ALGEMEEN NIEUWS- EN APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
ssra 9ehan9en.:n k"r;
Eerste Blad.
binnenland.
Vampier-Vleugel
8547
WOENSDAG 2 JULT 1930
70e Jaargang
FEUILLETON,
BUITENLAND.
door
SAX ROHMER.
ABONNEMENTSPRMS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr per post f1,80 per 3 maanden Brj voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,25, overige Ian den 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen btj vooruitbetaling.
liltg«efster: Flrma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 - TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
Grootere letters en cliches wor den naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien brj regelabonnement te gen vermlnderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrrjgbaar is. Inzending van advertentien liefst 66n dag voor de ultgave.
DIT BRAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
EERSTE KAMER.
Het Centraal Stembureau heeft in de vaca-
ture ontstaan door het bedanken van den heer
C. J. K. van Aalst, die benoemd was in de
vacature-Verkouteren tot lid van de Eerste
Kamer benoemd verklaard den heer J, ter
Haar Jr. te Amsterdam.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
Op voorstel van den voorzitter worden
ednige ontwerpen aan de agenda toegevoegd,
o.a. het Suiikerwetje. Na aanneming van een
20-tal kleine wetsontwerpen en conclusies
komt aan de orde de interpellatie-De Boer
over den noodtoestand in de binnenschippenj.
De heer De Boer (s.d.) wijst er op, dat
vooral in de noordelijke provincies de bin-
nenschipperij met groote moeilijkheden te
kampen heeft, hetgeen hij met cijfers toe-
licht.
De meeste schippers kunnen hun fman-
cieele verplichtiingen niet nakomen. Door de
malaise lijdt dit bedrijf groote verliezen en
spreker acht het duidelijk dat hier geholpen
moet worden, omdat de slechte gang van
zaken een gevolg is van het toenemende ver-
voer per as en de verlaging van de spoor-
taiiieven voor aardappelvervoer. Spreker
stelt vier vragen en wenscht o.m. een speciale
steunregeling, voorloopig voor drie maanden.
Minister Ruijs de Beerenbrouck antwoordt,
dat de malaise niet uitsluitend te wijten is
aan de verminderde actie in het bedrijf. Veelal
wordt voorkeur gegeven aan vervoer per as.
Voorts zijn de vraagprijzen zeer verhoogd
door oprichting van schippersbeurzen. Om-
trent een steunregeling kan spr. geen detm1-
tief antwoord geven. Spreker betwpfelt of
een rijksregeling mogelijk is, en wacht af het
overleg, dat thans plaats heeft tusschen
gemeenten in het Noorden van het land.
De Tweede Kamer heeft gistermiddag met
51 tegen 19 stemmen verworpen een motie
van den heer De Boer, tot het geven van
steun aan noodlijdende binnenschippers.
DE PACHTPRIJZEN.
Het Tweede Kamerlid de heer Weitkamp
heeft aan den Minister van Financien de vol-
gende vragen gesteld:
1. Is de Minister bereid vermmdermg van
pacht in overweging te nemen voor de pach-
ters van Rijiksdomeingronden, en zulks m at-
wiiking van de in sommige pachtcontracten
bestaande bepaling, dat verandermg van
pachtprijs niet mogelijk is v66r het ]aar 193
2. Kan de Minister deelen de overtuigmg,
dat zoodanige handelwijze van de zijde der
regeering ook andere eigenaren van veipach-
te gronden zou doen overwegen, binnen den
pachttijd tot verlagen hunner pachtprvjzen
over te gaan?
HEFFING COMPENSEEREND INVOER-
RECHT OP SOMMIGE SOORTEN SUIKER.
Verschenen is de memorie van antwoord
aan de Tweede Kamer betreffenide het wets-
ontwerp tot heffing van een compenseerend
invoerrecht op sommige soorten suiker. Hier
aan ontleenen we het volgende.
Dat in de memorie van toelichting met geeij
enkel woord werd gemotiveerd, waarom uit
fiscaai oogpunt deze aanvulling thans nood-
zakelijik is, is juist. Dit zou ook moeiiijk ge
motiveerd kunnen worden. Immers een com
penseerend invoerrecht is uit fiscaai oog
punt d.w.z. ter voorziening in.de behoef-
ten van de schatkist nooit noodzakelijk.
