Ter Neuzensche Courant
Tweede Blad.
De dolende Juweelen
BINNENLAND.
FEUILLETON,
BUITENLAND.
Maandag 24 Maart.
No. 8506.
HET INVOERVERBOD VOOR
HOLLANDSCH VLEESCH IN ENGELAND.
OVER WEDERINVOERING VAN DE
DOODSTRAF.
nadflLr
VAN
EERSTE KAMER.
Vergadering van Vrijdag.
Yoortgegaan wordt met de behandeling van
de begrooting van buitenlandsche zaken.
De heer Wibaut (e.-d.) noemt het jongste
geschrift der Nationale Unie aan de leden der
Eerste Kamer schadelijk ophitsend tegen Bel
gie. Hg bestrijdt de opvatting van den heer
De Savomtn Lohman en zegt, dat alles wat
gaat in de richting om Belgie verdacht te
maken, schadelgk is voor het nationaal belang
en voor goede intemationale samenwerking.
De heer Oudegeest (s.-d.) zegt, dat de taak
van den Volkenbond tot systematisch weder-
opbouw van de wereld nog wordt tegenge-
werkt door het opgeloof in den vrede. Natio
naal moet het geloof in den vrede bevorderd
worden om te kunnen komen tot nationale
onbwapening en het neerhalen van de tarief-
muren.
De op den heer Loudon als voorzitter der
ontwapeningscommissie uitgeoefende critiek
komt aan de regeering toe, die hem zelve in
een moeilfjke positie heeft gebracht.
De heer Van Citters (a.-r.) hoopt, dat spoe
dig een bevredigende overeenkomst met Bel
gie tot stand zal komen, Wat den brief van
Prof. Van Eysinga, gepubliceerd in het Utr.
Dgbld., betreft, zegt spreker, dat het ambte-
narencorps hoog staat aangeschreven, en dat
het daarom te betreuren is, dat onder hen ele-
menten worden gevonden, die met verkwan-
•eling van eigen eer en voor een luttel bedrag
bereid gevonden worden, het in hem gestelde
vertrouwen te schenden.
De heer Polak (s.-d.) wenscht geen her-
v&tting van de betrekkingen met Sowjet-Rus-
land. Met den heer Briet verafschuwt hij de
leerkvervolging in Rusland.
De Minister van Buitenlandsche Zaken, de
heer Beelaerts van Blokland, merkte in de
vergadering van Vrijdag op, dat de verant-
woordeltjkheid van het hoofd van het departe-
ment van Buitenlandsche Zaken de laatste
jaren zeer is toegenomen. Deze zaak moet
men echter niet m66r willen verzwaren dan
zy reeds is. Daarom moet spr. ook afwijzen
den aandrang van den heer Oudegeest, om
uitvoering te geven aan de resolutie van 1925
inzake de redding van drenkelingen, aange-
zien die uitvoering niet tot sprekers departe-
ment behoort.
Evenmin kan men zich tot spr. wenden over
opschriften van tentoonstellingen in het bui-
tenland. W£1 kan spr. mededeelen, dat hij
•enige maanden geleden de wenschelijkheid
ter kennis van onzen gezant te Brussel heeft
gebracht, om de Nederlandsche taal te ge-
bruiken op de Nederlandsche inzending op
de in 1930 te Brussel te houden tentoonstel-
ling.
Spr, deelt voorts mede, dat hij het rapport
van de commissie-Posthuma inzake de econo-
mieche voorlichting eenige weken geleden
heeft ontvangen. Zoo spoedig mogelijk zal spr.
zfln standpunt ten deze bepalen.
Wat Rusland betreft, zag de Regeering zich
gesteld voor de vraag of er in de omstandig-
heden zoodanige verandering was gekomen,
dat herstel van de betrekkingen met Sovjet-
Rusland daarvan het gevolg zou moeten zijn.
Daarvan is echter niet het minste gebleken en
temeer vindt spr. voor een verandering van
onze verhouding tot Rusland geen aanleiding
door de treurige berichten, welke ons uit dat
land bereiken over de kerkvervolging. Ge-
vraagd is of de Volkenbond niet kan optreden t
tegen deze afschuwelijke daden. Deze vraag
moet spr. ontkennend beantwoorden. De Vol
kenbond kan in Rusland tegen de kerkvervol
ging niets doen. Alleen van een uiting der
publieke opinie zou eenig heil kunnen worden
verwacht.
