In (JwZadellasch
PUROL
PUROL
Bij Examens
Stukgeloopen
Feailletoa-vertellingen.
Huis en Hof.
OSUEHGDI BERICHTEB.
Pluimvee-rubriek.
BRABANTSCHE BRIEVEN.
EPERMUNT
voeten.verzactil en geneest men met
behoort op fietstochten, voor verzachting
en genezing bij doorzitten en zonnebrand
steeds een doos of tube
Dooi 30-60 cn 90 ct. Tube 80 ct. Bij Apoth. en Drogisten
(Ingez. Med.)
DE CRISIS IN DEN LANDBOUW.
Het hoofdbestuur van den Bond van Land-
pachters in Nederland heeft tot de verpachters
bier te lande een open brief gericht, waarin
word! gewezen op de tegenwoordige crisis in den
Sandbouw.
Veien der pachteris hebben al sedert enkele
jaren de pacht niet uit hun bedrijf kunnen beta-
len, wordt o.a. in het schrijven gazegd. Het be-
stuur dringt bij de verpachters aan, om het voor-
beeld van sommigen hunner te volgen en een
deel der pacht over 1929 terug te geven, of hen
bet schuldig geblevene vrij te schelden. Ge ver-
zacht daardoor veel leed en ellende en voorkomt.
een geestesgesteldheid bij de verarmde pachters,
aldus besluit het bestuur, die u straks wel eens
meer zou kunnen doen verliezen dan een hooge
pacht en die wel eens meer zou kunnen breken
dan alleen goede verhoudingen.
VERHOOGING INVOERRECHT OP BOTER.
De directie van den landbouw deelt mee, dat
blijkens bericht van den rijkslandbouw-conisulent
te Parijs het invoerrecht op boter in Frankrijk
is verhoogd van 100 tot 200 francs per 100 K.G.,
welke verhooging onmiddellijk in werking is ge-
treden.
Het Hbld. teekent bij dit fraaie bericht aan,
dat de Nederlandsche boteruitvoer naar Frank
rijk in het jaar 1929 heeft bedragen 603 ton voor
J 1.1 millioen, dat is ongeveer 1% van onzen
totalen boteruitvoer.
In de eerste vier maanden van het loopende
jaar exporteerden wij naar Frankrijk 287 ton
voor f 457.000 of wel 2% van het totaal. Onze
boter-export naar genoemd land is dus maar
.klein doch een verdubbeling van het toch al hooge
invoerrecht tot bijna f 20 per 100 K.G. stemt met
bepaald vroolijk, te minder wanneer men denkt
aan Duitschland, dat zijn recht, zoodra dit in
verband met de meest-begunstigingsclausule
:mogelijk is, zal verhoogen van 16% tot 30 per
100 K.G.
ITALIe'S AARD APPELUITVOER.
Italie heeft in de eerste twee weken van Mei
■uitgevoerd niet minder dan 1516 wagonladingen
aardappelen, tegen slechts 389 in dezelfde
periode van vorig jaar.
Van deze 1516 wagons gingen er 732 of bijna
-de belft naar Duitschland, 225 naar Oostenrijk,
73 naar Tsjecho-Slowakije, 72 naar Zwitserland,
53 naar Belgie en5 naar Nederland.
HET MOND- EN KLAUWZEER.
De N. R. Crt. brengt een opzienbarend artikel,
waarin zii de geheele officieele Nederlandsche
veterinaire wetenschap in gebreke stelt. Een Ne-
derlander, de heer Van den Berg, heeft nl. volgens
de N. R. Ctt. een afdoend middel tegen het
mond- en klauwzeer uitgevonden, „Matafto ge-
heeten en ondanks alle moeite is het hem met
moge gelukken de tegen hem samenspannende
officieele wetenschap er toe te knjgen hem
laten aantoonen, dat zijn middel mderdaad zoo
voortreffelijk is, als hij voorgeeft. Zelfs wisten
1steeds volgens de N. R. Crt. de Nederland
sche hooggeleerden hun buitenlandsche collega s
tep.en beter weten in te bewegen, over Van den
Berg en 3n Matafto den banvloek uit te spre-
ken Tot hij tenslotte in Spanje gehoor vmdt.
