GXMEVGDE B1BICHT1K.
jaar mee bezig, en is nag niets vender ge
komen.
De heer BEDET merkt ap, dat dit een ge-
volg is van de amstandigheiid, dat de genees
heeren eischen stelden, waaraan niet kan wor-
den volidaan.
De heer COLSEN vervolgt, dat men zich de
vraag stelt, wat het zal kosten. Hij is van
oordeel, dat dit zeer miniem zal zijn.
De heer BEDET meent, dat het pas straks
over de kosten gaat.
De heer COLSEN geeft te kennen, dat de
aamdaoht op een dokter uit een andere ge-
meente viel, omdat vele meergegoeden de
huip van een geneesheer uit een aangrenzende
gemeente inriepen en die veel op Sluiskil
kwam. Nu daar een dokter gevestigd is, is
de to est and wel veranderd. Hij geeft echter
nag niet toe, dat er geen verordening in het
leiven zou zijn te roepen, waarop de genees-
heeren bereid zouden zijn, himne diensten ten
'behoeve der armen te verleenen. Waarom
zouden ook de minigegoeden geen keuze mo-
gen hebben met betrekking tot den genees
heer dien ze kiezen willen.
De VOORZITTER acht dit wel heel mooi
gezegd en burgemeester en wethouders en de
gemeenteraad zou die gelegenheid ook graag
openstellen, maar zij moeten zwichten voor de
praJktijk, welke b6wezen heeft, dat die rege-
ling zonder veel te bezwarende voonwaarden
niet is in te voeren.
De heer VAN AKEN is met betrekking tot
het vraagstuk der vrije artsenkeuze nog niets
van standpunt veraniderd, maar als hij de toe-
lichting van iburgemeester en wethouders
leest, blijkt hem, dat er niets van kan komen.
Dan houdt alles op.
De heer VERLINDE verklaart, dat het
met hem evenizoo is; als,. men over een of
ander niet tevreden is, doet men al eens iets,
en zoo is de raad ook tot het besluit van
vrtje artsenkeuze gekomen, maar alles staat
of valt met de financieele uitgaven die daar-
mede gepaard gaan, en diie zijn, naar het hem
voorkomt, onoverkomelijk
De VOORZITTER meent uit de besptekin
gen te mogen afleiden, dat de raad ook wel
overtuigd is, dat het systeem vrije artsen
keuze zal moeten vervallen.
Dan rest de vraag op te lossen of men alle
4 de hier wonende geneesheeren zal benoemen
of wel 2 met de armenpraktijk zal belasten.
Vrije artsenkeuze inrvoeren lijkt op dit mo
ment niet wel mogelijk.
De heer CODS EN acht het wel een bezwaar,
om nu over te gaan tot het benoemen van
2 geneesheeren, want als dan de toestanden
zouden veranideren, en men kon tot invoering
van vrije artsenkeuze geraken, zou men de
benoemde geneesheeren weer niet kwijt kun-
Ben. Het maakt een groot verschil, of men
met jonge menshhen dan met geneesheeren
van 65 tot 70 jaar te doen heeft. Inidertijd
heeft de voonzitter toch gezegd, dat men den
heer Spruitenburg zoo maar niet kon ont-
slaan.
De VOORZITTER merkt op, dat dit in
dezen zin niet juist is; de gemeentegenees-
heef kon toen niet worden ontslagen, omdat
de verordening, waarbij diens dienst was ge
regeld, niet was opgeheven. Men kan den
functionaris van een dienst niet ontslaan
aoolang die dienst nog bestaat. Hlij is van
meening, dat straks, als de Ziekteverzorgings-
wet in werking treedt, verschillende bezwa-
ren die met betrekking tot deze kwestie be-
staan, zullen worden opgeheven. Al worden
er thans geneesheeren benoemd, dan zou dit
toch bij het intreden eener andere regeling
wel gevonden kunnen worden. Men moet niet
vergeten, dat het bij den heer Spruitenburg
maar een kwestie was van een paar jaar.
De heer COLSEN: Dan komen we toch in
hetzedfde schuitje?
De VOORZITTER merkt op, dat die kwes
tie nu geregeld is bij de ambtenarenwet. Bi;
het opheffen van een dienst, vervalt de be
trekking. Indien bjv. door de nieuwe regeling
der financieele positie tusschen rijk en ge-
aaeenten de gemeente-ontvangers komen te
vervallen, komen deze in een speciale positie
Spreker verwacht, dat de Ziekteverzorgings-
wet met betrekking tot de besproken regeling
een anderen toestand zal in het leven roepen
en dat dan de moeilijkheden die thans bestaan
zullen vervallen. Dan zullen alle menschen
zich kunnen verzekeren voor eene behandeling
door dokter en apotheker. Het armbestuur
kan dan de kosten daarvoor op zich nemen
Het is wel een bezwaar voor de geneesheeren,
dat de behandeling der ondersteunden van het
armbestuur, het meest riskant is. Het is vol-
komen juist, dat bij de regeling die de genees
heeren hadden voorgesteld het gemeentebe-
stuur of het armbestuur geenerlei controle
zouden kunnen uitoefenen en het evengoed
zou zijn, alsof men aan de geneesheeren den
sleutel van de gemeentekas had gegeven en
dat kan toch niet.
