ALGEMEEN NIEUWS- EN APVERTENTiEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
SUIKERBIETENZAAD
HILLESHOGZAAD
N.V. HOLLANDSCH ZWEEDSCHE ZAAD Mil
f
Eerste Blad.
80.000 Straatklinkers
De dolende Juweelen
VAN DEN BOSCH Co.
HEEREN-BAAI
No 8514.
VRIJDAG 11 APRIL 1930
70e Jaargang
Bekendmaking.
Gandhi.
FEPIILETOK,
99
De Stam met DE HOOGSTE SUIKER-
0P8RENGST PER HECTARE en met HET
KLEINSTE AANTAL SCHIETERS
99
Zoo ge/y
VAN 0RIGNEEL ZWEEOSCH STAMZAA0 GETEEL0 IN
NE0ERLAND
VERLANG VAN UW FABRIEK OF INK00PVEREENIGING
33
SaRPHATISTRAAT 9
AMSTERDAM
ZAADHANDEL
VOOR INLICHTINGEN
TELEF. No. 89
GOES
20-50ctperons
TER NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMF.NT8PRIJS: Binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzea
rx^r f l 80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
%oor Belgle er Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Ultgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTKN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
Grootere letters en cliche s worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement te gen verminderd tarief, hetwelk op aa.nvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDER.EN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Burgemeester en Wethouders van HOEK
vragen prijsopgaaf voor de levering van
eenigszins getrokken.
De levering moet plaats hebben franco op
den wal aan den nieuiwen westelrjken kanaal-
anm te Ter Neuzen, op aan te wijzen plaats.
De levering moet geschieden uiterlijik 1
Jtmi a.s.
Aanibiedingen met monsiter van vier steenen
warden ingewacbt ter Secretarie, voor 1 Mei
1930, des voonmiddags tien ure.
Hoek, 7 April 1930.
Burgemeester en Wetbouders van Hoek,
Mr. J. A. VAN TIENHOVEN, Burgemeester.
J. DREGMANS, Secretaris.
i—
Toen wij enkele jaren geleden ook eens
een en ander in dit blad mededeelden
over Gandhi, hadden wij nog gansch niet
de gedachte, dat deze persoon binnen
enkele jaren weer zoo'n belangrijke rol
zou gaan spelen in de gescihiedenis van
Voor-Indie en misschien zelfs in de ge-
schiedenis ook van onze kolonien.
Gandhi had toen pas weer een zooveel-
ste teleurstelling moeten boeken, en hij
had deze mislukking met groote berusting
aanvaard, hij was weer teruggekeerd in
de stilte van mijmering en weerloosheid,
en het weinige dat wij jaren-lang over en
van hem hoorden was of leek van zoo
geringe beteekenis, dat er nauwelijks
rekening mee werd gehouden, dat Gandhi
nog weer eens van zich zou doen spreken
terwijl er zeker niet werd vermoed, dat er
reeds binnenkort een tijd zou aafribreken,
als men geen courant meer zou kunnen
opnemen zonder dat er iets over dezen
man in zou te lezen staan.
Nu mag men het sterk eens zijn in de
opinie, dat deze man iemand is van ge-
wicht en van belang, overiaens gaan de
qevoelens betreffende Gandhi sterk uit-
een, en kan men ook er wel op rekenen,
dat zelfs de meest tegenstrijdige meenin-
gen over hem worden verkondigd. /-.oo
lazen wij nog maar kort geleden een cor
respondence van iemand uit Calcutta,
d d. 22 Februari, die Gandhi rondweg
betitelde met den niet bepaald fraaien
naam van „acteur met de meest op den
voorgrond tredende rol Er werd in
dien brief niet weinig smalend er van ge-
rept hoe misschien velen Gandhi, dezen
„filosoof-politicus" (zooals hij hier ae-
noemd werd reeds in gedachten hadden
afqeschreven, waar zij in de meening ver-
keerden dat, sedert de erkenning van
vroeger gemaakte fouten, de filosoof net
van den politicus had gewonnen, en hij
dus zeker wel van verdere pogingen tot
door
K. R. G. BROWNE
68) (Vervolg.
