GEMEENTERAAD VAN
ZAAMSLAG.
Vergadering van Vrijdag 18 Juli 1930,
des namiddags 1,30 uur.
Voorzitter de heer Joh. de Feijter, Burge-
meester.
Verder tegenwoordig de leden: A. de Feij
ter, S. van Hoeve, A. de Koeijer, D. Dees, C.
H. H. Wisse, M. Dekker, A. Haak, A. Dees,
H. Bakker, J. de Regt en A. Jansen, benevens I
de Secretaris J. Stolk.
1. Opening.
De VOORZITTER opent de vergadering
door het uitspreken van net gebodsfonnulier.
2. Notulen.
De notulen der vergadering van 2 Juni 1.1.
worden met algemeene stemmen vastgesteld,
zooals die aan de leden in druk zijn toege-
zonden.
3. Mededeelingen.
a. dat op 16 Juni 1.1 zijn opgenomen boeken
en kas van den gemeente-onbvanger en dat op
gemeld tijdstip de ontvangsten bedroegen
197.864,02% en de uitgaven f 173.313,14,
zoodat het saldo bedroeg 24.550,88%, welk
bedrag aanwezig was.
b. dat bet aan Burgemeester en Wethou-
ders bij onderzoek gelbleken is, zulks naar
aanleiding van de opmerking gemaakt bij de
rondvraag in de vergadering van 2 Juni 1.1.,
dat een ieder aangeslotene op bet telefoonnet
ook des nacbts gesprekken kan voeren miits
hij zich verstaat met den betrokken kantoor-
houder.
Wenscbt de dokter albier dus eene verbin-
ding des nacbts te hebben dan beeft bij zicb
als ieder ander te verstaan meit den kantoor-
houder.
Aangenomen voor kennisgeving.
4. Ingekomen stukken en zoo noodig daar
over besluiten.
a. een scbrijven van bet gemeentebestuur
van Axel, boudende bericbt, dat de vleesch-
keuringsdienst een bajtig saldo over bet jaar
1929 beeft van f 909,46 en dat bet deel dat de
gemeente Zaamslag toekomt bedraagt f 303,50.
b. Het besluit van den Raad van 2 Juni 1.1.
tot aankoop van grond van J. Scbeele, voor-
zien van bewijs van goedkeuring.
c. De begrooting van het Burgerlijk Arm-
bestuur voor den dienst 1931.
Deze wordt gesteld in handen der daarvoor
ingestelde commissie voor bet uitbrengen van
advies.
d. Een verzoek van de feestcommissie te
Zaamslag, am eene subsidie uit de gemeente-
kas te mogen ontvangen van 300,voor
tractatie van de schoolkinderen bij gelegen-
heid van het in deze gemeente te houden feest
in verband met den 50sten geboortedag van
H. M. de Koningin.
Een lid van ons college decide mede, zijn
stem omtrent het door Burgemeester en Wet
houders te geven advies te willen voorlbe-
houden.
De meerderheid ibesloot uwe vergadering te
adviseeren de gevraagde sufosidie voor feest-
viering van schoolkinderen toe te staan onder
voorwaarde, dat binnen een maand na de ge-
houden feestviering rekening en verantwoor-
ding moet worden gedaan en onder uitdruk-
kelijlk beding, dat de gevraagde subsidie uit-
sluitend moet dienen voor het gevraagde doel.
Naar aanleiding dezer aanvrage deelen Bur
gemeester en Wetbouders mede, dat zij er niet
voor zijn verdere uitgaven uit de gemeente-
kas te doen voor bij voormelde gelegenheid
in deze gemeente te houden feest.
Het der gemeente in eigendom toebehoo-
rend materiaal, zal natuurlijk ter beschikking
worden gegeven, zooals eerepoorten enz.,
maar kosten van plaatsing, reparabiekosten
of anderszins zullen niet door de gemeente
worden gedragen.
Wij stellen u voor dienovereenkomstig te
besluiten.
De VOORZITTER deelt mede, dat dit voar-
stel van Burgemeester en Wetbouders ge-
scbiedt naar aanleiding der ervaring bij de
laatste feestviering opgedaan. Er was een
subsidie verleend en benevens de verlichting
en versiering van het gemeentebuis kwam er
nog een rekening van f 295 voor het repa-
reeren, plaatsen en opruimen der eerepoorten.
In verband mat de tbans door de feestcom
missie gedane aanvraag, hebben Burgemees
ter en Wetbouders gemeend aan den raad te
moeten voorstellen zich uit te spreken, dat
zij niet verder wenscbt te gaan dan het toe-
kennen der subsidie ad 390, om te voor-
komen dat er later nog andere relieningen
komen. De feestcommissie kan dan daarmede
rekening houden.