Hij gel oof t dat wel alle leden het hierover
eens zullen zijn, behalve dan misschien de
heer Colsen,
Er kunnen nu twee wegen bewandeld wor
den. Het meest voor de hand liggend is, dat
er twee geneesheeren worden aangesteld, nl.
1 voor de kom en een voor Sluiskil en de bui-
tenwijken, maar als men daaraan de voorkeur
geeft, zouden ook alle vier de hier gevestigde
geneesheeren kunnen worden aangewezen
voor de geheele gemeente. Dan zou het wel
kunnen voorkomen, dat er een onder was die
riijn salaris ontving zonder er iets voor te
doen, maar iburgemeester en wethouders ach-
ten dit laatste ook niet verstandig; zij willen
er een aanstellen voor Ter Neuizen en een
voor Sluiskil.
De heer DEKKER zegt bezwaar te hebben
tegen 4, maar niet tegen aanstelling van 3
geneesheeren.
De heer BEDET sluit zich hierbij aan.
De heer VAN DRIEL verklaart zich voor
de aanstelling van 2.
De heer COLSEN stelt er prjjs op, dat ze
alien worden aangesteld, dan zijn de zieken
vrij wien ze nemen willen. Blijkens de vroe-
ger ontvangen stukken was er een die niet
maar buiten wtilde, maar die zou hij dan ook
uitsluiten. Hij wil definitief de zekerheid, dat
ae, aangesteld, ook zullen komen.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat bur-
gemeester en wethouders het niet onwaar-
schijnlijk achten, dat men, handelende vol-
gens het advies van den heer Colsen, tot het-
aelfde resultaat zou komen.
Met algemeene stemmen wordt alsnu be-
•loten de armenpraktijk op te dragen aan 2
geneesheeren, die daarvoor zullen worden op-
geroepen.
De heer BEDET uit ziijn vreugde, dat de
vrije artsenkeuze met dit besluit van de baan
is. Hij is daar blij over.
De heeren VAN AKEN en VAN DEN
BULCK protesteeren daartegen en meenen,
dat dit niet iets is om zich over te verblijden.
De heer BEDET blijft er bij, dat hij zich
hierover verheugd, omdat hij in vrije artsen
keuze een bron van moeilijkheden en duurte
»ag.
Door burgemeester en wethouders wordt
voorgesteld, om voor den geneesheer in de
kom 500 en voor dien te Sluiskil 400 uit
te loven. Hij acht dat zeer goed betaald, en
meent, dat in verband met hetgeen er voor
te doen is, de betaling aan den dokter te
Sluiskil best met 200 kan verminderd
worden.
Hi} heeft hier een staatje, waaruit bljjkt,
dat in 1927 voor het armbestuur werden be-
handeld 38 gealimenteenden, in 1928 was dit
41 en in 1929 45.
De heer SOHEELE: Dat is klimmend!
De VOORZITTER: En hij wil verminderen!
De heer BEDET heeft te kennen, dat onder
die 45 trwee verlossingen begrepen zijn, die
door de vroedvrouw werden verricht1, het
waren dus voor den geneesheer 43 gevallen.
Spreker wil voor ieder ziektegeval 7 bezoe-
ken rekenen, hetgeen niet weinig is, er zijn er
bij van meer, maar er zijn er ook van een keer
of drie.
De VOORZITTER: Misschien ook van 50 of
een geheel jaar.
De heer BEDET: Neen, van een geheel jaar
was er geen. Volgens mijn berekening kom ik
dan op 301 bezoeken, hetgeen dus tegen 900
zou komen op 3 per bezoek. Ik meen daar-
om, dat 700 nog goed betaald zou zijn, voor
de kom en Sluiskil te samen.
Wat nu het werk betreft, er zijn in de kom
60 personen geweest, die aanspraak konden
maken op geneeskundige behandeing van wege
het burgerlijk armbestuur en in het welvaren-
de dorpje Sluiskil zijn er in totaal maar 4,
dat is nog nooit meer geweest, wel eens 3 of 2.
Bij een vergelijking van f 500 voor de kom,
is 400 voor Sluiskil niet te verdedigen. Te
Sluiskil zal de geneesheer voor het armbestuur
zeer weinig te doen hebben, daarentegen in de
kom bijna dagelijks. Het voor Sluiskil voorge-
stelde bedrag is dus wel/degelijk voor vermin-
dering vatbaar. Om den zich daar gevestigd
hebbenden geneesheer tegemoet te komen zou
ik hem f 200 willen geven en hier f 500. Er
is ook gesproken over de buitenwijken, maar
daar komen geen gealimenteerden voor. Dat
is slechts een oogenblik te Driewegen het ge-
val geweest en daar bij de Blikstraat.
