Hi) acht deze plaats nog zoo ongunstig niet gelegen, en ziet dus geen reden om den grond voor f 6 per M2. te verkoopen, waar turners 10 geldt. Uit de toelichting blijkt, dat adres- sant voor de bebouwing practisch slechts 345 M2. grond noodig heeit. Maar daarvoor zou dan ook den vollen prijs of f 3450 behoo ren te worden betaald. Voor de verdere 100 M2. zou men dan met hem een vergelijk kunnen treffen, ze desnoods geheel cadeau geven, maar men zou dan toch f 800 meer ontvangen dan burgemeester en wethouders nu voorstellen. Hij zal tegen dit voorstel stemmen. Hij ziet niet in, dat men dit hoekje grond voor te lagen prrjis moet afstaan en verwabht, dat bij de bestaande vraag naar bouwterrein aan de Scheldekade, men dezen grond best aan zijn voile-waarde zal kunnen verkoopen. De argumenten van burgemeester en wethou ders hebben hem niet de overtuiging kunnen schenken, dat er noodzaak is dezen grond te verkoopen voor 6 per MX De heer SCHEELE kwam ook tot de con- clusie dat burgemeester en wethouders den grond te laag taxeeren. Hij wil toegeven, dat men er niet den vollen prijs van 10 van kan maken, maar meent, dat die toch zeker even- goed 8 waard is dan de grond aan de Burge meester Geillstraat. Als men dan rekening houdt met de achterliggende grond, die de aanvrager misschien zou kunnen missen, dan meent hij toch dat men best 7 door elkaar kan rekenen. Hij meent, dat ze daarvoor best zal weggaan en wil vastleggen, dat de grond dit bedrag moet opbrengen. De heer VERLINDE kan zich vereenigen met het voorstel van den heer Scheele. De VOORZITTER geeft te kennen, dat het voorstel van burgemeester en wethouders be- rust op de overweging, dat er voor de ge- meente voordeel in zit, wanneer dit geheele stuk ineens verkocht wordt. Wanneer er 6en kooper is, kan deze er twee woningen bou- wen, doch heeft daarbij dan rekening te hou- den met het interieur der woningen, dat eenigszins van het normale zal moeten af- wijken. De bouwer zal dan met eenige wijs- heid moeten schikken en plooien, om er 2 ge- bouwen te kunnen zetten. De kamers zullen dan wat schuin moeten loopen. Daardoor is de waarde toch minder. In de fcweede plaats zijn burgemeester en wethouders van oordeel, dat er aanleiding is dezen grond wat billijker te verkoopen, aange- zien het terrein juist gelegen is naast een auto-garage en daar niet voor z'n pleizier naast moet wonen. Dat waren dus de twee gronden, waarop burgemeester en wethouders voorstellen aan het verzoek van adressant, want men diene wel in aanmerking te nemen, dat het geen vraag is van burgemeester en wethouders, doch een bod van den heer De Bruijtne, te voldoen. Het kan ook zijn, dat de aanvrager genoegen neemt met den prijs dien de heer Scheele noemt. De heer SCHEELE stemt toe, dat het ter rein wel een schuinen hoek vormt, maar met eenig overleg weet men wel zoo te bouwen, dat men daarvan in de kamers weinig merkt. Hij wijst op het huis van notaris Van der Veen, dat is ook op een hoekig terrein ge- toouwd, doch daar merkt men niets van. Hij hoopt, dat de raad zioh voor dat argu ment niet zal laten verleiden den grond weg te geven voor nog geen f 6 per M2. en meent dat het minstens 7 moet zijn. De heer BEDET kan zich, na de toelichting van het voorstel van burgemeester en wet houders ook vereenigen met het voorstel van den heer Scheele. Hij kan niet toegeven, dat de grond minder waarde zou hebben omdat ze naast een garage gelegen is. Spreker heeft zelf ook zoo'n accevietje, hij woont ook naast een garage, maar men zal zijn woning nu daardoor toch niet minderwaardig gaan ver- klaren. In verband met de prijzen die aan de andere zijde gervraagd zijn, zou het inconse quent zijn, om dezen grond voor zoo'n luttel bedrag weg te geven. De heer HAMELINK komt ook op tegen den door den heer Scheele genoemden prijs van 7 per M2. Dat is nog beneden den prijs die voor den grond aan de Burgemeester Geill straat gevraagd wordt en dan is dit terrein toch veel gunstiger gelegen. Hij acht het be- zwaar van de garage ook niet groot, dat is daar meer een box, de werkplaats is aan den .anderen kant gelegen. Men heeft daar een veel mooier uitzicht dan aan de Burgemeester