HOOFDPIJN
FOSTER'S MAAGPILLEN
to e s 1 u i t
c. dat bij het verleenen van hypotheek de
overwaarde van het verbonden goed, waarvan
de waarde door burgemeester en wethouders
wordt geschat minstens 30 van het bedrag
der zekerheid moet bedragen;
d. dat, wanneer de overwaarde beneden 20
daalt, het onderpand onmiddellijk moet
wordeif aangevuld, totdat de overwaarde weer
30 bedraagt;
e. dat, voor het geval de zekerheid is ge-
steld gedeeltelijk door verpanding van groot-
boekinschrijvingen en gedeeltelijk door het
verleenen van hypotheek, de bepalingen sub
ad genoemd, toepasselijk zijn ieder op het
gedeelte der zekerheid, dat op de in die bepa
lingen geregelde wijze is gesteld.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
7. Wjjzigtng instructie van den gemeente-
ontvanger.
Alvorens tot de benoeming van een nieuiwen
gemeente-ontvanger over te gaan, komt het
ons aldus schrijven burgemeester en wet
houders gewenscht voor eenige wijzigingen
aan te brengen in de voor genoemden func-
tionaris vastgestelde instructie.
Ingevolge artikel 1, tweede lid dezer in
structie wordt hij verplicht, om van 9 uur des
voormiddags, tot 1 uur des namiddags op zijn
kantoor aanwezig te zijn.
Waar de werkzaamheden van den gemeente-
ontvanger dusdanig zijn uitgebreid, dat het
behoorlrjk brjhouden zijner administratie een
voile dagtaak eischt, achten wij het wensche-
lijk, hem te verplichten tot 5 uur op zijn kan
toor aanwezig te zijn, Deze bepaling geldt
niet, wanneer ambtsbeaigheden zijne tegen-
woordigheid elders zouden vereischen.
Wanneer deze bepaling wordt opgenomen,
kan het tweede lid van artikel 5, luidende:
,,Hg mag na het uur voor de slutting van
..zijn kantoor voorgeschreven Zijn kantoor niet
..verlaten, voordat alle ontvangsten en uitga-
,,ven, dien dag gedaan, zijn geboekt en het
..kassaldo door hem is vastgesteld" worden
gewijzigd. Wij zouden daarvoor willen lezen:
„De ontvanger is verplicht iederen dag alle
ontvangsten en alle uitgaven te boeken en
..ssijn kassaldo vast te stellen".
Teneinde hem op geregelde tijden gelegen-
heid te geven ons te doen blijken, dat juist-
genoemd voorschrift door hem wordt nage-
leefd, stellen wij U voor hem te verplichten,
iedere maand een maandstaat aan ons in te
een den. De inhoud van een maandstaat is
vrjjwel gelijk aan die van het proces-venbaaJ
van kasopname, De invulling daarvan is dus
all een mogelijk, wanneer de kasboeken geheel
Zrjn bijgewerkt en de stand van zijn kas is
vergeleken met de uit zijne boekhouding ge-
trokken berekening van het kassaldo.
Eene andere wijziging betreft het tweede
lid van artikel 8, dat zegt, dat de ontvanger
op 31 December van ieder jaar aan ons een
nominatieven staat van alle nalatigen in de
betaling van directe belastingen moet inzen-
den.
Nu sinds 1921 de gemeentelijke inkomsten-
belasting door het Rijk wordt geind, be-
invloeden de opbrengsten der directe belastin
gen, welke thans nog geheven worden, n.l. de
hondenbelasting, de rioolbelasting en het
schoolgeld de gemeente-financien niet meer
in die mate, dat een opgaaf van alle nalatigen
in de betaling van directe belastingen per 31
December van ieder jaar een voldoend over-
zicht zou geven, amtrent de op genoemden
datum nog te vorderen ontvangsten. Eene
ruimere omschrijving is noodzakelijk gewor-
den. In plaats van de achterstand in de be
taling van directe belastingen, achten wij het
gewenscht een opgaaf te laten indienen van
alle adhterstallige ontvangsten.
Eindelijk nog stellen wij U voor, de in de
instructie voorkomende woorden „joumalen"
en ,,hulp journal en" te veranderen in kasboe
ken" en hulpkastooeken".
Deze wijziging vindt haar oorzaak in het
felt, dat eerstgenoemde woorden in het boek-
houdvoorschriften 1924 Zijn vervangen door
laatstgenoemde.