De heer COLSEN wijst er op, dat de heer
Bedet zijn blijdschap uitsprak, dat vrije art
senkeuze is ingetrokken, omdat dit volgens
hem zooveel zou kosten, maar dat hij de cijfers
van de behandelde armen wist en dan toch
wel tot een andere conclusie had moeten
komen. Spreker zou die cijfers ook graag ge-
weten hebben, want dan had hij de meening
dat het zoo duur zou worden, kunnen weer-
leggen. De heer Bedet heeft door die cijfers
tot na de beslissing achter te houden, de raad
om den tuin geleid. Als men zich baseert op
47 personen en 10 bezoeken per zieke, kan dat
toch niet zoo hoog loopen. Als er vrije art
senkeuze kwam zouden er toch niet meer men
schen ziek worden?
De VOORZITTER: Ja! ja!
De heer COLSEN beweert, dat de cijfers van
het Burgerlijk Armbestuur mank gaan, hij ge-
looft dat niet, maar ondertusschen sprit het
hem dat ^e beslissing niet geweten heeft.
De VOORZITTER merkt op, dat thans over
de vrije artsenkeuze de beslissing gevallen is,
De heer COLSEN weet dit wel, maar moest
nu toch zijn spijt uitdrukken, dat die cijfers
niet vroeger zijn genoemd.
Hij herinnert, dat indertijd door den gemeen
teraad een oproeping is gedaan voor een ge
neesheer te Sluiskil, die men een vestigings
toelage wilde geven van 1500. Men wilde
toen trachten te bewerken dat zich aldaar een
geneesheer vestigde. Men was zoo gelukkig
dat er zich iemand opdeed, maar toen hij be
noemd zou worden trok de candidaat zich
terug. Thans heeft er zich, in verband met
verschillende omstandigheden een geneesheer
gevestigd. Maar spreker voorziet daarom nog
niet, dat men er hieriftede is. Op het oogen
blik zal de praktijk wellicht bevredigend zijn,
rnaar als de bouw der fabriek klaar is, zal Bet
naar zijn meening wel verminderen. Hij zou
het daarom; wel gewenscht achten, den te
Sluiskil zich gevestigd hebbenden geneesheer
een toelage te geven, waartegenover deze dan
verplicht zou moeten worden de menschen in
de buitenwijken te bedienen. Dat zou niet het
toen uitgeloofde bedrag van 1500 behoeven
te zijn, doch spreker zou dat willen stellen op
f 800, als een soort vergoeding of tegemoet-
koming voor zijn vestiging. Het is nu toch
een feit dat de menschen te Sluiskil en om-
geving voor wat geneeskundige behandeling
betreft uit de penarie zijn. Indien nu de dok
ter te Sluiskil ook zijn eigen apotheek mag
houden, hetgeen in het verschiet is, bespaart
de gemeente het bedrag dat nu voor het af-
halen van medicijnen wordt betaald en is de
gemeente nog minder kwijt dan vroeger.
De heer SCHEELE merkt op, dat, als het
over de centen gaat, men van den heer Colsen
gewoon is, dat hij nog al ruim grijpt. Spreker
zou eenigszins tot voorzidhtigheid willen aan
manen. Hij wijst er op, dat de toestanden
sinds de raad genegen was Sluiskil aan een
geneesheer te helpen, wel eenigszins ver
anderd zijn. Toen zag men in, dat daar zoo
weinig werk was, dat men zonder een flinke
toelage daar niemand krijgen zou. Daar is
nu wel werk en kan de geneesheer daar zijn
brood verdienen, zonder dat het noodig is,
hem een toelage te geven. Het is absoluut
niet noodig dien geneesheer 800 te geven, te
meer als hij daar ook nog zelf zijn apotheek
mag vestigen, waarvan hij dan toch zelf ook
de voordeelen trekt. Hij acht 500 voor de
kom en 400 voor Sluiskil goed, maar kan
zich met minder ook nog vereenigen.
De heer VAN DRIEL handhaaft zijn voor
stel om de bezoldiging voor de 2 aan te stel
len geneesheeren gelijk te stellen.
De VOORZITTER zal, na al het gesprokene,
over dit onderwerp niet veel zeggen Hij kan
het voorstel van den heer Bedet, om hierop
te bezuinigen niet aanbevelen. Er mogen dan
niet veel gealimenteerden te behandelen val-
len, laat men het dan beschouwen als een
vestigingspremie, hij gelooft, dat het voorstel
van den heer Van Driel dan iets verstandiger
zou zijn, maar dat van den heer Colsen gaat
te hoog.
Hij zal nu eerst het voorstel van burge
meester en wethouders in stemming brengen.