Dat thans oak voor de suiker tot de hef
fing van zulk een recht wordt overgegaan,
gescfhiedt in'derdaad op grond van de heer-
schende landlbourwcrisis. Die crisis is aanlei-
ding, maar niet rechtvaardiging van den
maatregel.
Een afwijzing van 't ontwerp op den grond,
dat- niet in groot verband een geheel com
plex van steunmaatregelen wordt aangebo-
den, zou naar het de Regeering voorkomt,
bezwaariijk zijn te rechtvaardigen.
Een crisis, als thans de wereld teistert,
is niet door regeeringsmaatregelen te over-
winnen, hoogstens te verzachten. Het komt
de Regeering daarom voor, dat, in afwach-
ting van^at verder nog te doen mogelijk
zal blijken, er thans minder dan ooit reden
is kleine maatregelen te verachten.
De Regeering meende de draagwijdte en
de gevolgen van den onderhajvigen maat
regel, waarvan het denkbeeld trouwens aller-
minst nieuw is, genoegzaam te kunnen be-
oordeelen. Zij heeft daarom de indiening van
het ontwerp, zander nadere adviezen in te
winnen, voor haar verantwoording durven
nemen.
De verhooging, die de suikerprijs door het
wetsontwerp zal kunnen ondergaan onge-
veer 2 a 2% cent per K.G. is gering ver-
geleken bij de verlaging, die in de lajatste
tijden is ingetreden. De Regeering is van
meening, dat het beboud van de suikerbieten-
cuiltuur met zijn velerlei gelegenheid tot ar-
beid en van de suikerindustrie om van de
nevebbedrijven niet te spreken, het geringe
offer rechtvaardigt.
Voor de schatkist wordt van den maatregel
geen beteekenend voordeel verwacht.
Een eenvoudige accijnsverlaging zonder in-
voering van een invoerrecht zou aan de
moeilijkheden in de betrokken bedrijfstakken
allerminst tegemoet komen. Dit is, zoo het
nog noodig ware, wel voldoende gebleken, uit
wat gabeurd is, sinds het vervallen van de
leemingsopcenten.
Wat betreft het denkbeeld van het tot
stand brengen van een conventie op den voet
van de Brusselsche overeenkomst van 1902,
stelt de Regeering er prijs op te verklaren,
dat zij de totstandkoming van een zoodanige
conventie ten zeerste zou toejuichen en dat
zij bereid is daartoe haar kraohtige medewer-
king te verleenen. Dat de kansen op tot
standkoming van een conventie, in den laat-
sten tijd zijn gestegen, zou de Regeering
niet durven bevestigen.
Niet alleen de Centrale Suikermaatschap-
pij maar ieder, die suiker in voorraad heeft,
kan van de prijsstijging voordeel genieten.
Een middel om bedoeld voordeel te met
te doen heeft de Regeering niet tot haar
besobikking.
Dwingende maatregelen van Regeermgs-
wege tot belemmering van den uitvoer kun
nen niet m uitzicht worden gesteld. Van het
overleg en het beleid der belanghebbenden
verwacht de Regeering de maatregelen ter
vermijding van de uitbreiding van den bieten-
ibouw Waar mogelijk zal de Regeering dit
overleg bevorderen.
Blijkens 't verslag van de commissie-Lovmk
was deze in haar groote meerderheid van
gevoelen, dat een teeltpremie, vanwege haar
tijdelijk karakter, voor het loopende jaar
geen aanberveling verdient. De Regeemng
deelt in dit opzicht het gevoelen der com-
missie.
De Regeering is voorts van oordeel, dat
het ontwerp-pachtwet en de verdeeling van
de bodemopbrengst tusschen grondbezitter,
pachter en landarbeider buiten het bestek
van dit ontwerp vallen Eveneeens wenscht de
Regeering onibesprokeu te laten de door ver-
scheidene leden geuite vrees, dat de toch
reeds lage loonen der landarbeiders zouden
worden verlaagd.
