Villi. zou dus ook dezerzijds een protest willen uit- spreken. De heer DIELEMANEn anders zouden we moeten zien, dat bij een nieuwe verkiezing eens rekening gehouden werd met de per- sonen die dat daar in Middelburg moeten op- knappen. De heer KRUIJSSE acht het juist, hetgeen de heer 't Gilde zeide, dat de toezending van de regeling meer een vorm is. Maar in elk geival moet de raad er zich toch over uit- spreken. Nu hebben Burgemeester en Wet- houders er niet veel notitie van genomen, omdat vroegere protesten toch niet hebben gebaat, maar bovendien ook omdat de rege ling voor onze gemeente practisch weinig verschilt. Er wordt op het moment geen ver- hooging gegerven. Daarom hebben Burge meester en Wethouders er niet veel drukte van gemaakt. De heer CLAESSENS noemt dat maar be- trekkelijk. Bij de vorige regeling werd de jaarwedde geregeld tot 3600, maar door Axel in een uitzonderingspositie te plaatsen werd het 4600. De heer KRUIJSSE merkt op, dat, indien men dat in aanmerking neemt, de jaarwedde hier is achteruitgegaan, aangezien Gedepu- teerde Staten de uitzonderingspositie voor deze gemeente hebben laten vervallen. In dat opizieht schijnen Gedeputeerde Staten met de dezerzijds geopperde bezwaren rekening te hebben gehouden. De heer CLAESSENS maar het gevolg is geweest, dat de jaarwedde die vroeger voor de uitzonderingspositie was bepaald, thans voor den gewonen toestand is vastgelegd. Eigenlijk is dat toch w<51 verhooging. De heer KRUIJSSE: De jaarwedden wor- den voor 5 jaar vastgesteld; de vorige maal was voor Axel een uitzonderingspositie ge maakt, maar die is er nu afgegaan. De heer OGGEL: Ja, maar nu is de ge- wone grondslag hooger. De heer DIELEMAN: Als ze het nu weer in hub hoofd zouden krijgen om Axel in een uitzonderingspositie te plaatsen, zou er dan toch weer een /1000 bijkomen. De heer CLAESSENS: Strikt genomen hebben ze er f 1000 opgelegd. De VOORZITTER meent uit de besprekin- gen de conclusie te kunnen trekken, dat de gemeenteraad met de ingezonden regeling niet accoord gaat en dit aan Gedeputeerde Staten wenscht mede te deelen. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 9. gemeentebegrooting voor Wijziging 1929. Burgemeester en Wethouders stellen voor, de gemeentebegrooting voor den dienst 1929 te wijzigen als volgt: onder de uitgaven te verhoogen de posten: kosten van de gemeentereiniging voor zoover niet vallende onder hoofdstuk XIII, subsidie aan de werkloozenkassen f 5; en te verminderen de posten: kosten van de leggers enz. f 70, kosten van de beerrui- ming f 10, premien en andere kosten van markten 5. Met algemeene stemmen wordt besloten. aldus 10. Wijziging begrooting Burgerlijk Arm- bestuur. Door het Burgerlijk Armbestuur wordt ter goedkeuring ingezonden een af- en overschrij- ving in de 'begrooting van dat college, voor den dienst 1929, door van den post bedeeling in ibrandstoffen af te schrijven 20,05 en dat bedrag over te schrijven op den post bedee ling in kleeding en liggingstukken 20,05. Met algemeene stemmen wordt aldus besloten. 11. Bad- en zwemgelegenheid. De VOORZITTER deelt mede, dat een schrijven is ingekomen onderteekend door de raadsleden 't Gilde, Dieleman, Claessens en EsseJbrugge, luidende als volgt: Ondergeteekenden, leden van den raad der gemeente Axel, nemen de vrijheid bij dezen de aandacht te vestigen op den zeer primitie- ven toestand der bad- en zwemgelegenheid hier ter plaatse. (Op het terrein van den heer BakkerBuij'ze.) De toestand daar ter plaatse laat zoowat alles te wenschen over en is het vooral erger- lijk op het gebied der kleedgelegenheid, daar niet het minste comfort bestaat om zich, bij de vaak overstelpende animo (op deze beperkte plaats) behoorlijk te ontkleeden. Voor kinderen en dames wordt dan ooK aanstoot veroorzaakt Ook op ander terrein n.l. op het gebied van toezicht en hygiene laat de toestand zeer veel te wenschen over. Zij nemen daarom de vrijheid zich door dezen tot den raad te wenden (vooral ook nu onder onze gemeente zulk een droevig voorval heeft. plaats