ALGEMEEN NIEUWS- F.N APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
ASPIRIN
Drukkende hitte
No. 8561,
MAA DAG 4 AUGUSTUS 1930
70e Jaargang
BIN NENL AID.
FEFILLET0N,
Vampier-Vleugel
BUITENLAND.
door
SAX ROHMER.
eenig op de wereld
ABONNEMENMPBOS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika /2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen bii vooruitbetaling.
i:itgeefst«r: Flrma P. J. VAN DIE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels S 0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
Grootere letters en cliches wor den naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bg regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar Is. Inzending van advertentien llefst dag voor de ultgave.
DET BLAD VERSCHIJNT EEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
I 14 I11 f nlWHi "TK
i-Hivirr" toaaiKPiWtrP&s:
DE NEDERLANDSCHE WEEK TE
ANTWERPEN.
De Antwerpsche correspondent van ,,De
Maasbode meldt:
Vrijdagmorgen hebben vice-admiraal Quant,
de officieren en de bemanning van het Neder-
landsch eskader een krans neergelegd bij bet
monument der Antwerpsche gesneuvelden.
Met de muziek der marine voorop, trok de
troep onder groote belangstelling door de
stad naar het gedenkteeken. Daar werd
carrd gevormd, terwijl de reusachtige krans
van prachtige rozen en gladiolen aan den voet
werd neergelegd.
Op de linten in de Nederlandsche kleuren
stonden de woorden „De Koninklijke Neder
landsche Marine, aan hen, die vielen voor het
vaderland".
De indrukwekkende plechtigheid, welke
slechts kort duurde, werd o.a. bijgewoond
door oud-Minister Posthuma en den heer
Heringa, chef der afdeeling handel en nijver
heid, van het departement van arbeid, han
del en nijverheid.
In den namiddag gaf het muziekkorps der
marine onder leiding van den heer Leistikow,
een concert op de tentoonstelling.
De Brusselsche correspondent van ,,De
Maasbode" meldt:
Vrijdagmiddag heeft vice-admiraal L.
Quant, de bevelhebber van het Nederlandsch
eskader dat momenteel te Antwerpen ligt, op
't graf van den onbekenden soldaat te Brus-
sel een krans, bestaande uit gladiolen en
rozen neergelegd, waarvan de strik in Neder
landsche kleuren vermeldde: „Koninklijke
Nederlandsche Marine".
De admiraal, die per auto arriveerde, was
vergezeld van ridder Huyssen van Katten-
dijke, tijdelijk zaakgelastigde, baron Van Pal-
landt, legatie-secretaris te Brussel en luite-
nant ter zee le klasse Hetterschy. Bij den
chauffeur zat een ordonnance-matroos. Beide
officieren waren in groot uniform. Een vrij
talrijke menigte, waaronder Hollandsche tou-
risten, woonde de plechtigheid bij.
Toen vice-admiraal Quant reeds terug in
de auto was om te vertrekken, kwam kolonel
Sellier de Moranville hem namens den Bel-
gischen minister van defensie begroeten en
hem mededeelen, dat deze geste buitengewoon
door den minister op prijs werd gesteld.
Een uur later werd vice-admiraal Quant,
vergezeld van ridder Huyssen van Katten-
dijke in het paleis te Brussel door den Koning
in particuliere audientie ontvangen, mede in
tegenwoordigheid van prins Leopold.
Hiema vertrok de vice-admiraal weer naar
Antwerpen.
Op hetzelfde oogenblik, dat dit alles plaats
had, verscheen in .Nation Beige" een artikel,
waarin ondermeer gezegd wordt: Honderd
jaar geleden bomJbardeerde een Hollandsch
eskader, dat voor Antwerpen lag, de stad en
richtte er voor millioenen guldens schade
aan; vandaag lost het op dezelfde plaats
saluutschoten en mengt den klank van zijn
trompetten met de stem van den beiaard, die
vanuit de kathedraal, met de feesten mee-
doet. ,,'t Kan verkeeren", zei Bredero.