In verband met bovenstaande, stellen wjj U
voor, in Uwe eerstvolgende vergadering het
volgende besluit te nemen:
De gemeenteraad van Ter Neuzen:
gehoord een voorstel van burgemeester en
wethouders,
De instructie voor den ontvanger der ge-
meente Ter Neuzen, vastgesteld in de raads-
vergadering van 26 November 1914, gewijzigd
in die van 29 December 1914, 7 Jund 1917 en
11 Augustus 1927, te wijzigen als volgt:
Artikel 1, tweede lid in te trekken en daar
voor te lezen:
,,De ontvanger is verplicht, op de dagen dat
..zijn kantoor voor het publiek geopend is, op
,.zrjn kantoor aanwezig te zijn van 9 uur des
voormiddags tot 1 uur des namiddags en van
..twee uur des namiddags tot vijf uur des
..namiddags, met uitzondering wat de middag-
..uren betreft voor de dagen, dat hrj in Sluis-
,.tail moet zitting houden".
Artikel 5-eerste lid:
De woorden „journaal" en „hulpjournaal"
worden vervangen door de woorden ,,kasboek"
en „hulpkasboek".
Tweede lid in te trekken en daarvoor in de
plaats te lezen?
„De Ontvanger is verplicht iederen dag alle
..ontvangsten en alle uitgaven te boeken en
..zijn kassaldo vast te stellen."
In te voegen een nieuw derde lid, luidende
,,Zoo spoedig mogelijk na den vijftienden
..van iedere maand, maakt de ontvanger een
..maandstaat op en zendt dezen gedagteekend
.en voorzien van zijne onderteekening onmid-
..dellrjk aan burgemeester en wethouders.
,,Deze maandstaat geeft aan, den stand der
,,kas op don vijftienden der maand en eene
„berekening van het bedrag, dat hij in kas
,,moet hebben, gespecificeerd op de wijze als
..is aangegeven in het voor het proces-verbaal
..van kasopneming voorgeschreven model."
Artikel 8 tweede lid in te trekken en daar
voor in de plaats te lezen:
„Op 31 December van ieder jaar en verder
zoo dikwijls als burgemeester en wethouders
,,dit verlangen, zendt de ontvanger aan bur-
,,gemeester en wethouders een nominatieven
..staat van alle achterstallige ontvangsten,
„met opgave van de genomen maatregelen ter
invordering".
Artikels 11 en 14.
De woorden „joumalen" en hulpjournalen"
te vervangen door de woorden kasboeken" en
„hulpkasboeken".
Deze wijzigingen treden in werking op 1 Mei
1930.
De heer DE BAKKER merkt op, dat in art.
8, tweede lid wordt voorgesteld te lezen: „Op
31 December van ieder jaar". Hij wijst er op,
dat 31 op een Zondag kan vallen en dan kan
natuurlijk geen staat gezonden worden. Hij
aou daaram willen lezen ,,voor of op 31 De
cember".
De VOORZITTER merkt op, dat dit geen
zin heeft aangezien dan volgens usance de
dag te voren in aanmerking komt, doch heeft
geen bezwaar dit te veranderen.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
De heer DE BAKKER betuigt zijn tevre-
denheid, dat in artt. 31 en 14 de vreemde be-
namingen vervangen worden door Nederland-
sche woorden. We gaan daarin vooruit, maar
het lijkt wel of sommige menschen beschaamd
zijn in het gebruiken van hun moedertaal. Het
gebruik diier vreemde woorden is niet ge
wenscht.
De VOORZITTER: En ook is het ge
wenscht, dat zoo min mogelijk krachtwoorden
worden getoruikt.
Het voorstel van burgemeester en wethou
ders wordt aangenomen met algemeene stem-
men.
8. Benoeming gemeente-ontvanger.
Voor de vervulling van de vacante betrek-
king van ontvanger dezer gemeente, wegens
het aan den heer D. Tholens verleend ontslag,
is door burgemeester en wethouders ingevolge
artikel 106 der Gemeentewet de volgende aan-
beveling opgemaakt:
1°. J. C. J. Olijslager, commies ter secreta-
rie alhier; 2°. Q. Bax, ambtenaar ter secreta-
rie der gemeente Sprang-Capelle (Noord-
Brabant.
De heer SCHEELE zou gaarne de motieven
vernemen, welke burgemeester en wethouders
aanleiding gaven om alleen op te roepen sol-
licitanten in het bezit van het diploma voor
de gemeente-administratie.
De heer VAN DRIEL had ook zoo'n vraag
willen stellen. Aangezien de geschiedenis van
onze laatste drie ontvangers heeft dit den
schijn van een bepaalde bevoorrechting. Ook
heeft het hem bevreemd, dat geen oproeping
is gesdhied in het plaatselijk blad. Dat in dit
geval een advertentie van een gulden of 6
in de Ter Neuzensche Courant is bespaard,
acht hij van burgemeester en wethouders geen
gelukkige daad. Hij kan zich met de aanbe-
veling wel vereenigen, dat daarop als no. 1
voorkomt de man die de zaak uit het moeras
heeft geholpen, maar vindt het overigens toch
jammer, dat gehandeld is als thans is ge-
schied.
