U Purol bij Doorzitten - Zonnebrand - Stukloopen Vreest geen Examen HEEREN BAA1 V A I A. BuitenluchtGezond en heerlyk ]a, dat weet ik altemaal Maar de Iwcht van DOUU/E EGBERTS Uit mijti pyp is ideaat *t Js genot by volte teugen, Het is geurig zacht en fijn, Het brengt inmy'n mannenleven Reuzengenr en zonneschijn. vzrsckaft U ivdketi van genot. TER NEUZEN, 27 JUNI 1930. want er is een middel dat U kalm houdt en waardoor Uw geest helder blijft. Mijnhardt's Zenuwtabletten behoeden U voor zenuwachtigheid. Ze zijn verkrijgbaar in kokers van 75 ct. bij Apoth. en Drogisten. (Ingez. Med.) president Jaspar, die herhaaldelijk aan zijn verontwaardiging lucbt gaf, verliet daarop de vergaderzaal. Leuridan, niettegenstaande hij tot de orde werd geroepen, onder groot tumult voortgaande, zeide, dat het wel dege- lijk een onzedelijk iets was de Gezelle-hulde in de 1830-feesten in te schakelen en met mili- tair vertoon te omringen. Het eeuwfeest dat nu gevierd wordt, riep bij uit, speelt zieb af op een vuurberg. De Vlaamsche nationalis- ten zullen de uitbarsting wel weten te bevor- deren. De Kamervoorzitter verklaarde, dat de redevoering van Mr. Leuridan een der hate- lykste was ooit in deze Kamer geboord en voegde er aan toe, dat parlement en land baar alleen met algemeen misprijzen kunnen beantwoorden. Na tusschenkomst van den sociaal-democratischen oud-minister Huys- mans, die Eelgie een Europeescbe noodzake- lijkheid heette waar de leider der socialis- tische fractie, Vandervelde, aan toevoegde, dat het ook een historische werkelijkheid is en na de bedreiging van den Waalschen katholiek Housiaux Ward Hermans uit de zaal te zullen gooien -welke bedreiging echter niet werd uitgevoerd trad de kalmte weer in en kon het debat even na het mid- daguur worden geeindigd Over het krediet zal later worden gestemd. KV Clinge Doorenbos ECHTE FRIESCHE 20-50CT.PER ONS A6 (S0BB5ET (Ingez. Med.) GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. In de Donderdag gehouden vergadering, waarin de heer Van Driel wegens uitstedig- heid niet tegenwoordig was, drong de heer Colsen er bij vemieuwing op aan, dat de leden een exemplaar van de balans en winst- en verliesrekening der Vereeniging tot Zieken- verzorging zouden toegezonden krijgen. Door een inzage ter secretarie acht hij het voor de leden niet mogelijk daarin een voldoend inzicht te krijgen. De voorzitter zeide toe, dat dit alsnog kan geschieden. Van den Minister van Waterstaat is bericht ingekomen, dat een nieuwe brug over den Oostelijken kanaalarm f 140.000 zal moeten kosten. Dit werk zou in de eerste plaats aan het plaatselijk verkeer en in de tweede plaats aan het streekverkeer ten goede komen. Al- vorens tot uitvoering van het werk te beslui- ten zal hij gaame vernemen welk aandeel de gemeente in de kosten wenscht te dragen. Een gelijk verzoek is tot de provincie gericht. Burg, en Weth. zullen hieromtrent nader ad- viseeren. De rekening der commissie voor schoolvoe- ding en -kleeding werd goedgekeurd op een bedrag in ontvangsten van 1185,30 en f 1010,04 y2 in uitgaven. Door den heer A. van Loij is bericht ge- zonden dat hij zijn benoeming tot gemeente- geneesheer aanneemt. In antwoord op een vraag van den heer Bedet antwoordde de voorzitter dat er voor de kom nog geen solli- citaties zijn ingekomen en de waameming dus nog door den heer Pols geschiedt. De heer Bedet is tegen bestendiging van dezen toe- stand, die voor de gemeente nadeelig is. Indien er dan voor de kom niemand wil solliciteeren, zal overeenkomstig de instructie de geheele dienst aan den heer Van Loij moeten worden opgedragen. De voorzitter meende, dat het tijdstip om zulke maatregelen te nemen nog niet is gekomen. Indien er tegen de volgende vergadering nog geen andere oplossing is, zul len Burg, en Weth. zeker een voorstel doen. Ingekomen is een beschikking van den Minister