Geillstraat, men kijkt er ook in zee. Pas als men 8 berekent, komt men aan het bedrag dat berekend behoort te worden voor den gTond dien de bouwer noodig heeft. Volgens het voorstel van den heer Scheele krijgt men maar een 100 meer. De heer SCHEELE: Neen, neen, dan wordt het 3100! De heer HAMELINK kan niet inzien dat er aanleiding is om dit deel van den grond die normaal gelegen is, voor een lageren prijs an -de naastgelegen grond te verkoopen. Er gt 345 M-. normaal, die dus 3450 waard is. Waarom zal men daar geen 10 per M-. vra- gen Men moet z.i. vasthouden aan f 8 door elkaar. den prijs die geldt voor de Burge meester Geillstraat, lager kan men niet gaan. Hij gelooft niet, dat de heer De Bruijne en de andere gegadigde waar hij voor optreedt hier- op den koop zullen laten afspringen en al is dit het geval, dan zal men het er in de toe- komst toch wel voor kwijt geraken en men blijft geheel in de lijn der exploitatie van dit bouwterrein, voor die garage is indertijd ook niet 10, doch 8 per M2. betaald. De heer SCHEELE merkt op, dat, als men daar grond gaat verkoopen voor 6en huis, de situatie ontstaat, dat het andere blijft liggen. daar zal dan geen woning meer kunnen ge- bouwd worden. Ook maakt het verschil of men terstond kan verkoopen, dan wel het nog een geruimen tijd duurt, want dan heeft men renteverlies. Tegen de garage zal toch naar hij meent niemand liever bouwen en daar heeft men rekening mede te houden. De heer HAMELINK betoogt, dat, indien men den grond door elkaar verkoopt voor 8 per M2. het ongeveer overeenkomt met f 10 voor 345 M2. en 100 M2. cadeau, zooals het zou behooren te zijn. Voor het denkbeeld van den heer Scheele, dat men, daar nog grond voor 6en woning verkoopend, met de rest zou blrjven zitten, is iets te zeggen, maar dit zou hij ook niet doen. Hij zou er de conditie aan willen verbinden, dat dit terrein ingfens moet gekocht worden. De heer VERLINDE wijst er op, dat daar bij de andere grond ook rekening mee zal be hooren gehouden te worden en men ten slotte den giond in perceelen van bepaalde grootte zal moeten gaan verkoopen.. De heer DE BARKER meent, dat het bou wen daar dan een nogal dure liefhebberij zal worden. Als men maar 120 tot 130 M2. noodig heefte maar men moet 445 M2. koopen, wordt dat voor de koopers nogal duur. Er zijn in dit perceel toch 100 M2. begrepen, die de kooper niet noodig heeft. Hij vindt het voorgestelde voor de geheele lap een nogal redelijke prijs. De heer HAMELINK wvst er op, dat toch alien die daar grond kochten, de geheele diepte hebben moeten nemen. Het betreft hier eei schuine hoek, die feitelijk naast het per ceel ligt. De VOORZITTER geeft te kennen, dat bur gemeester en wethouders langs alle kanten hejD^ii get acht meer te krijgen, doch dat de kooper meende niet hooger te kunnen gaan, in \erband met de wijze waarop gebouwd moet worden. Indien de gemeenteraad het voorstel vm burg meester en wethouders verwerpt, kan de kooper daaruit, en uit de besprekingen, Zijn conclusies trekken. De heer GEELHOEDT wijst er op, dat, in dien men d,t terrein perceelsgewijs zou ver koopen, er een zeer onvoordeelig stuk over- blij t, dat niets meer waard zal zijn. De heer HAMELINK: Dan verkoopt u 't zoo niet! De heer VERLINDE meent, dat er twee woningen kunnen gebouwd worden en een groote, de andere een kleine tuin kan hebben. Een tuin is toch ook wat waard Het voorstel van burgemeester en wethou ders woidt verworpen met 8 tegen 4 stemmen. Voor stemmen de heeren Geelhoedt, De Bak- j ker, Colsen en Van Aken; tegen stemmen de hsereb Scheele, Dekker, Verlinde, De Bruijne, Hamelink, Van Driel, Van den Bulck en Bedet. De heer De Jager was bij deze stemming in verband met andere ambtsbezigheden tijdelijk niet in de vergadering tegenwoordig. De heer Scheele vraagt nu, of de raad de consequentie nu kan aanvaarden en burge meester en wethouders machtigen om den grond te verkoopen voor f 7 indien uaarvoor een bod komt. De heer HAMELINK merkt naar aanleiding eener opmerking dat er misschien ook een hooger bod zou kunnen komen op, dat een be- langhebbende, die de strooming in den raad voelt dat men voor f 7 wil verkoopen, geen f 8 zal bieden. De VOORZITTER