„ders vastgestelde regeling kunnen bij den
„raad bezwaren worden ingebracht.
,,Deze kunnen alsdan eene andere indeeling
„vaststellen".
Bij de bespreking van dit punt komt tege- j
lijk in behandeling:
8. YVijziging instructie van den gemeente-
geneesheer.
2°. De gemeenteraad van Ter Neuzen,
Gehoord een voorstel van burgemeester en
wethouders,
besluit
De instructie voor de geneeskundigen en de
vroedvrouwen, beiast met de armenpractijk te
Ter Neuzen, vastgesteld in zijne vergadering
van den 18 Juli 1913, te wijzigen als volgt:
Artikel 12 vervalt.
Artikel 13 te lezen als volgt:
„De geneeskundigen verrichten ieder in zijn
„wijk, zonder aanspraak op nadere vergoeding
„de kostelooze vacoinatie en revaccinatie vol-
„gens artikel 18 der wet van 4 December
,,1872, Stbl. no. 134, zooals dat artikel is ge-
„handhaafd bij artikel 35 der wet van 21 Juli
,,1928, Stbl. no. 265.
„Zij voldoen verder aan hetgeen bet ge-
„meentebestuur in zaken, bun dienst betref-
„fende van ben vordert en geven ten spoe-
„digate en desgewenscbt schriftelijk alle ge-
„vraagde inlicbtingen, terwijl zij zicb verder
„in alles zoodanig gedragen als ambtenaren
„schuldig zijn te doen.
„Worden zij voor hun wijk aangewezen voor
„de werkzaambeden als bedoeld in artikel 4
„der wet van 10 April 1969, SUM. no. 65, dan
.moeten zij ook die werkzaambeden zonder
„nadere vergoeding verricbten".
De onder 1 en 2 genoemde wijzigingen tre-
den in werking, met ingang van den dag, vol-
gende op dien, waarop het bericbt van ont-
vangst van gedeputeerde staten zal zijn ont-
vangen.
De beer CODSEN geeft te kennen, dat bet
bem eigenlijk zeer verwonderlijk aandoet, dat
burgemeester en wetbouders niet komen met
een voorstel tot bet benoemen van een ge-
meente-arts te Sluiskil, aangezien daarvoor
een sollicitant is. A1 is er geen sollicitant voor
de kom, dan beboeft daarvoor tocb bet be
noemen van een geneesheer voor Sluiskil niet
uitgesteld te worden?
De VOOKZITTERDat is tnans met aan
de orde en beboort bij punt 9.
De beer COLSEN voert biertegen aan, dat,
indien de voorstellen onder punt 8 en 9 aan-
genomen worden, hij met zijtn bezwaar niets
meer opscbiet, want dat dan dokter Pols tijde
lijk wordt benoemd ook voor Sluiskil en dat
wil bij juist voorkomen Hij zou de vraag wil-
len beantwoord zien, of, nu er na jaren lang
wacbten eenmaal een dokter te Sluiskil is ge-
vestigd, en deze genegen is zicb te laten be
noemen tot gemeentegeneesbeer, het nog noo-
dig is daar iemand uit Ter Neuzen te be
noemen? Bovendien, als er iemand tijdelijk
moet worden benoemd komt het dokter Pols
nog niet eens toe, dan hebben we tocb ook
nog 2 dokters, de beeren Van Pienbroek en
Doussy, die hier langer in de gemeente zijn
en dus oudere rechten hebben. Hij is van
meening dat men nu niet tijidelijk voor Sluis
kil een ander moet gaan benoemen. Men zou
er prij|s op moeten stellen dat de gemeente,
nadat men er vroeger een veel hooger bedrag
voor zou hebben over gehad, er nu met 400
van af kan komen. Het heeft nu den schijn
alsof men, door daar nog eerst tijdelijk een
ander te benoemen, dezen in de gelegenheid
wil stellen daar eerst nog wat praktrjk te
verwerven.
De VOORZITTER berhaalt, dat deze be
spreking bij deze punten niet aan de orde is.
Hij weerspreekt ook, tegen bet bezwaar van
den heer Colsen, dat bij aanneming van de
voorstellen onder 7 en 8 de gelegenheid om in
deze vergadering een gemeentegeneesbeer
voor Sluiskil te benoemen van de baan zou
zijn.
De heer COLSEN wil, als de voorzitter bet
aldus uitlegt, voor het oogemblik dan wel
zwijgen.
De heer DEKKER weet anders zeker, dat
er te Sluiskil veel menschen zijn, die graag
zien, dat dokter Pols er blijft komen.
De VOORZITTER: Dat beboort bij punt 9.
De heer DE BARKER zou artikel 2, waar-
in wordt bepaald dat de dienst zal worden
opgedragen aan 2 geneeskundigen, nog eens
will en aanbouden. De jaarwedde voor Sluis
kil is bepaald op f 400 en voor Ter Neuzen op
500. Daar is echter niemand op afgekomen
en burgemeester en wetbouders vragen nu
800. Maar verondersteld eens dat er nu voor
de kom 2 komen. Artikel 2 is nu tooh nog
niet aangenomen.
