Ter Neuzensche Courant
Tweede Blad.
Woensriag 25 Juni 1930. No. 8544.
GEMEENTERAAD VAN
AXEL.
VAN
Vergadering van Dinsdag 24 Juni 1930,
des voormiddags 10 uur.
Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester.
Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, A. E.
C. Krurjsse, M. W. Koster, A. Esselbrugge,
C. Th. van de Bilt, H. Wolfert, Ch. Claessens,
A. Th. 't Gilde, F. Dieleman, J. de Feijter en
P. de Feijter, benevens de Secretaris J. L. J.
Maris.
De VOORZITTER opent de vergadering door
het uitspreken van het gebedsformulier.
Hij stelt aan de orde:
1. Notulen.
De notulen der vergadering van 13 Mei LI.
worden met algemeene stemmen vastgesteld
zooals die in druk zijn verschenen.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
2. Ingekomen stukken.
a. Het raadsbesluit van 13 Mei 1930, tot
verkoop van gemeentegrond aan P. J. van
Drongelen Kz., voorzien van het bewijs der
goedkeuring door Gedeputeerde Staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Het raadsbesluit van 13 Mei 1930, tot
wijziging der gemeentebegrooting voor 1929,
voorzien van het bewijs der goedkeuring door
Gedeputeerde Staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Het raadsbesluit van 13 Mei 1930, tot
wijziging der begrooting voor het gemeente-
lijk gasbedrijf voor 1929, voorzien van het
bewijs der goedkeuring door Gedeputeerde
Staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. Een schrijven van den Commissaris der
Koningin in Zeeland, waarbij wordt bericht
de herbenoeming van leden der Gezondheids-
commissies. In die zetelend te Ter Neuzen is
herbenoemd de heer A. J. Klaassen.
Aangenomen voor kennisgeving.
e. Een dankbetuiging van het bestuur der
Geitenfokvereeniging „Ter Verbetering" voor
de welwillende beschikking op haar verzoek
om verhooging van gemeentesubsidie.
Aangenomen voor kennisgeving.
f. Een dankbetuiging van J. A. van Hoeve
voor het raadsbesluit waarbij werd besloten
tot dekking van het tekort der door hem ge-
exploiteerde frob^lschool over het jaar 1929.
Aangenomen voor kennisgeving.
g. De begrooting der Gezondheidscommis-
sie, zetelend te Ter Neuzen, voor den dienst
1931, op een eindcijfer van f 1583,94. De door
de gemeente Axel te betalen bijdrage wordt
geraamd op f 117,08.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
deze te behandelen bij de vaststelling der ge
meentebegrooting.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
h. Een schrijven van het bestuur der
Katholieke Middelbare Schoolvereeniging te
Hulst, luidende als volgt:
Onder overlegging der rekening en verant-
woording onzer Middelbare Handelsschool over
het jaar 1929, nemen wij beleefd de vrijheid,
ook voor 1931 en de volgende jaren uw on-
misbaren steun in te roepen.
Wij zijn u hoogst erkentelijk voor de finan-
cieele medewerking, welke wij van u mochten
ondervinden. Zooals u uit de bijgevoegde
rekening moge blijken, sluit het jaar 1929 met
een tekort van 373,38. Vorige jaren sloten
met nog beduidend grooter tekorten, zoodat
het steeds moeilijker wordt, de school staande
te houden. Zonder krachtiger steun der ge-
meenten, zal dit wellicht spoedig onmogelijk
blijken. Hulst met op 1 April 21 leerlingen
op onze school, de gemeente van vestiging,
draagt f 4500 per jaar bijde gemeente Hon-
tenisse f 150 per jaar per leerling uit die ge
meente. Alleen wanneer ook de andere ge
meenten konden besluiten tot een bijdrage van
150 per jaar per leerling, wordt het even-
wicht tusschen ontvangsten en uitgaven her-
steld. Naar wij hopen, is ook uw raad over-
tuigd van het groote belang der school voor
deze streek. Geregeld wordt zij bezocht door
ruim 50 tot 60 leerlingen, terwijl de bezitters
van het einddiploma terstond plaatsing vinden
in het zakenleven, voor zoover zij hun studies
niet in andere richting wenschen voort te
zetten.
Met den meesten aandrang verzoeken wij
u daarom het voortbestaan dezer zoo nuttige
instelling mogelijk te maken, door voor 1931
wel te willen toestaan een subsidie van f 150
per jaar per leerling uit uwe gemeente, en,
mocht er in eenig jaar geen leerling uit uwe
gemeente onze school bezoeken, ons dan toch
te willen steunen met f 150.