De Hollanders erkennen vandaag als na-
tuurlijk en noodig den stand van zaken, door
gebeurtenissen in 1830 in het leven geroepen,
maar waarom blijven zij dan zoo obstinaat
vasthouden aan het tractaat van 1839, dat in
feite het bestaan erkent van een onafhanke-
lijken staat Belgie. Zal de Nederlandsche
week kentering brengen in dezen toestand. In
1830 bombardeerde het Hollandsche eskader
38)
Vervolg.
Toen ik de gang bij de studeerkamer
inkwam, zag ik den Chinees al met mijn
hoed en mijn wandelstok naar me toe
komen. Ik nam ze zonder een woord van
hem aan, ging langs hem heen naar de
deur en stapte naar buiten.
Mijn hart klopte met vlugge, heftige
slagen. Ik wist niet, wat ik ervan moest
denken, niet, wat ik moest doen? Zulk een
behandeling was een nieuwe ondervinding
voor me. Ik voelde me beleedigd en ver-
nederd, maar tegelijk was ik diep veront-
waardigd.
Ik had bijna de helft van den afstand
tusschen Guest House en Cray's Folly
afgelegd, toen vlugge schuifelende voet-
stappen achter me, me in mijn stuurloos
rondwoelen in mijn gevoelens stoorde. Ik
bleef staan, keerde me om en zag Ah
Tsong vlak achter me.
,,Bwief van kleine vwoutje", vertelde
hij me; meteen stak hij me een briefje toe.
Ik aarzelde en keek hem aan op een
manier, die buitengewoon onaangenaam
voor den man geweest moet zijn. Dan be-
heerschte ik me, nam het briefje aan. ritste
de envelop open en las het volgende, in
de haast met potlood neergekrabbelde
briefje;
Mr. Knox. Reken het hern niet aan,
asjeblieft. Als u wist, wat we door Senor
Don Juan Menendez geleden hebben,
ons met gloeiende kogels; in 1930 bombar-
deert het ons met bloemen. Wij hebben liever
dit laatste, doch wij wachten benieuwd af,
wat onder dat bombardement met bloemen
schuilt.
Bezoek van den Belgischen kroonprins
aan het Nederlandsche eskader.
Het Belgische Telegraafagentschap meldde
Zaterdag uit Antwerpen, dat kroonprins Leo
pold daar Zaterdagmiddag incognito is aan-
gekomen voor een bezoek aan het Nederland
sche eskader. De prins werd aan boord van
de Jacob van Heemskerck door vice-admiraal
Qant temidden van zijn officieren ontvangen.
De bemanning presenteerde het geweer, ter
wijl de scheepskapel het Belgisch volkslied,
speelde. De prins bracht ook een bezoek aan
de twee duikbooten. Het eskader had de
Belgische en Nederlandsche vlaggen ge-
heschen. Na het beizoek keerde de prins naar
Brussel terug.
Uitvoering van het Zuid-Bevelandsche
a Capella-koor.
Men meldt uit Antwerpen aan de N. R. Crt.
Het programma van de Nederlandsche
Week op de wereldtentoonstelling te Ant
werpen is Zaterdag voortgezet met 'n muziek-
uitvoering van een geheel ander karakter dan
het concert, dat de Koninklijke Militaire
Kapel er Donderdag heeft gegeven. Dezen
keer heeft het Zuid-Bevelandsche a Capella-
koor uit Goes zich onder leiding van den heer
S. J. Tamminga in de groote ontvangzaal van
het Nederlandsche paviljoen laten hooren.
Een goed idee, deze uitvoering, want Zuid-
Beveland kan zingen, en het heeft daarbij nog
een ander eharme, waarvan zij, die de Zuid-
Bevelandsche meisjes in heur eigen, geleidelijk
verdwijnende, uitstervende kleederdracht
heeft gezien, kunnen meepraten.
Het concert van Zaterdagmiddag was voor
genoodigden, maar toen deze binnen waren,
werd de toegang tot de zaal niet al te streng
meer bewaakt, en menig voorbijganger maak-
te hiervan gebruik, om, zij het staahde een
deel van de uitvoering bij te wonen.
