GEMEENTERAAD VAN ZAAMSLAG. Vergadering van Vrijdag 18 Juli 1930, des namiddags 1,30 uur. Voorzitter de heer Joh. de Feijter, Burge- meester. Verder tegenwoordig de leden: A. de Feij ter, S. van Hoeve, A. de Koeijer, D. Dees, C. H. H. Wisse, M. Dekker, A. Haak, A. Dees, H. Bakker, J. de Regt en A. Jansen, benevens I de Secretaris J. Stolk. 1. Opening. De VOORZITTER opent de vergadering door het uitspreken van net gebodsfonnulier. 2. Notulen. De notulen der vergadering van 2 Juni 1.1. worden met algemeene stemmen vastgesteld, zooals die aan de leden in druk zijn toege- zonden. 3. Mededeelingen. a. dat op 16 Juni 1.1 zijn opgenomen boeken en kas van den gemeente-onbvanger en dat op gemeld tijdstip de ontvangsten bedroegen 197.864,02% en de uitgaven f 173.313,14, zoodat het saldo bedroeg 24.550,88%, welk bedrag aanwezig was. b. dat bet aan Burgemeester en Wethou- ders bij onderzoek gelbleken is, zulks naar aanleiding van de opmerking gemaakt bij de rondvraag in de vergadering van 2 Juni 1.1., dat een ieder aangeslotene op bet telefoonnet ook des nacbts gesprekken kan voeren miits hij zich verstaat met den betrokken kantoor- houder. Wenscbt de dokter albier dus eene verbin- ding des nacbts te hebben dan beeft bij zicb als ieder ander te verstaan meit den kantoor- houder. Aangenomen voor kennisgeving. 4. Ingekomen stukken en zoo noodig daar over besluiten. a. een scbrijven van bet gemeentebestuur van Axel, boudende bericbt, dat de vleesch- keuringsdienst een bajtig saldo over bet jaar 1929 beeft van f 909,46 en dat bet deel dat de gemeente Zaamslag toekomt bedraagt f 303,50. b. Het besluit van den Raad van 2 Juni 1.1. tot aankoop van grond van J. Scbeele, voor- zien van bewijs van goedkeuring. c. De begrooting van het Burgerlijk Arm- bestuur voor den dienst 1931. Deze wordt gesteld in handen der daarvoor ingestelde commissie voor bet uitbrengen van advies. d. Een verzoek van de feestcommissie te Zaamslag, am eene subsidie uit de gemeente- kas te mogen ontvangen van 300,voor tractatie van de schoolkinderen bij gelegen- heid van het in deze gemeente te houden feest in verband met den 50sten geboortedag van H. M. de Koningin. Een lid van ons college decide mede, zijn stem omtrent het door Burgemeester en Wet houders te geven advies te willen voorlbe- houden. De meerderheid ibesloot uwe vergadering te adviseeren de gevraagde sufosidie voor feest- viering van schoolkinderen toe te staan onder voorwaarde, dat binnen een maand na de ge- houden feestviering rekening en verantwoor- ding moet worden gedaan en onder uitdruk- kelijlk beding, dat de gevraagde subsidie uit- sluitend moet dienen voor het gevraagde doel. Naar aanleiding dezer aanvrage deelen Bur gemeester en Wetbouders mede, dat zij er niet voor zijn verdere uitgaven uit de gemeente- kas te doen voor bij voormelde gelegenheid in deze gemeente te houden feest. Het der gemeente in eigendom toebehoo- rend materiaal, zal natuurlijk ter beschikking worden gegeven, zooals eerepoorten enz., maar kosten van plaatsing, reparabiekosten of anderszins zullen niet door de gemeente worden gedragen. Wij stellen u voor dienovereenkomstig te besluiten. De VOORZITTER deelt mede, dat dit voar- stel van Burgemeester en Wetbouders ge- scbiedt naar aanleiding der ervaring bij de laatste feestviering opgedaan. Er was een subsidie verleend en benevens de verlichting en versiering van het gemeentebuis kwam er nog een rekening van f 295 voor het repa- reeren, plaatsen en opruimen der eerepoorten. In verband mat de tbans door de feestcom missie gedane aanvraag, hebben Burgemees ter en Wetbouders gemeend aan den raad te moeten voorstellen zich uit te spreken, dat zij niet verder wenscbt te gaan dan het toe- kennen der subsidie ad 390, om te voor- komen dat er later nog andere relieningen komen. De feestcommissie kan dan daarmede rekening houden. De heer HAAK vraagt, of die f 295 dan be- taald zijn voor nagekomen