De heer HAAK vraagt, of die f 295 dan be-
taald zijn voor nagekomen rekeningen, plus
de subsidie.
De VOORZITTER antswoordt bevestigend;
het was gewoonte, dat die kosten voor reke
ning dar gemeente kwamen.
De heer HAAK zou er dan nu ook streng
de hand aan willen houden, dat de subsidie
wordt besteed aan het doel waarvoor ze ge-
vraagd wordt. Indien de collecte der com
missie meevalt, zal er dan van die bedragen
nog wel wat bijkomen.
De VOORZITTER merkt op, dat van de
gelden die opgebaald worden ook andere on-
kosten zullen moeten worden bestreden, want
de feestcommissie zal nog wel andere uit
gaven hebben.
De heer HAAK opmerkende, dat er blijkens
de stukken in Burgemeester en Wethouders
ook een minderheid was, zou gaame de mo-
tieven der minderheid tegen het voorstel ver-
nemen.
De beer DE FEIJTER antwoordt, dat de
mededeeling omtrent de minderheid, die door
hem werd gevormd, niet juist is. Hij heeft
zich niet tegen verklaard, doch zijin stem
voorbehouden. Er waren enkele punten
waarmede hij zich niet direct kon vereenigen.
In den vorm zooals het voorstel thans gedaan
wordt, kan hij er bij nader inzien zijn stem
aan geven.
De heer DE REGT: Mdt de genoemde on-
kosten zou de foijdrage van de gemeente dus
600 worden
De VOORZITTER: Dat is bij vorige feest-
vieringen betaald.
De heer DE REGT, opmerkende, dat de
f 300 op ongeveer 50 cent per schoolkind
komen, noemt dat bedrag wel niet zo6 hoog,
maar meent, dat men er toch nog al wat voor
doen kan, en... opruimen kan men ten slotte
veel.
De VOORZITTER meent, dat men de kin-
deren ook wel een aandenken zal willen geven,
en voorts op eenige versnaperingen onthalen.
De heer JANSEN is van oordeel, dat de
feestcommissie dan zelf nog wel wat zal
moeten bijdragen.
De heer WISSE merkt op, dat zij die een
bedrag van 50 cent voor een aandenken en
onthaal voldoende achten, blijk geven dit nog
nimmer te hebben meegemaakt. Hij deed dat
meer dan eens, en dan leert hem zijn ervaring,
dat men voor het uitreiken van een gedach-
tenis en het toedienen van versnaperingen
met 50 cent per kind niet ver komt. Die post
is zeker niet te hoog.
En wat nu het onthouden van verdere
medewerking door de gemeente betreft, hij
begrijpt niet, waarom men daarvan ditmaal,
nu H. M de Koningin 50 jaar wordt, van moet
afwijken. Die poorten zijn nog altijd op
kosten van de gemeente geplaatst. Wordt die
steun onthouden, dan zal het oprichten wel
bezwaren ondervinden, want hij gelooft niet,
dat er ditmaal op de lijsten van partieulieren
ook zooveel zal binnen komen, zoodat de feest
commissie niet over veel middelen zal be-
schikken, en de kosten voor plaatsen, reparee-
ren en opruimen daarvan wel niet zullen
kunnen worden betaald. Hij vindt het treu-
rig, dat van Zaamslag zal moeten worden
gezegd, dat de gemeente in het bezit is van
eerepoorten, die echter niet zullen kunnen
worden geplaatst.
De VOORZITTER: De gemeente geeft de
poorten in bruikleen.
De heer WISSE: Zeker, maar men moet
dg poorten gaan halen waar die zijn gabor-
gen, dat is vermoedelijk de school in den
Huissenspolder. De helft zal er te nauwer-
nood nog van heel zijn, zoodat men moet gaan
repareeren. Dat wordt aan onkosten een te
hoog bedrag, om ook nog de uitgaven der
feestcommissie te drukken.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat dit
in de vergadering van Burgemeester en Wet
bouders ook besproken is, dat we in een ge-
drukten toestand leven en de giften van de
zijde dar landbouwende bevolking ditmaal
wel niet ruim zullen vloeien, maar daarhiji is
ook opgemerkt, dat het geen tijd is, om
buitensporige uitgaven te doen, en de feest
commissie met deze subsidie tevreden moet
zijn. Burgemeester en Wethouders hebben
daarom willen afsnijden, dat men later nog
met andere rekeningen komt. Spreker zou
ook graag zien, dat feest kon worden ge-
vierd evenals vroeger, maar als dit niet kan,
moet men het wat minder doen. Men kan
toch evengoed van harte feestvieren voor den
jaardag van H. M. de Koningin op een be-
scheiden schaal, dan dat dit gepaard gaat met
groote uitgaven. Daarom hebben Burgemees
ter en Wethouders voorloopig de vroegere
uitgaaf voor de eerepoorten geschrapt.