Hij weet, aldus de N. R. Crt., zonder dat het
te Berlijn of Utrecht bekend raakt, onder de die
timur in Spanje. met enkele -vlo^ke
nen aldaar verbinding te krijgen. Daar hakt men
den knoop door en doet men het eemge wat
logisch is. „Kunt gij inderdaad" is daar het
diftatoriale standpunt - „wat voorgeeft te
kunnen dan zullen wij u erkentelijk zijn. Kun
™t niet, dan is het ons eene kleme kunst u
lis kwakzalver aan de kaak te stellen De
mannen van wetenschap geloofden natuurlijk
nieu van s heeren van den Bergs kunst, maar
wat deerde dat? Men kon alevel proeven nemen,
T de ongeloovigen zelven zouden scheidsrech-
ter zijn Bij Koninklijk besluit werd m 1929 een
commissie benoemd ter bestudeenng van
tSto" genees- en inzonderheid voorbehoedmid-
del voor mond- en klauwzeer. In de commissie
krDeenheertlclsareo Sanz Egana, directeur van
bet slachthuis te Madrid, als voorzitter, en als
aid de heer Silvestre Miranda, voorzitter van het
veterinaire college, en de heer Jesus Culebras,
hoogleeraar aan de veterinaire Hoogeschool.
In het abattoir te Madrid zijn de Pr°evfj? gf"
nomen. Weken lang hebben zij geduurd En ze
ziin met volledig succes bekroond, mettegen-
staande de heer vln den Berg daarbij bravoure
stukjes uithaalde. Zoo durfde hu het aam zoo
iuist binnengebrachte aan mond- en klauwzeer
liidende dieren de blazen aan bek en klauwen
me' een doek open te wrijven, om vervolgens
dezen doek te gaan uitwasschen in den eemgen
drfnkbak die in den stal, waarin de zieke en ge-
immuniseerde beesten dooreen i'ep^. a-anwe^g
was Tot groote verbazmg van alien, die de
nroeven meemaakten ook den minister en de
staatssecretaris, onder wie de landbouw res.or-
teert. kwamen zich overtuigen ;ble'"d f
immuniseerde dieren kemgezond. Geen enkei
zelfs kreeg temperatuursverhooging.
Na ook nog met prof. Culebras proeven te
hebben genomen in het dorp Bande (Orense),
waar men den heer Van den Berg als een ge-
zant der hemels beschouwde de pastoo^heeft
er zelfs een mis voor hem gelezen
klaarde prof. Culebras tenslotte:
Het Hollandsche product
steeds curatief werkend middel, en een voorbe-
boedmiddel in twee derden der gevallen waar n
het toegediend werd, en indien in dit laatste
de ziekte toch uitbreekt is zij van een
Ulvenhout, 10 Juni 1930.
Menier,
D'n Pinkster git
er dus weer op, ee,
Schoone dagen
zijn 't gewiest.
Dagen dat er
meziek in de locht
hong. Fiestelijk-
heid; kermis en
van alles wa maar
leutig en plazaant
is. Toen 'k dan
ok van d'n mergen
't blaaike van d'n
klender scheurde,
h6 'k da wa lang-
zamer gedaan as
aanders.
Want't was net, wel flaauw ee of ik
d'n Pinksteren 'nen flar uit z'nen hansjop
scheurde. Wat-ie nie aan ons verdiend had.
Wa-d-emmen 'n leut g'ad!
Ge mot weten: w'adden ier vestival: meziek-
fiest.
Nouw, amico, daar zijn al de radiioows-bij-
mekaar 'n klapsigaar bijVeural teugeswoo-
rig. Goeiemergen (buurvrouw!
As ge de keet en de ruzie mee alle geweld
in oew kot wil emmen, dan motte maar 'n
dikke vijfihonderd guldens neertellen (g'6t
er bekaanst twee koeibiesten veur!) en 'nen
radioow mee 'nen luidkwekert in 'n hoekske
van oew kamer neer laten zetten, dan is ie z66
veur d'n bakker. Dan is 't elken schoonen
dag bonje in oew huis.
Maar laat ik op die afzetterij nie verders
deur gaan, (of is 't soms gin flesschentrek-
kerij amico, om 'nen mensch 'n haalf duuzend
gulden uit z'nen zak te friemelen waar ie
nikske as moelengevechten veur veromkrijgt!)
maar, nog eens ,laat ik op die aftroggelderij
nie deurgaan, waant dan zit ik z66, tot m'n
nekharen in de pollitiek.
Ja, amico, en da nie alleen! Maar 'k zit
er zo6 in, da'k eel Nederlaand aan m'n fiets
eb hangen.
Man, as ge 's wiest hoe 'k daar't zuur aan
eb! Aan da pollitiek gesallemaander. In al
oew oprechtheid en mee de beste bedoelingen
van de wereld, versprikt oew eigen soms z66,
da ge in 't w66rgaren zit can er nooit meer uit
te geraken!
Da's veur 'nen boeremensch, die gewend is
te oogsten wat-ie zaait, om stapelgek te wor-
ren. As ik 66rpels uibzet, ollee dan komt
d'r gin onkruid omhoog! Maar as ge da-d-in
de pollitiek doet, as ge daar b.v. radijs
zaait, dan komen 'r braandnetels uit d'n
grond. D'n Ibojem waar da zaad invaalt, d'n
pollitieken bojem, die is verpest!