rekeningen, plus de subsidie. De VOORZITTER antswoordt bevestigend; het was gewoonte, dat die kosten voor reke ning dar gemeente kwamen. De heer HAAK zou er dan nu ook streng de hand aan willen houden, dat de subsidie wordt besteed aan het doel waarvoor ze ge- vraagd wordt. Indien de collecte der com missie meevalt, zal er dan van die bedragen nog wel wat bijkomen. De VOORZITTER merkt op, dat van de gelden die opgebaald worden ook andere on- kosten zullen moeten worden bestreden, want de feestcommissie zal nog wel andere uit gaven hebben. De heer HAAK opmerkende, dat er blijkens de stukken in Burgemeester en Wethouders ook een minderheid was, zou gaame de mo- tieven der minderheid tegen het voorstel ver- nemen. De beer DE FEIJTER antwoordt, dat de mededeeling omtrent de minderheid, die door hem werd gevormd, niet juist is. Hij heeft zich niet tegen verklaard, doch zijin stem voorbehouden. Er waren enkele punten waarmede hij zich niet direct kon vereenigen. In den vorm zooals het voorstel thans gedaan wordt, kan hij er bij nader inzien zijn stem aan geven. De heer DE REGT: Mdt de genoemde on- kosten zou de foijdrage van de gemeente dus 600 worden De VOORZITTER: Dat is bij vorige feest- vieringen betaald. De heer DE REGT, opmerkende, dat de f 300 op ongeveer 50 cent per schoolkind komen, noemt dat bedrag wel niet zo6 hoog, maar meent, dat men er toch nog al wat voor doen kan, en... opruimen kan men ten slotte veel. De VOORZITTER meent, dat men de kin- deren ook wel een aandenken zal willen geven, en voorts op eenige versnaperingen onthalen. De heer JANSEN is van oordeel, dat de feestcommissie dan zelf nog wel wat zal moeten bijdragen. De heer WISSE merkt op, dat zij die een bedrag van 50 cent voor een aandenken en onthaal voldoende achten, blijk geven dit nog nimmer te hebben meegemaakt. Hij deed dat meer dan eens, en dan leert hem zijn ervaring, dat men voor het uitreiken van een gedach- tenis en het toedienen van versnaperingen met 50 cent per kind niet ver komt. Die post is zeker niet te hoog. En wat nu het onthouden van verdere medewerking door de gemeente betreft, hij begrijpt niet, waarom men daarvan ditmaal, nu H. M de Koningin 50 jaar wordt, van moet afwijken. Die poorten zijn nog altijd op kosten van de gemeente geplaatst. Wordt die steun onthouden, dan zal het oprichten wel bezwaren ondervinden, want hij gelooft niet, dat er ditmaal op de lijsten van partieulieren ook zooveel zal binnen komen, zoodat de feest commissie niet over veel middelen zal be- schikken, en de kosten voor plaatsen, reparee- ren en opruimen daarvan wel niet zullen kunnen worden betaald. Hij vindt het treu- rig, dat van Zaamslag zal moeten worden gezegd, dat de gemeente in het bezit is van eerepoorten, die echter niet zullen kunnen worden geplaatst. De VOORZITTER: De gemeente geeft de poorten in bruikleen. De heer WISSE: Zeker, maar men moet dg poorten gaan halen waar die zijn gabor- gen, dat is vermoedelijk de school in den Huissenspolder. De helft zal er te nauwer- nood nog van heel zijn, zoodat men moet gaan repareeren. Dat wordt aan onkosten een te hoog bedrag, om ook nog de uitgaven der feestcommissie te drukken. De VOORZITTER geeft te kennen, dat dit in de vergadering van Burgemeester en Wet bouders ook besproken is, dat we in een ge- drukten toestand leven en de giften van de zijde dar landbouwende bevolking ditmaal wel niet ruim zullen vloeien, maar daarhiji is ook opgemerkt, dat het geen tijd is, om buitensporige uitgaven te doen, en de feest commissie met deze subsidie tevreden moet zijn. Burgemeester en Wethouders hebben daarom willen afsnijden, dat men later nog met andere rekeningen komt. Spreker zou ook graag zien, dat feest kon worden ge- vierd evenals vroeger, maar als dit niet kan, moet men het wat minder doen. Men kan toch evengoed van harte feestvieren voor den jaardag van H. M. de Koningin op een be- scheiden schaal, dan dat dit gepaard gaat