ALGEMEEN NIEUWS- EN APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. ssra 9ehan9en.:n k"r; Eerste Blad. binnenland. Vampier-Vleugel 8547 WOENSDAG 2 JULT 1930 70e Jaargang FEUILLETON, BUITENLAND. door SAX ROHMER. ABONNEMENTSPRMS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr per post f1,80 per 3 maanden Brj voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,25, overige Ian den 2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen btj vooruitbetaling. liltg«efster: Flrma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 - TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20. Grootere letters en cliches wor den naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien brj regelabonnement te gen vermlnderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrrjgbaar is. Inzending van advertentien liefst 66n dag voor de ultgave. DIT BRAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. EERSTE KAMER. Het Centraal Stembureau heeft in de vaca- ture ontstaan door het bedanken van den heer C. J. K. van Aalst, die benoemd was in de vacature-Verkouteren tot lid van de Eerste Kamer benoemd verklaard den heer J, ter Haar Jr. te Amsterdam. TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. Op voorstel van den voorzitter worden ednige ontwerpen aan de agenda toegevoegd, o.a. het Suiikerwetje. Na aanneming van een 20-tal kleine wetsontwerpen en conclusies komt aan de orde de interpellatie-De Boer over den noodtoestand in de binnenschippenj. De heer De Boer (s.d.) wijst er op, dat vooral in de noordelijke provincies de bin- nenschipperij met groote moeilijkheden te kampen heeft, hetgeen hij met cijfers toe- licht. De meeste schippers kunnen hun fman- cieele verplichtiingen niet nakomen. Door de malaise lijdt dit bedrijf groote verliezen en spreker acht het duidelijk dat hier geholpen moet worden, omdat de slechte gang van zaken een gevolg is van het toenemende ver- voer per as en de verlaging van de spoor- taiiieven voor aardappelvervoer. Spreker stelt vier vragen en wenscht o.m. een speciale steunregeling, voorloopig voor drie maanden. Minister Ruijs de Beerenbrouck antwoordt, dat de malaise niet uitsluitend te wijten is aan de verminderde actie in het bedrijf. Veelal wordt voorkeur gegeven aan vervoer per as. Voorts zijn de vraagprijzen zeer verhoogd door oprichting van schippersbeurzen. Om- trent een steunregeling kan spr. geen detm1- tief antwoord geven. Spreker betwpfelt of een rijksregeling mogelijk is, en wacht af het overleg, dat thans plaats heeft tusschen gemeenten in het Noorden van het land. De Tweede Kamer heeft gistermiddag met 51 tegen 19 stemmen verworpen een motie van den heer De Boer, tot het geven van steun aan noodlijdende binnenschippers. DE PACHTPRIJZEN. Het Tweede Kamerlid de heer Weitkamp heeft aan den Minister van Financien de vol- gende vragen gesteld: 1. Is de Minister bereid vermmdermg van pacht in overweging te nemen voor de pach- ters van Rijiksdomeingronden, en zulks m at- wiiking van de in sommige pachtcontracten bestaande bepaling, dat verandermg van pachtprijs niet mogelijk is v66r het ]aar 193 2. Kan de Minister deelen de overtuigmg, dat zoodanige handelwijze van de zijde der regeering ook andere eigenaren van veipach- te gronden zou doen overwegen, binnen den pachttijd tot verlagen hunner pachtprvjzen over te gaan? HEFFING COMPENSEEREND INVOER- RECHT OP SOMMIGE SOORTEN SUIKER. Verschenen is de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer betreffenide het wets- ontwerp tot heffing van een compenseerend invoerrecht op sommige soorten suiker. Hier aan ontleenen we het volgende. Dat in de memorie van toelichting met geeij enkel woord werd gemotiveerd, waarom uit fiscaai oogpunt deze aanvulling thans nood- zakelijik is, is juist. Dit zou ook moeiiijk ge motiveerd kunnen worden. Immers een com penseerend invoerrecht is uit fiscaai oog punt d.w.z. ter voorziening in.de behoef- ten van de schatkist nooit noodzakelijk. Dat thans oak voor de suiker tot de hef fing van