En daarom, amico, 't beste zaaisel, de
beste bedoelingen, daar komt altij nikske van
terechte. Daarom da'k maar niks m66r van
m'nen radejoow zeg, dan da'k'm buiten dienst
gesteld em. Wemmen de draaien uit de stop-
kes g'aald, ze om 't kasje gewindeld en 't
.n «1_1-Z n rrn.F»A+ i '"n 1 QOOO
ViiN
Um5lootcn^atiii^en
voor ieder. hind,
een tehhemu
(Ingez. Med.)
da-d-ons wenk-
Matafto is een
geval
licht en goedaardig karakter, met af^e^lg^eld
van koorts of plaatselijke aandoenmgen, n°ch_--
Ten slotte gaf deze professor het volgende al-
gemeene^attestiderd stuks vee de demonstrates
van den heer van den Berg betreffende de cura-
tieve en profilactische waarde van het medica
ment Matafto te hebben geleid en waargenomen
waarover ik Z.Exc. den minister van rationale
oeconomie verslag moet uitbrengen, verklaar ik
hetDVe0lheeenrdvan den Berg is er met zijn genees-
middel Matafto in geslaagd, aan te toonen, dat
bet mogelijk is, het mond- en klauwzeer met
therapeutische en chemotherapeutische middelen
te behandelen, evenzeer als de profdaxie daar-
mee uitvoerbaar is. Dit is het resultant van
miine ondervindingen in Galicie (Spanje).
Het is mijn overtuiging, dat men het algemeen
gebruik van gezegd geneesmiddel kan aanbeve-
leMen gaat nu, volgens de N. R. C. een fabriek
voor dit geneesmiddel tegen het mond- en klauw
zeer in Spanje bouwen.
Als de zaak is, zooals de N. R. Crt. haar be-
schrijft. dan is dit een gruwelijke blamage voor
onze officieele wetenschap. Onmogelyk is zoo-
lets niet dat bewijst de geschiedems van veler-
lei ontdekkingen.
heele zooike op't opkamertje gezet in 'n leege
bedstee. Wie biedt er geld veur!
En as 'k nouw denken mot, da'k veur da
ruziekastje 'n gecve koei meer kos emmen,
dan zou 'k't z56 kunnen opstoken
En nouw em ik nog ketaant gekocht. Maar
hoe mot da nouw mee de menschen die zo'n
dink in stukskes en ibrokskes betalen en zoo-
doende ruzie-op-afbetaling in d'r huis emmen
g'aald?
Maar genogt over da smerig dink!
't Lee nouw in 'n hoekske en 'n knap man
die'm bij ons huis nog's op gaank krijgt.
Maar om op d'n Pinkster terug te komen: die
was g66f veur mekaar.
't Meziek was ier nie van de locht. Zem-
men geblazen, die gasten, dat d'r rooie nek-
ken bol stingen en d'r ogskes er klein van
wieren. „Da's om af te klappen, Dr6", zee
d'n Fielp, onzen bakker: „as ik die mannen
zoo zie blazen en zweeten, dan krijg 'k er zel-
vers dorst van!"
„ja, man", zee ik, „kunst is zwaar werk,
maar as gij dorst krijgt van 't blazen van d'n
dieen daar, dan is't misschient wel goed voor
hum as ik er eentje gaai vatten". „Dan doei
'k mee", verzekerde d'n Fielp, waant hum
kan er ibest twe6 Iflen".
Kermis was er ok. Ter eere van 't vestival
of aandersom, da-d-emmen nie uitgemokt.
In ieder geval: ,,'t was 'nen hekstra-kermis,
waant d'n eigentlijke is pas in Augustus. As
't dan rengelt op dieen dag, dan emmen zes
weken kwaai weer, zeggen de Ulvenhouters
Zooda'k maar zeggen wil, da me 'nen hek
stra-kermis hadden, mee d'n Pinkster. Ginnen
groote, maar 'n ge5ve. De meeste lol emmen
g'ad in de daanstent. Ge kos er van alles krij
gen, zooda me alles ibij d'n haand hadden.
't Schonste was, amico, toen me d'r in gon-
gen, d'n dikke Fielp en ikke en ons kortje
stingen te koopQn, toen kwam sjuust d'n
Blaauwe, d'n Tiest veunbij. Mee z'n wefke,
Aantje zooas ge wel wit, waar ie vleeje maand
mee getrouwd is en de drie jongens van Aan
tje. Netjes op 'n rij-ke, mee z'n gevijven aan
'n haandje, kwamen ze daar laangst ge-
kuierd De Tiest in z'n trouwpak en Aantje
op d'r best en de drie brakken zuigende-n-op
'nen rooien lekstok van 'nen halven meter
laank.
