HOOFDPIJN FOSTER'S MAAGPILLEN to e s 1 u i t c. dat bij het verleenen van hypotheek de overwaarde van het verbonden goed, waarvan de waarde door burgemeester en wethouders wordt geschat minstens 30 van het bedrag der zekerheid moet bedragen; d. dat, wanneer de overwaarde beneden 20 daalt, het onderpand onmiddellijk moet wordeif aangevuld, totdat de overwaarde weer 30 bedraagt; e. dat, voor het geval de zekerheid is ge- steld gedeeltelijk door verpanding van groot- boekinschrijvingen en gedeeltelijk door het verleenen van hypotheek, de bepalingen sub ad genoemd, toepasselijk zijn ieder op het gedeelte der zekerheid, dat op de in die bepa lingen geregelde wijze is gesteld. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 7. Wjjzigtng instructie van den gemeente- ontvanger. Alvorens tot de benoeming van een nieuiwen gemeente-ontvanger over te gaan, komt het ons aldus schrijven burgemeester en wet houders gewenscht voor eenige wijzigingen aan te brengen in de voor genoemden func- tionaris vastgestelde instructie. Ingevolge artikel 1, tweede lid dezer in structie wordt hij verplicht, om van 9 uur des voormiddags, tot 1 uur des namiddags op zijn kantoor aanwezig te zijn. Waar de werkzaamheden van den gemeente- ontvanger dusdanig zijn uitgebreid, dat het behoorlrjk brjhouden zijner administratie een voile dagtaak eischt, achten wij het wensche- lijk, hem te verplichten tot 5 uur op zijn kan toor aanwezig te zijn, Deze bepaling geldt niet, wanneer ambtsbeaigheden zijne tegen- woordigheid elders zouden vereischen. Wanneer deze bepaling wordt opgenomen, kan het tweede lid van artikel 5, luidende: ,,Hg mag na het uur voor de slutting van ..zijn kantoor voorgeschreven Zijn kantoor niet ..verlaten, voordat alle ontvangsten en uitga- ,,ven, dien dag gedaan, zijn geboekt en het ..kassaldo door hem is vastgesteld" worden gewijzigd. Wij zouden daarvoor willen lezen: „De ontvanger is verplicht iederen dag alle ontvangsten en alle uitgaven te boeken en ..ssijn kassaldo vast te stellen". Teneinde hem op geregelde tijden gelegen- heid te geven ons te doen blijken, dat juist- genoemd voorschrift door hem wordt nage- leefd, stellen wij U voor hem te verplichten, iedere maand een maandstaat aan ons in te een den. De inhoud van een maandstaat is vrjjwel gelijk aan die van het proces-venbaaJ van kasopname, De invulling daarvan is dus all een mogelijk, wanneer de kasboeken geheel Zrjn bijgewerkt en de stand van zijn kas is vergeleken met de uit zijne boekhouding ge- trokken berekening van het kassaldo. Eene andere wijziging betreft het tweede lid van artikel 8, dat zegt, dat de ontvanger op 31 December van ieder jaar aan ons een nominatieven staat van alle nalatigen in de betaling van directe belastingen moet inzen- den. Nu sinds 1921 de gemeentelijke inkomsten- belasting door het Rijk wordt geind, be- invloeden de opbrengsten der directe belastin gen, welke thans nog geheven worden, n.l. de hondenbelasting, de rioolbelasting en het schoolgeld de gemeente-financien niet meer in die mate, dat een opgaaf van alle nalatigen in de betaling van directe belastingen per 31 December van ieder jaar een voldoend over- zicht zou geven, amtrent de op genoemden datum nog te vorderen ontvangsten. Eene ruimere omschrijving is noodzakelijk gewor- den. In plaats van de achterstand in de be taling van directe belastingen, achten wij het gewenscht een opgaaf te laten indienen van alle adhterstallige ontvangsten. Eindelijk nog stellen wij U voor, de in de instructie voorkomende woorden „joumalen" en ,,hulp journal en" te veranderen in kasboe ken" en hulpkastooeken". Deze wijziging vindt haar oorzaak in het felt, dat eerstgenoemde woorden in het boek- houdvoorschriften 1924 Zijn vervangen door laatstgenoemde. In verband met bovenstaande, stellen wjj U voor, in Uwe eerstvolgende vergadering het volgende besluit te nemen: De gemeenteraad van Ter Neuzen: gehoord een voorstel van burgemeester en wethouders, De instructie voor den ontvanger der ge- meente Ter Neuzen, vastgesteld in de raads- vergadering van 26 November 1914, gewijzigd in die van 29 December 