Ter Neuzensche Courant Tweede Blad. De dolende Juweelen BINNENLAND. FEUILLETON, BUITENLAND. Maandag 24 Maart. No. 8506. HET INVOERVERBOD VOOR HOLLANDSCH VLEESCH IN ENGELAND. OVER WEDERINVOERING VAN DE DOODSTRAF. nadflLr VAN EERSTE KAMER. Vergadering van Vrijdag. Yoortgegaan wordt met de behandeling van de begrooting van buitenlandsche zaken. De heer Wibaut (e.-d.) noemt het jongste geschrift der Nationale Unie aan de leden der Eerste Kamer schadelijk ophitsend tegen Bel gie. Hg bestrijdt de opvatting van den heer De Savomtn Lohman en zegt, dat alles wat gaat in de richting om Belgie verdacht te maken, schadelgk is voor het nationaal belang en voor goede intemationale samenwerking. De heer Oudegeest (s.-d.) zegt, dat de taak van den Volkenbond tot systematisch weder- opbouw van de wereld nog wordt tegenge- werkt door het opgeloof in den vrede. Natio naal moet het geloof in den vrede bevorderd worden om te kunnen komen tot nationale onbwapening en het neerhalen van de tarief- muren. De op den heer Loudon als voorzitter der ontwapeningscommissie uitgeoefende critiek komt aan de regeering toe, die hem zelve in een moeilfjke positie heeft gebracht. De heer Van Citters (a.-r.) hoopt, dat spoe dig een bevredigende overeenkomst met Bel gie tot stand zal komen, Wat den brief van Prof. Van Eysinga, gepubliceerd in het Utr. Dgbld., betreft, zegt spreker, dat het ambte- narencorps hoog staat aangeschreven, en dat het daarom te betreuren is, dat onder hen ele- menten worden gevonden, die met verkwan- •eling van eigen eer en voor een luttel bedrag bereid gevonden worden, het in hem gestelde vertrouwen te schenden. De heer Polak (s.-d.) wenscht geen her- v&tting van de betrekkingen met Sowjet-Rus- land. Met den heer Briet verafschuwt hij de leerkvervolging in Rusland. De Minister van Buitenlandsche Zaken, de heer Beelaerts van Blokland, merkte in de vergadering van Vrijdag op, dat de verant- woordeltjkheid van het hoofd van het departe- ment van Buitenlandsche Zaken de laatste jaren zeer is toegenomen. Deze zaak moet men echter niet m66r willen verzwaren dan zy reeds is. Daarom moet spr. ook afwijzen den aandrang van den heer Oudegeest, om uitvoering te geven aan de resolutie van 1925 inzake de redding van drenkelingen, aange- zien die uitvoering niet tot sprekers departe- ment behoort. Evenmin kan men zich tot spr. wenden over opschriften van tentoonstellingen in het bui- tenland. W£1 kan spr. mededeelen, dat hij •enige maanden geleden de wenschelijkheid ter kennis van onzen gezant te Brussel heeft gebracht, om de Nederlandsche taal te ge- bruiken op de Nederlandsche inzending op de in 1930 te Brussel te houden tentoonstel- ling. Spr, deelt voorts mede, dat hij het rapport van de commissie-Posthuma inzake de econo- mieche voorlichting eenige weken geleden heeft ontvangen. Zoo spoedig mogelijk zal spr. zfln standpunt ten deze bepalen. Wat Rusland betreft, zag de Regeering zich gesteld voor de vraag of er in de omstandig- heden zoodanige verandering was gekomen, dat herstel van de betrekkingen met Sovjet- Rusland daarvan het gevolg zou moeten zijn. Daarvan is echter niet het minste gebleken en temeer vindt spr. voor een verandering van onze verhouding tot Rusland geen aanleiding door de treurige berichten, welke ons uit dat land bereiken over de kerkvervolging. Ge- vraagd is of de Volkenbond niet kan optreden t tegen deze afschuwelijke daden. Deze vraag moet spr. ontkennend beantwoorden. De Vol kenbond kan in Rusland tegen de kerkvervol ging niets doen. Alleen van een uiting der publieke opinie zou eenig heil kunnen worden verwacht. Met voidoening heeft spreker geconstateerd, dat geen der sprekers zich tegen het insti- tuut van den Volkenbond heeft gekeerd, waar uit kan blijken, dat men thans 't nut van dit instituut heeft ingezien. Spr. is 'n overtuigd en een warm voorstander van den Volken bond en hjj acht het een eer te mogen mede- werken aan den uitbouw van de hem opge- dragen taak. De Volkenbond is echter nog in zijn kinder- jaren en daarom mogen we van dit instituut nog niet alle krachttoeren vragen. De Minister merkt verder op, dat het sue- door K. R. G. BROWNE. 