De VOORZITTER: U slaat er weer vlak
naast.
De beer DE BARKER ziet dat niet in; het
gaat over 2 geneesheeren voor de gemeente.
De VOORZITTER: Het is water dragen
naar de zee. Door den gemeenteraad is in de
vorige vergadering reeds uitgemaakt, dat de
dienst door 2 geneesheeren, in verschillende
wijken, zal worden uitgevoerd. Nu wordt
niets anders gedaan, dan dit reeds genomen
besluit omschreven vast te leggen in de ver-
ordening. We kunnen nu tocb weer niet anders
besluiten nemen?
De heer DE BARKER: Maar u wijkt tocb
ook af van het besluit? Er is aangenomen
400 en f 500 jaarwedde, maar u stelt nu
voor 400 en f 800.
De VOORZITTER: En daarom wil u ook
maar afwijken?
De beer DE BARKER wil er op wijzen, dat,
in geval zicb voor de kom van de gemeente
eens 2 dokters zouden aanmelden, men deze
wijk dan ook nog in tweeen zou kunnen ver-
deelen en die beide dokters benoemen ieder
op een jaarwedde van f 400.
De heer SCHEELE meent, dat deze rege
ling niet mfeer moet besproken worden; die is
al aangenomen.
De VOORZITTER: Het is den Moor gewas-
schen!
De heer DE BARKER betoogt, dat hierin
ook een beleefdheidsvorm tagenover de dok
ters zou zitten. Zij zijn hem alle gelijk. Hij
zou dit daarom nog eens willen aanbouden.
De heer BEDET vraagt, of het geen over-
weging zou verdienen in artikel 2 te bepalen
dat de geneeskundige behandeling wordt op
gedragen aan 2 geneesheeren „mits er te
Sluiskil een geneesheer is gevestigd". Men
zou, indien er te eenigertijd te Sluiskil eens
geen was gevestigd er anders geen kunnen
brengen dan uit de kom. Hij zou dit er voor-
zichtigheidshalve willen inlasschen.
De heer HAMELINK ziet de noodzakelijjk-
beid daarvan niet in. Als dit wordt aange
nomen en er zou te Sluiskil op een gegeven
tijdstip geen dokter gevestigd zijn, dan zou
men toch weer nieuwe maatregelen moeten
treffen. Hij gelooft niet, dat het noodig is
zooiets op te nemen. Wel zullen er maatrege
len moeten genomen worden voor de vervan-
ging, want zoo'n vertrek gaat soms plotseling.
Dan neemt toch de andere geneesheer die
werkzaamheden waar.
De beer BEDET: Ja, maar de geneesheer
uit de kom zou kunnen weigeren.
De heer HAMELINK is dat niet met den
heer Bedet eens. Het is gewoonte, dat de een
de ander bij ontstentenis of afwezigheid ver-
vangt. Maar als er een verdwijnt, moeten er
maatregelen getroffen worden. Anders zou er
aan toegevoegd moeten worden, dat bij ont- 1
stentenis de benoemden venplicht zijn bet
rayon van den ander waar te nemen.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat dit
thans in de praktijk ook geibeurt. In de oude
instructie was tocb ook sprake van 2 ganees- j
beeren en waren alleen de rayons anders ge-
regeld. De instructie sprak ook van 2 en er
was er maar 6en, hetgeen tocb niet tot moei- i
lijkheden heeft geleid. De twee rayons werden
door edn waargenomen.
De beer BEDET: Maar wat moet er in den
tusschentijd gebeuren, als er geen geneesheer
te Sluiskil is?
De VOORZITTER: Dan is er tocb in elk
geval een gemeentegeneesbeer?
De tegenwoordige toestand is, dat de ge
neesheer, als gemeenteamibtenaar, gehouden
is de bem van wege burgemeester en wetbou
ders gegeven opdracht uit te voeren.
De heer DE BARKER, opmerkende dat
wordt voorgesteld art. 12 te laten vervallen,
zou daarvoor iets anders willen inlasschen,
n.l., dat de geneesheeren verplicht zijn iedere
6 maanden een lijst in te leveren van de
patienten die zij hebben bezocbt en van bet
aantal bezoeken. Dan kan men nagaan of de
dokters veel of weinig werk hebben, Artikel
12 sprak van het aantal door de apothekers
geieverde recepten, dat vervalt, maar dan
krijgt men door de opgaaf van de dokters een
goed overzicbt van den dienst.
De VOORZITTER wijst er op, dat in art.
11 der instructie is omschreven dat de genees
kundigen en de verloskundigen elkaars dienst
moeten waamemen. Voorts geeft bij te ken
nen, bet niet verstandig te acbten om een
foepaling zooals den beer De Bakker voorsteld
in de instructie op te nemen. Eenerzijds stelt
bij de vraag of bet wel gewenscht zou zijn, dat
elke 6 maanden een lijst van de behandelde
zieken bij den raad inkwam, en daardoor be-
kend werden de namen der zieken, maar ten
andere is bet Burgerlijk Armbestuur van de
behandelde gevallen volkomen op de hoogte,
aangezien de behandeling gaat over briefjes
van bet Burgerlijk Armbestuur en men daar,
desgewenscht, alle inlicbtingen kan krijgen.