1914, 7 Jund 1917 en 11 Augustus 1927, te wijzigen als volgt: Artikel 1, tweede lid in te trekken en daar voor te lezen: ,,De ontvanger is verplicht, op de dagen dat ..zijn kantoor voor het publiek geopend is, op ,.zrjn kantoor aanwezig te zijn van 9 uur des voormiddags tot 1 uur des namiddags en van ..twee uur des namiddags tot vijf uur des ..namiddags, met uitzondering wat de middag- ..uren betreft voor de dagen, dat hrj in Sluis- ,.tail moet zitting houden". Artikel 5-eerste lid: De woorden „journaal" en „hulpjournaal" worden vervangen door de woorden ,,kasboek" en „hulpkasboek". Tweede lid in te trekken en daarvoor in de plaats te lezen? „De Ontvanger is verplicht iederen dag alle ..ontvangsten en alle uitgaven te boeken en ..zijn kassaldo vast te stellen." In te voegen een nieuw derde lid, luidende ,,Zoo spoedig mogelijk na den vijftienden ..van iedere maand, maakt de ontvanger een ..maandstaat op en zendt dezen gedagteekend .en voorzien van zijne onderteekening onmid- ..dellrjk aan burgemeester en wethouders. ,,Deze maandstaat geeft aan, den stand der ,,kas op don vijftienden der maand en eene „berekening van het bedrag, dat hij in kas ,,moet hebben, gespecificeerd op de wijze als ..is aangegeven in het voor het proces-verbaal ..van kasopneming voorgeschreven model." Artikel 8 tweede lid in te trekken en daar voor in de plaats te lezen: „Op 31 December van ieder jaar en verder zoo dikwijls als burgemeester en wethouders ,,dit verlangen, zendt de ontvanger aan bur- ,,gemeester en wethouders een nominatieven ..staat van alle achterstallige ontvangsten, „met opgave van de genomen maatregelen ter invordering". Artikels 11 en 14. De woorden „joumalen" en hulpjournalen" te vervangen door de woorden kasboeken" en „hulpkasboeken". Deze wijzigingen treden in werking op 1 Mei 1930. De heer DE BAKKER merkt op, dat in art. 8, tweede lid wordt voorgesteld te lezen: „Op 31 December van ieder jaar". Hij wijst er op, dat 31 op een Zondag kan vallen en dan kan natuurlijk geen staat gezonden worden. Hij aou daaram willen lezen ,,voor of op 31 De cember". De VOORZITTER merkt op, dat dit geen zin heeft aangezien dan volgens usance de dag te voren in aanmerking komt, doch heeft geen bezwaar dit te veranderen. Met algemeene stemmen wordt aldus besloten. De heer DE BAKKER betuigt zijn tevre- denheid, dat in artt. 31 en 14 de vreemde be- namingen vervangen worden door Nederland- sche woorden. We gaan daarin vooruit, maar het lijkt wel of sommige menschen beschaamd zijn in het gebruiken van hun moedertaal. Het gebruik diier vreemde woorden is niet ge wenscht. De VOORZITTER: En ook is het ge wenscht, dat zoo min mogelijk krachtwoorden worden getoruikt. Het voorstel van burgemeester en wethou ders wordt aangenomen met algemeene stem- men. 8. Benoeming gemeente-ontvanger. Voor de vervulling van de vacante betrek- king van ontvanger dezer gemeente, wegens het aan den heer D. Tholens verleend ontslag, is door burgemeester en wethouders ingevolge artikel 106 der Gemeentewet de volgende aan- beveling opgemaakt: 1°. J. C. J. Olijslager, commies ter secreta- rie alhier; 2°. Q. Bax, ambtenaar ter secreta- rie der gemeente Sprang-Capelle (Noord- Brabant. De heer SCHEELE zou gaarne de motieven vernemen, welke burgemeester en wethouders aanleiding gaven om alleen op te roepen sol- licitanten in het bezit van het diploma voor de gemeente-administratie. De heer VAN DRIEL had ook zoo'n vraag willen stellen. Aangezien de geschiedenis van onze laatste drie ontvangers heeft dit den schijn van een bepaalde bevoorrechting. Ook heeft het hem bevreemd, dat geen oproeping is gesdhied in het plaatselijk blad. Dat in dit geval een advertentie van een gulden of 6 in de Ter Neuzensche Courant is bespaard, acht hij van burgemeester en wethouders geen gelukkige daad. Hij kan zich met de aanbe- veling wel vereenigen, dat daarop als no. 1 voorkomt de man die de zaak uit het moeras heeft geholpen, maar vindt het overigens toch jammer, dat gehandeld is als thans is ge- schied. De heer VERLINDE zal over de aanbeve- ling niets zeggen, maar is ook nieuwsgierig