PUROL Doorzitten bij Wielrijden (Ingez. Med.) afgeloopen, en heeft hij gelegenheid om over een goedkooperen prijs te onderhandelen. Op het oogenblik is de gelegenheid er niet voor. De heer DE BAKKER gevoelt er wel iets voor, dat van gemeenteWege iets zou worden gedaan voor het verkrijgen van een gelijken stroomprijs. Hij grond dit op de misleidende cijfers die vroeger aan den gemeenteraad zijn voorgelegd, waardoor electrificatie van wege de gemeente is uitgebleven. Sluiskil is daar- door gedupeerd. Spreker is er sterk tegen geweest om de overeenkomst aan te gaan met geen gelijken stroomprijs voor heel de ge meente. Als de raad daaraan had vastgehou- den, zou de P.Z.E.M. wel hebben toegegeven. De heer VERLINDE merkt op, dat het hem voorkomt, dat het verschil in prijs niet zoo groot zou geweest zijn, als de centrale in de kom het ook zoo voordeelig had kunnen doen als de nabij Sluiskil gelegen centrale der P.Z.E.M. Van uit de kom had echter naar Sluiskil een kabel van 5 K.M. moeten worden gelegd. De VOORZITTEREn de Industrieele Maat- schappij had er haar machinerien voor moeten aanvullen. De heer VERLINDE vindt het ongelukkig, den tijd weer te moeten besteden aan voorstel- len over zaken die pas in den raad zijn behan- deld en waarover een beslissing gevallen is. De heer COLSEN begrijpt, dat het contract nu weer niet kan worden verbroken, maar dacht dat, nu de burgers in de kom zoo goed- koop worden geholpen, de gemeenteraad wel bereid zou zijn om de duurdere prijs voor de buitenwijken af te koopen. Hij had willen vragen, onder welke voorwaarden de P.Z.E.M. bereid zou zijn, voor de buitenwijken een lage- ren prijs te stellen. Als het een hooge som was, zou hij er niet op willen doorgaan. De heer VERLINDE wijst er op, dat het ge- noegzaam bleek, dat het bij de P.Z.E.M. een kwestie van principe was. De heer BEDET meent, dat het niet aangaat uit de gemeentefinancien een toelage te gaan geven. De heer COLSEN deelt mede, dat de prijs voor Sluiskil nu tot 35 cent is verminderd, om- dat er zooveel perceelen aangesloten zijn. De heer VERLINDE spreekt de veronder- •telling uit, dat het misschien in de toekomst daar nog wel lager wordt dan in de kom. De heer BEDET acht het vast te staan, dat het althans aan gelijken prijs zal komen. De heer SCHEELE geeft te kennen, dat hij wegens een misverstand het eerst over dit onderwerp sprak. Hij vermeende, dat de heer Colsen, door den voorzitter daartoe in de ge legenheid gesteld, het woord niet wenscnte. Wat de zaak zelf betreft moet hij nog opmer- ken, dat de wijzen hun tijd kennen, doch zich niet bespottelijk moeten maken. Er zal nie- mand den heer Colsen het recht ontnemen een voorstel te doen, maar spreker moet den raad adviseeren dit voorstel af te wijzen. De VOORZITTER acht het zeer verwonder- lijk, dat de heer Colsen het wil doen voorkomen alsof hij met dit voorstel is gekomen, omdat burgemeester en wethouders indertijd aan den gemeenteraad onjuiste adviezen hebben ver- strekt. Het is juist zooals de heer Verlinde opmerkt, dat de P.Z.E.M. zijne electrische cen trale in de nabijheid van Sluiskil had staan, en dus goedkooper kon zijn dan de Industrieele Maatschappij, die van zeer ver moest komen. Het gaat toch niet aan, om, indien men het met verstrekte gegevens niet eens is, te gaan verklaren dat deze misleidend zijn. In de vergadering op 19 December 1.1. heeft de gemeenteraad deze zaak ten voile in over- weging genomen. Toen was er gelegenheid zich over de verschillende bepalingen uit te spreken en over de prijzen-politiek. Er is toen voldoepde gebleken dat het bestuur der P.Z.E.M. in dat opzicht geen veranderingen in de met burgemeester en wethouders voor- loopig besproken regeling wenschte en de ge meenteraad die dus had te aanvaarden of te verwerpen. De raad heeft de prijs toen aan- vaard. Het zou inderdaad een gemis aan zelfrespect zijn, indien de gemeenteraad, nu de inkt van de onderteekenig van het contract te nauwer- nood droog is, weer ging vragen om verande- ring. Als de heer Colsen de prijsverlaging voor Sluiskil wil doen betalen door de lichtgebrui- kers te Ter