ALGEMEEN NIEUWS- F.N APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. ASPIRIN Drukkende hitte No. 8561, MAA DAG 4 AUGUSTUS 1930 70e Jaargang BIN NENL AID. FEFILLET0N, Vampier-Vleugel BUITENLAND. door SAX ROHMER. eenig op de wereld ABONNEMENMPBOS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika /2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor bet buitenland alleen bii vooruitbetaling. i:itgeefst«r: Flrma P. J. VAN DIE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels S 0,80 Voor elken regel meer f 0,20. Grootere letters en cliches wor den naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bg regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar Is. Inzending van advertentien llefst dag voor de ultgave. DET BLAD VERSCHIJNT EEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. I 14 I11 f nlWHi "TK i-Hivirr" toaaiKPiWtrP&s: DE NEDERLANDSCHE WEEK TE ANTWERPEN. De Antwerpsche correspondent van ,,De Maasbode meldt: Vrijdagmorgen hebben vice-admiraal Quant, de officieren en de bemanning van het Neder- landsch eskader een krans neergelegd bij bet monument der Antwerpsche gesneuvelden. Met de muziek der marine voorop, trok de troep onder groote belangstelling door de stad naar het gedenkteeken. Daar werd carrd gevormd, terwijl de reusachtige krans van prachtige rozen en gladiolen aan den voet werd neergelegd. Op de linten in de Nederlandsche kleuren stonden de woorden „De Koninklijke Neder landsche Marine, aan hen, die vielen voor het vaderland". De indrukwekkende plechtigheid, welke slechts kort duurde, werd o.a. bijgewoond door oud-Minister Posthuma en den heer Heringa, chef der afdeeling handel en nijver heid, van het departement van arbeid, han del en nijverheid. In den namiddag gaf het muziekkorps der marine onder leiding van den heer Leistikow, een concert op de tentoonstelling. De Brusselsche correspondent van ,,De Maasbode" meldt: Vrijdagmiddag heeft vice-admiraal L. Quant, de bevelhebber van het Nederlandsch eskader dat momenteel te Antwerpen ligt, op 't graf van den onbekenden soldaat te Brus- sel een krans, bestaande uit gladiolen en rozen neergelegd, waarvan de strik in Neder landsche kleuren vermeldde: „Koninklijke Nederlandsche Marine". De admiraal, die per auto arriveerde, was vergezeld van ridder Huyssen van Katten- dijke, tijdelijk zaakgelastigde, baron Van Pal- landt, legatie-secretaris te Brussel en luite- nant ter zee le klasse Hetterschy. Bij den chauffeur zat een ordonnance-matroos. Beide officieren waren in groot uniform. Een vrij talrijke menigte, waaronder Hollandsche tou- risten, woonde de plechtigheid bij. Toen vice-admiraal Quant reeds terug in de auto was om te vertrekken, kwam kolonel Sellier de Moranville hem namens den Bel- gischen minister van defensie begroeten en hem mededeelen, dat deze geste buitengewoon door den minister op prijs werd gesteld. Een uur later werd vice-admiraal Quant, vergezeld van ridder Huyssen van Katten- dijke in het paleis te Brussel door den Koning in particuliere audientie ontvangen, mede in tegenwoordigheid van prins Leopold. Hiema vertrok de vice-admiraal weer naar Antwerpen. Op hetzelfde oogenblik, dat dit alles plaats had, verscheen in .Nation Beige" een artikel, waarin ondermeer gezegd wordt: Honderd jaar geleden bomJbardeerde een Hollandsch eskader, dat voor Antwerpen lag, de stad en richtte er voor millioenen guldens schade aan; vandaag lost het op dezelfde plaats saluutschoten en mengt den klank van zijn trompetten met de stem van den beiaard, die vanuit de kathedraal, met de feesten mee- doet. ,,'t Kan verkeeren", zei Bredero. De Hollanders erkennen vandaag als na- tuurlijk en noodig den stand van zaken, door gebeurtenissen in 1830 in het leven geroepen, maar waarom blijven zij dan zoo obstinaat vasthouden aan het tractaat van 1839, dat in feite het bestaan erkent van een onafhanke- lijken staat Belgie. Zal de Nederlandsche week kentering brengen