Wordt dit aangenomen dan vervallen de an
dere voorstellen, wordt het verworpen, dan
kan de raad een andere beslissing nemen.
Het voorstel wordt aangenomen met 7
tegen 4 stemmen.
Voor stemmen de heeren Scheele, Dekker,
Verlinde, De Bruijne, De Bakker, Van Aken
en De Jager; tegen stemmen de heeren Col
sen, Van Driel, Van den Bulck en Bedet.
De heer VAN DRIEL merkt op, dat nu toch
van de gewone regeling der stemming is af-
geweken. Feitelijk hadden todh eerst de
amendementen in stemming behooren te
komen. Spreker heeft tegen het voorstel ge-
stemd, omdat hij tegen een onderdeel was, nu
zou het den schlijn geven alsof hij tegen de
geheele zaak was. Dat is niet het geval.
De heer BEDET sluit zich daarbij aan.
De VOORZITTER deelt mede, dat burge
meester en wethouders thans een oproeping
zullen doen in het plaatselrjk blad
De heer COLSEN: Dus niet in een genees-
kundig tijdschrift!
10. Omvraag.
TJ-
a. De heer VERLINDE moet zijn leed-
wezen ultspreken over de wrjze van uitvoe-
ring van het besluit betreffende de plaats
waar het kabelhuisje voor de P.Z.E.M. ge-
bouwd wordt. Dat besluit is zoo plotseling
genomen, aan het eind eener langdurige ver-
gadering en geheel onvoorbereid. Hij en oak
andere leden waren van idee, dat dit huiisje
ergens zou worden gebouwd dat het wat uit
het gezicht stond, en hadden minstens ver
wacht, dat het toch geen nadeel zou doen aan
de piantsoentjes die de gemeente daar aan de
Axelsche straat bezit. Zoo werd het ook on-
geveer voorgesteld. Maar nu wordt het ge
bouwd geheel voor aan de Axelsche straat,
een deel van het tuintje is er voor opge-
ruimd, het kon onmogelijk de omgeving meer
ontsierend. gebouwd worden. Spreker heeft
nog geprobeerd dat werk gestopt te krijgen,
maar dat is hem niet kunnen gelukken. Hij
vernam, dat men er best een andere plaats
voor had kunnen kiezen, daar het bestuur van
de ambachtsschool genegen was er op haar
terrein een plaats voor te geven.
Spreker weet wel, dat het nu weer mosterd
na den maaltijd is, men heeft van de zijde der
P.Z.E.M. volgehouden, dat het huisje juist
d&ar moest staan, want dat ze niet met hun
kabels door igrond van Domeinen mochten
komen, doch dat was ook al geen bezwaar ge
weest. Ze hadden best met hun kalbel daar
op het terrein van de ambachtsschool kunnen
komen, zonder grond van Domeinen te pas-
seeren.
Spreker kan niet anders zeggen, dan dat
hem de witjze waarop burgemeester en wet
houders dit hebben laten oplossen ten zeerste
spijt, en gelooft wel dat alien het daarin met
hem zullen eens zijn, aangezien het geheel
aanzien van het plantsoentje daar is wegge-
nomen. Hij had toch behoefte hierover zijn
meening uit te spreken.
De heer BEDET wenscht zich hierbij aan
te sluiten. Er valt nu niet meer over te pra-
ten, maar hij kan wel zeggen dat deze gebeur-
tenis hem aanleiding geeft tot het besluiten
om niet meer mee te werken aan het nemen
van een besluit over zaken die niet op de
agenda voorkomen en waaromtrent geen ge
legenheid is geweest zich te beraden. Spreker
had gedacht dat dit kabelhuisje geheel aan
het andere eind van het terrein zou gebouwd
gewonden zijn. In elk geval, hij doet er niet
meer aan mee, om op die wijze zaken te be
handelen.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat in-
derdaad is getracht het huisje op een andere
plaats te krijgen. Het is dan ook gevraagd
aan het bestuur van de Ambachtsschool, aan
gezien de P.Z.E.M. het zoo kort mogelijk bij
de Axelsche straat wilde hebben. Vanwege de
administratie der Domeinen is er echter be
zwaar tegen gemaakt, dat het huisje op het
terrein der ambachtsschool zou komen, omdat
dan kabels moesten worden gelegd door een
terrein, waarvan het niet zeker is, dat daardp
nog een straat zal worden aangelegd. Ove-
rigens meent spreker, dat de rahd dat plant-
soen niet te hoog moet aanslaan, want daar-
van zal niet veel overblijven, als er eenmaal,
zooals het ontworpen is, 24 villa's staan.
De heer VERLINDE: Dan waren in elk
geval onze tuintjes ovengebleven.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat bur
gemeester en wethouders bezig zijn met een
beter plan voor een plantsoen, nl. dat waarop
door den heer Verlinde ook meermalen is ge-
weizen, om een plantsoen met wandelgelegen-
haid te kunnen aanleggen aan de Westzijde
van Ter Neuzen.