,,Ik moet zeggen", zei hij toen het yer-
haal uit was, „dat jullie wel je stempel op
dit dorpje gedrukt hebt. Laten we hopen,
dat onze achtenswaardige Turtle het niet
in zijn hoofd krijgt om eveneens hier een
bezoek te komen brengen. Naar jullie ver-
haal te oordeelen is t vriend Carr en Co.
gauwer gelukt em kwijt te raken dan ik
gedacht had. Ik zou wel eens willen
weten hoe hij t em geleverd heeft. O, ja,
zegdie twee zijn ook hierzitten
binnen bij Sir Johnmaar wat ze hier
komen uitvoeren mag de hemel weten.
,,WatZeg, als je mijn motzei
Edward ongeloovig. ,,Dat wordt zoo ge-
woon een fermilie-feestjeNiet een
van de troep ontbreekt deran."
..Behalve Carmencita. Ik wil toch niet
hopen dat ze in......'
„Da's klets, zeg Die is toch ook hier
Daar beneje staat toch de auto, die ze on-
der ons neus weggepikt heb We stingen
der van te kijken, dat ken ik je zeggen.
Groote genade zei Fanshawe-Smith
een en al verbazing. ..Warempel daar
staat-ie Zeker aekomen toen ik van me
stokje was. Ik heb ten minste niets gezien.
'n Wonder dat ze me niet m'n hals afge-
sneden heeft." Hij drukte z'n hand voor-
zichtiq op de pijnlijke plaats boven op z n
hoofd. ..Eerlijk gezegd wordt t me een
beetje te bar. De boel begint door elkaar
te loopen. Mijn hersenpan-inhoud is nog
lichtelijk van de wijs. As 't zoo door-
gaat
„HILLESHOG
(Ingez. Med.)
omverwerping zou afzien. Deze corres
pondent schreef daarna twee stellingen
neer, waarvan wij de juistheid der eerste
voorzeker gaarne zullen bevestigen: wie
de Indische toestanden trachtte te be-
grijpen, zou moeten beginnen met zich zoo
zuiver mogelijk rekensdhap te geven van
Gandhi's positie.
Want hij was en bleef toch maar
de eenige man, die nog beweging zou
kunnen brengen in de vrij inerte massa
der voor-Indiers. Hij toch was er een,
ten opziohte van wien de verbeelding van
het ongeletterde volk in breede lagen het
meeste sprak. Zeker, er was op den duur
blijkbaar wel een groote wijziging ge-
komen in zijn denkbeelden. Gandhi toch
had in 1915 nog openlijk uitgeroepen, dat
hij ,,verliefd" was op het Britsche rijk,
,,Komt er eigenlijk allemaal geen lor
opan zoolang je de buit maar klemvast
houdt", zei Alfred. „En dat he-je toch,
is 't niet
Fanshawe-Smith glimlachte geruststel-
lend en beklopte vergenoegd de plaats
van z'n jas, waaronder z'n binnenzak zat.
,,Hier zitten ze, veilia en wel Eigen
lijk zou het geen kwaad idee zijn, als jul
lie ze namen en ermee naarDe
glimlach eclipseerde door een uitdrukking
van verbazing en de uitdrukking van ver
bazing ging na een grondig onderzoek
van den bewusten zak, op z'n beurt achter
een trek van diepe verslagenheid schuil.
Genade zei hij slapjes. ,,Ze heb
ben ze al weer
Hierop volgde een benauwende stilte,
een halve rninuut, gedurende welke de ge-
broeders Byng, die het vruchtelooze na-
zoeken van den zak met groote glazige
oogen hadden staan aankijken, hem oplet-
tend aanstaarden. Dan vroeg Alfred, op
een eenigszins eigenaardige manier:
„Be-je daar zeker van, Smith
Fanshave-Smith keek z'n helper scherp
aan, fronsde z'n wenkbrauwen en stond,
ondanks z'n hoofdpijn, met een ruk op.
„Ik bedank voor brutale monden, be-
grepen zei hij. „Als jij denkt, dat ik je
voor den gek noud, loop dan rond voor
mijn part.Nog een keer zoo'n onhebbe-
lijkheid, en ik breek je onbenulligen vetten
nek, begrepen Terwijl hij sprak keek
hij Alfred zoo dreigend, zoo koud-vijan-
dig aan, dat den boosdoener de schrik om
het hart sloeg. Hij ging, met zijn handen
verdedigend opgeheven, een, twee stap-
pen achteruit.