in dezen toestand. In 1830 bombardeerde het Hollandsche eskader 38) Vervolg. Toen ik de gang bij de studeerkamer inkwam, zag ik den Chinees al met mijn hoed en mijn wandelstok naar me toe komen. Ik nam ze zonder een woord van hem aan, ging langs hem heen naar de deur en stapte naar buiten. Mijn hart klopte met vlugge, heftige slagen. Ik wist niet, wat ik ervan moest denken, niet, wat ik moest doen? Zulk een behandeling was een nieuwe ondervinding voor me. Ik voelde me beleedigd en ver- nederd, maar tegelijk was ik diep veront- waardigd. Ik had bijna de helft van den afstand tusschen Guest House en Cray's Folly afgelegd, toen vlugge schuifelende voet- stappen achter me, me in mijn stuurloos rondwoelen in mijn gevoelens stoorde. Ik bleef staan, keerde me om en zag Ah Tsong vlak achter me. ,,Bwief van kleine vwoutje", vertelde hij me; meteen stak hij me een briefje toe. Ik aarzelde en keek hem aan op een manier, die buitengewoon onaangenaam voor den man geweest moet zijn. Dan be- heerschte ik me, nam het briefje aan. ritste de envelop open en las het volgende, in de haast met potlood neergekrabbelde briefje; Mr. Knox. Reken het hern niet aan, asjeblieft. Als u wist, wat we door Senor Don Juan Menendez geleden hebben, ons met gloeiende kogels; in 1930 bombar- deert het ons met bloemen. Wij hebben liever dit laatste, doch wij wachten benieuwd af, wat onder dat bombardement met bloemen schuilt. Bezoek van den Belgischen kroonprins aan het Nederlandsche eskader. Het Belgische Telegraafagentschap meldde Zaterdag uit Antwerpen, dat kroonprins Leo pold daar Zaterdagmiddag incognito is aan- gekomen voor een bezoek aan het Nederland sche eskader. De prins werd aan boord van de Jacob van Heemskerck door vice-admiraal Qant temidden van zijn officieren ontvangen. De bemanning presenteerde het geweer, ter wijl de scheepskapel het Belgisch volkslied, speelde. De prins bracht ook een bezoek aan de twee duikbooten. Het eskader had de Belgische en Nederlandsche vlaggen ge- heschen. Na het beizoek keerde de prins naar Brussel terug. Uitvoering van het Zuid-Bevelandsche a Capella-koor. Men meldt uit Antwerpen aan de N. R. Crt. Het programma van de Nederlandsche Week op de wereldtentoonstelling te Ant werpen is Zaterdag voortgezet met 'n muziek- uitvoering van een geheel ander karakter dan het concert, dat de Koninklijke Militaire Kapel er Donderdag heeft gegeven. Dezen keer heeft het Zuid-Bevelandsche a Capella- koor uit Goes zich onder leiding van den heer S. J. Tamminga in de groote ontvangzaal van het Nederlandsche paviljoen laten hooren. Een goed idee, deze uitvoering, want Zuid- Beveland kan zingen, en het heeft daarbij nog een ander eharme, waarvan zij, die de Zuid- Bevelandsche meisjes in heur eigen, geleidelijk verdwijnende, uitstervende kleederdracht heeft gezien, kunnen meepraten. Het concert van Zaterdagmiddag was voor genoodigden, maar toen deze binnen waren, werd de toegang tot de zaal niet al te streng meer bewaakt, en menig voorbijganger maak- te hiervan gebruik, om, zij het staahde een deel van de uitvoering bij te wonen. Men zou om 3 uur beginnen, doch met het wachten werd het bijna half-vier. Toen trad het koor op het geimproviseerde podium, en dadelijk ging er een gemurmel van verrassing door de zaal. Zij zagen er dan ook allerliefst uit, de meisjes met haar grijze, groene, paarse en bonte omslagdoeken, de stevig ronde armen uit het keurslijf, de roode bloedkoralen ket- tingen om den hals, en boven de glanzend geborstelde donkere kuif de witte muts met gouden oorijizer, die zoo flatteus staat. Be- scheiden, zooals bij zulk een gazelschap aan het sterke geslacht past, namen de jongens in hun eenvoudige zwarte pak in het tweede gelid plaats. Voordat begonnen werd, sprak de heer J. Houtekamer, uit Kloetinge, die vroeger zelf een uitnemend zangkoortje van Zuid-Beve landsche kinderen heeft geleid, een kort woord ter inleiding. Als er feest is, zoo zeide