Behoudens wijziging bij den aanvang van
den nieuwen cursus in September a.s. zijn nu
geen leerlingen uit uwe gemeente ingeschre-
ven.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
dit adres te behandelen bij de vaststelling der
begrooting.
De heer VAN DE BILT bepleit, om alsdan
in het toekennen eener meer gelijkheid te be-
trachten. Hij wijst op het hooge bedrag dat
wordt uitgekeerd aan de Rijks Hoogere Bur-
gerschool te Ter Neuzen en betoogt, dat het
onderwijs aan de Handelsdagschool te Hulst
voor hen die in den handel willen evengoed is
als de opleiding aan de H. B. S. In elk geval
zou htj gaarne zien, dat het bedrag dat ge-
vraagd wordt, werd toegezegd.
De VOORZITTER zou de besprekingen
wenschen te verschuiven tot bij de behande-
ling van het verzoek bij de vaststelling der
begrooting.
De heer P. DE FEIJTER wenscht dan toch
nog te verklaren van een meening te zijn
tagenovergesteld aan die van den heer Van
de Bilt, althans wat de sulbsidieering aangaat.
De R. H. B. S. te Ter Neuizen is wegens de
hooge (bijdrage die daaraan vanwege de ge
meente moet gegeven worden, steeds een
voorwerp van groote zorg vcor den gemeen-
teraad geweest en hij heeft er beslist bezwaar
tegen om het bedrag der onverpliehte subsi
dies te verhoogen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt met algemeene stemmen aange
nomen.
j. Een verzoek van A. P. le Feber, boek-
houder der gasfabriek en D. van den Berg, ge-
meente-opzichter, om hun vacantie te brengen
van 14 dagen per jaar op 21 dagen per jaar.
Zij geven te kennen dit verzoek met des te
meer vrijmoedigheid te doen, aangezien be-
reids aan de ambtenaren ter secretarie een-
zelfde vacantie is verleend.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
aangezien over dit verzoek, voor zoover het
den heer Le Feber betreft, de Gascommissie
nog niet kon worden gehoord, dit verzoek in
hunne handen te stellen om advies.
De heer VAN DE BILT wenscht dan toch
te adviseeren om op dat verzoek niet in te
gaan. Het is nu geen tijd om nog minder te
gaan werken. Met alle andere vrije dagen die
de heeren reeds hebben, acht hij een vacantie
van 14 dagen per jaar al mooi. Ze hebben ook
vrij bij bid- en dankdagen, bij de christelijke
feestdagen wordt ook zoo nauw niet gezien dat
er nog eens een dag aan wordt vastgeknoopt,
dan hebben ze ook den vrijen Zaterdagmiddag.
Spreker meent, dat dit alles toch wel vol-*
doende mag geacht worden. Men beroept zich
in andere gevallen zoo dikwijls op het vrije
bedrijf, doch er is geen mensch bij het parti-
culiere bedrijf, die zooveel vacantie krijgt.
De VOORZITTER zou ook ten deze de be
sprekingen willen uitstellen, tot advies is uit-
gebracht. Dat der Gascommissie is nog niet
ontvangen.
De heer DIELEMAN meent, dat aan het
zenuen van dit adres de schuld ligt bij een
bestaande onbillijkheid. Het personeel ter se
cretarie geniet een vacantie van drie weken en
daarom hebben deze gemeente-ambtenaren,
die maar 14 dagen krijgen dat ook gevraagd.
Spreker acht 14 dagen ook genoeg en zou
daarom in overweging geven, dat, voor het
wegnemen van de bestaande onbillijkheid de
gelijkstelling volgde door afronding naar be-
neden.
De VOORZITTER zou ue bespreking wil
len staken tot de volgende vergadering, als
het advies ter tafel komt.
De heer KOSTER deelt mede, dat hij nog
hetzelfde had willen zeggen als de heer Diele
man.
De heer 't GILDE vraagt wanneer dat ver
zoek is ingekomen.
De VOORZITTER antwoordt, dat het 12
Juni is ingekomen.
De heer 't GILDE vindt het zeer aardig van
Burgemeester en Wethouders dat zij dit ver
zoek voor wat den boekhouder betreft naar
de Gascommissie verwijzen en zal daar zijn
meening erover kenbaar maken.
Echter beklaagt hij zich dat Burgemeester
en Wethouders bijna 3 maanden in onderhan-
deling blijken te zijn over een adres van de
stokers en personeel der gasfabriek, ingediend
door bemiddeling van hun organisatie en dat
hiermede geweldig schijnt getreuzeld te wor
den.
Tenminste is deze zaak in de Gascommissie
officieel nog niet aan de orde gesteld.
Het spijt hem zeer dat hij hierover in den
Raad zijn misnoegen moet kenbaar maken.