De heer COLSEN: Dus men wil een park
aanleggen, als in Sas van Gent!
De VOORZITTER: Neen, een park houden
we er niet op na, we stellen ons met een
plantsoen tevreden. Wat het benemen van
het uitzicht betreft, door het in aanbouw zijn-
de kabelhuisje, er is van wege de P.Z.E.M. be-
loofd, dat men een net huisje zou bouwen en
het met groen zou laten begroeien en om-
geven met heesters, zoodat het niet onooglijk
zal zijn. Burgemeester en wethouders hebben
wel gezocht, om het op een andere manier op
te lossen, maar dat is niet gelukt en er was
haast bij, omdat er een nieuwe leiding moet
gemaakt worden. Het heeft echter niet out
broken aan pogingen om het te veranderen.
De heer DEKKER begrijpt niet, dat ze van
de P.Z.E.M. dat kabelhuisje daar willen zet-
ten; hij heeft den uitgegraven grond vervoerd
en daarbij bleek hem dat het terrein een los
sen, slappen ondergrond heeft.
De VOORZITTER: De heeren hebben ge
zegd, dat het niet anders kon.
b. De heer VAN DEN BULCK bekdaagt
er zich over, dat de leden, door het op het
laatste oogenblik toevoegen van stukken aan
de agenda, door inzage dahrvan zich toch niet
voldoende op de hoogte kunnen stellen en op
de behandeling daarvan dan niet geprepareerd
Zijn. Hij zou gaame zien, dat op 't laatst in-
komende stukken niet meer in behandeling
kwamen.
De VOORZITTER merkt op, dat, indien
men de lijn ging volgen die de heer Van den
Bulck vraagt, er stagnatie zou komen in de
behandeling van sommige zaken. Hij wijst b.v.
op het verzoek tot het vaststellen eener roai-
lijn. De heer Colsen vroeg nu al dadelijke be
slissing, maar als aan het verzoek van den
heer Van den Bulok werd voldaon, zou het
voor de ingezetenen die op een beschikking
van den raad wachten nog moeilijker worden.
lets anders is het, voor wat betreft een voor
stel als dat van den heer Colsen. Hij gelooft
ook, dat wanneer raadsleden voorstellen wen-
sahen in te dienen, dat ze dan verstandiger
doen door het wat vroegtijdiger in te zenden,
en ook door er hunne mede-leden van in ken-
niq fp Qtpllpn
De heer VAN DEN BULCK zegt, die ge
wone venzoekjes niet te bedoelen, maar hij
had juist op 't oog het voorstel van den heer
Colsen, dat was een toch nog al belangrijk
adres en hij was op de behandeling daarvan
niet voorbereid.
De VOORZITTER is het dan volkomen met
hem eens en spredkt de verwachting uit, dat
de raadsleden met het ten deze gesprokene
rekening zullen houden.
c. De heer DE BAKKER merkt op, dact,
nu de electrische centrale van de Industrieele
Maatschappij aan de P.Z.E.M. is overgegaan
het geheele personeel der centrale overgaat
of gepensionneerd wordt, uitgezonderd 66n.
Dat is iemand met 22 dienstjaren. Die gaat
niet over en krijgt ook geen pensioen. Die zal
op zijn leeftij-d moeilijk nog ergens terecht
kunnen komen. Hij meent, dat het nu toch
wel op den weg ligt van den raad van Ter
Neuzen om gedeputeerde staten van Zeeland
als bestuurders der P.Z.E.M. te bewegen, toch
ook iets voor dien man te doen. Het spijt aan
spreker, dat een dergelijk denkbeeld niet van
burgemeester en wethouders zelf is uitgegaan.
Hij vindt het echter treurig, dat Lok op de
keien wordt gezet. Hij voegt hier nog aan toe,
dat hij het met den betrokkene hierover niet
heeft gehad.
De VOORZITTER: Ik ben bll& dat u zegt
hier niet met een boodschap van den heer
Lok te komen.
De heer VAN DRIEL merkt op, dat hjj alle
verwachting heeft, dat die kwestie in orde
komt. Zijn partijgenoot De Pauw heeft in de
Statenzitting daaromtrent een motie inge-
diend, maar deze weer ingetrokken, na een
toezegging van gedeputeerde staten, dat die
kwestie tot een zeer goede oplossing zou
komen. Er moet nu worden afgewacht en op
die toezegging vertrouwd. Als men nu kwam
met een vraag, zooals door den heer De Bak
ker wordt voorgesteld, zou dat op gedeputeer
de staten misschien zelfs een minder goeden
-indruk maken.
De heer DE BAKKER: Indien ik dat had
geweten, zou ik niets hebben gezegd.