In ieder geval zal de voorgestedde maat
regel der loonen der landarbeiders niet ten
ongunste ibeinvloeden.
Voorwaarden omtrent de loonpositie kan
de Regeering naar aanleiding van dit wets
ontwerp niet stellen.
Het vaststellen van minimumprijzen voor
landbouwproducten zou de consumenten em-
stiger schaden dan het onderhavige wetsvoor-
stel doet. Het voor Rijksrekening nemen van
de lasten der sociale verzekering zou onbil-
iijk zijn tegenover vele betrokkenen bij an
dere takken van bedrijf. Verlaging van den
Vleeschaccijms zou het betreffende gedeelte
van den landbouw weinig baten indien al-
thans niet tegelijkertijd bescherming werd in-
gevoerd.
Onder de nadere voorstellen, die even-
tueel zullen gedaan worden, maar waarom-
trent thans nog geen uitsluitsel kan worden
gegeven, zijn maatregelen als de bedoelde
niet begrepen
In antwoord op een gestelde vraag deelt
de Regeering mede, dat als suiker van bin-
nenlandsche herkomst is te beschouwen alle
suiker, die is vervaardigd of bewerkt in
Nederlandsche fabrieken of raffinaderijen,
ongeacht de herkomst van de grondstof.
Nota van den heer Colijn.
Het voomaamste deel van deze nota strekt
om te betoogen, dat er tegen gewaakt zal
dienen te worden, dat de bate, verkregen
op den binnenlandsehen afzet van suiker,
weer verloren gaat door verliezen op den
uitvoer.
De Regeering merkt op, dat, indien ver-
trouwd wordt, dat de organisaties door sa-
menwerking averschotten, die boven de bin-
nenlandsche markt blrjven zweven, zullen
kunnen vermijden, aangenomen mag worden,
dat diezelfde samenwerking evenzeer ten goe-
de zal kunnen ko'.nen aan 't weren van
schadelijke, immers tot verlies-voerende uit-
voeroverschotten.
De Regeering is dan ook van meening, dat
aan een aanvulling" als den heer Colijn
voor oogen staat, geen behoefte bestaat en
dat zij bovendien bezwaariijk zou kunnen
worden aangebracht.
VEREENIGING VAN NED. GEMEENTEN.
Blijkens het jaarverslag is door toetreding
van 95 gemeenten het aantal leden der Ver-
eeniging van Ned. Gemeenten ip 1929 geste
gen tot 875. Door opzegging is het aantal
leden met 2 verminderd en door annexatie is
6&n lid vervallen. Hierdoor bedroeg het op
31 December 1929 872 met 7.262.983 iniwo-
ners d.i. 94 van het totaal aantal inwoners
van Nederland op 31 December 1929.
DE VERDEEEING VAN DEN ZENDTI-JD
Aan den Minister van Waterstaat is het
volgende telegram verzonden:
A.V.R.O.-comitd Utrecht ve.rzoekt Uwe Ex-
cellentie onderzoek te doen instellen naar
aantal leden toestelbezitters der omroepver-
eenigingen en op dien grondslag de zendtijd-
verdeeling te bepalen.
24)
Hij
Vervolg.)
keek me met een eigenaardigen
blik aan.
..Gisteren, toen je weg was, Knox, heo
ik dit boek in mijn eigen bibliotheek ont-
dekt Ik wist, nota bene, met eens, dat ik
een werk over Neger-Tooverij rijk was.
Toen heb ik die passages onderstreept
,,Maar Harley' riep ik uit, de man,
dien ze daarin citeeren, die Golin Cam
ber, woont hier in de buurt.
„,Ja, dat weet ik."
,,Dat weet je... 1
„Ia, ik heb het ongeveer een half uur
qeleden van inspecteur Aylesbury, den
chef van de politie hier, gehoord.
„ilk wist het om twee uur al.
Harley fronste ongeduldig zijn wenk-
brauwen.
