ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
ASPIRIN
Vampier-Vleugel
No. 8555.
MAANDAG 21 JULI 1930.
70e Jaargang
RAADSVERGADERING.
BIVNKNLAND.
FE0ILLET0N.
PACHT VOOR PACHTERS VAN
RIJKSDOMEIN GRONDEN
Verhiten licht gekleed
eenig op de wereld
ABONNEMENTSPRUS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post /1,80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post /6,60 per jaar
Voor BelglS en Amerika 2,25, overlge lan den f 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buiteniand alleen btj vooruitbetaling.
Oitgeefster: Flrma P. J. VAN DE SAXDE.
GIRO 38150 TEEEFOON No. 25.
ADVERTENTI8N: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 1 0,20.
Grootere letters en cliches wor den naar plaatsrulmte berekend. J
Handelsadvertentien bti regelabonnement tegen vermlnderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrtjgbaar Is. Inzendlng van advertentlen liefst 66n dag voor de ultgave.
DIT BLAB VERSCHUNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt
bekend, dat eene Openbare Vergadering van
den Gemeenteraad is belegd op Donderdag
24 Juli 1930, des namiddags 2 uur.
Ter Neuzen, den 21 Juli 1930.
De Burgemeester voomoemd,
J. HUIZINGA.
HET SUIKERWETJE.
Blijkens het voorloopig verslag van de com-
missie van rapporteurs over bet ontwerp van
wet tot hefting van een compenseerend in-
voerrecht op sommige soorten van suiker,
stelden enkele leden de vraag, of dit ontwerp
te beschouwen is als een normale uitbreiding
van het vigeerende fiscale stelsel dan wel als
crisismaatregel, verband houdende met den
onbevredigenden toestand, waarin tegenwoor-
dig de landbouw verkeert.
Is deize laatste veronderstelling juist, dan
had, naar het oordeel dezer leden, de regee-
ring, in stede van een poging aan te wenden
tot incidenteele oplossinig van enkele ajan een
crisis verbonden moeilijikheden, eerst een
nauwgezet onderzoek moeten instellen naar
de oorzaken dier crisis. Zij betoogden, dat
daze oorzaken samenhangen met het munt-
vraagatuk, met name met de geringere pro-
ductie van het goud en de belemmeringen,
welke aan de circulatie van dat metaal in den
weg worden gelegd. Tengevolge daarvan is
het goud in waarde gestagen en zijn de
meeste artikelen in prijs gedaald. De nrtver-
heid vindt weliswaar in de lage prijzen der
grondstoffen eenige compensate, doch de
landbouw derft deze en lijdt derhalve het
meeste onder den toestand, te meer, waar de
bestendige lasten, op dien tak van bedrijf rus-
tende, alsmede de loonen, ook al mogen zij
lager zrjn dan in de Industrie, den druk nog
verhoogen.
Eenige andere leden achtten de voomaam-
ste oorzaak de groote verbetering der land-
bouwtechniek. Immers, de productie in tal
van gebieden buiten Europa, met name in
Canada, Australie en Argentinie, is geweldig
toegenomen. Vele terreinen zijn thans voor
den graanbouw geschikt gemaakt, waarop
vroeger sleohts veevoeder placht verbouwd te
worden. Met toehulp van grootere en technisch
aan steeds hooger eischen voldoende machi
nes kunnen dergelijke gronden goedkooper
geexploiteerd worden. Men heeft minder
menschen en trekdieren noodig dan vroeger.
Een daling van de prijizen der meststoffen had
een verminidering der productiekosten in
Europa tengevolge, doch daamevens een ver-
meerdering der productie zelve, zoodat minder
graan uit overzeesche gebieden behoefde te
worden toetrokken en de wereldmarktprrjs
sterk werd gedrukt.
Nadat men zich rekenschap had gegeven
van de vraag, of de toestand van den land
bouw verleening van steun taillijk, gmg men
over tot een besprefking nopens den modus
quo. Ofschoon verscheidene leden de voor-
keur gaven aan een algemeene voorziening,
wenschten zij zich tegen den hier geboden
incidenteelen maatregel niet te verzetten.