Neuzen, veronderstelt spreker dat anderen dit wel niet voor hun rekening zullen willen nemen. Geen particulier gaat zegt spreker betalen voor uw lichtverbruik. Bouwt zegt hij Sluiskil uit, dan zal het in de toekomst ten opzichte van het verbruik van electrischen stroom in gunstige conditie komen en komen wij misschien ten slotte nog wel vragen om gelijkstelling met Sluiskil. Het voorstel van den heer Colsen wordt ver- worpen met 9 tegen 2 stemmen. Voor stemmen de heeren De Bakker en Colsen; tegen stemmen de heeren Scheele, Dekker, Verlinde, De Bruijne, Van Driel, Van den Bulck, Van Aken, Bedet en De Jager. o. De heer COLSEN vraagt, of aan burge meester en wethouders nog niets bekend is omtrent de grenspaal die te Sluiskil is wegge- haald. Hjj had verwacht, dat burgemeester en wethouders op zijn in de vorige vergadering gestelde vraag thans antwoord zouden hebben gegeven. De VOORZITTER: Die paal ligt op een rustige plaats en wordt daar bewaakt. De heer COLSEN vraagt, of burgemeester en wethouders inlichtingen daaromtrent heb ben ingewonnen bij burgemeester en wethou ders van Axel. Burgemeester en wethouders hadden dat toch toegezegd? De VOORZITTER: Er zijn gewichtige rede- nen, waarom burgemeester en wethouders zich over dergelijke futiliteiten niet tot het ge- meentebestuur van Axel hebben gewend. Die paal is opgenomen en weggevoerd om die net- jes te bewaren tot ze later kan herplaatst worden. Er zijn wel gewichtiger zaken die we met burgemeester en wethouders van Axel wel eens wenschen te bespreken, welke bespre- kingen we niet wenschen te belemmeren, door praatjes over dien paal. De heer COLSEN herinnert, dat zijn vraag was overgenomen en hij had verwacht er nu antwoord op te zullen krijgen. De grens is in elk geval nog d&dr, maar hij zal er dan nu niets meer over zeggen. 2. Nadere vaststelling gemeenterekening over den dienst 1929. Burgemeester en wethouders geven het vol- gende te kennen: Ter uitvoering van de wet tot herziening van de financieele verhouding tusschen het Rijk en de Gemeenten zijn door ons aan ge- deputeerde staten opgaven verstrekt, o.a. be- treffende de opbrengst der gemeentelijke in- komstenbelasting over 19281929, zulks ter vaststelling van het aan de gemeenten uit te keeren bedrag. Teneinde bij de vaststelling van dit bedrag zooveel mogelijk uniformiteit te betrachten, zijn door de Provinciale Griffien gezamenlijk verschillende richtlijnen vastgesteld, betreffen- de de beoordeeling der door de gemeentebestu- ren ingezonden opgaven. Een dier richtlijnen betreft de verantwoor- ding van het bedrag dat aan gemeentelijke inkomstenbelasting van het belastingjaar 1928- 1929 ten goede dient te komen van 1928. Over- eengekomen is daarbij, dat zeer streng de hand zal worden gehouden aan de artt. 9 en 10 der Rekeningsvoorschriften 1924. Nu is in de gemeente-rekening voor 1928 onder volgnummer 2 verantwoord een bedrag van 578,42 wegens ontvangen gewetensgeld. Dit bedrag, hoewel betrekking hebbende op dienstjaren, voorafgaande aan 1929, moet in de rekening over genoemd jaar worden ver antwoord. Gedeputeerde Staten zenden in verband daarmede de rekening over 1928 terug, met verzoek te willen bevorderen, dat de ontvangst op den post, volgnummer 2 met 578,42 wordt verminderd. Voldoende aan dit verzoek, stellen wij U voor, het raadsbesluit van den 31 October 1929, tot voorloopige vaststelling van de ge meente-rekening voor 1928. te wijzigen als volgt: de ontvangsten van den gewonen dienst worden vastgesteld op vier honderd vijf en vijftig duizend twee honderd drie en negentig gulden vijftien cent 455.293,15) en het batig slot van den gewonen dienst op vijf en veertig duizend vier en tachtig gulden acht en veertig en een halven cent 45,084,48%). Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 3. Vergunning voor het plaatsen eener vitrine-zuil op gemeentegrond. Burgemeester en wethouders stellen voor, het volgende besluit te nemen: De gemeenteraad van Ter Neuzen, Gezien het verzoek van de N.V. Technisch Bureau voor Algemeene Lichtreclame S. Kool Co. te Amsterdam d.d. 1 November 1929, om vergunning voor het plaatsen en hebben van een vitrinezuil op- en in gemeentegrond, Gelet op het rapport van den gemeente- bouwmeester d.d. 3 December 1929, Gehoord een voorstel van burgemeester en wethouders, besluit Aan de N.V. Technische Bureau voor Alge meene Lichtreclame S. Kool Co. te Amster dam of aan hare rechtverkrijgenden tot we- deropzegging vergunning te verleenen tot het plaatsen en hebben van een vitrine-zuil op en in gemeentegrond op de plaats, op bjjbe- hoorende teekening in roode kleur aangegeven gelegen in de Nieuwstraat en zulks onder de volgende voorwaarden: 1. de uitvoering van dit werk op- en in ge meentegrond moet geschieden, volgens nadere aanwyzing van den gemeente-bouwmeester, die daarvoor tijdig moet worden gewaar- schuwd 2. de onkosten voor het plaatsen, onder- houden en het eventueel opruimen der vitrine enz. zijn voor rekening van verzoekster; 3. ter erkenning van het eigendomsrecht der gemeente op den grond waarop en waar- in zuil zal worden geplaatst, betaalt verzoek ster, of betalen hare rechtverkrijgenden, jaar- lijks voor het eerst voordat met de werkzaam- heden wordt begonnen en voorts ieder jaar v66r den 31 December een bedrag van vijftig gulden 50) ten kantore van den gemeente- ontvanger. 4. de opschriften en de reclame voor deze vitrine te bezigen of aan te brengen, moeten vooraf door burgemeester en wethouders wor den goedgekeurd; 5. wanneer de gestelde voorwaarden niet worden nageleefd, wordt de vergunning door burgemeester en wethouders ingetrokken. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 4. Opzegging van erfpachtsperceeltjes aan den Schoolweg voor wegsverbetering. In de gemeente-begrooting voor 1930 is, merken burgemeester en wethouders op, o.a. een post opgenomen voor de verbetering van den Schoolweg. Uit de memorie van toelichting bij die be- grooting behoorende, kan U blijken, dat ge- noemde weg zoo breed mogelijk zal worden verhard. Aan de zijde der huizen komt een trottoir, aan den anderen kant een fietspad. Teneinde dezen weg zoo goed mogelijk te kunnen maken, dienen wij, wat de zijde der huizen betreft, de beschikking te verkrijgen over een gedeelte van die perceeltjes grond, welke op de hierbij behoorende teekening in roode kleur zijn aangegeven. Deze perceeltjes zijn in gebruik bij de na- genoemde personen, terwijl daarachter is ver- meld het aantal vierkamte meters dat van ieder perceeltje benoodigd is. a. Vereeniging voor Christelijk Volksonder- wijs 2,12 M-; b. J. van Cadsand 10,25 M2; c. Geref. Gemeente 5,65 M2; d. W. S. Verlinde 0,95 M2; e. P. Maas 10,25 M2; f. J. G. Verlinde 5,50 M2; g. W. S. Verlinde 10,20 M2; h. A. A. Eekman 4,50 M2. A1 deze perceeltjes zijn gemeente-eigendom en tot wederopzegging in erfpacht uitgege- ven. Nu bepaalt artikel 5 van de erfpachts- voorwaarden, dat het erfpacbtsrecht kan wor den opgezegd, zoodra zulks wenschelijk wordt geacht, zoodat door de eenvoudige opzegging van het erfpachtsrecht bij deurwaarders- exploit, de gemeente er de beschikking over krjjgt. In verband met bovenstaande stellen wij U voor, het erfpachtsrecht van genoemde per ceeltjes gemeentegrond op te zeggen, voor dat gedeelte, dat op de bijbehoorende teekening in roode kleur is aangegeven. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 5. Leggen en in gebruik hebben van werk- spoor in gemeentegrond. Burgemeester en wethouders deelen hierom- trent het volgende mede: Het verzoek van de N.V. Nationaal Hout- bedrijf om vergunning voor het leggen van werkspoor op gemeentegrond is in Uwe ver gadering van den 20 Maart jl. aan ons terug- gezonden, met verzoek voorwaarden te ont- werpen, volgens welke eene vergunning kunnen worden verleend. Wij wenschen even vast te stellen, dat wij nog steeds op het standpunt staan, dat inwil- liging van het verzoek belemmerend zal wer- ken voor het verkeer en dat wij het niet on- waarschijnlijk achten, dat ongelukken in de toekomst aldaar zullen voorkomen. Nu in Uw College echter algemeen op in- williging van het verzoek is aangedrongen, stellen wij U voor, wanneer dit standpunt als- nog door U wordt ingenomen, de gevraagde vergunning onder de volgende voorwaarden te verleenen. 