gevonden) met het ver- zoek in overleg te treden met den eigenaar van dit terrein en daardoor te komen tot een ingrijpende verandering, waardoor een bron van ergemis en ongerustheid voor de ge- heele burgerij zal worden weggenomen. De VOORZITTER vraagt, of de heeren dit schrijven nader wiiieii teelichten en hunne bedoeling uiteenzetten. De heer 't GILDE zegt dat dit punt gezien de urgentie zeer overhaast is ingediend en zijnerzijds bestaan de bezwaren vooral in het ontbreken van behoorlijke kleedgelegenheid op dit terrein, hetgeen uit het ingediende verzoek blijkt. Overigens is hrj een groot voorstander van baden en zwemmen uit een oogpunt van hygiene, maar ook van sport. Over de bestaande gelegenheid om zich te ontkleeden kan hij moeilijk een woord vinden zich behoorlijk uit te drukken, die is volgens degenen die ervaring er van hebben meer dan ergerlijk. De heer Claessens zal misschien verder wil len gaan en het gemengd baden verbieden. Daartegen bestaan zijnerzijds, mits in behoor lijke banen geleid geen overwegende bezwaren. Toezicht op het terrein is overigens zeer gewenscht en ook omtrent de veiligheid kon nog wel wat meer worden gedaan. Onze gemeente heeft behoefte aan een zoo- danige gelegenheid, maar laat ons deze in overeenstemming brengen aan de eischen des tijds. Ook op particulier terrein kan het noo- dig zrjn dat de gemeente zijn bemoeiingen uit- strsktt De VOORZITTER: Het betreft dus in hoofdzaak een kleedkamertje De heer 't GILDE noemt dit in de eerste plaats; misschien dat de heer Claessens hier- aan nog wel wat zal toevoegen en vooral be- zwaar heeft tegen een gemengd bad. Ook heb ben onderteekenaars het oog op het aanwezig zijn van voldoende reddingsmiddelen. Hij ver- meent, dat de heer Van de Bilt hierover het vorig jaar ook reeds had aangedrongen. Hij acht deze zaak urgent. De heer DIELEMAN deelt mede, dit schrij ven mede onderteekend te hebben, omdat hij meent, dat bij het baden de geslachten ge- scheiden dienen te worden gehouden. Hij is van oordeel dat daar geen mannen en vrou- wen of meisjes zich moeten ontkleeden. Hij zou wenschen dat voor de beide geslachten de gelegenheid op verschillende uren gesteld werd. Dat is voor hem het grootste motief. De heer CLAESSENS zou de gelegenheid voor baden en zwemmen willen openstellen van Mei tot October, van 3 tot 6 uur des na- middags voor vrouwen en van half 7 tot 10 uur voor mannen. Er zou dan ook voldoende toezicht moeten zijn, anders zou het nog klachten blijven regenen. Als hieraan kon worden voldaan, zou al een heel stuk der bestaande bezwaren zijn ondervangen. De VOORZITTER: De bedoeling der heeren is dus, dat dit van gemeentewege zou wor den ingericht. De heer CLAESSENS: Ja. De heer DIELEMAN: Misschien bestaat de mogelijkheid, dat er een particuldere vereeni- ging wordt opgericht. Er bestaat reeds een IJsclub, waarom zou er ook niet een zwem- club kunnen opgericht worden. Misschien kon V. V. V. het zich aantrekken. Hrj is van mee- ning dat het particulier initiatief het zich moet aantrekken. Kan de vereeniging zich dan niet geheel bedruipen, dan kan er voor de gemeente aanleiding zrjn helpend op te treden. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouders deze zaak ook al eens hebben besproken, doch toen zijn de te ma- ken kosten een bezwaar geweest, om er ver der op door te gaan. Indien de gemeente die zaak zou regelen, zou zij ook hebben te ga- randeeren, dat alles stipt in orde was. Dat sleept enorm veel kosten met zich. Daarop is het denkbeeld ook de vorige maal gestrand. Is er thans een sterke strooming in den raad die er toch wel wat aan wil doen, dan zou spreker in overweging geven het schrijven te stellen in handen van Burgemeester en Wet houders voor het instellen van een onderzoek en het uitbrengen van advies. De heer DIELEMAN vraagt, of de kosten nu wel zoo hoog behoeven te zijn. Hij meent, dat er met wat toezicht toch op eenvoudige wijze ook wel verbetering zou zijn te bereiken. Indien de geslachten gescheiden werden zou men al een