naar het antwoord van burgemeester en wet houders. De heer COLSEN wenscht hefczelfde op te merken als de heer Van Driel. In de vorige besloten vergadering heeft hliji al gevraagd, of overplaatsing van de secretarie naar het ontvangerskantoor niet mogelijk was. Dit werd niet gewenscht geacht, doch er toleek wel, welken weg de raad uit zou willen. Daar- om begrijpt spreker niet, dat burgemeester en wethouders er nog een ander hebben inge- haald, en dien van elders naar hier hetoben laten overkomen, dat ze misschien verwach- tingen hebben opgewekt, dien persoon moeite hebben veroorzaakt en kosten hebben laten maken, terwijl ze toch wel wisten, dat deze op een benoeming zoo goed als geen kans had, omdat de raad wel in de richting van een bepaald persoon wenschte te gaan. Hoe komen burgemeester en wethouders er toch toe, onder zulke omstandigheden iemand uit Noord-Brabant te laten overkomen? En wat de eigen inwoners betreft, ja, dat is bekend, die hebben hier toch geen kans. De heer VAN DEN BULCK hoopt, dat de kosten van dien sollicitant toch zijn vergoed? De VOORZITTER deelt mede, dat het steeds gebruikelijk is geweest, dat toij het op- roepen van personeel voor de gemeente- administratie, het bezit van het diploma ver- plichtend wordt gesteld. Er loopt een grooten vloed van jonge menschen in het bezit van dat diploma rond, die geen betrekking kunnen vinden. Het bezit van dit diploma schept een zekere basis van kennis. Er is zelfs nog een oogenblik sprake van geweest ook te eischen het bezit van het tweede diploma, dat voor het financieel beheer der gemeenten. Het aantal van hen die dat diploma bezitten is echter nog niet groot, en daarom is daarvan af gezien. Burgemeester en wethouders heb ben het in elk geval gevraagd, omdat zij meenden dat het noodig was. Dat geen advertentie in het plaatselijk blad is geplaatst, is niet met opzet geschied, maar omdat, voor zoover burgemeester en wethou ders bekend was, we hier niemand hebben die in het bezit van het gevraagde diploma is, en voorts zij die het diploma hebben wel alle kun nen geacht worden kennis te nemen van de oproepingen in de vakbladen. Een oproeping in het plaatselijk blad werd dus overbodig ge acht, terwijl burgemeester en wethouders meenden, dat ze dan ook sollicitaties uit een te ruimen kring zouden krijgen. Spreker acht het als van zelf sprekend, dat er zich van hier geen jongelui op het behalen van het diploma voor de gemeente- admini stratie toeleggen, aangezien men zich hier voorbereid voor den handel en bedrijf, en de gemeenteadministratie minderwaardig acht, omdat het zoo zeldzaam voorkomt, dat daar- bij een plaats open is en men zichzelf dus toe- legt op het vrije bedrijf en op het behalen van diploma's die daarvoor van waarde zijn, aan gezien dat soepeler werkt en het veel gemak- kelijker is zich bij het vrije bedrijf te verplaat- sen. Hij wtijst er op, dat hrj op de secretarie 2 jongens uit Ter Neuzen heeft gehad, die tot het vrjje bedrijf zijn overgegaan. Een formeele overplaatsing, waarop de heer Colsen doelde, hebben burgemeester en wet houders niet willen forceeren. Zij hebben den gemeenteraad in staat willen stellen een keuze te doen. En nu spreekt het toch van zelf, dat, wanneer zij een aanbeveling van 2 personen moesten opmaken, zij toch behoorden te zor- gen, dat daarop een tegenover no. 1 der aanbe veling gelijkwaardig candidaat werd geplaatst. Het spreekt ook van zelf, dat burgemeester en wethouders zich van de capaciteiten van dien tweeden candidaat hebben willen vergewissen, of deze evengoed in staat zou zijn de. belang- rijke taak waar het om gaat te vervullen. De man heeft, overeenkomstig de daaromtrent bestaande gewoonte, reis- en verblijfkosten vergoed gekregen. Dat krijgen alle candida- ten die op verzoek overkomen. Daarom wordt bij de oproeping vermeld, dat alleen overkomst op verzoek gewenscht is. Nu is voorts die man niet gedupeerd, indien hij hier niet be- noemd wordt, want dan kan het hem toch tot aanbeveling strekken bij latere sollicitaties, dat hij hier no. 2 op de aanbeveling heeft ge- staan. De heer VERLINDE kan