van Waterstaat waarbij vergunning wordt verleend tot het plaatsen van een uri- noir ten Zuiden van den Oostelijken kanaal arm op Rijksgrond. Op een vraag van den heer Verlinde geven Burg, en Weth. te kennen, dat het buiten hun voorkehnis is, dat de politie is begoxmen een onderzoek in te stellen omtrent borden, uit- stekende reclames e.d. en dat zij het ook beter zouden hebben geacht, dat, alvorens zoo'n maatregel te nemen, met hen of mins- tens met hun voorzitter, daaromtrent overleg zou zijn gepleegd. Het is overeenkomstig de Bolitieverordening dat Burg, en Weth. daar- voor toe stemming moeten verleenen. De heer Verlinde kan het zich indenken, dat die ver gunning noodig is als maatregel van orde, maar ziet niet in, dat daarvoor een retributie moet betaald worden. Dat zal toch nimmer de bedoeling van den raad geweest zijn, toen hij die bepaling maakte. De voorzitter gaf te kennen, dat die gevraagd wordt overeenkom stig het Burgerlijk Wetboek als erkenning van eigendomsrecht op den grond waarboven die voorwerpen zijn aangebracht. De heer Verlinde geeft te kennen een voorstel te zullen doen tot het laten vervallen dezer retributie. De heer Scheele wijst er op, dat het wegens de verhooging van stoepen wel gewenscht is, dat ook sommige zonneschermen zullen ver- hoogd worden. Met 7 tegen 5 stemmen wordt thans ver- worpen het voorstel van Burg, en Weth. waar- over in de vorige vergadering de stemmen staakten, om aan den oud-gemeente-ontvanger zijn toelage ad 1000 te geven zonder de ver- plichting ter secretarie te werken. Na eene bespreking waaraan de voorzitter en ver- schillende leden deelnamen, en waarbij eerst- genoemde de houding van den raad tegenover den heer Tholens laakte, doch de heer Scheele gesteund door andere leden daar tegen op kwam en te kennen gaf dat men het niet moest gaan voorstellen alsof de gemeente aan den heer Tholens dank verschuldigd is, werd met 8 tegen 4 stemmen verworpen het voostel der meerderheid van Burg, en Weth. <Sih aan den heer Tholens overeenkomstig zijn verzoek eensgevend een jaar salaris uit te keeren. Wel werd door enkele leden te ken nen gegeven, dat men er geen bezwaar tegen heeft dat de voorwaarde der te werkstelling soepel zal worden toegepast, b.v. van 9 tot 1 uur, zooals vroeger zijn dienst was, inplaats van 95 uur, zooals nu is bepaald. Hij houdt dan nog vrijen tijd om op andere wijze wat te zien te verdienen. Aan den heer P. M. Maat werd verkocht een perceel bouwgrond aan de Scheldekade. De circulaire van Ged. Staten betreffende een nieuwe jaarweddieregeling voor Burge- meesters, Secretarissen, Ontvangers en Wet- houders, die tegelijk aan de orde kwam met een voorstel tot verhooging der jaarwedden van het overig gemecntepersoneel gaf aan- leiding tot een breedvoerige bespreking. De heeren Colsen en Hamelink bleken niet on- genegen mede te werken tot verhooging, maar waren toch niet voldaan, omdat de voorstel len juist aan de laagst bezoldigden het minst geven. De voorstellen vonden .algeheele bestrijding bij de heeren Scheele, Bedet, Dekker, Ver linde en Geelhoedt. Enkelen hunner wezen op den voor jaarweddeverhooging ongeschik- ten tijd, nu door de depressie zoo velen in het particulier leven hun inkomen zullen zien verminderen, terwijl niet gezegd kan worden dat de jaarwedden en loonen die hier betaald worden, onvoldoende zouden zijn om van te leven. Die jaarwedden zijn bovendien vast- gesteld in een tijd dat de index 160 was, ter wijl die thans in de laatste maanden tot be- neden 125 is gedaald. De heer Hamelink bepleitte verhooging voor de laagst bezoldigden, omdat men in tijden van hoogconjunctuur daarin achterlijk is gebleven. De heer Colsen bepleitte dit even- eens, omdat b.v. onze politie-agenten minder krijgen dan de veldwachters te Philippine en Koewacht. Ook de voorzitter pleitte krachtig voor verhooging, op