Ter Neuzensche Courant Tweede Blad. Woensriag 25 Juni 1930. No. 8544. GEMEENTERAAD VAN AXEL. VAN Vergadering van Dinsdag 24 Juni 1930, des voormiddags 10 uur. Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester. Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, A. E. C. Krurjsse, M. W. Koster, A. Esselbrugge, C. Th. van de Bilt, H. Wolfert, Ch. Claessens, A. Th. 't Gilde, F. Dieleman, J. de Feijter en P. de Feijter, benevens de Secretaris J. L. J. Maris. De VOORZITTER opent de vergadering door het uitspreken van het gebedsformulier. Hij stelt aan de orde: 1. Notulen. De notulen der vergadering van 13 Mei LI. worden met algemeene stemmen vastgesteld zooals die in druk zijn verschenen. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 2. Ingekomen stukken. a. Het raadsbesluit van 13 Mei 1930, tot verkoop van gemeentegrond aan P. J. van Drongelen Kz., voorzien van het bewijs der goedkeuring door Gedeputeerde Staten. Aangenomen voor kennisgeving. b. Het raadsbesluit van 13 Mei 1930, tot wijziging der gemeentebegrooting voor 1929, voorzien van het bewijs der goedkeuring door Gedeputeerde Staten. Aangenomen voor kennisgeving. c. Het raadsbesluit van 13 Mei 1930, tot wijziging der begrooting voor het gemeente- lijk gasbedrijf voor 1929, voorzien van het bewijs der goedkeuring door Gedeputeerde Staten. Aangenomen voor kennisgeving. d. Een schrijven van den Commissaris der Koningin in Zeeland, waarbij wordt bericht de herbenoeming van leden der Gezondheids- commissies. In die zetelend te Ter Neuzen is herbenoemd de heer A. J. Klaassen. Aangenomen voor kennisgeving. e. Een dankbetuiging van het bestuur der Geitenfokvereeniging „Ter Verbetering" voor de welwillende beschikking op haar verzoek om verhooging van gemeentesubsidie. Aangenomen voor kennisgeving. f. Een dankbetuiging van J. A. van Hoeve voor het raadsbesluit waarbij werd besloten tot dekking van het tekort der door hem ge- exploiteerde frob^lschool over het jaar 1929. Aangenomen voor kennisgeving. g. De begrooting der Gezondheidscommis- sie, zetelend te Ter Neuzen, voor den dienst 1931, op een eindcijfer van f 1583,94. De door de gemeente Axel te betalen bijdrage wordt geraamd op f 117,08. Burgemeester en Wethouders stellen voor, deze te behandelen bij de vaststelling der ge meentebegrooting. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. h. Een schrijven van het bestuur der Katholieke Middelbare Schoolvereeniging te Hulst, luidende als volgt: Onder overlegging der rekening en verant- woording onzer Middelbare Handelsschool over het jaar 1929, nemen wij beleefd de vrijheid, ook voor 1931 en de volgende jaren uw on- misbaren steun in te roepen. Wij zijn u hoogst erkentelijk voor de finan- cieele medewerking, welke wij van u mochten ondervinden. Zooals u uit de bijgevoegde rekening moge blijken, sluit het jaar 1929 met een tekort van 373,38. Vorige jaren sloten met nog beduidend grooter tekorten, zoodat het steeds moeilijker wordt, de school staande te houden. Zonder krachtiger steun der ge- meenten, zal dit wellicht spoedig onmogelijk blijken. Hulst met op 1 April 21 leerlingen op onze school, de gemeente van vestiging, draagt f 4500 per jaar bijde gemeente Hon- tenisse f 150 per jaar per leerling uit die ge meente. Alleen wanneer ook de andere ge meenten konden besluiten tot een bijdrage van 150 per jaar per leerling, wordt het even- wicht tusschen ontvangsten en uitgaven her- steld. Naar wij hopen, is ook uw raad over- tuigd van het groote belang der school voor deze streek. Geregeld wordt zij bezocht door ruim 50 tot 60 leerlingen, terwijl de bezitters van het einddiploma terstond plaatsing vinden in het zakenleven, voor zoover zij hun studies niet in andere richting wenschen voort te zetten. Met den meesten aandrang verzoeken wij u daarom het voortbestaan dezer zoo nuttige instelling mogelijk te maken, door voor 1931 wel te willen toestaan een subsidie van f 150 per jaar per leerling uit uwe gemeente, en, mocht er