De heeren weten dat dit geen gewoonte van
hem is, maar hij vindt het zeer verkeerd en
ontactisch de vertegenwoordiger van de orga
nisatie niet te woord te staan als dit ver-
zocht wordt.
Beleefdheidshalve had men een daartoe ge-
daan verzoek kunnen beantwoorden.
Het pleit niet voor Burgemeester en Wet
houders dat zij een commissie van Bijstand
soms te weinig blijken te erkennen.
De VOORZITTER erkent, dat de organisa
tie met een verzoek bij Burgemeester en Wet
houders is gekomen. Burgemeester en Wet
houders zijn daarover een correspondentie
begonnen, om verschillende inlichtingen in te
winnen. Die gegevens zijn thans in hun bezit.
Het voomemen was, om de vorige week de
Gascommissie bijeen te roepen, om ook daar
die kwestie te bespreken, doch wegens uitste-
digheid van den directeur der gasfabriek kon
die vergadering niet doorgaan en zal nu ver-
moedelijk deze week gehouden worden. De
klacht over miskenning der commissie van
bijstand is niet gegrond.
De heer 't GILDE wijst er op, dat het ver
zoek toch reeds dateert van 4 April. Er zijn
sinds allerlei nadere gegevens verstrekt. Hij
acht het niet tactisch, dat met het nemen
eener beslissing zoo lang gewacht wordt.
De VOORZITTER meent, dat nu uit zjjn
antwoord voldoende gebleken is, dat hiermede
niets ongewoons gebeurt. Het verloop is ge-
heel regelmatig.
Het voorstel van Burgemeester en Wet
houders wordt met algemeene stemmen aan
genomen.
k. Een adres van W. A. den Boggende,
gemeente-ontvanger, die daarin te kennen
geeft, dat door den raaa zijn borgtocht is be-
paald op 13.000;
dat, sedert door den raad is besloten een
rekening-courant te sluiten met de Bank voor
Nederlandsche gemeenten;
dat in de daarvan opgemaakte overeen-
komst is vastgelegd, dat door adressant geen
gelden mogen worden opgenomen dan met
goedkeuring van Burgemeester en Wethou
ders;
dat dit college de betalingsbewijzen afgeeft
en dus steeds controle heeft op het gevraagde
bedrag
dat door den gemeenteraad van Ter Neuzen
de borgtocht voor den ontvanger is gesteld
op 10.000;
dat de ontvangsten dier gemeente ruim het
dubbele van die der gemeente Axel bedragen.
Redenen waarom hij verzoekt zijn borgtocht
nader vast te stellen op f 6000.
De VOORZITTER stelt voor, aangezien dit
adres is ingekomen na de laatste vergade
ring van Burgemeester en Wethouders, en dit
college dat dus nog niet onder de oogen kon
zien, het naar Burgemeester en Wethouders
te verzenden om advies.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
3. Aanbieding gemeenteverslag.
Door Burgemeester en Wethouders wordt
overeenkomstig art. 182 der Gemeentewet aan-
geboden het jaarlijksch uitvoerig en berede-
neerd verslag van den toestand der gemeente
over het jaar 1929.
Aangenomen voor kennisgeving.
Eveneens wordt aangeboden het beredeneerd
verslag van hetgeen met betrekking tot ver
betering der volkshuisvesting in de gemeente
Axel gedurende het jaar 1929 is verricht.
Daaruit blijkt dat vergunning werd ver
leend voor het bouwen van 22 nieuwe wonin-
gen, herbouw 4 en verbouw 10. Voor andere
gebouwen werden verleend 11 vergunningen
voor nieuwbouw, 1 voor herbouw en 3 voor
verbouw. Het aantal woningen dat ter be
schikking kwam bedroeg 12, terwijl 2 vervielen
door slooping, 1 door verbouw en 1 door ver-
andering van bestemming.
Aangenomen voor kennisgeving.
4. Schattingscommissie inkomstenbelas-
ting.
Van J. Scheele Wz. te Zaamslag is bericht
ingekomen dat hij meent wegens het verlaten
der gemeente Axel te hebben opgehouden lid
te zijn van de plaatseljjke schattingscommis
sie voor de inkomstenbelasting en biedt als
zoodanig zijn ontslag aan.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
het ontslag van den heer Scheele te aanvaar-
den, onder dankbetuiging van de door hem
bewezen diensten.
Met algemeene stemmen wordt aldus beslo
ten.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
om over te gaan tot vervulling dezer vacature
en bSvelen daarvoor aan: J. K. de Putter en
Iz. de Feijter Wz.