Eenige leden achtten dit ontwerp onaan-
nemelijk, omdat zij de indiening er van be-
schouwden als een eerste schrede op den weg,
welke leidt tot de vastistelling van een be-
schermend invoerrecht op de voortbrengselen
van den landlbouw.
Eenige leden vreesden, dat een belangrijk
deel der bescherming aan de raffinaderijen
ten goede zal komen. Derhalve hadden zij de
voorkeur gegeven aan de invoering eener
productie-premie.
Eenige leden waren van meening, dat door
dit wetsontwerp de invoer van de Java-suiker
zal worden belemmerd.
Zij sloten zich te dezen aanzien aan bij de
bezwaren, uiteengezet in het request van den
Bond van eigenaren van Nederlandsoh-Indi-
sche Suikerondememingen, aan de Eerste
Kamer toegezonden.
Gaame zouden zij vememen, welk stand-
punt de regeering ten opzichte van het in
voornoemd request opgemerkte, inneemt.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Amsterdam heeft een adres gezonden
aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal
inzaie het wetsontwerp tot heffing van een
compenseerend invoerrecht op sommige
soorten suiker. In dit adres wordt verklaard,
dat de Kamer met leedwezen kermis heeft
genomen van de goedkeuring door de Tweede
Kamer der Staten-Generaal van het wetsont
werp, een leedwezen te grooter omdat het
in dit geval geen beginselvraag betrof, welke
v66r- en tegenstanders gescheiden hield, doch
de vraag of de wijze waarop het ontwerp
steun denkt te kunnen verleenen, wel doel-
treffend is te aohten. De bezwaren tegen het
wetsontwerp worden uiteengezet met een ver-
wijzing naar het adres aan de Tweede Kamer
van 25 Juni j.l. De Kamer spreekt de hoop
uit, dat de Eerste Kamer het wetsontwerp
zal verwerpen en dat de regeering daarin een
vingerwijzing moge zien in de eerste plaats,
dat de wensch tot het treffen van spoedige
voorzieningen haar niet ontheft van de ver-
plichting daartoe strekkende voorstellen
nauwgezet in hun gevolgen te .toetsen en in de
tweede plaats, dat bij een economische
depressie. gelijk wij thans beleven, gelegen-
heidswetgeving uit den booze is.
NEDERLANDSCHE OORLOGSSCHEPEN
NAAR BELGIE.
Op uitnoodiging van de Belgische Regee
ring zullen gedurende de Nederlandsche week
te Antwerpen eenige Nederlandsche oorlogs-
schepen aldaar vertoeven.
Hiervoor zijn aangewezen het pantserschlp
„Heemskerk", de torpedobootjager „Witte de
With" en de onderzeebooten O 9 en O 10.
Het eskader zal staan onder het bevel van
den vice-admiraal L. J. Quant, op 29 Juli te
Antwerpen aankomen en blijven tot na afloop
der Nederlandsche week.
GOEDKOOPE TREINEN OP
ZONDAG.
door
SAX ROHMER.
32)
Vervolg.)
Vijf minuten later reden we voorbij
'n huis in Jacobean stijl, een eigenaardig
gebouw, dat zoo diep in het geboomte lag,
dat de morgenzon, op een topgeveltje
na, dat zich in gulden gloed baadde
nog niet tot de ramen had kunnen door-
dringen. Van dien kant zou ik het huis
nooit herkend hebben, maar door de lig-
ging, tegen den heuvel op en midden tus
schen hooge boomen, begreep ik, dat ik
het Guest House voor me had. In het
heldere morgenlicht zag het er somber en
koud uit, en bij de gedachte dat ik dien-
zelfden dag daar een bezoek zou moeten
afleggen, kreeg ik een ombehagelijk ge-
voel, want ik doorzag, dat mijn welkom
niet bijster hartelijk zou zijn.
