en gelooft niet, dat daarvan
ten slotte veel voor de versiering en illumina-
tie zal overischieten. Burgemeester en Wet
houders zijn van oordeel, dat de Koninklijke
familie op gepaste wijze moet worden ont
vangen.
De heer DIELEMAN is het met dit laatste
volkomen eens, maar meent, dat dit wel de
helft goedkooper kan geschieden. Met hon-
derd of honderd en vijftig gulden komt men
voor tractatie van kinders al een heel eind.
De VOORZITTER daarentegen merkt op,
dat men daarvoor niet veel kan doen. Men
zou echter de versiering der Markt achter-
wege kunnen laten.
De heer DIELEMAN kan daar ook in ko
men, want het is zooals de heer Van de Bilt
zeide, dat de vlaggen in de straten de mooiste
versiering is.
De VOORZITTER wijst er op, dat Burge
meester en Wethouders de Markt niet kunnen
versieren, zonder over het daarvoor noodige
geld te kunnen beschikken. De palen moeten
worden aangebracht en geplant, er moet groen
en bloemen worden aangeschaft en verwerkt,
vlaggen worden aangebracht enz. enz. Er
moet ook werkloon voor worden betaald. Als
er minder voor noodig is dan Burgemeester
en Wethouders thans ramen, zal dat zeker
niet uitgegerven worden.
De heer P. DE FEIJTER vindt de post ook
be hoog, ofschoon hrj er voor is, als de Konin
gin komt de Markt een feestelijk aanzien te
geven. Het illumineeren des avonds acht hij
niet noodig, want dan is de Koningin er toch
j niet.
De VOORZITTER: Dat gebeurt op den
avond van het feest. De versiering op de
Markt kan tot dien tijd blijven staan en dan
komt er bij de verlichting.
De heer P. DE FEIJTER is van gevoelen,
dat, als er onder de ingezetenen zoo'n stem
ming zit om te feesten, ieder die dat wil de
kosten zelf maar moet dragen, maar dat het
niet aangaat een feestelijke stemming er in
te brengen op kosten van de belastingtoetalers.
De VOORZITTER: Men is daarvoor met
een lijst rond geweest.
De heer P. DE FEIJTER: Als men het
totaal bedrag nagaat, dat op die listen is ge-
teekend, dan blijkt niet, dat de lust tot feest-
vieren zoo groot is. Hrj is er tegen om van
gemeentewege wat te geven voor de viering
van den jaardag der Koningin, en vindt een
uitgoaf van 300 voor de versiering der Markt
bij Haar bezoek al voldoende. Die versiering
kan dan tevens nog dienen voor den derden
September, als het verjaarfeest gevierd
wordt.
De heer KOSTER zou het versieren der
markt aan Burgemeester en Wethouders wil
len opdragen. Hij is echter van meening, dat
dit nooit geen 300 kan kosten, en dat van
dat bedrag nog wel wat zal overschieten om
daarmede het tekort op het bedrag voor ont
haai der schoolkinders te dekken. De illumi-
natde van het gemeentehuis met gas, daar ge-
voelt hij niet veel voor, daar dit toch niet mooi
genoemd kan worden. Als alzoo besloten
wordt, hebben Burgemeester en Wethouders
vrijheid om te versieren. Dat kan dan ook
dienen op 3 September
De heer 't GILDE merkt op, dat men de
schoolkinders op 16 Augustus, bij het bezoek
der Koningin toch. ook iets zal moeten geven,
bjv. vlaggetjes.
De heer J. DE FEIJTER was van meening,
dat het tekort op het onthaai de schoolkinders
zou gedekt worden uit het bedrag door de
feestcommissie ingezameld. Meerderen hebben
daarop gegeven, in het denkbeeld, dat dit
bedrag zou dienen voor onthaai der kinderen.
Dat moet dus uit die 625 betaald worden.
De heer 't GILDE wijst er op, dat dit niet
zal kunnen; door de feestcommissie is een
begrooting opgemaakt voor het in elkaar
zet'ten van het feestprogramma en aan het
beschikbaar bedrag is reeds een bestemming
gegeven.
De heer J. DE FEIJTER merkt op, dat het
een fout is geweest, reeds op de begrooting
een bedrag uit te trekken voor het onthaai
der schoolkinderen. Hij zou in verband met de
ontvangst van de Koninklijke Familie nog
f 300 ter beschikking van Burgemeester en
Wethouders wiillen stellen.
De VOORZITTER: Dan wordt het bedrag
alzoo 800.
De heer VAN DE BILT steunt dat voorstel.
De heer DIELEMAN sluit zich eveneens
daarbij aan, evenals de heer P. DE FEIJTER.
De VOORZITTER brengt alsnu, als zijnde
van de verste strekking eerst in omvraag het
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Daarover staken de stemmen met 5 tegen 5.
Voor stemmen de heeren Kruijsse, Wolfert,
Esseibrugge, 't Gilde en Qggel; tegen stemmen
de heeren Van de Bilt, J. de Faijter, Koster,
Dieleman en P. de Feijter.
De VOORZITTER merkt op, dat de zaak
nu feitelijk vastgeloopen is. Over het voor
stel moet in een volgende vergadermg wor
den overgestemd. Hij zal dat regelmatig laten
behandelen, doch zegt toe, dat Burgemeester
en Wethouders ondertusschen maatregelen
zullen nemen voor een waardige ontvangst
der Koningin, naar den geest van den raad.
De heer OGGEL wijst er op, dat de bespre-
kingen den indruk gaven, dat de raad toch
f 3oo voor de versiering zou willen toestaan.
De heer't GILDE meent, dat Burgemeester
en Wethouders met hun veomemen kunnen
doorgaan, aangezien de raad, indien die vol-
tallig was geweest, het voorstel zou hebben
aangenomen. Hij kan niet aannemen, dat
bet afwezige lid, de heer Claessens, er be
zwaar tegen zou gehad hebben.
De heer VAN DE BILT: Dan had die er
maar moeten zijn. (Wordt vervolgd.)