De heer J. DE FEIJTER vraagt, of de raad
nog wel verplicht is, een lid voor die commis
sie te benoemen. De commissie vergadert heel
zeldzaam.
De VOORZITTER: De commissie is in elk
geval nog niet opgeheven en daarom achten
Burgemeester en Wethouders vervulling der
vacature wenschelijk.
De heer DIELEMAN vraagt, als de com
missie niet vergadert, hoe het opleggen der
aanslagen dan is geregeld.
De VOORZITTER: Dat is gesteld in handen
van den inspecteur der directe belastingen.
De heer DIELEMAN acht dat jammer, om-
dat hij meent dat een beoordeeling door een
commissie van 5 personen juister zal zijn.
De heer OGGEL: Vroeger werden de aan
slagen van de personen beneden de f 2000 door
die commissie vastgesteld, doch tegenwoordig
zijn de werkgevers wettelijk verplicht opgaaf
te doen van het loon van het personeel dat bij
hen in dienst is. De inspectie krijgt die gege
vens en daardoor komt men tot het vaststellen
van de aanslagen dier menschen. Indien iemand
reclameert dat hij ten onrechte is aangesla-
gen, vergadert de commissie voor het behan
delen der reclame.
De heer VAN DE BILT: Het vorig jaar is
de commissie voor het behandelen van klach-
ten nog bijeen geweest.
De heer DIELEMAN is door het antwoord
van den heer Oggel niet bevredigend. Er zijn
nog heel wat menschen met minder dan f 2000
die niet bij een patroon in dienst zijn en van
wie men die gegevens dus niet heeft.
De heer OGGEL: Die worden ook in han
den der commissie gesteld.
De heer DIELEMAN meent, dat de inspec
teur die zelfstandig vaststelt en het veelvuldig
voorkomt, dat er op de aangifte maar een
paar honderd gulden wordt bijgedaan. De com
missie zou daarover toch gehoord dienen te
worden.
De heer OGGEL: Dat gebeurt ook, als er
klachten zijn, wordt daarover vergaderd.
De heer J. DE FEIJTER gelooft niet, dat de
commissie in het jaar 1929 bijeen geweest is.
De aanslagen beneden de f 2000 worden opge-
legd door den inspecteur. Een commissie van
5 personen zou er toch wel meer van weten,
dan een ontvanger of dienstgeleider, die hier
soms pas zijn komen aanwaaien. Wat weet
zoo'n dikwijls piepjong ventje van de inkom-
sten of omstandigheden der ingezetenen? Hij
wil niet zeggen dat ze daarvan ook niet op de
hoogte zouden komen, maar dan zouden ze
hier toch langer moeten zijn.
De VOORZITTER gelooft, dat het overwe
ging verdient die klachten, welke hier thans
zijn geuit, eens ter sprake te brengen in een
eventueele vergadering der commissie; dan
komen ze ter kennis vai^ den inspecteur.
Hij noodigt de heeren Koster en Esselbrugge
uit met hem het stembureau te vormen.
Met 6 stemmen wordt benoemd de heer Iz.
de Feijter Wz.; op den heer de Putter zijn 3
en op den heer H. Wolfert zijn 2 stemmen
uitgebracht.
5. Verkoop bouwgrond.
Ingekomen zijn verzoeken tot verkoop van
bouwgrond van:
A. van't Hoff 6 perceelen, nos. 120, 121, 143,
144, 145, en 146, ter grootte van pl.m. 640
M2. en gelegen hoek Prins Hendrikstraat en
Ds. Jan Scharpstraat.
J. D. van Drongelen 1 perceel, no. 92, ter
grootte van pl.m. 125 M2., liggende in dezelf-
de straten.
P. J. Verpoorte 1 perceel, no. 61, ter grootte
van pl.m. 112 M2. en gelegen aan de Ds. Jan
Scharpstraat, met het verzoek dit binnen 2
jaar in plaats van binnen het jaar te bebou-
wen.
P. E. A. Velleman 1 perceel, no. 75, ter
grootte van pl.m. 108% M2. en gelegen aan
de Wilhelminastraat.
I. J. Brakman e.a., 2 perceelen en 1 gedeel-
telijk, nos. 76, 77 en 78 gedeeltelijk, ter
grootte van pl.m. 263% M2. en gelegen aan
de Wilhelminastraat.
Door Burgemeester en Wethouders wordt
voorgesteld op deze verzoeken gunistig te be-
schikken, ook wat betreft het verzoek van P.
J. Verpoorte om dit perceel binnen 2 jaar te
bebouwen.
J. Overdulve vraagt 1 perceel, no. 49 ged.
en no. 50 ged., ter grootte van 112 M2., ge
legen aan de Julianastraat naast zijn perceel.