in eenig jaar geen leerling uit uwe gemeente onze school bezoeken, ons dan toch te willen steunen met f 150. Behoudens wijziging bij den aanvang van den nieuwen cursus in September a.s. zijn nu geen leerlingen uit uwe gemeente ingeschre- ven. Burgemeester en Wethouders stellen voor, dit adres te behandelen bij de vaststelling der begrooting. De heer VAN DE BILT bepleit, om alsdan in het toekennen eener meer gelijkheid te be- trachten. Hij wijst op het hooge bedrag dat wordt uitgekeerd aan de Rijks Hoogere Bur- gerschool te Ter Neuzen en betoogt, dat het onderwijs aan de Handelsdagschool te Hulst voor hen die in den handel willen evengoed is als de opleiding aan de H. B. S. In elk geval zou htj gaarne zien, dat het bedrag dat ge- vraagd wordt, werd toegezegd. De VOORZITTER zou de besprekingen wenschen te verschuiven tot bij de behande- ling van het verzoek bij de vaststelling der begrooting. De heer P. DE FEIJTER wenscht dan toch nog te verklaren van een meening te zijn tagenovergesteld aan die van den heer Van de Bilt, althans wat de sulbsidieering aangaat. De R. H. B. S. te Ter Neuizen is wegens de hooge (bijdrage die daaraan vanwege de ge meente moet gegeven worden, steeds een voorwerp van groote zorg vcor den gemeen- teraad geweest en hij heeft er beslist bezwaar tegen om het bedrag der onverpliehte subsi dies te verhoogen. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt met algemeene stemmen aange nomen. j. Een verzoek van A. P. le Feber, boek- houder der gasfabriek en D. van den Berg, ge- meente-opzichter, om hun vacantie te brengen van 14 dagen per jaar op 21 dagen per jaar. Zij geven te kennen dit verzoek met des te meer vrijmoedigheid te doen, aangezien be- reids aan de ambtenaren ter secretarie een- zelfde vacantie is verleend. Burgemeester en Wethouders stellen voor, aangezien over dit verzoek, voor zoover het den heer Le Feber betreft, de Gascommissie nog niet kon worden gehoord, dit verzoek in hunne handen te stellen om advies. De heer VAN DE BILT wenscht dan toch te adviseeren om op dat verzoek niet in te gaan. Het is nu geen tijd om nog minder te gaan werken. Met alle andere vrije dagen die de heeren reeds hebben, acht hij een vacantie van 14 dagen per jaar al mooi. Ze hebben ook vrij bij bid- en dankdagen, bij de christelijke feestdagen wordt ook zoo nauw niet gezien dat er nog eens een dag aan wordt vastgeknoopt, dan hebben ze ook den vrijen Zaterdagmiddag. Spreker meent, dat dit alles toch wel vol-* doende mag geacht worden. Men beroept zich in andere gevallen zoo dikwijls op het vrije bedrijf, doch er is geen mensch bij het parti- culiere bedrijf, die zooveel vacantie krijgt. De VOORZITTER zou ook ten deze de be sprekingen willen uitstellen, tot advies is uit- gebracht. Dat der Gascommissie is nog niet ontvangen. De heer DIELEMAN meent, dat aan het zenuen van dit adres de schuld ligt bij een bestaande onbillijkheid. Het personeel ter se cretarie geniet een vacantie van drie weken en daarom hebben deze gemeente-ambtenaren, die maar 14 dagen krijgen dat ook gevraagd. Spreker acht 14 dagen ook genoeg en zou daarom in overweging geven, dat, voor het wegnemen van de bestaande onbillijkheid de gelijkstelling volgde door afronding naar be- neden. De VOORZITTER zou ue bespreking wil len staken tot de volgende vergadering, als het advies ter tafel komt. De heer KOSTER deelt mede, dat hij nog hetzelfde had willen zeggen als de heer Diele man. De heer 't GILDE vraagt wanneer dat ver zoek is ingekomen. De VOORZITTER antwoordt, dat het 12 Juni is ingekomen. De heer 't GILDE vindt het zeer aardig van Burgemeester en Wethouders dat zij dit ver zoek voor wat den boekhouder betreft naar de Gascommissie verwijzen en zal daar zijn meening erover kenbaar maken. Echter beklaagt hij zich dat Burgemeester en Wethouders bijna 3 maanden in onderhan- deling blijken te zijn over een adres van de stokers en personeel der gasfabriek, ingediend door bemiddeling van hun organisatie en dat hiermede