De heer VERLINDE zal over de aanbeve-
ling niets zeggen, maar is ook nieuwsgierig
naar het antwoord van burgemeester en wet
houders.
De heer COLSEN wenscht hefczelfde op te
merken als de heer Van Driel. In de vorige
besloten vergadering heeft hliji al gevraagd,
of overplaatsing van de secretarie naar het
ontvangerskantoor niet mogelijk was. Dit
werd niet gewenscht geacht, doch er toleek
wel, welken weg de raad uit zou willen. Daar-
om begrijpt spreker niet, dat burgemeester
en wethouders er nog een ander hebben inge-
haald, en dien van elders naar hier hetoben
laten overkomen, dat ze misschien verwach-
tingen hebben opgewekt, dien persoon moeite
hebben veroorzaakt en kosten hebben laten
maken, terwijl ze toch wel wisten, dat deze
op een benoeming zoo goed als geen kans
had, omdat de raad wel in de richting van
een bepaald persoon wenschte te gaan. Hoe
komen burgemeester en wethouders er toch
toe, onder zulke omstandigheden iemand uit
Noord-Brabant te laten overkomen? En wat
de eigen inwoners betreft, ja, dat is bekend,
die hebben hier toch geen kans.
De heer VAN DEN BULCK hoopt, dat de
kosten van dien sollicitant toch zijn vergoed?
De VOORZITTER deelt mede, dat het
steeds gebruikelijk is geweest, dat toij het op-
roepen van personeel voor de gemeente-
administratie, het bezit van het diploma ver-
plichtend wordt gesteld. Er loopt een grooten
vloed van jonge menschen in het bezit van
dat diploma rond, die geen betrekking kunnen
vinden. Het bezit van dit diploma schept een
zekere basis van kennis. Er is zelfs nog een
oogenblik sprake van geweest ook te eischen
het bezit van het tweede diploma, dat voor
het financieel beheer der gemeenten. Het
aantal van hen die dat diploma bezitten is
echter nog niet groot, en daarom is daarvan
af gezien. Burgemeester en wethouders heb
ben het in elk geval gevraagd, omdat zij
meenden dat het noodig was.
Dat geen advertentie in het plaatselijk blad
is geplaatst, is niet met opzet geschied, maar
omdat, voor zoover burgemeester en wethou
ders bekend was, we hier niemand hebben die
in het bezit van het gevraagde diploma is, en
voorts zij die het diploma hebben wel alle kun
nen geacht worden kennis te nemen van de
oproepingen in de vakbladen. Een oproeping
in het plaatselijk blad werd dus overbodig ge
acht, terwijl burgemeester en wethouders
meenden, dat ze dan ook sollicitaties uit een
te ruimen kring zouden krijgen.
Spreker acht het als van zelf sprekend, dat
er zich van hier geen jongelui op het behalen
van het diploma voor de gemeente- admini
stratie toeleggen, aangezien men zich hier
voorbereid voor den handel en bedrijf, en de
gemeenteadministratie minderwaardig acht,
omdat het zoo zeldzaam voorkomt, dat daar-
bij een plaats open is en men zichzelf dus toe-
legt op het vrije bedrijf en op het behalen van
diploma's die daarvoor van waarde zijn, aan
gezien dat soepeler werkt en het veel gemak-
kelijker is zich bij het vrije bedrijf te verplaat-
sen. Hij wtijst er op, dat hrj op de secretarie 2
jongens uit Ter Neuzen heeft gehad, die tot
het vrjje bedrijf zijn overgegaan.
Een formeele overplaatsing, waarop de heer
Colsen doelde, hebben burgemeester en wet
houders niet willen forceeren. Zij hebben den
gemeenteraad in staat willen stellen een keuze
te doen. En nu spreekt het toch van zelf, dat,
wanneer zij een aanbeveling van 2 personen
moesten opmaken, zij toch behoorden te zor-
gen, dat daarop een tegenover no. 1 der aanbe
veling gelijkwaardig candidaat werd geplaatst.
Het spreekt ook van zelf, dat burgemeester en
wethouders zich van de capaciteiten van dien
tweeden candidaat hebben willen vergewissen,
of deze evengoed in staat zou zijn de. belang-
rijke taak waar het om gaat te vervullen. De
man heeft, overeenkomstig de daaromtrent
bestaande gewoonte, reis- en verblijfkosten
vergoed gekregen. Dat krijgen alle candida-
ten die op verzoek overkomen. Daarom wordt
bij de oproeping vermeld, dat alleen overkomst
op verzoek gewenscht is. Nu is voorts die
man niet gedupeerd, indien hij hier niet be-
noemd wordt, want dan kan het hem toch tot
aanbeveling strekken bij latere sollicitaties,
dat hij hier no. 2 op de aanbeveling heeft ge-
staan.