Da was effekes 'n nuchiter getzicht, m de
dubbele beteekenis van 't woord, amico, daar
dieen Blaauwe, in 't zwart laangst de kermis
te zien loopen.
Kelb m'n eigen inwendig flauw gelachen.
Hij wouiw net doen of ie niks zag, da begrepte.
Smokt ie lekker", vroeg ie aan z'n brakken,
die aan dieen suikeren stok liepen te zuigen en
d'r mee in d'ren bollen kop te draaien dat het
laankst d'r kin liep, en ze keken 'm alle drie
's aan mee groote oogen die zeeen: ,,ben-ue
om 'n smoesje verlegen?" D'n toe Tiest
kreeg 'r 'n kleur van amico. Hij knipperde
mee z'n verkensogskes, die liohtblaauw van
kleur zoo aarig tusschen die rosse ooghorkes
drijven da ge altij denkt dat ie 'n paar borrel-
ties g'ad hee.
Aantje had ons ok in de gaten. t Eerste
eigenlijk, da snapte. En ze gaf d'ren Tiest
'nen erm, as of ze'm goed vast wilde houwen
en wees 'm op 'n dingeske da net aan dn
teue-enovergestelden kaant was van ons. En
zij zag ons h661egaar nie; heeleg&ar nie
Roepen?" vroeg d'n Fielp.
„Neee, nie idoen, Fielp", zee ik, t is al erg
genogt veur 'm!"
Statig stiefelde d'n Blaauwe mee znen aan-
hang deur, maar z'n hart, amico, da klopte
in de daanstent op da-d-oogenbhk, da beloof
ik oew!
Ha, wemmen dan toch ok zooveul, zoo he«
veul leut g'ad samen, ee!
Wemmen dikkels gelachen
brauwen afzakten.
,,Efkes in de gaten houwen, Fielp'", zee ik,
daleik kekt ie kwaansuis om!"
En jawel, amico, honderd meters vender
keek ie nog 's om en knipte-'n-ogske. Wij
zwaiden, da snapte, en dieen erme Tiest die
lachte-n-'s of ie zeggen wouw: ,,'k weet er
alles van, jongens, doe-d-oew best!"
Nouw, da-d-emmen gedaan.
Efkes misten we d'n Blaauwe mee z'n mo-
nika, nouw me z'n lilek hoofd weer gezien
hadden. Me keken mekare 's aan. ,,Ga wel
over", suste d'n Fielp, en hij stak z'n dikke
lippen veruit da z'n wangen nog 66ns zoo
mollig wieren, „mee d'n volgenden kermis
is ie weer van de partij, Dr6" en toen zong
ie zachjes „as ge pas getrouwd bent krijg-de
koekskes bij de thee; d'n Tiest die mag ripe
mee; mee mijn en mee d'n Dr6" enz.
En toen me binnenkwampen was d'n eerste
die me teugen 't lijf liepen, onzen Janus, de
veldwachter. Hij sting, nie zoo ver van 't
buufet af, mee 66n haand op z'nen rug en mee
d'aander aan z'nen snor. „Jaan"', zee ik,
„zet oewen degen zoolaank in d'n pereplujen-
bak, dan gaan me-'n-waalske maken, jonk!"
,,'k Kan 't nie doen, Dr6", flustende-n-ie
gewichtig adhter z'n haand, ,,Ke(b suurevel-
jaans!"
,,'n Pintje bruin?"
„G6re, maar laat't daar in da-d-oekske zet
ten, Dr6!"
„Daar staan d'r al 'n stuk of vijf, witte
da?"
„Die staan koud te worren"', fluisterde
Janus weer, „zet'm d'r maar gerust bij, keb
z'onder verscherpte ibewaking!"
Fielp liet er vanzelf ok eentje bij zetten en
zoodoende hoefde d'n Jaan tenminste nie op
'n droogske te „surreveljeeren".
Wemmen 's ferm de beentjes van-den-vloer
gedaan en Fielp had bij z' noven nog nooit
z66 ,,getraanspileerd" zee-t-ie, as ier op de
kermis.
„Lui zweet is gaauw gereed, Fielp!" riep
d'n Jaan.
,,Kunde gij van meepraten, Sjerrelok", riep
Fielp trug over d'n schouwer van honderd
kiloows raauw boerinnevleesch, waar ie mee
deur de tent slepte of ie ze gered had uit de
Mark.
's Avonds zijn me nog gaan gooien, in d'n
hoepla. Keb net zoolaank gegooid, 'k moes
drie-vijf-en-zeuventig betalen, tot da'k prijs
had. Ik had 'nen fluitketel en d'n Fielp 'n
flesch ziuurtjes.