Met voidoening heeft spreker geconstateerd,
dat geen der sprekers zich tegen het insti-
tuut van den Volkenbond heeft gekeerd, waar
uit kan blijken, dat men thans 't nut van dit
instituut heeft ingezien. Spr. is 'n overtuigd
en een warm voorstander van den Volken
bond en hjj acht het een eer te mogen mede-
werken aan den uitbouw van de hem opge-
dragen taak.
De Volkenbond is echter nog in zijn kinder-
jaren en daarom mogen we van dit instituut
nog niet alle krachttoeren vragen.
De Minister merkt verder op, dat het sue-
door
K. R. G. BROWNE.
60) Vervolg.
Maar Edward was niet in een stemming
om te argumenteeren. Het woord ,,sme-
ris" had zijn gedachten van „ondervon-
den beleedigingen" op ,,dreigende ge-
varen" overgeschakeld, want de aangebo-
ren eerbied voor de dienaren van den
Heiligen Hermandad, die elk rechtgeaard
Engelscbman van wieg tot graf vergezelt,
was er bij hem nog niet uit en dus ver-
vulde het vooruitzicht om in zulke ver-
dachte omstandigheden door een veld-
wachter ..gesnapt" te worden, hem met
vreeze en beven. Hij keek Alfred angstig
aan, Alfred keek hem angstig aan dan
keerden ze zich, gedreven door een ge-
dachte, om en hernieuwden hun aanval
op de deur. Maar na een poos van ener-
giek vechten, waarbij Edward een ge-
kwetste hand en Alfred een gebroken zak-
mes, een geblesseerden tandenstoker en
een dito duimnagel opliep, waren ze nog
even ver. Ten einderaad ging Edward,
vloekend, een stap achteruit en hief zijn
voet op. Maar Alfred beschikte nog
over een zekere mate van gezond verstand
en kwam daarom tusschen beide.
,,Schei uit, stomme ksffer zei hij broe-
derlijk open'artig. „He je nog niet ge-
noeg pan hier gemaakt. We gane t
raam uit..."
ces van de conferentie voor de in- en uitvoer-
verboden, voor een groot deel te danken is aan
den heer Coiijn, maar eveneens aan den heer
Wibaut. Dat de heer Wibaut thans niet even
eens als gedelegeerde is aangewezen voor de
conferentie ter uitvoering van de vroeger aan-
genomen conventie, is het gevolg van het feit,
dat voor deze conferentie met 66n gedelegeer
de kan worden volstaan.
Spr. komt daarna tot de verhouding tot
Belgie. De klacht over sprekers weinige me-
dedeelzaamheid in deze kwestie noemt spr.
ongegrond, waarvoor hij wijst naar zijn ver-
schillende mededeelingen daaromtrent in Ea
rners en in stukken.
Er zijn echter vragen, waarop spr. niet an-
ders dan tot schade van het land zou kunnen
antwoorden.
De Wielingenkwestie heeft de voile aan-
dacht der Regeering en met kracht zal er
naar worden gestreefd, een bevredigende op-
lossing te vinden in deze in verschillende op-
zichten moeilijke kwestie.
Wat de verbinding Luik-Maastricht betreft
herirnort spr. er aan, dat het verbahd dat de
Belgische Regeering wilde leggen tusschen
deze verbinding en de verbinding tusschen
Rijn en Schelde, door de Regeering van de
hand is gewezen.
Het denkbeeld van een kanaal Venlo
Urdingen-Maas-Luik-Antwerpen heeft in de
Belgische pers weinig instemming gevonden.
Het ligt niet op sprekers weg, zich thans na-
der over deze kwestie uit te laten.
Ten aanzien van de tusschenwateren zegt
spr dat er geen enkele reden voor ongerust-
heid ten deze bestaat.
Deze zaak is van groot belang. De Centrale
Commissie voor den Rijn houdt zich sedert
eenige jaren bezig met de kwestie van de
herziening der Rijnvaart-akte. Tot die herzie-
ning is Nederland bereid. De tusschenwateren
vallen echter niet onder de bevoegdheid van
de Rijnvaartcommissie en de Regeering is
nimmer bereid geweest, noch thans bereid, om
de bevoegdheid der Commissie te laten uit-
breiden mede tot die tusschenwateren. Deze
wateren staan onder uitsluitend toezicht van
Nederland.