60) Vervolg. Maar Edward was niet in een stemming om te argumenteeren. Het woord ,,sme- ris" had zijn gedachten van „ondervon- den beleedigingen" op ,,dreigende ge- varen" overgeschakeld, want de aangebo- ren eerbied voor de dienaren van den Heiligen Hermandad, die elk rechtgeaard Engelscbman van wieg tot graf vergezelt, was er bij hem nog niet uit en dus ver- vulde het vooruitzicht om in zulke ver- dachte omstandigheden door een veld- wachter ..gesnapt" te worden, hem met vreeze en beven. Hij keek Alfred angstig aan, Alfred keek hem angstig aan dan keerden ze zich, gedreven door een ge- dachte, om en hernieuwden hun aanval op de deur. Maar na een poos van ener- giek vechten, waarbij Edward een ge- kwetste hand en Alfred een gebroken zak- mes, een geblesseerden tandenstoker en een dito duimnagel opliep, waren ze nog even ver. Ten einderaad ging Edward, vloekend, een stap achteruit en hief zijn voet op. Maar Alfred beschikte nog over een zekere mate van gezond verstand en kwam daarom tusschen beide. ,,Schei uit, stomme ksffer zei hij broe- derlijk open'artig. „He je nog niet ge- noeg pan hier gemaakt. We gane t raam uit..." ces van de conferentie voor de in- en uitvoer- verboden, voor een groot deel te danken is aan den heer Coiijn, maar eveneens aan den heer Wibaut. Dat de heer Wibaut thans niet even eens als gedelegeerde is aangewezen voor de conferentie ter uitvoering van de vroeger aan- genomen conventie, is het gevolg van het feit, dat voor deze conferentie met 66n gedelegeer de kan worden volstaan. Spr. komt daarna tot de verhouding tot Belgie. De klacht over sprekers weinige me- dedeelzaamheid in deze kwestie noemt spr. ongegrond, waarvoor hij wijst naar zijn ver- schillende mededeelingen daaromtrent in Ea rners en in stukken. Er zijn echter vragen, waarop spr. niet an- ders dan tot schade van het land zou kunnen antwoorden. De Wielingenkwestie heeft de voile aan- dacht der Regeering en met kracht zal er naar worden gestreefd, een bevredigende op- lossing te vinden in deze in verschillende op- zichten moeilijke kwestie. Wat de verbinding Luik-Maastricht betreft herirnort spr. er aan, dat het verbahd dat de Belgische Regeering wilde leggen tusschen deze verbinding en de verbinding tusschen Rijn en Schelde, door de Regeering van de hand is gewezen. Het denkbeeld van een kanaal Venlo Urdingen-Maas-Luik-Antwerpen heeft in de Belgische pers weinig instemming gevonden. Het ligt niet op sprekers weg, zich thans na- der over deze kwestie uit te laten. Ten aanzien van de tusschenwateren zegt spr dat er geen enkele reden voor ongerust- heid ten deze bestaat. Deze zaak is van groot belang. De Centrale Commissie voor den Rijn houdt zich sedert eenige jaren bezig met de kwestie van de herziening der Rijnvaart-akte. Tot die herzie- ning is Nederland bereid. De tusschenwateren vallen echter niet onder de bevoegdheid van de Rijnvaartcommissie en de Regeering is nimmer bereid geweest, noch thans bereid, om de bevoegdheid der Commissie te laten uit- breiden mede tot die tusschenwateren. Deze wateren staan onder uitsluitend toezicht van Nederland. De positie van de tusschenwateren is door de Regeering dus ten