„Nouw emmen meteen wa veur't wijf", zee
d'n Fielp mee 'n knipogskee, waant't zag er
uit, amico, da-d-et laat gong worren eer me
thuis kwampen en dan doe-de mee 'nen fluit
ketel of 'rr flesch zuurballen soms heel veul.
Toen 'k er dan ook mee thuis kwam, ha'd
Trui z66veul aan dieen fluitert te kijken, da
ze alles vergat.
„Hoe vinden ze 't toch allemaal uit?"
schudde Trui mee d'r slaperig gezicht: ,,'Nen
ketel die oew flut as 't water kokt".
,,Ja" ,zee ik, ,,z'adden daar ok 'n koffiekan
die raasde as de koffie te dun was, maar ik
docht zoo, as nouw heel ons huishouwen gaat
praten, fluiten en schellen, dan wor 't ier wel
'n bietje druk".
En Trui die eerst mee 'nen open mond sting
te luisteren, zee toen ineens; „och lop naar
de schaans, ge denk me zekers alles wijs te
maken, ee" en onderwijle sting ze mee d'ren
fluitketel, in d'ren nachtpon, te zwaaien as
Mengelberg.
,,Nog 'n kommeke koffie?" vroeg Trui,
die mee alle geweld d'ren ketel wouw heuren
fluiten. „G6re", zee ik en zoo kunde zien,
amico, da ge mee 'nen fluitketel soms meer
doet as mee de schoonst verzonnen smoesjes.
As ge dus is wa laat thuiskomt 's mergens
vroeg, brengt dan 'nen fluitketel mee, en as
ge 'n paar dagen te laat bent, 'n stuk of
twaalf van die fluiters.
En as oew „Trui" dan toch opspult, dan
breng-de ze maar alle twaalf tegelijk aan den
kookdan gerokt Trui er wel af
Ge zult nouw begrijpen, waarom ik van d'n
mergen zoo nooi 't Pinksterblaaike mee die
rooie negen van d'n kalender scheurde.
Kom, nie gemunnereerd, binnenkort emmen
ierkermis!
Amico, ik schei d'r af. Ge wit zoo weer 't
een en aander van de leste dagen, ee.
Veul groeten van Trui en as altij, gin horke
minder van oewen
EEN TRAGISCHE DOOD.
Een der bewoners van het. Broersveld te
Schiedam bemerkte, dat uit een pand aan de
overzijde rook kwam. Toen de politie gealar-
meerd was en deze zich toegang had ver-
schaft tot de woning, vond men er, nadat de
brand was gebluscht, op den grond voor een
bed den 60jarigen J. Brinkman. De man was
overdekt met brandwonden en een ontboden
dokter kon slechts den dood constateeren.
Vermoedelijk is de man, die een hartkwaal
had, des nachts door een beroerte getroffen
en heeft in zijn val de petroleumlamp meege-
sleurd, waardoor hij zelf en de kamer in brand
geraakte. Het slachtoffer was op dat oogen-
blik alleen thuis; zijn vrouw en zijn doch ter
waren bij familie uit logeeren.
FELLE BRAND.
Dinsdagavond brak te Helmond een felle
brand uit in een der lompenpakhuizen van
den heer de V. aan den Mierlooschen Weg.
Het uit gegalvaniseerd ijzer opgetrokken ge-
bouw, was in een oogwenk een groote vuur-
zee. De brandweer was met 2 autotracties ter
plaatse en moest meer dan 1000 M. slang
uitleggen om den vuurhaard te kunnen be-
reiken. Duizend kilo's poetskatoen en een
groot aantal autobanden gingen verloren. Na
twee uren was de brand nog niet gebluschti
De schade wordt door de betrokkenen op 20
duizend gulden geraamd. Verzekering dekt
haar slechts gedeeltelijk.
SLACHTOFFERS VAN ONBESUISD
RIJDEN.
Op den Rijksstraatweg bij Bathmen reed
Maandagmiddag een auto, bestuurd door den
heer H. Hoist uit Ensched6, met groote snel-
heid in een bocht van den weg in de bermi-
sloot. Het voertuig sloeg driemaal over den
kop en kwam ondersteboven tegen een boom
terecht.
Mej. G. Mos, eveneens uit Enschede, werd
uit den wagen geslingerd. Zij brak beide pol-
sen en bekwam een ruggegraatfractuur. Zij
is naar het ziekenhuis te Ensched6 overge-
bracht.
De bestuurder en de derde inzittende, de
heer A. M. Gieskens, bekwamen ernstige ver-
wondingen aan het hoofd, terwijl laatstge-
noemde een sleutelbeen brak.