grond dat een gemeente het personeel dat ten bate der gemeenschap werkt ook goed moet bezoldigd worden. Men moet zorgen dat die menschen ervan kunnen leven, hetgeen thans niet het geval is. Tegen dit laatste werd krachtig opgekomen dat sommigen er niet breed van kunnen leven is mogelijk, maar er kan niet met grond ge zegd worden, dat men er niet van kan leven. De laagst bezoldigde werkman geniet een weekloon van 27; er wordt voor hem toch ook nog /3 per week pensioen betaald. In het vrije bedrijf zijn er niet veel werklieden die dat loon halen. De heer De Jager verdedigde de indiening van het voorstel; dit is bij de behandeling der begrooting aan den heer Colsen belooft. Hij is ook van meening dat de gemeente het offer van /4300 dat in het geheel meer zou moeten betaald worden wel kan brengen, on- danks de depressie van de landbouwers. Die categoric is alhier voor de belastingopbrengst niet overwegend. Over dit jaar zal het be- lastbaar inkomen 5% millioen bedragen. Hiertegen werd nog aangevoerd dat dit cijfers zijn van de inspectie, die wel eens aan den hoogen kant zijn, maar bovendien voor een groot deel de uitkomsten van 1928 be- treffen. Hoe zal het er echter in '30 en '31 uitzien. Bij de stemmingen besloot de raad met 10 tegen 2 stemmen (die der heeren De Jager en Colsen) dat hij niet accoord gaat met de door Ged. Staten voorgestelde regeling, ter wijl met 8 tegen 4 stemmen (die der heeren De Jager, Colsen, Hamelink en Van den Bulck) in principe werd besloten niet tot jaarweddeverhooging over te gaan. Vastgesteld werden wijzigingen van de ge- meentebegrooting voor den dienst 1929 en den dienst 1930. De heer Bedet, gesteund door de heeren Scheele, Dekker en Van Aken, interpelleerde den Voorzitter over het toestaan der de- monstratie van de S.D.A.Pop jl. Zondag. Zij zijn tegen alle demonstraties op Zondag op de openbare straat, omdat dit den dag des Hee ren ontheiligd. De heer Hamelink kwam hier tegen op en ook de heer Van den Bulck ziet geen aanlei- ding een dergelijke defnonstratie, waarvan de heeren zelf erkennen dat zij zeer ordelijk is verloopen tegen te gaan. Op een vrijen Za- terdagmiddag kan die niet worden gehouden, in verband met de verre reis die sommige deelnemers moeten maken. De Voorzitter stelde in het licht, dat de heer Bedet hem voomamelijk heeft aange- vallen om zijn persoonlijk standpunt. Hij noemt dat onjuist. A1 moge het ook zijn, dat hij persoonlijk zulke handelingen op Zondag liever niet ziet, zoo heeft hij als burgemeester de wet te handhaven en moet die zonder aan- zien des persoons tegen de burgers van ver- schillende gezindten toepassen. Hij kan in de wet geen bezwaar lezen tegen het houden van zoodanige demonstrate, waarbij de noodige voorwaarden zijn gesteld, dat ook zij die de godsdienstoefeningen willen bijwonen, daarin niet worden gestoord. Zoolang hij hier is, zal hij zich door niemand laten verleiden de wet anders toe te passen dan hij die ziet. Ten slotte protesteerde de heer Colsen er tegen, dat de Voorzitter van Axels ge- meenteraad had toegelaten dat men zijn per- soon, die zich daar toch niet verdedigen kon, ten onrechte had aangevallen, als zou hij annexionistische woorden hebben geuit. Hij heeft toen alleen gevraagd, of men hier wist dat men vanwege Axel een grenspaal had weggehaald en of ze die ergens anders ge- plaatst hadden. Naar aanleiding eener vraag van den heer Colsen omtrent de benoeming van een ambte- naar ter secretarie gaf de Voorzitter te ken nen dat in verband met de afdeeling die be- moest worden, het college iemand be misten. De heeren Colsen en Verlinde herinner- den dat de voorzitter bij een vroegere bespre king zich zoodanig had uitgelaten dat de raad tot de meening moest komen dat Burg, en Weth. aan den door den raad uitgedrukten wensch tot het benoemen van een ingezetene zouden voldoen. Nu is het weer