De heer WISSE vindt, dat het geen goeden
indruk zal maken; hij gelooft niet, dat het nu
alhier met de" malaise ineens z66 erg gesteld
is, dat men die uitgaaf niet zou kunnen doen.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat Bur
gemeester en Wethouders in den gedrukten
toestand van den landbouw aanleiding vonden,
hun voorstel te doen. Wenschen de gemeente-
naren op onbekrompen wijze feest te vieren,
dan kunnen zij door him bijdragen daarin
voorgaan. Wil de gemeenteraad het ook
anders, dan moet hij dat weten.
De heer WISSE kan moeilijk gelooven, dat
na de vele goede jaren die de landbouw be-
leefde, door het ongunstige jaar dat we thans
beleven, de terugslag >zo6 groot is, dat die in
dat bedrag tot uiting moet komen.
De VOORZITTER noemt het onjuist om
van vele goede jaren te spreken; alleen het
jaar 1928 was een goed jaar. Er waren op
de vier jaren 3 ongunstige. Het is nu voor
vele menschen een slechte tijd en Burgemees
ter en Wethouders hopen, dat in vertoand
daarmede het feest op bescheiden wijze zal
gehouden worden.
De heer D. DEES kan aan het voorstel zoo
als het bier ligt zijin stem geven; hij brengt
aan Burgemeester en Wethouders hulde voor
dat voorstel, maar werd nu toch weer teleur-
gesteld, omdat de Voorzitter van voorloopig"
sprak. Dit wijst er op, dat er nog verandering
komen kan. Hij is er echter voor, dat er van
wege de gemeente geen cent meer gegeven
wordt. Men beleeft thans een ontzettende
crisis en hij is er tegen, om nog verdere
kosten te maken.
De VOORZITTER: Het voorstel behelst
ons idee, maar we weten niet, wat de raad
wenscbt te doen, en of de meerderheid b.v.
het gevoelen van den heer Wisse niet is toe-
gedaan. Daarom sprak ik van: voorloopig.
De heer HAAK heeft daarom ook gevraagd,
pertinent aan dat bedrag de hand te houden.
Hij zou in geen geval verder willen gaan, en
in dat geval moeten tegen stemmen. We be
leven thans een geweldige crisis en moeten
dan niet ruim met het geld omspringen. De
liefde voor de Vorstin behoeft zich niet door
ruime uitgaven te uiten, er zijn zelfs be-
wijzen, dat Zij gaame ziet, dat de feestviering
sober gehouden wordt.
De heer JANSEN: Maar waarom heeft de
gemeente dan vroeger dien steun verleend
De heer HAAK: Toen waren het betere
tijden; en zij die nog niet wisten, dat de crisis
thans zoo bijzonder ernstig is, zullen dit nu
spoedig ook wel ondervinden.
De heer VAN HOEVE is van meening dat,
indien de burgerij in de puntjes wil feesten
en daarvoor diep in den zak tasten, ziji dat zelf
moet weten, doch dat de gemeente als zoo-
danig zich daarin niet moet mengen. Het
gemeentebestuur moet alleen aanvullend op-
treden. Spreker's stem zal er van af hangen,
of het bedrag der gemeentesubsidie wordt be
steed voor kinder-tractatie. Daaraan wenscht
hij mee te werken. Wat het plaatsen van die
eerepoorten rond de kom der gemeente be
treft, dat gesohiedde vroeger voor rekening
der gemeente, maar de kosten vielen steeds
tegen; dat kostte veel geld. Burgemeester en
Wethouders hebben daarom gemeend, daar
aan ditmaal niet te kunnen meewerken. Er is
verschil in de omstandigheden. Voor zoover
bekend is komt H. M. de Koningin wel naar
Oostelijk Zeeuwsch-VlaandereH, doch zal dit
maal Zaamslag niet bezocht worden. Was dit
wel het geval, dan zou Hare Majestait uit
den aard der zaak worden ontvangen zooals
het behoort, en zou de gemeente die kosten
betalen. Nu is dit het geval niet. De laat
ste keer dat de gemeente door de Vorstin be
zocht werd, heeft spreker als wethouder be-
merkt, dat het plaatsen enz. der eere-poorten
nogal wat heeft gekost. Van vroegere ge-
legenheden weet hij er ook wel iets van, doch
toen was hij er niet zoo direct bij betrokken.