De geheel vemielde auto is door de politie
in beslag genomen.
toet a voe
DR6,
(in fluitketels).
blijft men kalm en helder, indien men vooraf
Miinhardt's Zenuwtabletten gebruikt.
Koker 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
(Ingez. Med.)
VERGIFTIGD DOOR SNOEPGOED.
Dezer dagen zijn te Kerkrade 4 jeugdige
kinderen door het gebruik van snoepgoed ern-
stig ongesteld geworden. Door het tijdig toe-
dienen van tegengif konden zij gered worden.
Het snoepgoed is in beslag genomen.
GLAZENWASSCHER OMGEKOMEN.
In de 3e Helmerstraat te Amsterdam is
een ongeveer 30jarige glazenwasscher van een
ladder, waarop hij werkzaam was aan de
ramen van de derde verdieping van een per-
ceel, naar beneden geslagen. De man was on
middellijk dood.
DE MOORD OP DEN MANUFACTURIER
UIT VOORBURG.
Van welingelichte zijde deelt men mede, dat
de verdachte van den moord op den Voorburg-
schen manufacturjer v. d. Drift op vrije voe-
ten is gesteld.
DE KINDERVERLAMMING.
Dinsdag is nog een geval van kinderverlam-
ming in Gouda gemeld. Daar gebleken is, dat
het gevaar van besmetting door middel van
ongekookt water bij deze ziekte groot is, heeft
het gemeentebestuur de gemeentelijke zwem-
inrichting gesloten. Tevens zijn de gebruike-
lijke waarschuwingen tegen het gebruik van
ongekookte melk en ongekookt water van ge-
meentewege afgekondigd.
ZOMER IN DEN TUIN.
In den bloementuin viert thans de zomer
hoogtij, al is de kalender het daar dan officieel
nog niet mee eens. Dagelijks venmeerdert de
bloemenweelde en al ons streven dient er dan
ook o,p gericht te zijn den turn in volkomen
overeenstemming te brengen met al het moois
dat Flora's kinderen ten toon spreiden en om
deize bloemenpracht zoo lang mogelijk te doen
duren. Zoo heel erg moeilijk is dit niet, schof-
felen, harken en het wieden vail onkruid, het
geregeld begieten, tenzij de regen ons deze
taak uit handen neemt, brengt ons reeds een
heel eind.
Naast deize noodige en nuttige werkzaam-
heden dienen we tevens de uitgetoloeide bloe-
men in't oog te houden en steeds zoo spoedig
mogelijk verwijderen. Uitgebloeide bloemen
zijn uitgesproken leelijk, hun kleuren verschie-
ten en geven aan het geheel een leelijk aan-
zien (niet het minst is zulks bij1 de rozen het
geval).
Komen door het uitbloeien open plekken in
den border, dan worden deze zoo mogelijk met
andere planten aangevuld. Alleen op deze
wijze en door al deze kleine zorgen, waar zoo-
veel van afhangt, kunnen we voorkomen dat
de tuin reeds vrij spoedig een half herfst-
achtig aanzien krijgt.
Het aanibinden behoort eveneens tot deze
reeks van kleine zorgen. Aanbinden is een
heel eenvoudig werkje, een kind moet het kun
nen doen, doch in de practijk wordt er vaak
tegen gezondigd. Doet dit zoodanig dat de te
gebruiken stokjes zoo min mogelijk opvallen
en zorg vooral dat het uiterlijk der planten los
en ongedwongen blijft. Dus niet hier en daar
een stevige stok neerplanten en daaraan ver-
schillende scheuten vastibinden, waardoor ze
meer op takkebossen dan op planten gaan ge-
lijken.
Het bezit van een tuin is een bron van genot
doch daamaast een van voortdurende zorg. Er
is altijd wat te doen, elk gewas, het eene meer,
het andere minder, heeft zijn vijanden, die,
zoodra ze in grooten getale verschijnen, maar
al te vaak den ondergang der planten ver-
oorzaken. Tracht liever te voorkomen dan te
genezen, houdt alle schadelijke rakkers voort-
durend in de gaten en grijp steeds zoo spoe
dig mogelijk in waar zulks wordt vereischt.
Het is een ikleinigheid iederen dag alles even
grondig te inepeeteeren, het is een inspanning
die ontspannend werkt en men wordt nimmer
op onaangename wijize overrompeld.
In de tweede helft van deze maand begin-
nen reeds weer de zorgen voor de tweejarige
bloemzaden. We zaaien deze op een bescha-
duwd plekje, houden de grond matig vochtig,
daar anders het zaad ibij droog weer onge-
kiemd in den grond blijft liggen. In den na-
zomer worden de plantjes verspeend op een
iets zonniger plekje. Ze zijn dan in den herfst
tot flinke planten uitgegroeid, zoodat ze op de
parken gebracht kunnen worden, waar ze
't volgend jaar zullen bloeien. Alvorens te
gaan gaaien eerst flink spitten, daa.ma flink
met de hark er over en zoo noodig gieten.