„Nou, nou, patroon Zoo erg is het
niet bedoeld. Verdorie, ik weet toch zel-
vers wel
..Gedraag je dan in het vervolg behoor-
lijker, suffert". zei Fanshawe-Smith hau-
terwijl er thans moeilijk een groote en
onverzoenlijke tegenstander van dat Rijk
is te denken. Maar intusschen en dat
was de juistheid dier eerste stelling, die
wij ook verder in dit artikel nog wel zullen
aantoonen intusschen was hij dan toch
maar de man, die voor ontelbaar velen het
woord zou kunnen spreken.
Met de tweede stelling van dien cor
respondent waren wij het echter lang niet
zoo goed eens. Hij toch noemde Gandhi
een man, die niet alleen niet tevreden is
met een andere dan de belangrijkste rol,
maar die ook beslist de dankbaarste rol
voor zichzelf begeerde, -een rol, die hem
dus zooveel mogelijk bracht voor het voet-
licht en in het middelpunt. Zelfs aarzelde
de door ons bedoelde schrijver niet om
Gandhi een ijdel man te noemen. Hij wou
zoo las ik de eenige tegenspeler zijn
tegen de Britsche macht op het politieke
schouwtooneel, en hij duldde geen andere
hoofdacteurs, maar slechts figuranten en
helpers. Zoo zou hij dan absoluut op
weg zijn naar het dictatorschap.
Wie is nu deze Gandhi? Daarop geeft
uitvoerig antwoord een keurig boekje, ge-
sphreven door Dr. Ir. H. G. van Beuse-
kom, en dezer dagen verschenen, waaraan
wij vele van de hieronder volgende bizon-
derheden hebben ontleend. Ons artikel
kan dus tegelijkertijd worden opgevat als
een aanbeveling van dat werkje, dart door
den Algemeenen Boekhandel voor In- en
Uitvoerige Zending in Den Haag in den
handel is gebracht.
Gandhi is 2 October 1869 te Ponban-
dar, (in het N. W. van Indie) geboren.
Hij is uit een voornaam geslacht, zijn
vader is eerste minister geweest, zijn
grootvader en zijn oom waren dat even
eens. Zijn vader moet strikt onpartijdig
zijn geweest, en zijn moeder goed in de
oogen van haar kinderen als een heilige,
die zichzelf strenge vasten oplegde en die
voor anderen leefde. Op 19jarigen leeftijd
ging onze held voor studie naar Londen,
maar hij was voorbereia op een voor-
zichtigen levenswandel. Zichzelf noemt
hij een middelmatig leerling, hij was wat
schuw en in zichzelf gekeerd. Reeds op
zijn 13de jaar werd hij uitgehuwelijkt,
zooals daar te lande de gewoonte was.
Geen wonder, dat hij nu ook een van de
sterkste tegenstanders is van deze kinder-
huwelijken. Zijn vrouw was iemand van
hooge, geestelijkebeschaving. Reeds spoe-
dig leefde hij (ook als student in Enge-
landj een zeer sober bestaan. Hij werd
vegetarier, en na korten tijd kwam hij ook
in nauwere aanraking met het Christen
dom.
Hij begon den bijbel te lezen, maar hij
kon het Oude Testament maar heel moeie-
lijk door-komen. Het Nieuwe Testament
stond hem veel beter aan, en vooral de
Bergrede ,,ging zooals hij het teeken-
achtig uitdrukt „regelrecht naar zijn
hart". Heeft hij, zooals hij ook zelf mede-
deelt, in deze jaren nog wel eens eyen
qeweifeld tussChen Christendom en Hin-
doeisme, weldra koos hij toch beslist voor
het laatste.
In 1891 is Gandhi naar Indie terug
gekeerd, een schitterende advocatenprak-
tijk stond zooals sommigen meen-
den voor hem open, maar het ging alles
anders dan hij en anderen hadden ge
dacht en gehoopt. Eindelijk kwam dan
de tijding. dat hij voor een jaar naar
Zuid-Afrika zou moeten gaan tot afwik-
keling van een oude rechtzaak. Maar
welke pijnlijke ervaringen deed hij in
Afrika op! Hij, de beschaafde Hmdoe,
die te Londen met Engelschen geheel als
huns-gelijke had omgegaan, werd door de
Afrikaners behandeld als een kleurling,
en hij werd ..koelie" genoemd. Juist was
men er mee bezig om aan het blanke ras
den beslisten voorrang te geven boven
kaffers en andere kleurlingen; Gandhi
was wel heel op een verkeerd tiidstip
hier geland. Toch maakte hij ook wel
Wybert-tabletten on-
der het oefenen ter
beschertning van de
keel, vo6r het op-
treden ter zuivering
van de stem.