De VOORZITTER: Leer dan nu van ons,
dat het zijn nut heeft, alvorens zaken te be-
spreken, zich daarvan goed op de hoogte te
stellen en eens inlichtingen te vragen, want
door maar overal zonder vol-doend onderzoek
op in te gaan kan men zijn eigen positie op
die zijner protege's soms schaden. Hij kan
ook wel verklaren, dat de positie van Lok zal
worden geregeld, deze zal niet te klagen heb-
ben. Burgemeester en wethouders hebben I
daarop de aandacht van het bestuur der
P.Z.E.M. gevestigd en de heeren hebben toe-
geizegd, dat we ons daarover niet bezorgd be-
hoefden te maken.
d. De heer BEDET wil, al komen thans
de notulen van de vorige raadszitting nog
niet aan de orde, opmerken, dat hij gezien
heeft, dat het raad-sbesluit waarbij een toe
lage werd verzekerd aan den voormaligen ge-
meente-ontvanger, den heer Tholens, is om-
schreven als zouden burgemeester en wet
houders dezen werkzaamheden ter se'cretarie
opdragen ,,binnen" de uren die daarvoor zijn
gesteld. Hij acht die omschrfijving niet juist
en vermeent, dat de raad heeft bepaald ,,op"
de uren die daarvoor zijn gesteld.
De VOORZITTER ziet niet het verschil in
die omschrijving en acht „hinnen" meer juist
dan ,,op" de uren. Er kan echter bij het vast
stellen van de notulen op worden gelet.
e. De heer DE BRUIJNE vraagt, wan
neer het hekje toch eens zal worden aange-
bracht op het muurtje bij de woning van de
heer Den Hamer aan de Axelsche straat. Het
ontbreken levert gevaar op voor zijn kinderen;
Den Hamer zou dat graag aangebracht zien.
De VOORZITTER begrijpt de zaak niet,
als de heer Den Hamer zelf die klacht heeft
geuit, aangezien die op de hoogte der zaak is.
Het hek is besteld en wordt door den smid
gemaakt. Er zal toch gewacht moeten wor
den tot het klaar is. Hij zal dan zijn kinderen
zoo lang maar aan een touwtje moeten
houden.
De heer DE BRUIJNE weet er ook van,
dat het hek is besteld, maar vindt dat het
wel wat lang duurt.
De VOORZITTER antwoordt, dat burge
meester en wethouders dit toch niet kunnen
forceeren.
f. De heer COLSEN vraagt, of burgemees
ter en wethouders nu al iets gevorderd zijn
met betrekking tot ovememing door de ge
meente van de Pierssenspolderstraat. Over
een dag of 14 krijgt men de poldervergade-
ring, waarin daarover zou moeten worden be-
slist, anders gaat er weer een jaar overheen.
Er ziijn nil al 11 maanden verloopen, sinds die
zaak is aanhangig gemaakt. Burgemeester en
wethouders hebben nu toch wel gelegenheid
gehad dat te behandelen. Er is toen ook over
den Benedenweg gesproken.
De VOORZITTER deelt mede, dat dit laat
ste in voorbereiding is. Er is heel wat op til
voor Sluiskil. De Pierssenspolderstraat zal
ook aan de orde komen. Het programma is
nogal groot geworden, om het alles tegelijk
aan te pakken. Hij zal de poldervergaderin-
gen noteeren.
De heer COLSENJa, dat geschiedt meest-
al in Mei, het kan ook Juni worden. De nood-
zakelijkheid van verbetering der straat is niet
te miskennen. Het zijn daar nu geen water-
slootjes meer, maar het zgn beerputjes gewor
den.
De VOORZITTER: We zullen het in orde
zien te krijgen, maar u moet niet te veel in
eens op het programma brengen, dan hokt de
uitvoering.
De heer COLSEN: Maar het besluit om
over overname te onderhandelen is toch aan
genomen
De VOORZITTER: Zeker, maar de later in
bespreking gekomen nieuwe punten schenen
belangrijker.
g. De heer VERLINDE wenscht nog een
vraag te stellen, n.l. wat er het brandweer-
bestuur toch toe kan bewogen hebben, nadat
besloten was ook voor Driewegen en een paar
andere plaatsen brandbluschapparaten aan te
schaffen, daarvoor apparaten van een ander
merk aan te schaffen, terwijl de brandweer
voor dien tijd in het bezit was van brand
bluschapparaten van een jnerk dat proefon-
dervindelijk goed gebleken was, waarover het
bestuur der brandweer zjjn voile tevredenheid
had betuigt, waarvan men van de leverende
firma bij herhaling gratis vullingen heeft ge-
kregen, en terwijl men die apparaten in Ter
Neuzen bij een ingezetene koopen kan, terwirjl
die andere apparaten bij iemand buiten de
gemeente zijn aangekocht.
Spreker acht dit nog te meer bedenkelijk,
aangezien die laatst aangeschafte apparaten,
het merk „Total" volgens het orgaan van de
Nederlandsche Brandweervereeniging behoo
ren tot die, welke, als zijnde een droogpoeder-
bluschtoestel van geen waarde zijn voor het
meerendeel der gevallen waarvoor ze verkocht
worden, en daardoor juist een gevaar opleve-
ren, want men denkt een brandbluschapparaat
te hebben en men heeft het op die manier niet.