1. de vergunning voor het hebben van een werkspoor ter breedte van 0,75 M., waarvan 0,50 M. op het trottoir gelegen tusschen de perceelen kadastraal bekend in sectie M. nos. 505 en 515 van- en aan den Stationsweg te Ter Neuzen, wordt tot wederopzegging ver leend aan de N.V. Nationaal Houtbedrijf filiaal Ter Neuzen; 2. als vergoeding voor het ingebruik heb ben van gemeentegrond betaalt verzoekster voor het eerst voordat de vergunning wordt uitgereikt en voorts ieder jaar voor den 31 December een bedrag van 50,ten kantore van den gemeente-ontvanger; 3. verzoekster vrijwaart de gemeente Ter Neuzen voor alle aanspraken en schade van derden, welke tengevolge van deze vergunning zouden kunnen ontstaan. 4. de in het verzoek bedoelde rails moeten worden gelegd ten genoegen van burgemeester en wethouders volgens bijbehoorende teekening en niet hooger dan den bovenkant van het aangrenzend trottoir; 5. het lossen en laden van hout of andere materialen ten behoeve van dit houtbedrijf mag niet plaats hebben aan de Zuidzijde van het perceel kadastraal bekend in sectie M. no. 505 op den Stationsweg; 6. van deze vergunning mag geen gebruik worden gemaakt dan nadat deze voorwaarden op een gezegelde verklaring door verzoekster zijn aanvaard. De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat burgemeester en wethouders dit voorstel doen naar aanleiding van de in de vorige vergade ring gehouden besprekingen, doch niettemin hun eerste voorstel, om geen vergunning te verleenen, het meest actueel achten. Voor het geval evenwel vergunning zou willen verlee nen, hebben zij gemeend daarvoor eenige voor waarden te moeten vastleggen. De heer VERLINDE heeft bezwaar tegen de voorwaarde onder 5; hij leest daaruit, dat het lossen of laden van hout van of op een wagen op straat aldaar verboden zal zijn. Hij acht dat een niet te handhaven bepaling, aangezien de firma langs de achterzijde het hout in het algemeen niet lossen of laden kan. Dezelfde toestand doet zich voor aan de overzijde bij den heer Verstraeten. Als diens magazijn vol is met kolen, kan daar toch ook geen wagen in geplaatst worden voor het laden van kolen en moet de wagen dus ook op de straat blijven staan. Dat heeft daar nu al een langen tijd bestaan, maar hier staat men voor een betrek kelijk nieuwen toestand, en wordt daar een nieuw bedrijf gesticht en daarvoor moet men geen voorwaarden stellen, die niet uit te voe- ren zijn. De heer VAN DRIEL geeft te kennen, dat hjj zal moeten beginnen met een algemeenen beschouwing. Het Nationaal Houtbedrijf zou nu volgens het voorstel van burgemeester en wethouders de gevraagde vergunning krijgen, maar de wijze waarop, dat wordt voorgesteld bevredigd aan spreker volstrekt niet, te meer waar daarbij ook het arbeidsbelang in het ge- drang komt. De firma zal blij zijn, dat ze Ijet spoortje krijgt, maar zooals het nu door bur gemeester en wethouders wordt voorgesteld krijgt het een bocht, en het passeeren van een bocht kost aan de menschen die ef mee moeten werken meer krachtsinspanning. Aan de dokken heeft spreker dat meermalen onder- vonden. Als de vraag toestemmend wordt be- antwoord, en het spoor komt in een rechte ning te geven, aangezien van de inwilliging allerlei moeilijkheden het gevolg kunnen zijn. Burgemeester en wethouders vviilen nu, door den aandrang van den raad, toegeven, indien het Houtbedrijf 25 c.M. van de voor het spoor benoodigde strook op haar eigen terrein laat vallen. Spreker zou nog wat verder willen gaan, en er zich mee kunnen vereenigen wan neer ze zelf 50 c.M. van hun terrein innamen, zoodat er maar 25 c.M. van het trottoir noo- dig was. Hij meent, dat de noodige ombuiging om in de zagerij te komen met een flauwe bocht zou kunnen worden gemaakt; een scherpe bocht zal bezwaar opleveren, daar is hij het mede eens, maar dat is wel te verhelpen, als de heeren n.l. hun gebouw wat inkorten, dat is een uitgaaf voor eenmaal en dan hebben we er geen last mede over onze straat. Men moet het natuurlijk respecteeren, dat er ondernemers zijn, die bedrijven