De positie van de tusschenwateren is door
de Regeering dus ten krachtigste gehandhaafd
Ditzelfde geldt voor de rivieren beneden Gor-
kum en Krimpen.
Ook vroeger was reeds door Duitschland
een poging ingesteld, om bevoegdheid der
Commissie uit te breiden tot Merwede en Lek
en ook toen heeft de houding der Regeering
deze wateren ongerept gehouden.
Spr. komt daarna tot het verwijt, dat de
Regeering ten aanzien van de verbinding
ScheldeRijn een onlogische politiek zou vol-
gen. Er is gezegd, dat niettegenstaande Bel
gie heeft verklaard, met niet minder tevreden
te zijn dan met een verbinding met den Moer-
dijk, toch de bestaande vaarweg verbeterd
wordt. Maar, vraagt spr., moeten dan gedu-
rende den tijd, dat men wacht op de totstand-
koming van de door Belgie gewenschte ver
binding, de tusschenwateren verwaarloosd
worden? Dat zou geheel in strijd zijn met de
belangen van onze eigen scheepvaart.
Het zou spr. tot voidoening stemmen, wan-
neer zijn mededeelingen er toe zouden bijdra-
gen, om de ongerustheid en het wantrouwen,
die nog mochten bestaan, weg te nemen.
Ook spr. is doordrongen van de wenschelijk
heid van een zoo spoedig mogelijke overeen
komst met Belgie en spr. hoopt, dat in deze
binnen niet al te langen tijd overeenstemming
zal worden bereikt.
Na re- en dupliek werd de begrooting aan-
genomen.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Vrijdag.
Het ontwerp Winkelsluitingswet wordt aan-
genomen met 73 tegen 16 stemmen.
Tegen stemden de llberalen, de staatkundig
gereformeerden en de heeren Visscher, Beu-
mer, Wijnkoop, Braat en Lingbeek.
Bij de behandeling van de suppletoire In-
dische begrooting oppert de heer Cramer (s.-
d.) bezwaren tegen het verleenen van terug-
werkende kracht aan de bepaling inzake de
vennootschapsbelasting.
De heer Joekes (v.-d.) heeft in het alge-
meen bezwaar, tegen het verleenen van terug-
werkende kracht aan belastingbepalingen.
Spreker protesteert tegen de terugzending
naar den Volksraad van het wetsontwerp,
waardoor het prestige van dat college geschaad
werd. Nu de beslissing in Indie eenmaal
wettig is tot stand gekomen, zal spreker niet
tegenstemmen.
De heer Beumer (a.-r.) heeft in dit geval
geen bezwaar tegen terugwerkende kracht
omdat de wijziging een interpretatieve betee-
kenis heeft.
De heer Feber (r.-k.) bestrijdt de heeren
Joekes en Cramer.
Minister De Graaff behandelt de geschie-
denis van dit onderwerp en zet uiteen, dat de
personeeltantiemes ten onrechte waren belast.
De billijkheid eischte terugzending naar den
Volksraad.
Eensgezind stapten ze op het raam af
en inspecteerden den afstand, die hen van
den grond scheidde. 'De inspectie viel
zoo mee, dat ze er verwonderd van ston-
den te kijken, dat ze aan die oplossing
niet eerder gedacht hadden. Alfred
sloeg zijn been over de vensterbank.
wrong zich door de rechthoekige ope
ning heen, liet ztch aan zijn handen zak-
ken en kwam tusschen het overschot van
de slakropjes terecht. Hij stond vlug op,
om Edward, zoo noodig behulpzaam te
zijn. Maar juist, toen deze met zijn hoofd
nog in de kamer en het gedeelte van zifh
lichaam onder zijn middel in de frissche
buitenlucht, op het doode punt gekomen,
even aarzelde, hoorden ze opeens een
stem, die zei:
,,Wat mot dat hier
Alfred deed een luchtsprong van
schrik en draaide zich om. Edward liet
een gesmoorden kreet hooren, viel als een
zoutzak het raam uit, kwam met een bons
op den grond terecht, krabbelde op en
keerde zich, de vleeschgeworden schrik
en ontzetting, eveneens om. Datgene,
waarvoor ze gevreesd hadden, was ge-
beurd. ,,De smeris was teruggekomen",
om met Alfred te spreken. Genoemde
smeris stond, om precies te zijn, op een
meter afstand en keek hen met een blik
aan, waarin overbluftheid, woede en ach-
terdocht om den voorrang streden.