heel eind vooruit zijn en in dit opzicht moet naar zijn meening worden inge- grepen. De VOORZITTER geeft te kennen, ook niet te hebben stil gezeten en aan die zwemgele genheid en het gebruik dat er van gemaakt wordt ook zijn aandacht te hebben gewijd. Hij heeft bovendien ook de politie order gegeven een oog in het zeil te houden. Zelf heeft hij niets onbehoorlijks gezien en ook de aan hem uitgebrachte rapporten gewagen daar niet van. Hij gelooft daarom, dat de toestand niet zoo erg is, als de heeren wel meenen naar voren te brengen. Hij zou gaarne zien, dat ook de andere hee ren zich hierover eens uitspraken. De heer OGGEL: Het beste zou zijn, dat er een vereeniging werd opgericht, die deze zorg op zich nam. De VOORZITTER is het hiermede eens. In dien de gemeente het zou doen, zouden de kosten zeer hoog loopen en er is juist dezen morgen reeds op gewezen, dat men, met het oog op de economische crisis zich moet ont- houden van het doen van niet strikt nood- zakelijke uitgaven. En al is het baden en zwemmen nuttig, zoo kan het toch niet als een noodzakelijke levenseisch worden be- schouwd. De gemeente zou er zich dus toe moeten bepalen deze zaak met een kleinig- heid te steunen. Men moet ten deze voorzich- tig zijn. De heer DIELEMAN merkt op, dat, ook in dien van particuliere zijde geen vereeniging werd opgericht, toch een verordening zou kun nen worden uitgevaardigd om het tegelijk zwemmen van beide geslachten te verbieden. De heer ESSELBRUGGE is ook van oor deel, dat dit beslist moet. De heer KRUIJSSE wijst er op, dat het hier een badgelegenheid betreft op particulier terrein. Indien het kon, zou hij er ook voor zijn, dat er een flinke gelegenheid tot stand kwam, Maar als de gemeente het zich aan- trekt, draagt zij ook de voile verantwoorde- lijkheid en behoort alles in orde te zijn. Dan is de gemeente er ook verantwoordelijk voor, als er soms ongelukken zouden gebeuren en dienen daartegen voorzorgsmaatregelen te worden genomen. Dan kan men verschillende kwesties krijgen. Spreker weet daarvan bij ondervinding. Jaren geleden heeft hij ter plaatse met enkele anderen een badtentje gezet en is daar gaan zwemmen. Toen kreeg men te doen met den pachter van het vischwater, die een eisch tot schadevergoed-ing instelde, omdat hij be- weerde dat dit nadeeling was voor zijn vis- scherij. Daarvan is voor hem niets gekomen, omdat hij niet kon aantoonen schade te heb ben, nog minder hoe groot die was. Met al zulke dingen heeft men echter rekening te houden. En hoe zou nu de gemeenteraad kun nen verordenen dat beide geslachten niet te gelijk mogen baden of zwemmen, indien de particuliere eigenaar van het terrein de per- sonen toelaat? Als het aantal kleedhokjes wat werd uitge- breid meent hij, dat men al een eind vooruit zou zijn. Dat daar onzedelijke dingen zouden gebeuren kan hij niet aannemen. Daarvoor zijn er te veel menschen opeen. De heer DIELEMAN vermeent, dat men niemand aan grooteren dienst zou bewijzen als de eigenaar, als zoo'n bepaling werd uit gevaardigd. De VOORZITTER ziet dat niet in. De eige naar heeft voldoende vat op het publiek. Zij die er komen, moeten wat betalen en op Zon- dag laat hij het niet toe. Dan ziet men ook niemand. De heer KRUIJSSE: Als de bad- en zwem gelegenheid van wege de gemeente werd in gericht en daardoor een officieel karakter kreeg, was de gemeente er ook verantwoor delijk voor. Dan zou een eerste maatregel moeten zrjn om een deel van het water af te bakenen, waar binnen dan zij die niet zwem men kunnen ter voorkoming van ongelukken zouden moeten blijiven. Maar dat zou weer niet kunnen van wege den pachter der vis- scherij, aangezien deze daardoor zou worden belet te sleepen. De heer DIELEMAN: Dat zou een goede en degelijike maatregel zijn. De heer KRUIJSSE: Zeker, maar daar voor krijg je geen vergunning. De heer DIELEMAN: Nu wordt»er toch ook gezwommen en gevischt. De heer KRUIJSSE: Maar er worden geen voor den visscher hinderlijke belemmeringen aangebracht. De VOORZITTER meent, dat Burgemeester en Wethouders de zaak eens onder de oogen kunnen zien. De heer CLAESSENS gaat zelf met zwem men en heeft er zelf niets van gezien, maar hrj hoorde van een dame zeggen, dat, als er aan die tegenwoordige zwemmerij geen eind i i iv./J ATi wi ot Ti VP.lfW er erg voor, dat er een goede inrichting zoU komen, maar als dat niet mogelijk blijkt, zal men er zich ook bij moeten neerleggeir. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouders het denkbeeld wel wil len overnemen en eens een onderzoek zullen instellen, of een goede oplossing te krijgen is. De heer P. DE FEIJTER kan van nu af wel zeggen, dat hij er tegen is, dat er van gemeentewege voor gezorgd wordt. De VOORZITTER oppert de mogelijkheid, dat misschien verschillende personen een ver eeniging stichten. De heer P. DE FEIJTER: Dat moeten zij weten, maar van gemeentewege ben ik er tegen; V. V. V. moest zich ook daar maar voorspannen. De heer KRUIJSSE merkt op, dat eens met den eigenaar zou kunnen gesproken worden over een regeling in de toelating van het pu bliek. Er zou dan misschien een veldwachter bij kunnen gezet worden. De heer VAN DE BILT: Ja en een veld wachter hebben we! De heer 't GILDE: Wel twee! De heer VAN DE BILT hoopte, dat de toe stand zal verbeteren. Als de politie eens wat beter kijkt, zal, naar hij van oordeel is, het aan den burgemeester uit te brengen rapport ook niet zoo netjes luiden. Er wordt nu wel gezegd, dat het op particulier terrein ge- schiedt, maar als Burgemeester en Wethou ders eens met den eigenaar spreken, zouden zij er hem op kunnen wijzen, dat ook hij toch geroepen is om de openbare zeden te bescher- men. Er zou dan voor controle een agent bij kunnen gezet worden. Hij gelooft, dat dit een zeer goede maatregel zou zijn. Dan be staat toch nog voldoende kans om een bad te nemen. Er is wel meer eens iets geweest, waarvan aanvankelijk gezegd werd, dat er niets aan te doen was, maar dat de voorzit- ter toch wel voor elkaar kreeg. De VOORZITTER merkt op, niet te hebben gezegd, dat het niet kan, maar dat er be zwaren zijn. De heer VAN DE BILT: We moeten toch wat doen om het fatsoen te bevorderen. Vroeger kiwamen er maar enkelen, maar nu is er ook een categorie, gaan baden en zwem men waaronder veel dames die beter thuis in een badkuip konden kruipen, dan in de mod- der van de kreek. Ze ruiken er allemaal na. De heer 't GILDE wil naar aanleidinig der woorden van den heer P. de Feijter even op- merken, dat dit niet ligt op het terrein van V. V. V. Indien dit wel het geival was, zou het zich dat allang hebben aangetrokken, want in het bestuur dier vereeniging zitten genoeg mannen wien het aan initiatief voor dergelijke zaken niet onbbreekt. De heer P. DE FEIJTER heeft dat gezegd, omdat die vereeniging zich alle zaken van vermaak aantrekt; hij beschouwt ook baden en zwemmen als een vermaak. Misschien kan de heer 't Gilde die daarvan bestuurslid is er zich voorspannen, voor verbetering van de hygiene. De heer DIELEMAN geeft te kennen, dat men omtrent het adres der raadsleden geen onjuiste voorstellingen moet gaan vestigen. Er lag geen ibepaalde positieve bedoeling aan ten grondslag dan alleen om de zaak hier eens in bespreking te krijgen, en daardoor verandering te bewerken, in den tegenwoor- digen toestand. Het gescheiden houden der geslachten is zeker een kwestie van beteeke- nis. Men moet geen minder goede dingen uitlokken en zooals het nu gaat is het toch zeker niet bevorderlijk aan de goede zeden. De heer ESSELBRUGGE vraagt, of er vol doende en goede reddingsmiddelen zijn. De VOORZITTER: Over goede en voldoen de valt natuurlijk te twisten. Er zijn red dingsmiddelen. Er is een nieuwe reddingsboei aangeschaft. Gevallen als op 't Spui voor- gekomen, kunnen zich altijd voordoen. Als op andere plaatsen gezwommen wordt, kan daartegen niet worden gewaakt. De heer ESSELBRUGGE: Er is dan zoo- veel mogelijk voorzorg genomen. De heer OGGEL: De reddingsboei die het vorig jaar werd aangeschaft is geheel ge- rulneerd door hen voor wier belang ze daar geplaatst was. Dit was