zulk een recht wordt overgegaan, gescfhiedt in'derdaad op grond van de heer- schende landlbourwcrisis. Die crisis is aanlei- ding, maar niet rechtvaardiging van den maatregel. Een afwijzing van 't ontwerp op den grond, dat- niet in groot verband een geheel com plex van steunmaatregelen wordt aangebo- den, zou naar het de Regeering voorkomt, bezwaariijk zijn te rechtvaardigen. Een crisis, als thans de wereld teistert, is niet door regeeringsmaatregelen te over- winnen, hoogstens te verzachten. Het komt de Regeering daarom voor, dat, in afwach- ting van^at verder nog te doen mogelijk zal blijken, er thans minder dan ooit reden is kleine maatregelen te verachten. De Regeering meende de draagwijdte en de gevolgen van den onderhajvigen maat regel, waarvan het denkbeeld trouwens aller- minst nieuw is, genoegzaam te kunnen be- oordeelen. Zij heeft daarom de indiening van het ontwerp, zander nadere adviezen in te winnen, voor haar verantwoording durven nemen. De verhooging, die de suikerprijs door het wetsontwerp zal kunnen ondergaan onge- veer 2 a 2% cent per K.G. is gering ver- geleken bij de verlaging, die in de lajatste tijden is ingetreden. De Regeering is van meening, dat het beboud van de suikerbieten- cuiltuur met zijn velerlei gelegenheid tot ar- beid en van de suikerindustrie om van de nevebbedrijven niet te spreken, het geringe offer rechtvaardigt. Voor de schatkist wordt van den maatregel geen beteekenend voordeel verwacht. Een eenvoudige accijnsverlaging zonder in- voering van een invoerrecht zou aan de moeilijkheden in de betrokken bedrijfstakken allerminst tegemoet komen. Dit is, zoo het nog noodig ware, wel voldoende gebleken, uit wat gabeurd is, sinds het vervallen van de leemingsopcenten. Wat betreft het denkbeeld van het tot stand brengen van een conventie op den voet van de Brusselsche overeenkomst van 1902, stelt de Regeering er prijs op te verklaren, dat zij de totstandkoming van een zoodanige conventie ten zeerste zou toejuichen en dat zij bereid is daartoe haar kraohtige medewer- king te verleenen. Dat de kansen op tot standkoming van een conventie, in den laat- sten tijd zijn gestegen, zou de Regeering niet durven bevestigen. Niet alleen de Centrale Suikermaatschap- pij maar ieder, die suiker in voorraad heeft, kan van de prijsstijging voordeel genieten. Een middel om bedoeld voordeel te met te doen heeft de Regeering niet tot haar besobikking. Dwingende maatregelen van Regeermgs- wege tot belemmering van den uitvoer kun nen niet m uitzicht worden gesteld. Van het overleg en het beleid der belanghebbenden verwacht de Regeering de maatregelen ter vermijding van de uitbreiding van den bieten- ibouw Waar mogelijk zal de Regeering dit overleg bevorderen. Blijkens 't verslag van de commissie-Lovmk was deze in haar groote meerderheid van gevoelen, dat een teeltpremie, vanwege haar tijdelijk karakter, voor het loopende jaar geen aanberveling verdient. De Regeemng deelt in dit opzicht het gevoelen der com- missie. De Regeering is voorts van oordeel, dat het ontwerp-pachtwet en de verdeeling van de bodemopbrengst tusschen grondbezitter, pachter en landarbeider buiten het bestek van dit ontwerp vallen Eveneeens wenscht de Regeering onibesprokeu te laten de door ver- scheidene leden geuite vrees, dat de toch reeds lage loonen der landarbeiders zouden worden verlaagd. In ieder geval zal de voorgestedde maat regel der loonen der landarbeiders niet ten ongunste ibeinvloeden. Voorwaarden omtrent de loonpositie kan de Regeering naar aanleiding van dit wets ontwerp niet stellen. Het vaststellen van minimumprijzen voor landbouwproducten zou de consumenten em- stiger schaden dan het onderhavige wetsvoor- stel doet. Het voor Rijksrekening nemen van de lasten der sociale verzekering zou onbil- iijk zijn tegenover vele betrokkenen bij an dere takken van bedrijf. Verlaging van den Vleeschaccijms zou het betreffende gedeelte van den landbouw weinig baten indien al- thans niet tegelijkertijd bescherming werd in- gevoerd. Onder de