Nogmaals: wil de burgerij feesten, dan moet
zij wat dieper in den buidel tasten.
De heer WISSE merkt op, dat dergelijke
feestviering toch van heel de gemeente, niet
alleen van de burgers moet uitgaan.
De heer VAN HOEVE had ook geheel de
gemeente op 't oog, hij bedoelt met burgers
alle ingezetenen, zonder onderscheid welke
broek, jas of pet ze dragen.
De heer WISSE had dit anders opgevat,
ook omdat men eerst gesproken had over de
zware lasten van den landbouw.
Hrj vraagt, of er al iets van bekend is, dat
de Koningin niet naar deze gemeente komt.
De VOORZITTER wijst er op, dat men in
de courant heeft kunnen lezen, dat er elders
al voorbereidingen worden getroffen. Daar
zal men dus reeds ingelicht zijn. Aangezien
hier niets bekend is, blijkt daaruit wel, dat
H.M. ditmaal niet hier zal komen.
De heer VAN HOEVE wijist op Sas van
Gent; daar heeft de raad al geld toegestaan.
Dahr zal men het dus al weten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt met algemeene stemmen aange
nomen.
5. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot goedkeuring der rekening
van het algemeen Burgerlijk Armbe-
stuur, dienst 1929.
Deze rekening aangeboden in Uwe vergade
ring van 21 Januari 1.1. onderzocht door de
commissie van onderzoek wordt Uwe verga
dering ter goedkeuring aangeboden in ont-
vang en uitgaaf op een bedrag van 3965,60.
De rekening wordt met algemeene stemmen
goedgekeurd.
6. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot goedkeuring van de reke
ning van de vrijwillige brandweer,
dienst 1929.
Deze rekening U eveneens aangeboden in
de vergadering van 21 Januari 1.1. onderzocht
door de commissie van onderzoek wordt Uwe
vergadering ter goedkeuring aangeboden in
ontvang en uitgaaf op een bedrag van
f 661,31.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt met algemeene stemmen aange
nomen, nadat te voren eveneens met alge
meene stemmen is goedgekeurd een verzoek
van het bestuur der vrijwillige brandweer,
om in de begrooting van dit college voor den
dienst 1929 op verschillende posten te mogen
af- en overschrijven, waarbij het eindcijfer
der begrooting ongewijzigd blijff.
7. Aanbieding gemeenterekening, dienst
1929.
Ingevolge het bepaalde bij de gemeentewet
wordt aangeboden de rekening, dienst 1929
sluitende de gewone dienst in ontvang en uit
gaaf op f 60.038,79% en f 47.263,33y2 met een
batig saldo van /12.775,46 en de kapitaal-
dienst in ontvang en uitgaaf op f 26.559,50%
en f 24.497,89% met een batig slot van
2061,61.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
deze rekening te stellen in handen der com
missie van onderzoek.
Eveneens wordt aangeboden de rekening
van het gemeentelijk electrisch bedrijf, dienst
1929, sluitende afdeeling I in ontvang en
uitgaaf op 20.895,45 en afdeeling II in ont
vang en uitgaaf op 4835,96.
Ook deze rekening wordt voorgesteld te
stellen in handen der commissie van onder
zoek.
De VOORZITTER meent, dat met voldoe-
ning een gunstigen afloop van deze rekening
kan worden geconstateerd.
De voorstellen worden met algemeene stem-
men aangenomen.
8. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot het aanbrengen van eene
centrale verwarming In het gemeente-
huis.
Het zal Uwe vergadering bekend zrjn, dat
meer en meer in groote gebouwen centrale
verwarming wordt aangebracht. Zoo zijn b.v.
in deze gemeente reeds in een tweetal kerken
en scholen dergelijke installaties en is sedert
eenigen tijd ook eene centrale verwarming
aangebracht in het Oud-liedenhuis alhier.
Het gemeentehuis, dat door van onderen
gebruikt te worden voor pakhuis en berg-
plaats een moeielijk te verwarmen gebouw is
is bij ondervinding gebleken een gebouw te
zijn, dat door gewone kachels slecht op
kamertemperatuur is te brengen.
Van de kachels wordt dan meestal eene
verwarming geeischt die boven hare capaci-
teit gaat, waardoor reeds verschillende
kachels zijn versleten en jaarlijks groote
reparatie's moeten worden gedaan.