oorzaak, dat nu weer een nieuwe moest worden aangeschaft. Het bewrjst niet erg, dat zij voor wie dat ge daan wordt er veel prijs op stellen. De heer 't GILDE meent, dat, als er beter toezicht was, zooiets ook wel niet zou voor- komen. Goedgevonden wordt, dat Burgemeester en Wethouders deze zaak eens nader onder de oogen zullen zien en daama aan den raad advies zullen uitbrengen. kwam, het noodig zou worden met 'n rekwest daartegen rond te gaan om dat aan den ge meenteraad te sturen. Er zijn ook verschil lende andere menschen die er over hebben geklaagd. Meer kan hij er niet van zeggen. De heer 'KRUIJSSE gelooft, dat iedereen wel zal toestemmen, dat het er nu verkeerd gaat. Spreker ging er vroeger ook zwem men, maar nu die bende daar gekomen is, heeft hij er bezwaar tegen daar te zwem men. Wanneer de gemeente officieel de zaak aanpakt, moet het geheel in orde zijn. Nu zwemt men er voor eigen risico. Spreker is 12. Plaatsen van een bank. De VOORZITTER deelt mede, dat naar aan leiding der vraag van den heer 't Gilde door Burgemeester en Wethouders een onderzoek is ingesteld inzake het plaatsen van een bank bij de brug. Aldaar zal een doelmatige bank kunnen geplaatst worden. De kosten worden geraamd op 10 tot f 15, indien de raad Bur gemeester en Wethouders daarvoor crediet wil verleenen, zal een bank geplaatst worden. De heer DIELEMAN: Alleen voor een bank aan de brug? De VOORZITTERJa, alleen aan de brug. De heer OGGEL: Nu, misschien kunnen er op andere punten ook nog wel geplaatst wor den. De heer DIELEMAN ziet altijd met genoe- gen in het naburige Ter Neuzen banken, waarop ouden van dagen als het mooi weer is een aangenaam zitje hebben. Hij zou het geschikt achten dat er in de Oude Wijk en aan het Station ook een bank geplaatst werd. De VOORZITTER acht uitbreiding moge lijk; misschien zijn er dan betere plaatsen. De heer DIELEMAN zou dat toejuichen; hij ziet graag die oude menschen daar zitten. 13. Omvraag. a. De heer ESSELBRUGGE: Mijnheer de Voorzitter: Namens vele tientallen mijn harte- lijken dank voor de maatregelen welke door u zijn genomen, om Zaterdagsavonds de straten nog te laten opvegen, zoodat ze er 's Zondags- morgens toonbaar uitzien. b. De heer ESSELBRUGGE: Mijnheer de Voorzitter! Alle teekenen wijzen er op dat weer spoedig de avondconcerten van muziek en zang zullen aanvangen. Nu- is mijn vrien- delijk verzoek Mijnheer de Voorzitter, wilt U als hoofd der politie dusdanige maatrege len nemen dat de orde en stilte onder spelen en zingen zoo goed mogelijk zij, zoodat ieder die dit wenscht ongestoord kan luisteren De VOORZITTER: Zoo juist is onze nieuwe politieverordening in werking getreden, die het mogelijk maakt, tegen dat rumoerverwek- ken bij concerten op te treden. Tegen over- treders zal proces-verbaal worden opgemaakt. Het is wel goed, dat de bevolking dit ook eens leest, dan is er de aandacht op gevestigd. Ook ligt het in mijn voomemen de medewer- king in te roepen van de hoofden van scholen en hen te verzoeken de kinderen er op te wijzen, dat zij zich van het verwekken van leven of rumoer moeten onthouden. Dat heeft hij al meer gedaan en dat gaf wel goede re- sultaten. c. De heer ESSELBRUGGE: Mijnheer de Voorzitter! Er is mij dezer dagen nog op gewezen, dat als men met rijwiel, auto of ander vervoermid- del, van den Armendijk, Oostkant, de Buiten- weg in komt rijden, het zicht zoo slecht is omreden die haag te hoog is. Kan daar met den ondeihoudsplichtige geen regeling getrof- fen worden, dat deze haag geregeld wat kor- ter gehouden wordt, zoodat het zicht daardoor wat beter wordt. De VOORZITTER deelt mede, dat aan den pachter reeds opdracht gegeven is de bedoelde haag in te snoeien d. De heer ESSELBRUGGE: Mijnheer de Voorzitter! Nu een gedeelte dezer vergadering in het teeken van verkeersverbetering heeft ge- staan wil ik hier gaarne nog een dergelijk, mijns inziens even ernstig protaleem noemen en naar mijn meening een oplossing daarvoor aangeven. Het is namelijk mijn voorstel: het inrijden (van de Westkant