De heer VERLINDE kan met de door den
voorzitter ontwikkelde stelling niet geheel en
al in stemmen. Hij is overtuigd, dat iemand
met diploma boekhouden, die de boekhouding
kan voeren voor een handelsondememing, ook
best in staat is de boekhouding voor een ge
meente als Ter Neuzen, en dat deze dat wel-
licht in vele gevallen nog beter zal doen dan
iemand die in het bezit is van het diploma voor
de gemeente-administratie.
Door den voorzitter is gezegd: ,,wij vragen
altijd iemand met diploma", en dan laat hij
volgen ,,in Ter Neuzen zijn er geen die in het
bezit van dat diploma zijn".
Maar er zijn toch wel jongens die zich toe
leggen op boekhouden voor den handel, het
aanleeren van talen enz. Die jongens komen
in de bedrijven, beginnen dan iets te verdienen,
en worden ondertusschen in de gelegenheid ge-
1 steld zich in het bedrijf verder te bekwamen.
Op de wijze zooals men hier personeel op de
secretarie vraagt, is het voor iemand die niet
over veei centen beschikt niet mogelijk daar
ooit een jongen te krijgen. Ze kunnen er alleen
komen als volontair, verdienen dan niets, maar
moeten bovendien nog veel centen toegeven.
Spreker kan zich met die handelwijze niet
vereenigen.
'Hij stemt toe, het is wel gemakkelijk voor
den betrokken hoogeren ambtenaar, als er
geen jongsten bediende wordt aangenomen,
ais men alleen volslagen personeel aanneemt,
maar dat zou wel op alle kantoren het geval
zijn. Toch handelt men bij de overgroote massa
der kantoren anders.
Door den voorzitter is ook beweerd, dat men
zich hier niet op de gemeente-administratie
zou toeleggen, omdat het in den handel en in
het vrije bedrijf gemakkelijker zou zijn vooruit
te komen, maar dat moet spreker ten stellig-
ste tegen spreken. Dat is niet zoo gemakke
lijk, dat bemerken wel zij, die daarop zijn aan-
gewezen. Men moet zich daar veel, zeer veel
moeite getroosten en indien spreker er iets
aan zou kunnen doen, dan zou met de hier
voor aanstelling van personeel ter secretarie
aangenomen gewoonte zeker worden gebroken.
Indien men een jongen heeft die goed on-
derwijs heeft genoten en wat pienter is, dan
kan men dien naar sprekens meening best ter
secretarie voor verschillende werkzaamheden
gebruiken en kan hij zich intusschen verder
in de gemeente-administratie dnwerken. De
ouders kunnen dan zoo'n jongen thuis hou
den, hij verdient ondertussdhen wat en dan
staat daanvoor ook de gelegenheid over voor
mindergegoeden, die niet in staat zijn om
terwijl ham zoon niets verdient nog boven
dien f 200 tot 300 's jaars voor zijn oplei-
ding uit te geven. Indien men voort blijft
gaan met voor de minste betrekking ter secre- I
tarde zulke jongens uit te sluiten, zal men er
van hier nooit iemand zien.
De VOORZITTER: Hier zijn indertijd 2
jongens werkzaam geweest die hier waren op-
gekweekt en elders een betrekking hebben
gekregen.
De heer VERLINDE: Ja, maar dat is uit
een ver verleden.
De VOORZITTER w^jst er op, dat dit be-
toog eigenlijk touiten het aanhangige onder-
werp heengaat De heer Verlinde kan in de
toekomst zien, of in de toekomst misschien
min of meer in zijn richting gegaan wordt.
Er is met hetgeen spreker zeide niet vastge
steld, dat burgemeester en wethouders steeds
dien eisch zullen vasthouden.
De heer VAN DEN BULCK: Dat doet de
Secretaris
De VOORZITTER verzoekt over te gaan
tot de benoeming van een gemeente-ontvanger
en verzoekt de heeren Van Aken en Bedet
met hem het stembureau te vormen.
Het resultaat der stemming is, dat met
9 stemmen wordt benoemd de heer Olijslager,
op de heeren Q. Bax en P. Loof is 1 stem
uitgebracht.
De VOORZITTER stelt voor de datum van
in diiensttreding te stellen op den datum
waarop de zekerheidstelling is gesteld, het
geen vermoedelijk wel 1 Juni zal worden.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
De VOORZITTER stelt namens burgemees
ter en wethouders voor, de jaarwedde van den
gemeente-ontvanger te bepalen op 2200 met
2 tweejaarlijksche verhoogingen van 150, en
de doorgebrachte dienstjaren in aanmerking
te nemen.
