Huis en Hof. Pluimvee-rubriek. 15. Beschikbaarstelling medailles voor Zangconcours. Van het bestuur der zangvereeniging ,,Orelio" te Axel is ingekomen het volgende schrijven Op 23 Juli 1930 zal te Axel een zang- ooncours worden gehouden, uitgeschreven door den Zeeuwschen Zangersibond ,,Zang Veredelt". Aan genoemd concours zal door een groot aantal vereenigingen (vermoedelijk 17 of 18) worden deelgenomen, verspreid over alle deelen van onze provincie. Daar het bezoeken van deze concoursen steeds wordt aangemoedigd, door het beschik- baar stellen van extra-medailles door ge meentebestuur en particulieren, en ,,Orelio'' ook reeds meermalen de eer had een derge- lijke eere-medaille te veroveren, zou het door ons ten zeerste worden gewaardeerd, zoo ook het gemeentebestuur van Axel, ons in dezen ter wille kon zijn. Redenen waarom wij zoo vrij zijn Uwen Bdelachtbaren raad .beleefd te verzoeken, voor bovenvermeld concours een 2- h 3-tal medailles te willen beschikbaar stellen. Burgemeester en Wethouders geven te kennen, dat, zooals uit het verzoek blijkt, op 23 Juli a.s. te Axel bij toerbeurt een zang concours wordt gehouden, waaraan 17 a 18 zangvereenigingen zullen deelnemen. Deze ooncoursen keeren om de 5 jaren terug. Zij stellen voor, aan deze vereeniging, die dit jaar gastvrouw is, een tweetal zilveren medailles beschikbaar te stellen. De heer ESSELBRUGGE: Mynheer de Voorzitter! Als bestuurslid van „Orelio" mag ik mis schien wel eenige toelichting geven. Het prae- advies in dezen is allicht goed bedoeld en gun- stig voor de aanvragers maar toch niet juist. Daar, waar het getal 18 aangesloten veree nigingen wordt genoemd zou bij toerbeurt ook Axel om de 18 jaar gastvrouw moeten zijn en niet om de vijf jaar zooals er staat. Nu geeft het den schijn, dat „Orelio" regel- matig om de 5 jaar om medailles zal komen vragen, doch niets is minder waar. Het was nu 7 jaar geleden, doch is dit louter toeval, het kan best dat een volgenden keer nog meer jaren verloopen. Intusschen namens de vereeniging dank voor het advies terwijl, naar ik hoop, voor de heeren raadsleden wel geen gunstige aanbeve- ling meer noodig zal zijn. De heer 't GILDE vermeent, dat „Orelio" een 3tal medailles vraagt, in plaats van plaat- selijke vereenigingen die er maar twee gaven. Met het organiseeren van zoo'n concours is een belangrijk bedrag gemoeid. Er zullen heel wat gezelschappen komen en er komen dan duizenden vreemdelingen in de stad, hetgeen voor de neringdoenden een groot voordeel is. Maar vooral wordt door de beoefening van kunst en zang door wedstrijden en ooncoursen het kunstgenot en de beoefening der toon- kunst bevorderd en aangemoedigd en draagt dit in zeer belangrijke mate bij tot verhooging van het volkspeil. Het zou daarom mijns in- eiens op den weg van het gemeentebestuur en van ieder gemeentebestuur liggen dit streven met alle kracht aan te moedigen. Op grond daarvan stelt spreker voor om in plaats van twee 3 medailles te geven. De heer CLAESSENS steunt dit voorstel. De heer DIELEMAN vraagt wat een me- daille kost. Als hij van den VOORZITTER vemeemt, dat dit een gulden of zes bedraagt, geeft hij te kennen het dan ook te kunnen steunen. De heer OGGEL moet opmerken, uat, aan- gezien twee a drie medailles gevraagd wer- den, Burgemeester err Wethouders meenden, dat de Vereeniging met twee ook al tevreden was. De heer 't GILDE: Met drie zijn ze dan nog meer tevreden. De heer OGGEL: Maar we moeten toch niet meer geven dan gevraagd wordt en de zuinigheid betrachten. De VOORZITTER: In geen geval was het onze bedoeling een medaille af te pingelen. De heer P. DE FEIJTER wil ook niet op een medaille afpmgelen, doch wijst er op, dat men in den loop van dit jaar voor ver- schillende feesten komt te staan, waarvoor ook wel steun zal gevraagd worden en men dus niet moet beginnen met te toeschietelijk te zijn. De heer OGGEL zou zich er