nadere voorstellen, die even- tueel zullen gedaan worden, maar waarom- trent thans nog geen uitsluitsel kan worden gegeven, zijn maatregelen als de bedoelde niet begrepen In antwoord op een gestelde vraag deelt de Regeering mede, dat als suiker van bin- nenlandsche herkomst is te beschouwen alle suiker, die is vervaardigd of bewerkt in Nederlandsche fabrieken of raffinaderijen, ongeacht de herkomst van de grondstof. Nota van den heer Colijn. Het voomaamste deel van deze nota strekt om te betoogen, dat er tegen gewaakt zal dienen te worden, dat de bate, verkregen op den binnenlandsehen afzet van suiker, weer verloren gaat door verliezen op den uitvoer. De Regeering merkt op, dat, indien ver- trouwd wordt, dat de organisaties door sa- menwerking averschotten, die boven de bin- nenlandsche markt blrjven zweven, zullen kunnen vermijden, aangenomen mag worden, dat diezelfde samenwerking evenzeer ten goe- de zal kunnen ko'.nen aan 't weren van schadelijke, immers tot verlies-voerende uit- voeroverschotten. De Regeering is dan ook van meening, dat aan een aanvulling" als den heer Colijn voor oogen staat, geen behoefte bestaat en dat zij bovendien bezwaariijk zou kunnen worden aangebracht. VEREENIGING VAN NED. GEMEENTEN. Blijkens het jaarverslag is door toetreding van 95 gemeenten het aantal leden der Ver- eeniging van Ned. Gemeenten ip 1929 geste gen tot 875. Door opzegging is het aantal leden met 2 verminderd en door annexatie is 6&n lid vervallen. Hierdoor bedroeg het op 31 December 1929 872 met 7.262.983 iniwo- ners d.i. 94 van het totaal aantal inwoners van Nederland op 31 December 1929. DE VERDEEEING VAN DEN ZENDTI-JD Aan den Minister van Waterstaat is het volgende telegram verzonden: A.V.R.O.-comitd Utrecht ve.rzoekt Uwe Ex- cellentie onderzoek te doen instellen naar aantal leden toestelbezitters der omroepver- eenigingen en op dien grondslag de zendtijd- verdeeling te bepalen. 24) Hij Vervolg.) keek me met een eigenaardigen blik aan. ..Gisteren, toen je weg was, Knox, heo ik dit boek in mijn eigen bibliotheek ont- dekt Ik wist, nota bene, met eens, dat ik een werk over Neger-Tooverij rijk was. Toen heb ik die passages onderstreept ,,Maar Harley' riep ik uit, de man, dien ze daarin citeeren, die Golin Cam ber, woont hier in de buurt. „,Ja, dat weet ik." ,,Dat weet je... 1 „Ia, ik heb het ongeveer een half uur qeleden van inspecteur Aylesbury, den chef van de politie hier, gehoord. „ilk wist het om twee uur al. Harley fronste ongeduldig zijn wenk- brauwen. Waarom ben je t mij dan niet met- een komen vertellen? vroeg hij niet be- paald vriendelijk. ,,Dat zou mij een bui- tengewoon onaangename reis^ naar Mar ket Hilton bespaard hebben. ..Market Hilton Ben je daar dan ge- w ja. Knox. Ik heb Innes uit het post- kantoor daar opgebeld... ik heb hem ge- zegd, dat hij de auto hierheen moest sturen. „iDe Bloeiende Lavendelstruik heeft een -uitstekende garage. ,,Wat! En de Kolonel heeft drie auto's!" riep ik uit. ..Een paard heeft vier beenen gat Harley me ongeduldig ten antwoord, „en ik heb er maar twee. En toch zijn er tij den, waarop ik prefereer mijn eigen twee te gebruiken. iMaar je hebt me nog geen antwoord gegeven op mijn vraag, waar om je me je nieuws niet dadelijk bent komen vertellen!' „Maar beste kerel", legde ik hem zoo gemoedelijk mogelijk uit, ,,hoe kon ik weten, dat dat nieuwtje van zoo n groot belang w%s? Ik had dat boek over Neger- Tooverij toen nog niet gezien! ..Neen," zei Harley. terwijl hij zich op het' bed liet neervallen, „dat is waar, Knox. Ik ben soms verbazend onredelijk, 'n souvenir van mijn Indische jaren zeker. Reken het mij maar niet aan, ouwe jon- gen J Om je eerlijk de waarheid te zeggen, voel ik er allemachtig veel voor om mijn koffer te pakken en den aftocht te blazen Watriep ik uit. Ja. Ik weet wel, dat jij niet graag weq zou gaan, Knox zei Harley glim- laciliend, en ik, zij het om andere rede- nen, ook niet. Maar ik bedank er stich- telijk voor om met me te laten spelen. ,,je moet me niet kwalijk nemen. Har