ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Tweede Blad. No. 8527. WOENSDAG 14 MEI 1930. 70e JAARGANG, BINNENL&HD. BUITENLAND GEMEENTERAAD VAN AXEL. GEWESTELIJKE BESTUREN VAN DE A. V. R. O. In een vergadering van alle gewestelijke besturen van de A.V.R.O. werd aan het dage- lrjksch bestuur opgedragen stappen te doen om te komen tot het bouwen op korten ter- mijn van een eigen zender voor de beschikbare golflengten. Op een vraag uit de vergadering, betref- fende de door de dagbladen gedane mededee- lingen over een nabije zendtijdverdeeling ant woordde de waamemende voorzitter dr. Mol- hnysen, dat hem bekend is, dat hierover van regeeringswege nog geen nadere mededeelin- gen konden worden gedaan en dat de berich- ten in de pers voor verantwoording van de bladen blijven. Een der gewesten drong er op aan, thans reeds uitvoering te geven aan de reeds eer- der voorbereide plannen van actie met be- trekking tot handhaving van de positie van de A.V.R.O. iDe voorzitter achtte hiervoor den tijd on- rijp, omdat daarvoor op het oogenblik zeker geen aanleiding bestaat. De vergadering ging hiermee accoord, omdat zij aan de uitvoerige uiteenzetting van den voorzitter met hem van meening was, dat zij met ver.trouwen de be- slissing van den minister van Waterstaat kan afwachten, aangezien deze bewindsman de A.V.R.O. zijn bescherming niet zal onthou- den. FRIDTJOF NANSEN. t De bekende Noordpoolonderzoeker Dr. Fridtjof Nansen is gisteren te Oslo in den ouderdom van 69 jaar overleden. Met Nansen is een der bekendste Pool- onderzoekers van onzen tijd heengegaan. Hij was 10 Oct. 1861 te Oslo, (toen nog Chris- tiania) gaboren. A1 spoedig trok het hooge Noorden hem aan. Hij was de eerste die in 1888 Zuid-Groenland doortrok. Van 1893 tot '96 ondemam hij met de Fram een tocht naar den Noordpool. Hij koerste langs de kust van Noord-Azie tot de Nieuw-Siberische eilanden om vandaar het schip over de Pool naar Greenland te laten drijiven. De Fram dreef tot 85® 57 N.B. en Nansen zelf bereikte op een sledetocht de grootste noordelijke breedte waartoe een mensch toen was doorgedrongen n.l. 86° 4'. Na op Frans Jozefland te habben overwinterd keerde Nansen in 1896 op een schip der expeditie van Jackson terug. Het volgend jaar werd hij tot hoogleeraar te Christiania benoemd. In 1910 nam hij deel aan de diepzee-expeditie tusschen Noorwegen en Greenland. NA DE ONDERTEEKENING VAN HET VLOOTTRACTAAT. Henderson, de Britsche minister van bui- tenlandsche zaken, heeft op zijn doorreis naar Geneve te Parijs een gesprek met Briand ge- had. Het liep naar de N. R. Crt. schrijft ten deele over de impasse waarin de on- derhandelingen tusschen Frankrijk en Italie te Londen over hun vlootprogram zijn ge- raakt, en het was Henderson's bedoeling, de Fransche regeering aan te sporen daar op- nieuw schot in te brengen. De Engelsche pers heeft vernomen, dat men te Parijs niet veel ooren daarnaar had en hem te verstaan heeft gegeven dat er weinig of geen kans op over- eenstemming bestond, nadat Italie, zoo vlak op de Londensche vlootconferentie, zijn nieuwe vlootprogram bekend heeft gemaakt. Dit had een hervatting der onderhandelingen nog moeilijker gemaakt. Briand schijnt het bij vage termen over Frankrijk's bereidwil- ligheid daartoe gelaten te hebben. De jongste rede van minister Grandi over de buitenlandsche politiek van Italie heeft, naast bevrediging over haar over het algemeen ver- zoenenden toon, ook eenig commentaar uit- gelokt. De Temps vestigt in een hoofdartikel de aandacht op Grandi's veroordeeling van het ,,onrechtvaardige onderscheid" dat bij de toepassing van de tractaten tusschen over- winnaars en overwonnenen wordt gemaakt. Het blad ziet daarin een weerspiegeling van Italie's neiging om zich aan het hoofd van een aantal ontevreden naties op het vasteland te plaatsen, in tegenstelling met