wijst er op, dat de be- langhebbenden in de courant zullen kunnen lezen wat er hier over gezegd is. De heer BEDET meent, dat men het ook wel kan afwachten. Ten slotte wordt op aandrang van den heer SCHEELE gestemd over zijn voorstel, om burgemeester en wethouders te machtigen, in dien er een bod komt van f 7 per M2. den grond te verkoopen. Dit voorstel wordt aangenomen met 10 tegen 3 stemmen. Voor stemmen de heeren Geelhoedt, Scheele, Dekker, Verlinde, De Bruijne, De Bakker, Col sen, Van Aken en Bedet; tegen stemmen de heeren Hamelink, Van Driel en Van den Bulck. b. Naar aanleiding van een verzoek van A. C. L. Weijnen, wonende 2 Kortestraat no. 7 te Ter Neuzen, stellen burgemeester en wet houders voor hem te verkoopen een perceel bouwgrond, gelegen aan de Burgemeester Geillstraat, onmiddellijk grenzende aan de wo ning van den heer A. Eekman, ter breedte van 6 M. en ter diepte van pl.m. 20,25 M., alzoo ter grootte van 122 M-\ tegen den prijs van 8 per M2. Met algemeene stemmen wordt aldus beslo- ten. 4. Verkoop van de affuitloods. Nu de affuitloods kan worden afgebroken, achten wij schrrjven burgemeester en wet houders de tijd gekomen, tot verkoop daar van over te gaan. Door ons is daarom ter openbare kennis gebracht, dat de verkoop bij enkele inschrijving zal plaats hebben. Een zestal inschrijvingen zijn daarop ingekomen. De hoogste aanbieding is daarbij gedaan door de Gebr. Verlinde, smeden te Zaamslag, Reu- zenhoek, n.l. een bedrag van 2623,60. Naar onze meening kan dit bedrag een bil- lijke prijs genoemd worden, waarom wij U voorstellen, de loods aan hen te verkoopen voor de ingeschreven som. De VOORZITTER merkt op, dat de ge- boden prijs, de schatting overtreft. Het voorstel worgt met algemeene stem- men aangenomen. 5. Aankoop van een huis en stichten van een arrestantenlokaal te Sluiskil. Burgemeester en wethouders schrijven het volgende Bij de toehandeling der gemeente-begrooting voor 1930 is o.a. ter sprake gekomen, de bouw van arrestantenlokalen te Sluiskil. Wij hebben toen teruggenomen ons voorstel, om voor den bouw van nieuwe arrestanten lokalen een bedrag uit te trekken van 800, zulks omdat ons gevraagd werd een onder- zoek in te stellen naar de mogelijkheid eene ambtswoning voor den agent van politie al- daar te bouwen, in welk gebouw dan tevens de arrestantenlokalen zouden kunnen worden ondergebracht. Eene goede en voor de gemeente voor- deelige oplossing meenen wij gevonden te heb ben, door van den agent van politie A. M. Verpoorte aan te koopen zijne woning met bijibehoorenden grond, teneinde op den onbe- bouwden grond de arrestantenlokalen te bou wen en de woning te bestemmen tot ambts woning. De woning met bijbehoorende grond, ka- dastraal bekend in sectie G, no. 2108, ter op- pervlakte van 175 MX, wordt ons te koop aangeboden voor een totaalbedrag van 3000. Aangezien deze woning slechts eenige jaren geleden gebouiwd is, kan dit bedrag, vooral nu in verband met de uitbreiding der industrie te Sluiskil de prijzen der woningen aanmer- kelijk hooger worden, niet hoog worden ge noemd. Aan dezen verkoop is door den verkooper alleen de voorwaarde verbonden, dat van hem geen hoogere huur bedongen zal worden dan 150 per jaar. De verkoopsom in aanmerking genomen, achten wij deze voorwaarde billjjk. Bovendien is hij belast met het toezicht op de arrestanten, hetgeen hem veel last kan ver- oorzaken. De kosten verbonden aan den bouw der arrestantenlokalen moeten worden geraamd op een bedrag van 1500, zoodat de gemeente deze urgente zaak, voor een totaalbedrag van 4500 op eene goede wijze kan oplossen. Wij stellen u daarom voor, in uwe eerst- volgende vergadering het volgende beslult te nemen De gemeenteraad van Ter Neuzen, overwegende, dat het noodzakelijk is te Sluiskil tot den bouw van arrestantenlokalen over te gaan; dat het wenschelijk wordt geacht bij die arrestantenlokalen eene ambtswoning aldaar te bouwen; dat A. M. Verpoorte, agent van politie te Sluiskil genegen is zijne woning met bijbe- hoorenden grond, kadastraal bekend in sectie G, no. 2108, ter oppervlakte van ongeveer 175 MX, aan de gemeente te verkoopen voor een totaalbedrag van 3000; dat op den