met groote uitgaven. Daarom hebben Burgemees ter en Wethouders voorloopig de vroegere uitgaaf voor de eerepoorten geschrapt. De heer WISSE vindt, dat het geen goeden indruk zal maken; hij gelooft niet, dat het nu alhier met de" malaise ineens z66 erg gesteld is, dat men die uitgaaf niet zou kunnen doen. De VOORZITTER geeft te kennen, dat Bur gemeester en Wethouders in den gedrukten toestand van den landbouw aanleiding vonden, hun voorstel te doen. Wenschen de gemeente- naren op onbekrompen wijze feest te vieren, dan kunnen zij door him bijdragen daarin voorgaan. Wil de gemeenteraad het ook anders, dan moet hij dat weten. De heer WISSE kan moeilijk gelooven, dat na de vele goede jaren die de landbouw be- leefde, door het ongunstige jaar dat we thans beleven, de terugslag >zo6 groot is, dat die in dat bedrag tot uiting moet komen. De VOORZITTER noemt het onjuist om van vele goede jaren te spreken; alleen het jaar 1928 was een goed jaar. Er waren op de vier jaren 3 ongunstige. Het is nu voor vele menschen een slechte tijd en Burgemees ter en Wethouders hopen, dat in vertoand daarmede het feest op bescheiden wijze zal gehouden worden. De heer D. DEES kan aan het voorstel zoo als het bier ligt zijin stem geven; hij brengt aan Burgemeester en Wethouders hulde voor dat voorstel, maar werd nu toch weer teleur- gesteld, omdat de Voorzitter van voorloopig" sprak. Dit wijst er op, dat er nog verandering komen kan. Hij is er echter voor, dat er van wege de gemeente geen cent meer gegeven wordt. Men beleeft thans een ontzettende crisis en hij is er tegen, om nog verdere kosten te maken. De VOORZITTER: Het voorstel behelst ons idee, maar we weten niet, wat de raad wenscbt te doen, en of de meerderheid b.v. het gevoelen van den heer Wisse niet is toe- gedaan. Daarom sprak ik van: voorloopig. De heer HAAK heeft daarom ook gevraagd, pertinent aan dat bedrag de hand te houden. Hij zou in geen geval verder willen gaan, en in dat geval moeten tegen stemmen. We be leven thans een geweldige crisis en moeten dan niet ruim met het geld omspringen. De liefde voor de Vorstin behoeft zich niet door ruime uitgaven te uiten, er zijn zelfs be- wijzen, dat Zij gaame ziet, dat de feestviering sober gehouden wordt. De heer JANSEN: Maar waarom heeft de gemeente dan vroeger dien steun verleend De heer HAAK: Toen waren het betere tijden; en zij die nog niet wisten, dat de crisis thans zoo bijzonder ernstig is, zullen dit nu spoedig ook wel ondervinden. De heer VAN HOEVE is van meening dat, indien de burgerij in de puntjes wil feesten en daarvoor diep in den zak tasten, ziji dat zelf moet weten, doch dat de gemeente als zoo- danig zich daarin niet moet mengen. Het gemeentebestuur moet alleen aanvullend op- treden. Spreker's stem zal er van af hangen, of het bedrag der gemeentesubsidie wordt be steed voor kinder-tractatie. Daaraan wenscht hij mee te werken. Wat het plaatsen van die eerepoorten rond de kom der gemeente be treft, dat gesohiedde vroeger voor rekening der gemeente, maar de kosten vielen steeds tegen; dat kostte veel geld. Burgemeester en Wethouders hebben daarom gemeend, daar aan ditmaal niet te kunnen meewerken. Er is verschil in de omstandigheden. Voor zoover bekend is komt H. M. de Koningin wel naar Oostelijk Zeeuwsch-VlaandereH, doch zal dit maal Zaamslag niet bezocht worden. Was dit wel het geval, dan zou Hare Majestait uit den aard der zaak worden ontvangen zooals het behoort, en zou de gemeente die kosten betalen. Nu is dit het geval niet. De laat ste keer dat de gemeente door de Vorstin be zocht werd, heeft spreker als wethouder be- merkt, dat het plaatsen enz. der eere-poorten nogal wat heeft gekost. Van vroegere ge- legenheden weet hij er ook wel iets van, doch toen was hij er niet zoo direct bij betrokken. Nogmaals: wil de burgerij feesten, dan moet zij wat dieper in den buidel tasten. De heer WISSE merkt op, dat dergelijke feestviering toch van heel