Frankrijk dat de overwinnaars aanvoert. Het blad twijfelt •ehter, of Italie zelf ten slotte wel genoegen sou nemen met een wijziging van den tekst der vredestractaten. De hartelijke ontvangst der Duitsche oor- logsschepen in Italiaansche havens duurt bo- vendien nog voort. De Duitsche commandant heeft pas verklaard dat hij in geen ander land aoo vriendelijk bejegend is. Deze hartelijkheid tegenover Duitschers werkt almee prikkelend in Frankrijk, waar men zich geen illusie vormt over de vraag, welk onthaal een Fransch smaldeel op het oogenblik in Ita liaansche havens zou vinden. Men is in Frankrijk nog altijd niet vergeten, hoe on- vriendelijk maarschalk Fayolle, de man die de militaire hulp van de bondgenooten tegen het Duitsch-Oostenrijksche offensief in Italie heeft georganiseerd, na den oorlog in Italie ontvangen is. Nu zullen Henderson, Briand en Grandi •lkaar deze week bij de Volkenbondsraadszit- ting in vertrouwen spreken, en in Engeland hoopt men dat de twee tegenstanders dan in de Geneefsche atmosfeer voor goede raad- gevingen van Henderson ontvankelijker zullen aijn. Een vage verwachting. Vergadering van Dinsdag 13 Mei 1930, des voormiddags 10 uur. Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester. Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, A. E. C. Kruijsse, M. W. Koster, C. Th. van de Bilt, H. Wolfert, Ch. Claessens, A. Th. 't Glide, Dieleman, J. de Feijter en P. de Feijter, be- nevens de Secretaris J. L. J. Maris; later ook de heer A. Esselbrugge. De VOORZITTER opent de vergadering door het uitspreken van het gebedsformulier. Hij wendt zich vervolgens tot den raad in de volgende bewoordingen Mijne Heeren! Sedert de laatste vergade ring van Uwen Raad heeft Ons College een verlies geleden, door het overlijden van ons mede-lid, de heer Ph. J. van Dixhoorn. Wel is waar was hij op de laatst gehouden vergadering niet aanwezig, echter niemand onzer vermoedde, dat zijne ongesteldheid spoedig zulke ernstige gevolgen zou hebben. Op 15 April 1930 is hij in het Ziekenhuis te Sluiskil overleden. In hem heeft ook de gemeente een groot verlies geleden. Naast de vele functies, die hij bekleedde en de groote verdiensten die onomwonden wer- den uitgesproken door verschillende men- schen bij zijne ter aardebestelling, was de heer Van Dixhoorn, lid van den gemeente- raad sedert 1919. Deze functie heeft hij onafgebroken vervuld. Indien zijne drukke werkzaamheden het toelieten, was hij steeds ter vergadering aan wezig en nam steeds aan de debatten deel. Hij was iemand met een ruimen blik en be- zield met groote idealen. Veel heeft hij voor de gemeente gedaan. Indien hij zijne mede-burgers helpen kon, steeds was hij bereid dit te doen. Ik meen dan ook namens den Raad en namens Burgemeester en Wethouders te spre ken, wanneer ik hem grooten dank breng voor al hetgeen hij in het belang van Axel heeft gedaan. Ik ben er van overtuigd mijne heeren, dat de naam van Van Dixhoorn in de gemeente in dankbare herinnering zal blijven voortleven. 1. Onderzoek geloofsbrieven en installatie nieuw benoemd lid van den gemeente- raad. De VOORZITTER stelt de stukiken betref- fende de benoeming van den heer A. Essel brugge tot lid van den gemeenteraad in han- den eener commissie, waartoe hij benoemt de heeren Van de Bilt, Koster en Wolfert voor het uitbrengen van rapport. Hij schorst de vergadering. Na heropening der vergadering brengt de heer Van de Bilt namens de commissie rap port uit. Alle stukken zijn in orde bevonden, zoodat de commissie tot toelating van den be- noemde adiviseert. Met algemeene stemmen wordt dienover- eenkomstig besloten. De VOORZITTER noodigt het jongste raadslid, den heer 't Gilde uit, met den ge- meentesecretaris den nieuw benoemde binnen te leiden, aan welk verzoek deze voldoen. De heer ESSELBRUGGE legt hierna in handen van den Voorzitter de vereischte