grond achter deze woning als- dan de arrestantenlokalen kunnen worden ge bouwd; dat zoodoende een goede oplossing verkre- gen wordt; dat de prijs voor de woning, die slechts eenige jaren oud is, vooral nu in verband met de uitbreiding der industrie te Sluiskil de prijizen der woningen aanmerkelijk hooger worden, biljijk is te noemen; gehoord een voorstel van burgemeester en wethouders; b e a 1 u i t aan te koopen van Adriaan Michiel Ver poorte, agent van politie te Sluiskil, zijne woning met bijbehoorenden grond, kadastraal bekend in sectie G, no. 2108, ter oppervlakte van ongeveer 175 M2., of zooveel meer of minder als later bij kadastrale opmeting blij- ken zal, voor een bedrag van dr-ie duizend gulden 3000) en onder voorwaarde: 1°. dat de gemeente zich verbindt van A. M. Verpoorte geen hoogere huur te bedingen dan f 150 per jaar; 2°. dat de kosten der op te maken akte komen voor rekening van de gemeente; 3°. dat de op het gekochte vallende be- lastingen met ingang van 1 Januari 1930 komen ten laste der gemeente. De heer COLSEN dankt burgemeester en wethouders voor him voorstel, maar meent, dat er toch iets is vergeten. Er is wel eener- zijds bedongen, dat aan den heer Verpoorte voor huur nooit meer dan f 150 in rekening mag worden gebracht, maar er wordt niet vastgelegd dat hij daar moet wonen. De VOORZITTER wijst er op, dat die wo ning ambtswoning wordt voor den politie- agent, zoodat dezen wordt opgedragen daarin te wonen. De heer COLSENDan moet er toch wat vastgelegd worden omtrent het schoonhouden, verlichten en verwarmen. De VOORZITTER: Dat wordt op andere wijze geregeld. De heer COLSEN veronderstelt het geval, dat de politieagent een goedkoopere woning zou kunnen vinden. De VOORZITTER meent, dat dit met den heer Verpoorte wel niet het geval zal zijn. Deze woont daar naar genoegen. De heer DE BAKKER wijst er op, dat hij daar wel zal willen wonen, zoolang hij in ge- meentedienst is, maar dan later? De VOORZITTER: Dan komt er immers een opvolger? De heer VAN DRIEL wil voor zijn fractie een kleine verklaring afleggen, nl. dat het voorgestelde een oplossing is, waar zij zich bij zullen neerleggen. Zij achten ambtswoningen principieel verkeerd, maar omdat het hier Sluiskil betreft en daardoor een goede op lossing verkregen wordt voor de voorziening in een arrestantenlokaal zullen zij er voor stemmen. De heer BEDET deelt mede, de situatie ter plaatse eens te hebben opgenomen. Hij acht de bestaande onhoudbaar. Hij heeft ook een kijkje genomen bij de woning van den agent Verpoorte, daarachter kunnen inderdaad cel- len gebouwd worden, maar erg aantrekkelijk acht hij die plaats toch niet. Indien er een andere plaats te vinden was, zou hij daaraan wel de voorkeur geven, omdat deze zoover uit het centrum gelegen is. Hij zou een plaats aan den kanaaldijk beter achten. Men zal dan, aangezien zich de meeste drukte in de omgeving van de brug voordoet, met arres tanten nog al ver moeten loopen. De heer GEELHOEDT: Dan zouden we mis schien de arrestantenlokalen moeten maken aan den anderen kant van het kanaal? De VOORZITTER: Bij ieder huis een eel! De heer BEDET herinnert aan het door den heer Van Cadsand geopperde plan, om een arrestantenlokaal te stichten op het terrein nabij de woning van het hoofd der openbare school. Hij wijst voorts op een terreintje van de spoorwegmaatschapprj GentTer Neuzen, naast de oude lijn. Hij denkt, dat de oplossing dan niet meer zal kosten. Hij erkent wel, dat de woning van Verpoorte en de plaatsruimte hem is meegevallen, maar zag de oplossing liever op een andere plaats. De VOORZITTER geeft te kennen, dat fei telijk alien bezwaren hebben, men is in het algemeen niet gunstig gestemd voor ambts woningen, maar omstandigheden kunnen uit- zonderingen noodzakelijk maken en zoo is het wenschelijk, dat de agent van politie woont in de nabijheid van het arrestantenlokaal. Het is niet gewenScht, dat te vestigen langs een drukken verkeersweg. Het door den heer Bedet aangewezen stukje van GentTer Neu zen kan voor het doel niet dienen. De kwestie van meer of minder ver, zal zich altijd voor- doen. Als de politie een persoon in arrest neemt aan de grens bij