De onverkldarbare ontsnapping van
zijn twee gevangenen, had veldwachter
Turtle gewoonweq van de wijs gebracht.
Het eene oogenblik waren ze er nog, had
hij hen, met zijn eigen oogen, een bocht
om zien ga'oppeeren, en het volgende
oogenblik waren ze verdwenen, sooor-
loos verdwenen! Hij had natuurlijk ge-
REORGANISATIE VAN DEN
RIJKSWATERSTAAT.
Naar gemeld wordt, is spoedig te verwach-
ten publicatie van het Koninklijk besluit,
waardoor de wijziging, welke in den algemee-
nen maatregel van bestuur, regelende de in-
richting en den dienst van den Rijkswaterstaat,
moet worden aangebracht om tot benoeming
van den directeur-generaal over te kunnen
gaan, in werking treedt.
Overeenkomstig hetgeen daaromtrent reeds
werd gepubliceerd, is ir. J. A. Ringers, hoofd-
ingenieur van den Rijkswaterstaat met verlof,
directeur-hoofduitvoerder van de Maatschappij
tot Uitvoering van Zuiderzeewerken, te Wie-
ringen, met ingang van 1 April a.s. benoemd
tot directeur-generaal van den Rijkswater
staat.
De betrekktng van inspecteur-generaal komt
te vervallen, zoodat met ingang van genoem-
den datum aan de inspecteurs-generaal van
den Rijkswaterstaat, irs. G. Rooseboom en A.
R. van Loon, eervol ontslag is verleend uit hun
betrekking onder dankbetuiging voor de ge-
wichtigc diensten door hen aan den iande be-
wezen. De Minister van Waterstaat heeft de
heeren in zijn kabinet nog persoonlijk dank
gebracht "voor de door hen bewezen diensten
en hun daarbij medegedeeld, dat het de Konin-
gin behaagd heeft hen te benoemen tot com-
mandeur in de orde van Oranje-Nassau.
De heeren Rooseboom en Van Loon hebben
zich bereid verklaard den Minister desge-
wenscht in belangrijke waterstaatsaangele-
genheden van advies te dienen.
De eerste stap, die tot reorganisatie van
den Rijkswaterstaat moet leiden is dus gezet.
DE STUDIEREIS VAN DEN BELGISCHEN
MINISTER VAN VERKEERSMIDDELEN.
De Belgische minister van verkeersmidde-
len, de heer M. Lippens, is Vrijdagmiddag 4
uur in Den Haag aangekomen.
Minister Lippens maakt de reis in een door
de directie der Nederlandsche Spoorwegen
beschikbaar gestelden wagon. Hij is verge-
zeld van zijn kabinetschef, en enkele technic!
en directeuren van Belgische buurtspoor-
wegen.
Na het bezoek aan Leidschendam, kwam de
minister te 's Gravenhage, waar hem in een
gereserveerde wachtkamer namens de spoor-
wegdirectie een thee werd aangeboden. Op
het perron was de minister begroet door den
Belgischen gezant ,den heer Maskens, en door
den directeur der K.L.M., den heer Plesman.
Nadat hij eenigen tijd in de wachtkamer
had vertoefd begaf minister Lippens zich
naar Leiden en vandaar naar Amsterdam.
De directie der spoorwegen, waarvan eenige
leden en hoofdambtenaren hem vergezellen,
bood hem in de hoofdstad een maaltijd aan.
De minister heeft reeds een bezoek aan Schip-
hol gebracht.
Zaterdagoohtend werd een tocht gemaakt
door het Gooi en in den middag kwam de heer
Lippens weer in Den Haag, waar de Belgische
gezant te zijner eere een maaltijd gaf.
In het Engelsche Lagerhuis is aan den
minister van landbouw gevraagd. of hij be
reid was het invoerverbod voor Hollandsch
vleesch op te heffen. Minister Buxton ant-
woordde, dat hem na nauwkeurig onderzoek
gebleken was, dat het verbod noodzakelijk
bleef om den Britschen veestapel voor mond-
en klauwzeer te vrijwaren.