geweldig schijnt getreuzeld te wor den. Tenminste is deze zaak in de Gascommissie officieel nog niet aan de orde gesteld. Het spijt hem zeer dat hij hierover in den Raad zijn misnoegen moet kenbaar maken. De heeren weten dat dit geen gewoonte van hem is, maar hij vindt het zeer verkeerd en ontactisch de vertegenwoordiger van de orga nisatie niet te woord te staan als dit ver- zocht wordt. Beleefdheidshalve had men een daartoe ge- daan verzoek kunnen beantwoorden. Het pleit niet voor Burgemeester en Wet houders dat zij een commissie van Bijstand soms te weinig blijken te erkennen. De VOORZITTER erkent, dat de organisa tie met een verzoek bij Burgemeester en Wet houders is gekomen. Burgemeester en Wet houders zijn daarover een correspondentie begonnen, om verschillende inlichtingen in te winnen. Die gegevens zijn thans in hun bezit. Het voomemen was, om de vorige week de Gascommissie bijeen te roepen, om ook daar die kwestie te bespreken, doch wegens uitste- digheid van den directeur der gasfabriek kon die vergadering niet doorgaan en zal nu ver- moedelijk deze week gehouden worden. De klacht over miskenning der commissie van bijstand is niet gegrond. De heer 't GILDE wijst er op, dat het ver zoek toch reeds dateert van 4 April. Er zijn sinds allerlei nadere gegevens verstrekt. Hij acht het niet tactisch, dat met het nemen eener beslissing zoo lang gewacht wordt. De VOORZITTER meent, dat nu uit zjjn antwoord voldoende gebleken is, dat hiermede niets ongewoons gebeurt. Het verloop is ge- heel regelmatig. Het voorstel van Burgemeester en Wet houders wordt met algemeene stemmen aan genomen. k. Een adres van W. A. den Boggende, gemeente-ontvanger, die daarin te kennen geeft, dat door den raaa zijn borgtocht is be- paald op 13.000; dat, sedert door den raad is besloten een rekening-courant te sluiten met de Bank voor Nederlandsche gemeenten; dat in de daarvan opgemaakte overeen- komst is vastgelegd, dat door adressant geen gelden mogen worden opgenomen dan met goedkeuring van Burgemeester en Wethou ders; dat dit college de betalingsbewijzen afgeeft en dus steeds controle heeft op het gevraagde bedrag dat door den gemeenteraad van Ter Neuzen de borgtocht voor den ontvanger is gesteld op 10.000; dat de ontvangsten dier gemeente ruim het dubbele van die der gemeente Axel bedragen. Redenen waarom hij verzoekt zijn borgtocht nader vast te stellen op f 6000. De VOORZITTER stelt voor, aangezien dit adres is ingekomen na de laatste vergade ring van Burgemeester en Wethouders, en dit college dat dus nog niet onder de oogen kon zien, het naar Burgemeester en Wethouders te verzenden om advies. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 3. Aanbieding gemeenteverslag. Door Burgemeester en Wethouders wordt overeenkomstig art. 182 der Gemeentewet aan- geboden het jaarlijksch uitvoerig en berede- neerd verslag van den toestand der gemeente over het jaar 1929. Aangenomen voor kennisgeving. Eveneens wordt aangeboden het beredeneerd verslag van hetgeen met betrekking tot ver betering der volkshuisvesting in de gemeente Axel gedurende het jaar 1929 is verricht. Daaruit blijkt dat vergunning werd ver leend voor het bouwen van 22 nieuwe wonin- gen, herbouw 4 en verbouw 10. Voor andere gebouwen werden verleend 11 vergunningen voor nieuwbouw, 1 voor herbouw en 3 voor verbouw. Het aantal woningen dat ter be schikking kwam bedroeg 12, terwijl 2 vervielen door slooping, 1 door verbouw en 1 door ver- andering van bestemming. Aangenomen voor kennisgeving. 