hij, zingen de buren mee, en zeker zulke naaste buren als wij. Men lacht, zingt en danst dan mee. Welnu, dat zul- len wij ook doen! En zij deden het. Zij begonnen met drie strofen van het Oude Wilhelmus, die door alle aanwezigen staande werden aangehoord. Toen begon het eigenlijke programma. Dit was een reeks van Nederlandsche liederen, beginnende met de emstige oude Nederlandsche feest en dankliederen, uit de Gedenck-clank van Valerius: de Bede voor het Vaderland, Wilt heden nu treden en Gelukkig Vaderland; en daarna geleidelijk naar een lichteren, vroo- lijken toon overgaand, tot liedjes als De kinderen van de Zoete wey, muziek van P. J. zoudt u hem begrijpen en vergeven. Toe, om mijnen twill YSOLA" CAMBER. Ik keek op en zag de oogen van den Chinees, die me, terwijl ik las, strak had staan aankijken. „Zeg je mevrouw", zei ik, ,,dat ik haar persoonlijk zal antwoorden. Maar zeg ook, dat ik het begrijp „Hoi, hoi". Ah Tsong keerde zich om en liep op een sukkeldrafje terug. Ik vervolgde mijn weg in een stemming, die ik niet zal trachten te beschrijven. HOOFDSTUK XV. Onrust. Ik zat in de kamer van Harley. De lunch was afgeloopen en hoewel de maal- tijd zelf, en wat de gangen en wat de wijze, waarop ze opgediend werden, be- trof, evenals den vorigen dag een succes was geweest, had de spanning, die ik voelde en die ik niet vermocht te negee- ren, me buitengewoon nerveus en slecht- gehumeurd gemaakt. De schaduw, waarover ik reeds eerder gesproken heb, had zich zoo verdicht, dat er, voor mijn gevoel, werkelijk van een verduistering van het licht sprake was. Tevergeefs schreef ik, dat verschijnsel aan een te actieve verbeeldingskracht toe; het liet zich niet wegredeneeren, het bleef. De vroolijkheid van Madame de Stamer was nog meer geforceerd dan den vorigen avond. Ze zat aan een stuk door haar ringen om en om te draaien en haar oogen gingen voortdurend nerveus van den een naar den ander. Die onrust deelde zich Wierts, waarin het geklepper van de kinder- klompjes zoo aardig treffend is nagebootst. Het kwetterende liedje van de Musschen, eveneens van Wierts, het Goesehe stedenlied, de Zeeuwsche Leeuw, enz., met als slotnum- mer de Vlaamsehe Kermis, van Ren6 de Clercq, muziek van Wtarts. Daartusschen- door deden zij ter afwisseling dansen; eerst een rei van Zeeuwsche dansen, samengesteld door Mazure en Morks, een naieve klompen- dans, later een ouderwetsch Patertje langs den kant, die beide een groot succes bij het publiek oogstten door de alleraardigste ma nier, waarop alles werd uitgevoerd. Bovendien hoorden wij nog het Angelus, van Catherina van Rennes, uitstekend gezon- gen en door een eenvoudige actie geillustreerd. Het was aan den bijval na elk nummer te merken, dat de jongens en meisjes met hun ongekunstelde, zuiver zingen het hart van het publiek gewonen hadden. De uitvoering mag in alle opzichten geslaagd heeten, een succes voor het koor en zijn bekwamen direeteur en een gewaardeerde opluistering van de Nederlandsche Week. INTERN. STIKSTOF-NIJVERHEID. De .Information" vemeemt van een der voomaamste gedelegeerden der te Parijs plaats vindende stikstofconferentie, dat over- eenstemming is bereikt, De moeilijkheid was, dat Frankrijk, waar genoeg ammoniak- sulfaat voor zijn eigen behoefte geproduceerd wordt maar slechts 15 pCt. van de benoodigde nitraat-stikstof,' geen productiebeperking van nitraat-stikstof wenschte, zooals die voor een jaar proef werd voorgesteld, door Nederland, Belgie, Duitschland, Engeland en Polen. Frankrijk schijnt thans voldoening gekregen te hebben. Als algemeen Buropeesche over- eenkomst zal Chili, wier vertegenwoordigers daar vertoeven aan de besprekingep kunnen deelnemen. GEEN ELECTRICITEIT, GAS OF WATER- LEIDING UIT HET BUITENLAND. De Minister van Binnenlandsche Zaken en Landibouw heeft tot Ged. Staten van Zeeland een schrijven gerioht, waarin hij mededeelt, dat in den Raad van Ministers de kwestie van het betrekken van