Op vragen van het Eerste Kamerlid van
Voorst tot Voorst:
1. Is de Minister niet van oordeel, dat op
schrikbarende wijze de openbare veiligheid
van stad en land venmindert, onder meer blij-
kende uit de moorden van de laatste maan
den te Voorburg, Den Haag en nu wederom
de afschuwelijke moord te Bennekom
2. Acht de Minister het thans niet plicht
maatregelen te beramen tot het verkrijgen
van meerdere veiligheid in het bijzonder op
de buitenwegen, en tot het overwegen van
verscherping van straffen, op misdrijven in
onze wet gesteld, bepaaldelijk tot weder-
Invoering van de doodstraf?
heeft de Minister van Justitie geantwoord:
1. Ook de ondergeteekende is onder den
indruk van de opzienbarende misdrijven tegen
het leven, die in betrekkelijk korten tijd el-
kander hebben opgevolgd. Toch betwijfelt hij
of, indien men de zaak over een wat ruimer
tijdsverloop ziet, van een „vermindering op
schrikbarende wijze van de openbare veilig
heid van stad en land" moet worden gespro-
ken. De beschikbare statistische gegevens
al thans wijzen niet in die richting. De cijfers
toch van de strafrechtelijke veroordeelingen
ter zake .van doodslag (art. 287 Wetboek van
Strafrecht), doodslag, gevolgd, vergezeld of
voorafgegaan door een strafbaar feit (art.
288) en moord (art. 289) over de laatste 10
jaren geven, vergeleken bij den toestand van
de jaren 1911/13, indien men daarbiji tevens
zocht, zooals zijn plicht was de geheele
omgeving van de wonderbaarlijke ver-
dwijning had hij systematisch afgezocht,
maar zonder resultaat. Hij had zijn hoofd
door hagen heengestoken, had in bosch-
jes rondgekropen. had opwaarts, de boo-
men en benedenwaarts, de droge greppels
gelnspecteerd. Hij had oude schoenen,
gedeukte emaille kannen, een doode kat,
een mierennest en de helft van een paraplu
gevonden, had zijn broek opengehaald,
zijn gezicht en handen opengekrabd en
het spit in zijn rug aangekweekt. Maar
van George M. A. Carr en Mr. Deci-
mus Todd had hij geen spoor gevonden.
Eindelijk, na een uur hard werken, gaf
hij het zoeken tijdelijk op en ging bezweet
en door en door uit zijn.humeur langs den
kortsten weg, hetgeen in dit geval een pad
door een serie akkers was, naar huis
terug. (Als hij den hoofdweg genomen
had, zou hij Carmencita in de groene
auto tegengekomen zijn en dan was dit
verhaal waarschijnlijk heel anders geloo-
pen.) Zijn plan was om zijn „beroeps"-
fiets te gaan halen en zijn nasporingen
op grooter schaal voort te zetten, want
veldwachter Turtle was van nature vast-
houdend en, wat dit speciale geval betrof,
zeer zeker niet van plan het zonder slag
of s'oot op te geven. Maar het lot had
andere plannen met hem en zoo gebeur-
de het, dat hij, toen hij zijn huisje in zicht
kreeg iets zag dat de gedachten aan ont-
snapte gevangenen, wonderen, die-de-
wcreld-niet-uit-waren en promotie, totaal
verdrong.
Veldwachter Turtle stond inderdaad
raar te kijken toen hij op een gegeven
oogenb'ik twee verdachte individuen exil
uit zijn huis zag maken, door in alle kalm-
rekening houdt met den bevolkingsaanwas,
i een beteekenende stijging niet te zien. Voor
j zooveel men deze cijfers zou wraken, omdat
zij slecbts betrekking hebben op misdrijven,
die door een veroordeeling zijn gevolgd, moge
voorts zijn vermeld, dat ook het index-cijfer
voor de gewelddadige levens beroovingen
onverschillig dus of ter zake al dan niet een
veroordeeling is gevolgd niet bepaald on-
gunstig is: voor 1924 t/m 1928 is het, indien
men rekening houdt met den bevolkingsaan
was, resp. 76, 93, 103, 88, 117 (1911/13 100).
2. Dat misdrijven, als hier bedoeld, door
veiligheidsmaatregelen afdoende zouden kun
nen worden voorkomen, durft de ondergetee
kende niet aannemen; hij moet er zich dus toe
bepalen en beschouwt dit bij voortduring
als zijn taak de veiligheid zoo hoog moge-
lijlk op te voeren.