Waarom ben je t mij dan niet met-
een komen vertellen? vroeg hij niet be-
paald vriendelijk. ,,Dat zou mij een bui-
tengewoon onaangename reis^ naar Mar
ket Hilton bespaard hebben.
..Market Hilton Ben je daar dan ge-
w
ja. Knox. Ik heb Innes uit het post-
kantoor daar opgebeld... ik heb hem ge-
zegd, dat hij de auto hierheen moest
sturen. „iDe Bloeiende Lavendelstruik
heeft een -uitstekende garage.
,,Wat! En de Kolonel heeft drie
auto's!" riep ik uit.
..Een paard heeft vier beenen gat
Harley me ongeduldig ten antwoord, „en
ik heb er maar twee. En toch zijn er tij
den, waarop ik prefereer mijn eigen twee
te gebruiken. iMaar je hebt me nog geen
antwoord gegeven op mijn vraag, waar
om je me je nieuws niet dadelijk bent
komen vertellen!'
„Maar beste kerel", legde ik hem zoo
gemoedelijk mogelijk uit, ,,hoe kon ik
weten, dat dat nieuwtje van zoo n groot
belang w%s? Ik had dat boek over Neger-
Tooverij toen nog niet gezien!
..Neen," zei Harley. terwijl hij zich op
het' bed liet neervallen, „dat is waar,
Knox. Ik ben soms verbazend onredelijk,
'n souvenir van mijn Indische jaren zeker.
Reken het mij maar niet aan, ouwe jon-
gen J Om je eerlijk de waarheid te
zeggen, voel ik er allemachtig veel voor
om mijn koffer te pakken en den aftocht
te blazen
Watriep ik uit.
Ja. Ik weet wel, dat jij niet graag
weq zou gaan, Knox zei Harley glim-
laciliend, en ik, zij het om andere rede-
nen, ook niet. Maar ik bedank er stich-
telijk voor om met me te laten spelen.
,,je moet me niet kwalijk nemen. Har
ley', maar ik begrijp niet wat je bedoelt.
,,Neen, dat ligt voor de hand. Maar
denk eens na, Knox. Geloof jij, dat Kolo
nel Menendez niet weet, dat zijn buur-
man hier een bekend autoriteit op het ge-
bied van Voedoe en aanverwante fraaiig
heden is - n
„Je hebt het, natuurlijk, over Golin
Camber
,\e hebt gelijk", zei ik langzaam, „de
Kolonel moet weten, dat die hier in de
buurt woont."
,,En hij weet wat de man is, dat was
gemakkelijk uit zijn opmerkingen op te
maken", gina Harley voort. „Oe eenige
verklaring, aic niet al te onmogelijk
van die aanslagen op zijn leven staat en
valt met wel of niet nier... en in Amerika
wonen van Obeah-aanhangers.
la at hij me, nota bene, ondanks het feit
dat ik eenige malen zeer duidelijk een
vraag te dien opzichte gesteld heb, nu
laat hij me, zeg ik, zelf uitvinden, dat
FRANKRIJK EN ITALIe.
De Times heeft Maandag in een hoofdarti-
kel betoogd, schrijft de N. R. Crt., dat het
voorbarig zou zijn, den Volkenbond reeds te
moeien in de spanning tusschen Frankrijk en
Italie, welke tengevoige van de vlootconfe-
rentie zoozeer is toegenomen. Het plan om
de tusschenkomst van Geneve in te roepen is
afkomstig van haren vroegeren hoofdredac-
teur Wickham Steed, die in een ingezonden
stuk de aandacht vestigde op het tweede ar-
tikel van het Handvest, waarbij elke oorlog
of bedreiging met oorlog verklaard is tot een
zaak die den geheelen bond aangaat en dus
op verzoek van een lid van den Raad van den
Volkenbond dit lichaam bijeen kan brengen.
In hetzelfde artikel wordt het een goed recht
van elk lid van den Bond genoemd om de aan
dacht van Assemblee of Raad op voor den
vrede gevaarlijke omstandigheden te vestigen.
Steed achtte daarom een initiatief van Ne
derland en de Skandinavische staten, die het
verst van de kwesties afstaan, voor de hand
liggen.