Men zou om 3 uur beginnen, doch met het
wachten werd het bijna half-vier. Toen trad
het koor op het geimproviseerde podium, en
dadelijk ging er een gemurmel van verrassing
door de zaal. Zij zagen er dan ook allerliefst
uit, de meisjes met haar grijze, groene, paarse
en bonte omslagdoeken, de stevig ronde armen
uit het keurslijf, de roode bloedkoralen ket-
tingen om den hals, en boven de glanzend
geborstelde donkere kuif de witte muts met
gouden oorijizer, die zoo flatteus staat. Be-
scheiden, zooals bij zulk een gazelschap aan
het sterke geslacht past, namen de jongens in
hun eenvoudige zwarte pak in het tweede
gelid plaats.
Voordat begonnen werd, sprak de heer J.
Houtekamer, uit Kloetinge, die vroeger zelf
een uitnemend zangkoortje van Zuid-Beve
landsche kinderen heeft geleid, een kort woord
ter inleiding.
Als er feest is, zoo zeide hij, zingen de buren
mee, en zeker zulke naaste buren als wij. Men
lacht, zingt en danst dan mee. Welnu, dat zul-
len wij ook doen!
En zij deden het. Zij begonnen met drie
strofen van het Oude Wilhelmus, die door alle
aanwezigen staande werden aangehoord. Toen
begon het eigenlijke programma. Dit was een
reeks van Nederlandsche liederen, beginnende
met de emstige oude Nederlandsche feest
en dankliederen, uit de Gedenck-clank van
Valerius: de Bede voor het Vaderland, Wilt
heden nu treden en Gelukkig Vaderland; en
daarna geleidelijk naar een lichteren, vroo-
lijken toon overgaand, tot liedjes als De
kinderen van de Zoete wey, muziek van P. J.
zoudt u hem begrijpen en vergeven. Toe,
om mijnen twill
YSOLA" CAMBER.
Ik keek op en zag de oogen van den
Chinees, die me, terwijl ik las, strak had
staan aankijken.
„Zeg je mevrouw", zei ik, ,,dat ik haar
persoonlijk zal antwoorden. Maar zeg
ook, dat ik het begrijp
„Hoi, hoi".
Ah Tsong keerde zich om en liep op
een sukkeldrafje terug. Ik vervolgde
mijn weg in een stemming, die ik niet zal
trachten te beschrijven.
HOOFDSTUK XV.
Onrust.
Ik zat in de kamer van Harley. De
lunch was afgeloopen en hoewel de maal-
tijd zelf, en wat de gangen en wat de
wijze, waarop ze opgediend werden, be-
trof, evenals den vorigen dag een succes
was geweest, had de spanning, die ik
voelde en die ik niet vermocht te negee-
ren, me buitengewoon nerveus en slecht-
gehumeurd gemaakt.
De schaduw, waarover ik reeds eerder
gesproken heb, had zich zoo verdicht, dat
er, voor mijn gevoel, werkelijk van een
verduistering van het licht sprake was.
Tevergeefs schreef ik, dat verschijnsel
aan een te actieve verbeeldingskracht toe;
het liet zich niet wegredeneeren, het
bleef.
De vroolijkheid van Madame de Stamer
was nog meer geforceerd dan den vorigen
avond. Ze zat aan een stuk door haar
ringen om en om te draaien en haar oogen
gingen voortdurend nerveus van den een
naar den ander. Die onrust deelde zich
Wierts, waarin het geklepper van de kinder-
klompjes zoo aardig treffend is nagebootst.
Het kwetterende liedje van de Musschen,
eveneens van Wierts, het Goesehe stedenlied,
de Zeeuwsche Leeuw, enz., met als slotnum-
mer de Vlaamsehe Kermis, van Ren6 de
Clercq, muziek van Wtarts. Daartusschen-
door deden zij ter afwisseling dansen; eerst
een rei van Zeeuwsche dansen, samengesteld
door Mazure en Morks, een naieve klompen-
dans, later een ouderwetsch Patertje langs
den kant, die beide een groot succes bij het
publiek oogstten door de alleraardigste ma
nier, waarop alles werd uitgevoerd.