de gemeente, niet alleen van de burgers moet uitgaan. De heer VAN HOEVE had ook geheel de gemeente op 't oog, hij bedoelt met burgers alle ingezetenen, zonder onderscheid welke broek, jas of pet ze dragen. De heer WISSE had dit anders opgevat, ook omdat men eerst gesproken had over de zware lasten van den landbouw. Hrj vraagt, of er al iets van bekend is, dat de Koningin niet naar deze gemeente komt. De VOORZITTER wijst er op, dat men in de courant heeft kunnen lezen, dat er elders al voorbereidingen worden getroffen. Daar zal men dus reeds ingelicht zijn. Aangezien hier niets bekend is, blijkt daaruit wel, dat H.M. ditmaal niet hier zal komen. De heer VAN HOEVE wijist op Sas van Gent; daar heeft de raad al geld toegestaan. Dahr zal men het dus al weten. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt met algemeene stemmen aange nomen. 5. Voorstel van Burgemeester en Wet houders tot goedkeuring der rekening van het algemeen Burgerlijk Armbe- stuur, dienst 1929. Deze rekening aangeboden in Uwe vergade ring van 21 Januari 1.1. onderzocht door de commissie van onderzoek wordt Uwe verga dering ter goedkeuring aangeboden in ont- vang en uitgaaf op een bedrag van 3965,60. De rekening wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. 6. Voorstel van Burgemeester en Wet houders tot goedkeuring van de reke ning van de vrijwillige brandweer, dienst 1929. Deze rekening U eveneens aangeboden in de vergadering van 21 Januari 1.1. onderzocht door de commissie van onderzoek wordt Uwe vergadering ter goedkeuring aangeboden in ontvang en uitgaaf op een bedrag van f 661,31. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt met algemeene stemmen aange nomen, nadat te voren eveneens met alge meene stemmen is goedgekeurd een verzoek van het bestuur der vrijwillige brandweer, om in de begrooting van dit college voor den dienst 1929 op verschillende posten te mogen af- en overschrijven, waarbij het eindcijfer der begrooting ongewijzigd blijff. 7. Aanbieding gemeenterekening, dienst 1929. Ingevolge het bepaalde bij de gemeentewet wordt aangeboden de rekening, dienst 1929 sluitende de gewone dienst in ontvang en uit gaaf op f 60.038,79% en f 47.263,33y2 met een batig saldo van /12.775,46 en de kapitaal- dienst in ontvang en uitgaaf op f 26.559,50% en f 24.497,89% met een batig slot van 2061,61. Burgemeester en Wethouders stellen voor deze rekening te stellen in handen der com missie van onderzoek. Eveneens wordt aangeboden de rekening van het gemeentelijk electrisch bedrijf, dienst 1929, sluitende afdeeling I in ontvang en uitgaaf op 20.895,45 en afdeeling II in ont vang en uitgaaf op 4835,96. Ook deze rekening wordt voorgesteld te stellen in handen der commissie van onder zoek. De VOORZITTER meent, dat met voldoe- ning een gunstigen afloop van deze rekening kan worden geconstateerd. De voorstellen worden met algemeene stem- men aangenomen. 8. Voorstel van Burgemeester en Wet houders tot het aanbrengen van eene centrale verwarming In het gemeente- huis. Het zal Uwe vergadering bekend zrjn, dat meer en meer in groote gebouwen centrale verwarming wordt aangebracht. Zoo zijn b.v. in deze gemeente reeds in een tweetal kerken en scholen dergelijke installaties en is sedert eenigen tijd ook eene centrale verwarming aangebracht in het Oud-liedenhuis alhier. Het gemeentehuis, dat door van onderen gebruikt te worden voor pakhuis en berg- plaats een moeielijk te verwarmen gebouw is is bij ondervinding gebleken een gebouw te zijn, dat door gewone kachels slecht op kamertemperatuur is te brengen. Van de kachels wordt dan meestal eene verwarming geeischt die boven hare capaci- teit gaat, waardoor reeds verschillende kachels zijn versleten en jaarlijks groote reparatie's moeten worden gedaan. Ook nu is het noodzakelijk indien gewone kachelverwarming wordt behouden aan te koopen een drietal nieuiwe kachels, nj. een voor de secretarie; een voor de ontvangers- kamer