stichten die werk brengen, maar de gemeenteraad kan daarom toch niet aan elke zaak die men gaarne ziet maar alles gaan toegeven, want dat zou ten slotte in de praktijik tot moeilijk heden aanleiding geven. De heer DEKKER geeft te kennen, dat hem op het terrein inlichtingen zijn verstrekt door den heer Van Dijke. Zooals het plan nu ont- worpen is, komt het hout bij het vervoer niet zoover op straat. Hij kan er zich wel mee vereenigen om het zoo toe te staan. De heer DE BAKKER merkt op, dat burge meester en wethouders, door als voorwaarde te stellen een verbod voor lossen en laden van wagens op de straat, hier iets willen verbie- den, dat een ander wel mag. Het is zeker een bezwaar, om lange einden aan de achterzijde te verwerken en daarom behooren vrachtrij- ders, die hout komen afhalen, de gelegenheid te hebben hunne wagens te zetten op de straat aan de Zuidzijde van het terrein. Het korte hout kan langs de achterzijde van het terrein worden geladen. De heer BEDET is het er mede eens, dat in het algemeen belang moet medegewerkt wor den aan de bevordering der belangen van den handel, al zal dit niet altijd op dezelfde gron- den kunnen geschieden. Hier zou echter iets worden geweigerd, wat aan een ander wordt toegestaan. Hij vermeent echter, dat hier iets niet in aanmerking is genomen. De firma heeft in het geheel geen wegver- sperring op 't oog, integendeel, ze zegt geeft ons dat werkspoor, dan kunnen we gemakke- lijker ons hout verwerken en ook gemakkelij- ker lossen en er zullen heel wat bezwaren worden ondervangen Natuurlijk, indien uit een en ander ongeluk ken voortspruiten, moeten deze komen voor rekening van de firma zelf. Teinide haar hout te lossen is de firma voor- nemeus aohter de te bouwen loods een weg te maken ter breedte van pl.m. 4 M. Ze komt dus met het hout uit het schip op haar eigen weg achter de loods. Maar als ze nu van haar eigen terrein nog 25 c.M. meer zou moe ten afstaan dan thans door burgemeester en wethouders wordt gevorderd, zou ze geen loods van 22 M. diep meer kunnen bouwen en als ze dat niet kan dan wordt die te smal om er haar hout te kunnen classeeren en bergen, dan wordt die loods te bekrompen. De heer SCHEELE: De straat ook. De heer BEDET acht in deze den blik van den heer Scheele te bekrompen. Hij wil de lijn, zal het op de wagentjes geladen hout ook firma zooveel mogelijk tegemoetkomen. Bur- nimmer over den weg moeten komen, hetgeen nu met een bocht er in van 25 c.M. wel het geval zal zijn. Spreker is het met het oog daarop bang voor ongelukken. Het is niet te voorkomen dat het hout bij het rijden naar de zagerij met het acljtereind over de straat komt, maar met die bocht is dat ook al het geval bij het vooruit rijden; nu komt het dus tweemaal over de straat. Met het achtereind is het gevaar zoo groot niet. Spreker stelt in het licht, dat het toestaan der vergunning werkverruiming beteekent. Veronderstelt dat er thans een schip per maand komt, waaraan 5 dagen wordt gelost, is dat 60 dagen per jaar, dat er op de straat zou kunnen gewerkt worden en als er 66n sohip per maand meer komt 120 dagen. Er resten dan toch nog 280 werkdagen dat dit niet het geval is. Er werken thans 10 vaste en 4 lasse werklieden, en dat aantal zal dan missohien kunnen worden opgevoerd tot 10 losse werklieden, daardoor beteekent het werkverruiming. Hij acht het ook niet noodig, aan deze firma voor het gebruik van dat trottoir 50 te vra gen. De firma brengt hier meer arbeid en betaalt het standaardloon, hetgeen voor hem een aanleiding is de firma welwillend tege- moet te komen. Indien het alleen de bedoe- ling is erkenning van het eigendomsrecht der gemeente, dan is ook 50 cent per jaar al vol doende. Z66'n bedrag wil spreker niet noemen, maar hij wil er een nul afdoen en acht f 5 vol doende. Hij wijst er met betrekking tot de onder no. 5 voorgestelde voorwaarde op, dat burgemees ter en wethouders in dit voorstel veel verder gaan dan ze wenschen. Zooals het hier luidt zou hij er zich mede kunnen vereenigen, maar hij wil wel waarschuwen, aangezien de bedoe- ling klaarblijkelijk anders is. Het