Wat aangaat het repress! ef optreden, moge
de ondergeteekende opmerken, dat de scherpte
van de bestraffing slechts in beperkte mate
van den wetgever afhankelijk is. Zoo kan,
indien men de in de wet neergelegde maxi
mum straffen vergelijkt met die, welke door
den rechter worden uitgesproken, ook zonder
wetswijziging de eisch van scherpere bestraf
fing zeker nog veelszins voidoening vinden.
Voorts speelt voor de beoordeeling van de
scherpte der bestraffing di» bestraffing
nu in haar geheel genomen niet minder
dan de zwaarte der straf, ook de zekerheid
van de oplegging daarvan een rol.
Van de wederinvoering van de doodstraf
heeft de ondergeteekende zich bij herhaling
als een voorstander doen kennen, echter niet
op utiliteitsgronden, doch als eisch der ge-
rechtigheid. Zoodra hij dus mag aannemen,
dat een in genoegzame mate veldwinnende
overtuiging aa'nwezig is, ter voidoening aan
de gerechtigheid de doodstraf weder behoort
te worden ingevoerd, komt de aangelegenheid
voor hem in een nieuw stadium.
DE ZENDTIJD-VERDEELING.
Naar de ,,Tel." van zeer bevoegde zijde ver-
neemt, zal de Minister van Waterstaat, Mr.
P. Reymer, het vraagstuk der radio-zendtijd-
verdeeling in den Ministerraad brengen. De
agitatie in den lande en de verdeeldheid ,die
het advies van den Radioraad bij de tot nog
toe gecoaliseerde rechtsche omroepgroepen
heeft veroorzaakt, geven den Minister aan-
leiding de verantwoordelijkheid voor de te
nemen beslissing door het geheele kabinet te
laten deelen.
DE VERNEDERLANDSCHING DER
UNTVERSITEIT TE GENT.
De correspondent van de N. R. Crt. te
Brussel meldt:
Het wordt zeer waarschijnlijk geacht dat de
algemeene bespreking van het door de Kamer
reeds aangenomen regeeringsvoorstel tot ver-
nederlandsching van de Rijksuniversiteit te
Gent, Woensdag in den Senaat zal kunnen aan-
vangen. De sociaal-democratische en Vlaamsch
nationale fracties hielden reeds een vergade
ring ter bepaling van hunne houding, tijdens
dit debat. De socialisten besloten het woord
te laten voeren door senator prof. Vermeijlen
en een zijner nader nog aan te wijzen collega's.
De meerderheid zal het regeerings-ontwerp
aannemen maar er zullen ook eenige tegen-
stemmers zijn. Verwacht wordt tevens, dat
senator de Brouckere en eenige andere Brus-
selsche en Waalsche socialisten een bianco-
stem zullen uitbrengen.
De Vlaamsch-nationale senatoren, met mr.
van Dieren als woordvoerder, zullen, om de-
zelfde redenen als hunne partijgenooten in de
Kamer, het priciepsartikel 1 aanvaarden maar
tegen sommige andere artikelen (behoud, te
Gent, tot 19351940 der Fransche technische
scholen, Fransche facultatieve cursussen,
enz.) en ook tegen het geheel der wet stem-
men.
Bij de katholieken worden slechts enkele
onthoudingen voorzien; bij de liberalen een
gering, aantal tegenstemmers, zoodat, indien
alle voorteekenen niet bedriegen, de meerder
heid voor het regeeringsvoorstel, proportion-
neel ongeveer dezelfde zal zijn als in de Kamer.
DE BALANS DER OVERSTROOMINGEN
IN ZUID-FRANKRIJK.
Volgens ambtelijke statis'tieken zijn in de elf
departementen, die door de overstrooming
werden geteisterd, 206 personen om het leven
gekomen, 2700 huizen verwoest, 140.000 hec-
taren ondergeloopen en bedraagt de schade
ongeveer een milliard francs.
DE VLOOTCONFERENTIE OP HET
UITERSTE.
Van de optimistische beweringen uit Lon-
den dat men Tardieu en Briand op het einde
van de vorige week terug mocht verwachten,
is natuurlijk niets gekomen. Parijs heeft,
schrijft de N. R. Crt. reeds laten weten dat
te het raam van zijn beste slaapkamer uit
te klimmen. Maar die toestand duurde
maar kort, ten hoogste een kwart minuut.