uit) van het Oosterstraat- gedeelte tusschen de Julianastraat en de Kerkdreef te verbieden. Dit sluit natuurlijk niet het gebruik daar van af voor de bawoners van dat gedeelte en moeten dezen niet de minste hinder van deze verbodsbepaling ondervinden. Het is dan ook niet voor of tegen hen, doch het gebruik ervan door voorbijgaande auto's enz., die gevaarlijke situaties op den hoek OosterstraatKerkdreef doen ontstaan, voor- namelijk door de daar passeerende tram dat ik me verplicht voelde hierop te wijzen. Het inrijden van af de Kerkdreef in dat straatgedeelte acht ik minder gevaarlijk, dus zou ik vrij willen laten, maar zou, wanneer mijn voorstel een meerderheid mocht ver- wenven, alle venkeer dat van de Buthdijk in de Oosterstraat komt, afgeleid dienen te wor den langs de Julianastraat in zijn voile leng- te tot aan de Normaalschool. Om de weggebruikers in dezen te helpen was het wel goed op enkele hoeken b.v. de woning van Loof, aan de pomp die verderop staat te sehilderen of borden aan te brengen: (altijd indien de eigenaars hiertoe genegen zijn) richting Station, Zaamslag, of iets in dien zin dat tot verduidelijking kan dienen. Omgekeerd zou het misschien overweging verdienen het verkeer StationButhdijk ook door de Juianastraat te leiden, om zoodoen- de de Kerkdreef en zijstraten zooveel moge lijk te ontlasten een en ander zoo noodig door teekens aangegeven. Mocht het genoemde worden goedgevon den, het zou mijns inziens tot een goede ver keersverbetering in de kom der gemeente strekken. Dank u wel. De VOORZITTER geeft te kennen, dat deze zaak al besproken is, en dat de heer Esselbrugge ibij de bespreking van den ver- keersweg kan gehoord hebben, dat het in de bedoeling van Burgemeester en Wethouders ligt, enkele wegen voor het rijtuig- en auto- verkeer af te sluiten, al is het niet alle door hem genoemde. En wat betreft het plaatsen van opschrif- ten voor het aangeven van richting, krach- tens de verordening rust op de ingezetenen de verplichting te gedoogen, dat die opschrif- ten op de gevels worden aangebracht. Daar- mede is voor enkele jaren al een begin ge- maakt De heer ESSELBRUGGE wijst op het punt OosterstraatKerkdreef. Dat is zeer ge vaarlijk. Een opschrift „let op de tram" is niet voldoende om het gevaar te keeren. De heer DIELEMAN meent, dat, als het rrj- en voertuigverkeer door de Julianastraat moet geleid worden, die bestrating gauw kapot zal zijn. De VOORZITTER stemt toe, dat er bij het maken der bestrating wel rekening mee had behooren gehouden te zijn, dat het een straat voor doorgaand zwaar vervoer kon worden maar wijst er op, dat er nu toch betere klin- kers zijn aangebracht, waarvan mag verwacht worden, dat zij het nog al eeni-gen tijd zullen houden. Hij zegt toe, dat te gelegenertijd met de wenken van den heer Esselbrugge rekening zal worden gehouden. De heer KOSTER vindt het afsluiten van straten in theorie wel een mooi plan, maar wijst er op, dat men dan op iederen hoek der straat wel een politieman zal mogen zetten. Te Middelburg is dat althans zoo. De VOORZITTER is het daarmede niet eens; daarvoor zijn wel andere middelen. De volgende vergadering krijgen de heeren j een voorstel. De heer KRUIJSSE merkt op, dat men nu wegens uitbreiding van het verkeer spreekt j van gevaar, maar dat men zich na eenigen tijd daarbij wel zal aansluiten. Hij herinnert nog aan de eerste tijden van het rijwiel. Als men dan een paard met rijtuig tegen kwam moest men afstappen. Wie denkt daar thans nog aan? De heer KOSTER herinnert ook aan de hondenkar, welke bij het tegenkomen van een paard met rijtuig moest stoppen. De heer ESSELBRUGGE merkt op, dat de heer Kruijsse er zich nu wel met een lacher- tje van af tracht te maken, maar dat het daar komende uit de Oosterstraat naar de Kerkdreef toch een zeer gevaarlijk punt is. Onlangs reed in de straat de heer Dekker m de richting van de Kerkdreef. Spreker had de tram van de halte hooren vertrekken en waarschuwde den heer Dekker. Deze had he zelf niet gehoord. De heer KRUIJSSE merkt