Westdorpe, is het een verren afstand ook al zou het lokaal bij de openbare school gesticht worden. Neemt men daarentegen iemand in arrest in de Land- straat, dan is men er dichtbij, als de eel ach ter de woning van Verpoorte komt. In dat opzicht zullen er mee- en tegenvallers zijn, dat is de risico van het vak. Ieder begrijpt dat het, met het oog op toezicht en verwar- ming, gewenscht is, dat de agent er dichtbij woont. De heer HAMELINK: Dat heeft ook bij ons den doorslag gegeven. De heer COLSEN geeft nog te kennen, dat het stukje van den spoorweg GentTer Neu zen toch niet zou te krijgen zijn. Daarvoor is al het dubbele geboden voor hetgeen men be taald voor den grond aan de Scheldekade, maar ze willen het niet afstaan. Het voorstel wordt aangenomen met alge meene stemmen. 6. Aanvraag voor het leggen van werk spoor op gemeentegrond. Door de N.V. Nationaal Houtbedrijf, filiaal Ter Neuzen, wordt per adres te kennen ge geven dat zij het werkspoor op hare terreinen aan den Stationsweg alhier wenscht uit te breiden, en dat zjj daartoe gebruik zou willen maken van een strook gemeentegrond, gelegen tus- schen het trottoir en de grens van haar ter rein; dat voor het verkeer ter plaatse het lossen van af de lorries op het werkspoor minder hinderlijk zal zijn dan van uit de wagens, welke op den verkeersweg moeten staan; reden waarom adressante den raad vc- zoekt, haar vergunning te willen verleenen voor het leggen en in gebruik nemen van het werkspoor, volgens de bjj het adres overge- legde teekening. Burgemeester en wethouders merken naar aanleiding hiervan op, dat de Stationsweg, waaraan genoemd ibedrijf gelegen is, bestaat uit een rijweg van 5 M. en twee trottoirs elk van 2,50 M. breedte. De breedte in aanmerking genomen, komt het hun niet gewenscht voor, het voetverkeer op een van de trottoirs voor onbepaalden tijd te belemmeren, door het leggen en in gebruik hebben van een werkspoor, waarom zrj den raad voorstellen op het verzoek afwijzend te beschikken. De heer VAN DRIEL deelt mede, door uit- stedigheid de situatie ter plaatse niet te heb ben kunnen opnemen, maar geeft te kennen, dat hij toch gaame zou zien dat aan het ver zoek zou kunnen worden voldaan. Het betreft toch niet het steenen gedeelte, van het trot toir, doch het sintelpad, dat binnenwaarts ligt. Het verkeer op den weg zal daar door worden gebaat, want nu is het al voorge- komen, dat daar van het houtbedrijf een wagen stond te lossen of te laden en daar- tegenover bij het kolenmagazijn een kolen- wagen, zoodat de autobus van de boot, die van 't station kwam niet kon passeeren, en krach- tig remmen moest, hetgeen voor auto's niet altijd gemakkelijk zal zijn, wanneer ze met een 80 K.M. vaart daar om den hoek komen. Er is ook nog gesproken over het leggen van een werkspoor aan de achterzijde van het terrein, maar dan kunnen ze met het lange hout niet draaien, om op het andere terrein te komen voor de zagerij. Hjj meent, dat er alle aanleiding is, om dit bedrijf tegemoet te komen. Het is ook niet zonder beteekenis. Er zijn 10 vaste en voor het grootste deel van den tijd 4 losse menschen in dienst. Indien de zaak zich hier kan uitbreiden bestaat ook uitzicht, dat het aantal losse werklieden zich zal uitbreiden, terwijl men ook in aanmerking moet nemen, dat dit bedrijf het plaatselijk stajidaardloon betaalt. Door het verzoek in te willigen wordt het gebruik van den ver- keeTsweg ontlast en zal het zich bepalen tot het in gebruik nemen van het sintel- of eigen- lijk van het slijk pad, waar omdat het vol gaten ligt voor de passage toch geen gebruik van gemaakt kan worden. Als de tegenwoor- dige toestand wordt bestendigd en er moet een wagen met lang hout op het andere ter rein bij de zagerij draaien dan moet het weg- verkeer toch ook stoppen. Het zou goed zijn als de raad toegaf, daar die uitbreiding aan leiding zal zijn tot uitbreiding van het werk. en alzoo strekt tot werkverruiming. Er zullen dan natuurlijk aan de vergunning eenige voorwaarden behooren te worden ver bonden, b.v. dat het trottoir niet mag worden beschadigd. In de politieverordening staat wel een bepaling, dat op de trottoirs niet mag ge- reden worden, maar