Vijftig meter verder sloegen we den
weg, waarlangs ik den vorigen dag ge-
wandeld had, 'dwars door de weide heen,
in en weldra reden we het park van
Cray's Folly binnen. We stegen op het
pleintje voor de stallen af en door de
openstaande deuren zag ik, in hun boxen,
nog twee jachtpaarden, die er buitenge-
woon goed verzorgd uitzagen en twee
inkt-zwarte ponies, die, zooals Jim me
vertelde, door Madame Stamer zelf nu
en dan voor de dogear afgereden werden.
Met het gevoel, dat mijn rit me goed
Het Tweede-kamerlid Kersten had den
Minister van Waterstaat eenige vragen ge-
steld, betreffende het doen loopen van goed-
koope treinen op Zondag.
In zijn antwoord wijst de minister erop, dat
het hier niet geldt een speciale voorziening
voor de Zondagen.
Het gaat hier over extra treinen tegen ver-
minderd tarief, die, met name in den zomer-
tijd naar in het bijzonder door het publiek ge-
zochte plaatsen worden ingelegd, maar op
werkdagen nog meer dan op Zondagen en
met een voor werk- en Zondagen gelijk tarief.
Voorts herinnert de Minister er aan, dat zijn
Kamerrede van 26 November 1929 moet wor
den gelezen in het licht van wat in de memo-
rie van antwoord der Waterstaatsbegrooting a
voor 1930 is gesteld, dat n.l. het laten loopen 3
op Zondagen van treinen tegen verminderden
prijs groote uitzondering moet blijven ens
slechts verantwoord is, indien vervoer op an-u
dere wijze de Zondagsrust nog meer zou sto-:
ren. In dit verband nu zij aangeteekend, dat
de extra treinen, waarover het hier gaat, ge-
middeld 700 reizigers vervoeren, terwijl hier
voor slechts door gemiddeld 3 personen extra'
arbeid wordt verricht, en het bewerkstelligen
van een dergelijk vervoer bijv. per autobus
wettelijk geheel vrij i den dienst van een
veel grooter aantal personen zou vorderen en
bovendien voor de Zondagsrust in het alge-
meen veel storender zou zijn dan de loop van
een enkelen extra-trein.
MOND- EN KLAUWZEER.
Het Tweede Kamerlid Boon had den
Minister van Binnenlandsche Zaken en Land
bouw vragen gesteld betreffende het middel
,,Matafto", ter bestrijding van het mond- en
klauwzeefr.
Hierop heeft de minister o.m. geantwoord,
dat behalve niet gunstige gevolgtrekkingen
naar aanleiding van de indertijd in Nederland
verrichtte proefnemingerf, hem omtrent de
werking van het Matafto gegevens van late-
ren datum uit het buitenland bekend zijn.
Volgens prof. O. WakLh'atm; directeur van
het mond- en klauwzeerinstituut te Riems
in zijn nota aan de vergadering van het In-
ternationaal Veeziekten-Bureau 1929 te Parijs,
is het bewezen, dat het Matafto" geen enkele
specifieke werking bezit.
Ten aanzien van de in Spanje plaats gehad
hebbende proefnemingen werd van den direc
teur van het intemationaal veeziektenbureau
vernomen, dat de compiissie, die met het
onderwerpelijke middel gewerkt heeft, over de
werking een vage conclusie formuleerde
waarbij intusschen naar voren kwam, dat het
voorbehoedend vermogen van het „Matafto"
als twijfelaehtig taeschouv/d moest worden.
Het middel is in Spanje niet officieel gere-
gistreerd, zooals de wetgeving aldaar ver-
eischt. U
De Minister zal nader dverwegen, zulks in
jiet algemeen belang, in dat van'de veehou-
ders in het bijzonder, of In hoeverre hij ge-
volg kan geven aan het algemeen advies van
meergenoemd intemationaal bureau, om niet
"toe te laten de aanwending van. zoogenaamde
specifieke geheimmiddelen tegen "mond- en
klauwzeer, indien hun afdbende gunstige wer-
j .-king wetenschappelijk niet is vastgesteld.
ECONOMISCH INSTITCJUT VOOR DEN
MIDDENSTAND.
Aan het departement van Arbeid, Handel
en Nijvenheid Is dezer dagen naar het Alg.