Daama luchtig en niet te dik zaaien en hiema
het gezaaide met een dun laagje fijne gezeef-
de aarde bedekken, waama de grond nog-
maals voorzichtig wordt aangegoten.
Mooie en aanbevelenswaardige tweejarige
gewassen zijn Silenen, Muurfbloemen, Judas-
penningen, Campanula Medium, Vingerhoeds-
kruid (vergiftig), gevuldbloemige Stokroos,
Roode Riddersporen, Papaver nudicaule, enz.
Iedere handelaar kan op dit gebied een
overvloed van keur bieden, zoowel qualitatief
als quantitatief. Voor een paar dubbeltjes een
tuin vol bloemen, zoodat dit ibinnen ieders be-
reik ligt.
Vragen, deze rubriek betreffende,
kunnen door de abonn6 s worden
gezonden aan Dr. Te Hennepe,
Diergaardesingel 96a, Rotterdam.
Postzegel van 6 cent voor ant-
woord insluiten en blad vermelden.
REUZEN-MISeRE MET DE KUIKENS.
Hoopen brieven om raad.
D© gevaren der Pullorum.
Nu ik de laatste weken wat over kuiken-
ziekten schreef komen van alle kanten de
brieven om raad en de doode kuikens los.
Sommigen zijn er zoo haastig om ze op te
sturen dat er gisteren niet minder dan drie
Dooi 30-60. Tube 80 ct. Bi) Apoth. en Drogisten
(Ingez. Med.)
postpaketten waren waarop absoluut geen af-
zender vermeld en in het pakket zelf ook geen
afzendersadres te vinden. Ondanks alle voor-
uitgang op wetenschappelijk gebied zijn we op
heden nog niet zoo ver, dat we aan een doos
met doode kuikens kunnen zien waar ze van-
daan komt. Die al te haastige of vergeetach-
tige inzenders zullen dus thans vol spanning
zitten te wachten op bericht over hun doode
kuikens en ze zullen niets hooren, terwijl de
ziekte doorgaat.
Een lezer uit Uithuizen stuurt een heele
brief over ziekteverschijnselen bij zijn kuikens.
Ze krijgen een vlies over de oogen en vraagt
dan waardoor deze ziekte ontstaat, wat het
voor een ziekte is en dan verder vooral zijn
naam niet te vermelden! Ik kan me voorstel-
len dat iemand zich geneert als ik keer op keer
aanraad kuikens op te zenden, omdat ik geen
koffiedik-waarzegster ben die op zoo'n afistand
ziekten kan onderkennen, toch maar doodleuk
een reuzenbrief schrijft en geen kuikens!
Jammer, want het systeem om per brief ziek
ten te leeren kennen en bestrijden zou toch
veel gemakkelijker zijn. Dan konden we bijv.
de artsen allemaal gezellig in Den Haag of
Rotterdam of zoo gaan wonen en als er dan
ergens iemand in Groningen ziek wordt schrijft
hij maar dat hij een vliesje over zijn oogen
krijgt en onmiddellijk komt het advies van
den dokter uit Den Haag terug met raad
voor de kwaal. Alle dokters bijv. uit ons
land op 66n plaats (het liefst een goed orn-
heinde) geintemeerd en vandaar het geheele
land behandelen en genezen!
Ook in Brummen zit zoo'n goede klant die
kuikens heeft van 14 dagen oud en die ,,waar-
schijnlijk" pullorum hebben en nu raad vraagt.
Op ,,waarschijnlijke" ziekten weet ik tot mijn
spijt geen raad. Ik zou haast zeggen: stuur
zulke vragen naar de vragenbus van een vak-
blad. Daar zitten reuzen knappe koppen ach-
ter, die finaal net als de wonderdokters uit het
liedje van Speenhof „op alles raad" weten.
Mijn kennis is uiterst beperkt en zonder vast-
stelling der ziekte zie ik geen kans raad te
geven en als ik de ziekte ken valt het nog
lang niet altrjd mee haar te bestrijden of te
voorkomen...
Denik maar eens aan de pullorum waar ik
over schreef. Zij wordt meestal door de broed-
eieren verspreid, doordat de fokhennen de pul-
lorumbacillen in den eierstok herbergen en
dan de broedeieren van binnen besmet zijn.