Aangezien dit perceel vanwege zijn lage lig-
ging en vroegeren oorsprong niet die bouw-
waarde bezit dan de overige perceelen, ver
zoekt hij dit te mogen koopen tegen een min-
deren prijs dan de vastgestelden.
Daar dit perceel eenige jaren geleden ten-
gevolge van zijne lage ligging reeds is opge-
voerd, erkennen Burgemeester en Wethouders
dat aan dit perceel niet die waarde moet wor
den toegekend van de overige perceelen.
Zjj stellen voor dit perceel te verkoopen
tegen een prijs van 2 per M2.
Inmiddels kuhnen zij mededeelen dat de
gemeente-opzichter opdracht heeft op "ver
schillende plaatsen grondboringen te verrich-
ten, waar vermoed wordt, dat een gedeelte
grond niet als bouwgrond geschikt is.
De heer ESSELBRUGGE zou in overweging
willen geven om den grond op den hoek van
de Prins Hendrikstraat en de Ds. Jan Scharp
straat niet te verkoopen, doch deze te be-
stemmen voor plantsoenaanleg. Hij merkt op,
dat er in de gemeente door de nauwe bebou-
wing al gevaarlijke hoeken genoeg zijn en zou
die niet wenschen te vermeerderen.
De VOORZITTER wijst er op, dat er in een
vorige vergadering reeds over zoodanig denk-
beeld gesproken is, althans dan is gesproken
over het aanleggen van een plein, waarop de
raad niet is ingegaan:
Daarop is besloten om bouwgrond ten ver
koop beschikbaar te stellen aan de geprojec-
teerde straten. Het is een voldoend ruime
straat en hij ziet niet in, dat dit een abnor-
maal gevaarlijke hoek zou worden.
De heer ESSELBRUGGE meent, dat het
een gevaarlijke hoek zal worden en wenscht
in elk geval zijn voorstel in stemming te zien
gebracht.
De heer OGGEL merkt op, dat het door den
heer Esselbrugge bedoelde terrein zich toch
minder voor plantsoenaanleg eigent. Het ter
rein ter weerszijden van het bedoelde is reeds
bebouwd. Onttrok men dat terrein aan die
bestemming, dan zou men niets anders berei-
ken, dat dat een onbebouwde inham in het
verlengde van bestaande straten ontstond.
De VOORZITTER stemt daarmede in; dat
terrein is bebouwd, omdat eenmaal reeds daar
toe is besloten.
De heer ESSELBRUGGE had niet ingezlen
dat vroeger genomen besluiten een beletsel
zijn voor uitvoering van zijn voorstel en trekt
dit dan in.
De heer OGGEL herinnert ook nog aan de
plannen voor het aanleggen van een plein in
de nieuwe uitbreiding der gemeente, maar
dat de raad daarvan is afgezien omdat dit
vele duizenden guldens zou kosten.
De heer VAN DE BILT bevestigt ook, dat
zijn daartoe strekkend voorstel is verworpen.
Daar is nu eenmaal over gestemd en het gaat
niet aan, daarop nog terug te komen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt met algemeene stemmen aange
nomen.
De VOORZITTER deelt mede, dat, nu deze
bouwgrond verkocht is, het noodig zal wor
den dat verschillende stukken bestrating
worden gemaakt. Hij vraagt, of de gemeente
raad de daarvoor noodige gelden ter beschik
king van Burgemeester en Wethouders wil
stellen. Het zal niet noodig zijn er voor te
leenen. Hij verwacht, dat de kosten wel zul-
len kunnen bestreden worden uit de gelden
die wegens den verkoop van grond vrijkomen.
Met algemeene stemmen wordt de gevraagde
machtiging verleend.
6. Bespreking weg door de kom.
Burgemeester en Wethouders geven aan
den gemeenteraad te kennen, dat zij voorstel-
len een verzoek te richten tot de Frovinciale
Staten van Zeeland, om den weg door de kom,
die verbinding zal geven op de geprojecteerde
wegen van dat plan, op te nemen op het Pro-
vinciaal Wegenplan.
Op het Provinciaal wegenplan, vastgesteld
door de Prov. Staten van Zeeland, den 26 Oct.
1927, komt voor, voorzoover het de gemeente
Axel betreft, de weg Ter NeuzenAxel, Axel
DrieschouwenAbsdale-Hulst, Drieschou-
wenRoode Sluis en DrieschouwenWest-
dorpeSas van Gent, zonder de traverse of
te wel de doorgang door de gemeente.