De beer DE BAKKER acbt dat dan ook
voldoende.
De voorstellen onder punt 7 en 8 worden
met algemeene stemmen aangenomen.
9. Benoemen van een tijdelyk gemeente
geneesbeer.
Burgemeester en wetbouders schrijven als
volgt:
In uwe vergadering van 20 Maart jl. is aan
den gemeente-geneesheer A. Spruitenburg op
zijn verzoek eervol ontslag verleend als zoo
danig, met ingang van den 1 Mei j.l.
Wegens ziekte van Dr. Spruitenburg, werd
diens betrekking reeds waargenomen door
Dr. P. O. Pols alhier, wien wij bij schrijven
van 30 April jJ. verzocbten de betrekking
tijdelijk te blijven waamemen.
Wij hadden gehoopt in de eerstvoLgende
raadsvergadering definitief te kunnen voor-
zien in den geneeskundigen dienst voor Ter
Neuzen en Sluiskil, doch voor Ter Neuzen en
omstreken hebben zicb geen sollicitanten aan-
gemeld, terwijl voor Sluiskil Dr. A. van Loy
heeft medegedeeid in aanmerking te willen
komen.
Wanneer uw raad zrjjn standpunt handhaaft,
zooals wij hebben voorgesteld, 66n geneesheer
voor Ter Neuzen en e£n voor Sluiskil en in
verband daarmede dd verordening op den ge
neeskundigen dienst wijzigt, dan zal voor Ter
Neuzen eene nieuwe oproeping moeten ge-
schieden, doch dan zal eerst de jaarwedde
verhoogd moeten worden. Ons is toch geble-
ken, dat de belooning voor r :r Neuzen in ver
band met die voor Sluiskil te laag is. Waar
v66r Dr. Spruitenburg alleen gemeente-ge
neesheer was het totaal aan safaris f 1200
bedroeg, zouden wij u daarom willen voorstel
len bet salaris te Ter Neuzen te verhoogen tot
800 en ons macbtigen eene nieuwe oproeping
te doen.
Wij zouden nu voorloopig ook voor Sluiskil
de benoeming nog willen aanbouden, maar u
willen voorstellen den tegenwoordigen waar-
nemer Dr. P. C. Pols te benoemen tot tijdelijk
gemeente-geneesheer op de thans bestaande
instructie en salaris. Die benoeming zou dan
geaoht kunnen worden te zijn ingegaan 1 Mei
j.l. en zal eindigen zoodra in de bestaande
vacature voor vast zal zijn voorzien.
Bij aanneming van dit voorstel krijgen ook
gedeputeerde staten en de Inspecteur van de
Volksgazondheid nog gelegenheid de wijziging
der verordening op den geneeskundigen dienst
te beoordeelen, welke bun ingevolge artikel 34
der armeruwet moet worden medegedeeid.
De beer COLSEN verklaart zich met 'dit
voorstel niet te kunnen vereenigen. Er is voor
Sluiskil een sollioitant, zoodat voor Sluiskil
tot een benoeming kan worden overgegaan.
Sluiskil heeft altijd gehoopt op de vestiging
van een geneesheer. Men kan er nu voor
f 400 een krijgen, waarom moet daar nu tijde
lijk nog een dokter uit de kom worden ge-
stuurd? Inidien spreker geneesheer was en
bij ondervond dat men hem aldus passeerde,
dan zou hij zich eerst nog wel eens bedenken,
of hij nog in aanmerking zou willen komen.
Hij vindt dit voorstel am verschillenide reden
niet mooi. lets anders was bet geweest als
er geen gesolliciteerd bad. Maar waarom
moet dokter Pols nu eerst nog tijdelijk wor
den aangewezen en waarom kan de raad niet
terstond een geneesheer voor Sluiskil benoe
men
De heer DE BAKKER verklaart zicb te
kunnen aansluiten bij de woorden van den
heer Colsen en vraagt, of er een bezwaar is,
thans een geneesheer voor Sluiskil te benoe
men.
De heer SCHEELE heeft zicb ook inge-
dacht, dat in deze vergadering een geneesheer
voor Sluiskil zou kunnen worden benoemd. In
hetgeen door den beer Colsen is aangevoerd
ligt wel iets waars. Als het thans niet ge-
fbeurd, gaat er een maand, twee maanden
overbeen, eer er een benoeming zal plaats
helbben, en duurt het alles bijeen een maand
of 3 eer de definitief te benoemen dokter in
dienst kan treden. Het geeft dan zeker den
scjiijn, alsof men, door dokter Pols daar tijde
lijk te laten practiseeren, een kans wil geven
om daar patienten te verwerven. Overigens is
hij overtuigd, dat dokter Pols evengoed te
Sluiskil zal blijven komen als thans.