4. Schattingscommissie inkomstenbelas- ting. Van J. Scheele Wz. te Zaamslag is bericht ingekomen dat hij meent wegens het verlaten der gemeente Axel te hebben opgehouden lid te zijn van de plaatseljjke schattingscommis sie voor de inkomstenbelasting en biedt als zoodanig zijn ontslag aan. Burgemeester en Wethouders stellen voor het ontslag van den heer Scheele te aanvaar- den, onder dankbetuiging van de door hem bewezen diensten. Met algemeene stemmen wordt aldus beslo ten. Burgemeester en Wethouders stellen voor om over te gaan tot vervulling dezer vacature en bSvelen daarvoor aan: J. K. de Putter en Iz. de Feijter Wz. De heer J. DE FEIJTER vraagt, of de raad nog wel verplicht is, een lid voor die commis sie te benoemen. De commissie vergadert heel zeldzaam. De VOORZITTER: De commissie is in elk geval nog niet opgeheven en daarom achten Burgemeester en Wethouders vervulling der vacature wenschelijk. De heer DIELEMAN vraagt, als de com missie niet vergadert, hoe het opleggen der aanslagen dan is geregeld. De VOORZITTER: Dat is gesteld in handen van den inspecteur der directe belastingen. De heer DIELEMAN acht dat jammer, om- dat hij meent dat een beoordeeling door een commissie van 5 personen juister zal zijn. De heer OGGEL: Vroeger werden de aan slagen van de personen beneden de f 2000 door die commissie vastgesteld, doch tegenwoordig zijn de werkgevers wettelijk verplicht opgaaf te doen van het loon van het personeel dat bij hen in dienst is. De inspectie krijgt die gege vens en daardoor komt men tot het vaststellen van de aanslagen dier menschen. Indien iemand reclameert dat hij ten onrechte is aangesla- gen, vergadert de commissie voor het behan delen der reclame. De heer VAN DE BILT: Het vorig jaar is de commissie voor het behandelen van klach- ten nog bijeen geweest. De heer DIELEMAN is door het antwoord van den heer Oggel niet bevredigend. Er zijn nog heel wat menschen met minder dan f 2000 die niet bij een patroon in dienst zijn en van wie men die gegevens dus niet heeft. De heer OGGEL: Die worden ook in han den der commissie gesteld. De heer DIELEMAN meent, dat de inspec teur die zelfstandig vaststelt en het veelvuldig voorkomt, dat er op de aangifte maar een paar honderd gulden wordt bijgedaan. De com missie zou daarover toch gehoord dienen te worden. De heer OGGEL: Dat gebeurt ook, als er klachten zijn, wordt daarover vergaderd. De heer J. DE FEIJTER gelooft niet, dat de commissie in het jaar 1929 bijeen geweest is. De aanslagen beneden de f 2000 worden opge- legd door den inspecteur. Een commissie van 5 personen zou er toch wel meer van weten, dan een ontvanger of dienstgeleider, die hier soms pas zijn komen aanwaaien. Wat weet zoo'n dikwijls piepjong ventje van de inkom- sten of omstandigheden der ingezetenen? Hij wil niet zeggen dat ze daarvan ook niet op de hoogte zouden komen, maar dan zouden ze hier toch langer moeten zijn. De VOORZITTER gelooft, dat het overwe ging verdient die klachten, welke hier thans zijn geuit, eens ter sprake te brengen in een eventueele vergadering der commissie; dan komen ze ter kennis vai^ den inspecteur. Hij noodigt de heeren Koster en Esselbrugge uit met hem het stembureau te vormen. Met 6 stemmen wordt benoemd de heer Iz. de Feijter Wz.; op den heer de Putter zijn 3 en op den heer H. Wolfert zijn 2 stemmen uitgebracht. 5. Verkoop bouwgrond. Ingekomen zijn verzoeken tot verkoop van bouwgrond van: A. van't Hoff 6 perceelen, nos. 120, 121, 143, 144, 145, en 146, ter grootte van pl.m. 640 M2. en gelegen hoek Prins Hendrikstraat en Ds. Jan Scharpstraat. J. D. van Drongelen 1 perceel, no. 92, ter grootte van pl.m. 125 M2., liggende in dezelf- de straten. P. J. Verpoorte 1 perceel, no. 61, ter grootte van pl.m. 112 M2. en gelegen aan de Ds. Jan Scharpstraat, met het verzoek dit binnen 2 jaar in plaats van binnen het jaar te bebou- wen. P. E. A. Velleman 1 perceel, no. 75, ter grootte van pl.m. 108% M2. en gelegen aan de Wilhelminastraat. I. J. Brakman e.a., 2 perceelen en 1 gedeel- telijk, nos. 76, 77 en 78 gedeeltelijk, ter grootte van pl.m. 263% M2. en gelegen aan de Wilhelminastraat. Door Burgemeester en Wethouders wordt voorgesteld op deze verzoeken gunistig te be- schikken, ook wat betreft het verzoek van P. J. Verpoorte om dit perceel binnen 2 jaar te bebouwen. J. Overdulve vraagt 1 perceel, no. 49 ged. en no. 50 ged., ter grootte van 112 M2., ge legen aan de Julianastraat naast zijn perceel. Aangezien