Ook nu is het noodzakelijk indien gewone
kachelverwarming wordt behouden aan te
koopen een drietal nieuiwe kachels, nj. een
voor de secretarie; een voor de ontvangers-
kamer en een voor de kleine vergaderkamer.
Over 1924 tot en met 1928 werd gemiddeld
aan brandstoffen uitgegeven 275 en aan
kachelreparatie en aankoop 75 per jaar,
waarbij dan nog is te voegen de kosten van
plaatsing bij den aanvang van het stook-
seizoen en de kosten van verwijdering bij het
einde van het stookseizoen.
De vraag of het misschien gewenscht is ook
het gemeentehuis centraal te doen verwar
men, is het ons gebleken, dat in verschillende
gemeentehuizen reeds eene centrale verwar
ming bestaat en deze blijkens verstrekte in-
lichtingen goed voldoet.
Het is daarom dat wij_Uwen raad in over-
weging geven te besluiten het gemeentehuis
centraal te verwarmen en daarvoor aan Bur
gemeester en Wethouders een crediet te geven
van maximum 2000.
Tot dekking van die kosten stellen wij U
voor over een gelijk bedrag te beschikken van
het batig saldo van den dienst 1929.
Wij hebben de zekerheid, dat het gemeente
huis voor een dergelijk bedrag kan worden
geinstalleerd en dat uit dat bedrag ook kan
worden bestreden de in verband met de in-
stallatie te doene metsel-, timmer- en schil-
derverrichtingen.
Centraal verwarmd zal dan worden raad-
zaal, secretarie; ontvangerskamer; vergader-
lokaal; arrestantenlokaal en brandspuithuls
zulks om bevriezing van den radiator van de
brandspuit te voorkomen.
De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat
de vele branden, waarbij archieven te loor
gingen en ook het bevorderen van de properi-
teit aanleiding waren, dat centrale verwar
ming is ter sprake gebracht. Ook krijgt men
dan een gelegenheid voor het verwarmen van
het arrestantenlokaal, hetgeen anders be
zwaren oplevert, terwijl men in de gelegen
heid komt ook het lokaal waar de automobiel-
brandspuit geborgen is op temperatuur te
houden, die anders bij koude moeilijk in wer-
king is te brengen.
Burgemeester en Wethouders hebben toen
2 finma's uitgenoodigd een aanbieding te
doen. Die liepen nogal uiteen, het verschil
was f 500. Burgemeester en Wethouders
zouden zich met de firma die de laagste aan
bieding deed nader in verbinding willen stel
len. Zij hadden aanvankelijk gedacht, dat de
verwarmingskachel zou kunnen geplaatst
worden in het keukentje der woning van den
bode concierge, doch nader bleek, dat dit
niet juist gezien was. De kachel zou moeten
komen in de bergplaats onder het gemeente
huis. Dan krijgt men de voordeeligste aanleg.
De centrale verwarming beteekent een be-
perking van brandgevaar, is zindelijker en
verzekert voldoende verwarming, terwijl het
zeker niet onvoordeeliger zal zijn.
De heer HAAK vraagt, of de bedoeling is
warmwater-venwarming.
De VOORZITTER antwoordt bevestigend.
De deskundigen achtten dit de beste methode.
Burgemeester en Wethouders hebben elders
inlichtingen ingewonnen omtrent het werk,
dat elders door de firma met wie zij in relatie
zijn getreden is geleverd en dat zij daarover
de beste inlichtingen hebben gekregen.
De heer HAAK erkent, wat de netheid be
treft, centrale verwarming het winnen zal,
omdat men dan geen last heeft van kachel-
stof. Dit zou echter voor hem den doorslag
niet geven. Hij verwacht er echter ook voor-
deel van. Uit de toelichting blijlkt, dat de
verwarming jaarlijks f 275 kost, plus de
reparatie aan de kachels. Hij gelooft, dat
centrale verwarming wel goedkooper zal
zijn. Het is evenals zoo even, bij de bespre-
kingen over de feestviering. Het is thans
geen tijd, om met de gelden royaal te zijn,
maar als er voordeel in zit, moet men zich
daarvan niet laten terughouden. Het is dus
bij hem niet wegens netheid en properiteit,
maar omdat hij er voordeel in ziet, dat hij
zich v66r dit voorstel kan verklaren.
De VOORZITTER meent, dat de factor
van minder brandgevaar, toch ook in aan-
merking moet genomen worden. Indien niet
tot centraal verwarmen wordt overgegaan,
zullen nu noodig zijn 3 nieuwe kachels, terwijl
de ervaring heeft geleerd, dat de verschillende
lokalen met kachels maar moeilijk op tempe
ratuur zijn te houden, als het inderdaad koud
is. Dat er nu 3 kachels noodig zijn, heeft bij
Burgemeester en Wethouders den doorslag
gegeven om het voorstel te doen.