en een voor de kleine vergaderkamer. Over 1924 tot en met 1928 werd gemiddeld aan brandstoffen uitgegeven 275 en aan kachelreparatie en aankoop 75 per jaar, waarbij dan nog is te voegen de kosten van plaatsing bij den aanvang van het stook- seizoen en de kosten van verwijdering bij het einde van het stookseizoen. De vraag of het misschien gewenscht is ook het gemeentehuis centraal te doen verwar men, is het ons gebleken, dat in verschillende gemeentehuizen reeds eene centrale verwar ming bestaat en deze blijkens verstrekte in- lichtingen goed voldoet. Het is daarom dat wij_Uwen raad in over- weging geven te besluiten het gemeentehuis centraal te verwarmen en daarvoor aan Bur gemeester en Wethouders een crediet te geven van maximum 2000. Tot dekking van die kosten stellen wij U voor over een gelijk bedrag te beschikken van het batig saldo van den dienst 1929. Wij hebben de zekerheid, dat het gemeente huis voor een dergelijk bedrag kan worden geinstalleerd en dat uit dat bedrag ook kan worden bestreden de in verband met de in- stallatie te doene metsel-, timmer- en schil- derverrichtingen. Centraal verwarmd zal dan worden raad- zaal, secretarie; ontvangerskamer; vergader- lokaal; arrestantenlokaal en brandspuithuls zulks om bevriezing van den radiator van de brandspuit te voorkomen. De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat de vele branden, waarbij archieven te loor gingen en ook het bevorderen van de properi- teit aanleiding waren, dat centrale verwar ming is ter sprake gebracht. Ook krijgt men dan een gelegenheid voor het verwarmen van het arrestantenlokaal, hetgeen anders be zwaren oplevert, terwijl men in de gelegen heid komt ook het lokaal waar de automobiel- brandspuit geborgen is op temperatuur te houden, die anders bij koude moeilijk in wer- king is te brengen. Burgemeester en Wethouders hebben toen 2 finma's uitgenoodigd een aanbieding te doen. Die liepen nogal uiteen, het verschil was f 500. Burgemeester en Wethouders zouden zich met de firma die de laagste aan bieding deed nader in verbinding willen stel len. Zij hadden aanvankelijk gedacht, dat de verwarmingskachel zou kunnen geplaatst worden in het keukentje der woning van den bode concierge, doch nader bleek, dat dit niet juist gezien was. De kachel zou moeten komen in de bergplaats onder het gemeente huis. Dan krijgt men de voordeeligste aanleg. De centrale verwarming beteekent een be- perking van brandgevaar, is zindelijker en verzekert voldoende verwarming, terwijl het zeker niet onvoordeeliger zal zijn. De heer HAAK vraagt, of de bedoeling is warmwater-venwarming. De VOORZITTER antwoordt bevestigend. De deskundigen achtten dit de beste methode. Burgemeester en Wethouders hebben elders inlichtingen ingewonnen omtrent het werk, dat elders door de firma met wie zij in relatie zijn getreden is geleverd en dat zij daarover de beste inlichtingen hebben gekregen. De heer HAAK erkent, wat de netheid be treft, centrale verwarming het winnen zal, omdat men dan geen last heeft van kachel- stof. Dit zou echter voor hem den doorslag niet geven. Hij verwacht er echter ook voor- deel van. Uit de toelichting blijlkt, dat de verwarming jaarlijks f 275 kost, plus de reparatie aan de kachels. Hij gelooft, dat centrale verwarming wel goedkooper zal zijn. Het is evenals zoo even, bij de bespre- kingen over de feestviering. Het is thans geen tijd, om met de gelden royaal te zijn, maar als er voordeel in zit, moet men zich daarvan niet laten terughouden. Het is dus bij hem niet wegens netheid en properiteit, maar omdat hij er voordeel in ziet, dat hij zich v66r dit voorstel kan verklaren. De VOORZITTER meent, dat de factor van minder brandgevaar, toch ook in aan- merking moet genomen worden. Indien niet tot centraal verwarmen wordt overgegaan, zullen nu noodig zijn 3 nieuwe kachels, terwijl de ervaring heeft geleerd, dat de verschillende lokalen met kachels maar moeilijk