electriciteit, gas en water uit bet buitenland een punt van be- spreking heeft uitgemaakt, en dat de Raad zich op het standpunt stelde, dat behoudens uitzondering, indien de omstandigheden het bepaald wenschelijk maken, het aanbeveling verdient. voorstellen tot het betrekken van electriciteit, gas of water uit hef buitenland, af te wijzen. De Minister verzoekt Ged. Staten dit ter kennis te brengen van de besturen der gemeenten die, wegens hunne geografische ligging, daarvoor in aanmerking komen. Verder hebben de Minister van Waterstaat en van Arbeid, Handel en Nijverheid den wensch te kennen gegeven, dat Ged. Staten zullen doen of medewerking verleenen direct of indirect met betrekking tot de levering van deze voorzieningen aan of in de provincie dan nadat Ged. Staten zidh voor elk geval afaonderlijk zullen hebben vergewist, dat bij de regeering geen bedenking tegen die leve ring bestaat. op plannen, welke ook ons bekend waren en waarbij het niet uitgesloten is, dat voor de A.V.R.O. een betere tijd dan thans zal aan- breken. Bijizonderheden hierover kunnen we niet publiceeren, aangezien een en ander nog niet definitief geregeld is. EEN BETERE TIJD VOOR DE A.V.R.O.? In een Woensdag op Schinkelhaven te Amsterdam gehouden protestmeeting van de A.V.R.O., heeft de heer W. Vogt ook eenige woorden gesproken, waarbij hij o.m. opmerkte, dat hij reden had om te zeggen, dat hij aan den horizont een blauw stipje ontdekte. Het „Handelsblad" voegt hieraan toe: Wij meenen te weten, dat de spreker hier doelde ALLEEN FABRIEKS ARBEIDERS IN MOSKOU MOGEN SCHOENEN KOOPEN. Schoenen en laarzen, welke tot dusverre in Moskou in den vrijen handel te koop waren, worden thanis ook gedistribueerd. De raad van volkscommissarissen heeft bepaald, dat alleen fabrieksarbeiders en hun kinderen ge- rechtigd zijn schoenen te koopen op vertoon van hun levensmiddelenkaart. Deze bepaling sluit in, dat slechts 300.000 van de 2.200.000 inwoners van Moskou in het bezit van schoe nen kunnen komen. De prijs van schoenen bedraagt momenteel een derde van een maand salariis. Sovjet-deskundigen in Leningrad willen thans beweren, dat uit de huid van kabeljauw een prachtig leersurrogaat ver- kregen kan worden. BELGISCHE SPOORWEGEN. Naar de correspondent der N. R. Crt. te Brussel meldt is, in de jongste bijeenkomst van den raad van beheer der Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen medegedeeld, dat de cijfers van het goederen- vervoer, ten gevolge van de aanhoudende cri sis, geen verbetering aanwijzen. Zij zijn nog steeds 25 k 30 beneden de resultaten der zelfde maanden van 1929 en zullen, in de eerstvolgende weken, wel even ongunstig blijven. Met het personenvervoer gaat het, dafak zij de tentoonstellingen en de eeuwfeest- viering te Brussel en in de groote steden, nor- maal. De Spoorwegmaatschappij is er in geslaagd hare exploitatiekosten te verminderen. Zij hoopt, dank zij de binnenkort te verwachten daling van de steenkolenprijzen, hare baten toch op het peil der vorige, goede jaren, te kunnen houden. HET COMMUNISME BUITEN RUSLAND. Vrijdag, 1 Augustus, op den verjaardag van het uitbreken van den grooten oorlog, die naar communistische begrippen de kiem ge legd heeft voor de wereldrevolutie, hebben schrijft de N. R. Crt. de communisten in de verschillende Europeesche landen hun ge- bruikelijke betoogingen gehouden. Vroeger hebben deze 1 Augustusvieringen hier en daar nog wel eens aanleiding tot ernstige ongere- geldheden gegeven. Dit jaar zijn deze, al- thans in de groote Europeesche centra, uit- bleven. Ondanks het geschreeuw van de communistische blaadjes en de onvermijdelijke voorzorgsmaatregelen die de politie in de Europeesche hoofdsteden ook dit jaar weer getroffen had, ligt er over de viering van dezen communistischen dag in Europa dit jaar iets mats. Ondanks de geweldige oeco- nomische crisis, die ons werelddeel teistert, is de revolutionaire geest zwak, dat wil zeg- g(^i