Bovendien hoorden wij nog het Angelus,
van Catherina van Rennes, uitstekend gezon-
gen en door een eenvoudige actie geillustreerd.
Het was aan den bijval na elk nummer te
merken, dat de jongens en meisjes met hun
ongekunstelde, zuiver zingen het hart van het
publiek gewonen hadden. De uitvoering mag
in alle opzichten geslaagd heeten, een succes
voor het koor en zijn bekwamen direeteur
en een gewaardeerde opluistering van de
Nederlandsche Week.
INTERN. STIKSTOF-NIJVERHEID.
De .Information" vemeemt van een der
voomaamste gedelegeerden der te Parijs
plaats vindende stikstofconferentie, dat over-
eenstemming is bereikt, De moeilijkheid
was, dat Frankrijk, waar genoeg ammoniak-
sulfaat voor zijn eigen behoefte geproduceerd
wordt maar slechts 15 pCt. van de benoodigde
nitraat-stikstof,' geen productiebeperking van
nitraat-stikstof wenschte, zooals die voor een
jaar proef werd voorgesteld, door Nederland,
Belgie, Duitschland, Engeland en Polen.
Frankrijk schijnt thans voldoening gekregen
te hebben. Als algemeen Buropeesche over-
eenkomst zal Chili, wier vertegenwoordigers
daar vertoeven aan de besprekingep kunnen
deelnemen.
GEEN ELECTRICITEIT, GAS OF WATER-
LEIDING UIT HET BUITENLAND.
De Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landibouw heeft tot Ged. Staten van Zeeland
een schrijven gerioht, waarin hij mededeelt,
dat in den Raad van Ministers de kwestie
van het betrekken van electriciteit, gas en
water uit bet buitenland een punt van be-
spreking heeft uitgemaakt, en dat de Raad
zich op het standpunt stelde, dat behoudens
uitzondering, indien de omstandigheden het
bepaald wenschelijk maken, het aanbeveling
verdient. voorstellen tot het betrekken van
electriciteit, gas of water uit hef buitenland,
af te wijzen. De Minister verzoekt Ged. Staten
dit ter kennis te brengen van de besturen der
gemeenten die, wegens hunne geografische
ligging, daarvoor in aanmerking komen.
Verder hebben de Minister van Waterstaat
en van Arbeid, Handel en Nijverheid den
wensch te kennen gegeven, dat Ged. Staten
zullen doen of medewerking verleenen direct
of indirect met betrekking tot de levering van
deze voorzieningen aan of in de provincie
dan nadat Ged. Staten zidh voor elk geval
afaonderlijk zullen hebben vergewist, dat bij
de regeering geen bedenking tegen die leve
ring bestaat.
op plannen, welke ook ons bekend waren en
waarbij het niet uitgesloten is, dat voor de
A.V.R.O. een betere tijd dan thans zal aan-
breken. Bijizonderheden hierover kunnen we
niet publiceeren, aangezien een en ander nog
niet definitief geregeld is.
EEN BETERE TIJD VOOR DE A.V.R.O.?
In een Woensdag op Schinkelhaven te
Amsterdam gehouden protestmeeting van de
A.V.R.O., heeft de heer W. Vogt ook eenige
woorden gesproken, waarbij hij o.m. opmerkte,
dat hij reden had om te zeggen, dat hij aan
den horizont een blauw stipje ontdekte.
Het „Handelsblad" voegt hieraan toe: Wij
meenen te weten, dat de spreker hier doelde
ALLEEN FABRIEKS ARBEIDERS IN
MOSKOU MOGEN SCHOENEN
KOOPEN.