On juist acht spreker de stelling van burge
meester en wethouders, dat het salaris van
den gemeentegeneesheer vroeger f 1200 zou
hebben bedragen. Dat dateert van vroeger,
toen men nog moeilijk een geneesheerkon
krijgen. Dat genoten de 2 gemeentegenees-
heeren geizamenlijk- Toen later in een vaca
ture van gemeentegeneesheeren niet is voor-
zaen en dokter Spruitenburg alleen den dienst
heeft waargenomen, is dat met f 300 vermin-
derd en op f 900 geibracht voor het verrichten
der armenpractijk en de betrokkene heeft
daarop nooit gereclameerd.
En nu gaat men zeggen, dat het salaris te
Mein is en wil terugkeeren naar den vroegeren
toestand. Spreker kan zich daarmede niet
vereenigen. Men was toen arm aan doktoren,
en moest een toelage geven om er zich een te
doen vestigen. Nu is er overvloed van dokters,
de heeren kunnen zich vestigen en behoeven
nu niet meer zoo'n hoog honorarium te ont-
vangen. Hij ziet nog geen aanleiding, om
thans reeds een hooger salaris uit te loven en
wenscht dat bedrag voor de gemeente nog te
besparen.
De heer VAN DRIEL herinnert, dat zijn
fractie er genoegen mee heeft genomen, dat
het raadsbesluit betreffende vrije artsenkeuze
werd ingetrokken, doch dat heeft zij in hoofd-
zaak gedaan, om het mogelijk te maken, dat
er te Sluiskil een dokter zou kunnen worden
benoemd. Nu kan er een worden benoemd,
doch nu willen burgemeester en wethouders
dat weer uitstellen. Dat zal naar sprekers
meening niet gaan, want dan komen de armen
en bedeeliden van Sluiskil in het gedrang.
Men zegt wel eens van sprekers fractie, dat
deze niet gauw tevreden is, maar nu is het
met burgemeester en wethouders toch ook
zoo, dat ze te nauwemood de vingers hebben
gekregen, maar nu ook de heele hand hebben.
Als de menschen dicht bij huis kunnen ge-
holpen worden, moet men ze niet naar verre
streken sturen. Ze kunnen nu te Sluiskil ook
wel een briefje van het Burgerlijk Armbestuur
krijgen, maar dan moeten ze daarmede toch
naar Ter Neuzen komen. Dat is <56n uur
gaans. Dan ook nog een uur terug, zdodat
men als alles goed gaat allicht 2j4 i 3 uur
met een ibezoek aan den dokter kwijt is en
de menschen zich wel eerst eens draemaal be
denken, eer ze zijjn hulp gaan inroepen. Dit
kan naar sprekers oordeel thans voorkomen
worden. Hij zou niet op het raadsbesluit wil
len terugkomen en den dokter voor Sluiskil
benoemen. De menschen stellen dat daar op
grooten prijs en dan is de raad daarvan af.
En wat nu de kwestie voor de kom betreft,
als er dan hier geen geneesheer is, zou men
de zaak ook wel eens kunnen omkeeren en
den dokter van Sluiskil verzoeken naar hier te
komen om de menschen in de kom te behan-
delen. Want dat er voor de kom nog geen
sollicitaties zijfn ingekomen, spruit alleen daar-
uit voort, dat de hier wonende geneesheeren
niet willen solliciteeren.
Naar het hem voorkomt dient de heer Van
Loij voor Sluiskil te worden aangesteld
De heer HAMELINK zou ook wat willen
vragen aan burgemeester en wethouders. Ze
motiveeren him voorstel met de bewering, dat
de verhouding van het salaris voor de kom
en dat voor Sluiskil niet juist is. Hij zou dan
wel eens willen vragen, eens mode te deelen
het aantal behandelde gevallen in de kom en
dat voor Sluiskil. Hij weet niet, of, als men 't
aantal behandelde gevallen als maatstaf ging
nemen, het thans door burgemeester en wet
houders gedane voorstel wel een juisten maat
staf zou aangeven. Het verschil daartusschen
is immers z66 groot, dat het bedrag voor de
kom nog veel hooger zou moeten zijn.
Naar zijn meening zou het ook fout zijn,
om die cijfers als maatstaf voor de salariee-
ring aan te nemen. Bvenzeer zou het fout
zij|n, te Sluiskil geen dokter te benoemen, om-
dat er geen sollicitanten zijn voor de kom,
Met het voorstel van burgemeester en wet
houders is Sluiskil niet geholpen. En als er
voor de kom geen sollicitanten komen, zullen
andere maatregelen getroffen dienen te wor
den. Het is niet altijd gemakkelijk werken
met heeren die over een zekere macht be-
schikken, doch al is hun eenparig weigeren
am te solliciteeren blijkibaar het gevolg van
een gemaakte afspraak, dan zou spreker toch
nog niet willen toegeven. De mogelijkheid is
toch niet uitgesloten, dat zich hier nog wel
een andere dokter zou willen vestigen.
In elk gerval zou spreker gaame met cijfers
zien toegelicht, dat de meening van gedepu
teerde staten juist is.