krachtigste gehandhaafd Ditzelfde geldt voor de rivieren beneden Gor- kum en Krimpen. Ook vroeger was reeds door Duitschland een poging ingesteld, om bevoegdheid der Commissie uit te breiden tot Merwede en Lek en ook toen heeft de houding der Regeering deze wateren ongerept gehouden. Spr. komt daarna tot het verwijt, dat de Regeering ten aanzien van de verbinding ScheldeRijn een onlogische politiek zou vol- gen. Er is gezegd, dat niettegenstaande Bel gie heeft verklaard, met niet minder tevreden te zijn dan met een verbinding met den Moer- dijk, toch de bestaande vaarweg verbeterd wordt. Maar, vraagt spr., moeten dan gedu- rende den tijd, dat men wacht op de totstand- koming van de door Belgie gewenschte ver binding, de tusschenwateren verwaarloosd worden? Dat zou geheel in strijd zijn met de belangen van onze eigen scheepvaart. Het zou spr. tot voidoening stemmen, wan- neer zijn mededeelingen er toe zouden bijdra- gen, om de ongerustheid en het wantrouwen, die nog mochten bestaan, weg te nemen. Ook spr. is doordrongen van de wenschelijk heid van een zoo spoedig mogelijke overeen komst met Belgie en spr. hoopt, dat in deze binnen niet al te langen tijd overeenstemming zal worden bereikt. Na re- en dupliek werd de begrooting aan- genomen. TWEEDE KAMER. Vergadering van Vrijdag. Het ontwerp Winkelsluitingswet wordt aan- genomen met 73 tegen 16 stemmen. Tegen stemden de llberalen, de staatkundig gereformeerden en de heeren Visscher, Beu- mer, Wijnkoop, Braat en Lingbeek. Bij de behandeling van de suppletoire In- dische begrooting oppert de heer Cramer (s.- d.) bezwaren tegen het verleenen van terug- werkende kracht aan de bepaling inzake de vennootschapsbelasting. De heer Joekes (v.-d.) heeft in het alge- meen bezwaar, tegen het verleenen van terug- werkende kracht aan belastingbepalingen. Spreker protesteert tegen de terugzending naar den Volksraad van het wetsontwerp, waardoor het prestige van dat college geschaad werd. Nu de beslissing in Indie eenmaal wettig is tot stand gekomen, zal spreker niet tegenstemmen. De heer Beumer (a.-r.) heeft in dit geval geen bezwaar tegen terugwerkende kracht omdat de wijziging een interpretatieve betee- kenis heeft. De heer Feber (r.-k.) bestrijdt de heeren Joekes en Cramer. Minister De Graaff behandelt de geschie- denis van dit onderwerp en zet uiteen, dat de personeeltantiemes ten onrechte waren belast. De billijkheid eischte terugzending naar den Volksraad. Eensgezind stapten ze op het raam af en inspecteerden den afstand, die hen van den grond scheidde. 'De inspectie viel zoo mee, dat ze er verwonderd van ston- den te kijken, dat ze aan die oplossing niet eerder gedacht hadden. Alfred sloeg zijn been over de vensterbank. wrong zich door de rechthoekige ope ning heen, liet ztch aan zijn handen zak- ken en kwam tusschen het overschot van de slakropjes terecht. Hij stond vlug op, om Edward, zoo noodig behulpzaam te zijn. Maar juist, toen deze met zijn hoofd nog in de kamer en het gedeelte van zifh lichaam onder zijn middel in de frissche buitenlucht, op het doode punt gekomen, even aarzelde, hoorden ze opeens een stem, die zei: ,,Wat mot dat hier Alfred deed een luchtsprong van schrik en draaide zich om. Edward liet een gesmoorden kreet hooren, viel als een zoutzak het raam uit, kwam met een bons op den grond terecht, krabbelde op en keerde zich, de vleeschgeworden schrik en ontzetting, eveneens om. Datgene, waarvoor ze gevreesd hadden, was ge- beurd. ,,De smeris was teruggekomen", om met Alfred te spreken. Genoemde smeris stond, om precies te zijn, op een meter afstand en keek hen met een blik aan, waarin overbluftheid, woede en ach- terdocht om den