ley', maar ik begrijp niet wat je bedoelt. ,,Neen, dat ligt voor de hand. Maar denk eens na, Knox. Geloof jij, dat Kolo nel Menendez niet weet, dat zijn buur- man hier een bekend autoriteit op het ge- bied van Voedoe en aanverwante fraaiig heden is - n „Je hebt het, natuurlijk, over Golin Camber ,\e hebt gelijk", zei ik langzaam, „de Kolonel moet weten, dat die hier in de buurt woont." ,,En hij weet wat de man is, dat was gemakkelijk uit zijn opmerkingen op te maken", gina Harley voort. „Oe eenige verklaring, aic niet al te onmogelijk van die aanslagen op zijn leven staat en valt met wel of niet nier... en in Amerika wonen van Obeah-aanhangers. la at hij me, nota bene, ondanks het feit dat ik eenige malen zeer duidelijk een vraag te dien opzichte gesteld heb, nu laat hij me, zeg ik, zelf uitvinden, dat FRANKRIJK EN ITALIe. De Times heeft Maandag in een hoofdarti- kel betoogd, schrijft de N. R. Crt., dat het voorbarig zou zijn, den Volkenbond reeds te moeien in de spanning tusschen Frankrijk en Italie, welke tengevoige van de vlootconfe- rentie zoozeer is toegenomen. Het plan om de tusschenkomst van Geneve in te roepen is afkomstig van haren vroegeren hoofdredac- teur Wickham Steed, die in een ingezonden stuk de aandacht vestigde op het tweede ar- tikel van het Handvest, waarbij elke oorlog of bedreiging met oorlog verklaard is tot een zaak die den geheelen bond aangaat en dus op verzoek van een lid van den Raad van den Volkenbond dit lichaam bijeen kan brengen. In hetzelfde artikel wordt het een goed recht van elk lid van den Bond genoemd om de aan dacht van Assemblee of Raad op voor den vrede gevaarlijke omstandigheden te vestigen. Steed achtte daarom een initiatief van Ne derland en de Skandinavische staten, die het verst van de kwesties afstaan, voor de hand liggen. Het valt echter niet te loochenen dat er voor het betoog van de Times dat zulk een stap voorbarig zou zijn, veel te zeggen valt. Hij zou de erkenning van oorlogzuchtige ge- zindheid bij een van de twee beteekenen, welke met het geschrijf en gewrijf dat het aan weerskanten zou uitlokken, stellig niet tot verbetering van de verstandhouding zou bijdragen, maar de spanning op een bedenke- lijk punt brengen. Voor het oogenblik moet men aan de onderhandelingen, welke langs diplomatieken weg voorbereid zijn, liever eerst een kanis geven, al is een nauwe en ver- trouwelijke aanraking tusschen de onderhan- delaars, door psychologische verschillen, nog moeilijk te verkrijgen. Aan den eenen kant staat het democratische Frankrijk met een te kleine bevolking en een machtig koloniaal rijk, aan den anderen kant het fascistische Italie met snel wassende bevolking, waarvoor op het schiereiland op den duur niet genoeg ruimte is, isedert vele emigratie-uitwegen versperd zijn, en met armzalige kolonies, die het kreeg toen de beste brokken al onder andere, vroeger groot geworden mogend- heden verdeeld waren. Het oude zeer, dat het eerst opgeruimd moet worden, betreft Tunis en de grens van Tripolitande. In Tunis zijn de Italianen nog steeds talrijker dan de Franschen en de Ita- liaansche kolonisten uit den tijd van v66r de Fransche bezetting profiteeren van de over eenkomst van 1896, volgens welke de oude Italiaansche kolonisten in de Fransche be- zitting hun nationaliteit mochten behouden. Zij zijn er een sterk Italiaansch-nationalis- tisch element geworden. Italie vindt het ver- nederend dat het, volgens de bepalingen van de overeenkomst, elke drie maanden om ver- nieuwing ervan moet vragen. Als Frankrijk dit echter op een gegeven oogenblik weigerde, zouden de poppen aan het dansen komen. De eigenlijke moeilijkheid zit intusschen in de nakomelingschap van deze kolonisten. Vol gens de Fransche wet worden zulke kinderen door het feit dat zij op Franschen bodem ge- boren zijn, Franschen, wat Italie niet wil er- kennen, want zijn wetten luiden dat kinderen van Italianen in het buitenland, wier oudens de Italiaansche nationaliteit behouden hebben I eveneens als Italianen beschouwd