Ook zou hrj de zaken van elkaar wenschen
te scheiden. De al of ndet benoeming van een
dokter voor Sluiskil staat in geen verband
met de vraag of het voor de kom 500 zal
blijven, dan wel of het verhoogd wordt tot
800.
De heer SCHEELE merkt op, dat, als men
het oog houdt op de behandelde patienten, de
jaarwedde voor Sluiskil natuurlijk veel hooger
komt, maar z66 moet men dat niet beschou-
wen. De raad heeft allang gezegd iets te wil
len doen voor het zioh vestigen van een ge
neesheer te Sluiskil en zoo is het voor die
buurtschap toegekende salaris meer te be-
sdhouwen als een vestigingspremie. De heer
Hamelink heeft de vorige behandeling niet
meegemaakt en weet dat dus zoo niet, maar
dht is de bedoeling van den raad geweest.
De heer BEDET stelt in het liciht, dat deze
kwestie zich afspeelt in onderlinge verhoudin-
gen, die voor degenen die erover beslissen
moeten, niet gemakkelijk is.
Hij staat ook op het standpunt, dat men er
thans moeilijjk toe zal kunnen besluiten om
voor Sluiskil niet te benoemen.
Zeker, als men let op het aantal behandelde
patiienten, is het salaris voor Sluiskil in ver
houding tot dat uitgeloofd voor de kom veel te
hoog. Maar met dien maatstaf is geen reke-
ning gehouden. De raad heeft gezegd: die
400 stellen voor Sluiskil beschiklbaar als
vestigingspremie.
Dat de dokters in de kom der gemeente niet
hebben willen solliciteeren, spruit dhhruit
voort, dat ze zich beleedigd gevoelen, omdat
de jongste zich hier gevestigde dokter ter
stond tijdelijk is aangesteld ter voorziening
in de ontstane vacature. En hij meent, dat
er ook wel aanleiding voor geweest was, om
voor tijdelijk een der oudere dokters aan te
wijzen.
Ten andere wenschen de dokters niet voor
f 500 te solliciteeren, omdat ze het bedrag te
gering achten.
De heer HAMELINK: Dan is het dus een
geldelijke kwestie.
De heer BEDET: Ze doen het niet en opper-
vlakkig is daarvoor iets te zeggen. Maar toch
meen Ik, dat de te benoemen gemeentegenees
heer voor de kom best voor het uitgeloofde
bedrag dien dienst kan waamemen en dat hij
dan .nog goed betaald zal zijn. Het komt aan
spreker voor, dat het van de doktoren niet
verstandig is, dat ze niet hebben gesolliciteerd,
maar dat moeten ze zelf weten. De gemeente
raad behoeft daarvoor niet uit den weg te
gaan, en maar niet terstond 800 uit te loven.
Ze kunnen het best eens voor de 500 doen.
De dienst geschiedt onder de controle van het
Burgerlijk Armbestuur en indien dan zou
blijken, in verband met het werk, dat het vast
gestelde bedrag te laag is, kan dat bij de
eerstvolgende begrooting nog altijd gewijzigd
worden.
Ik kan dus niet meegaan met 800 voor Ter
Neuzen. Hij zou een nieuwe oproeping willen
doen en dan afwachten. Hij zou dokter Pols
dan voorloopig willen belasten met de zorg
voor de kom.
De heer GEELHOEDTMaar, als dokter
Pols dan bedankt?
De heer BEDET: Maar die is toch getreden
in de rechten van dokter Spruitenburg? Maar
als er zich dan moeilijkheden voordeden, zou
ik niet beter weten, dan de zorg voor de ge
neeskundige verzorging der armen te stellen
in handen van het Burgerlijk Armbestuur.
De heer VAN DEN BULCK merkt op, dat
burgemeester en wethouders schrijven over
een tractement van f 1200, maar meende dat
dokter Spruitenburg steeds maar /900 had
genoten
De VOORZITTER: Dat was v66r de heer
Spruitenburg alldfin was, toen genoot iedere
geneesheer 600.
De heer DE BAKKER herinnert, dat in de
vergadering op 10 April 1.1. besloten is een
dokter te benoemen voor de kom en een voor
Sluiskiil. Indien er nu voor beide functies
sollicitanten waren, was de zaak beklonken
geweest. Dat er nu maar alleen voor Sluiskil
een sollicitant is, is volgens hem geen reden
die niet te benoemen. Het wordt nu tijd, dat
er voor Sluiskil 'n eind aan gemaakt wordt en
hij is er voor dokter Van Loij nu te benoemen.
Als dan 500 voor de kom te weinig is, wil
hij er wel 800 van maken. Maar de raad
heeft ook kunnen hooren, dat de dokters zich
beleedigd gevoelen. Hij vermoedt, dat de heer
Bedet daarvan wel goed op de hoogte zal zijn.