Schoenen en laarzen, welke tot dusverre in
Moskou in den vrijen handel te koop waren,
worden thanis ook gedistribueerd. De raad
van volkscommissarissen heeft bepaald, dat
alleen fabrieksarbeiders en hun kinderen ge-
rechtigd zijn schoenen te koopen op vertoon
van hun levensmiddelenkaart. Deze bepaling
sluit in, dat slechts 300.000 van de 2.200.000
inwoners van Moskou in het bezit van schoe
nen kunnen komen. De prijs van schoenen
bedraagt momenteel een derde van een maand
salariis. Sovjet-deskundigen in Leningrad
willen thans beweren, dat uit de huid van
kabeljauw een prachtig leersurrogaat ver-
kregen kan worden.
BELGISCHE SPOORWEGEN.
Naar de correspondent der N. R. Crt.
te Brussel meldt is, in de jongste bijeenkomst
van den raad van beheer der Nationale
Maatschappij van Belgische Spoorwegen
medegedeeld, dat de cijfers van het goederen-
vervoer, ten gevolge van de aanhoudende cri
sis, geen verbetering aanwijzen. Zij zijn nog
steeds 25 k 30 beneden de resultaten der
zelfde maanden van 1929 en zullen, in de
eerstvolgende weken, wel even ongunstig
blijven. Met het personenvervoer gaat het,
dafak zij de tentoonstellingen en de eeuwfeest-
viering te Brussel en in de groote steden, nor-
maal.
De Spoorwegmaatschappij is er in geslaagd
hare exploitatiekosten te verminderen. Zij
hoopt, dank zij de binnenkort te verwachten
daling van de steenkolenprijzen, hare baten
toch op het peil der vorige, goede jaren, te
kunnen houden.
HET COMMUNISME BUITEN
RUSLAND.
Vrijdag, 1 Augustus, op den verjaardag van
het uitbreken van den grooten oorlog, die
naar communistische begrippen de kiem ge
legd heeft voor de wereldrevolutie, hebben
schrijft de N. R. Crt. de communisten in
de verschillende Europeesche landen hun ge-
bruikelijke betoogingen gehouden. Vroeger
hebben deze 1 Augustusvieringen hier en daar
nog wel eens aanleiding tot ernstige ongere-
geldheden gegeven. Dit jaar zijn deze, al-
thans in de groote Europeesche centra, uit-
bleven. Ondanks het geschreeuw van de
communistische blaadjes en de onvermijdelijke
voorzorgsmaatregelen die de politie in de
Europeesche hoofdsteden ook dit jaar weer
getroffen had, ligt er over de viering van
dezen communistischen dag in Europa dit
jaar iets mats. Ondanks de geweldige oeco-
nomische crisis, die ons werelddeel teistert, is
de revolutionaire geest zwak, dat wil zeg-
g(^i dat zij uit zich althans niet in betoo
gingen ten gunste van Moskou. Ondanks de
vefle leidraden uit het roode hoofdkwartier en
het telkens probeeren van nieuwe krachten
in de leiding der Europeesche partijen ver-
liest het communisme aan aantrekkingskracht
Zou dat ondanks misschien een omdat zijn?
Zou het wegvallen van oude, bekende aanvoer-
ders, het voordurend verlies van koers mis-
veroorzaakt licht
hevige hoofdpijn.
Neemt dan, als altijd,
,Aspirin-Tabletten.
Let op oranje band en Bayerkruis. Prijs 75 cts.
(Ingez. M©d.i
op den duur aan ons alien mee. Haar
conversatie was dezen keer eveneens een
mislukking; ze debiteerde haar bon-mots
en haar plagerijen zonder eenige overtui-
ging, alsof ze die, voor een geleaenheid,
als deze, van buiten geleerd had. De
Kolonel was opvallend stil: hij at weinin,
maar hij dronk veel, ongewoon veel. Die
geheele maaltijd, dit bij elkaar zitten van
vijf menschen. die alle vijf van iets anders
vervuld waren, had iets onwezenlijks, iets
beklemmends, en toeri Madame de Stamer
opstond en met Val Beverley wegging,
voelde ik, dat Kolonel Menendez ons iets
belangrijks zou gaan vertellen. Want als
er iemand was, die een naderend onheil
op zich voelde drukken, dan was het de
man, die, aan het hoofd van de tafel, met
een strak gezicht voor zich uit zat te
kijken.