eeden af. De VOORZITTER wenscht den heer Essel brugge geluk met zijne benoeming. Het is hem een genoegen hem in deze vergadering het welkom toe te roepen. Hij hoopt met hem, evenals met de andere leden van dit college, samen te werken aan het behartigen van de belangen der gemeente. De heer ESSELBRUGGE: Mijnheer de Voorzitter! Mijn dank voor de vriendelijike iwoorden die UEd. tot mij hebt gesproken. Ofschoon ik nooit gedacht en ook nooit ge- zoeht heb hier te komen, werd ik door het overlijden van den heer Van Dixhoorn ineens voor de keuze geplaatst. Wel wat tegen de izware taak opziende, heb ik na rijp beraad en op verlangen van velen de benoeming aange- nomen. Voor zoover ik het in het plaatselijk belang acht en niet te veel tegen mijn persoon- lijke meening ingaat, zeg ik u, mijnheer de Voorzitter, en heeren wethouders alien steun toe en hoop ik op een aangename samen- werking met alle raadsleden en tevens mede te werken tot bloei van de stad Axel en haar inwoners. 2. Notulen. Burgemeester en Wethouders stellen voor, de notulen der vergadering van 1 April 1.1. vast te stellen zooals deze in druk zijn ver- schenen. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 3. Ingekomen stukken. a. Een schrijven van mevr. de weduwe W. P. van Dixhoorn-Lamaitre en familie, hou- denide het bericht van het overlijden van den heer Ph. J. van Dixhoorn, ridder in de Orde van Oranje-Nassau, lid van de Provinciale Staten van Zeeland, en lid van den raad dezer gemeente, in den ouderdom van 67 jaar. De VOORZITTER deelt mede, dat dit schrij ven door Burgemeester en Wethouders namens dep raad is beantwoord met een adres van rouwbeklag. Aangenomen voor kennisgeving. b. Bericht van Gedeputeerde Staten van Zeeland, d.d. 28 Maart 1930, dat zij hunne beslissing omtrent de begrooting nader heb ben verdaagd tot 1 Juli a.s. Aangenomen voor kennisgeving. c Een schrijven van Gedeputeerde Staten van Zeeland, d.d. 4 April 1930, waarbij over- eenkomstig art. 167 der Gemeentewet de ont vangst wordt bericht van de door den gemeen teraad op 5 November 1929 vastgestelde al gemeene politieverordening, alsmede van den door den gemeenteraad op 11 Februari 1930 vastgestelde wijziging daarvan. Aangenomen voor kennisgeving. d. Het raadsbesluit d.d. 2 April 1930, tot wijziging der begrooting van het gemeente- lijk Vleeschkeuringsbedrijf voor den dienst 1929, voorzien van het bewijs der goedkeuring door Gedeputeerde Staten. Aangenomen voor kennisgeving. e. Het raadsbesluit d.d. 1 April 1930, tot wijziging der begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente voor den dienst 1929, voorzien van het bewijs der goedkeuring door Gedeputeerde Staten. Aangenomen voor kennisgeving. f. Afschrift van een besluit van Gedepu teerde Staten van Zeeland, d.d. 13 Maart 1930, waarbij op grond van het daartegen door hen ingediend bezwaar is vernietigd de aan- slag als forens in de gemeente Ter Neuzen van E. L. van den Bos en C. J. van den Bos, wonende te Axel. Aangenomen voor kennisgeving. g. Het verslag van de bevindingen en han- delingen der Gezondheidscommissie wier zetel is gevestigd te Ter Neuzen, over 1929. Aangenomen vqqr Hepnisgeving h. De rekening fen verantwoording der Gezondheidscommissie wier zetel is gevestigd te Ter Neuzen, over het jaar 1929. De ont- vangsten hebben bedragen f 1677,67, de uit gaven f 1088,08%, bet goed slot mitsdien f 589,58%. Burgemeester en Wethouders stellen voor deze rekening goed te keuren. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 4. Vaststelling pensioensgrondslagen. In afwijking van vorige jaren aldus geven Burgemeester fen Wethouders te ken- nen zijn bij de vaststelling van de begroo ting de pensioensgrondslagen niet vastgesteld zooals deze in de begrooting zijn vermeld, vandaar dat dit thans tengevolge van perio- dieke verhoogingen ibij afzonderlrjk besluit moet geschieden. Wij stellen U voor om de pensioensgrond- slag van D. v. d. Berg vast te stellen op 2100,A. P. le Feber 2100,W. A. den Boggende op 1540,respectievelijk met in- gang van 1 Januari 1 Januari en 1 Juni 1930. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 5. Verkoop van oude straatkeien. Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat bij het sorteeren van bestratingsmateria- len een gedeelte is afgazonderd, dat niet meer door de gemeente voor bestratingen kan ge- bruikt worden. Waar deze hoeveelheid een belangrijke ruimte inneemt, die voor andere doeleinden kan gsbezigd worden, stellen zij voor, hun col lege machtiging voor het verkoopen dier ma- terialen te verleenen, daar van verschillende zijden met belangstelling is gevraagd naar den verkoop van die kelen. De heer DIELEMAN wenschte bij deze ge legenheid eens te vragen hoe het zit met die oude keien, liggende in de Oude Wijk. Wor den die biermede bedoeld? De VOORZITTER antwoordt, dat van de daar liggende keien een deel is gesorteerd voor wat wel, en wat niet meer voor de ge meente bruikbaar is. Er zijn er daarbij nog al wat uitgevallen. Die willen Burgemeester en Wethouders verkoopen. De heer DIELEMAN wilde ook vragen, of er niet een andere plaats is om die goede keien te bergen, aangezien daaronder een ver- zameling zal worden van allerlei ongedierte. Kan dat niet in het NieOwediep? De VOORZITTER antwoordt, dat Burge meester en Wethouders de oude keien daarom ook willen opruimen en ze weg te voeren naar het terrein waar de gemeente ook den voor- raad tegels heeft geborgen. Op een verdere vraag van den heer Diele man antwoordt spreker nog, dat het in de be doeling ligt de oude keien publiek te verkoo pen, zoodat ieder gelegenheid krijgt daarnaar mede te dingen. De heer DIELEMAN dankt voor de ont vangen inlichtingen. De gevraagde machtiging wordt met alge meene stemmen verleend. 6. Afwijking van art. 12 der Bouwver- ordening. Door P. de Jonge is een adres ingezonden waarin hij verzoekt hem ontheffing te willen verleenen van den eisch gesteld bij art. 12 der Bouwverordening (open ruimte) voor het bouwen van een woning aan de Prins Hen- drikstraat, aangezien achter die woning geen een derde open ruimte kan open blijven. Op het bouwterrein van adressant blijft nog een massa ruimte open, doch die ligt niet achter, doch naast de woning, terwijl achter zijn bouwterrein nog een oppervlakte tuingrond ligt die nimmer bebouwd kan worden. Burgemeester en Wethouders stellen, in overeenstemming met het advies der Gezond heidscommissie voor de gevraagde ontheffing te verleenen. De heer CLAESSENS vraagt, of al eens meer afwijkingen van de bouwverordening zijn toegestaan. De VOORZITTER: Ja, dat is wel eens een enkele maal gebeurd, met toestemming van den gemeenteraad. De heer OGGEL: Die afwijking kan over- eenkomstig de Bouwverordening ook alleen door den gemeenteraad worden toegestaan. Burgemeester en Wethouders zijn daartoe niet bevoegt. Daarom moet in zulke gevallen een verzoek tot den raad worden gericht. Met algemeene stemmen wordt het voor- stel aangenomen. 7. Verlaging van het maximum drank- wetvergunningen. Ingekomen is een cireulaire van de Natio nal Commissie tegen het alcoholisme welke er op wijst, dat overeenkomstig artikel 4 der drankwet in het jaar 1930 weer de gelegen heid bestaat tot het nemen van maatregelen die bedoelen het aantal gelegenheden voor openbaren drankverkoop te verminderen, en dat wel: a. door het maximum aantal vergunnin- gen te verlagen; b. door te bepalen dat geen nieuwe ver- gunningen meer mogen worden verleend; c. door intrekkingen van alle na 1 Mei 1904 door Burgemeester en Wethouders ver- leende vergunningen enr de bepaling dat nieuwe vergunningen niet mogen worden verleend. De Commissie verzoekt deze gelegenheid in ernstige overweging te willen nemen. Ook is