Hij zou er voor zijn, om weer een/bproeping te
doen. Gesteld dat er dan 2 dokters sollici
teeren, dan is het voor hem geen bezwaar er
2 te benoemen, en die ieder een wijk aan te
wijzen, en elk 400 te geven. Hij stelt alle
menschen gelijk. v En als het een kwestie van
beleefdheidsvorm is, acht hij ook reden aan-
wezig om de oudste gevestigde te benoemen,
want al heeft dokter Pols de praktij|k van den
oudst gevestigden geneesheer overgenomen,
dat geeft hem toch nog geen rechten tegen-
over de gemeente. Hij zou in dien vorm graag
de zaak zien opgelost en verwacht, dat het
dan wel voor elkaar komt.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat men
in een slop is teirecht gkomen, en acht het
daarom gewenscht een verklaring te geven
van het standpunt van burgemeester en wet
houders. Burgemeester en wethouders hebben
gemeend goed te doen, door een splitsing voor
te stellen tussohen de definitieve benoeming
van gemeentegeneesheeren en het benoemen
van een geneesheer voor de tijdelijke waame-
ming van den gemeentedienst, voor den tijd
dat dit noodig zal zijn.
Men moet niet vergeten, dat deze zaak een
voorgeschiedenis heeft en merkt op, dat men
toch ndet aan de benoeming van een tijdelijke
geneesheer kan ontkomen.
Het gaat bij burgemeester en wethouders
niet over de verhouding tusschen de kom en
Sluiskil, of dat moet zrjn 300 en /600 of
400 en 500, of 200 en 700, maar het col
lege was van oordeel, dat de dienst voor de
geheele gemeente met 900 betaald is.
Het gaat echter niet aan om te handelen
zooals de heer De Bakker wenscht. Het gaat
met de voorziening in den geneeskundigen
dienst der gemeente niet als met een zoodje
visch op de vischmarkt, dat men zonder meer
onder elkaar in tweeen verdeeld. Men is ge-
bonden aan wettelijke bepalingen.
Niemand had kunnen voorzien de snelle uit-
tocht van dokter Spruitenburg, en dat we op
1 Mei zouden zitten zonder gemeentegenees
heer, dus zonder iemand voor doodschouw,
enz. enz. Burgemeester en wethouders heb
ben niet willen treden in de rechten van den
raad en de zaak in zijn ouden vorm willen
laten. Ze hebben daarom dokter Pols, die in
den laatsten tijd de praktijk van dokter Sprui
tenburg waamam gevraagd, of hij zoo vrien-
delijk zou willen zijn tijdelijk den dienst van
dokter Spruitenburg te blijven waamemen.
Zij hadden dan ondertusschen gelegenheid de
nieuwe regeling op schrift te brengen overeen-
komstig het genomen raadsbesluit om dit
door den gemeenteraad te laten vaststellen,
gedeputeerde staten behooren toch ook een
kans te hebben zich daaroveruit te spreken.
Zoodra de regeling is goedgekeurd en dus in
orde is, kan de raad tot benoeming overgaan.
Nu bleek ook, dat er voor de betrekking
in de kom niemand gesolliciteerd had. Burge
meester en wethouders hebben zich daarover
beraden en aangezien er door de gemeente
vroeger aan twee geneesheeren voor den
dienst in de gemeente 1200 betaald werd,
waren zij van meening, dat men niet te duur
uit zou zijn, als dat bedrag ook thans betaald
werd, en dat er dan toch in verband met den
te verrichten arbeid een betere verhouding
zou zijn tusschen de kom en Sluiskil. Zij doen
dit voorstel volstrekt niet, omdat zij met het
geld willen gooien. Zij| overwogen dat er nu
te Sluiskil voor f 400 een dokter kon zrjn, en
dat, als men voor de kom /800 wpde betalen
er dan misschiem ook wel een sollicitant zou
opkomen. Missehien komt er ook dharvoor
geen, maar spreker wil alleen aantoonen, dat
burgemeester en wethouders met niets buiten-
gewoons komen, wat wel het geval zou wor
den als ze b.v. eens 800 en f 1200 hadden
voorgesteld. Ze zijn nu met hun voorstel ge-
bleven binnen het kader van den ouden toe
stand onder 2 geneesheeren. En nu meenen
ze kans te hebben op een oplossing voor de
geheele gemeente. Er wonen hier toch 4 ge
neesheeren? De heeren vinden blijkbaar de
verhouding der uitgeloofde jaarwedde ten op-
zichte van die voor Sluiskil niet evenredig
uitgadrukt. Burgemeester en wethouders
hebben daarom gezegd: dan komen we met
een voorstel tot het geven van 800.
Maar voorts moest er een oplossing zijn van
den tegenwoordigen toestand. Op 1 Mei was
er geen gemeentegeneesheer meer en er moest
iemand zijn. Die hebben burgemeester en
wethouders in dokter Pols, die dat voorloopig
op zich wilde nemen. Maar voor het waar-
nemen dier functie behoort toch ook salaris
te worden uitgekeerd. Dhhrom moet dokter
Pols voor dien tijdelijken dienst, ingaande 1
Mei j.l. worden benoemd. Nu zijn burge
meester en wethouders van oordeel, dat niet
zij, doch de raad die benoeming moet doen.
Van daar het voorstel.