ook wel voor kunnen laten vinden, als dat concours niet met meerdere uitgaven vanwege de gemeente zou gepaard gaan. De heer ESSELBRUGGE kan wel verzeke- ren, dat verder van de gemeente niets zal gevraagd wordeni De receptie zal, evenals de vorige maal, voor rekening der vereeniging blijven. Wel zal gevraagd worden gebruik van de raadszaal. Het voorstel van den heer 't Gilde om drie medailles te geven wordt aangenomen met 8 tegen 3 stemmen. Voor stemmen de heeren 't Gilde, Oggel, Kruijsse, Claessens, Wolfert, Koster, Essel- brugge en Dieleman; tegen stemmen de hee ren P. de Feijter, Van de Bilt en J. de Feijter. 16. Reclames tegen belastingaanslagen. Burgemeester en Wethouders stellen naar aanleiding van ingekomen reclames voor, te besluiten als volgt: a. Hondenbelasting dienst 1929. een half jaar ontheffing te verleenen aan: wed. L. de Visser, A. de Kraker, P. Dieleman, P 42, en voor 66n hond aan... b. Schoolgeld, dienst 1929/30. ontheffing te verleenen aan Jac. Buize 3,85, C. J. Scheele 3,36, P. J. Riekwel f 1,20, J. de Regt 21,60, E. de Vos 1, D. Kroes /1,44; aan F. Blok ontheffing te verleenen van be- taald schoolgeld over den schooltijd 1929/30, aangezien de betrokken leerling de school wegens ziekte niet kon bezoeken. Eveneens zal worden gehandeld voor andere leerlingen die om dezelfde reden niet ter school konden komen. Afgewezen, als zijnde de aanslag juist, zijn de reclames van: C. Roose, E. Steel, J. F. Seghers, Lev. Jansen Mz., H. v. d. Bos, Th. Tieleman. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 17. Wijziging begrootingen. Burgemeester en Wethouders stellen voor de begrooting voor het dienstjaar 1930 te wjj,- algen als volgt: Gewone dienst: onder de inkomsten te vermeerderen de volgende posten: secretarieleges en rechten van den burger- lijken stand 25,74; restitutie van te veel be- taalde levering 4,26; opbrengst grasland der schietbanen 5; verhaal van bijdrage Ziekte- wet 5opbrengst van den verkoop van oude materialen /30; verhaal van bijdrage Ziekte- wet /30; belasting naar het inkomen betref- fende het in het dienstjaar eindigende belas- tingjaar e.v. navordering betreffende eenig belastingjaar inbegrepen 1800; uitkeering van het bedrijf wegens kosten van verzeke- ring, pensionneering van ambtenaren en be- ambten 337,50; totale vermeerdering der inkomsten 592,50; onder de uitgaven de vermeerderen de vol gende posten: kosten van de dubbelen der leggers en plan van het kadaster /30; kosten ter zake van verzekering, pensionneering enz. van ambtena ren en beambten 10; contributie Kon. Ned. Brandweervereeniging en/of de Prov. Afdee- ling f 12; onderhoud van straten en pleinen 1500; kosten ter zake van verzekering, pen sionneering enz. van ambtenaren en beambten 60; subsidie ten bate van land- en tuinbouw 25; subsidie van de veeteelt 37,50; bijdrage aan de kosten van bestrijding van de iepen- ziekte 15; teruggave van belasting /150; be- looning voor den ambtenaar die de gegevens verstrekt heeft voor de aanslagen van de forensenbelasting 150; kosten ter zake van verzekering, pensionneering enz. van ambte naren en beambten 337,50; onder de uitgaven te verminderen de vol gende posten: belooning en premien aan brandmeesters en brandspuitlieden /12; onvoorziene uitgaven 77,50; Kapitaaldienst. onder de inkomsten te vermeerderen de vol gende post: buitengewone aflossing op het door het be drijf aan de gemeente verschuldigde kapitaal 3000; totale vermeerdering der inkomsten/ 3000; onder de uitgaven de volgende post te ver meerderen buitengewone aflossing van voor het bedrijf aangegane geldleeningen 3000 totale vermeerdering der uitgaven 3000. Burgemeester en Wethouders stellen voor de begrooting van het gemeentelijk Vleesch- keuringsbedrijf voor het dienstjaar 1929 te wijzigen als volgt: onder de inkomsten te vermeerderen de volgende posten: opbrengst keurloonen 586; rente voor in