ontvangen een cireulaire van Gede puteerde Staten van Zeeland, waarin de aandacht wordt gevestigd op de mogelijkheid der toepassing van art. 4 der Drankwet in het jaar 1930. Burgemeester en Wethouders geven te ken- nen, dat zij van deze gelegenheid gebruik wenschen te maken tot verlaging van het maximum der vergunningen in deze ge meente. Dit bedraagt op grond van het zielen- tal 23. Zij stellen voor, het maximum te stellen op 20. De heer KRUIJSSE betoogt, dat men hier reeds tal van jaren den toestand had, dat het maximum van het aantal vergunningen over- een kwam met dat overeenkomstig het be- volkingscijfer toegestaan, en dat hieruit voort- vloeide dat, wanneer een vergunninghouder kwam te overlijden, diens weduwe in de ge legenheid de vergunning voort te zetten, omdat Burgemeester en Wethouders haar dan en nieuwe vergunning kunnen geven. Indien het een weduwe is die met geen groot gezin achter blijft, kan zulks voor dat gezin van groote beteekenis zijn. Indien het maximum zou verlaagd worden van 23 tot 20, zou men den toestand krijgen, dat zulks over een groot aantal jaren niet meer mogelijk zou zijn. Dan zou bij' het overlijden van den vergunning houder de vergunning ophouden, hetgeen van groot nadeel zou zijn voor het betrokken ge zin, terwijl daar geen enkel voordeel tegen- overstaat voor de gemeenschap. Het drank- misbruik zal niet minder zijn, of het aantal vergunningen 20 of 23 bedraagt, is daarop niet van invloed, Het eenige gevolg zal zijn, dat er meer clandestien getapt wordt. Zoo als spreker ook reeds in de vergadering van Burgemeester en Wethouders heeft gezegd, zal hij aan dit voorstel zijn stem niet kunnen geven. De heer CLAESSENS stelt zich over dit on- derwerp op hetzelfde standpunt. Deze voor- gestelde vermindering van het aantal vergun ningen heeft weinig doel. Er zal dan in de verlofszaken toch sterken drank worden ge- schonken. De VOORZITTER: U zegt, dat er dan in de verloflokalen toch wel zal worden geschon- ken, doch daar mag het niet en daar wordt door de politie toch ook toezicht op gehouden De heer ESSELBRUGGE: Dat .is boven- dien toch ook een argument dat niet gelden kan mijnheer de Voorzitter. De heer VAN DE BILT vraagt welk motief bij Burgemeester en Wethouders voor het doen van dit voorstel heeft voorgezeten. De VOORZITTER antwoordt, dat het hun gewenscht voonkomt, het aantal drankgelegen- heden in de gemeente te verminderen. Hoe minder er zijn, hoe minder sterken drank zal worden gebruikt, de gelegenheid maakt den dief. De heer VAN DE BILT: Is dat het eenige? De heer ESSELBRUGGE merkt op, dat, als het aantal verminderd werd tot 20, dit bere- kend naar het wettelijk aantal der bevolking zou overeenkomen met een aantal voor een gemeente met 5000 zielen. De VOORZITTER: De heeren moeten goed begrijpen, dat, indien het voorstel van Burge meester en Wethouders wordt aangenomen, niet aan 3 personen een vergunning zal wor den ontnomen, doch dat dan, als er een af- valt, gedurende 5 jaar geen nieuwe vergun ning zal kunnen worden verleend, als het aan tal boven 20 zou komen. De heer KRUIJSSE geeft te kennen, dat dit juist zijn bezwaar is. Als er dan een weduwe met een groot gezin achterblijft, kan zij geen nieuwe vergunning krijgen. De heer J. DE FEIJTER juicht het voorstel toe. De gelegenheid maakt den dief en wan neer men eens rondziet in de omgeving is hij van oordeel, dat het aantal vergunningen hier best wat kan worden verminderd, dat het zelfs wel tot 15 zou kunnen worden terugge- braoht. Hij gelooft, dat het een zegen zou zijn, als het aantal wat verminderde. Indien iedere 5 jaar het aantal lager kan worden vastgesteld kunnen de herbergiers daarmede rekening houden en kunnen ze er zich op pre- pareeren, en ondertusschen zien iets anders te krijgen. De tieer DIELEMAN is van meening, dat dit voorstel van Burgemeester en Wethouders toejuiching