Aan die eieren kunnen we van buiten niets
zien maar als we er van broeden krijgen we
den strop te pakken. Als er maar 66n ei be
smet is kan zoo'n besmet kuiken het heele
broedsel besmetten en doen sterven en zoo
gaat het meestal. Menschen die in een paar
dagen, meestal zoo ongeveer een week nadat
ze kuikens ontvangen alien weet kwijt zijn, is
geen zeldzaamheid. Nu ligt het geheim der
bestrijding in het onderkennen der besmette
kippen en deze dan direct opruimen. Het on
derkennen kan gebeuren door een beetje bloed
van de kip te tappen en dit op een laborato-
rium te laten onderzoeken. Wij verwerkten dit
jaar 200.000 monsters kippenbloed, zegge twee
honderd duizend. Tot zoover klinkt de geheele
bestrijding gemakkelijk genoeg, maar jawel, op
papier is het heel anders dan in de praktijk.
Laat me maar weer een geval noemen. Giste
ren zat ik in Zeeuwsch-Vaanderen voor een
dergelijke moeilijkheid. Een paar jaar geleden
verloor een fokker daar haast alle kuikens die
hij fokken wilde aan Pullorum. Van de 900
kuikens bleven er geloof ik maar 30 over.
Daarna werden de fokdieren onderzocht en er
een partij besmetten gevonden en uitgegooid.
Gevolg verleden jaar geen ziekte, alles best.
In een toom Leghorns werden slechts een paar
besmette kippen gevonden en daar dit beste
dieren waren werden de goede kippen aange-
houden tot dit jaar. En ziedaar, we onderzoe
ken van diezelfde kippen dit jaar weer bloed
en vinden nu weer 9 kippen besmet. Toch
zijn de broed- en opfokresultaten dit jaar weer
best, van 500 kuikens maar 7 dooden, dus
prachtig. Zoek me nu zoo'n gevalletje maar
eens uit. Bij onderzoek vinden we een keurig
net bedrijf, alles even zindelijk, broedhuis, kip-
penhokken, enz. Vanwaar nu opeens weer die
9 kippen besmet en vanwaar ondanks die be
smetting toch geen kuikensterfte. De eenige
verklaring die ik kan geven en die berust op
wetenschappelrjke onderzoekingen is, dat heel
licht aangetaste jonge hennen soms heel wei-
nig reageeren bij bloedonderzoek en dan als
negatief beschouwd worden. Worden nu zulke
dieren ouder dan gaat de ziekte verder en dan
reageeren ze een jaar later wel.
Maar nu de andere moeilijkheid. Ondanks
besmetting toch geen ziekte! Welnu, ook dat
kan want gebleken is, dat besmette hennen
soms maar 11 op de 20 eieren besmetten, zoo
dat zoo'n besmette hen heel goed een 20 tal
eieren kan leggen die niet besmet zijn. Op die
manier komt dus zoo'n broedsel er goed door-
heen. Verder kan men in overeenkomst met
andere besmettelrjke ziekten en op grond van
proeven ook gerust zeggen, dat lang niet alle
besmette kuikens ziek worden, doch alleen de
gevoeligste worden ziek. Dat zien we bjj alle
ziekten, ook bij den mensch. Een heel huisge-
zin zal besmette melk drinken en slechts een
ervan zal typhus krijgen. Zoo iets komt dage
lijks voor. De pullorumziekte plaatst dan ook
den leek ieder oogenblik voor de zonderling-
ste raadsels, maar als men er wat beter inzit,
doorziet men meestal wel waar de oplossmg
te vinden is. Veel erger dan de pullorum
ziekte bij de kuikens is echter het feit dat de
schijnbaar gezonde kippen, die uit een be
smette koppel opgroeien, over het algemeen
minder goede legsters worden en zoodoende
ons een reuzen schade bezorgen, die we met
direct zien of voelen, maar die voor ons heele
land van groote economische beteekenis is.
Dan, ik verg veel van den zetter, dat van
te groot belang is om te laten loopen. Het be-
treft het opfokken van kuikens van 6—8
weken op terrein waar volwassen kippen ge-
loopen hebben. Dit is, ik zie het dagelijks,
uitenst gevaarlijk met het oog op coccidiosjs.
Pas daar zooveel mogelijk voor op, want de
coccidiosis is dit jaar niet mis.
Een lezer uit de buurt stuurt mij zoo juist
een kuiken met bloeddiarrhe (meestal cocci
diosis) er zijn er wel 200 dood. En hq
nog wel levertraan gevoerd!
Hier nog een uit Westzaan: Bij mij sterven
er 30 per dag, ze gaan bloed af. Kort
dig zooiets. Leg in het nachthok onmiddellijk
ongeveer 12 c.M. boven den vloer een raam
met duims gaas bespannen. Zet daarop
's nachts de kuikens en laat de mest in turf-
molm vallen of in een laag kalk wat nog beter
is. Voer alleen uit bakken, geen voer op den
grond. Volgende keer meer hierover.
Dr. TE HENNEPE.