op, volstrekt geen grapje bedoeld te hebben, doch alleen met een voorbeeld te hebben willen aantoo nen dat de menschen zich door gewoonte wel bij 'die gevaarlijke punten zullen aanpassen en voorzichtig worden. Hoe zou het dan w in een groote stad moeten gaan De heer 't GILDE is het met den heer Esselbrugge eens, dat het een S^aarlijk punt is. Menschen die er mede bekend zijn, kunnen zich nog eenigszins voor de tram wachten. Maar er zijn er ook, die het met weten. Overigens herinnert hrj er ook reeds dikwijls op te hebben aangedrongen, dat een regeling voor het verkeer zou worden ge maakt, eh dat het gewenscht was dat het verkeer komende uit de nchtrng^ van Axelsche Sassing en bestemd voorhet sta- tot oplossing brengen, maar de kosten installatie zijn zeer hoog. De heer 't GILDE meent namens S- de oudjes bij voorbaat dank te mogen zeggen voor het voornemen tot het plaatsen van een bank bij de brug. h. De heer 't GILDE geeft te kennen, dat het hem in de laatste jaren bij verschillende gelegenheden is opgevallen, dat bij nationale feesten geen vlag werd uitgestoken van de openbare school, terwijl dit aan de andere scholen wel het geval was. Hij meent dat in dit opzicht de openbare school niet ongunstig mag afsteken bij de andere. De VOORZITTER merkt op, dat bij zulke gelegenheden van wege de gemeente de vlag wordt uitgestoken van het gemeentehuis. In dien men dat van de openbare school deed, zou men dat ook wel kunnen doen van andere gemeentegeljouwen. De heer 't GILDE meent, dat er toch wel eenig verschil is. Aan de school worden de kinderen opgeleid en kan het uitsteken der vlag op nationale dagen toch ook tot die opleiding gerekend worden; dan kweekt men er dat bij de kinderen ook in. De heer OGGEL meent ook, dat er wel iets voor te zeggen is, dat ook van de openbare school gevlagd wordt. Als de raad Burge meester en Wethouders wil machtigen een vlag en wat verder noodig is aan te schaffen, kan daarin worden voorzien. Met algemeene stemmen wordt die machti- ging verleend. i. De heer DIELEMAN wil in verband met de besprekingen over de verkeerswegen ook nog eens ter sprake brengen het Spui- padje. Er gaan tegenwoordig veel menschen van Spui te Sluiskil werken. Die kunnen van dat padje gebruik maken. En nu zal hij niet zeggen dat het ibepaald slecht ligt, maar zooals het nu ligt, is het onmogelijk goed te houden. Men heeft maar ongeveer 30 c.M. breedte om te fietsen. Alles gaat dus over hetzelfde spoor. Dat padje zou zeker een meter breeder moeten kunnen worden ge maakt om het goed te houden. Dan kon men daarop elkaar ook in tegenovergestelde rich ting passeeren. Hij wijst er op, dat er van Sluiskil-Coegors naar Sluiskil brug ook een pad ligt dat steeds goed blijft maar dat is dan ook breeder. Hij zou het op prijs stellen, dat de moge lijkheid tot verbreeding eens werd onder- zocht. De VOORZITTER hoort dit met verwon- dering. Voor zoover hem bekend is, ligt het pad goed; er is geen geld ontzien om het goed in orde te maken; klachten zijn er ook niet gekomen. De heer DIELEMAN merkt op, ook niet te •beweren dat het niet goed ligt: behoudens enkele putjes gaat dat wel. Maar het is niet goed te houden, het is te smal. De heer KRUIJSSE: Maar het is toch 1 M. breed? De heer DIELEMAN: Berijdlbaar is het nog over geen halven meter, te nauwernood 30 c.M. Men moet er rekening mee houden, dat de graskanten over het pad heengroeien. De VOORZITTER msent, dat die verbree ding nog al wat zou beteekenen. Het pad is 1500 M. lang. De heer P. DE FEIJTER hoorde met ge- noegen, dat een ander het nu ook eens over het Spuipad had. Hij heeft 3 maanden ge leden al over de putten geklaagd die er in lagen en die zijn nog niet verbeterd. Hij ge looft dat er verkeerd aan gewerkt wordt. Er is een laag macadam op gebracht, maar dat is zeer onpractisch en ook slecht voor de fietsen. Er liggen heele steile putten in. Hij gelooft, dat men verder zou komen met sin- tels, en als daarvan in hoopen voorraad ge houden werd voor aanvullen van ontstaande putten. De VOORZITTER