met de door den voorzitter ontwikkelde stelling niet geheel en al in stemmen. Hij is overtuigd, dat iemand met diploma boekhouden, die de boekhouding kan voeren voor een handelsondememing, ook best in staat is de boekhouding voor een ge meente als Ter Neuzen, en dat deze dat wel- licht in vele gevallen nog beter zal doen dan iemand die in het bezit is van het diploma voor de gemeente-administratie. Door den voorzitter is gezegd: ,,wij vragen altijd iemand met diploma", en dan laat hij volgen ,,in Ter Neuzen zijn er geen die in het bezit van dat diploma zijn". Maar er zijn toch wel jongens die zich toe leggen op boekhouden voor den handel, het aanleeren van talen enz. Die jongens komen in de bedrijven, beginnen dan iets te verdienen, en worden ondertusschen in de gelegenheid ge- 1 steld zich in het bedrijf verder te bekwamen. Op de wijze zooals men hier personeel op de secretarie vraagt, is het voor iemand die niet over veei centen beschikt niet mogelijk daar ooit een jongen te krijgen. Ze kunnen er alleen komen als volontair, verdienen dan niets, maar moeten bovendien nog veel centen toegeven. Spreker kan zich met die handelwijze niet vereenigen. 'Hij stemt toe, het is wel gemakkelijk voor den betrokken hoogeren ambtenaar, als er geen jongsten bediende wordt aangenomen, ais men alleen volslagen personeel aanneemt, maar dat zou wel op alle kantoren het geval zijn. Toch handelt men bij de overgroote massa der kantoren anders. Door den voorzitter is ook beweerd, dat men zich hier niet op de gemeente-administratie zou toeleggen, omdat het in den handel en in het vrije bedrijf gemakkelijker zou zijn vooruit te komen, maar dat moet spreker ten stellig- ste tegen spreken. Dat is niet zoo gemakke lijk, dat bemerken wel zij, die daarop zijn aan- gewezen. Men moet zich daar veel, zeer veel moeite getroosten en indien spreker er iets aan zou kunnen doen, dan zou met de hier voor aanstelling van personeel ter secretarie aangenomen gewoonte zeker worden gebroken. Indien men een jongen heeft die goed on- derwijs heeft genoten en wat pienter is, dan kan men dien naar sprekens meening best ter secretarie voor verschillende werkzaamheden gebruiken en kan hij zich intusschen verder in de gemeente-administratie dnwerken. De ouders kunnen dan zoo'n jongen thuis hou den, hij verdient ondertussdhen wat en dan staat daanvoor ook de gelegenheid over voor mindergegoeden, die niet in staat zijn om terwijl ham zoon niets verdient nog boven dien f 200 tot 300 's jaars voor zijn oplei- ding uit te geven. Indien men voort blijft gaan met voor de minste betrekking ter secre- I tarde zulke jongens uit te sluiten, zal men er van hier nooit iemand zien. De VOORZITTER: Hier zijn indertijd 2 jongens werkzaam geweest die hier waren op- gekweekt en elders een betrekking hebben gekregen. De heer VERLINDE: Ja, maar dat is uit een ver verleden. De VOORZITTER w^jst er op, dat dit be- toog eigenlijk touiten het aanhangige onder- werp heengaat De heer Verlinde kan in de toekomst zien, of in de toekomst misschien min of meer in zijn richting gegaan wordt. Er is met hetgeen spreker zeide niet vastge steld, dat burgemeester en wethouders steeds dien eisch zullen vasthouden. De heer VAN DEN BULCK: Dat doet de Secretaris De VOORZITTER verzoekt over te gaan tot de benoeming van een gemeente-ontvanger en verzoekt de heeren Van Aken en Bedet met hem het stembureau te vormen. Het resultaat der stemming is, dat met 9 stemmen wordt benoemd de heer Olijslager, op de heeren Q. Bax en P. Loof is 1 stem uitgebracht. De VOORZITTER stelt voor de datum van in diiensttreding te stellen op den datum waarop de zekerheidstelling is gesteld, het geen vermoedelijk wel 1 Juni zal worden. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. De VOORZITTER stelt namens burgemees ter en wethouders voor, de jaarwedde van den gemeente-ontvanger te bepalen op 2200 met 2 tweejaarlijksche verhoogingen van 150, en de doorgebrachte dienstjaren in aanmerking te nemen. De heer SCHEELE verklaart, dat het hem wel spijt, hierin met burgemeester en wethou ders niet te kunnen meegaan. Men moet nu z.i. beginnen bij het begin. De benoemde wist, welk salaris aan de funotie verbonden was. Straks krijgen we weer een nieuwe re- geliing voor deze functionarissen en daar dient rekening mee te worden gehouden. De VOORZITTER acht de voorgestelde regeling niet meer dan rectotvaardig. Burge meester en wethouders hebben tot het doen van him voorstel aanleiding gevonden in de diensten die de benoemde heeft gepresteerd om de zaak uit het moeras te helpen; anders zouden zij met een geiwoon voorstel gekomen zijn. De heer SCHEELE kan, als ddt het motief is geweest, er zich wel mee vereenigen. Het voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. De heer COLSEN vraagt, wat burgemees ter en wethouders *nu van plan zijn, met be trekking tot de vervulling van de vacature die nu op de secretarie ontstaat. De VOORZITTER: Daaromtrent hetoben we nog geen definitief plan. De heer COLSEN: Ja, maar als we ant woord krijgen nadat de vacature is vervuld, sohiet de raad daarmede niet veel op. Burge meester en wethouders kunnen de volgende week weer wel iemand benoemen. Ze krijgen er nu toch op de secretarie den heer Tholens bij. Hij vraagt, of het nu niet zou kunnen ge vonden worden, dat er onder het aanwezig personeel een opschuiving komt en er dan eens een jongen uit Ter Neuzen zou kunnen worden benoemd. Dan behoeft er verder niets te veranderen. De heer DE JAGER stelt de vraag, of de raad wenscht, dat de zaken op onze secretarie deugdelijk zullen blijven loopen, zooals het ge weest is, of wel dat de raad iets anders wenscht, en of van degenen die er zijn den vollen man moet geeischt worden ja dan neen. Wil de raad dat voor zijn verantwoording nemen. De heer VERLINDE acht de richting waar- in de heer De Jager deze kwestie nu blijkt te willen sturen niet de juiste. Hij stelt het voor, alsof de zaak in de war zou moeten loo pen, wanneer daar een jonge kracht, die moet opgeleid worden in dienst kwam. Waar zou men dan bij andere kantoren en administraties moeten verschijnen? Hij voor zich durft die verantwoording dan wel op zich nemen. Hij is van oordeel, dat er op de gemeente- secretarie van Ter Neuzen voldoende werk is, dat men aan een beginnenden jongen kan op- dragen, die zich dan door routine en studie verder kan bekwamen, zooals dat overal elders gebeurt. Degenen die er boven staan mogen zich daarvoor dan in den eersten tijd eenige moeite moeten getroosten, doch dat komt ook overal elders voor. Indien op deze wijze ge handeld wordt kunnen ook ter secretarie te Ter Neuzen jongens in de gemeenteadmini stratie komen ook al hebben hun ouders geen geld. Laat ook hier de jongens van meet af beginnen, zonder dat het hun ouders kapitalen kost. De heer SCHEELE gelooft, dat zoodanige regeling in de toekomst wel aanbeveling zou verdienen, maar nu is het misschien een be zwaar, aangezien er een volslagen ambtenaar weggaat, wiens plaats toch moet worden aan gevuld, en het wellicht bezwaar zou onder- vinden dat met een jongen aan te vullen, aan gezien men er nu reeds een schrijver krijgt. De VOORZITTER geeft den raad in over- weging dit eens te laten bezinken en na te gaan hoe de toestand zich verdraagt. De heer VERLINDE voert hiertegen aan, dat, als burgemeester en wethouders een be noeming doen, de raad weer voor een feit wordt geplaatst. De heer VAN DEN BULCK zou het benoe- mingsrecht dan bij den raad willen brengen. De VOORZITTER merkt op, dat dit niet kan. De heeren kunnen naar zijn meening rustig afwachten. Ze kunnen, als het naar ham meening niet goed gaat, aan burgemeester en wethouders wel het geld onthouden. De heer COLSEN noemt zulks in dit geval niet juist. Er is op de secretarie een vacature en het geld staat er voor op de begrooting. Ook hij acht de vraag door den heer De Jager gesteld onbeduidend. De heer DE JAGER vraagt, of het met het oog op de situatie op de secretarie gewenscht is, daar nu een loopjongen te benoemen. De heer VERLINDE herhaalt, dat dit geen argumenten zijn, en hij laat zich daardoor niet uit het veld slaan. Z66 moet de zaak niet be- zien worden. Laat de heer De Jager dan eens informeeren, b.v. ter