vermelde kadastraal no. 505 is n.l. de straat en zich hier aan houdende zou dus wel op de straat, maar niet op het trottoir aan de overzijde mogen gelost of geladen worden. Dat men met een stuk hout nog aan de overzijde van de straat zou moeten komen zal zich wel nimmer voor- doen. Spreker betoogt, dat de belanghebbenden hun terrein moeten kunnen bereiken en als men hen een vergunning heeft, moet die ook aldus zijn, dat ze er nut van kunnen trekken. Als men een vischacte leest, zal men zien dat er in staat, dat men in de gelegenheid moet worden gesteld zijn vischwater te kunnen be reiken. Het Nationaal Houtbedrijf moet dus ook op haar terrein kunnen komen. Ook moet men dit niet beletten om bij voor- komende omstandigheden ook wagens te los sen of te laden op de straat, en evenmin het spoortje op zoo'n idiote manier laten maken, dat men met het lange hout door de bocht ter- itond boven de straat komt, evenmin f 50 retributie vragen, doch volstaan met f 5. Maakt men er een scherpe bocht in, dan weet spreker bij ondervinding welke bokke- sprongen men als werkman soms maken moet, als men met die lorries rijdt. Een voorbeeld heeft men er voor aan de nieuwe kade, waar twee lijnen in gebruik zijn. Daar heeft hij die bokkesprongen meegemaakt. Spreker zou, in dien de werklieden medezeggingschap in het beheer van zulke ondernemingen had, er tegen waken, dat de spoortjes z66 zouden worden aangebracht. Nu dit nog niet zoo is, wil hij er niet aan meewerken, dat het in dit geval op een zeer ondoelmatige wijze werd gemaakt. Hij wijst nog op een vroegeren ondoelmatigen toestand in de Steenkamplaan, waar de rijweg met paaltjes was afgezet, met het gevolg dat alle voertuigen langs school C moesten rijden, terwijl men te Sluiskil de losplaats ook vlak bij de openbare school heeft aangebracht. Wan neer het werk hier wordt uitgevoerd zooals burgemeester en wethouders wenschen, komt het met 't rijden met de lorries op dat spoor ook niet goed uit. De heer SCHEELE stelt zich in deze kwes tie meer op het standpunt dat burgemeester en wethouders in de vorige zitting innamen, dat het niet gewenscht is, de gevraagde vergun- gemeester en wethouders vragen bij het ver leenen der vergunning een retributie van 50 en de heer Van Driel wil f 5 vragen. Dit laat- ste acht spreker overdreven. Alle menschen die gebruik maken van gemeentegrond beta len daarvoor. Zelfs voor het plaatsen van een benzinepomp en nu ook weer voor een vitrine wordt f 50 gevraagd. Daartegen kan geen bezwaar zijn. Hij zou willen toestaan, dat de maatschappij daar haar werk doet zools zij dit wenscht maar de gevolgen voor eventueele ongelukken die hieruit voortspruiten behooren voor hare rekening te komen. De VOORZITTER deelt mede, dat burge meester en wethouders met den vertegenwoor- diger van de maatschappij eene samenspre- king hebben gehad en dat het thans door bur gemeester en wethouders ingediend voorstel alzoo een uitvloeisel is van gemeenschappelijk overleg, behoudens de voorwaarden vermeld onder 2 en 5. Burgemeester en wethouders zijn van mee- ning, dat het kan worden toegestaan dat voor het spoor een breedte van 50 c.M. van het trottoir wordt ingenomen, te meer wijl het voetverkeer van en naar het station voor het meerendeel zal gaan langs de overzijde, waar daarvoor een trottoir van 2.50 M. breedte be- schikbaar is. Zij zijn echter van oordeel, dat er tegen gewaakt dient te worden, dat er als gevolg van wagens die aan de Noordzijde tegen het trottoir zullen geplaatst worden om te lossen of te laden geen stremming zal ont staan op den rijweg. Indien men in aanmer king neemt dat tegen spoortijd de brug over het kanaal gedurende 20 of 30 minuten geslo- ten wordt gehouden, om het verkeer naar het station te kunnen onderhouden, dan spreekt het toch van zelf, dat van wege het gemeente- bestuur maatregelen moeten worden getroffen dat het verkeer op den weg zelf niet zal be- lemmerd worden. De vertegenwoordiger der firma heeft te kennen gegeven, zooveel mogelijk aan dat be zwaar te willen tegemoetkomen. Aanvankelijk was de firma van meening, dat zij aan de zijde van de