De heer SCHEELE verklaart, dat het hem
wel spijt, hierin met burgemeester en wethou
ders niet te kunnen meegaan. Men moet nu
z.i. beginnen bij het begin. De benoemde
wist, welk salaris aan de funotie verbonden
was. Straks krijgen we weer een nieuwe re-
geliing voor deze functionarissen en daar dient
rekening mee te worden gehouden.
De VOORZITTER acht de voorgestelde
regeling niet meer dan rectotvaardig. Burge
meester en wethouders hebben tot het doen
van him voorstel aanleiding gevonden in de
diensten die de benoemde heeft gepresteerd
om de zaak uit het moeras te helpen; anders
zouden zij met een geiwoon voorstel gekomen
zijn.
De heer SCHEELE kan, als ddt het motief
is geweest, er zich wel mee vereenigen.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
De heer COLSEN vraagt, wat burgemees
ter en wethouders *nu van plan zijn, met be
trekking tot de vervulling van de vacature die
nu op de secretarie ontstaat.
De VOORZITTER: Daaromtrent hetoben
we nog geen definitief plan.
De heer COLSEN: Ja, maar als we ant
woord krijgen nadat de vacature is vervuld,
sohiet de raad daarmede niet veel op. Burge
meester en wethouders kunnen de volgende
week weer wel iemand benoemen. Ze krijgen
er nu toch op de secretarie den heer Tholens
bij. Hij vraagt, of het nu niet zou kunnen ge
vonden worden, dat er onder het aanwezig
personeel een opschuiving komt en er dan
eens een jongen uit Ter Neuzen zou kunnen
worden benoemd. Dan behoeft er verder niets
te veranderen.
De heer DE JAGER stelt de vraag, of de
raad wenscht, dat de zaken op onze secretarie
deugdelijk zullen blijven loopen, zooals het ge
weest is, of wel dat de raad iets anders
wenscht, en of van degenen die er zijn den
vollen man moet geeischt worden ja dan neen.
Wil de raad dat voor zijn verantwoording
nemen.
De heer VERLINDE acht de richting waar-
in de heer De Jager deze kwestie nu blijkt te
willen sturen niet de juiste. Hij stelt het
voor, alsof de zaak in de war zou moeten loo
pen, wanneer daar een jonge kracht, die moet
opgeleid worden in dienst kwam. Waar zou
men dan bij andere kantoren en administraties
moeten verschijnen? Hij voor zich durft die
verantwoording dan wel op zich nemen.
Hij is van oordeel, dat er op de gemeente-
secretarie van Ter Neuzen voldoende werk is,
dat men aan een beginnenden jongen kan op-
dragen, die zich dan door routine en studie
verder kan bekwamen, zooals dat overal elders
gebeurt. Degenen die er boven staan mogen
zich daarvoor dan in den eersten tijd eenige
moeite moeten getroosten, doch dat komt ook
overal elders voor. Indien op deze wijze ge
handeld wordt kunnen ook ter secretarie te
Ter Neuzen jongens in de gemeenteadmini
stratie komen ook al hebben hun ouders geen
geld. Laat ook hier de jongens van meet af
beginnen, zonder dat het hun ouders kapitalen
kost.
De heer SCHEELE gelooft, dat zoodanige
regeling in de toekomst wel aanbeveling zou
verdienen, maar nu is het misschien een be
zwaar, aangezien er een volslagen ambtenaar
weggaat, wiens plaats toch moet worden aan
gevuld, en het wellicht bezwaar zou onder-
vinden dat met een jongen aan te vullen, aan
gezien men er nu reeds een schrijver krijgt.
De VOORZITTER geeft den raad in over-
weging dit eens te laten bezinken en na te
gaan hoe de toestand zich verdraagt.
De heer VERLINDE voert hiertegen aan,
dat, als burgemeester en wethouders een be
noeming doen, de raad weer voor een feit
wordt geplaatst.
De heer VAN DEN BULCK zou het benoe-
mingsrecht dan bij den raad willen brengen.
De VOORZITTER merkt op, dat dit niet
kan. De heeren kunnen naar zijn meening
rustig afwachten. Ze kunnen, als het naar
ham meening niet goed gaat, aan burgemeester
en wethouders wel het geld onthouden.
De heer COLSEN noemt zulks in dit geval
niet juist. Er is op de secretarie een vacature
en het geld staat er voor op de begrooting.
Ook hij acht de vraag door den heer De Jager
gesteld onbeduidend.
De heer DE JAGER vraagt, of het met het
oog op de situatie op de secretarie gewenscht
is, daar nu een loopjongen te benoemen.