Daarna stapte hij met een gezicht, zoo
rood als een kreeft van inspanning en
woede en met een snor, die verontwaar-
digd en opstand'g wuifde, op het witte
hekje af en schreed het pad op, juist toen
Edward Byng zich gereed maakte om
zich te laten vallen.
,,Wat mot dat beteekenen?" vroeg veld
wachter Turt'e met verheffing van stem.
De man op den grond maakte een lucht
sprong en draaide zich om. De man in
het raam liet zich met een gesmoorden
kreet vallen, krabbelde op en draaide zich
eveneens om. En veldwachter Turtle
blies zijn snor in een kwart-cirkel en
kwam nog een stap dichterbij.
„Wat mot dat beteekenen herhaalde
hij streng.
De gebroeders Byng bewaarden een
diep stilzwijgen. Hun dagelijksche om-
gang met Fanshawe-Smith had de ge-
woonte in hen aangekweekt, om zich, op
crisis-oogenbli'kken, tot hem om hulp en
steun te keeren; werd die steun hun door
een samenloop van omstandigheden ont-
nomen, dan voelden ze zich als kleine
jongens, die betrapt worden op appelen
stelen. Het feit, dat ze voor deze com-
pl catie gevreesd hadden vergrootte hun
ontsteltenis de aanblik van die fatale
blauwe uniform deed hun zenuwen zoo
aan, dat ze geen woord konden uitbren
gen. En dus bleven ze naast elkaar, in
een houding, alsof ze geen tien konden
ellen, on de s'akropjes staan en keken
het schrik'-ewind voor hen hulpeloos aan.
Op het schrikbewind in kwestie werkte
hun houding als balsem op een schrij-
Tardieu en Briand de eerste dagen door drin-
gende parlementaire beraadslagingen geheel
in beslag worden genomen, maar zelfs als dit
niet het geval ware, zouden zij toch niet ge
komen zijn, v66r er weer metterdaad ,,werk
aan den winkel" was. Het besluit van den
grooten fascistischen raad, die onder Musso
lini's leiding bijeen is geweest, om vast te
houden aan den eisch betreffende pariteit van
Italie met de sterkste zeemogendheid van
het vasteland, is duidelijk en afdoende. Men
behoeft bij Italie geen moeite meer te doen
om het te overtuigen dat Frankrrjk als groote
koloniale mogenheid en bespoeld door twee
zeeen grooter vlootbehoeften heeft dan het
Apenijnsche Schiereiland. Dus zullen Frankrijk
en Italie het niet eens worden, want van ter
ritorial concessies aan Italie tot afkoop van
den pariteits-eisch wil men te Parijs niets
weten.
Engeland wil evenmin iets weten van een
Locarno-garantie voor de Middellandsche Zee
die Frankrijk bereid zou maken om zijn bouw-
program te besnoeien. Maar zelfs als Enge
land daartoe bereid was geweest, zou men
toch weer voor dezelfde moeilijkheid met de
pariteit tusschen Frankrijk en Italie zijn ko
men te staan. Want ook voor een besnoeid
Fransche vlootprogram zou de eisch gesteld
worden dat het meer tonnemaat moest om-
vatten, dan het Italiaansche program, zoodat
de twee viootlijsten niet geljjk werden.
Er worden nu nog vage verwachtingen ge-
bouwd op een overeenkomst tusschen de drie
grootste zeemogendheden Engeland, Amerika
en Japan, dezelfde dus die op de eerste krui-
serconferentie te Geneve bijeen zjjn geweest.
Hieraan zijn groote „maren" verbonden. Men
weet in de eerste plaats dat de Japansche
regeering laat verluiden dat zij met de Ame-
rikaansche voorstellen niet geheel kan in-
stemmen. Als eerste voorwaarde voor zulk een
overeenkomst moet het Amerikaansch-Ja-
pansche accoord tot stand komen. In de twee
de plaats zal zulk een drievoudige overeen
komst echter niet opgesteld worden zonder
dat er van Engelsche zijde een beding in ge
maakt wordt dat het gereduceerde program
slechts geldt, zoolang de Franschen hun vloot
niet boven een bepaalde grens versterken. En
geland heeft immers aldoor reeds opgemerkt,
dat het niet bij zijn met Amerika overeenge-
komen cijfers kon blijven, indien het Fransche
vlootbouwprogram uitgevoerd werd. Men kan
dus voorzien dat ook de drievoudige overeen
komst een wassen en licht smeltbare neus zou
zfjn.