rekening-courant bij de gemeente belegde gel- den 21,26; totale vermeerdering 607,26; onder de inkomsten te verminderen de vol gende post: verhaal van bijdragen voor eigen- en weduwen en weezenpensioen ingevolge art. 36 der Pensioeniwet 1922 (Stibl. no. 240) 0,67. onder de uitgaven te vermeerderen de vol gende posten: aanschaffing instrumenten voor het labo- ratorium 336,68; uitkeering aan de gemeente wegens winst saldo 909,46; totale vermeer dering 1246,14; onder de uitgaven te verminderen de vol gende posten: uitgaven den vorigen dienst betreffende 95; jaarwedden /300; aanschaffen drukwer- ken en kantoorbehoeften 30,20; porto's en kleine uitgaven 1,45; aanschaffing van oor- ringen /2,15; uitkeering aan de gemeente wegens bijdragen voor eigen- en weduwen en weezenpensioen, ingevolge art. 36 der Pen- sioenwet 1922 (Stbl. 240) 180,75; onvoor ziene uitgaven 30; totale vermindering der uitgaven 639,55. Burgemeester en Wethouders stellen voor de begrooting van het gemeentelijk Grond- bedrijf voor het dienstjaar 1930 te wijzigen als volgt: Kapitaaldienst. onder de uitgaven te vermeerderen de vol gende post: uitkeering aan de gemeente wegens buiten gewone aflossing 3000; onder de uitgaven te verminderen de vol gende post: reserve op 31 December over te brengen naar den volgenden dienst 3000. De heer VAN DE BILT vraagt, of dat toch niet anders zou kunnen worden geregeld. Hoe komt het toch, dat het bedrag van het school geld zoo dikwijls mis is? De VOORZITTER antwoordt, dat de aan slagen niet onjuist zijn, maar moeten gewijzigd worden in verband met wijziging in de aan slagen wegens de inkomstenbelasting waarop de aanslagen wegens schoolgeld gebaseerd zijn. De heer OGGEL: Het is een gevolg van reclames tegen de inkomstenbelasting. De heer VAN DE BILT: Is er dan niets aan te doen, dat er een andere regeling getrof- fen wordt en de menschen die verlaagd wor den het te veel betaalde schoolgeld terug- krijgen zonder dat ze er naar moeten vragen. De heer OGGEL: Maar dan zou het ge meentebestuur daar toch ook van moeten weten. De VOORZITTER bevestigt, dat de beslis- singen op reclames wegens inkomstenbelas ting niet ter kennis van het gemeentebestuur komen en men dus niet zou weten aan wie men geld terug moest geven. Zooals het nu gaat, is het geregeld bij de gemeentelijke ver- ordening. Ze moeten het vragen en de ge- meenteraad moet er over beslissen. De heer VAN DE BILT zou het anders wenschen, omdat er nu wel zijn die, als ze in de belasting verlaagd worden, het te veel be taalde schoolgeld niet terugvragen. De heer KRUIJSSE bevestigt, dat de recla mes bij Burgemeester en Wethouders niet be- kend worden, wel de cijfers, maar niet de aangeslagenen wie het betreft. De voorstellen worden met algemeene stem- men aangenomen. 18. Omvraag. a. De heer ESSELBRUGGE: Mijnheer de Voorzitter! De beide algemeen bekende regels, in dichtmaat voorkomend op een reclameplaat van den Nederl. Wielrijdersbond, gewijzigd als: „Men laat als dank voor het aangenaam [verpoozen Ons kijken op papieren, de pellen en de [doozen" zullen zeker in gedachten komen van de kom- bewoners, in het bijzonder van de Noord- en Nieuwstraters, als deze Zondags by het ont- waken him straat inzien en die vreeselijke bende aanschouwen. Tot ergemis van de vrouwen en trouwens van ieder die de straat doorgaat, maar wel het meest tot teleurstel- ling van de eersten, die Vrijdags en Zaterdags gezwoegd en gezweet hebben om de straten een net aanzien te geven. Nu is mijn verzoek, mijnheer de Voorzitter, kan, als het meeste wegwerpen van die rom- mel Zaterdagsavonds afgeloopen is, de stads- reiniging nog niet die beide straten een wei- nig opvegen en schoonmaken? Naar ik ver- neem gebeurt dit in Ter Neuzen Zaterdags avonds ook. Dank u. De VOORZITTER deelt mede, dat dit punt in de laatste vergadering van Burgemeester en Wethouders ook al is ter sprake gekomen. Ze