op tempe ratuur zijn te houden, als het inderdaad koud is. Dat er nu 3 kachels noodig zijn, heeft bij Burgemeester en Wethouders den doorslag gegeven om het voorstel te doen. De heer DE REGT acht het wel bijzonder toevallig, dat er nu 3 kachels tegelijk noodig zijn. De VOORZITTER noemt dat niet zoo toe vallig; reeds het vorig jaar was er feitelijk voor de secretarie een nieuwe kachel noodig, maar de aanschaffing is toen uitgesteld, omdat het denkbeeld van centrale verwar ming reeds was gerezen. Toen is de kachel nog wat opgeknapt. Hij wijst er op, dat er voor deze aanschaf fing niet behoeft te worden geleend. De heer DE REGT stemt dat toe, maar wijst er op, dat het geld toch weg is. Hij noemt het een beduidende uitgaaf. De heer DE FEIJTER wijst er op, dat er geen goede kachels te krijgen zijn, om de lokalen van het gemeentehuis, die op de eerste verdieping zijn gelegen, goed te verwarmen, tenzij er z66 hard gestookt wordt, dat de kachels weer spoedig stuk zijn en veel onder- houd vereischten. De heer DE REGT merkt op, dat de winter van het voorjaar van '29 een zeldzaamheid was. Dat komt niet veel voor. De heer DE FEIJTER voert hiertegen aan, dat er in de lokalen hard gestookt moet wor den omdat er veel tocht van onder komt. De heer WISSE vraagt, of er ook een bere- kening is van de te gebruiken brandstoffen. De SECRETARIS antwoordt, dat die uit gaaf op 50 wordt berekend. De heer BAKKER vraagt, of de firma, die de installatie maken zal, ook garantie geeft. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouders een deel der aan- nemingssom als garantie voor goede afwer- king en functionneering zullen inhouden. De kosten der installatie bedragen 1630, terwijl Burgemeester en Wethouders dan voor het aanleggen, het verbreken en herstellen van metselwerk f 370 hebben geraamd. De heer HAAK veronderstelt, dat men goedkooper uit zal zijn. Er wordt nu voor brandstof en reparatie jaarlijks f 350 uitge geven. Hij veronderstelt, dat men bij centrale verwarming met 150 zal toekomen en dus jaarlijks f 200 zal besparen, zoodat men op 12 of 13 jaar de zaak terugverdiend heeft. In antwoord op een gestelde vraag, deelt de SECRETARIS mede, dat de betrokken firma is de N.V. Rotterdamsche Verwarmings- maatsQhappi}. De heer HAAK merkt op, dat deze firma reeds meer installaties heeft geleverd, die goed hebben voldaan. Wat betreft de opmerking van den wet houder De Feijter, dat er geen kachels zouden te krijgen zijn om de lokalen te verwarmen, noemt hij dat niet juist. Die kachels zouden er wel zijn, maar dan kosten ze ongemakkelijk geld, en is men duurder uit. Hij kan zich met het voorstel vereenigen. De heer WISSE vraagt, of, indien de in stallatie in de bergplaats gemaakt wordt, de ruimte voor de brandspuit niet te beperkt wordt. De VOORZITTER antwoordt ontkennend; enke materialen die er thans geborgen worden kunnen dan naar de oude centrale. Er wordt voor de stookplaats een ruimte afgescheiden, maar dan houdt men nog voldoende over voor de spuit. De heer WISSE vraagt of het noodige metselwerk zal worden uitgevoerd door men schen van Zaamslag. De VOORZITTER antwoordt bevestigend. De heer D. DEES kan niet zeggen, dat dit voorstel van Burgemeester en Wethouders hem zoo bijzonder interesseert. Voor de feestcommissie kon hij hen een pluimpje geven, maar hij vindt dat ze in dit geval nogal royaal zijn. Het is toch nogal toeval lig, dat er nu juist 3 kachels versleten zijn. En wat betreft de verwarming van het arrestantenlokaal, waar is dat voor noodig? Er komen er toch geen in! De VOORZITTER merkt, voor wat dit laatste betreft op, dat dit noodig is, op order van hooger hand. Dat had al lang moeten geschieden, doch met het oog op het aan- hangige denikbeeld is die voorziening nog wat Uitgesteld. En wat betreft de opmerking over de toevalligheid van 3 versleten kachels, indien de heeren er belang in stellen kunnen ze de oude kachels bezichtigen. Spreker durft