Het valt echter niet te loochenen dat er
voor het betoog van de Times dat zulk een
stap voorbarig zou zijn, veel te zeggen valt.
Hij zou de erkenning van oorlogzuchtige ge-
zindheid bij een van de twee beteekenen,
welke met het geschrijf en gewrijf dat het
aan weerskanten zou uitlokken, stellig niet
tot verbetering van de verstandhouding zou
bijdragen, maar de spanning op een bedenke-
lijk punt brengen. Voor het oogenblik moet
men aan de onderhandelingen, welke langs
diplomatieken weg voorbereid zijn, liever
eerst een kanis geven, al is een nauwe en ver-
trouwelijke aanraking tusschen de onderhan-
delaars, door psychologische verschillen, nog
moeilijk te verkrijgen. Aan den eenen kant
staat het democratische Frankrijk met een
te kleine bevolking en een machtig koloniaal
rijk, aan den anderen kant het fascistische
Italie met snel wassende bevolking, waarvoor
op het schiereiland op den duur niet genoeg
ruimte is, isedert vele emigratie-uitwegen
versperd zijn, en met armzalige kolonies, die
het kreeg toen de beste brokken al onder
andere, vroeger groot geworden mogend-
heden verdeeld waren.
Het oude zeer, dat het eerst opgeruimd
moet worden, betreft Tunis en de grens van
Tripolitande. In Tunis zijn de Italianen nog
steeds talrijker dan de Franschen en de Ita-
liaansche kolonisten uit den tijd van v66r de
Fransche bezetting profiteeren van de over
eenkomst van 1896, volgens welke de oude
Italiaansche kolonisten in de Fransche be-
zitting hun nationaliteit mochten behouden.
Zij zijn er een sterk Italiaansch-nationalis-
tisch element geworden. Italie vindt het ver-
nederend dat het, volgens de bepalingen van
de overeenkomst, elke drie maanden om ver-
nieuwing ervan moet vragen. Als Frankrijk
dit echter op een gegeven oogenblik weigerde,
zouden de poppen aan het dansen komen. De
eigenlijke moeilijkheid zit intusschen in de
nakomelingschap van deze kolonisten. Vol
gens de Fransche wet worden zulke kinderen
door het feit dat zij op Franschen bodem ge-
boren zijn, Franschen, wat Italie niet wil er-
kennen, want zijn wetten luiden dat kinderen
van Italianen in het buitenland, wier oudens
de Italiaansche nationaliteit behouden hebben
I eveneens als Italianen beschouwd worden.
i Volgens het compromis dat sedert jaren van
i kracht is en telkens hemieuwd wordt, lijft
j Frankrijk de kinderen van Italianen in Tunis
nog niet bij zijn leger in. Het zal moeilijk
i zijn in een voorloopigen toestand, die zoo
lang bestaan heeft, verandering te brengen
en het is de vraag, of het Fransche leger
veel nut zou hebben van dergelijke onwillige
elementen. Het probleem lijkt slechte oplos-
baar als de Fransch-Italiaansche betrekkin-
gen in een hartelijk stadium komen, waarop
nog geen krjk is.
De grens tusschen Tunis en Tripolitanie
is een strijdpunt geworden tengevoige van
het tractaat van Londen, kraehtens hetwelk
Italie in 1915 de partij van de Entente heeft
gekozen. Bij een gunstigen afloop van den
oorlog zijn Italie toen door Engeland en
Frankrijk zekere vergoedingen beloofd. Van
Engeland heeft het die gekregen door een
grensverbetering in Jubaland. Frankrijk
heeft in 1919 aan Italie eenig gebied langs de
Tripolitaansche grens afgestaan, maar de
Italiaansche verlangens gaan veel verder in
de richting van verbinding met Aequatoriaal
Afrika. Daar is een couloir-kwestie in wor
ding, die moeilijk is, omdat een Italiaansche
strook de verbinding der Franschen met hun
Oostelijk gebied zou kruisen.