gemeentesecretarie van een gemeente als Rotterdam, een plaats die toch om zijn belangrijkheid zeker genoemd mag worden, of men dddr alleen gediplomeerde per sonen ter gemeentesecretarie benoemt. Ziet eens naar de administratie der rijksbelastin- gen, naar de postkantoren, naar de Departe- menten van Algemeen Bestuur, daar worden jongelui genomen die van een goede school komen, geen jongens van 12 jaar zooals de heer De Jager zegt, doch die b.v. een U.L.O. school hebben bezocht. Die beginnen dan met een bescheiden salaris, doch verdienen in elk geval wat en nemen dan verder den tijd te baat om zich voor het vak te bekwamen. Ook voor de gemeente-administratie kan men zich verder bekwamen door het nemen van corres- pondentielessen. Waarom zou dat juist hier niet kunnen? De VOORZITTER herhaalt: laten de heeren eens rustig afwachten. De heer COLSEN: Dus, burgemeester en wethouders zullen geen benoeming doen, al vorens er eerst den raad over te hebben ge- sproken De heer VAN DRIEL merkt op, dat, aan gezien de nieuw benoemde ontvanger niet v66r 1 Juni a.s. in fimctie zal kunnen treden, er nog zoo geen haast is bij het bezetten der vacature op de secretarie. En wanneer het college de vacature zou voorzien op een wijze die de goed- keuring van den raad niet kan wegdragen, kan deze de gelden op de volgende begrooting aan burgemeester en wethouders onthouden. De heer VAN AKEN kan daarmede niet in- stemmen. De VOORZITTER: Wacht rustig af en laat burgemeester en wethouders hieromtrent eens onderhandelen. 9. Voorziening in geneeskundige armen- verzorging. Bij schrijven van 20 December 1928 (zie de raadsnotulen van 27 December 1928, punt 2, letter g) gaven wij aldus wenden burge meester en wethouders zich tot den gemeen teraad U een overzicht van wat door ons is gedaan, in verband met het verlangen van Uwe vergadering, om vrije artsenkeuze in te voeren. Daar geen overeenstemming te bereiken viel, is de zaak blijven liggen en werd het aanblijven van Dr. Spruitenburg telkens ver- lengd. Nu lingaande 1 Mei a.s. aan Dr. Spruiten burg ontslag is verleend, komt weer aan de orde de vraag, zal nu de vrije artsenkeuze worden ingevoerd, of zal weer een geneesheer worden benoemd, alzoo het bestaande stelsel worden gehandhaafd. Wat de vrije artsenkeuze betreft, kunnen wtj mededeelen, dat de doktoren ons voorstel, zooals dit is opgenomen in ons schrijven van 20 December 1928, niet wenschen te accep- teeren. Het voorstel, zooals dit door de doktoren is gedaan, achten wij niet aannemelijk, omdat dat een toestand schept, waarvan alleen het eerste jaar kan gezegd worden, wat het zal kosten. Evemmin achten wij het voorstel Col sen aan te bevelen. Betalen per bezoek geeft ons ook absoluut geen beeld van de kosten en waar in dit stelsel van geen hooger toe- zicht sprake is, zou een dergelijke overeen- komst zeer ten nadeele van de gemeente kun nen werken. Bovendien vinden wij het een fout, dat ook doktoren buiten de gemeente onder de regeling zouden vallen. Hierbiij komt nog dat, wanneer overeenikomsten gesloten worden, op die heeren, wij zaiden het reeds, geen toazicht te houden is en wij evenmin over die geneesheeren iets te zeggen hebben. Heel anders is zoo'n regaling natuurlijk in Hilversum (de gemeente waarvan wij de regeling habben overgenomen) waar bestaat een gemeentelijke geneeskundige dienst, met aan het hoofd een geneesheer, gemeente- ambtenaar, om controle uit te oefenen. Bij ons is dan ook de twijfel groot of Gedepu- teerde Staten en de Inspecteur van de Volks- gazondheid zich niet tegen eene dergelijke regeling zullen verzetten. Bovendien zal daamaast ook nog moeten aangesteld worden een geneesheer toelast met de vaceinatie en met verdere werkzaamheden die zich kunnen voordoen als b.v. de krankizinnigheid vaststel- len van menschen, die op kosten der gemeen te moeten verpleegd worden; ook moet iemand worden aangewezen voor hulp aan de vroed- vrouw bedoeld in artikel 15 der wet van 1 Juni 1865, terwijl wij ook een der heeren heb ben aan te wijzen als ambtenaar bedoeld in artikel 5 der Begraafwet. Naast de geneesheeren, die