Hbld. meldt, notarieel verleden de acte van
oprichting der ^Stichtlrsg Eeonomisch Insti-
tuut voor den Middenstand", welke ten doel
heeft het bevorderen van onderzoekingen,
voomamelijk op eeonomisch gehied, in het
belang van den handeldrijvenden en in-
dustrieelen middenstand.
Oprichters zijn de heeren F. K. J. Heringa,
hoofd der afdeeling Handel en Nijverheid van
dat departement, prof. mr. P. J. M. Aalberse,
mr. A. I. M. J. baron van Wijnibergen, voor-
zitter van den Middenstandsraads, J. H. van
Linden van den Heuvel, voorzitter der
Kamer van Koophandel en Fabrieken voor de
Beneden Maas, W .G. Scheeres, voorzitter van
de Vereeniging vein den Christ. Handeldrijven
den en Industr. Middenstand, Ed. G. Schiir-
mann, voorzitter van den Kon. Ned. Midden-
standsbond en C. J. G. Struycken, voorzitter
van den Ned. R. K. Middenstandsbond.
De Raad van Beheer der stichting is als
volgt samengesteld: F. K. J. Heringa, voor
zitter, Prof. Mr. P. J. M. Aalberse, onder-
voorzitter, J. Warner, voorzitter der K. v. K.
en Fabrieken voor Noordelijk Overljjssel, Mr.
A. I. M. J. baron van Wijnbergen, Dr. J. van
Beurden, Mr. H. Bijleveld en Mr. M. J. Wolff,
leden, en J. J. R. Schmal, secretaris-penning-
meester
De heer Mr. T. J. Verschuur, Minister van
Arbeid, H. en N., noeimde het oogerablik van
totstandkoming der stichtimg een heugelijk
moment voor den middenstand.
Van den thans begonnen arfoeid, aldus spre-
ker, mogen onder Gods zegen groote resul-
taten voor den middenstand worden verwacht.
gedaan had, liep ik nu naar de veranda
en ging door de zitkamer naar binnen<j
In de hall kwam Manoel me tegemoet.
„Uw bad is klaar, meneer". kondigde
hij aan. x
Ik knikte en liep de trap op. Ik begon
tot de ontdekking te komen, dat het leven
op Cray's Folly nog niet zoo slecht was
en in die stemming had de vampier-
vleugel bedreiging geen vat op me. Het
leek de herinnering aan een nachtmerrie
onplezierig, maar zonder eenige waar
de. Een ding alleen hield mijn gedachten
nog voortdurend bezig: de identiteit van
de vrouw, die den vorigen avond met
Kolonel Menendez in het rookkamertje
geweest was.
Zulke verstokte zonaanbidders zijn we
in ons hart echter alien, dat ik op dien
warmen zomermorgen alleen besefte, dat
de zon warm was en de lucht blauw en
dat het goed was te leven. De sombere
gedachten drong ik systematisch weg.
Voor ik weer naar beneden ging, stak
ik mijn hoofd om de deur van Harley's
kamer en waarlijk, daar zat hij nog in
zijn kussens met de Daily Telegraphy
naast zich op den grond en de ..Times'
open voor zich op de deken. ;J
,,Ik heb een honger als een paard zei
ik plagend, „en ik ga beneden in hejt
zonnetje smakelijk ontbijten
„Ga je gang", gaf hij me met een van
zijn zeldzame glimlachjes ten antwoord.
,,'t Is altijd prettip om te weten, dat
iemand gelukkig is'
Manoel had mijn kranten naar beneden
meecjenomen en ze op de onfcbijttafel, die
op de veranda op het zuiden klaargezet
1 was, neergelegd. Ik vouwde de „Mail
I open, zette haar overeind tegen een potje
Hetgeen tot nu toe van overheidswege voor
den middenstand kon worden gedaan, was
slechts van bescheiden omvang, een feit,
waarvan de oorzaken genoegzaam bekend
zijn. Eenige uitbreiding onderging daze over-
heidsbemoeiing door de instelling van den
middenstandsdienst aan sprekers departe
ment. Dat zijnerzijds ten deze het initiatief
is genomen moge het ibewijs zijn dat er bij de
regeering met betrekking tot den midden
stand van defaitisme geen sprake is. In deize
stichting ziet spreker voor de overheid een
uitnemend middel om van haar taak ten aan
zien van den middenstand datgene te maken,
wat er redelijkerwijze van mag worden ver-
wadt.