De heer COLSEN is overtuigd, dat wel alle
leden overtuigd zijn, dat, als men op het werk
let, de verhouding tusschen de kom en Sluis
kil niet evenredig is. Hij heeft uitgerekend,
dat, als de geneesheeren zooveel verdienden
als thans de geneesheer te Sluiskil van ge-
meentewege per behandeling voor een patient
zal krijgen, ze per jaar wel tachtig tot negen-
tig duizend gulden zouden halen, gerekend op
de patienten van het vorig jaar, en de even-
redigheid der bevolking.
De heer BEDET: U moet er rekening mee
houden, dat dit oude menschen betreft, die
meer onder doktersbehandeling zijn.
De heer CODSEN meent, dat er hier geen
sprake moet zijn van een verhouding. De raad
heeft indertijd gezegd, dat, als er te Sluiskil
eens een dokter kwam, hij wel bereid zou zijn
een toelage voor vestiging te geven. Als zoo
danig moet het bedrag voor Sluiskil worden
beschouwd, en niet in verband met de te be-
handelen patienten. Het gaat er over of
Sluiskil een geneesheer zal hebben ja dan
neen.
De heer VAN DRIEL merkt nog op, dat hij
in het algemeen van oordeel is, dat men zich
aan genomen besluiten moet houden. Alleen
indien blijkt, dat een besluit onmogelijk uit-
voerbaar is, zal ook zijn fractie het niet kwa-
lijk nemen, dat daarop wordt teruggekomen,
maar dan moet het noodzakelijk zijn
De VOORZITTER acht den toom van den
heer Ool3en rnisplaatst.
De heer COLSEN venmeent, dat de genees
heeren dat er zelf ook wel over eens zullen
zijn; dat met betrekking tot Sluiskil alleen
over een standplaatstoelage moet worden ge-
sproken. Maar ten slotte buiten dat nu weer
uit, in verband met de salarieering voor de
kom.
De VOORZITTER: Niemand vecht dat aan,
Maar ze gaan uit van de stelling, dat er in de
bebouwde kom zooveel werk meer is. Bur
gemeester en wethouders wenschen de zaak
op te lossen en te trachten ook voor de kom
een geneesheer te krijgen. Zij achten hun
voorstel in het ibelang van een goede regeling
der zaak.
De heer SCHEELE geeft te kennen, er zich
niet bij te kunnen neerleggen. Hij zou eerst
met officieele cijfers overtuigd wenschen te
wonden, dat het recht en billijk is, dat voor de
kom een hooger salaris wordt vastgesteld.
Men moet niet beginnen met een vergelflking
met Sluiskil te maken. Het werk dat te
Sluiskil gedaan moet worden staat daar
buiten.
De heer GEELHOEDT is van gevoelen, dat
,de verhouding in de cijfers ontbreekt, tenzij
men het besohouiwt, dat in de jaarwedde voor
Sluiskil een vestigingstoelage is begrepen. Hij
adviseert evenwel om te beginnen met een
dokter te benoemen voor de waameming, dan
gaat de dienst onder dokter Pols voorloopig
door, en krijgt men later de splitsing. Hij
waarschuwt er voor, dat anders de kans op
moeilijkheden niet uitgesloten is. Wat zal er
gebeuren, als men nu begint een dokter voor
Sluiskil te benoemen em dokter Pols als gevolg
daarvan te kennen geeft dan op het waar-
nemen van het ander deel der gemeente geen
prijs meer te stellen? Dan komt men in
moeilijkheden.
De heer COLSEN zegt, dat nu het hooge
woord er uit is; burgemeester en wethouders
komen hier op voor dokter Pols. De heer
Geelhoedt uit de veronderstelling, dat dokter
Pols zal weigeren verder de waameming te
doen, als er voor Sluiskil een dokter benoemd
wordt. Vindt hij dat dan nog niet veel erger,
dat Sluiskil moet gedupeerd worden ten "be
lieve van dokter Pols?
De heer GEELHOEDT: Nu gaat u te ver.
De heer COLSEN wijst er op, dat er voor
Sluiskil een sollicitant is en geeft er in dat
verband niets om hoe de salarieering voor de
kom wordt geregeld. Er is besloten dat er een
geneesheer zai zijn voor de kom en een voor
Sluiskil. De raad heeft door het bepalen van
de jaarwedde voor Sluiskil op /400 willen
meewerkem om daar een geneesheer te hou
den. De raad kan nu dat woord gestanddoen.
De heer SCHEELE geeft in overweging om
voor Sluiskil een geneesheer te benoemen en
dan overigens den toestand met dokter Pols
geiwoon laten dioorgaan, op 900 ,b.v. tot 1
Juli a.s. Dan kan de raad nog eens zien wat
gedaan behoort te worden; deze moet zich
niet laten dwingen.
De VOORZITTER merkt op, dat, aangezien
de heer Scheele dokter Pols dan toch tijdelijk
met den dienst in de gemeente wil belasten tot
1 Juli, dit het voorstel van burgemeester en
wethouders in een anderen vorm is.
De heer HAMELINK: Dat is niet waar.