daar is dan wel iets op te vinden. Hij wil deze zaak bevorderen, omdat er werkverruiming aan vastzitten kan. De heer VAN AKEN kan zich aansluiten bij het betoog van den heer Van Driel. Hij is ook van meening dat het van gemeentewege aan de bedrrjven, die werkkrachten noodig heb ben, zoo gemakkelijk mogelijk moet worden gemaakt. Waar pas zooveel duizenden zijn toegestaan voor uitbreiding van het havenbe- drijf, is het maar een kleinigheid om dit ver zoek van het Houtbedrijf toe te staan, het be treft toch maar het gebruik van een slijkpad. Wanneer ze daarvan gebruik mogen maken van dat pad, verbetert de toestand op den weg, want als er ter weerskanten wagens op den weg staan, is de passage afgesloten. Hij ver- nam ook, dat om die reden onlangs de autobus van de provinciale boot, die het verkeer tus- schen de aanlegplaats der boot en het station onderhoudt daar op dat punt stoppen moest. Hij zou wenschen, dat deze zaak werd aange- houden en burgemeester en wethouders het nog eens bekeken en eens met de betrokken firma gingen praten, om na te gaan of men onder zekere voorwaarden de vergunning niet zou kunnen geven. De heer BEDET geeft te kennen, dat het verzoek van de firma z<56 meesterlijk is verde- digd, dat hij daaraan niets meer heeft toe te voegen, en kan volstaan met te zeggen, dat hij het met het voorstel van burgemeester en wethouders niet eens is. Het betreft hier een strook van 80 M. lang en 60 c.M. breed, die voor het verkeer niet van zoo veel belang is en hij meent, dat er voor burgemeester en wethouders best termen zijn voor hun voor stel te wijzigen. De heer SCHEELE wil een ander geluid doen hooren. Hij is het er mede eens, dat men de bedrijven zooveel mogelijk vooruit moet hel- pen, en hij is overtuigd, dat burgemeester en wethouders dat ook willen. Men moet echter overal op letten en vooruit zien. Er wordt alle moeite aangewend, om onze straten te verbe- teren. Zoo zal ook de Stationsweg aan de beurt komen. Hij zou gaame zien, dat we daar een flinke, breede straat kregen. Er be hooren thans ter weerszijden van de straat trottoirs van 2,50 M. breed. Als we daar straks misschien ook mooie keien kunnen leggen, zou hij de straat, ten koste van de trottoirs, gaame iets zien verbreed. Van die trottoirs kan wel iets af, dat hij dan aan de straat zou willen doen ten goede komen. Nu staan daar af en toe eens wagens, maar als men van het trot toir 1 M. gaat afstaan om daar werkspoor te leggen, zullen daar van den morgen tot den avond wagens staan, zal men die daar ook des nachts laten staan en kan het publiek er dus geen gebruik meer van maken. Hij is van oordeel, dat de gemeente dien weg niet moet opgaan, na de maal de firma nog niet met den nieuwen bouw is begonnen en dat ze bij de uitvoering van haar plan zal moeten zorgen op eigen terrein te blijven. Met het oog op de toekomst zou spreker in over weging geven den weg op zijn voile breedte te behouden en daarvan geen stuk af te staan. De heer VERLINDE geeft te kennen, dat hij aanvankelijk ook zeer sceptisch tegenover het verzoek stond. Hij dacht, dat het werk spoor gemakkelijk langs de achterzjjde kon worden gelegd. Later heeft hij echter ver- nomen, dat daarachter nog een strook grond ter breedte van 1 M. aan den heer De Vriendt behoorde. En daardoor kan de N.V. daar met een werkspoor niet komen. Hij heeft nu toch ook bedacht, dat er wel aanleiding is, de N.V. ter wille te zijn. Indien ze haar loods op het eigen terrein iets achteruit bouwt, zoodanig dat het werkspoor er kan gemaakt worden en er 1.50 M. breedte trottoir vrij blijft, zou hij vergunning wilier) verleenen. Het mag thans niet den naam van trottoir dragen, de strook grond is niet te beloopen, er liggen overal putten in. Komt er nu een verhard trottoir waarvan 1.50 M. vrij is, dan is dat een ver- betering van den toestand. Er zullen dan ook aan deze zijde geen wagens behoeven te staan, want het is juist, als er ook aan de overzijde bij de kolenloods van den heer Verstraeten wagens staan, kan men er niet meer passee ren. Wat het trottoir betreft, merkt hij nog op, in de meening te hebben verkeerd, dat dit I geheel verhard zou worden; nu is men er aan