Alles te zamen genomen, zijn deze kwes
ties echter niet zoo formidabel om een con
flict tusschen de twee landen met al de uit
breiding die het daarna zou krijgen, te wettl-
gen. Het zou denkbaar zijn, als Frankrijk tot
de uiterste grens van tegemoetkoming ging.
Verbeteren daardoor de betrekkingen, dan
komt de wedstrijd in wapening van zelf in
een minder verontrustend licht. Het gebaar
van Italie tot versterking van zijn weermid-
delen is wel dreigend, maar niemand zal ge-
looven, dat het voorloopig meer beteekent
dan dat het zich voor onderhandelingen sterk
wil maken. Wij moeten ook nog afwachten
wat er van het program in Italie's tegen-
woordige economische omstandigheden ver-
wezenlijkt zal worden. Het is echter hoog
tijd, dat de eerste stap tot verzoening in het
Fransch-Italiaansch geschil gedaan wordt,
want het doet ook zijn ongunstigen mvloed
op den toestand op den Balkan gevoelen.
EEN WAALSCHE GROEP IN HET
RELGISCHE PARLEMENT.
Te Charleroi is, naar aan de N. R. Crt ge-
meld wordt, op initiatief van de Ligue Wal-
lonne een volksvergadering gehouden in het
Beursgebouw dat geheel gevuld was met be-
langstellenden. De katholieke Waalsche voor-
man Elie Baussaert, liberaal Kamerlid, Pater,
hoofdredacteur van de Gazette de Charleroy
en het socialistische Kamerlid Fessler, namen
achtereenvolgens het woord. Pater deed onder
luid applaus het voorstel tot
een boven den partijstrijd staande Waalsche
parlementaire groep. Ook nam de verga -
ring bij acclamatie een motie aan, bepalend,
dat de Fransche eentaligheid van het Wa^e""
land op alle gebied moet worden behouden,
doch dat aan de gezinshoofden de keuze van
een tweede taal in het middelbaar onderwijs
dient overgelaten, zoodat zij in de plaats van
Nederlandsch, Engelsch, Duitsch of Spaansch
kunnen kiezen en dat aan de Walen het op
klimmen tot in de hoogste functies der^njks-
administratie, met kenms van de Fransche
taal allden verzekerd dient te blrjven.
Camber's tuin, praktisch gesproken, aan
den zijnen grenst."
,,Och kom Woont bij zoo dichtbi]
I^Maar Knox riep Harley uit. „De
man woont in het Guest House. Je kunt
het huis uit den tuin van Cray s holly
zien. Vanmiddag hebben we er nog naar
staan kijken."
..Wat Is het. Guest House dan dat
oude huis tegen 'den heuvel op
,,Ja. En nu jouw opinie, Knox. Kolo
nel Menendez vertrouwt den man niet,
dat is duidelijk. iMaar waarom zou hij
ons zijn naam niet genoemd hebben
„Wel", gaf ik bedachtzaam ten ant
woord, ,,misschien omdat praktisch-toe-
jepaste tooverij en aanslagen op iemands
.even plegen buitengewoon moeilijk te
rijmen zijn met het type van den man in
kwestie."
,,Ja maar, Knox, de man is een ex
pert in die Voedoe-zaken
,Dat kan best zijn, Harley. Ik geloof
zelf graag, dat hij een buitengewoon goed
expert is. Maar ik geloof niet, dat hij
een moordenaar is en gezien het feit, dat
ik het genoegen gehad heb om Mr. Colm
Camber te ontmoeten, kan ik wel eenigs-
zins erover oordeelen.
De voldoening, die ik op dat oogenblik
voelde, klonk blijkbaar in den toon,
waarop ik sprak, door, want Harley keek
me een minuut scherp aan, voor hij zek
,,Het lijkt waremipel wel, of je me dit
geval afhandig wilt maken, Knox. Ter
wijl ik den omtrek systematisch aan net
afjaqen ben, zonder veel resultaat, dat
qeef ik toe ben jij het doolhof binnen-
gestrompeld en hebt het op jouw onmo-
gelijk-sukkelige manier nog verder ge-
bracht dan ik met al mijn werken.