herhaalt, dat opdracht gegeven is om alles goed te maken, doch zal terstond een onderzoek instellen, en hoopt dan in de volgende vergadering mededeeling te doen van het resultaat. De heer DIELEMAN houdt vol, dat men het nooit goed zal krijgen als het zoo smal blijft; er moet rekening gehouden worden met den graskant. Die begroeit het pad en daarom zal men als het In dezen toestand j blijft er ook altijd mee blijven sukkelen. j. De heer P. DE FEIJTER informeert j wanneer er op gerekend kan worden, dat de verlichting in de buurtschap Spui in orde zal zijn. Het zal nu al gauw tegen den winter gaan en dan zou het toch gewenscht zijn, dat het in orde was. De lantaarns die daar vroeger van wege de gemeente Zaamslag werden onderhouden functioneeren niet meer. De VOORZITTER deelt mede, dat met het gemeentebestuur van Zaamslag overeenstem ming is verkregen voor het plaatsen van gas- lantaarns van wege de gemeente Axel, voor gezamenlijke rekening. Door Burgemeester en Wethouders is aan de gasfabriek opdracht gegeven om zoo gauw mogelijk voor het aanbrengen dier lantaarns te zorgen en voor zoover spreker weet zouden ze misschien de volgende week al kunnen branden. Dat komt dus in elk geival trjdig in orde. De heer P. DE FEIJTER vemeemt dit met genoegen. Uit het verslag der raadszitting van de gemeente Zaamslag had hij het ver- modden geput dat er moeilijkheden aan de oplossing verbonden waren en men daar in het Axelsche gas niet veel vertrouwen had. De VOORZITTER merkt op, dat men daarop gerust kan zijn. Het licht zal zeker beter zijn dan het vroegere. Hij sluit de vergadering door het uitspre- ken van het dank-gebed. DE VOEDING. De mensch, die zij overwegende positie in de natuur aan zijn centrale zenuwstelsel te danken heeft, vraagt zich telkens weer af, wat hij in het belang van zijn hersenen te doen of te laten heeft. Welken invloed heeft de voeding op dit edele orgaan en vormt een visch een goede grondstof daarvoor? Jaren geleden heeft Moleschott gezegd: zonder phosphor geen gedachte. Dit is slechts waar in dezen zin, dat de hersenen phosphor bevatten en dat zonder hersenen gedachten ondenkbaar zijn. j Het is niet bewezen, dat meer phosphor in het voedsel bijzonder bevorderlijk voor geeste- lijke ontspanning zou zijn. Op grond van Mo- leschott's uitspraak en wetende, dat visch vrij S veel phosphor bevat, heeft men daaruit de on- gemotiveerde conclusie getrokken, dat dus visch goed voor de hersenen zou zijn. De hersenen moeten behoorlijk gevoed wor den met bloed van goede kwaliteit. Ze zijn van alle weefsels het gevoeligst voor vergifti- ging,' bloedarmoede of andere invloeden van het bloed uit. Te zware voeding is zelfs ongewenscht voor geestelrjk werk, want de sprjsverteringsorga- nen. die in voile actie zijn, vereischen veel bloed, zoodat de hersenen dan minder goed worden voorzien. De meeste menschen gevoelen zich ver- moeid en slaperig na een zwaren maaltijd. hersenarbeider verdienen kleine tion zou worden geleid door de Julianastraat doch dat dan daarvoor rekening had moeten worden gehouden met de verhardmg. De VOORZITTER stemt toe, dat dit juist i9 de raad heeft dat voorstel echter met aanvaard, zoodat napleiten met baat. e. De heer CLAESSENS vraagt, of er nog geen bericht is van de fabnkanten met trpkkin? tot ds w8.tGrl6idin^. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge- meester en Wethouders nog geen antwoord van het Rijksbureau hebben ontvangen. Wel heeft hij telefonisch van den directeur van het Rijksdrinkwaterleidingsbureau vernomen, dat deze de vorige week Vrijdag te Ter Neu zen een conferentie met industrieelen zou hebben. f De heer CLAESSENS vraagt, of er nog geen nader bericht is van de P. Z.E.JM. 1be- treffende aansluiting van het Oostelrjk deel der gemeente aan het electrisch net. De VOORZITTER antwoo«n on enmm g hersenarbeider veroieneu Se^k naa^hter!^opl°®t,aar -altijden met licht verteerbare spijzen aan- in verband met het geld. Men zou het gaarne beveling.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 6