De geheele middenstand in den lande kan
meLjhetgeen thans geschiedde, geluk worden
gewensoht. Door samenwerking van de bui-
tengewone leden van den Middenstandsraad
en ife Kamers van Koophandel en Fabrieken
mgtjjde handelshoogescholen en andere weten-
schappelijke instellingen is thans een vorm
gevonden, waarin door coordinatie van alle
betffeken b'elangen op dit gebied van eeo
nomisch onderzoek het gewenschte resultaat
zal kunnen worden verkregen.
Hit werk van deize stichting kan voor de
samenwerking op eeonomisch gebied van
exemplaire beteekenis worden, indien voor
ieder geval op zich zelf .de meest geeigende
werkwijze worde gevonden. Men zal zich al
dus materiaal kunnen verschaffen, dat voor
een goede beoordeeling van het middenstands-
leven van onschabbare beteekenis is.
De voorzitter, betuigde den Minister den
dank van den Raad voor deze zijne vriende-
lijike woorden en memoreerde, dat hetgeen
thans tot stand kwam de verwezenlijking be-
teekent van een reeds 20 jaren geleden door
Profe Mr. P. J. M. Aalberse geopperd denk-
beeld.
HET INTERN ATION A AL CONGRES VOOR
TECHNISCH BEROEPSONDERWIJS
TE LUIK.
Bij beschikking van den Minister van On-
derwijs, Kunsten en Wetenschappen zijn o.m.
benoemd tot gedelegeerden van de Nederland
sche regeering bij het intemationaal congres
voor technisch beroepsonderwijs, dat te Luik
zal worden gehquden: de heeren H. J. de Groot
inspecteur-generaal van het Nijverheids-
onderwijs te 's Gravenhage, hoofd van de
delegatieG. A. Groote Haar, inspecteur van
het Nijverheidisonderwijs te 's Gravenhage.
Op vragen van het Tweede Kamerlid
Weitkamp:
1 Is de minister bereid vermindering van
pacht in overweging te nemen voor de pach-
ters van Rrjksdomeingronden, en zulks in af-
wijking van de in sommige pachtcontracten
bettaande bepaling, dat verandering van
pachtprijs niet mogelijk is v66r het jaar 1934
2. Kan de minister deelen de overtuiging,
dai zoodanige handelwijze van de zijde der
regeering ook andere eigenaren van ver-
pachte gronden zou doen overwegen, binnen
dan pachttijd tot verlagen hunner pachtprij-
zec over te gaan?
Jieeft de minister van Financien geantwoord:
jl. De ondergeteekende is van meening,
dslt ieder geval afzonderlijk zal moeten wor-
d4n bezien en dat voor een algemeene toe-
zegging, welke rechten zou scheppen, geen
plaats is.
2. De ondergeteekende is niet bevoegd
een oordeel uit te spreken over wat particu-
liere eigenaren van verpachte goederen be-
hooren te doen, noch in staat den invloed
te peilen, welken regeeringshandelingen te
dezer zake op de overwegingen van particu-
liere eigenaren kunnen oefenen.
jam en begon juist met goeden eetlust aan
:mijn grape-fruit toen iets, misschien
was het een parfum of het zachte ruischen
van vrouwekleeren, of missdhien ook dat
niet te omschrijven iets, dat van een
vrouw uitgaat, mijn aandadht afleidde.
Ik keek op' en daar stond Val Beverley.
Goeden morgen, mr. Knox zei ze.
„0, nee, blijft u zitten. Ik kom u wat
gezelschap houden, als u t goed vindt
tenminste".
„Wat een vraag!" gaf ik haar verwij-
tend ten antwoord.