mis. De heer Hamelink meende, dat de raad hieraan toch eens nader zijn aandacht zal moeten wijden. De Voorzitter geeft te kennen, dat Burg, en Weth. door hun thans verworpen voorstel den weg hadden willen banen, dat ook eens een jonge kracht uit de gemeente ter secretarie kon benoemd worden. AXEL. zet noemd had die daarvoor de noodige kennif bezat, welke de sollicitanten uit de gemeente Het Oost-Zeeuwsch-Vlaamsche Zendingsfeest is weer voorbij. Donderdag 26 Juni j.l. werd het gehouden op de weide van den heer J. Cap- pon, bij den molen en het heeft velen een heerlijken dag bezorgd. Ongeveer 800 men schen waren daar bijeen. De bidstond was gehouden Woensdagavond tevoren om half 8. Ds. Post had daar de leiding en las voor: Matth. 28 1620, terwijl hij sprak over Openlb. 6:2. En ik zag een wit paard ep die daarop zat had een bpog, en hem is een kroon gegeven, en hij ging uitv-verwinnende en opdat hij overwonne. Op den zendingsdag zelf was het feest heel gunstig. Wolken, maa't geen regen en ook geen felle zon. Om een uur ongeveer liet de muziek zich hooren van het fanfarecorps „Hosanna" uit Axel, onder leiding van den heer P. Brakman. Dit corps begeleidde straks met haar muziek ook het zingen van de feestgangers. Nadat een lied gezongen was, las Ds. G. van Dis van Zaamslag voor: Efeze 3 111, ging voor in gebed en sprak een openingswoord. W(j heb ben, zoo zei hij, den onnaspeurlijken rijkdom van het Evangelie van Jezus Christus en daarom houden we dezen zendingsdag, en wekken tevens elkander op om na te speuren, wat we hebben ontvangen. Wij zijn zoo rijk en moeten hebben een brandend hart voor de dingen V£in hiet koninferijk Gods. De eerste spreker was Ds. Ringnalda van Middelburg, met 't onderwerp: ,,Van stiefkind tot troetel- kind". Hij zegt: de beschuldiging die men tegenwoordig de kerk naar het hoofd werpt als zou ze uitgeleefd, zonder bezieling en toe- wijding zijn, moeten we niet voor kennisge- ving aannemen, maar moet ons brengen tot zelfonderzoek en schuldbelijdenis. Ons prak- tisch Christendom kon wel wat beter zijn. Men weet wel met den bijbel in de hand uit te stip- pelen hoe het moet, maar wat komt er in de praktijk van ons Christendom terecht. Wij hebben een geweldige roeping in dezen. Wat beteekent dit voor ons Zendingsfeest? De zendingsgedachte behoort tot de centraal- waarheden van het Christendom. Wat blijkt er in de praktijk van de beleving van deze zendingsgedachte? Zijn wij hier op dit zendingsfeest werkelijk aangegrepen door het besef van de ontzaglijke nooden van den zendingsarbeid Er ontbreekt wel wat aan. Financieele bijdragen willen we nog wel geven, hoewel we soms den wijn uit de flesch opdrin- ken en de capsules alleen voor de zending over hebben. De zendtogsnooden zijn vertien- voudigd. De zendingsmoglijkheden worden grooter en de zendingsoffervaardigheid moet daarmede gelijken tred houden. De Ooster- sche volksontwaking Aioet geleid worden in de banen van het chris^elijk geloof. Maar dan mag de zending niet lajnger ons stiefkind zijn, maar ons troetelkind. Zij is het helaas nog niet. Maak Gij! de zending tot uw troetel kind. Wij moeten door ons daadchristendom toonen dat ons geloof niet dood is. Be- moeiing met de zending zal ons daarbij hel- pen. De nooden daar gaan ons aangrijpen. Moet het ons geen pijn doen? een grooten oogst en zoo weinig arbeiders? Dertigdui- zend zendelingen dat is te weinig, bitter wei nig. Ook aan ons de roeping om het tekort aan krachten aan te vullen. Laten Christen- ouders hunne kinderen voor dit werk afstaan! en van jongsaf daarvodr bezielen! Nic. Beets heeft gezegd: het is zonde, geen vriend van de zending te zijn. Laten predikanten meer over de zending spreken dan ze doen. Jonge menschen! verkoop wat ge hebt, en geef in Gods tegenwoordigheid antwoord op de vraag: waarom geef ik mij niet in het werk der zen ding? Als de zending ons troetelkind wordt zal ons praktisch Christendom daarvan een ge- regelde invloed ondergaan. Na het zingen van enkele liederen betrad zendeling Starremburg van Nieuw-Guinea het podium. Hij zelf, hoewel 24 jaar aldaar ge- werkt te hebben behoort niet tot de pioniers van N.