worden. i Volgens het compromis dat sedert jaren van i kracht is en telkens hemieuwd wordt, lijft j Frankrijk de kinderen van Italianen in Tunis nog niet bij zijn leger in. Het zal moeilijk i zijn in een voorloopigen toestand, die zoo lang bestaan heeft, verandering te brengen en het is de vraag, of het Fransche leger veel nut zou hebben van dergelijke onwillige elementen. Het probleem lijkt slechte oplos- baar als de Fransch-Italiaansche betrekkin- gen in een hartelijk stadium komen, waarop nog geen krjk is. De grens tusschen Tunis en Tripolitanie is een strijdpunt geworden tengevoige van het tractaat van Londen, kraehtens hetwelk Italie in 1915 de partij van de Entente heeft gekozen. Bij een gunstigen afloop van den oorlog zijn Italie toen door Engeland en Frankrijk zekere vergoedingen beloofd. Van Engeland heeft het die gekregen door een grensverbetering in Jubaland. Frankrijk heeft in 1919 aan Italie eenig gebied langs de Tripolitaansche grens afgestaan, maar de Italiaansche verlangens gaan veel verder in de richting van verbinding met Aequatoriaal Afrika. Daar is een couloir-kwestie in wor ding, die moeilijk is, omdat een Italiaansche strook de verbinding der Franschen met hun Oostelijk gebied zou kruisen. Alles te zamen genomen, zijn deze kwes ties echter niet zoo formidabel om een con flict tusschen de twee landen met al de uit breiding die het daarna zou krijgen, te wettl- gen. Het zou denkbaar zijn, als Frankrijk tot de uiterste grens van tegemoetkoming ging. Verbeteren daardoor de betrekkingen, dan komt de wedstrijd in wapening van zelf in een minder verontrustend licht. Het gebaar van Italie tot versterking van zijn weermid- delen is wel dreigend, maar niemand zal ge- looven, dat het voorloopig meer beteekent dan dat het zich voor onderhandelingen sterk wil maken. Wij moeten ook nog afwachten wat er van het program in Italie's tegen- woordige economische omstandigheden ver- wezenlijkt zal worden. Het is echter hoog tijd, dat de eerste stap tot verzoening in het Fransch-Italiaansch geschil gedaan wordt, want het doet ook zijn ongunstigen mvloed op den toestand op den Balkan gevoelen. EEN WAALSCHE GROEP IN HET RELGISCHE PARLEMENT. Te Charleroi is, naar aan de N. R. Crt ge- meld wordt, op initiatief van de Ligue Wal- lonne een volksvergadering gehouden in het Beursgebouw dat geheel gevuld was met be- langstellenden. De katholieke Waalsche voor- man Elie Baussaert, liberaal Kamerlid, Pater, hoofdredacteur van de Gazette de Charleroy en het socialistische Kamerlid Fessler, namen achtereenvolgens het woord. Pater deed onder luid applaus het voorstel tot een boven den partijstrijd staande Waalsche parlementaire groep. Ook nam de verga - ring bij acclamatie een motie aan, bepalend, dat de Fransche eentaligheid van het Wa^e"" land op alle gebied moet worden behouden, doch dat aan de gezinshoofden de keuze van een tweede taal in het middelbaar onderwijs dient overgelaten, zoodat zij in de plaats van Nederlandsch, Engelsch, Duitsch of Spaansch kunnen kiezen en dat aan de Walen het op klimmen tot in de hoogste functies der^njks- administratie, met kenms van de Fransche taal allden verzekerd dient te blrjven. Camber's tuin, praktisch gesproken, aan den zijnen grenst." ,,Och kom Woont bij zoo dichtbi] I^Maar Knox riep Harley uit. „De man woont in het Guest House. Je kunt het huis uit den tuin van Cray s holly zien. Vanmiddag hebben we er nog naar staan kijken." ..Wat Is het. Guest House dan dat oude huis tegen 'den heuvel op ,,Ja. En nu jouw opinie, Knox. Kolo nel Menendez vertrouwt den man niet, dat is duidelijk. iMaar waarom zou hij ons zijn naam niet genoemd hebben „Wel", gaf ik bedachtzaam ten ant woord, ,,misschien omdat praktisch-toe- jepaste tooverij en aanslagen op iemands .even plegen buitengewoon moeilijk te rijmen zijn met het type van den man in kwestie." ,,Ja maar, Knox, de man is een ex pert in die Voedoe-zaken ,Dat kan best zijn, Harley. Ik geloof zelf graag, dat hij een buitengewoon goed expert is. Maar ik geloof