,,Heeren", begon hij, toen we alleen
waren, „uw onderzoekingen mogen dan
niet tot het gewenschte of beter tot een
tastbaar resultaat geleid hebben, een ding,
iets geheel anders het u toch zeker wel
ontdekt".
Harley keek hem, met een strak gezicht,
recht aan.
,,Ja, Kolonel", zei hij, „we hebben
ontdekt, dat er iets gebeuren gaat".
,,Ah!" fluisterde de Kolonel; zijn sterke,
ebruinde handen omklemden in een
rampachtigen greep den rand van de
tafel.
„Maar behalve dat'^ ging mijn vriend
voort, „hebben we nog iets ontdekt.
U heeft me te hulp geroepen en ik ben
gekomen. En nu maakt u me het werken
opzettelijk onmogelijk".
,,Wat bedoelt u, Mr. Harley?" vroeg
onze gastheer, bijna fluisterend.
„Dat zal ik u zeggen, openhartig, in
duidelijke woorden. U weet, volgens mij,
meer van het gevaar, dat u dreigt, af, dan
schien juist de reden van de huidige zwakte
in het communisme zijn? Ongetwijfeld zal
het er toe meewerken ideallstische geesten
van de beweging te vervreemden, maar de
hoofdzaak zal toch wel zijn dat het deel der
West-Europeesche volken, dat in den beginne
wel voor het communisme toegankelijk was,
dit meer en meer is gaan leeren beschouwen
als een artikel, dat voor Rusland misschien
beteekenis moge hebben, doch zeker niet voor
transport en onveranderde overplanting in
het Westen geschikt is. Ook het uitbijven
van gelden tot steun van de propaganda in
Europa kan tot de matheid van Vrijdag mee-
gewerkt hebben. Ook Moskou zelf geeft door
zijn houding blqk, dat het voor het oogen
blik van Europa voor de wereldrevolutie niets
verwacht. De buitenlandische politiek der
sowjets schommelt heen en weer als de slin-
ger van een uurwerk. Nu eens slingert zrj
naar het Westen, dan weer naar het Oos-
ten. Terwijl het Westen voor het oogen
blik braak gelaten wordt, geniet het Oosten
de voile communistische aandacht. Op China
schijnt het thans al zijn krachten geconeen-
treerd te hebben. Toen het nationalisme in
China pas het hoofd opstak, heeft het com
munisme het krachtig gesteund en getracht
er een blijvenden invloed op te krijgen. De
nationalisten moesten evenwel, eenmaal aan
de macht gekomen, van het internationale
communisme niets hebben en maakten aan
den bolsjewiekschen invloed een hardnekkig
einde. Dit is ook een verheugend feit voor
andere volken, die er uit kunnen leeren, dat,
in tijden van crisis het communisme als be-
dreiging vaak meer schijn is dan wezen, daar
het bij de consolidatie van den toestand weer
moet wijken. Het heeft sindsdien vrij lang
geduurd eer het communisme opnieuw op
Chineeschen bodem grond onder de voeten
kreeg. Een poging om het met Feng-Joe-
siang te probeeren leed al evenzeer schip-
breuk als de poging met Tsjang Kai-sjek.
Thans nu het Noorden en Zuiden van het
Hemelsche Rijk voor de zooveelste maal
tegenover elkaar staan, probeert Moskou het
met een nieuwe taktiek. Nu steunt het niet
meer deze partij of gene, maar valt het onder
de eigen vaan van het communisme een der
beide strijdende partijen in de flank.
Er loopen in China altijd genoeg „werk-
looze" soldaten- en rooversbenden los om een
leger tet vormen voor al wie hen maar aan
geld of buit wil helpen. Krachtens de be-
richten, tot dusver over de communistischen
opmarsch ontvangen, schijnt het leger van
Tsjoe Mao meer gedreven te worden door
het verlangen naar buic, dan door een waar-
achtige geestdrift voor de leer van Lenin.