(Ingez. Med.)
jetere kennissen, en speciaal moet het in
dezen tijd zijn aeschied, dat Gandhi voor
de tweede maal in aanraking kwam met
let Christendom. Hij vond echter (bij
zijn trouw kerkbezoek) in de preeken wei
nig leven, terwijl de gemeente hem weinig
religieus voorkwam. Zij leken hem meer
te kerken uit gewoonte of bij wijze van
ontspanning, hij had soms toer om wak-
cer te blijven. Zoo gaf hij het kerkgaan
op, en kon hij er ook niet toe besluiten
om, bij alle waardeerina, die hij tot heden
toe voor het Christendom koesterde, in
Jezus te zien den eeuwigen weg, de waar-
heid en het leven.
Er waren in die jaren in Zuid-Afrika
wel meer dan 150.000 contract-koelies uit
Engelsch-Indie werkzaam. Gandhi voel-
de een diep mededoogen met zijn land-
genooten, en toen hij juist op het punt
stond om weer naar zijn eigen land terug
te keeren vernam hij, dat er een nieuwe
wet was ingediend, die nog meer inbreuk
zou maken op rechten en vrijheden der
Indiers, waarom hij besloot te blijven en
zich aan het hoofd te stellen van een
protest-actie. Twintig jaar heeft het ge-
duurd voor en aleer Gandhi naar huis
kon gaan, en al die jaren heeft hij met zijn
heele ziel voor zijn landgenooten ge-
zwoegd. En toen de actie tegen de
Indiers en anderen hun toppunt bereikte
in de wet van 1906, die de immigratie
nog scherper beperkte, en velen met
Gandhi zich verzetten, werd hij gevan-
gen genomen. Later werd hij weer in
vrijheid gesteld, en werd de Aziaten
ECHTE FR1ESCHE
i Ingez. Med.)
tain. ,De een of ander heeft me natuur
lijk gefouilleerd, terwijl ik knock-out was
en heeft de dingen gevonden. Als ik...
wat heb jij nu weer opeens
Dit laatste was een vraag aan het adres
van Edward, die tijdens de schermutse-
ling een paar stappen achteruit gegaan
was en van daar af angstig had staan
rondspeuren of niemand kwam kijken wat
er aan de hand was. Maar opeens ver-
strakte zijn heele lichaam als dat van een
setter die wild ruikt en begon hij drin-
gend om stilte te gebaren.
Op een paar meter afstand van den
stoel waarop Fanshawe-Smith lag, stond
een grooten houten bak met een klein
maar dicht-bebladerd boompje en nu had
Edward door een opening in het dichte
groen iets in de bibliotheek zien gebeuren,
dat in hooge mate zijn aandacht trok. Hij
drong voorzichtig nog wat verder in het
groen door en keek scherp toe, zelf veilig
voor ontdekking door de laag afhangende
takken en bij zijn waarnemina geholpen
door een bunael zonnestralen, die door de
openstaande deur en het raam van ge-
brand glas daarboven naar binnen viel.
..Verhip 1" fluisterde hij opgewonden..
,,Kom 's kijken, patroon, da's de moeite
waard."
Fansihawe-Smith kwam naar hem toe,
keek en kreeg een schok van verbazing.
In het ruime hooge vertrek waren twee
personen, Mr. Decimus Todd en Mr.
George M. A. Carr. De dikke Amerikaan
zat in een leeren clubfauteuil, de ex-
makelaar-in-thee-in-den-dop liep gejaagd
heen en weer en bewoog zijn lippen, als-
of hij een alleenspraak hield. De afstand
was te groot om een woord te kunnen
verstaan, maar het was duidelijk te zien,
dat hij grootelijks opgewonden was. Op
eens bleef hij staan, haalde iets uit zijn
zak jets dat sbhitterde en vonkte in het
zonlicht en keek er naar.