De heer DE REGT acht het wel bijzonder
toevallig, dat er nu 3 kachels tegelijk noodig
zijn.
De VOORZITTER noemt dat niet zoo toe
vallig; reeds het vorig jaar was er feitelijk
voor de secretarie een nieuwe kachel noodig,
maar de aanschaffing is toen uitgesteld,
omdat het denkbeeld van centrale verwar
ming reeds was gerezen. Toen is de kachel
nog wat opgeknapt.
Hij wijst er op, dat er voor deze aanschaf
fing niet behoeft te worden geleend.
De heer DE REGT stemt dat toe, maar
wijst er op, dat het geld toch weg is. Hij
noemt het een beduidende uitgaaf.
De heer DE FEIJTER wijst er op, dat er
geen goede kachels te krijgen zijn, om de
lokalen van het gemeentehuis, die op de eerste
verdieping zijn gelegen, goed te verwarmen,
tenzij er z66 hard gestookt wordt, dat de
kachels weer spoedig stuk zijn en veel onder-
houd vereischten.
De heer DE REGT merkt op, dat de winter
van het voorjaar van '29 een zeldzaamheid
was. Dat komt niet veel voor.
De heer DE FEIJTER voert hiertegen aan,
dat er in de lokalen hard gestookt moet wor
den omdat er veel tocht van onder komt.
De heer WISSE vraagt, of er ook een bere-
kening is van de te gebruiken brandstoffen.
De SECRETARIS antwoordt, dat die uit
gaaf op 50 wordt berekend.
De heer BAKKER vraagt, of de firma, die
de installatie maken zal, ook garantie geeft.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders een deel der aan-
nemingssom als garantie voor goede afwer-
king en functionneering zullen inhouden. De
kosten der installatie bedragen 1630, terwijl
Burgemeester en Wethouders dan voor het
aanleggen, het verbreken en herstellen van
metselwerk f 370 hebben geraamd.
De heer HAAK veronderstelt, dat men
goedkooper uit zal zijn. Er wordt nu voor
brandstof en reparatie jaarlijks f 350 uitge
geven. Hij veronderstelt, dat men bij centrale
verwarming met 150 zal toekomen en dus
jaarlijks f 200 zal besparen, zoodat men op
12 of 13 jaar de zaak terugverdiend heeft.
In antwoord op een gestelde vraag, deelt de
SECRETARIS mede, dat de betrokken firma
is de N.V. Rotterdamsche Verwarmings-
maatsQhappi}.
De heer HAAK merkt op, dat deze firma
reeds meer installaties heeft geleverd, die
goed hebben voldaan.
Wat betreft de opmerking van den wet
houder De Feijter, dat er geen kachels zouden
te krijgen zijn om de lokalen te verwarmen,
noemt hij dat niet juist. Die kachels zouden
er wel zijn, maar dan kosten ze ongemakkelijk
geld, en is men duurder uit. Hij kan zich
met het voorstel vereenigen.
De heer WISSE vraagt, of, indien de in
stallatie in de bergplaats gemaakt wordt, de
ruimte voor de brandspuit niet te beperkt
wordt.
De VOORZITTER antwoordt ontkennend;
enke materialen die er thans geborgen worden
kunnen dan naar de oude centrale. Er wordt
voor de stookplaats een ruimte afgescheiden,
maar dan houdt men nog voldoende over
voor de spuit.
De heer WISSE vraagt of het noodige
metselwerk zal worden uitgevoerd door men
schen van Zaamslag.
De VOORZITTER antwoordt bevestigend.
De heer D. DEES kan niet zeggen, dat dit
voorstel van Burgemeester en Wethouders
hem zoo bijzonder interesseert. Voor de
feestcommissie kon hij hen een pluimpje
geven, maar hij vindt dat ze in dit geval
nogal royaal zijn. Het is toch nogal toeval
lig, dat er nu juist 3 kachels versleten zijn.
En wat betreft de verwarming van het
arrestantenlokaal, waar is dat voor noodig?
Er komen er toch geen in!
De VOORZITTER merkt, voor wat dit
laatste betreft op, dat dit noodig is, op order
van hooger hand. Dat had al lang moeten
geschieden, doch met het oog op het aan-
hangige denikbeeld is die voorziening nog wat
Uitgesteld. En wat betreft de opmerking
over de toevalligheid van 3 versleten kachels,
indien de heeren er belang in stellen kunnen
ze de oude kachels bezichtigen. Spreker
durft zeggen, dat die versleten zrjn.