houtloods van den heer De Vriendt minder terrein had, dan later gebleken is. Zij heeft daar in plaats van 4 een strook van 5 M. Zij' zal thgns aan de achterzijde een weg maken ter breedte van 4 M., waarlangs dan het hout uit het schip kan worden aangevoerd, om geborgen te worden in het gebouw dat ze zullen stichten, Aan de voorzijde kunnen ze dan laden op de wagens op het kipspoor. Met het stellen der voorwaarde onder 5 hadden burgemeester en wethouders niet de bedoeling absoluut uit te sluiten dat aan de Zuidzijde een vrachtrijder met zrjn wagen hout zou kun nen halen. Burgemeester en wethouders stellen nu voor hun 50 c.M. van het trottoir ter beschikking te stellen, waaraan ze dan voor het leggen van het werkspoor nog 25 c.M. van eigen terrein zullen bijvoegen. Aan den achterkant houden ze buiten die te stichten loods 5 M. Het denkbeeld van den heer Scheele, om door het wegbreken van een deel van hun gebouw mo gelijk te maken dat het spoortje zou kunnen worden gelegd zonder bocht, dit is niet uit- voerbaar, omdat het machinegebouw niet meer vooruit kan en ze het ook niet kunnen in- krimpen. Dat, nu het spoortje iets achterwaarts ge legd moet worden, er nog een bocht in komt, moet niet als een onoverkomenlijk bezwaar worden aangemerkt, al had de firma ook lie- ver de breedte van 0.75 van het trottoir be- schikbaar gekregen. Wat de opmerking van den heer Van Driel betreft, dat het in het voorstel genoemd ka- dasternummer de straat zelf is, was reeds opgemerkt. Dat moet in plaats van 505 no. 515 zijn. Het verbod geldt natuurlijk ten Zuid zijde van het Noordelijk trottoir. Indien een retributie wordt gevraagd van f 50 voor een pomp, kan voor de oppervlakte die hier van ien openbaren weg zal worden gebruikt f 50 -liet bezwarend worden geacht. Als de raad echter meent dat het verstandiger zou zijn een kleiner bedrag te vorderen, hebben de leden het recht daartoe voorstellen te doen. Spreker heeft gemeend goed te doen met hier uiteen te etten, hoe het voorstel van burgemeester en wethouders is tot stand gekomen. De heer VAN DRIEL verklaart niet heeie- maal bevredigd te zijn. Op de wijze zooals het nu wordt voorgesteld, ontstaat er door het ge bruik van het spoor gevaar op den weg en we hebben in ons Wetboek van Strafrecht een ar tikel dat spreekt van het veroorzaken van dea dood door schuld. Hij wijst op het geval van den heer De Braal met dien boerenwagen. Het is mogelijk, dat de patroon er in heeft toegestemd, dat het spoor 25 c.M. binnen- waarts zal worden gelegd, dat deze meent dat dit geen bezwaar is, maar hij als arbeider ziet door zijn ervaring, dat dit gevaar voor den weg zal opleveren, daar men dan door de bocht die zal moeten gepasseerd worden juist bjj den hoek dieh de Stationsweg maakt met het hout op den weg zal komen en er dan, aange zien automobielen die daar den hoek om ko men er plotseling voor kunnen komen te staan wel een werkman met een rood vlaggetje voor zou moeten loopen om aan te geven dat de weg onveilig is. Indien het spoor aan de ach terzijde en dan over de sloot kon gelegd wor den, zou er geen bezwaar zijn, maar nu zal het passeeren van de bocht voor de werklie den grootere inspanning kosten en bovendien zullen moeten letten op mogelijk gevaar. Hij meent, dat zijn bezwaar eenigszins zou onder vangen kunnen worden, indien werd goedge- vonden dat, in plaats van een scherpe ron- ding, werd toegestaan, dat het spoor schuin uitloopend werd gemaakt. Hij meent dat dit voor de voetgangers geen bezwaar is, aange zien die van het trottoir aan de andere zijde gebruik kunnen maken. De heer SCHEELE: Ze moeten rechts hou den. De heer VAN DRIEL meent, dat dit trot toir breed genoeg is om daarop rechts en links aan te houden. De drukte op den Sta tionsweg is thans ook zoo druk niet en als die drukte zooals wij alien hopen, er eens komt, dan zal het misschien wel al tijd gewor- den zijn dat het spoorwegstation verplaatat wordt daar in de omgeving van Van den Acker. De heer SCHEELE zou practisch ongevallen willen voorkomen, en de heeren daarom zeg gen: begint uw rails eens recht te liggen. Als zulks niet