wilden het echter nog eens wat afzien en, als het erger zou worden, ook op de een of andere wijze ingrijpen. De heer ESSELBRUGGE wist natuurlijk van die besprekingen niets, maar meent, dat het bijna niet erger kan worden dan het nu al is. De heer OGGEL meent, dat men des Zater dagsavonds laat toch niet lemand door Axel kan sturen am die rommel op te ruimen. Er wordt daar al gesproken van een paar uur, dan zou dat nogal wat kosten. De heer ESSELBRUGGE: Waar een wil is, is een weg. De VOORZITTER acht het niet onmogelijk er een regeling voor te treffen. Nu gebeurt het na den markttijd ook al zoo wat. Hij meent, dat om een uur of 11 nog wel iemand op straat zou kunnen gezonden worden, om den grootsten rommel op te ruimen. Hij zal het nog eens nagaan. De heer ESSELBRUGGE meent, dat het geen daglicht mag zien, zooals de straten er nu op Zondagmorgen bij liggen. En het levert nog gevaar op ook, daar men kan uitglijden op bananen- en sinaasappelschillen. Hij ver meent, dat het 't ergst is in de Noord- en in de Nieuwstraat. In de Stationsstraat ziet hij het zoo niet. De heer J. DE FEIJTER oppert het denk- beeld de menschen te verzoeken ieder voor hun eigen deur den boel op te ruimen; dan was het voor ieder maar even werk. De VOORZITTER merkt op, dat zoo'n ver zoek wel kan worden gedaan, maar hij ver- wacht niet, dat dit tot het gewenschte resul- taat zou leiden. De een zal het doen en de ander niet. De heer ESSELBRUGGE wijst er op, dat velen nu 's avonds hun stoep nog afvegen, maar dan wordt het vuil op de straat op een hoopje bijeengeveegd. Als het waait is het dan echter 's morgens weer verspreid. De VOORZITTER zegt toe; dat deze zaak nader zal overwogen worden. b. De heer CLAESSENS vraagt, of nu de fabrikanten al over de waterleiding zijn aan- geschreven. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouders omtrent dit punt nog in onderhandeling zijn met het Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening. De heer CLAESSENS meent, dat dit bureau er niets mede te maken heeft; het betrof toch het stellen eener vraag aan de fabrikanten wat ze eventueel van plan zijn te betalen in een te maken waterleiding. De VOORZITTER geeft te kennen, dat Burgemeester en Wethouders daar nog niet toe zijn gekomen. Ze zijn in correspondentie met het Rijksbureau, maar daaromtrent kan nog niets meegedeeld worden. Misschien kan er in een volgende vergadering meer van ge- zegd worden. De heer DIELEMANIn de vorige verga dering zijn toch vragen gesteld en hebben Burgemeester en Wethouders beloofd, dat ze die aan de fabrikanten zouden overbrengen. Hebben die daarop nog niet geantwoord? De VOORZITTER herinnert, dat het adres in handen van Burgemeester en Wethouders is gesteld om advies. Die hebben het noodig geacht zich eerst in verbinding te stellen met het Rijksbureau en gahn dan verder. Laat de heeren nog wat geduld hebben. In de volgen de vergadering zal er wel iets meer bekend zijn. De heer DIELEMAN herinnert, dat Burge meester en Wethouders in de vorige vergade ring toch beloofd hebben, zich met de fabri kanten in verbinding te zullen stellen. De VOORZITTER: De zaak is gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders, die hebben gezegd het eens nader te zullen be- kijikem. De heer DIELEMAN is van oordeel, dat die vragen eerst dienen beantwoord te worden, eer er over het aanleggen van een waterlei ding kan onderhandeld worden en dat dit geheel buitenom het Rijksbureau gaat. De VOORZITTER: Burgemeester en Wet houders hebben de zaak in studie genomen en hebben het noodig geacht daarvoor in cor respondentie te treden met het Rijksbureau. Die werkzaamheden zijn nog niet afgeloopen, zoodat ik er thans niet verder op kan ingaan. Laat de heeren nog eens afwachten. De heer CLAESSENS: Welk doel kan het hebben, aan het Ruksbureau te schrijven. De VOORZITTER: Ik ga er niet verder op in; als de zaak voldoende