-Guinea, waarover hij spreken wil. Ottow en Geisler waren 75 jaar geleden de eerste die daar kwamen. De namen van die helden. mogen we niet vergeten. Als zende- lingwerkman gingen zrj naar de heideniwereld Wetenschappelijke opleiding hadden ze niet achter den rug; als vrome handarbeiders, daar hun werk doende wilden ze de heidenen tot het Christendom brengen. Hoe ontzettend moeilijk was dat voor henMet de Papoea s konden ze niet spreken. Uit de mond van 't volk moesten ze de taal leeren. Zelf moesten 'ze in hun onderhoud voorzien, door timmeren maar de Papoea die zijn eenvoudig huis zelf bouwt heeft geen timmerman noodig. De christelijke gemeentestond niet voldoende achter deze zendelingen. Op N.-Guinea is 't ongezond. De Papoea's begeerden het Evangelie niet. Van zonde hebben ze geen Ibegrip, want alles kan betaald worden. Deze pioniers-zendelingen hebben gepredikt in de zichtbaarheid. Zij kochten ook slaven, maar om hen waarachtig vrij te maken. De Pa poea's verkochten aan de zendelingen juist de meest gebrekkige slaven en vonden hen dom dat ze daar geld voor gaven. Maar juist in de liefdevolle behandeling van deze ongeluk- kigen brachten zij de liefde van Christus tot de Papoea's. In de eerste 25 jaren zagen zij geen vrucht. Toch is deze arbeid niet tevergeefs geweest In het begin dezer eeuiw is er een ontwaking "ekomen op N.-Guinea. Niettegenstaande veel vijandschap brak het Evangelie door. Won- derlijke Gods openbaringen zijn daar ge weest en heerlijk de vruchten. Nu ligt het geheele land open voor het Evangelie. Er werken nu 14 zendelingen, maar dat is veel te weinig, want spreker heeft een terrein Iroor zich all66n zoo groot als heel Neder- land en de verkeersmiddelen zijn heel primi- ief. Er is ook nog niet 6en zendingsarts laar Geen menschen genoeg zijn er voor >nzen arbeid. Een R.K. geestelijke zei: de sending krijgt wat ze noodig heeft. Wij heb- )en de menschen en de middelen. Dat kun- len wij niet zeggen. Wij strijden met ont- •.agliike tekorten in hoofdzaak met tekort an liefde. Bij de open deuren en witte vel- 'en om te oogsten moet de christelijke ge leente wakker worden. Haar steun verdub oelen; want groot gevaar dreigt op N.-Guinea van de leiders van de cultuurmaatschappijen. Alle krachten moeten nu juist in het werk gesteld worden om dezen artbeid in stand te houden. Doe gij, wat God van U vraagt! Wek de slapers rondom U, en doe mee aan den arbeid. Niet eerst al ons werk doen en dan ook nog aan de zending denken! Neen, eerst Gods zaak en dan de onze! God make ons getrouw. In de pauze die nu volgde weerklonk de fanfare-muziek lustig over het gezellige ter rein. Ds. James uit Delfshaven sprak nu over: Uitbreiding en verdieping. Hij zei gelezen te habben over een verpleegster die genoemd werd: de zuster met de bezielde handen. Voor zulk een anbeidster is 't zeker goed, dat ze haar ziel legt in hare handen, maar dit geldt toch eigentlijk voor elk levensterrein. Een moeder, een dokter, een groep van men schen, moet het werk doen met ziel er in. In de allereerste plaats geldt dit van het Chris tendom en van de zending. Zending heeft al leen waarde, hemelsche uitwerking, als het gedaan wordt door menschen die ziel weten te leggen in hun werk. Ons werk heeft al leen waarde als het verdiept is en als het zich van uit de gemeenschap met God uit- breidt naar alle kanten. Uitbreiding en ver dieping moeten met elkaar zijn verbonden. De fout van onze dagen is niet, dat er geen verdieping zou zijn of geen uitbreiding. Er zijn velen die zich in geestelijke dingen ver- diepen. Er is