Wij staan voor een mislukking van de ont-
wapeningspogingen ter zee, en wie kan nu nog
ets verwacntrn van den arbcid van de Ge-
neefsche commissie tot voorbereiding van de
algemeene ontwapeningsconferentie, welke
commissie juist van de Londensche vlootcon-
ferentie een onmisbaar werkstuk, kant en
klaar, tegemoetzag, om dit in haar algemeen
plan in te voegen
BESTRI.JDING DER WERKLOOSHEED
IN NEW YORK.
Franklin Roosevelt, de gouvemeur van den
staat New York, heeft een speciale boodschap
gezonden aan de Wetgevende Vergadering van
j den staat, waarin hij er op aandringt, maat-
regelen te nemen tot vermindering van de
werkloosheid. Hij wenscht o.m., dat de voor-
keur zal worden gegeven aan inwoners van
den staat New York voor het doen verrichten
van openbare werken voor den staat of de ge-
meenten.
NIEUWE EXPERIMENTEN VAN
MARCONI.
De Italiaansche pers maakt melding van
nieuwe experimenten van Marconi op de korte
golf. Marconi heeft in een onderhoud met
den directeur-generaal van de maatschappjj
voor draadlooze telefonie te Sydney aange-
kondigd, dat hij a.s. Woensdag door middel
van korte golven, welke hjj van zijn jacht zal
uitzenden, de electrische verlichting in het
gebouw der electriciteitstentoonstelling te
Sydney zal in- en uitschakelen. Er bestaat
zeer veel belangstelling voor deze nieuwe vin-
ding en de groote mogelijkheden, welke zij
opent. De reeds geslaagde draadlooze ge-
sprekken tusschen Marconi's jacht en Sydney,
worden als een bewijs beschouwd van de
bruikbaarheid van de nieuwe Marconi-toestel-
len. Bijzonderheden zijn nog niet bekend.
Volgens berichten uit Genua bedient Marconi
zich van een antenne van 15 M. hoogte.
WERKLOOZENRELLETJES TE
NEW-YORK.
Bij een door het Leger des Heils georgani-
seerde spijsuitdeeling voor werkloozen te
New-York is het tot onlusten gekomen. Een
menigte van ongeveer 1000 werkloozen was
voor het lokaal, waar de uitdeeling zou plaats
hebben, bijeen gekomen toen 2 auto's met
brood, door een bakker geschonken, aankwa-
men. Deze auto's werden door de werkloo
zen bestormd, zoodat een tumult ontstond.
De ontboden politie wist de orde echter spoe
dig te herstellen.
nende wond. Het lot had hem weliswaar
veelbelovend ..geval" ontnomen.
een
maar tevens die daad vergoed, door hem
j een veelbelovender ervoor in de plaats
cadeau te doen, want een op heeterdaad
betrapte inbreker was meer waard dan
zes waarschijnlijke stroopers. Onder ge-
wone omstandigheden was veldwachter
Tirtle een schappelijk mensch, maar de
behandeling door hem van den kant der
heeren Carr en Todd ondervonden, had
zijn vertrouwen in de menschheid ge-
scho't en dus kwamen de gebroeders
Byng in hun kwaliteit van dubbelen zon-
debok juist van pas.
,,Wat hebben jullie d'erop te zeggen
vroeg hij streng.
De gebroeders Byng hadden blijkbaar
niet te zeggen.
„Wat voor reden hadden jullie om uit
dat raam te klimmen
De gebroeders Byng hadden blijkbaar
geen enkele reden.
,,Hoe is jullie naam?"
De gebroeders Byng waren hun naam
blijkbaar vergeten.
,,Wat...wilde veldwachter Turtle
onvermoeid doorgaan, maar op dat oogen
blik zag hij iets, dat zijn aandacht trok.
De deur van zijn huisje stond open.
Waarom hadden die kerels zich de moeite
gegeven om het raam uit te klimmen als
ze op hun gemak door de deur naar bui-
ten hadden kunnen wandelen? Een paar
oogenb'ik en bleef hij over deze nieuwe
ontdekking staan doorpiekeren, maar dan
beiliste hij, dat eventueele motieven bij
den stand van zaken niets aan feiten af-
deden en ging met zijn kruisverhoor voort.
(Wordt vervolgd.)