Men kan zich ook moeilrjk indenken, dat het
nijvere landbouwersvolk der Chineezen voor
het communisme in geestdrift ontstoken zou
k
u mij verteld heeft. Laat me uitspreken,
Kolonel MenendezU heeft ons op
koninklijke manier ontvangen; uw gast-
vrijheid laat niets te wenschen over. Als
gast zou ik me hier dan ook volmaakt ge
lukkig kunnen voelen, maar als detective,
als de man, wiens beroep het is, om moei-
lijke quaesties te onderzoeken, en in die
qualiteit ben ik toch op het oogenblik hier,
niet waar, ben ik niet gelukkig en appre-
cieer ik de ontvangst, die me hier te beurt
is aevallen, niet".
Ze keken elkaar strak aan. Beiden
waren het driftige, krachtige, zelfbe-
wuste mannen. Een paar oogeriblikken
bleef het stil; dan:
,,Gaat u voort, Mr. Harley", zei de
Kolonel. „U heeft nog niet uitgesproken,
wel?"
,,Nee, ik heb nog iets te zeggen was
het antwoord, ,,en dat is dit: er is mij zeer
veel aan uw vriendsdhap gelegen, maar tot
mijn spijt moet ik u mededeelen, dat ik
hier niet kan blijven."
Kolonel Menendez beet z'n tanden zoo
fel op elkaar, dat ik de spieren van zijn
onderkaak zag opzwellen. Hij vocht, om
meester van ziChzelf te blijven en dat
lukte hem, want na misschien een halve
minuut:
,,U laat me dus in den steek stelde hi)
rustig vast.
„Ik laat iemand, die mijn hulp werkelijk
noodig heeft, nooit in den steek".
„Maar ik heb uw hulp noodig. Hard
,,I^eem die hulp dan aan", riep Harley
uit. ,.'t Een of het ander; of u geeft uzelf
aan me over, of ik ga, vandaag nog, weg
U eischt van me om iemand. die u vijan-
dig gezind is, die uw leven zelfs bedreigt,
te vinden en u onthoudt me de aanwijzin-
gen, die me bij dat onderzoek zouden
kunnen helpen".
„Welke aanwijzingen heb ik onthou-
den, Mr. Harley?"
Mijn vriend stond op.
„We kunnen de zitting wel opheffen,
Kolonel Menendez", zei hij koeltjes. ..Het
verder bespreken van dit onderwerp heeft
geen zin".
Onze gastheer stond eveneens op.
„Mr. Harley", gaf hij ten antwoord
met een stem, die volkomen onbeheerscht
klonk, ,,als ik u op mijn eerewoord ver-
zeker, dat ik u niets meer kan of durf ver
tellen, en ik vraag u dan, om in elk geval
nog een nacht te blijven, kunt u me dat.
dan weigeren?"
Harley stond hem, van de plaats, waar
hij gezeten had, oplettend aan te kijken.
,,U stelt me een partij van een nieuw
spel voor, Kolonel", antwoordde hij,
waarbij ik als handicap krijg, dat ik niet
weet, wie mijn tegenstander is. Maar
goed. Ik zal blijven, u laat me trouwens
geen keuze."
„Dank u, Mr. Harley. En nu staat u
me zeker wel toe, dat ik me terugtrek,
want ik voel me lang niet goed".
Harley en ik maakten een lichte buigincj
en Kolonel Menendez ging, nadat hij ons
hoffelijk gegroet had, de kamer uit. Zoo
eindigde deze gedenkwaardige maaltijd en
na een uur van spanning waren we dus
eindelijk weer alleen, alleen met een
probleem, dat, van welken kant men het
ook bekeek, geen enkele zwakke plek
toonde, waardoor men tot de kern had
kunnen doordringen.
Paul Harley liep de kamer op en neer
in zulk een staat van hyper-nervositeit.
dat ik geruimen tijd aarzelfde, voor ik met
mijn verhaal over mijn bezoek op het
Guest-House begon.
(Wordt vervolgd.)