Men kan een begin van brand even secuur blus-
schen met een weinig zand of zelfs zaagsel.
Bljjkens „Het Vaderland" van 3 Februari 1.1.
heeft de Koninklijke Nederlandsche Brand-
weervereeniging onlangs aan een commissie
opgedragen een onderzoek in te stellen naar
de werking van de verschillende brandblusch
apparaten die aan de markt komen. Die com-
missie heeft Voor proefneming ook zoo'n
„Total" gevraagd. Uit een in ,,Het Vader
land" afgedrukt schrijven van de firma die
deze apparaten verkoopt, was zij alleen be
reid zoo'n apparaat aan de proefneming bloot
te stellen, indien dit mocht worden bediend
door haar eigen personeel en waarbij dan al
leen voor blusschen in aanmerking zou komen
hetgeen door haar zelf als een praktische proef
zou worden beschouwd. Indien apparaten
door de verkoopers als goed worden aanbevo-
len, moeten zjj deze ook durven laten gebrui-
ken door anderen, die er eventueel mede moe
ten werken, en dan mogen de commissieleden
uit de Brandweervereeniging toch ook wel met
blusschen van brand op de hoogte geacht wor
den.
Het blad vertelt ook nog van zoo'n proef
door den handelaar met veel ophef genomen.
Er waren ook joumalisten bij en afgesproken
was, dat een der journalisten het teeken zou
geven, wanneer de aangestoken stapel latten
zou kunnen worden gebluscht. De verkooper
wachtte echter niet tot het teeken gegeven
werd, maar liet, toen het hout pas begon te
branden zijn apparaat reeds afsteken. Zulke
proeven beteekenen niet veel. Maar dat men
zijn apparaat niet voor demonstratie aan een
commissie van deskundigen durft geven, moet
al terstond wantrouwen wekken.
Spreker zou dus gaame vernemen, op grond
van welke overwegingen men tot den aankoop
van andere apparaten is overgegaan, terwijl
men er bezat die de proef goed hadden door-
staan, waarover men tevreden was, terwijl hij
er bovendien op wijst, dat die apparaten, als
zijnde minderwaardig nu juist een gevaar op-
leveren, want men zou denken daar veilig
door te zijn en men is het niet.
De VOORZITTER kan die vragen op het
oogenblik niet beantwoorden. Hij wijst er
echter wel op, dat ieder koopman zijn eigen
waar aanprijst. Dat ze niet bruikibaar zou
den zijn, acht hij wel onwaarschijnlijk. Hij
zegt toe, op de aanstaanden Maandag te hou
den vergadering van den Brandiweerbond er
naar te zullen informeeren, of de apparaten
Total" niet deugen.
De heer VERLINDE vindt het treurig, dat
zich steeds gevallen voordoen, dat men van
gemeentewege zaken die men zeker even goed
in Ter Neuzen koopen kan, ibuiten de gemeen
te koopt. Waarvoor is dat toch noodig? En
dan valt men er nog z6o mee uit!
De VOORZITTER verzoekt eens &f te
wachten. Hij vermoedt, dat deze kwestie wel
behoorlijk tot ziran redht zal komen en dat de
brandbluschapparaten Total" het een heel
eind zullen sturen en dat dit merk beter is
dan de anderen.
De VERLINDE moet dan weer verwijae*
naar de proef waaraan de deskundigen het
apparaat helbben willen onderwerpen en dat
de verkoopende firma niet bleek aan te dur
ven. Alleen als ze het zelf mogen doen, maar
dan halen ze er trues mee uit, die alleen in
druk maken op leeken. Het zou toch juist
voor een apparaat de beste reclame zijn in
dien het door deskundigen zelfstandig werd
gekeurd en goed werkend verklaard?
De heer DE BAKKER heeft bij den brand
bij juffrouw Nieuwejaars gezien, dat de in-
specteur van politie daar met een blusch-
apparaat kwam en toen hij dat in werking
stelde was het begin van brand spoediig ge
bluscht. Hij weet niet welk apparaat dat was.
De heer VERLINDE veronderstelt, in ver
band met het tijdstip waarop die brand is
voorgevallen, dat dit nog wel een apparaat
van de eerst aangeschafte was.
De VOORZITTER zegt in elk geval nadere
inlichtingen toe.
Hij sluit de vergadering.
EEN GESCHONKEN STAD.
De weduwe van een zeer rijk man, mevr.