Waren voor het verkeer niet de gevaarlijke
bochten in de kom, n.l. NoordstraatWest-
straat, KerkdreefWeststraat en Weststraat
Zeestraat, voor het hand over hand toe-
nemende verkeer, dat Burgemeester en Wet
houders noodzaakt met een dergelijk voorstel
te komen, zij zouden kalm him tijd afwachten,
totdat de vastgestelde plannen als hier bo-
vengenoemd werden verwezenlijkt.
Nu door het verkeer op die hoeken der
straten de veiligheid vaak in gevaar gebracht
wordt en het uitzicht niet bevorderd kan wor
den, wordt op de drukste uren het verkeer
geregeld en is door Burgemeester en Wethou
ders overwogen een mogelijke verbetering,
zulks met een bijdrage van 75 uit het
wegenfonds.
Uit een ingesteld onderzoek blijkt, dat een
geschikte en mogelijke verbetering te verkrij-
gen is en dit komt aan Burgemeester en Wet
houders minder moeilijk voor, dan volgens de
bestaande bepalingen, daarop gelden uit het
wegenfonds te verkrijgen. Volgens de bestaan
de redactie kan voor dit doel geen aanspraak
daarop gemaakt worden.
Wanneer door den raad een verzoek ge-
daan wordt aan de Provinciale Staten van
Zeeland, om te bevorderen, dat de traverse
door de kom dezer gemeente, alsnog op het
wegenplan wordt gebracht, heeft men het doel
bereikt, waardoor de twee meergenoemde
wegen in een aaneengesloten geheel kunnen
gemaakt worden.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
dienovereenkomstig een verzoek aan de Prov.
Staten van Zeeland te zenden.
De VOORZITTER wenscht, alvorens over
te gaan tot het nemen eener beslissing over
dit voorstel, over te gaan tot het houden eener
zitting met gesloten deuren. Hij schorst daar
toe de openbare vergadering.
Nadat de vergadering is her-opend, wordt
het voorstel van Burgemeester en Wethouders
met algemeene stemmen aangenomen.
7. Teruggaaf betaald vergunningsrecht.
Door de erfgenamen der weduwe Van Puy-
velde wordt teruggaaf verzocht van betaald
vergunningsrecht.
Wijlen de wed. van Puyvelde was vergun-
ninghoudster en had v66r den aanvang van
het nieuwe vergunningsjaar (1 Mei 1930) het
verschuldigde vergunningsrecht voor het jaar
1930—31 betaald. Op 30 April j.l., dus v<5<5r
den aanvang van het vergunningsjaar, kwam
zij te overlijden, zoodat dit gestorte bedrag
aan de erfgenamen toekomt.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
aan het verzoek te voldoen.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
8. Ontwerp-jaarwedderegeling voor Bur-
gemeesters, Wethouders, Secretarissen
en Ontvapgers in de Provincie.
Omtrent de ontwerp-jaarwedderegeling
voor burgemeesters, wethouders, secretarissen
en ontvangers in de provincie Zeeland, toege-
zonden door Gedeputeerde Staten van Zee-
land bij schrijven d.d. 9 Mei 1930, welke rege-
ling is opgenomen in de notulen der vorige
raadszitting, merken Burgemeester en Wet
houders op, dat deze voor de gemeente Axel
geen noemenswaardige verandering inhoudt.
De classificatie en de salarisgrenzen voor de
ambtenaren is dezelfde gebleven, met uitzon-
dering voor de wethouders, die voorgesteld
wordt op /300 (oude regeling /270).
Aangezien de veranderingen meer van be-
teekenis zijn voor kleinere gemeenten en voor
deze gemeente geen groote veranderingen
teiweegbrengen, ook niet tengevolge van kin-
der-toeslag van af het derde kind, stellen
Burgemeester en Wethouders voor deize rege
ling te accepteeren.
De heer VAN DE BILT geeft te kennen,
op het oogeniblik tegen elke jaarweddever-
hooging te zijn, dus ook tegen die der wet
houders. De economische toestand is zeer
slecht en "op zulke tijdstippen moeten de open-
bare besturen zeker het voorbeeld geven en
geen uitgaven naar boven drijven, indien dat
niet beslist noodzakelijk is. Het verleenen
van een kindertoeslag heeft als systeem van
salarieering zijn sympathie, maar in dit ge
val kan hij er zich ook niet mede vereenigen,
waar men begint met dit voor de hooge
salarissen toepasselijk te verklaren. Hij moet
ontraden tot het verleenen van die toeslagen
over te gaan, zoolang men dit aan de min-
deren niet toestaat. Wanneer een tijd zou
komen, dat een kinder-toeslag werd verleend,
dan behoort dat een algemeene regeling te
zijn, die zeker voor de laagst bezoldigden dan
niet mag ontbreken.