dit perceel vanwege zijn lage lig- ging en vroegeren oorsprong niet die bouw- waarde bezit dan de overige perceelen, ver zoekt hij dit te mogen koopen tegen een min- deren prijs dan de vastgestelden. Daar dit perceel eenige jaren geleden ten- gevolge van zijne lage ligging reeds is opge- voerd, erkennen Burgemeester en Wethouders dat aan dit perceel niet die waarde moet wor den toegekend van de overige perceelen. Zjj stellen voor dit perceel te verkoopen tegen een prijs van 2 per M2. Inmiddels kuhnen zij mededeelen dat de gemeente-opzichter opdracht heeft op "ver schillende plaatsen grondboringen te verrich- ten, waar vermoed wordt, dat een gedeelte grond niet als bouwgrond geschikt is. De heer ESSELBRUGGE zou in overweging willen geven om den grond op den hoek van de Prins Hendrikstraat en de Ds. Jan Scharp straat niet te verkoopen, doch deze te be- stemmen voor plantsoenaanleg. Hij merkt op, dat er in de gemeente door de nauwe bebou- wing al gevaarlijke hoeken genoeg zijn en zou die niet wenschen te vermeerderen. De VOORZITTER wijst er op, dat er in een vorige vergadering reeds over zoodanig denk- beeld gesproken is, althans dan is gesproken over het aanleggen van een plein, waarop de raad niet is ingegaan: Daarop is besloten om bouwgrond ten ver koop beschikbaar te stellen aan de geprojec- teerde straten. Het is een voldoend ruime straat en hij ziet niet in, dat dit een abnor- maal gevaarlijke hoek zou worden. De heer ESSELBRUGGE meent, dat het een gevaarlijke hoek zal worden en wenscht in elk geval zijn voorstel in stemming te zien gebracht. De heer OGGEL merkt op, dat het door den heer Esselbrugge bedoelde terrein zich toch minder voor plantsoenaanleg eigent. Het ter rein ter weerszijden van het bedoelde is reeds bebouwd. Onttrok men dat terrein aan die bestemming, dan zou men niets anders berei- ken, dat dat een onbebouwde inham in het verlengde van bestaande straten ontstond. De VOORZITTER stemt daarmede in; dat terrein is bebouwd, omdat eenmaal reeds daar toe is besloten. De heer ESSELBRUGGE had niet ingezlen dat vroeger genomen besluiten een beletsel zijn voor uitvoering van zijn voorstel en trekt dit dan in. De heer OGGEL herinnert ook nog aan de plannen voor het aanleggen van een plein in de nieuwe uitbreiding der gemeente, maar dat de raad daarvan is afgezien omdat dit vele duizenden guldens zou kosten. De heer VAN DE BILT bevestigt ook, dat zijn daartoe strekkend voorstel is verworpen. Daar is nu eenmaal over gestemd en het gaat niet aan, daarop nog terug te komen. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt met algemeene stemmen aange nomen. De VOORZITTER deelt mede, dat, nu deze bouwgrond verkocht is, het noodig zal wor den dat verschillende stukken bestrating worden gemaakt. Hij vraagt, of de gemeente raad de daarvoor noodige gelden ter beschik king van Burgemeester en Wethouders wil stellen. Het zal niet noodig zijn er voor te leenen. Hij verwacht, dat de kosten wel zul- len kunnen bestreden worden uit de gelden die wegens den verkoop van grond vrijkomen. Met algemeene stemmen wordt de gevraagde machtiging verleend. 6. Bespreking weg door de kom. Burgemeester en Wethouders geven aan den gemeenteraad te kennen, dat zij voorstel- len een verzoek te richten tot de Frovinciale Staten van Zeeland, om den weg door de kom, die verbinding zal geven op de geprojecteerde wegen van dat plan, op te nemen op het Pro- vinciaal Wegenplan. Op het Provinciaal wegenplan, vastgesteld door de Prov. Staten van Zeeland, den 26 Oct. 1927, komt voor, voorzoover het de gemeente Axel betreft, de weg Ter NeuzenAxel, Axel DrieschouwenAbsdale-Hulst, Drieschou- wenRoode Sluis en DrieschouwenWest- dorpeSas van Gent, zonder de traverse of te wel de doorgang door de gemeente. Waren voor het verkeer niet de gevaarlijke bochten in de kom, n.l. NoordstraatWest- straat, KerkdreefWeststraat en Weststraat Zeestraat, voor het hand over hand toe- nemende verkeer, dat Burgemeester en Wet houders