Ze had een eenvoudig wit zomer-
japonnetje aan, met korte mouwtjes, die
haar ronde, licht-gebruinde armen tot ver
boven den elleboog onbedekt lieten. Ze
kwam naar zijn tafeltje toe en legde een
grooten bos rozen op het ontbijtservet
neer.
,,Ik ben de bloemiste van deze inrich-
ting", zei ze. ,,Deze kinderen Flora's zul
len met de lunch uw reukzenuwen streelen
en uw oogen verblijden. Vind u ons h'er
geen barbaren, mr. Knox?
„Nee, absoluut niet. Waarom?"
„Wel, als ik geen medelijden met u
gehad had, zou u nu alleen zitten te ont
bijten net of u in een hotel was".
,,Dat is juist schitterend". zei ik, y-.nu
u me gezelschap bent komen houden
,,Knap bedacht!" gaf ze me ondeugend-
qlimlachend ten antwoord. Die tweede
helft van den zin redt u nog net
,,Nee, maar nu zonder gekheid ging
ik voort, „dit soort gastvrijheid is juist je
ware. Zoo'n ^emeenschappelijke ontbijt-
tafel en dan al te moeten opzitten en
pootjes geven, dat is barbaarsch.
„Dat ben ik met u eens," zei ze opeens
rustig. ,,Het leven hier op Cray s Folly is
neemt U pleafs.
Een verkoudheid
is dan vaak het
gevolg. Neemt
dan te juister tijd
Asp i ri n-Tabletten.
Let op oranje band en Bayerkruls. Prijl 75 cts.
(Ingez. Med.)
HET VERKEER MET DE ZUID
HOLLANDSCHE EN ZEEUWSCHE
EILANDEN.
Verschenen is het verslag van de commis-
sievan Rijckevorsel voor de verbetering van
het verkeer tusschen de Zuid-Hollandsche en
Zeeuwsche eilanden met Zuid-Holland en
Noord-Brabant, ingesteld bij beschikking van
den Minister van Waterstaat van 2 Juli 1929.
De veren, welke de commissie in haar on
derzoek heeft betrokken zijmNumansdorp,
Willemstad, Anna JacobaZijpe, Ooltgens-
plaat:Dintelsas en_ HellevoetshiitMiddel-
hamis. Metbetrekking tot de aansluitende
wegen heeft de commissie gemeend haar on
derzoek voorloopig te. kunnen hepalen tot die,
waarvan de behoefte aan verbetering het
sterkst spreekt, _dat zjjn de wegen Rotterdam
Numansdorp, Halsteren-Willemstad, Steen-
bergenAnna Jacoba en DintelsasProvin-
ciale weg.
Behoudens het veer Ooltgensplaat^Dintel
sas, waar door particulieren met motorbootjes
overzetdiensten voor personen, rijwielen en
motorrqwielen worden bewezen, zijn de veren
in exploitatie bij de Rotterdamsche Tram-
wegmaatsdhappij
In het algemeen en kort samengevat zijn
aan den tegenwoordigen toestand de volgende
bezwaren verbonden;
1°. De overzetmiddelen (vaartuigen) zijn
niet voldoende geschikt voor automobielver-
voer, hetzij doordat die vaartuigen wegens te
geringe afmeting niet genoeg ruinate bieden
om een voldoend aantal motorrijtuigen daar-
op te plaatsen, hetizij dat de aanwezige ruina
te niet ten voile daarvoor kan worden dienst-
baar gemaakt;
2°. De aanlegplaatsen, in het bijzonder ook
de toegangen tot de aanlegplaatsen, zijn niet
voldoende geschikt voor het automobiel-
verkeer;
3°. De dienstregelingen, in het bijzonder
de aantallen overvaarten, beantwoorden niet
meer aan de behoefte van de streek. Uitbrei
ding van het aantal vaarten wordt dringend
noodig geacht;
4°. De tarieven zijn hooger dan voor de
ontwikkeling van de streek gewenscht is en
in vergelijking met andere veren redelijk mag
worden geacht;
5°. Er ontbreekt een rechtstreeksche ver-
binding tusschen Goeree en Overflakkee met
Noord-Brabant over het Volkerak;
6°. De aansluitende wegen voldoen niet of
niet volledig aan de eischen die het automo-
bielverkeer stelt. De opgesom.de bezwaren
hebben in hoofdzaak betrekking op gebreken
of leemten, waardoor het verkeer met motor
rijtuigen wordt belemmerd, en hieraan zal in
het belang van de streken, die van deze
veerverbindingen afhanlkelijk zijn, binnen kor-
ten tijd moeten worden tegemoet gekomen.