zeggen, dat die versleten zrjn. De heer D. DEES wijst met opzet op die toevalligheid, als waarschuwing, aangezien we in een crisistijd leven, mag er over de uitgaven niet te licht worden heengegaan. Het is een tijd van bezuinigen en het betreft hier een voorgestelde uitgaafpost van 2000, waarover dus wel eens ter deeg mag worden gesproken en gedacht. Hij meent, dat het ge- bruik van brandstof ook nog niet zal mee- vallen. De heer HAAK voert hiertegen aan, dat de cijfers. zoo even door hen genoemd, niet uit de lucht zijn gegrepen. De VOORZITTER geeft te kennen, dat Burgemeester en Wethouders hun raming over het verbrui'k van brandstof hebben ge nomen over verschillende jaren. Het barre jaar zit er ook in. Burgemeester en Wet houders achten het inrichten eener centrale verwarming op dit tijdstip een aanbevelens- waardige zaak en brengen het denkbeeld daarom ter tafel. Men moet bovendien op tijd ook al eens iets doen, om met zijn tijd mee te gaan. Er is van wege de ovenheid gewezen op de wenschelijikheid, tot het nemen van maatregelen ter voorkoming van brand gevaar. Men gaat dan eens overwegen wat daartegeh kan gedaan worden en een centrale verwarming zal daartoe ze'ker strdkken. Bovendien krijgt men daardoor een regel- matige verwarming, die gemakkelijk te regelen is. Het gebruik van brandstof is ook ejob voordeelig mogelrjk. Men moet ook zor- gen op peil te blijven. Er zijn in de gemeente al verschillende gebouiwen, scholen en kerken, op deze wijze ingericht. Op verschillende plaatsen zijn de gemeentehuizen aldus ge installeerd. Het is zeker niet overbodig indien men daar ook hier toe overgaat, bovendien met de wetenschap, dat het niet meer zal kosten. De heer HAAK betoogt, dat bij hem de krwestie beslist of het duurder of goedkooper is, en hij verwacht er indirect voordeel van, door een besparing van 200 's jaars. Was het nadeelig, dan zou hij er tegen zijn. Hij wijst er op, dat, als men een lokaal niet noo dig heeft, men dat behoeft te verwarmen en het kan afsluiten. Dan behoeft de verwar mingskachel ook niet zoo hard gestookt te worden. De heer WISSE meent nog even iets te moeten zeggen naar aanleiding der woorden van den heer D. Dees, dat Burgemeester en Wethouders te royaal zouden zijn. Hij ver- meent, dat men het dagelijksch bestuur niet moet beschuldigen, dat zij niet zuinig ge- noeg zijn. Men behoeft dan niet verder te gaan dan het raadhuis, waar sinds dat het staat van binnen nog geen kwast verf op ge- smeerd is, waarom alles er dan ook onooglijk uit ziet. De heer VAN HOEVE noemt het geen aan- gename taak, een bedrag van 2000 voor een uitgaaf te voteeren. De kwestie staat er echter z66 voor, dat er iets moet gedaan worden. Toen in het voorjaar de kachels werden weggenomen bleek aan Burgemeester en Wethouders dat er geen sprake van was, dat die nog konden herplaatst worden. In hunne vergadering werd daarop de vraag be sproken: kachels koopen of centrale verwar ming. Burgemeester en Wethouders doen nu hun voorstel tot inrichten van centrale ver warming omdat zij dit de beste oplossing ach ten. En wat betreft de opmerking door een lid gemaakt, dat men de lokalen die niet ge bruikt worden niet behoeft te verwarmen en daar de verwarming kan afsluiten, zoo vraagt hij of het toch ook niet in het belang van het ge/bouw en der lokalen zou zijn, indien die minstens eemmaal 's weeks ook eens werden verwarmd. Het komt hem voor, dat dit zeer in het belang van het meubilair en der muren zou zijn, omdat het in de onverwarmde ver- trekken in den winter vochtig wordt en alles daaronder lijdt. Als dat, al was het maar om de 14 dagen eens op temperatuur wordt gebracht, is ook in het belang van het ge bouw. Met kachels komt men daar zoo gauw niet toe, omdat die speciaal aangemaakt moeten worden. De heer D. DEES merkt op, dat, als het arrestantenlokaal ook van verwarming moet worden voorzien, de korte keur er uit hangt. 