noodzaakt met een dergelijk voorstel te komen, zij zouden kalm him tijd afwachten, totdat de vastgestelde plannen als hier bo- vengenoemd werden verwezenlijkt. Nu door het verkeer op die hoeken der straten de veiligheid vaak in gevaar gebracht wordt en het uitzicht niet bevorderd kan wor den, wordt op de drukste uren het verkeer geregeld en is door Burgemeester en Wethou ders overwogen een mogelijke verbetering, zulks met een bijdrage van 75 uit het wegenfonds. Uit een ingesteld onderzoek blijkt, dat een geschikte en mogelijke verbetering te verkrij- gen is en dit komt aan Burgemeester en Wet houders minder moeilijk voor, dan volgens de bestaande bepalingen, daarop gelden uit het wegenfonds te verkrijgen. Volgens de bestaan de redactie kan voor dit doel geen aanspraak daarop gemaakt worden. Wanneer door den raad een verzoek ge- daan wordt aan de Provinciale Staten van Zeeland, om te bevorderen, dat de traverse door de kom dezer gemeente, alsnog op het wegenplan wordt gebracht, heeft men het doel bereikt, waardoor de twee meergenoemde wegen in een aaneengesloten geheel kunnen gemaakt worden. Burgemeester en Wethouders stellen voor, dienovereenkomstig een verzoek aan de Prov. Staten van Zeeland te zenden. De VOORZITTER wenscht, alvorens over te gaan tot het nemen eener beslissing over dit voorstel, over te gaan tot het houden eener zitting met gesloten deuren. Hij schorst daar toe de openbare vergadering. Nadat de vergadering is her-opend, wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders met algemeene stemmen aangenomen. 7. Teruggaaf betaald vergunningsrecht. Door de erfgenamen der weduwe Van Puy- velde wordt teruggaaf verzocht van betaald vergunningsrecht. Wijlen de wed. van Puyvelde was vergun- ninghoudster en had v66r den aanvang van het nieuwe vergunningsjaar (1 Mei 1930) het verschuldigde vergunningsrecht voor het jaar 1930—31 betaald. Op 30 April j.l., dus v<5<5r den aanvang van het vergunningsjaar, kwam zij te overlijden, zoodat dit gestorte bedrag aan de erfgenamen toekomt. Burgemeester en Wethouders stellen voor aan het verzoek te voldoen. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 8. Ontwerp-jaarwedderegeling voor Bur- gemeesters, Wethouders, Secretarissen en Ontvapgers in de Provincie. Omtrent de ontwerp-jaarwedderegeling voor burgemeesters, wethouders, secretarissen en ontvangers in de provincie Zeeland, toege- zonden door Gedeputeerde Staten van Zee- land bij schrijven d.d. 9 Mei 1930, welke rege- ling is opgenomen in de notulen der vorige raadszitting, merken Burgemeester en Wet houders op, dat deze voor de gemeente Axel geen noemenswaardige verandering inhoudt. De classificatie en de salarisgrenzen voor de ambtenaren is dezelfde gebleven, met uitzon- dering voor de wethouders, die voorgesteld wordt op /300 (oude regeling /270). Aangezien de veranderingen meer van be- teekenis zijn voor kleinere gemeenten en voor deze gemeente geen groote veranderingen teiweegbrengen, ook niet tengevolge van kin- der-toeslag van af het derde kind, stellen Burgemeester en Wethouders voor deize rege ling te accepteeren. De heer VAN DE BILT geeft te kennen, op het oogeniblik tegen elke jaarweddever- hooging te zijn, dus ook tegen die der wet houders. De economische toestand is zeer slecht en "op zulke tijdstippen moeten de open- bare besturen zeker het voorbeeld geven en geen uitgaven naar boven drijven, indien dat niet beslist noodzakelijk is. Het verleenen van een kindertoeslag heeft als systeem van salarieering zijn sympathie, maar in dit ge val kan hij er zich ook niet mede vereenigen, waar men begint met dit voor de hooge salarissen toepasselijk te verklaren. Hij moet ontraden tot het verleenen van die toeslagen over te gaan, zoolang men dit aan de min- deren niet toestaat. Wanneer een tijd zou komen, dat een kinder-toeslag werd verleend, dan behoort dat een algemeene regeling te zijn, die zeker voor de laagst bezoldigden dan niet mag ontbreken. Hij stelt zich echter op het