mystiek, ook veel in Zeeland. Velen weten wat het is, te schouwen in de diepten van genade. En er worden ook velen gevonden, die werken aan de uitbreiding van het koninkrijk Gods. Er wordt stoer gewerkt. Er is evangelisatiedrift, zendingsdrift als nooit te voren Maar men heeft een verdeeling van taak getroffen. Het zijn twee groepen, die naast elkaar gaan. Menschen die zich verdiepen en menschen die aan de uitbrei ding meedoen en dat is de fout. Verdieping en uitbreiding moeten samengaan. Meditee- ren en evangeliseeren. Is Pinksteren niet het samengaan van die beide in bijtzondere mate? Pinksteren heeft verdieping van giestelijk leven gebracht als nooit te voren, mefer 6ok uitbreiding in groote mate. Wie alleen mediteert wordt geestelijk krank. Wie alleen evangeliseert wordt op- pervlakkig en verliest contact met het Koninkrijk Gods. In Jezus Christus zijn de verdieping en uitbreiding in bijzondere mate aanwezig. Hij is de graver in de mijn, de afdaler in 't diep van de ziel. Hij heeft zich verdiept en 't menschelijke hart totdat Hij kende al de geheime knoopen der zonde. Hij heeft zich ook tot alien uitgebreid en in Jezus is niets dan geestelijke gezondheid. Alleen zendelingen en Evangelisten uitsturen is niet goed van ons, wij moeten zelf zende ling zijn. Ieder Axelaar die gelooft, moet ook zijn geloof uitbrengen naar buiten. En de vurige dappere heilsoldaat moet dieper in het geloof worden ingeleid. Alle geestelijk leven, dat alleen maar de binnenkamer kent kan nooit recht geloof heeten. Er is niets wat zoo zegenend terugwerkt op den mensch als het werken voor de zending. Onze groote krank- heid is de partijzucht. Die gaat weg als we samen aan het werk gaan. Als we aan uit breiding doen worden we zelf genezen. Ver- diep U. Lees uw bijbel en daamaast een boek dat U aan het denken brengt om uit te die- pen den onnaspeurlijken rijkdom van Chris tus. In de diepte ligt de hoop. Maar onmis- baar is zich te gaan uitbreiden. Men kan God niet houden als men als christen de uit breiding niet paart aan de diepte. Ds. Wiersinga van Vlissingen sprak over zending en ziekte. Hij noemde de medische zending allemoodzakelijkst. Het leven van den heiden ligt onder een ban, een beklem- ming van geesten, booze machten. Overal be- loeren ze hem en hij vreest hunne aanvallen, bij zijn arbeid, bij allerlei belangrijke ge- beurtenissen in het leven. Duizend zorgen, duizend nooden kwellen zijn angstvallig hart. Wordt de heiden ziek dan is 't voor hem niet 't ergste dat hij pijn heeft of op t ziekbed liggen moet, maar de vraag: wat heb ik ge daan? welke geest heeft het op mij voorzien? wat moet ik doen om het weer goed te maken? Komt de zending met deize zieken in aanraking dan zet zij levensbeschouwing tegenover levensbeschouwing. Zij komt met het Evangelie dat spreekt van den Heiland die alle machten heeft overwonnen, daar ligt het beslissende groote gevecht. De heiden hoort gaame van den MachtliebTDer die staat boven ziekte en dood. Gewoonlijk vinden de heidenen hun eerste contact met het Evan gelie door middel van de ziekenverpleging die van de zending uitgaat. De genezene zieken vertellen er gaame in hun dessa van, dat zij Een gevonden hebben, die hun rust geeft. Hun toean heeft macht over ziekte en dood en daarvan gaan ze getuigen. De medische zending is niet iets van onzen modemen tijd, maar van onzen Heiland die in Zijn zendings- bevel zegt: predikt het Evangelie en geneest de kranken. Door de genezing van den lamme in den tempel door Petrus, werd zijn predi- king door twee duizend menschen aange- nomen. Medische zending is duur. Zending drhven is duur; maar hoe grooter de over- winning, hoe -grooter de offers. Nooit was er een koning of keizer, die zulk een groot bevel gaf als Jezus: Gaat heen in de geheele wereld! Het vraagt offers, maar Jezus zelf geeft voldoende voedsel aan al de