begonnen, doch wordt de bestrating maar net zoover gemaakt als bij den bestaanden toe stand. De heer GEELHOEDT: Dat komt er over de geheele breedte. Spreker deelt verder mede, dat hij met de commissie van bijstand plaatselijk den toe stand heeft opgenomen, en dat de commissie toen tot de conclusie kwam, dat het een be- lemmering voor het verkeer zou zijn, als het leggen van het werkspoor in het trottoir werd toegestaan. Hij is ook van oordeel, dat de firmanten evengoed hun doel kunnen berei- ken, indien ze een werkspoor leggen aan de achterzijde. Dat zijn voor de firma wel wat hoogere kosten, maar de raad moet in deze ook voorzichtig zijn. Hij is van meening, dat men van gemeentewege, teneinde een parti- culiere maatschappij kosten te besparen, geen verkeersbelemmering mogen toestaan op den verkeersweg naar het station. Het is niet tegen te spreken, dat het trottoir aan die zijde zeer versmallen zal. Indien ze vragen daar een werkspoor te mogen leggen, is dat natuurlijk met het doel om het te gebruiken en dan wordt er een heel stuk van de breedte van het trottoir ingenomen. De heer VERLINDE voert hiertegen aan, dat er een zeer moeilijke toestand zou ont- staan, als het spoor langs de achterzijde zou moeten worden gelegd. Ze zullen dan geen draai kunnen maken om over de sloot op hun ander terrein te komen. Indien ze het spoor aan den voorkant mogen maken, kunnen ze er precies komen. Ze zullen dan bij hun garage met het spoor wat verder op het trottoir moeten komen, zoodat er over dat eindje nog 1 M. breedte overblijft. De bedoeling is na tuurlijk om alleen vergunning te geven daar trolly's op te brengen als er mede gewerkt moet worden, maar niet om die daar te ber- gen. En dan wenscht hij het z66 te zien aan- gebracht, dat er 1,50 M. breedte van het trot toir vrij blijft. Als er nu karren staan te laden is dat zeer hinderlijk voor het vervoer De voetgangers behoeven er geen last van te hebben, want die kunnen in elk geval over het trottoir aan den anderen kant passeeren. Naar hij vermeent is het te leggen spoor zetf maar 60 c.M. breed. De heer DE BAKKER verklaart er met de andere heeren een kijkje te hebben genomen. Hij b ijft nog altijd vasthouden aan het idee, dat ze het wel langs de achterzijde zouden kun nen maken. Overigens gevoelt hij er ook veel vcor, om de menschen behulpzaam te zjjn. De heer GEELHOEDT merkt op, dat, als er zooveel andere gedachten over gekoesterd worden het misschien beter was het nog eens aan te houden, opdat burgemeester en wethou ders het nog eens nader kunnen bezien. H|' blijft echter van meening, dat de vergunning geen belemmeren van den verkeersweg tenga- vclge mag hebben. De heer HAMELINK betoogt, dat, indien geen toestemming gegeven wordt, en de be staande toestand wordt bestendigd, het trot toir toch evenmin voor het publiek bruikbaar zal zijn en dan bovendien ook nog rjverkeers weg wordt belemmerd, omdat men thans de te lossen of te laden wagens op den weg plaatst. Het zou dus in het belang van het verkeer zijn, de vergunning te verleenen. lets anders is het evenwel, als men van gemeente wege het recht zou hebben het laden en lossen van de wagens op die straat te verbieden. Zoo als het nu gaat, wordt het straatverkeer be lemmerd, en dat zal niet zoo het geval z$n, als er op lorries, staande op het trottoir ge- lost en geladen wordt. Hij gelooft ook, dat het gewenscht is een beslissing aan te houden en dat er weinig anders aspect bestaat, dan eens na te gaan onder welke voorwaarden ver gunning zal kunnen worden verleend. De heer COLSEN zou willen, dat dit punt maar werd afgehandeld. Hij meent, dat er geen bezwaar is tegen het geven van vergun ning; het is een van de meest doodsche stra ten en hij ziet er geen bezwaar in, daar in het trottoir rails te leggen. Men ziet wel overal rails in de hoofdwegen, waarvoor van wege den rijkswaterstaat vergunning is verleend. De gemeenteraad moet zoo klein niet zijn. Op eigen grond kan de firma de rails niet leggen De zaak wordt er mede verbeterd. Hij zou zonder meer het voorstel van burgemeester en wethouders willen verwerpen. De heer HAMELINK merkt op, dat dit toch zoo maar niet gaat; als er vergunning ver leend wordt, moeten er toch voorwaarden aan verbonden worden en die zijn zoo staande de vergadering niet te redigeeren. De VOORZITTER zal het dan zoo beschou- wen dat het adres teruggezonden wordt aan burgemeester en wethouders met verzoek voorwaarden te ontwerpen volgens welke eene vergunning zou kunnen worden verleend. De verdere behandeling van dit punt wordt alsnu geschorst. 