voorbereid is, zul len we de heeren op de hoogte stellen. De heer 't GILDE geeft te kennen, in deze te zijn op de hand van den heer Claessens. Hij zal er thans niet diep op ingaan, doch kan wel zeggen dat hij de meening is toegedaan, dat, of de inlichtingen komen van Burgemeester en Wethouders of van het Rijksbureau, men er toch niets verder mee zal komen. Voor diegenen die er zich aan zouden vastklampen dat de waterleiding er door zou komen met behulp van de industrie, kan hjj die illusie wel ontnemen. Hij bezit thans reeds een aantal gegevens die het tegendeel aantoonen en be- wijzen dat groote industrieen geen gebruik maken van de bestaande waterleidingen, om dat dit water hun te duur uitkomt. Als de tijd gekomen is om daarop in te gaan, zal dit voor hen die op de industrie gerekend hadden wel een ontnuchtering zijn. De VOORZITTER: Het is daarom maar 't best eerst eens de inlichtingen af te wach- ten. c. De heer 't GILDE wijst er op, dat de zomer thans weer in aantocht is. Hij vraagt of Burgemeester en Wethouders er nog niet eens over hebben gedacht, daar in de om- geving van de brug een paar banken te plaat- sen. Vele ouden van dagen maken een wan- deling daarheen en konden daarop wat rus- ten. Hem is daarnaar dikwjjls gevraagd. De VOORZITTER zal dit bij Burgemeester en Wethouders ter sprake brengen. d. De heer P. DE FEIJTER heeft al eens zitten kijken naar de prachtige verbetering die de raadzaal heeft ondergaan, door het aanbrengen van de electrische verlichting. Het toegestaan bedrag op de begrooting gold evenwel alleen electrische verlichting. Nu ziet hij daar aan den wand evenwel ook een mooi electrisch klokje. Hebben Burgemeester en Wethouders dat nog extra aangeschaft, of is dat misschien een cadeautje waarmede de gemeente is begiftigd? De VOORZITTER vermoedt, dat de heer P. de Feijter naar den bekenden weg vraagt. Er is besloten tot electrificatie van het raadhuis. Daaraan is voldaan. Toen dat voltooid was, werd vanwege de P.Z.E.M. aan Burgemeester en Wethouders voor de raadzaal een elec trisch klokje geoffreerd en Burgemeester en Wethouders hebben gemeend dat te moeten accepteeren. Het klokje is dus een cadeautje van de P.Z.E.M. De heer P. DE FEIJTER zou dan aan de P.Z.E.M. zijn kompliment moeten maken, maar juicht het aan de andere zyde weer niet zoo hard toe, aangezien men met zulke din- gen voorzichtig moet zijn. Men heeft dat on- dervonden met de gasdirecteuren en zou ook aan corruptie kunnen gaan denken. Protesten van den VOORZITTER en LE- DEN. Dat is niet te vergelijken! De heer P. DE FEIJTER kan dan eindigen met te zeggen dat hij het heel prachtig vindt en zelfs daarvan vanaf zijn zitplaats tijdens de raadszittingen steeds kan profiteeren om te zien hoe laat het is. De VOORZITTER sluit de vergadering, door het uitspreken van het dankgebed. GEMEENTERAAD VAN BIERVLIET. Donderdag vergaderde de raad dezer ge- gemeente in voltallige zitting. In de vacature- Anthonisse werd voorzien door het nieuw te ibenoemen lid J. M. de Putter, wiens geloofs- brieven door de commissie waren onderzocht en in orde bevonden, waarna hij als raadslid werd ge'installeerd. De Voorzitter feliciteerde hem met de benoeming en hoopte steeds in goede samenwerking onderling, de belangen der gemeente te dienen. Tevens brengt de Voorzitter dank voor hetgeen het scheidende lid voor de gemeente heeft gepresteerd. Ver- volgens worden voor kennisgeving aange nomen: Een schrijven van den schoolarts, een dito van de Nationale Commissie tot bestrij ding van het alcoholisme; verslag van de commissie tot wering van schoolverzuim, de afrekening van de Christelij'ke bewaarschool, waaruit blijkt, dat een goed slot is verkregen van 12,21. Een schrijven van de Zeeuwsch- Vlaamsche vruchtenveiling, om de vacantie te verleggen in den tij;d van den aardbeien- oogst. Aangaande het jaarverslag van de commissie van toezicht op het lager