Alle goden zei Fanshawe-bmitn
eerbiedig. ,,Hij heeft ze
Het spionneerende trio drukte zich nog
meer in het groen en keek met inge'hou-
den adem een absoluut noodelooze
voorzorg en uitpuilende oogen toe.
zagen George bij een opmerking van Mr.
Todd geinteresseerd opkijken, zagen hem
dwars de kamer doorloopen, het hoopje
steenen" onverantwoordelijk achteloos
op tafel neergooien en gaan zittenze
zagen hoe Mr. Todd en hij de hoof den
bijeenstaken en een ernstige bespreking
begonnen. Ze konden geen woord ver
staan en wat het onderwerp van die be
spreking betreft, slechts gissingen maken
dus groeide hun nieuwsgierigheid uit
tot onqeduld en hun ongeduld tot span
ning. En juist toen die spanning te veel
van het goede begon te worden, kwam er,
door het weer binnenkomen van Sir john,
aan het gesprek een eind. Met een ge-
voel. of ze hallucinaties hadden, zagen ze
Todd 6 Go. opstaan en achter hun gast-
heer aan de bibliotheek uitwandelen.
..Grutjes hijgde Alfred. „Hij laat ze
liggen."
Fanshawe-Smith knipte met zijn vin-
qers, de eenige opwindings-demonstratie
die hij zich ooit permitteerde. De gevol-
qen van zijn kennismaking met den tele-
qraafpaal waren als bij tooverslaa ver-
dwenen; behalve het gezwel op zijn kruin,
was hij weer de oude, de vindingrijke lei-
der van de pro-revolutionaire partij.
,,Ga ze halen, Alfred beval hij.
Alfred schoot om het boompje heen,
racede het terras over, stopte voor de
openslaande deuren voor een laatsten ver-
kennenden blik en verdween in het kleur-
rijke halflicht achter de deur. Binnen de
halve rninuut verscheen hij onder energiek
afvegen van zijn mond met den rug van
wet weer ingetrokken. Gandhi had den
strijd gewonnen ten koste van ontzaglijke
offers. Want ook al bleef de immigratie
beperkt, de rechten der Indiers waren
toch hersteld. In 1914 keerde Gandhi
naar zijn vaderland terug.
In den grooten wereldoorlog heeft
Gandhi de vrijwillige dienstneming ge-
steund en bevorderd, want hij wilde mee-
zijn hand weer, wandelde het terras over
en liet zijn makkers den buit zien.
..Braaf gedaan", zei Fanshawe-Smith,
terwijl hij de juweelen in zijn zak liet glij-
den. ,,Ik heb altijd zoo'n idee gehad, dat
vriend Carr niet zoo intelligent was als
hij er uit zag; maar dat hij een driedubbel
overgehaalde idioot was, had ik niet ge
dacht. En Mr. Todd Eerlijk ge
zegd, sta ik ervan te kijken. Enfin. dit
bewijst alweer iuistert goed, waarde
makkers, want dat is een l«s voor jullie -
dat een veelbelovende ondnrneming door
een verstrooid oogenblik totaal verknoeid
kan worden. Hetgeen mij op het idee
brengt om onmiddellijk te handelen, dat
wil zeggen, er vandoor te gaan. voor dat
uilskuiken Carr zich verwonderd af gaat
vragen, hoe zijn zak opeens zoo leeg komt.
Jij mag ons rijden, Alfred, want al heeft
dit me wonderbaarlijk opgemonterd, toch
is mijn hoofd nog niet wat het zijn moest.
Hij keerde zich om en ging in looppas
op den voet gevolgd door de Byngs.
er van door dwars het terras over, de
trap af, weer een terras over, weer een
trap af en zoo voort tot ze hun auto be-
i reikt hadden. Alfred schoof achter het
stuur en de beide passagiers stapten ach-
terin. Maar nog voor Edward het portier
dichtklapte, keerde Fanshawe-Smith zich
naar het groote huis en nam eerbiedig zijn
hoed af.
,,Dit is sChandelijk onbeleefd, zei hij
verontschuldigend, ,,maar de omstandig-
heden noodzaken mij er toe. Op huis aan.
Jamesmet de noodige snelheid, asje-
blieft."
De motor schrok uit zijn slaap wakker
en begon ijverig te snorren. De auto be-
schreef een grooten cirkel en schoot met
een vaart, die een toeschouwer de haren
te bergen zou hebben doen rijzen, de op-
rijlaan in. (Wordt vervolgd.)