7. Wyziging verordening op de opensteL Iing van den Burgerlijken Stand voor het publiek en benoeming van een on- bezoldigd ambtenaar. Burgemeester en wethouders brengen bet volgende onder de aandacht van den raad: Volgens artikel 1 der verordening, bepa- lende de uren, waarop het bureau van den burgerlijken stand dagelijks voor het publiek geopend zal zijn, welke verordening is vast- gesteld in uwe vergadering van den 21 Aug. 1913, is de burgerlijken stand dagelijks voor het publiek geopend van 10 uur des voormid- dags tot 12 uur des middags. Meer en meer wordt de behoefte gevoeld, den tijd, waarop de burgerlijke stand voor het publiek is geopend, gelijk te stellen met de uren, waarop de gemeente-secretarie open is. In verband hiermede stellen wij u voor in, bovengenoemd artikel de volgende wijzdglng aan te brengen: Intrekken de woorden „tien uur des voor- middagrs tot des middags 12 uur" en daarvoor te lezen: „negen uur des voormiddags tot 2 uur des namiadags". Als gevolg van deze wijziging stellen wfl u tevens voor, een ambtenaar ter secretarie te benoemen tot onbezoldigd ambtenaar van den burgerlijken stand en wel uit de volgende aanbeveling: 1. p. J. van Hootegem, adjunct-commies ter secretarie. 2. J. Versprille, klerk ter secretarie. De wijziging der verordening wordt aange nomen met algemeene stemmen. De VOORZITTER verzoekt alsnu de heeren Hamelink en van Driel met hem het stem- bureau te vormen voor het benoemen van een onbezoldigd ambtenaar van den burgerljjken stand. De uitslag der stemming is dat met alge meene stemmen wordt benoemd de heer Van Hootegem. 8. Toekenning eener toelage uit de ge- meentekas aan den gemeente-ontvauger bjj eventueel ontslag. In verband met dit punt berichten burge meester en wethouders het volgende: Zooals uw college bekend is, is met ingang van 3 Februari j.l. aan den gemeente-ontvan- ger verlof verleend en heeft hi) keuring aan- gevraagd bij den Pensioenraad. Nu hebben wij dezer dagen van genoemd college bericht ontvangen, dat er voor afkeu- ren geen termen aanwezig zijn. Hierdoor is dus uitgemaakt, dat ontslag wegens ziekte niet verleend kan worden en voor ontslag op andere gronden achten wjj geen termen aan- weizig. Uiit de mededeelingen, in de besloten ver gadering van den 20 Februari j.l. verstrekt, zal het U duidelijk geworden zijn, dat het gemeentebelang eischt, dat de gemeente- ontvanger niet meer in functie zal treden. De man is daartoe niet in staat. Als h)j ge- handhaafd mocht worden, dan is het noodig, dat naast hem iemand wordt aangesteld, die de voile verantwoording der werkzaamheden op zich neemt. Dat lqkt ons geen toestand, nog buiten beschouiwing latende, dat dit de gemeente op vrij hooge kosten brengt. De heer Tholens, inziende, dat hij voor zijne be- trekking niet geschikt is, heeft zich bereid verklaard, ontslag te nemen, als hem van- wege de gemeente een toelage wordt gegeven, teneinde in zijn onderhoud te kunnen voor- zien. Die jaarlijksche toelage ware dan te be palen op /1000, onder voorwaarde, dat wan neer de heer Tholens pensioen gaat genieten, met ingang van den dag, waarop het pensioen ingaat, de toelage zoodanig wordt verminderd, dat 6n pensioen en toelage niet meer zullen bedragen dan f 1000. Wjj gelooven dat uw raad, door dit voor stel te aanvaarden, het gemeentebelang helpt dienen. Iemand die bewezen heeft, zijne zaken niet te kunnen beheeren, kan toch zeker niet het beheer over groote sommen worden gelaten en de verantwoording worden gelaten voor eene rekening van meer dan f 450.000. Dit zou naar onze meening een niet te verantwoorden daad zijn. In verband met het bovenstaande stellen wfl u voor, aan D. Tholens, met ingang van den dag van ontslag als gemeente-ontvanger.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 6