standpunt, dat op het oogenblik geen enkele verhooging be hoort te worden verleend. Hij hoopt, dat dit denkbeeld steun zal ondervinden. De VOORZITTER: Is u dus tegen kinder toeslag De heer VAN DE BILT: Ik heb gezegd, dat dit als systeem mijn sympathie heeft, maar dat men dan niet van boven-af moet beginnen met dat te geiven. Dat is niets per- soonlijks. Indien er een burgemeester zou komen met een groot gezin, zou spreker het hem ook willen geven. In de eerste plaats zou het echter aan de laagst bezoldigden dienen te worden gegeven, ofschoon hij, als het te zijner tijd zou worden ingevoerd, het aan iedereen wil geven. Zooals het nu wordt voorgesteld is hij er tegen. De VOORZITTER: Ik ben ook van mee ning, dat het aan iedereen zou moeten wor den gegeven De heer VAN DE BILT zou wenschen, dat door de openbare (besturen het voorbeeld werd gegeven, om niet onnoodig de uitgaven te gaan verzwaren, en om b.v. thans jaarwedde- verhooging te gaan geven, terwijl een heele- boel menschen in het naaste verschiet zien, dat zij achteruit zullen gaan. De heer OGGEL geeft te kennen, het ook met den heer Van de Bilt eens te zijn. Het heeft hem pijnlijk getroffen, dat Gedeputeer de Staten in deze dagen, nu alles er toe leidt, dat veel menschen zullen moeten verminderen, met een voorstel tot verhooging van jaarwed- de te komen. Te meer is dit het geval, dat het indexcijfer sinds den tijd, dat de bestaan de jaarwedden werden vastgesteld, aanmer- kelijk gedaald is en dus verhooging van het levenspeil niet de aanleiding van die verhoo ging kan zijn Er zou thans eerder aanleiding zijn voor verlaging. Wat nu de verhooging voor de wethouders betreft, die raakt spre ker en zijn collega niet, aangezien die pas met '31 ingaat en het dus niet bekend is, wie dan de functionarissen zullen zijn. Hij is van meening, dat ook dat tractement niet moet worden verhoogd en moet zijn leedwezen uit- drukken, dat het denkbeeld van jaarwedde- verhooging brj Gedeputeerde Staten is ge- rezen, hetgeen juist in strijd is met den econo- mischen toestand. De heer VAN DE BILT vraagt, of het voorstel van Burgemeester en Wethouders dan een voorstel is van de meerderheid. De heer OGGEL antwoordt onbkennend; hij heeft aamvankelijik er ook mee ingestemd, dat werd voorgesteld de regeling te accep teeren. Bij nadere overweging achtte hij het echter toch beter, dat de raad zijn bezwaren kenbaar maakt. De heer DIELEMAN is het eens met de vo rige sprekers. Het staat toch vast, dat er in het particuliere bedrijf op het oogenblik velen zijn, die niet weten, waar zij zullen belanden. Het verwondert aan spreker sterk, dat Gede puteerde Staten, die toch zoo goed met den toestand van den landbouw op de hoogte zijn, naar hij vermeent is zelfs een lid van dat college voorzitter van de Zeeuwsche Land- bouwmaatschappij en op een tijdstip dat men bevoegde sprekers moet laten optreden om te spreken over de groote crisis in den landbouw, in onze landbouwende provincie met zoo'n regeling voor den dag gekomen zijn. Met uitzondering van enkele groote gemeen ten, die minder op den landbouw zijn aange- wezen, meent spreker dat alle gemeenteraden deze regeling zullen moeten verwerpen. De VOORZITTER deelt mede, dat het voorstellen dezer nieuwe regeling meer een gevolg is van de met 1 Januari a.s. in werking tredende nieuwe financieele regeling tus schen het rijk en de gemeenten, aangezien daarbij is bepaald dat de gemeenten vanwege den Staat voor de jaarwedde van burgemees ter en secretaris vergoed krijgen het drie vierde tot een maximum van 3000, in plaats van 600 zooals thans. Nu is deze gelegenheid te baat genomen om voor verschillende burgemeesters, die vroeger verlaagd zijn, de jaarwedde weer ge- lijk te stellen met die van den secretaris. De heer DIELEMANDan had men die ge lijkstelling beter kunnen afronden naar be neden; men streeft altijd naar afronden naar boven, De heer't GILDE zegt dat zijn standpunt ten dezen van vroeger maar al te zeer bekend is om er nog