De heer VERLINDE herhaalt, dat dit geen
argumenten zijn, en hij laat zich daardoor niet
uit het veld slaan. Z66 moet de zaak niet be-
zien worden. Laat de heer De Jager dan eens
informeeren, b.v. ter gemeentesecretarie van
een gemeente als Rotterdam, een plaats die
toch om zijn belangrijkheid zeker genoemd mag
worden, of men dddr alleen gediplomeerde per
sonen ter gemeentesecretarie benoemt. Ziet
eens naar de administratie der rijksbelastin-
gen, naar de postkantoren, naar de Departe-
menten van Algemeen Bestuur, daar worden
jongelui genomen die van een goede school
komen, geen jongens van 12 jaar zooals de
heer De Jager zegt, doch die b.v. een U.L.O.
school hebben bezocht. Die beginnen dan met
een bescheiden salaris, doch verdienen in elk
geval wat en nemen dan verder den tijd te
baat om zich voor het vak te bekwamen. Ook
voor de gemeente-administratie kan men zich
verder bekwamen door het nemen van corres-
pondentielessen. Waarom zou dat juist hier
niet kunnen?
De VOORZITTER herhaalt: laten de heeren
eens rustig afwachten.
De heer COLSEN: Dus, burgemeester en
wethouders zullen geen benoeming doen, al
vorens er eerst den raad over te hebben ge-
sproken
De heer VAN DRIEL merkt op, dat, aan
gezien de nieuw benoemde ontvanger niet v66r
1 Juni a.s. in fimctie zal kunnen treden, er nog
zoo geen haast is bij het bezetten der vacature
op de secretarie. En wanneer het college de
vacature zou voorzien op een wijze die de goed-
keuring van den raad niet kan wegdragen, kan
deze de gelden op de volgende begrooting aan
burgemeester en wethouders onthouden.
De heer VAN AKEN kan daarmede niet in-
stemmen.
De VOORZITTER: Wacht rustig af en laat
burgemeester en wethouders hieromtrent eens
onderhandelen.
9. Voorziening in geneeskundige armen-
verzorging.
Bij schrijven van 20 December 1928 (zie de
raadsnotulen van 27 December 1928, punt 2,
letter g) gaven wij aldus wenden burge
meester en wethouders zich tot den gemeen
teraad U een overzicht van wat door ons
is gedaan, in verband met het verlangen van
Uwe vergadering, om vrije artsenkeuze in te
voeren.
Daar geen overeenstemming te bereiken
viel, is de zaak blijven liggen en werd het
aanblijven van Dr. Spruitenburg telkens ver-
lengd.
Nu lingaande 1 Mei a.s. aan Dr. Spruiten
burg ontslag is verleend, komt weer aan de
orde de vraag, zal nu de vrije artsenkeuze
worden ingevoerd, of zal weer een geneesheer
worden benoemd, alzoo het bestaande stelsel
worden gehandhaafd.
Wat de vrije artsenkeuze betreft, kunnen
wtj mededeelen, dat de doktoren ons voorstel,
zooals dit is opgenomen in ons schrijven van
20 December 1928, niet wenschen te accep-
teeren.
Het voorstel, zooals dit door de doktoren is
gedaan, achten wij niet aannemelijk, omdat
dat een toestand schept, waarvan alleen het
eerste jaar kan gezegd worden, wat het zal
kosten. Evemmin achten wij het voorstel Col
sen aan te bevelen. Betalen per bezoek geeft
ons ook absoluut geen beeld van de kosten
en waar in dit stelsel van geen hooger toe-
zicht sprake is, zou een dergelijke overeen-
komst zeer ten nadeele van de gemeente kun
nen werken. Bovendien vinden wij het een
fout, dat ook doktoren buiten de gemeente
onder de regeling zouden vallen. Hierbiij komt
nog dat, wanneer overeenikomsten gesloten
worden, op die heeren, wij zaiden het reeds,
geen toazicht te houden is en wij evenmin
over die geneesheeren iets te zeggen hebben.
Heel anders is zoo'n regaling natuurlijk in
Hilversum (de gemeente waarvan wij de
regeling habben overgenomen) waar bestaat
een gemeentelijke geneeskundige dienst, met
aan het hoofd een geneesheer, gemeente-
ambtenaar, om controle uit te oefenen. Bij
ons is dan ook de twijfel groot of Gedepu-
teerde Staten en de Inspecteur van de Volks-
gazondheid zich niet tegen eene dergelijke
regeling zullen verzetten. Bovendien zal
daamaast ook nog moeten aangesteld worden
een geneesheer toelast met de vaceinatie en
met verdere werkzaamheden die zich kunnen
voordoen als b.v. de krankizinnigheid vaststel-
len van menschen, die op kosten der gemeen
te moeten verpleegd worden; ook moet iemand
worden aangewezen voor hulp aan de vroed-
vrouw bedoeld in artikel 15 der wet van 1
Juni 1865, terwijl wij ook een der heeren heb
ben aan te wijzen als ambtenaar bedoeld in
artikel 5 der Begraafwet.