Hij stelt zich echter op het standpunt, dat
op het oogenblik geen enkele verhooging be
hoort te worden verleend. Hij hoopt, dat dit
denkbeeld steun zal ondervinden.
De VOORZITTER: Is u dus tegen kinder
toeslag
De heer VAN DE BILT: Ik heb gezegd,
dat dit als systeem mijn sympathie heeft,
maar dat men dan niet van boven-af moet
beginnen met dat te geiven. Dat is niets per-
soonlijks. Indien er een burgemeester zou
komen met een groot gezin, zou spreker het
hem ook willen geven. In de eerste plaats zou
het echter aan de laagst bezoldigden dienen
te worden gegeven, ofschoon hij, als het te
zijner tijd zou worden ingevoerd, het aan
iedereen wil geven. Zooals het nu wordt
voorgesteld is hij er tegen.
De VOORZITTER: Ik ben ook van mee
ning, dat het aan iedereen zou moeten wor
den gegeven
De heer VAN DE BILT zou wenschen, dat
door de openbare (besturen het voorbeeld werd
gegeven, om niet onnoodig de uitgaven te
gaan verzwaren, en om b.v. thans jaarwedde-
verhooging te gaan geven, terwijl een heele-
boel menschen in het naaste verschiet zien,
dat zij achteruit zullen gaan.
De heer OGGEL geeft te kennen, het ook
met den heer Van de Bilt eens te zijn. Het
heeft hem pijnlijk getroffen, dat Gedeputeer
de Staten in deze dagen, nu alles er toe leidt,
dat veel menschen zullen moeten verminderen,
met een voorstel tot verhooging van jaarwed-
de te komen. Te meer is dit het geval, dat
het indexcijfer sinds den tijd, dat de bestaan
de jaarwedden werden vastgesteld, aanmer-
kelijk gedaald is en dus verhooging van het
levenspeil niet de aanleiding van die verhoo
ging kan zijn Er zou thans eerder aanleiding
zijn voor verlaging. Wat nu de verhooging
voor de wethouders betreft, die raakt spre
ker en zijn collega niet, aangezien die pas met
'31 ingaat en het dus niet bekend is, wie dan
de functionarissen zullen zijn. Hij is van
meening, dat ook dat tractement niet moet
worden verhoogd en moet zijn leedwezen uit-
drukken, dat het denkbeeld van jaarwedde-
verhooging brj Gedeputeerde Staten is ge-
rezen, hetgeen juist in strijd is met den econo-
mischen toestand.
De heer VAN DE BILT vraagt, of het
voorstel van Burgemeester en Wethouders
dan een voorstel is van de meerderheid.
De heer OGGEL antwoordt onbkennend;
hij heeft aamvankelijik er ook mee ingestemd,
dat werd voorgesteld de regeling te accep
teeren. Bij nadere overweging achtte hij het
echter toch beter, dat de raad zijn bezwaren
kenbaar maakt.
De heer DIELEMAN is het eens met de vo
rige sprekers. Het staat toch vast, dat er in het
particuliere bedrijf op het oogenblik velen
zijn, die niet weten, waar zij zullen belanden.
Het verwondert aan spreker sterk, dat Gede
puteerde Staten, die toch zoo goed met den
toestand van den landbouw op de hoogte zijn,
naar hij vermeent is zelfs een lid van dat
college voorzitter van de Zeeuwsche Land-
bouwmaatschappij en op een tijdstip dat
men bevoegde sprekers moet laten optreden
om te spreken over de groote crisis in den
landbouw, in onze landbouwende provincie
met zoo'n regeling voor den dag gekomen zijn.
Met uitzondering van enkele groote gemeen
ten, die minder op den landbouw zijn aange-
wezen, meent spreker dat alle gemeenteraden
deze regeling zullen moeten verwerpen.
De VOORZITTER deelt mede, dat het
voorstellen dezer nieuwe regeling meer een
gevolg is van de met 1 Januari a.s. in werking
tredende nieuwe financieele regeling tus
schen het rijk en de gemeenten, aangezien
daarbij is bepaald dat de gemeenten vanwege
den Staat voor de jaarwedde van burgemees
ter en secretaris vergoed krijgen het drie
vierde tot een maximum van 3000, in plaats
van 600 zooals thans.
Nu is deze gelegenheid te baat genomen
om voor verschillende burgemeesters, die
vroeger verlaagd zijn, de jaarwedde weer ge-
lijk te stellen met die van den secretaris.
De heer DIELEMANDan had men die ge
lijkstelling beter kunnen afronden naar be
neden; men streeft altijd naar afronden naar
boven,
De heer't GILDE zegt dat zijn standpunt ten
dezen van vroeger maar al te zeer bekend is
om er nog veel over te zeggen en zou kunnen
volstaan met zich zonder meer bij de vorige
sprekers aan te sluiten.