Harley was blijkbaar in een slecht
humeur. Ik wachtte af, want ik wist, dat
ik de reden ervan wel te weten zou
komen. En werkelijk, na even wachten
heb^'ik, nota bene, den heelen
middag verknoeid met praten met een
verloren geweest
ken, dat ik zonder jou
zou zijn. Knox. Tot mijn spqt, tot mi,n
groote spijt, zal ik je morgen een andere
taak moeten opdragen.
„Een andere taak? Wat bedoel ie
daaEenenieuwe, die je wel niet zoo prettig
zult vinden als de oude. Met andere
woorden, ik moet je verzoeken ie mor-
qenochtend een uurtje van Miss Beve
lev los te scheuren en van de uitnood -
qinq van Mr. Camber gebruik te maken
Buitenqewoon onaangenaam. zeg
heb alle kans, dat hij me niet eens meer
k£!in elk geval heb jij een excuus om
hem een bezoek te brengen en dat heb
ih niet En het is. onder de gegeven
omstandigheden, bepaald noodig, dat we
met hem in aanraking komen
Goed," stemde ik niet bepaald gretig
toe' dat zal dan gebeuren. Maar denk
|e heusch, Harley, dat het gevaar van
dien kant -komt ao
Paul Harley nam zijn smoking van de
den stoel, waar de valet an
onmogelijken boer van een politie-agent,
die nooit van zijn leven van me gehoord
Die uiting van slechtgehumeurdheid
deed me, eerlijk gezegd, plezier. Het
was bepaald een verkwikking om te
weten, dat de alwetende en superieure
Paul Harley zich heel gewoon gepikeerd
icon gevoelen.
,,Een zekere inspecteur Aylesbury
ging hij korzelig voort, „een groote, dikke
man met een uiterlijk, dat merkwaardig
veel op een walrus lijkt, maar, helaas,
zonder de hersenen en daardoor zonder
de intelligentie van genoemd dier. Ik
heb er Commissaris East van Scotland
Yard bij moeten halen, per telefoon na
tuurlijk, voor hij het idee fixe, dat ik een
verdacht individu was, wilde loslaten.
Maar houding nummer twee ten opzichte
van mij was nog onmogelijker dan num
mer een. Van het oogenblik af. dat hij
de telefoon aan den haak hincj, werd hij
een oude sergeant-majoor, die_ tegen zijn
zin een recruut met „klachten' te woord den stoei> w,acll -
..Herinner je je nog, iKnox, zei hi),
dat ik het een poosje geleden over de
wenschelijkheid gehad heb. om me uit
m'n professie terug te trekken
Ik zie nu aankomen, dat dat terug-
trekken niet uit vrijen wil zal gebeuren,
Knox. Ik word er uitgetrapt als de
grootste ezel, die er in dit tranendal rond-
loopt, want om liet ilTqee^flauw benul
r^verband/daftusschen het
van een vent te doen krijgen, dan mag
de hemel ons bewaren
Hij barstte in een smakelijk lachen uit.
Het laatste gedeelte van zijn tirade had
hem opeens weer in zijn humeur gebrac
en om de kuur te volmaken, haalde hi]
zijn pijp te voorschijn en begon haar vli]-
tiq te stoppen.
Ik qa me verkleeden, kondigde hi]
aan. ,,'Ga jij hier zitten en vertel me al
les van Colin Camber.
Ik deed, wat hij me vroeg. Harley be-
qon zich te verkleeden en daar hij de
kunst, om dat vlug en handig te doen
tot in de perfectie verstond, was hi] al
bezig met het strikken .van zijn das, toen
ik mijn relaas van de ontmoeting in „De
Bloeiende Lavendelstruik" met een: „Z,ie-
zoo, dat is alles", beeindigde.
Hm," mompelde hij, toen ik zweeg.
Ik begin hoe langer hoe meer te mer-
verhaal van Kolonel Menendez dien ge-
spijkerden vampier-vleugel en Mr Colm
clamber bestaat. Daarin trtomtee. tk.
qelukkiq, over Auguste Dupin. Die er
kende nooit. dat het hem met naar den
vleeze ging"-
(Wordt vervolgd.)