Mary M. Emmery, heeft een schenking ge
daan, welke zelfs in Amerika, het land der
onbegrensde mogelijkheden, vrijwel zonder
voorbeeld is. Al vijftien jaar geleden, toen
haar men een zeer rijk groot-industrieel, stierf,
had ze besloten een deel van het geweldige
vermogen, dat hij haar had nagelaten, ten
dienste van het algemeen te besteden. Lang
had ze er over nagedacht hoe de vele millioe-
nen besteed moesten worden, om haar mede-
menschen er het meeste van te laten profitee-
ren. En eindelijk kwam ze op het zeker origi-
neele idee een stad te laten bouwen in een
ideaal gelegen streek, volgens beproefde prin-
cipes der woninghygiene en deze stad aan haar
landgenooten te schenken. Twaalf jaar lang
heeft de uitvoering van het plan geduurd. Nu
is het groote werk van vrijgevige menschen-
liefde gereed. De stad, welke voorloopig een
achthonderd huizen telt, is uit den grond ge-
groeid en opent haar poorten voor eenige dui-
zehden menschen, die mevr. Emmery gelukkig
wil maken. De ten geschenke gegeven stad
heet naar den voornaam der stichteres Mari-
mont, ligt niet ver van Cincinnati en is met
deze stad verbonden door een electrische tram.
Marimont is in den letterlijken zin van het
woord een ideaal stad. Haar omgeving is idyl-
lisch, rondom bergen en de stad zelf in een
prachtig dal. De huizen zjjn met haast ver-
kwistende ruimte gebouwd. Er is geen enkel
dat niet volop zon heeft. In elke woning is
slechts een groote electrische keuken, welker
personeel het eten voor alle bewoners bereidt.
De ramen zijn zeer groot, haast enkel glaze*
wanden, met ultraviolet stralen doorlatend
glas. De daken zjjn plat, en op elk dak is 'a
tuin, 'n zwembassin en een kunstmatig
strandje. De straten zijn breed en de twee
pleinen zijn prachtige tuinen. Uit de stad lei-
den prachtige wegen de bergen in. Een groot
deel der burgers van Marimont woont gratis
en de anderen betalen een huur, welke veel
en veel lager is, dan die voor normale wonin-
gen in een normale stad.
EEN GEVECHT MET EEN LEEUW.
Een blanke, zekere Vermeulen, die in Be-
chuanaland op jacht was, heeft daar een ge-
vecht op leven en dood moeten voeren met eea
leeuw. Vermeulen, die dacht dat het dier dood
was, begaf zich in het kreupelhout. Het dier
was echter slechts gewond en wierp zich plot
seling op den jager. Deze greep de voorpoo-
ten van den leeuw en bleef die met den moed
der wanhoop wasthouden, terwijl hij het dier
voortdurend tegen den buik bleef trappen. Ten
slotte vielen beiden van uitputting om. Ver
meulen verzamelde echter al zijn krachten en
wist zijn geweer te bereiken, waarmede hij
den leeuw doodde. De gezondheidstoestand
van Vermeulen maakt thans bevredigende vor-
deringen.
VERSMAAD RADIUM.
Niet ieder is overtuigd van den weldadigeo
invloed, die van radium kan uitgaan.
Te Rennes trachtte men in een ziekenhuis
een aan kanker lijdenden man, Prevost, met
radium te genezen. Vier uiterst kleine buisjes
ieder met 5 milligram radium, werden met be-
hulp van een was-pleister op het zieke
lichaamsdeel bevestigd. Toen de pleister werd
weggenomen, waren de buisjes verdwenen.
Men dacht aan een vergissing, aan diefstal.
Een onderzoek bracht niets aan het licht.
Eerst na 14 dagen bekende de patient, dat
hij de buisjes, die niet grooter zijn dan een
naald, uit de pleister had genomen en weg-
gegooid, omdat hij het branderig gevoel, dat
de buisjes veroorzaakten, niet kon verdragen.
CHICAGO'S LAATSTE WEIDE.
De laatste weide van Chicago welke onge-
rept in het hart van het deftige Hyde Park-
district ligt, al meer dan 30 jaar, zal waar-
schijnlijk veranderen in een flatgebouw van
10 millioen dollar. De weide behoorde aan
den bankier J. Dunham, die in 1893 overfeed
en in zijn testament bepaalde, dat de weHe,
weake tien acres beslaat, eerst na den dood
van zijn onmiddellijke erfgenamen verkocht
mocht worden.
De laatste overlevende dochter is m Febru
ari 1928 gestorven en haar erfgenamen willen
de weide van de hand doen. De waarde
wordt op het oogenblik geraamd op ruim
1.500.000 dollar.
DRIE BOOTHUIZEN ARGEBRAND.
Woensdagnacht is door tot nog toe onbe-
kende oorzaak brand uitgebroken in een boot-
huis te Grunau brj Berlijn. Het vuur greep
snel om zich heen en tastte de twee belenden-
de boothuizen aan, waarin particuliere luxe
vaartuigen lagen. Ondanks het harde werken
der brandweer brandden de drie boothuizen
geheel af en 180 vaartuigen werden een prool
der vlammen. De schade is slechts gedeeltelijk
verzekerd.