niet, dat hij een moordenaar is en gezien het feit, dat ik het genoegen gehad heb om Mr. Colm Camber te ontmoeten, kan ik wel eenigs- zins erover oordeelen. De voldoening, die ik op dat oogenblik voelde, klonk blijkbaar in den toon, waarop ik sprak, door, want Harley keek me een minuut scherp aan, voor hij zek ,,Het lijkt waremipel wel, of je me dit geval afhandig wilt maken, Knox. Ter wijl ik den omtrek systematisch aan net afjaqen ben, zonder veel resultaat, dat qeef ik toe ben jij het doolhof binnen- gestrompeld en hebt het op jouw onmo- gelijk-sukkelige manier nog verder ge- bracht dan ik met al mijn werken. Harley was blijkbaar in een slecht humeur. Ik wachtte af, want ik wist, dat ik de reden ervan wel te weten zou komen. En werkelijk, na even wachten heb^'ik, nota bene, den heelen middag verknoeid met praten met een verloren geweest ken, dat ik zonder jou zou zijn. Knox. Tot mijn spqt, tot mi,n groote spijt, zal ik je morgen een andere taak moeten opdragen. „Een andere taak? Wat bedoel ie daaEenenieuwe, die je wel niet zoo prettig zult vinden als de oude. Met andere woorden, ik moet je verzoeken ie mor- qenochtend een uurtje van Miss Beve lev los te scheuren en van de uitnood - qinq van Mr. Camber gebruik te maken Buitenqewoon onaangenaam. zeg heb alle kans, dat hij me niet eens meer k£!in elk geval heb jij een excuus om hem een bezoek te brengen en dat heb ih niet En het is. onder de gegeven omstandigheden, bepaald noodig, dat we met hem in aanraking komen Goed," stemde ik niet bepaald gretig toe' dat zal dan gebeuren. Maar denk |e heusch, Harley, dat het gevaar van dien kant -komt ao Paul Harley nam zijn smoking van de den stoel, waar de valet an onmogelijken boer van een politie-agent, die nooit van zijn leven van me gehoord Die uiting van slechtgehumeurdheid deed me, eerlijk gezegd, plezier. Het was bepaald een verkwikking om te weten, dat de alwetende en superieure Paul Harley zich heel gewoon gepikeerd icon gevoelen. ,,Een zekere inspecteur Aylesbury ging hij korzelig voort, „een groote, dikke man met een uiterlijk, dat merkwaardig veel op een walrus lijkt, maar, helaas, zonder de hersenen en daardoor zonder de intelligentie van genoemd dier. Ik heb er Commissaris East van Scotland Yard bij moeten halen, per telefoon na tuurlijk, voor hij het idee fixe, dat ik een verdacht individu was, wilde loslaten. Maar houding nummer twee ten opzichte van mij was nog onmogelijker dan num mer een. Van het oogenblik af. dat hij de telefoon aan den haak hincj, werd hij een oude sergeant-majoor, die_ tegen zijn zin een recruut met „klachten' te woord den stoei> w,acll - ..Herinner je je nog, iKnox, zei hi), dat ik het een poosje geleden over de wenschelijkheid gehad heb. om me uit m'n professie terug te trekken Ik zie nu aankomen, dat dat terug- trekken niet uit vrijen wil zal gebeuren, Knox. Ik word er uitgetrapt als de grootste ezel, die er in dit tranendal rond- loopt, want om liet ilTqee^flauw benul r^verband/daftusschen het van een vent te doen krijgen, dan mag de hemel ons bewaren Hij barstte in een smakelijk lachen uit. Het laatste gedeelte van zijn tirade had hem opeens weer in zijn humeur gebrac en om de kuur te volmaken, haalde hi] zijn pijp te voorschijn en begon haar vli]- tiq te stoppen. Ik qa me verkleeden, kondigde hi] aan. ,,'Ga jij hier zitten en vertel me al les van Colin Camber. Ik deed, wat hij me vroeg. Harley be- qon zich te verkleeden en daar hij de kunst, om dat vlug en handig te doen tot in de perfectie verstond, was hi] al bezig met het strikken .van zijn das, toen ik mijn relaas van de ontmoeting in „De Bloeiende Lavendelstruik" met een: „Z,ie- zoo, dat is alles", beeindigde. Hm," mompelde hij, toen ik zweeg. Ik begin hoe langer hoe meer te mer- verhaal van Kolonel Menendez dien ge- spijkerden vampier-vleugel en Mr Colm clamber bestaat. Daarin trtomtee. tk. qelukkiq, over Auguste Dupin. Die er kende nooit. dat het hem met naar den vleeze ging"- (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 1