zijnen om in den strijd te volharden. De laatste spreker Ds. de Smit van Utrecht had tot onderwerp: heilige stilte. Die moest er heerschen bij den bouw van Salomo s tempel te Jeruzalem. Elders waren de onder- deelen klaargemaakt en op Sion werd alles in stilte ineengezet. Dat is een afbeelding van Gods werken. God bouwt in deze wereld een geestielijken tempel, waarvan Jezus Christus is de uiterste hoeksteen en alle geloovigen levende steenen. En God bouwt dien tempel in heilige stilte. Jezus werd in stilheid gebo- ren in den stal te Bethlehem. Jezus wan- delde op aarde rond in stilheid zege-n versprei- dend, genade en barmhartigheid voor zonda- ren. Ook als de steenen tot den goddelijken tempel toegebracht worden gaat het in stilte. De bekeering van 66n mensch is een geweldig werk van God evenzoo geweldig als de schep- ping. Nochthans doet God het zelf in heilige itilte als hij zijn vrede in ons hart gebiedt. Zoo gaat het ook in het werk der zending. Op de vleugelen des woords wandeld God tus- schen de volken. Een zendeling stapt aan *ral in de heidenwereld en heeft geen toegang. Gods molens malen langzaam. Als de zende ling al dreigt moedeloos te worden, is er m de hart en der heidenen een worsteling om hun ifgoden te gaan inleveren. Onverwacht ziet ie zendeling vruchten. Denk aan die zende- ingen op hun eenzame posten. Gods heilige itilte is ons een kracht om met het zendings- verk voort te gaan. Wij hooren het rumoer der volkeren, het gehamer der werklieden, die (Ingez. Med.) God's tempel meenen te kunnen afbreken, nochtans God bouwt in stiltie voort aan zijn koninkrijk. Straks zal de tempel voltoodd zijn. Zult Gij dan ook een levende steen zijn van dien tempel. Als de tiempel voltooid zal zijn wordt de stilte verbroken en afgewisseld met het Halleluja. Het slotwoord werd gesproken door Ds. Ruijsch van Dugteren van Axel. „Beste vrienden", zoo sprak hij de schare toe: wij zijn van heilige vreugde ddn. Wij weten ons alien gezegend. Allereerst door God, die wonder mooi weer ons gaf. Dan door de sprekers, die zoo kostelijk gesproken heb ben. Uit aller naam zeg ik hen hartelijk dank. Gezegend zijn we door het gevoel van eenheid. Heerlijk, dat we in het werk der zending kunnen e6n zijn. Zou dat niet altijd kunnen? Al zijn er verschillende kerken en heeft ieder zijn kerk lief; heerlijk is het samen 6en te zijn in het -belijden van den naam van J \~us Chris tus. Een woord van dank werd gebracht aan de plaatselijke commissie; aan het fanfare- corps voor hun muziek; aan de zangvereeni- ging „Asaf" voor hun zang; aan de familie Cappon voor hun heerlijke weide, belangeloos afgestaan. Moge ons samienzijn ook deze vruchten afwerpen, dat we worden daders des woords. Blijven werken, blijven bidden. Het gebed is het groote offer, dat waarde heeft voor de zending. Hier leeft vandaag de adem des geestes gewaaid. Onze krachten moeten in werking gebracht worden. Onze ziel door traagheid vastgehouden moet daarvan worden bevrijd. Door 'it gebed gaat de rem weg, door het gebed brengen we de hefboom in werking opdat de kracht Gods ons aan het werk zette. Bodt en U zal gegeven worden, en God zal dezen middag kronen met zijn zegen. Na het zingen van een lied en dankgebed gingen de vrienden huiswaarts, dankbaar voor dezen heerlijken zendingsdag. HUWELIJKSAANZOEKEN IN DE SAHARA. Lady Dorothy Mills, een Londensche aris- tocrate, is, na een verblrjf van vier maanden in het noordwesten van Afrika, in de Euro- peesche beschaving teruggekeerd. Zij heeft veel zonderlinge avonturen beleefd, welke haar hebben geleerd, dat de opperhoofden en de krijgslieden der primitieve volksstammen in een blanke vrouw het ideaal zien van hun droomen. In het zuidelijk gedeelte van de Sahara vertelt zij onder meer vertoefde zij eenigen tijd brj den wilden volksstam van de Toearegs, waarvan de krijgslieden het gelaat