't Zal echter niet dikwijls noodig zijn, dat het verwarmd wordt. De heer VAN HOEVE acht dit ook een foutieve voorstelling. Men moet zich het arrestantenlokaal niet meer als een ledig vienkant lokaal voorstellen. Daar is ook al heel wat meubilair in, een ledikant, matras, dekens. Daarvoor is het toch ook gewenscht, het vertrek af en toe eens te verwarmen. De heer HAAK moet opkomen tegen de woorden van den heer Wisse betreffende den toestand van het gemeentehuis. Misschien is hij niet veel gewoon, maar dat het er on ooglijk zou uitzien kan hij toch niet toegeven. Het ziet er z.i. alles netjes en proper uit en voor een plattelandsgemeente als Zaamslag zeker voldoende. De VOORZITTER geeft naar aanleiding daarvan te ikennen, dat de architect ieder jaar bij Burgemeester en Wethouders komt met een lijstje van de werkzaamheden die aan de gemeentegebouwen moeten geschieden. Van het raadhuis heeft er voor zoover hij zich herinnere nog nimmer iets opgestaan, anders zouden Burgemeester en Wethouders dat zeker ook wel toegestaan hebben. De heer WISSE weerspreekt, dat alles er izoo netjes en fatsoenlijk uitziet. Dan moet men maar eens naar de muren van de secre tarie kijken. En daar aohter in de kamer van den gemeente-ontvanger vallen de stuk ken kalk van den muiur. Men ligt in dat onderhoud aohter, en dat zijn toch werkelijk zoo geen zware eisohen. De VOORZITTER merkt op, dat de secre tarie muren al eens zijn opgeknapt. Maar dat zijin kwade muren, want die staan juist op de ongunstige zijde, voor doorslaan bij regen. De heer WISSE voert .hiertegen aan, dat, als het al eens gemaakt is, het dan niet goed gemaakt is. De heer HAAK: Bij een particulier doet zich zoo lets ook wel eens voor. De VOORZITTER: Ja, en eigenlijk is dit ook niet het onderwerp dat aan de orde is. Het voorstel tot het inrichten van centrale verwarming wordt met algemeene stemmen aangenomen. 9. Voorstel van Burgemeester en Wet houders a. tot wijiziging der verordening op de hef- fing van opcenten op de vermogensbelasting met de daarbij behoorende verordening op de invordering; VERORDENING op de heffing van opcen ten op de vermogensbelasting in de gemeente Zaamslag. Artikel 1. Er zullen jaarlijks, met ingang van het be- lastingjaar 1 Mei 1931 tot en met 30 April 1932, ten behoeve dezer gemeente, op de hoofdsom der vermogensbelasting worden ge- heven 30 opcenten. De opcenten worden niet geheven op de aanslagen van hen, die binnen het Rijk geen vaste woonplaats hebben. Artikel 2. De invordering geschiedt overeenkomstig de verordening van heden. Artikel 3. De thans geldendeverordening op de hef fing van opcenten op de hoofdsom der ver mogensbelasting wordt met 1 Mei 1931 inge- trokken. Zij blijft van kracht ten aanzien van belastingjaren, welke voor dien datum zijn geeindigd. VERORDENING op de invordering van op centen op de hoofdsom der vermogens belasting in de gemeente Zaamslag. Artikel 1. De invordering der opcenten op de hoofd som der vermogensbelasting geschiedt over eenkomstig artikel 263 der gemeentewet. Artikel 2. Deze verordening treedt tegelijk met die op de heffing in werking. b. tot intrekking der verordening op de heffing en invordering van 50 opcenten op de hoofdsom der personeele belasting; VERORDENING tot intrekking der veror dening op de heffing en invordering van 50 opcenten op de hoofdsom der personeele belasting. Eenig artikel. De thans geldende verordening op de hef fing en invordering van 50 opcenten op de hoofdsom der personeeel belasting wordt met ingang van 1 Januari 1931 ingetrokken. c. tot indeeling der gemeente voor de toe- passing van het bepaalde in het tweede lid van artikel 14 der wet van 15 Juli 1929, S 338 in de tweede klasse; VERORDENING betreffende de classifi- catie van de gemeente Zaamslag voor de heffing der gemeentefondsbelasting. Artikel 1. De gemeente wordt voor de toepassing van net bepaalde in het tweede lid van artl-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 6