een overeen- komst aanvaarden, zou dus een geneesheer- gemeente-ambtenaar noodzakelijk blijven. Op al deze gronden achten wij eene rege ling, waarbij het armbestuur met de genees heeren een overeenkomst zou aangaan, niet in 't belang der gemeente, zelfs ook niet wan neer de geneesheeren hadden willen aan- nemen de door ons ontworpen overeenkomst. Wil men handhaven het idee vrije artsen keuze, laat uw college dan eene wijziging brengen in de verordening regelende den ge- neeskundigen dienst en laat de mogelijkheid worden geopend de vier alhier woonachtige geneesheeren aan te stellen als armendokter, op een salaris nader te bepalen, met het recht in de geheele gemeente praotijk uit te oefenen. Vaceinatie, doodschouw, toepassing artikel 15 der wet van 1865 en andere zaken hun dienst betreffende, ware dan aan een der heeren op te dragen. 't Geval zal zich dan wel voordoen, dat een dokter, die in de smaak valt, veel werk heeft, terwijl anderen, die veel minder werk hebben, toch evenveel ont- vangen. De vraag blijft echter, of in dit ge val, practisch wel van vrije artsenkeuze veel te recht zal komen, speciaal te Sluiskil lijkt ons dat al zeer betrekkelijk, nu zich daar een geneesheer heeft gevestigd. Wanneer men dan de doktoren een salaris gaf van /400 en den geneesheer, belast met de andere werkzaamheden van 500, dan zouden de totale kosten bedragen 1700. Wij zelf zouden het evenwel beter vinden om, nu zich ook een dokter te Sluiskil heeft gevestigd, twee doktoren te benoemen, een voor de kom en voor Sluiskil en alsdan het gebied dat thans aangewezen is voor de ver- loskundigen, ook te bepalen voor de genees heeren. De werkzaamheden, die nu bij een dokter behooren, zouden dan elk voor zijn ge- Foster's laxeermiddel. f0.65 per flacon is vaak te wijten aan constipatie. Alle spijsverterings- stoornissen verdwij- nen na gebruik van Maagpillen, het ideale Alom aangeprezen. Te Ter Neuzen bij Finma A. van Overbeeke Leunis, Axelschestr. en Westkolkstr. 18 (Ingez. Med.) bied, voor de twee doktoren kunnen worden bepaald. Waar de werkzaamheden in de kom meer zullen bedragen dan te Sluiskil, in verband met het inwonertal, ware de jaarwedde voor de kom te bepalen op f 500, die voor Sluiskil op f 400. Wij gelooven, dat op deze manier de meest practische regeling zou getroffen zijn en dat voor de gemeente geen hoogere kosten dan thans zouden geraamd moeten worden. Vereenigt uw college zich met dit voorstel, dan zal met enkele kleine wijzigingen in de verordening regelende den genees-, heel- en verloskundigen dienst kunnen volstaan worden. Eene oproeping zal gedaan worden en in de volgende vergadering zullen genees heeren benoemd kunnen worden. De heer BEDET wil iets zeggen over het vraagstuk der vrije artsenkeuze. In het jaar 1927 besloot de raad op 17 November bij de be- handeling der gemeentebegrooting met 10 tegen 3 stemmen tot invoering van vrije art senkeuze voor de armenpractijk. Hij meent dat tot dit thema aanleiding gaf, niet de omstan- digheid dat de regeling zooals die steeds be- staan had niet voldeed, maar wel was 'n uiting van ontevredenheid over een persoonlijk optre- den van den geneesheer belast met de armen- praktijk, in verschillende gevallen, hetgeen men aannam dat juist behandeling der armen betrof. Ware spreker toen raadslid geweest, dan zou hij hebben getracht zijn medeleden te overtuigen, dat zulks volgens zijn ervaring niet betrof een behandeling der armenpatien- ten, doch dat het wel eens minder aangenaam optreden van dien geneesheer was een karak- tergebrek, dat zich evengoed uitte bij zijn an dere patienten doch waarbij geen kwade be- doeling voor zat, terwijl de klachten van Zijn optreden tegenover de patienten van het arm bestuur overdreven moeten worden genoemd. Ondertusschen hebben burgemeester en wet houders getracht, deze kwestie op te lossen in een door den gemeenteraad gewenschten zin, en zich met de verschillende geneesheeren in verbinding gesteld. De voorwaarden die deze stelden waren echter onaannemelijk, zoo- dat het zeer moeilijk bleek, over te gaan tot invoering van vrije