Toch moeten hem een paar opmerkingen
van het hart en wel in de eerste plaats dat
het buitengewoon te verwonderen is dat een
Gedeputeerd College eener bij uitstek land
bouwende provincie met een zoodanige nieuwe
regeling komt waardoor blijkt dat men de
teekenen des tijds eigenlijk slecht verstaat. Er
is op landbouwgebied een enorme depressie en
deze bepaalt zich naar het zich laat aanzien
niet tot den landbouw. Gisteren nog had er
naar hij zooeven nog vernam op de beurs in
Londen weer een geweldige krach plaats. Mis-
schien wordt met dit alles een zeer langdurige
crisis ingeluid waarvan de gevolgen niet bij
benadering zijn te overzien. Hetgeen meer
terzake bevoegden hierover in economische
rubrieken ten berde brengen stemt tot de
grootste ongerustheid. Ook na den Fransch-
Duitschen oorlog en andere tijdperken van
langdurigen krijg heeft men tientallen van
crisisjaren doorgemaakt.
Het is frappant dat men noch in Den Haag,
noch in Middelburg oog hiervoor heeft. Het
wordt voor de kleine burgerij en degenen die
in den landbouw een bestaan moeten vinden
een doom in het oog dat men de salarissen
der hoogere ambtenaren met kracht en geweld
omhoog blijkt te willen houden en hij heeft
zich afgevraagd of deze regeling eigenlijk te
danken is aan een mogelijke actie van de ver-
eeniging van Burgemeesters en Secretarissen.
Zulks vraagt hij met het oog op den in deze
regeling bijna als uitzondering genoemden
kindertoeslag. Hij voor zich is geen princi-
pieele voorstander van kindertoeslag maar in
dien men die toepasselijk vindt waarom er dan
niet mede begonnen van beneden af en bij de
lagere ambtenaren?
Het eenige waar hij zich mee zou kunnen
vereenigen is de verhoogde jaarwedde der
Wethouders, die voor Axel feitelijk niet hoog
is op f 270.
Z.i. is nu het oogenblik gunstig alle platte-
landsgemeenten mobiel te maken en adhaesie
te vragen tegen deze regeling op een adres.
dat zou dienen te worden ingediend.
Want, wat heeft men er aan als men hier
eens in de 4 k 5 jaren zijn meening mag zeg
gen en men neemt dit in Middelburg zonder
meer aan als kennisgeving.
Hij zal tegen deze regeling stemmen.
De VOORZITTER geeft te kennen de vraag
waarom de kindertoeslag niet voor de lagere
ambtenaren wordt voorgesteld heel eenvoudig
te kunnen beantwoorden: omdat die regeling
niet bij Gedeputeerde Staten thuds hoort.
De heer't GILDE: Overigens wil ik wel zeg
gen, daarvan geen voorstander te zijn.
De heer OGGEL wil wel toelichten, waar
om hij aanvankelijk ook heeft medegestemd,
om de voorgestelde nieuwe regeling te accep
teeren. Er is in Burgemeester en Wethouders
ook wel over gesproken om de regeling af
te wijzen, maar er is herinnerd aan de vroe-
gere pogingen die zijn aangewend om tegen
de van die zijde voorgestelde regelingen te
protesteeren, welke pogingen steeds ^pnder
succes waren. Dan wordt men ook wel eens
moedeloos en lijdzaam. Later heeft spreker er
ovema gedacht en kwam tot de slotsom, dat
het toch beter is, dat de gemeenteraad in het
openbaar zijn meening uitspreekt, dat het,
met het oog op de algemeene depressie welke
we thans zijn ingegaan en waarvan het eind
nog niet te voorzien is, niet aangaat om thans
besluiten tot verhooging van jaarwedden in
te dienen.
De heer 't GILDE: Maar wat schieten we
er mede op, als we dit aan Gedeputeerde
Staten meedeelen?
De VOORZITTER: Dat kan ik niet zeg
gen.
De heer 't GILDE: De toezending dier
regeling is meer een vormkwestie, want in
het verleden is wel gebleken, dat we het toch
moeten slikken.
De VOORZITTER: De wet schrijft voor,
dat Gedeputeerde Staten de jaarwedden vast
stellen, den raad gehoord.
De heer P. DE FEIJTER kan zich aan-
sluiten bij de vorige sprekers. Hij is ook van
meening, dat, indien bijna alle gemeenteraden
hun protest laten hooren, dit ten slotte toch
wel eens van invloed zou kunnen zijn. Hij