anders kan, dat ze dan hun gebouw verplaatsen. Hij zou het anders beter achten de toestemming niet te geven. De heer VAN DRIEL merkt op, dat de fir ma het machinegebouw niet kan verplaatsen Ze hebben dat gebouwd op een slappen bo- dem en er zijn daarvoor eerst heel wat palen van 5 M. in den grond gestagen. Verplaatsen van zoo'n gebouw is geen kleinigheid. Hq zou hen daarom de voile breedte van 75 c.M. op het trottoir willen geven. De heer VERLINDE heeft daartegen be zwaar, want dan komen ze bijna midden in het trottoir. Hij is van meening dat de tweede kromming, die noodig is als ze 25 c.M. terug moeten, nooit zoo groot kan zijn. Ze kunnen die bocht zacht maken, dan zal het met de lorries vervoerde hout niet over de straat komen. De heer VAN DRIEL blijft er bij, dat de be paling, dat slechts 50 c.M. van de breedte van het werkspoor op het trottoir mag komen uit de voorwaarden zou moeten. Dit voorstel wordt verworpen met 6 tegen 5 stemmen. Voor stemmen de heeren Dekker, Colsen, Van Driel, Van den Bulck en Van Aken; tegen stemmen de heeren Scheele, Verlinde, De Bruijne, De Bakker, Bedet en De Jager. Het voorstel van den heer Van Driel om de retributie te stellen op 5's jaars wordt even- eens verworpen met 6 tegen 5 stemmen. De voor- en tegenstemmers zijn gelijk aan de vorige stemming. De heer VERLINDE stelt voor de onder 5 voorgestelde voorwaarde te schrappen, er be- hoort ook gelegenheid te zijn dat aan den Zuidkant op de straat wagens kunnen lossen of laden. De heer VAN DRIEL zal, indien deze voor waarde behouden blijft, er ook op letten of aan de andere zijde der straat daarvan ge bruik wordt gemaakt voor het lossen of laden van wagens en in dat geval proces-verba&l laten opmaken. Door den kolenhandel mag dan ook geen gebruik van de straat gemaakt worden. Het voorstel van den heer Verlinde wordt aangenomen met 9 tegen 2 stemmen. Voor stemmen de heeren Scheele, Dekker, Verlinde, De Bruijne, Colsen, Van Driel, Van den Bulck, Van Aken en Bedet; tegen stem- men de heeren De Bakker en De Jager. Het voorstel van burgemeester en wethou ders aldus geamendeerd, wordt aangenomen met 10 stemmen tegen 1. Voor stemmen de heeren Dekker, Verlinde, De Bruijne, De Bakker, Colsen, Van Driel, Van den Bulck, Van Aken, Bedet en De Jager; tegen stemt de heer Scheele. 6. Vaststelling zekerheidsstelling van dea gemeente-ontvanger. Burgemeester en wethouders stellen voor, het volgende besluit te nemen: De gemeenteraad van Ter Neuzen, Gezien zijn besluit van den 20 Maart j.l. waarbij aan den gemeente-ontvanger eerrol ontslag werd verleend, Overwegende dat v66r de benoeming van een nieuwen gemeente-ontvanger het bedrag waarvoor hij zekerheid moet stellen moet wor den bepaald, dat de ontvangsten volgens de vastgestelde rekeningen over de laatste vijf jaren hebben bedragen ongeveer 370.000; dat volgens artikel 110 eerste lid der ge- meenteiwet de zekerheid op ten minste 6dn- tiende van genoemd bedrag moet worden vast gesteld dat echter de gemeente-ontvanger volgen* zijne instructie verplicht is, om zijn kas, voor- zoover zij een bedrag van 10.000 overschrjjdt te storten bij de Cooperatieve Boerenleenbank alhier, waar hij zonder medewerking van dea wethouder belast met de financieele aangele- genheden geen gelden kan lichten en dus het bedrag der zekerheid gevoegelijk op 10.000 kan worden bepaald. Gehoord een voorstel van burgemeester en wethouders; besluit lo. Het bedrag der zekerheid te bepalen op f 10.000; 2o. te bepalen: a. dat bij het verpanden van een kapitaal. ingeschreven op een der grootboeken der Na- tionale Schuld een nominaal bedrag moet wor den verbonden, vertegenwoordigende eene reeele waarde van 110 van het bedrag der zekerheid, naar den laagsten koers op dea eersten beursdag der maand van de zekerheid- stelling ter beurze van Amsterdam; b. dat, waneer de koers zoodanig is gedaald dat de verbonden inschrijving niet meer be- draagt dan het bedrag der zekerheid, het on- derpand onmiddellijk moet aangevuld worden, tot voldaan is aan het bepaalde onder sub a genoemd;

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 6