verdienten dat men bovendien als overheid ook niet uit den weg moet gaan voor fieten als die door den heer Claessens worden voorgespiegeld. De overheid heeft tot roe- ping de drankzonde te bestrijden. Ieder weet wel, welke verwoestingen die in de gezmnen heeft toegebracht en nog brengt. Dat is veel grooter, dan de bezwaren die zouden ontstaan voor een gezin van een overleden vergunning houder, als de weduwe geen vergunning meer zou kunnen krijgen. Hij gelooft, dat Burge meester en Wethouders met hun voorstel juist in de lijn zijn van hetgeen de geest der Drank wet beoogt. Overigens noemt hij het geen compliment aan de overheid, indien kan worden gezegd, dat men dam ondanks het verbod toch sterken drank tapt. De overheid moet tegen wets- overtreding waken. Het zou niet gewenscht zijn, dat het werd zooals in Belgie, waar men, ondanks het verbod brjna overal een borrel tapt. De heer VAN DE BILT: Dat gebeurt toch in Amerika ook! De heer DIELEMAN: Dat is een gevolg van het slappe optreden der overheid. Ik kan met veel lust stemmen v66r het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De VOORZITTER moet opmerken, dat het geen de heer Claessens over het tappen zeide, toch maar een veronderstelling is. Indien er raadsleden zijn, die overtuigt zijn of de weten- schap hebben, dat er in strijd met de Drank wet op bepaalde plaatsen sterken drank ge tapt wordt, zouden die als deel der overheid verplicht zijn hen te waarschuwen. De heer 't GILDE staat wat zijn standpunt betreft in dezen niet aan de zijde van de heer Dieleman en zijn medestanders. Dat wil niet zeggen, dat hij geen even grooten afkeer heeft van den drankgruwel, ook al is hij geen ma- tigheidsprediker of afschaffer. Hetgeen men in de plaats krijgt van alle kunstmatige be- perking is in den regel veel immoreeler dan het bestaande. Het is een publiek geheim, dat men in de meeste verlofzaken in den regel ook wel terecht kan wanneer men naar alco- holhoudende dranken vraagt. Het kwaad dat schuilt in clandestienen verkoop vergroot dus weer, als men straks het aantal vergunningen door afvloeiing gaat verminderen. Als de heer Dieleman en zijn medestanders dus niet met mij overtuigd zijn, dat de clandestiene verkoop bestaat en ook wel zal blijven bestaan, zul len zij toch zoo ruiterlijk moeten zijn en er- kennen dat dit veel immoreeler is dan drank verkoopen met vergunning. Hij is geen voor- stander van zoodanige wetsbepaling, zoomin als van plaatselijke keuze en geheele of ge- deeltelijke drooglegging, hetgeen nog niet eens den naam van kunst- en vliegwerk ver- dient. De ervaring in Amerika is wel zeer be- droevend. Daar krioelt het van geheime drank- stokerijen. De dranksmokkelarij is daar ver- der een afschrikwekkend immoreel iets, in het leven geroepen door de z.g. „droogleg- ging"- Wij moeten naar zijn meening d^zen weg niet op. De ervaring leert dat verhooging van het levens- en welvaartspeil de beste facto- ren zijn voor de drankbestrijding, niet een ,,lapwerk" dat bestaat uit het intrekken van een paar onnoozele vergunningen in een ge meente, die zich naar het zich laat aanzien in een zeer nabij verschiet nog wel belang- rijk zal uitbreiden. Het eenige wat men hier- door bereikt is nog wat schade aan de ge- meentekas. Hij zal daarom zfln stem aan dit voorstel van Burgemeester en Wethouders niet geven. De heer DIELEMAN wil er nog even op wijzen, dat de heer 't Gilde wel van stand punt blijkt te zijn veranderd. Vijf jaren ge leden, toen deze kwestie ook aan de orde kwam, stond de heer 't Gilde bijna alleen met een betoog om het aantal vergunningen te verminderen. Nu spreekt hij geheel andere. De heer 't Gilde zal toch ook wel moeten toegeven, dat de drankwoede meer schade zal doen aan de geheele bevolking, dan het na deel dat voor enkelen zou kunnen ontstaan uit het verminderen van het aantal drank- gelegenheden met drie. Het voorstel strekt tot welzijn van de Axelsche bevolking. De heer 't GILDE merkt op, dat, indien hij 5 jaren geleden de eenige was die er vddr pleitte, de heer Dieleman dan toch ook van meening moet veranderd zijn, want dat deze dan 5 jaren geleden niet aan zijn zijde heeft gestaan om, zooals hij dat uitdrukt, de drank zonde te bestrijden. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt verworpen met 6 tegen 5 stem- men. Voor stemmen de heeren P. de Feijter, Oggel, J. de Feijter, Koster en Dieleman; tegen stemmen de heeren 't Gilde, Kruijsse. Van de Bilt, Claessens, Wolfert en Essel brugge. 8. Wijziging verordening regelende de openstelling der gemeente-secretarie. De uitbreiding van de industrie in deze ge meente brengt aldus geven Burgemeester en Wethouders te kennen mede, belangrijke uitbreiding van het aantal voonschriften, die moeten toegepast worden, waardoor de werk zaamheden ter Secretarie op verschillend ter rein belangrijk zijn vermeerderd. Teneinde deze werkzaamheden met het aanwezige per- soneel te verrichten, is het gewenscht, dat de verordening, regeiende de uren, waarop de Secretarie in de gemeente geopend en voor het publiek toegankelijk zal zijn, zoodanig te wijzigen, dat de kantooruren voor het perso- neel dagelij'ks behalve des Zaterdags met edn uur worden verlengd. Zij stellen naar aanleiding daarvan voor, vast te stellen de volgende: VERORDENING regelende de uren, waarop de Secretarie in de gemeente geopend en voor het publiek toegan kelijk zal zijn. Artikel 1. De Secretarie is behalve des Zondags en op de Algemeen erkende Christelijke feestdagen dagelijks voor het publiek geopend, van dee voormiddags 9 tot 12 uur en van des namid- dags 1 tot 2 uur, behalve des Zaterdags dan alleen van des voormiddags 9 tot 1 uur na- middags. Artikel 2. Behalve de uren, waarop de secretarie voor het publiek is opengesteld is het personeel dagelijks, behalve des Zaterdags, nog werk- zaam van des namiddags 2 tot 5 uur en ove rigens op die dagen en uren als noodig blijkt, zulks overigens de bepalingen genoemd in de Verordening voor de Ambtenaren en bedien- den ter Secretarie in deze Gemeente. Artikel 3. De vorige verordening van den 15 Februari 1926 komt bij het in werking treden van deze verordening te vervallen. Artikel 4. Deze verordening treedt in werking op den 2den Juni 1930. Deze verordening wordt met algemeene stemmen vastgesteld. 9. Vaststelling verordening op de hefting en invordering van besmettelijke ziekte- gelden. Burgemeester en Wethouders vestigen er de aandacht op, dat bij net in werkingtreden van de nieuwe wet op de besmettelijke ziek- ten, de voorschriften van afzondering en ont- smetting van de daarin genoemde ziekten aanzienlijk zijn verscherpt, wat niet tot de taak van het gemeentelbestuur behoort om alle voor rekening der gemeente te nemen. Zij stellen in vertiand daarmede voor, vast te stellen eene verordening op de heffing en op de invordering van besmettelijke ziekte- gelden, als volgt: VERORDENING op de heffing van be smettelijke ziektengelden in de ge meente Axel. Artikel 1. Er worden in deze gemeente, onder de benaming van besmettelijke-ziektengelden, als bijdrage in of vergoeding van de ten laste der gemeente komende kosten van vervoer afzondering, onderzoek, verpleging, reiniging en ontsmetting als bedoeld in de besmette- lrjke-ziektenwet (Staatsblad 1928, No. 265 rechten gevorderd volgens het in artikel dezer verordening opgenomen tarief. Artikel 2. 1. Belastingplichtigen zijn de belang- hebbenden. 2. Als belanghebbende wordt beschouwd: a. bij: vervoer, afzondering, onderzoek, reiniging en ontsmetting, het hoofd van het gezin of de alleenwonende persoon, in wiens woning, voer- of vaartuig blijkens de kennis- geving volgens artikel 1 der besmettelijke

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 5