De heer D. DEES wijst met opzet op die
toevalligheid, als waarschuwing, aangezien
we in een crisistijd leven, mag er over de
uitgaven niet te licht worden heengegaan.
Het is een tijd van bezuinigen en het betreft
hier een voorgestelde uitgaafpost van 2000,
waarover dus wel eens ter deeg mag worden
gesproken en gedacht. Hij meent, dat het ge-
bruik van brandstof ook nog niet zal mee-
vallen.
De heer HAAK voert hiertegen aan, dat de
cijfers. zoo even door hen genoemd, niet uit
de lucht zijn gegrepen.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat
Burgemeester en Wethouders hun raming
over het verbrui'k van brandstof hebben ge
nomen over verschillende jaren. Het barre
jaar zit er ook in. Burgemeester en Wet
houders achten het inrichten eener centrale
verwarming op dit tijdstip een aanbevelens-
waardige zaak en brengen het denkbeeld
daarom ter tafel. Men moet bovendien op
tijd ook al eens iets doen, om met zijn tijd
mee te gaan. Er is van wege de ovenheid
gewezen op de wenschelijikheid, tot het nemen
van maatregelen ter voorkoming van brand
gevaar. Men gaat dan eens overwegen wat
daartegeh kan gedaan worden en een centrale
verwarming zal daartoe ze'ker strdkken.
Bovendien krijgt men daardoor een regel-
matige verwarming, die gemakkelijk te
regelen is. Het gebruik van brandstof is ook
ejob voordeelig mogelrjk. Men moet ook zor-
gen op peil te blijven. Er zijn in de gemeente
al verschillende gebouiwen, scholen en kerken,
op deze wijze ingericht. Op verschillende
plaatsen zijn de gemeentehuizen aldus ge
installeerd. Het is zeker niet overbodig indien
men daar ook hier toe overgaat, bovendien
met de wetenschap, dat het niet meer zal
kosten.
De heer HAAK betoogt, dat bij hem de
krwestie beslist of het duurder of goedkooper
is, en hij verwacht er indirect voordeel van,
door een besparing van 200 's jaars. Was
het nadeelig, dan zou hij er tegen zijn. Hij
wijst er op, dat, als men een lokaal niet noo
dig heeft, men dat behoeft te verwarmen en
het kan afsluiten. Dan behoeft de verwar
mingskachel ook niet zoo hard gestookt te
worden.
De heer WISSE meent nog even iets te
moeten zeggen naar aanleiding der woorden
van den heer D. Dees, dat Burgemeester en
Wethouders te royaal zouden zijn. Hij ver-
meent, dat men het dagelijksch bestuur niet
moet beschuldigen, dat zij niet zuinig ge-
noeg zijn. Men behoeft dan niet verder te
gaan dan het raadhuis, waar sinds dat het
staat van binnen nog geen kwast verf op ge-
smeerd is, waarom alles er dan ook onooglijk
uit ziet.
De heer VAN HOEVE noemt het geen aan-
gename taak, een bedrag van 2000 voor een
uitgaaf te voteeren. De kwestie staat er
echter z66 voor, dat er iets moet gedaan
worden. Toen in het voorjaar de kachels
werden weggenomen bleek aan Burgemeester
en Wethouders dat er geen sprake van was,
dat die nog konden herplaatst worden. In
hunne vergadering werd daarop de vraag be
sproken: kachels koopen of centrale verwar
ming. Burgemeester en Wethouders doen nu
hun voorstel tot inrichten van centrale ver
warming omdat zij dit de beste oplossing ach
ten. En wat betreft de opmerking door een
lid gemaakt, dat men de lokalen die niet ge
bruikt worden niet behoeft te verwarmen en
daar de verwarming kan afsluiten, zoo vraagt
hij of het toch ook niet in het belang van het
ge/bouw en der lokalen zou zijn, indien die
minstens eemmaal 's weeks ook eens werden
verwarmd. Het komt hem voor, dat dit zeer
in het belang van het meubilair en der muren
zou zijn, omdat het in de onverwarmde ver-
trekken in den winter vochtig wordt en alles
daaronder lijdt. Als dat, al was het maar
om de 14 dagen eens op temperatuur wordt
gebracht, is ook in het belang van het ge
bouw. Met kachels komt men daar zoo gauw
niet toe, omdat die speciaal aangemaakt
moeten worden.
De heer D. DEES merkt op, dat, als het
arrestantenlokaal ook van verwarming moet
worden voorzien, de korte keur er uit hangt.