veel over te zeggen en zou kunnen volstaan met zich zonder meer bij de vorige sprekers aan te sluiten. Toch moeten hem een paar opmerkingen van het hart en wel in de eerste plaats dat het buitengewoon te verwonderen is dat een Gedeputeerd College eener bij uitstek land bouwende provincie met een zoodanige nieuwe regeling komt waardoor blijkt dat men de teekenen des tijds eigenlijk slecht verstaat. Er is op landbouwgebied een enorme depressie en deze bepaalt zich naar het zich laat aanzien niet tot den landbouw. Gisteren nog had er naar hij zooeven nog vernam op de beurs in Londen weer een geweldige krach plaats. Mis- schien wordt met dit alles een zeer langdurige crisis ingeluid waarvan de gevolgen niet bij benadering zijn te overzien. Hetgeen meer terzake bevoegden hierover in economische rubrieken ten berde brengen stemt tot de grootste ongerustheid. Ook na den Fransch- Duitschen oorlog en andere tijdperken van langdurigen krijg heeft men tientallen van crisisjaren doorgemaakt. Het is frappant dat men noch in Den Haag, noch in Middelburg oog hiervoor heeft. Het wordt voor de kleine burgerij en degenen die in den landbouw een bestaan moeten vinden een doom in het oog dat men de salarissen der hoogere ambtenaren met kracht en geweld omhoog blijkt te willen houden en hij heeft zich afgevraagd of deze regeling eigenlijk te danken is aan een mogelijke actie van de ver- eeniging van Burgemeesters en Secretarissen. Zulks vraagt hij met het oog op den in deze regeling bijna als uitzondering genoemden kindertoeslag. Hij voor zich is geen princi- pieele voorstander van kindertoeslag maar in dien men die toepasselijk vindt waarom er dan niet mede begonnen van beneden af en bij de lagere ambtenaren? Het eenige waar hij zich mee zou kunnen vereenigen is de verhoogde jaarwedde der Wethouders, die voor Axel feitelijk niet hoog is op f 270. Z.i. is nu het oogenblik gunstig alle platte- landsgemeenten mobiel te maken en adhaesie te vragen tegen deze regeling op een adres. dat zou dienen te worden ingediend. Want, wat heeft men er aan als men hier eens in de 4 k 5 jaren zijn meening mag zeg gen en men neemt dit in Middelburg zonder meer aan als kennisgeving. Hij zal tegen deze regeling stemmen. De VOORZITTER geeft te kennen de vraag waarom de kindertoeslag niet voor de lagere ambtenaren wordt voorgesteld heel eenvoudig te kunnen beantwoorden: omdat die regeling niet bij Gedeputeerde Staten thuds hoort. De heer't GILDE: Overigens wil ik wel zeg gen, daarvan geen voorstander te zijn. De heer OGGEL wil wel toelichten, waar om hij aanvankelijk ook heeft medegestemd, om de voorgestelde nieuwe regeling te accep teeren. Er is in Burgemeester en Wethouders ook wel over gesproken om de regeling af te wijzen, maar er is herinnerd aan de vroe- gere pogingen die zijn aangewend om tegen de van die zijde voorgestelde regelingen te protesteeren, welke pogingen steeds ^pnder succes waren. Dan wordt men ook wel eens moedeloos en lijdzaam. Later heeft spreker er ovema gedacht en kwam tot de slotsom, dat het toch beter is, dat de gemeenteraad in het openbaar zijn meening uitspreekt, dat het, met het oog op de algemeene depressie welke we thans zijn ingegaan en waarvan het eind nog niet te voorzien is, niet aangaat om thans besluiten tot verhooging van jaarwedden in te dienen. De heer 't GILDE: Maar wat schieten we er mede op, als we dit aan Gedeputeerde Staten meedeelen? De VOORZITTER: Dat kan ik niet zeg gen. De heer 't GILDE: De toezending dier regeling is meer een vormkwestie, want in het verleden is wel gebleken, dat we het toch moeten slikken. De VOORZITTER: De wet schrijft voor, dat Gedeputeerde Staten de jaarwedden vast stellen, den raad gehoord. De heer P. DE FEIJTER kan zich aan- sluiten bij de vorige sprekers. Hij is ook van meening, dat, indien bijna alle gemeenteraden hun protest laten hooren, dit ten slotte toch wel eens van invloed zou kunnen zijn. Hij

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 5