Naast de geneesheeren, die een overeen-
komst aanvaarden, zou dus een geneesheer-
gemeente-ambtenaar noodzakelijk blijven.
Op al deze gronden achten wij eene rege
ling, waarbij het armbestuur met de genees
heeren een overeenkomst zou aangaan, niet in
't belang der gemeente, zelfs ook niet wan
neer de geneesheeren hadden willen aan-
nemen de door ons ontworpen overeenkomst.
Wil men handhaven het idee vrije artsen
keuze, laat uw college dan eene wijziging
brengen in de verordening regelende den ge-
neeskundigen dienst en laat de mogelijkheid
worden geopend de vier alhier woonachtige
geneesheeren aan te stellen als armendokter,
op een salaris nader te bepalen, met het recht
in de geheele gemeente praotijk uit te oefenen.
Vaceinatie, doodschouw, toepassing artikel
15 der wet van 1865 en andere zaken hun
dienst betreffende, ware dan aan een der
heeren op te dragen. 't Geval zal zich dan
wel voordoen, dat een dokter, die in de smaak
valt, veel werk heeft, terwijl anderen, die veel
minder werk hebben, toch evenveel ont-
vangen. De vraag blijft echter, of in dit ge
val, practisch wel van vrije artsenkeuze veel
te recht zal komen, speciaal te Sluiskil lijkt
ons dat al zeer betrekkelijk, nu zich daar een
geneesheer heeft gevestigd.
Wanneer men dan de doktoren een salaris
gaf van /400 en den geneesheer, belast met
de andere werkzaamheden van 500, dan
zouden de totale kosten bedragen 1700.
Wij zelf zouden het evenwel beter vinden
om, nu zich ook een dokter te Sluiskil heeft
gevestigd, twee doktoren te benoemen, een
voor de kom en voor Sluiskil en alsdan het
gebied dat thans aangewezen is voor de ver-
loskundigen, ook te bepalen voor de genees
heeren. De werkzaamheden, die nu bij een
dokter behooren, zouden dan elk voor zijn ge-
Foster's
laxeermiddel.
f0.65 per flacon
is vaak te wijten
aan constipatie.
Alle spijsverterings-
stoornissen verdwij-
nen na gebruik van
Maagpillen, het ideale
Alom aangeprezen.
Te Ter Neuzen bij Finma A. van Overbeeke
Leunis, Axelschestr. en Westkolkstr. 18
(Ingez. Med.)
bied, voor de twee doktoren kunnen worden
bepaald.
Waar de werkzaamheden in de kom meer
zullen bedragen dan te Sluiskil, in verband
met het inwonertal, ware de jaarwedde voor
de kom te bepalen op f 500, die voor Sluiskil
op f 400. Wij gelooven, dat op deze manier
de meest practische regeling zou getroffen
zijn en dat voor de gemeente geen hoogere
kosten dan thans zouden geraamd moeten
worden. Vereenigt uw college zich met dit
voorstel, dan zal met enkele kleine wijzigingen
in de verordening regelende den genees-, heel-
en verloskundigen dienst kunnen volstaan
worden. Eene oproeping zal gedaan worden
en in de volgende vergadering zullen genees
heeren benoemd kunnen worden.
De heer BEDET wil iets zeggen over het
vraagstuk der vrije artsenkeuze. In het jaar
1927 besloot de raad op 17 November bij de be-
handeling der gemeentebegrooting met 10
tegen 3 stemmen tot invoering van vrije art
senkeuze voor de armenpractijk. Hij meent dat
tot dit thema aanleiding gaf, niet de omstan-
digheid dat de regeling zooals die steeds be-
staan had niet voldeed, maar wel was 'n uiting
van ontevredenheid over een persoonlijk optre-
den van den geneesheer belast met de armen-
praktijk, in verschillende gevallen, hetgeen
men aannam dat juist behandeling der armen
betrof. Ware spreker toen raadslid geweest,
dan zou hij hebben getracht zijn medeleden
te overtuigen, dat zulks volgens zijn ervaring
niet betrof een behandeling der armenpatien-
ten, doch dat het wel eens minder aangenaam
optreden van dien geneesheer was een karak-
tergebrek, dat zich evengoed uitte bij zijn an
dere patienten doch waarbij geen kwade be-
doeling voor zat, terwijl de klachten van Zijn
optreden tegenover de patienten van het arm
bestuur overdreven moeten worden genoemd.