't Zal echter niet dikwijls noodig zijn, dat
het verwarmd wordt.
De heer VAN HOEVE acht dit ook een
foutieve voorstelling. Men moet zich het
arrestantenlokaal niet meer als een ledig
vienkant lokaal voorstellen. Daar is ook al
heel wat meubilair in, een ledikant, matras,
dekens. Daarvoor is het toch ook gewenscht,
het vertrek af en toe eens te verwarmen.
De heer HAAK moet opkomen tegen de
woorden van den heer Wisse betreffende den
toestand van het gemeentehuis. Misschien
is hij niet veel gewoon, maar dat het er on
ooglijk zou uitzien kan hij toch niet toegeven.
Het ziet er z.i. alles netjes en proper uit en
voor een plattelandsgemeente als Zaamslag
zeker voldoende.
De VOORZITTER geeft naar aanleiding
daarvan te ikennen, dat de architect ieder
jaar bij Burgemeester en Wethouders komt
met een lijstje van de werkzaamheden die aan
de gemeentegebouwen moeten geschieden.
Van het raadhuis heeft er voor zoover hij zich
herinnere nog nimmer iets opgestaan, anders
zouden Burgemeester en Wethouders dat
zeker ook wel toegestaan hebben.
De heer WISSE weerspreekt, dat alles er
izoo netjes en fatsoenlijk uitziet. Dan moet
men maar eens naar de muren van de secre
tarie kijken. En daar aohter in de kamer
van den gemeente-ontvanger vallen de stuk
ken kalk van den muiur. Men ligt in dat
onderhoud aohter, en dat zijn toch werkelijk
zoo geen zware eisohen.
De VOORZITTER merkt op, dat de secre
tarie muren al eens zijn opgeknapt. Maar dat
zijin kwade muren, want die staan juist op
de ongunstige zijde, voor doorslaan bij regen.
De heer WISSE voert .hiertegen aan, dat,
als het al eens gemaakt is, het dan niet goed
gemaakt is.
De heer HAAK: Bij een particulier doet
zich zoo lets ook wel eens voor.
De VOORZITTER: Ja, en eigenlijk is dit
ook niet het onderwerp dat aan de orde is.
Het voorstel tot het inrichten van centrale
verwarming wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
9. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders
a. tot wijiziging der verordening op de hef-
fing van opcenten op de vermogensbelasting
met de daarbij behoorende verordening op de
invordering;
VERORDENING op de heffing van opcen
ten op de vermogensbelasting in de
gemeente Zaamslag.
Artikel 1.
Er zullen jaarlijks, met ingang van het be-
lastingjaar 1 Mei 1931 tot en met 30 April
1932, ten behoeve dezer gemeente, op de
hoofdsom der vermogensbelasting worden ge-
heven 30 opcenten.
De opcenten worden niet geheven op de
aanslagen van hen, die binnen het Rijk geen
vaste woonplaats hebben.
Artikel 2.
De invordering geschiedt overeenkomstig
de verordening van heden.
Artikel 3.
De thans geldendeverordening op de hef
fing van opcenten op de hoofdsom der ver
mogensbelasting wordt met 1 Mei 1931 inge-
trokken. Zij blijft van kracht ten aanzien
van belastingjaren, welke voor dien datum
zijn geeindigd.
VERORDENING op de invordering van op
centen op de hoofdsom der vermogens
belasting in de gemeente Zaamslag.
Artikel 1.
De invordering der opcenten op de hoofd
som der vermogensbelasting geschiedt over
eenkomstig artikel 263 der gemeentewet.
Artikel 2.
Deze verordening treedt tegelijk met die op
de heffing in werking.
b. tot intrekking der verordening op de
heffing en invordering van 50 opcenten op de
hoofdsom der personeele belasting;
VERORDENING tot intrekking der veror
dening op de heffing en invordering
van 50 opcenten op de hoofdsom der
personeele belasting.
Eenig artikel.
De thans geldende verordening op de hef
fing en invordering van 50 opcenten op de
hoofdsom der personeeel belasting wordt met
ingang van 1 Januari 1931 ingetrokken.
c. tot indeeling der gemeente voor de toe-
passing van het bepaalde in het tweede lid
van artikel 14 der wet van 15 Juli 1929, S
338 in de tweede klasse;
VERORDENING betreffende de classifi-
catie van de gemeente Zaamslag voor
de heffing der gemeentefondsbelasting.
Artikel 1.
De gemeente wordt voor de toepassing van
net bepaalde in het tweede lid van artl-