dat zij uit zich althans niet in betoo gingen ten gunste van Moskou. Ondanks de vefle leidraden uit het roode hoofdkwartier en het telkens probeeren van nieuwe krachten in de leiding der Europeesche partijen ver- liest het communisme aan aantrekkingskracht Zou dat ondanks misschien een omdat zijn? Zou het wegvallen van oude, bekende aanvoer- ders, het voordurend verlies van koers mis- veroorzaakt licht hevige hoofdpijn. Neemt dan, als altijd, ,Aspirin-Tabletten. Let op oranje band en Bayerkruis. Prijs 75 cts. (Ingez. M©d.i op den duur aan ons alien mee. Haar conversatie was dezen keer eveneens een mislukking; ze debiteerde haar bon-mots en haar plagerijen zonder eenige overtui- ging, alsof ze die, voor een geleaenheid, als deze, van buiten geleerd had. De Kolonel was opvallend stil: hij at weinin, maar hij dronk veel, ongewoon veel. Die geheele maaltijd, dit bij elkaar zitten van vijf menschen. die alle vijf van iets anders vervuld waren, had iets onwezenlijks, iets beklemmends, en toeri Madame de Stamer opstond en met Val Beverley wegging, voelde ik, dat Kolonel Menendez ons iets belangrijks zou gaan vertellen. Want als er iemand was, die een naderend onheil op zich voelde drukken, dan was het de man, die, aan het hoofd van de tafel, met een strak gezicht voor zich uit zat te kijken. ,,Heeren", begon hij, toen we alleen waren, „uw onderzoekingen mogen dan niet tot het gewenschte of beter tot een tastbaar resultaat geleid hebben, een ding, iets geheel anders het u toch zeker wel ontdekt". Harley keek hem, met een strak gezicht, recht aan. ,,Ja, Kolonel", zei hij, „we hebben ontdekt, dat er iets gebeuren gaat". ,,Ah!" fluisterde de Kolonel; zijn sterke, ebruinde handen omklemden in een rampachtigen greep den rand van de tafel. „Maar behalve dat'^ ging mijn vriend voort, „hebben we nog iets ontdekt. U heeft me te hulp geroepen en ik ben gekomen. En nu maakt u me het werken opzettelijk onmogelijk". ,,Wat bedoelt u, Mr. Harley?" vroeg onze gastheer, bijna fluisterend. „Dat zal ik u zeggen, openhartig, in duidelijke woorden. U weet, volgens mij, meer van het gevaar, dat u dreigt, af, dan schien juist de reden van de huidige zwakte in het communisme zijn? Ongetwijfeld zal het er toe meewerken ideallstische geesten van de beweging te vervreemden, maar de hoofdzaak zal toch wel zijn dat het deel der West-Europeesche volken, dat in den beginne wel voor het communisme toegankelijk was, dit meer en meer is gaan leeren beschouwen als een artikel, dat voor Rusland misschien beteekenis moge hebben, doch zeker niet voor transport en onveranderde overplanting in het Westen geschikt is. Ook het uitbijven van gelden tot steun van de propaganda in Europa kan tot de matheid van Vrijdag mee- gewerkt hebben. Ook Moskou zelf geeft door zijn houding blqk, dat het voor het oogen blik van Europa voor de wereldrevolutie niets verwacht. De buitenlandische politiek der sowjets schommelt heen en weer als de slin- ger van een uurwerk. Nu eens slingert zrj naar het Westen, dan weer naar het Oos- ten. Terwijl het Westen voor het oogen blik braak gelaten wordt, geniet het Oosten de voile communistische aandacht. Op China schijnt het thans al zijn krachten geconeen- treerd te hebben. Toen het nationalisme in China pas het hoofd opstak, heeft het com munisme het krachtig gesteund en getracht er een blijvenden invloed op te krijgen. De nationalisten moesten evenwel, eenmaal aan de macht gekomen, van het internationale communisme niets hebben en maakten aan den bolsjewiekschen invloed een hardnekkig einde. Dit is ook een verheugend feit voor andere volken, die er uit kunnen leeren, dat, in tijden van crisis het communisme als be- dreiging vaak meer schijn is dan wezen, daar het bij de consolidatie van den toestand weer moet wijken. Het heeft sindsdien vrij lang geduurd eer het communisme opnieuw op Chineeschen bodem grond onder de voeten kreeg. Een poging om het met Feng-Joe- siang