De heer BEDET merkt op, dat de heer
Scheele een speoifieke opgaaf vraagt van de
behandelde patienten van het Burgerlijk Ann-
bestur over het afgeloopen jaar. Die zal
moeilijk te verstrekken zjjn. Spreker heeft
daaromtrent in de vorige vergadering mede-
deeiingeu gedaan, waarbij hij het aantal pa
tienten heeft vermenigvuldigd met 7, om te
komen tot het aantal bezoeken. Dan kwam
hij op 300. Er is echter niet aan te toonen,
of dat getal juist is, en of dokter Spruiten
burg die lgn heeft kunnen volgen. Daarom
trent bestaan geen aanteekeningen. Spreker
kent dus wel het aantal aanvragen om behan
deling, maar er kan onmogelijk uitgemaakt
worden tot hoeveel behandelingen die aanlei
ding hebben gegeven ,want dokter Spruiten
burg is weg.
De VOORZITTER, overwegende, dat het
voorstel van burgemeester en wethouders be-
streden wordt, vraagt, hoe het dan moet gaan.
Welk bedrag moet er dan als er een dokter te
Sluiskil benoemd wordt, voor de aanneming
in de kom worden betaald?
De heer CODSEN gaat er mee accoord, dat
500 voor de kom genoeg is. Voor een dok
ter te Ter Neuzen behoeft geen vestigings
premie te worden betaald, er zijn er daar
reeds 3. Volgens bet aantal behandelde patien
ten in de vorige vergadering door den heer
Bedet, genoemd, is 500 reeds aan den hoo-
gen kant. Hij wil daarop wel terugkomen,
indien men hem met cijfers kan overtuigen,
dat het te weinig is.
De VOORZITTER wyst er op, dat dit niet
is uit te maken. Men kan wel nagaan het
aantal patienten, maar niet het aantal be
zoeken. Er zullen er onder zijn die missehien
maar eens of tweemaal behandeld zijn, maar
er loopen er ook onder die het geheele jaar
door onder behandeling zijn.
Als de heeren niet hoog genoeg kunnen
staan om, nu het bedrag op Sluiskil is ge
steld op 400, voor de kom, daar toch mins-
tens twee derden van het aantal te behande-
len patienten zit, te stellen op 800, dan
moeten ze het voorstel van burgemeester en
wethouders maar verwerpen.
De heer SCHEELE begrijpt de redeneering
van den voorzitter niet. De vorige maal is van
de zijde van burgemeester en wethouders ge
zegd, dat zij en de 500 voor de kom, en de
f 400 voor Sluiskil een goede verdeeling acht-
ten. Dat er niet gesolliciteerd is ligt dus niet
aan burgemeester en wethouders, maar de
schuld is by de geneesheeren. Missehien moet
het straks 800 worden, maar laat dat dan
thans loopen en onderzoekt de kwestie bij het
anmibestuur.
De VOORZITTER merkt op, dat dit onder-
zoek niet v66r 1 Juli a.s. klaar kan zijn. Dan
zal men die tijdelijke toestand wel moeten
bestendjgen tot 1 Augustus. Missehien kun
nen burgemeester en wethouders voor een in
Juni te houden vergadering gereed zijn, maar
dan moet toch nog een benoeming geschieden.
De heer SCHEELE is niet genegen om zijn
voorstel te wijzigen, hij gelooft dat er moet
begonnen worden met ingaande 1 Juli de dok
ter te Sluiskil zijn taak te laten aanvangen.
De VOORZITTER zal dan eerst het voor
stel van burgemeester en wethouders in stem
ming brengen. Wordt dit vertworpen, dan kun
nen de andere voorstellen aan de orde komen.
De heer HAMELINK zou dan toch eerst
nog eens willen vragen, of burgemeester en
wethouders niet eens met de geneesheeren in
contact kunnen komen en hen uitnoodiigdn tot
het bespreken dezer zaak. Er kan hun onder
het oog geibracht worden, dat de gemeente
raad ibrj het bepalen van het salaris voor
Sluiskil een vestigingstoelage op het oog
heeft gehad, waarvan toch hier voor de kom
geen sprake behoeft te zijn. Indien ze zouden
kunnen aantoonen dat f 500 voor de kom te
laag is, zouden burgemeester en wethouders
nader met die gegevens bij den raad kunnen
komen.
De geneesheeren zouden toch behooren te
bedenken, dat ze ook een sociale taak hebben
te vervullen in het belang* der maatschappij
aan wie hun studie en opleiding toch ook veel
geld heeft gekost. Dat in aanmerking
nemende, moet het zeer doen, dat zij zich op
zoo'n star finanoieel standpunt stellen.
De VOORZITTER erkent, dat er op het
ethiische hunnerzijds wel wat meer zou behoo
ren te worden gelet, doch daarmede houden
ze geen rekening.
De heer GEELHOEDT geeft te kennen, dat
in elk geval de bedoeling van het voorstel van
burgemeester en wethouders is, om de kwes
tie op te lossen en in het belang der patienten
tot een goed einde te brengen.
(Zie verder het Eerste Blad.)