gesluierd dragen, omdat geen vrouw hen in het gezicht mag kijken. De oudste van de vrouwen van het opperhoofd van dien stam kwam op een dag bij de lady en vroeg haar, welke onge- huwde krijgsman haar het best beviel. Zij behoefde slechts te kiezen en dan zou onmid- dellijk de bruiloft kunnen worden gevierd. De Engelsche dame antwoordde, dat zij zich zeer gestreeld voelde door dat aanbod maar dat zij het moest afwijzen, omdat zij al ge- trouwd was. Ik kan mrj voorstellen, meende daarop de inboorlinge, dat uw Engelsche man het met uw huwelijk niet eens zal zijn, maar krjk eens, u is goedig en mood, zij het dan een beetje te mager. Breek u het hoofd niet met zijn bezwaren. Het lid van onzen stam, dat ge tot man kiest, zal ongetwijfeld onmiddellijk naar Engeland reizen, om uw man te dooden. In weerwil van die verzekering bleef de lady op haar weigerend standpunt staan, wat de vrouwen der Toearegs maar niet konden be- grijpen. In het zuiden van Tunis was een machtig sheik, die de moedige reizigster door zijn tolk liet mededeelen, dat hij niets liever zou willen dan van zijn echtelijk trio, twee bruine vrou wen en een zwarte, door toevoeging van een blanke een kwartet te maken. Als bruidsge- schenk bood hij lady Dorothy eenige honderden schapen, ettelijke balen zijde, alsmede kost- bare juweelen aan. Hij stelde de uitverkorene zijns harten slechts 6en voorwaarde: Ofschoon hij de Engelsche dame ook allerliefst vond, toch meende hij, dat hij als opperhoofd van zijn stam een eenigszins omvangrijker gemalm zou moeten hebben, omdat anders de men schen den spot zouden drijven met de mager- heid van zijn vrouw. Indien lady Dorothy dus bereid was een huwelijk met hem aan te gaan, moest zij beloven, iederen dag een door de andere vrouwen toebereid gerecht te eten, waarvan het hoofdbestanddeel een bepaald soort wortel is. Na een maand zou zij reeds den gewenschten lichaamsomvang hebben en zich met voile recht de mooiste van alle vrou wen mogen noemen. Ook van deze zaak kwam niets. Hoe ver- lokkend ook het aanzoek was, lady Dorothy bleef standvastig, maar den sheik bedroefde niet zoo zeer de weigering van de Engelsche dame, als haar verklaring, dat juist haar slank x'iguur in Europa werd bewonderd. Een ander eigenaardig huwelijksaanzoek kreeg de lady in een oase, die werd geregeerd door een kaid van vergevorderde leeftijd. De man verheugde zich in het bezit van een be- koorlijke, achttienjarige echtgenoote. Dat vrouwtje kwam, vertelt lady Dorothy, bij my, om mijn tusschenkomst in te roepen. Mijn man, zeide zij, is oud, ik ben daaren- tegen jong. Ik houd van den jongen, knap- pen valkenjager, die gisteravond met een karavaan uit het zuiden is aangekomen. Van- avond geeft de kaid te uwer eer een groot feest. Ik weet, dat hij uw verstand bewon- dert, en daarom verzoek ik u, hem vanavond een poosje bezig te houden, want ik zou zoo graag ongestoord met mijn vriend willen bab- belen. Ik kon heel goed begnjpen, vertelt lady Mills, dat de jonge valkenjager het vrouwtje beter beviel dan de dikke kaid met zijn tan- deloozen mond, en ik beloofde, mijn best te zullen doen. Werkelijk praatte ik op den feestavond eenige uren achtereen met den gastheer. Den volgenden dag kwam zrjn vrouw van vreugde stralend bij my. Zij bedankte mij en Mijn man bewondert u, omdat u met de schoonheid van een vorstin het hart van een leeuwin vereenigt. Ik weet, dat hy zich nog een vrouw wenscht. Zorg er voor, dat hy u kiest. Wat my aangaat, ik zal u dienen, zoo als het een jongere zuster betaamt. Het kostte lady Dorothy veel moeite. de kieine vrouw dit plan uit het hoofd te praten. Zij kreeg, toen zij afscheid nam, den mdruk, dat de inboorlinge de houding van de Euro- peesche volstrekt niet begreep en zich niet kon verklaren, waarom zij het eervolle aanzoek afsloeg.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 2