heerlijk vrij. Alleen menschen, die door
en door ouderwetsch zijn, zouden er aan-
stoot aan kunnen nemen. Heeft u prettig
gereden vanmorgen
;,Ja, heerlijk," antwoordde ik met mijn
oogen op haar bezige handen, die de
roten vlug en handig in de mooiste scha-
keferingen rangschikten.
Ze had mooie, slanke vingers en er ging
een groote rust van haar bewegingen uit.
Hierin verschilde ze van Madame de Sta
mer, die door haar gebaren zoowel als
door de houdingen van haar handen, sti-
muleerde, opwond.
,,Ik ben vanmorgen langs het Guest
House teruggekomen," begon ik te ver-
tellen. ,,Kent u mr. Camber
Ze keek me wat verschrikt aan.
,,Nee," antwoordde ze. ,,Ik ken hem
niet, U wel
,,Ik heb gisteren bij toeval kennis met
hem gemaakt."
„0 ja Ik dacht, dat hij niet te ge-
naken was, een soort van boeman
Absoluut niet. Hij is juist buitenge-
Woon charmant.
Zoo zei Val Beverley. „Eerlijk ge-
zegd, heb ik dat ook altijd gedacht. Nu
u t zegt, durf ik het wel bekennen. Ik
heb hem nooit gesproken, maar hij ziet er
uit, of hij heel aardig zou kunnen zijn.
Heeft u zijn vrouw ook ontmoet
„Nee. Is ze ook een Amerikaansche
Mijn metgezellin schudde haar hoofd.
,,Ik weet 't niet," antwoordde ze. ,,Ik
heb haar dikwijls gezien en ze is een
sdhatjewerkelijk een buitengewoon
mooi vrouwtje, maar ik heb geen idee van
wat voor nationaliteit ze is."
,,Is ze nog jong
O ja. Ze ziet er uit als een kind.
,,Ik vraag ernaar, legde ik haar uit,
„omdat mr. Camber me verzocht heeft,
hem op te komen zoeken en dat wou ik
vanmorgen of vanmiddap doen."
,,Zoo Wat aardig
Weer zag Jik een eenigszins verschrik-
ten blik in haar grijze oogen.
,,Of eigenlijk eigenaardig. Iemand die
hier logeert
.Waarom
,,Wel", ze keek nerveus om zich heen,
,,ik weet niet wat de reden is, maar hier
op Cray's Folly is het zelfs verboden, om
den naam Colin Camber te noemen."
,,En Kolonel Menendez heeft me gis-
teravond verteld, dat hij Camber niet
kende. hem nooit ontmoet had
Val Beverley haalde haar schouders
op, een gewoonte die ze van Madame de
Stamer had overaenomen.
Misschien is oat, letterlijk. waar." gaf
ze me ten antwoord. ,,Maar ik ben ervan
overtuigd, dat hij hem haat
,,Dat hij mr. Camber haat
t Ja." De uitdrukking van haar oogen
werden bezorgd. ,,Dat is een van de vele
mysteries, die het leven van Kolonel
Menendez onaangenaam maken."
,,En is dat gevoel wederkeerig
,,Dat kan ik u niet zeggen. Ik ken mr.
Camber niet."
,,En Madame de Stamer dan Deelt
die het gevoel van den Kolonel
„Ja, dat geloof ik wel. Maar vraagt u
me maar niet, wat het te beteekenen heeft,
of wat de reden is, want daarop kan ik u
toch niet antwoorden."
(Wordt vervolgd.)