onderwijs, wordt besloten, deze nader te onderzoaken. Verder wordt meegedeeld, dat door den Minis ter is besloten, dat na 28 dezer aan de vlas- bewerkers geen 5 cent korting per K.W.U. meer zal worden in rekening gebracht. Het verslag over den toestand der gemeente wordt aangeboden en op de secretarie ter lezing voor de leden gedeponeerd. Volgens inschrij- ving wordt besloten, de afrastering van het kerkhof op te dragen aan D. van Scjiaik voor 398, laagste inschrijvingssom. Aan den gemeente-veldwachter zal een nieuw rijwiel worden verstrekt, waarvoor een crediet van 100 wordt gevoteerd. Als afgevaardigde naar de vergadering van den Elisabethpolder wordt na stemming be- noemd de heer A. Dees, nadat de heer de Kok voor die functie zich niet beschikbaar steide. Hij zag gaame, dat de raad meer op de hoog te werd gehouden met de polderkwesties, daar de gemeente financieel toch ook daarbij be- lang heeft. Den afgevaardigde wordt opge- dragen voor aanleg van een nieuw gedeelte grintweg te stemmen. De heer De Kok merkt op, dat de gemeente altijd voor stemt en zelf zoo weinig van de polders gedaan krijgt. Aan de bestaande bijzondere R.K. school wordt een voorschot van 80 %verstrekt op de gemeentelijke vergoeding volgens art. 101 der L. O. Wet 1920, en voor het jaar 1930. Voor het belastingjaar 1930/1931 wordt besloten 100 opcenten te heffen op de rijksinkomsten- belasting en het heffingspercentage gemeen- telijike inkomstenbelasting op 2 te stellen. De heer Thomaes betreurt het, dat de belastingen niet kunnen worden verlaagd. Meegedeeld wordt, dat dit jaar waarschijn- lijk nog wel niets zal komen van een afdoen- de wegsverbetering naar Brakke, doch, dat voorloopig de putten van den weg wat zullen worden gelicht. Het kohier der hondenbelas ting wordt vastgesteld met een totaalbedrag van 367. De heer Thomaes wijst erop, dat er verschillende, die voor vastliggend zijn aan- gegeven, los loopen. In verband met ver- anderingen in de bouwverordening (inz. brie- venbussen), wordt deze opnieuw vastgesteld. Afwijzend wordt beschikt op het verzoek van Wed. A. Komelis om ondersteuning uit de gemeentekas. Met algemeene stemmen wordt besloten 25 beschikbaar te stellen voor den aankoop van een vijftal medailles ten einde deze te schen- ken aan het bestuur der vereeniging tot het houden van veulenkeuringen in deze gemeente. Een schrijven is ingekomen van de zang- vereeniging „Excelsior" om een subsidie van 125.Op voorstel van B. en W. wordt be sloten voor 1930 een bijdrage te verleenen uit de gemeentekas tot een maximum van 80 in een eventueel tekort der vereeniging. In de, vacature van wijlen J. Bliek, wordt tot lid der schattingscommissie benoemd de heer J. J. van der Hooft, dit met algemeene stemmen. Een voorstel tot conversie der hoogrentende geldleeningen tegen een lager rentetype van ten hoogste 5 procent, vindt algemeene goed- keuring. Dit zal per 1 Juli aanstaande plaats vinden. Besproken wordt het bouwen van een nieuw gemeentehuis. De heer Van Baal geeft nade- ren uitleg, de leden zien de plannen in, waarna wordt besloten, een en ander op de volgende bijeenkomst te bespreken. De heer Dees zag gaame een plan en begrooting van algeheele restauratie van het oude gebouw. Dit wordt toegezegd, alhoewel voorzitter en gemeenteopzichter bang zijn, om aan zoo'n oud gebouw te beginnen breken en repareeren. In de omvraag zag de heer Michielsen graag, dat paal en perk werd gesteld aan het wilde rijlden door de gemeente en betreurt, dat door de burgemeesters hierin weinig wordt meegewerkt Spreker stelt na discussde voor, de maximum snelheid vast te stellen op 30 K.M. per uur. Dit wordt in stemmen gebracht en aangenomen met 6 tegen 1 stem van den heer De Ceulenaere. Thans protesteert de heer De Kok heftig uit naam der S.D.A.P. en vakorganisaties, afd. IJzendijke, Biervliet en Hoofdplaat tegen de wijze van samenstelling van