artsenkeuze. Indien men er toe overgegaan zou zijn de heeren doktoren per bezoek te betalen, en ook, zooals men scheen te wenschen dokters van buiten de ge meente aan te stellen, dan zou men het bur- gerlijk armbestuur geplaatst hebben voor moeilijke toestanden, die niet waren op te los sen geweest. Burgemeester en wethouders zijn dus niet tot resultaat kunnen komen. Spreker meent, dat de heer Colsen toch zelf zal moeten begrijpen, dat, als men de dokters per bezoek gaat betalen, men absoluut daar op geen controle kan houden Spreker is overtuigd, dat de alhier gevestigde dokters hunne praktijk alien zeer emstig opnemen. Maar niettemin leert de ervaring, dat er zijn die het noodig achten hunne patienten dage- lijks te bezoeiken .terwijl anderen voor behan deling hunner patienten geen dagelijksche bezoeken noodig achten, hetgeen met minder onkosten gepaard gaat. Het be- handelen van de zieken wordt dus door de een duurder behandeld dan door de ander, het zou in elk geval veel duurder worden dan tot nu toe het geval is geweest, en het zou bijna ab soluut onmogelijk zijn om geneesheeren die buiten de gemeente gevestigd zijn te contro- leeren. Dat zou door het burgerlrjk armbe stuur niet kunnen worden geaccepteerd, dat zou worden geweigerd, aangezien dat buiten haar reglement gaat. Misschien zou de heer Colsen echter thans, nu er te Sluiskil een ge neesheer gevestigd is, daarvan afstand kun nen doen. Spreker zou den gemeenteraad in overwe- ging willen geven, dat besluit van 17 Novem ber 1927 te willen wijzigen en de armenprak- tijk in den gewonen zin willen laten behande- len, zooals dat door burgemeester en wethou ders wordt voorgesteld, met een geneesheer voor de kom en een voor Sluiskil, en dan de vrije artsenkeuze te laten vervallen. De heer VAN DRIEL wil ten opzichte van den dokter aan wien op zijn verzoek ontslag is veleend als gemeentegeneesheer en die de armenpraktijk waamam, verklaren dat deze een goed geneesheer was. Zijn werk als zoo- danig wordt gewaardeerd. De vrije artsen keuze is meer een principieele kwestie. De fractie van spreker is daarvan voorstander, maar uit de stukken blijkt wel, dat dit doel niet bereikt kan worden, terwijl men nu voor een oplossing staat van de geneskundige ar- menverzorging. Spreker zou echter eene kleine wijziging wenschen in het voorstel van bur gemeester en wethouders. De geneesheer die de wijk Sluiskil zal te verzorgen krijgen, zal wel minder patienten krijgen, maar heeft een uitgestrekter gebied. Hij zou dezen daarom in bezoldiging gelijk willen stellen mei den geneesheer in de kom. Men bleef dan eenige- zins in de lijn van de vroedvrouwen, aangezien de juffrouw voor Sluiskil zelfs meer krijgt dan die voor de kom. Hij zou voor den geneesheer niet zoo ver willen gaan, maar meent dat er toch een logische gedachtengang in ligt, om tegenover het mindere werk van den genees heer te Sluiskil den grooteren afstand in aan merking te nemen. De heer COLSEN kan zich met het voorstel van burgemeester en wethouders nog niet vereenigen; hij ziet niet in, dat het stelsel van vrije artsenkeuze voor de armenpraktijk hier niet uitvoerbaar zou zijn, waar zulks in klei- nere gemeenten in de omgeving wel kan. De zaak is volgens hem niet juist behandeld. Burgemeester en wethouders zijn eerst om advies gegaan bij de geneesheeren zelf. Dat is toch niet juist. Burgemeester en wethou ders hadden eerst behooren te zeggen hoe ze het zelf wenschten en misschien hadden de geneesheeren dan met de door hen voorge stelde condities wel genoegen genomen. Ale burgemeester en wethouders een gemeente- ambtenaar willen aanstellen, gaan ze toch niet eerst bij de gegadigden inliehtingen vra gen op welke voorwaarden ze willen komen? Ze hebben toch ook niet eerst aan den heer Olijslager en anderen gevraagd op welke voorwaarden ze gemeente-ontvanger wilden worden? Ze hadden zonder meer een ver ordening moeten maken en deze dan aan de geneesheeren hebben voorgelegd, met de vraag of ze bereid waren daarop hun diensten beschikbaar te stellen. Men is er nu al twee

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 7