Ondertusschen hebben burgemeester en wet
houders getracht, deze kwestie op te lossen
in een door den gemeenteraad gewenschten
zin, en zich met de verschillende geneesheeren
in verbinding gesteld. De voorwaarden die
deze stelden waren echter onaannemelijk, zoo-
dat het zeer moeilijk bleek, over te gaan tot
invoering van vrije artsenkeuze. Indien men
er toe overgegaan zou zijn de heeren doktoren
per bezoek te betalen, en ook, zooals men
scheen te wenschen dokters van buiten de ge
meente aan te stellen, dan zou men het bur-
gerlijk armbestuur geplaatst hebben voor
moeilijke toestanden, die niet waren op te los
sen geweest. Burgemeester en wethouders
zijn dus niet tot resultaat kunnen komen.
Spreker meent, dat de heer Colsen toch zelf
zal moeten begrijpen, dat, als men de dokters
per bezoek gaat betalen, men absoluut daar
op geen controle kan houden Spreker is
overtuigd, dat de alhier gevestigde dokters
hunne praktijk alien zeer emstig opnemen.
Maar niettemin leert de ervaring, dat er zijn
die het noodig achten hunne patienten dage-
lijks te bezoeiken .terwijl anderen voor behan
deling hunner patienten geen dagelijksche
bezoeken noodig achten, hetgeen met
minder onkosten gepaard gaat. Het be-
handelen van de zieken wordt dus door de een
duurder behandeld dan door de ander, het zou
in elk geval veel duurder worden dan tot nu
toe het geval is geweest, en het zou bijna ab
soluut onmogelijk zijn om geneesheeren die
buiten de gemeente gevestigd zijn te contro-
leeren. Dat zou door het burgerlrjk armbe
stuur niet kunnen worden geaccepteerd, dat
zou worden geweigerd, aangezien dat buiten
haar reglement gaat. Misschien zou de heer
Colsen echter thans, nu er te Sluiskil een ge
neesheer gevestigd is, daarvan afstand kun
nen doen.
Spreker zou den gemeenteraad in overwe-
ging willen geven, dat besluit van 17 Novem
ber 1927 te willen wijzigen en de armenprak-
tijk in den gewonen zin willen laten behande-
len, zooals dat door burgemeester en wethou
ders wordt voorgesteld, met een geneesheer
voor de kom en een voor Sluiskil, en dan de
vrije artsenkeuze te laten vervallen.
De heer VAN DRIEL wil ten opzichte van
den dokter aan wien op zijn verzoek ontslag
is veleend als gemeentegeneesheer en die de
armenpraktijk waamam, verklaren dat deze
een goed geneesheer was. Zijn werk als zoo-
danig wordt gewaardeerd. De vrije artsen
keuze is meer een principieele kwestie. De
fractie van spreker is daarvan voorstander,
maar uit de stukken blijkt wel, dat dit doel
niet bereikt kan worden, terwijl men nu voor
een oplossing staat van de geneskundige ar-
menverzorging. Spreker zou echter eene kleine
wijziging wenschen in het voorstel van bur
gemeester en wethouders. De geneesheer die
de wijk Sluiskil zal te verzorgen krijgen, zal
wel minder patienten krijgen, maar heeft een
uitgestrekter gebied. Hij zou dezen daarom
in bezoldiging gelijk willen stellen mei den
geneesheer in de kom. Men bleef dan eenige-
zins in de lijn van de vroedvrouwen, aangezien
de juffrouw voor Sluiskil zelfs meer krijgt dan
die voor de kom. Hij zou voor den geneesheer
niet zoo ver willen gaan, maar meent dat er
toch een logische gedachtengang in ligt, om
tegenover het mindere werk van den genees
heer te Sluiskil den grooteren afstand in aan
merking te nemen.
De heer COLSEN kan zich met het voorstel
van burgemeester en wethouders nog niet
vereenigen; hij ziet niet in, dat het stelsel van
vrije artsenkeuze voor de armenpraktijk hier
niet uitvoerbaar zou zijn, waar zulks in klei-
nere gemeenten in de omgeving wel kan. De
zaak is volgens hem niet juist behandeld.
Burgemeester en wethouders zijn eerst om
advies gegaan bij de geneesheeren zelf. Dat
is toch niet juist. Burgemeester en wethou
ders hadden eerst behooren te zeggen hoe ze
het zelf wenschten en misschien hadden de
geneesheeren dan met de door hen voorge
stelde condities wel genoegen genomen. Ale
burgemeester en wethouders een gemeente-
ambtenaar willen aanstellen, gaan ze toch
niet eerst bij de gegadigden inliehtingen vra
gen op welke voorwaarden ze willen komen?
Ze hebben toch ook niet eerst aan den heer
Olijslager en anderen gevraagd op welke
voorwaarden ze gemeente-ontvanger wilden
worden? Ze hadden zonder meer een ver
ordening moeten maken en deze dan aan de
geneesheeren hebben voorgelegd, met de
vraag of ze bereid waren daarop hun diensten
beschikbaar te stellen. Men is er nu al twee