diverse com- missies, waarin de arbeiders steeds worden geweerd en alleen burgemeesters zitting heb ben, waaruit nooit iets goeds voorkomt en al tijd groote rekeningen overblijven. De Voorzitter merkt op, dat dit iets is, dat geheel buiten den raad omgaat en hier dus niet thuis hoort. De heer De Kok antwoordt hierop, dat de raad een openbaar lichaam is, en hij in alle openbare vergaderingen hierover zijn meening zal kenbaar maken. Hiema valt het scherm voor publiek en pers en gaat de raad over in geheime zitting ter bespreking van de overname van het elec trisch net door de P.Z.E.M. DE AZALIA INDICA NA DEN BLOEI. Voor de uitgebloeide Azalea's breekt de gevaarlijke tijd weer aan. Staan ze nog volop in bloei, dan worden ze even ijverig verzorgd als bewonderd, doch zoodra het bloeien echter den rug is, zakt de belangstelling beneden het vriespunt. De verzorging der plant verslapt, de plant wordt ergens neergezet en na verloop van tijd in een verloren kwartier naar den tuin overgebracht. Wordt er gedurende den zomer zoo terloops, als we toch in de buurt zijn, naar omgezien, dan is het vaak al welletjes. Ook gebeurt het nog altijd meer dan eens dat na het bloeien de plant eenige weken fi- naal droog staat en dat dan de bloemist in den arm genomen wordt, die dan maar mag zorgen er weer een plant van te maken. Het is zelfs wel gebeurd dat de bloemist pas ont- boden werd, als de Azalea reeds zoo dood als een pier was. Alvorens een uitgebloeide Azalea naar den tuin over te brengen, is het noodig de plant geheel en al na te zien. Alle overgebleven bloemdeeltjes (steeltjes met vruchtbeginsel) wordt zorgvuldig verwijderd, zulks met het oog om zaadvorming en de daarin verbonden nadeelen te ontgaan. Ontdekken we by dit werkje bladgallen, veroorzaakt door een zwam en waardoor soms heele bladeren tot galachti- ge lichamen opzwellen, dan worden deze even eens verwijderd. Het verpooten, indien noodig, geschiedt eveneens na den bloei. Vervolgens brengt men de Azalea met pot en al, dit laatste is niet noodig, doch wel zoo gemakkelijk, over naar een zonnig plekje in den tuin en zorgen alleen, dat er tijdens de felle middagzon schaduw is. De verdere eischen voor de verzorging zijn heel gemakkelijk, bepalen zich uitsluitend tot het geven van voldoende water en bemesting. Wat dit laatste betreft geven we om de twee a drie weken wat koemest of kippenmest, liefst tijdens regen. Een Azalea met pot en al in den grond staande moet minstens om de twee dagen begoten worden. Men geeft niet gauw te veel water, eerder te weinig. In den nazomer vormen zich voelbare bloem- knoppen en beginnen we minder water te geven. In deze periode kunnen we nog €€n- maal bemesten, maar dan niet meer. Voordat in den herfst de nachtvorsten ko men gaat de Azalea weer naar binnen, aan- vankelijk op een koele, vorstvrije plaats. Juist de overgang is gevaarlijk voor het bloeien en daarom moet deze overgang van tuin naar kamer zoo geleidelijk mogelijk geschieden. Plaatst de plant in het begin voor een open raam, dag en nacht, zet langzamerhand de plant iets achteruit en sluit na eenige dagen 's nachts het raam. Plaatst men de plant direct in een ver- warmde kamer dan zouden de gevormde bloemknoopen verdrogen en is meteen alle kans op bloei verkeken. Zoodra het tijd is de Azalea in de warme kamer over te bren gen voor het in bloei trekken, dagelijks de bla deren afsproeien met lauw water en veel water geven. Laat de bloem kleur zien, dan blijft het afsproeien achterwege. Beschikt men niet over een tuintje, dan plaatst men de plant buiten het raam of graaft zoo mogelijk de pot in een kistje met aarde of turfmolm, waardoor het snelle en gevaar lijke uitdrogen van den potgrond wordt voor- komen. Overigens ook hier dezelfde behan- deling als boven aangegeven. Het is werkelijk met eenvoudige middelen mogelijk de Azalea's jaren achtereen opnieuw in bloei te trekken, mits we ons maar eenige moeite getroosten willen. Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen door de abonnS's worden gezonden aan Dr. Te Hennepe, Diergaardesingel 96a, Rotterdam. Postzegel van 6 cent voor ant- woord insluiten en blad vermelden. VRAGEN OVER BROEDMACHINES. Naar aanleiding van de voorgaande arti- kels heb ik een groot aantal van de meest uiteenloopende vragen ontvangen, waarvan ik verschillende hier zal beantwoorden. Vraag 1. Ik heb een nieuwe machine van een goede fabriek. Bij controleering blijkt dat de machine een temperatuursverschil heeft als volgt: Bij de deurtjes is de temperatuur 2 a 3 graden F. lager dan in het midden en achter in de machine is de temperatuur in den regel een graad hooger; onder de warmwater buis in het midden is de temperatuur 4 gra den hooger. Heeft dit verschil ook invloed op de broeduitkomsten Als de machine goed geisoleerd is komen zulke groote verschillen niet voor, maar in elke machine zal men bij /le deurtjes en in de hoe- ken lagere temperaturen vinden dan in het midden. Vandaar dan ook dat het gewenscht is de eieren niet alleen te keeren, maar ook ze iederen dag te verleggen op de lade. Wat dan de eene dag aan den buitenkant lag komt den anderen dag weer aan de binnenkant. Hoe beter de machine gebouwd is, hoe min der verschillen men in de temperaturen op verschillende plaatsen aantreft. Vraag 2. Deze lezer stelt maar even 12 vragen te gelijk. Gaarne de beste temperatuur in de machine en hoe de thermometer moet staan. Dit laatste hangt af van de machine en van de plaats van den thermometer. Als regel geldt, dat de kwikbol van den thermometer op de zelfde hoogte staat als de bovenste rand der eieren. Temperatuur 103 gr. F. Hoe hooger in de machine echter, hoe hooger de temperatuur. Hangt dus de kwikbol een centi meter boven de eieren, dan mag de thermo meter wel 104 gr. F. aanwijzen. De fabrikaat moet dit bij zijn machine precies aangeven. No. 3. Welke machine de beste? Warmwater en heete lucht zijn best te ge- bruiken, zooals ik beschreef. No. 4. De beste thermometer? De beste thermometer die ik ken zyn de Amerikaansche Tycos. Deze staan meestal op een voetje tusschen de eieren zoodanig, dat de kwikbol juist overeenkomt met den boven- kant der eieren. Daarmee broedt men kip- eieren dus op 103 gr. en eendeieren op 102 gr. No. 5. Vochtgehalte. Dat hangt geheel af van de broedplaats. In een vochtige kelder is toevoeging van vocht niet noodig. Op een droge plaats wel. No. 6. Eieren veel of weinig koelen of luchten. Dat behoeft heelemaal niet. No. 7. Een of twee maal keeren per dag. Hoe meer hoe beter, twee maal dus beter dan eenmaal. De tijd dat zij gekeerd worden is genoeg voor luchten en koelen. No. 8. Welke eieren hebben meer vocht noodig, witte of bruine? Bruine meestal, omdat de schaal dikker is. No. 9. Zijn electrische machines doelma- tig en geven zij vroeg in het voorjaar goede resultaten Electrische machines reguleeren meestal heel gemakkelijk, maar ik waarschuw tegen zulke machines, die met lichtgevende lam- pen verhit worden. Bij besmette eieren wer- ken ze tijdens het uitkomen noodlottig. No. 10. Wat verdient de voorkeur: kachel- kunstmoeders of kuikenhuis met centrals verwarming Dit hangt geheel van het bedrijf af. Kachel- kunstmoeders eischen natuurlijk veel meer werk dan een centrale kachel. No. 11. Zijn er geneesmiddelen tegen pullorumziekte Neen, ik zal over pullorum binnenkort nog eens schrijven. No. 12. Zijn er geneesmiddelen tegen kip- pen die zwak in de pooten worden? Dit zal wel de noodlottige verlamming der jonge hennen zijn, waar niets tegen te doen is. Direct opruimen bij de eerste verschijnselen is het beste. No. 13. Moeten de eieren na den 19den dag nog gekeerd worden? Neen. zoodra de kuikens gaan plepen en aanpikken late men ze met rust. Dr. TE HENNEPE.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 7