te probeeren leed al evenzeer schip- breuk als de poging met Tsjang Kai-sjek. Thans nu het Noorden en Zuiden van het Hemelsche Rijk voor de zooveelste maal tegenover elkaar staan, probeert Moskou het met een nieuwe taktiek. Nu steunt het niet meer deze partij of gene, maar valt het onder de eigen vaan van het communisme een der beide strijdende partijen in de flank. Er loopen in China altijd genoeg „werk- looze" soldaten- en rooversbenden los om een leger tet vormen voor al wie hen maar aan geld of buit wil helpen. Krachtens de be- richten, tot dusver over de communistischen opmarsch ontvangen, schijnt het leger van Tsjoe Mao meer gedreven te worden door het verlangen naar buic, dan door een waar- achtige geestdrift voor de leer van Lenin. Men kan zich ook moeilrjk indenken, dat het nijvere landbouwersvolk der Chineezen voor het communisme in geestdrift ontstoken zou k u mij verteld heeft. Laat me uitspreken, Kolonel MenendezU heeft ons op koninklijke manier ontvangen; uw gast- vrijheid laat niets te wenschen over. Als gast zou ik me hier dan ook volmaakt ge lukkig kunnen voelen, maar als detective, als de man, wiens beroep het is, om moei- lijke quaesties te onderzoeken, en in die qualiteit ben ik toch op het oogenblik hier, niet waar, ben ik niet gelukkig en appre- cieer ik de ontvangst, die me hier te beurt is aevallen, niet". Ze keken elkaar strak aan. Beiden waren het driftige, krachtige, zelfbe- wuste mannen. Een paar oogeriblikken bleef het stil; dan: ,,Gaat u voort, Mr. Harley", zei de Kolonel. „U heeft nog niet uitgesproken, wel?" ,,Nee, ik heb nog iets te zeggen was het antwoord, ,,en dat is dit: er is mij zeer veel aan uw vriendsdhap gelegen, maar tot mijn spijt moet ik u mededeelen, dat ik hier niet kan blijven." Kolonel Menendez beet z'n tanden zoo fel op elkaar, dat ik de spieren van zijn onderkaak zag opzwellen. Hij vocht, om meester van ziChzelf te blijven en dat lukte hem, want na misschien een halve minuut: ,,U laat me dus in den steek stelde hi) rustig vast. „Ik laat iemand, die mijn hulp werkelijk noodig heeft, nooit in den steek". „Maar ik heb uw hulp noodig. Hard ,,I^eem die hulp dan aan", riep Harley uit. ,.'t Een of het ander; of u geeft uzelf aan me over, of ik ga, vandaag nog, weg U eischt van me om iemand. die u vijan- dig gezind is, die uw leven zelfs bedreigt, te vinden en u onthoudt me de aanwijzin- gen, die me bij dat onderzoek zouden kunnen helpen". „Welke aanwijzingen heb ik onthou- den, Mr. Harley?" Mijn vriend stond op. „We kunnen de zitting wel opheffen, Kolonel Menendez", zei hij koeltjes. ..Het verder bespreken van dit onderwerp heeft geen zin". Onze gastheer stond eveneens op. „Mr. Harley", gaf hij ten antwoord met een stem, die volkomen onbeheerscht klonk, ,,als ik u op mijn eerewoord ver- zeker, dat ik u niets meer kan of durf ver tellen, en ik vraag u dan, om in elk geval nog een nacht te blijven, kunt u me dat. dan weigeren?" Harley stond hem, van de plaats, waar hij gezeten had, oplettend aan te kijken. ,,U stelt me een partij van een nieuw spel voor, Kolonel", antwoordde hij, waarbij ik als handicap krijg, dat ik niet weet, wie mijn tegenstander is. Maar goed. Ik zal blijven, u laat me trouwens geen keuze." „Dank u, Mr. Harley. En nu staat u me zeker wel toe, dat ik me terugtrek, want ik voel me lang niet goed". Harley en ik maakten een lichte buigincj en Kolonel Menendez ging, nadat hij ons hoffelijk gegroet had, de kamer uit. Zoo eindigde deze gedenkwaardige maaltijd en na een uur van spanning waren we dus eindelijk weer alleen, alleen met een probleem, dat, van welken kant men het ook bekeek, geen enkele zwakke plek toonde, waardoor men tot de kern had kunnen doordringen. Paul Harley liep de kamer op en neer in zulk een staat van hyper-nervositeit. dat ik geruimen tijd aarzelfde, voor ik met mijn verhaal over mijn bezoek op het Guest-House begon. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 1