voorrang streden. De onverkldarbare ontsnapping van zijn twee gevangenen, had veldwachter Turtle gewoonweq van de wijs gebracht. Het eene oogenblik waren ze er nog, had hij hen, met zijn eigen oogen, een bocht om zien ga'oppeeren, en het volgende oogenblik waren ze verdwenen, sooor- loos verdwenen! Hij had natuurlijk ge- REORGANISATIE VAN DEN RIJKSWATERSTAAT. Naar gemeld wordt, is spoedig te verwach- ten publicatie van het Koninklijk besluit, waardoor de wijziging, welke in den algemee- nen maatregel van bestuur, regelende de in- richting en den dienst van den Rijkswaterstaat, moet worden aangebracht om tot benoeming van den directeur-generaal over te kunnen gaan, in werking treedt. Overeenkomstig hetgeen daaromtrent reeds werd gepubliceerd, is ir. J. A. Ringers, hoofd- ingenieur van den Rijkswaterstaat met verlof, directeur-hoofduitvoerder van de Maatschappij tot Uitvoering van Zuiderzeewerken, te Wie- ringen, met ingang van 1 April a.s. benoemd tot directeur-generaal van den Rijkswater staat. De betrekktng van inspecteur-generaal komt te vervallen, zoodat met ingang van genoem- den datum aan de inspecteurs-generaal van den Rijkswaterstaat, irs. G. Rooseboom en A. R. van Loon, eervol ontslag is verleend uit hun betrekking onder dankbetuiging voor de ge- wichtigc diensten door hen aan den iande be- wezen. De Minister van Waterstaat heeft de heeren in zijn kabinet nog persoonlijk dank gebracht "voor de door hen bewezen diensten en hun daarbij medegedeeld, dat het de Konin- gin behaagd heeft hen te benoemen tot com- mandeur in de orde van Oranje-Nassau. De heeren Rooseboom en Van Loon hebben zich bereid verklaard den Minister desge- wenscht in belangrijke waterstaatsaangele- genheden van advies te dienen. De eerste stap, die tot reorganisatie van den Rijkswaterstaat moet leiden is dus gezet. DE STUDIEREIS VAN DEN BELGISCHEN MINISTER VAN VERKEERSMIDDELEN. De Belgische minister van verkeersmidde- len, de heer M. Lippens, is Vrijdagmiddag 4 uur in Den Haag aangekomen. Minister Lippens maakt de reis in een door de directie der Nederlandsche Spoorwegen beschikbaar gestelden wagon. Hij is verge- zeld van zijn kabinetschef, en enkele technic! en directeuren van Belgische buurtspoor- wegen. Na het bezoek aan Leidschendam, kwam de minister te 's Gravenhage, waar hem in een gereserveerde wachtkamer namens de spoor- wegdirectie een thee werd aangeboden. Op het perron was de minister begroet door den Belgischen gezant ,den heer Maskens, en door den directeur der K.L.M., den heer Plesman. Nadat hij eenigen tijd in de wachtkamer had vertoefd begaf minister Lippens zich naar Leiden en vandaar naar Amsterdam. De directie der spoorwegen, waarvan eenige leden en hoofdambtenaren hem vergezellen, bood hem in de hoofdstad een maaltijd aan. De minister heeft reeds een bezoek aan Schip- hol gebracht. Zaterdagoohtend werd een tocht gemaakt door het Gooi en in den middag kwam de heer Lippens weer in Den Haag, waar de Belgische gezant te zijner eere een maaltijd gaf. In het Engelsche Lagerhuis is aan den minister van landbouw gevraagd. of hij be reid was het invoerverbod voor Hollandsch vleesch op te heffen. Minister Buxton ant- woordde, dat hem na nauwkeurig onderzoek gebleken was, dat het verbod noodzakelijk bleef om den Britschen veestapel voor mond- en klauwzeer te vrijwaren. Op vragen van het Eerste Kamerlid van Voorst tot Voorst: 1. Is de Minister niet van oordeel, dat op schrikbarende wijze de openbare veiligheid van stad en land venmindert, onder meer blij- kende uit de moorden van de laatste maan den te Voorburg, Den Haag en nu wederom de afschuwelijke moord te Bennekom 2. Acht de Minister het thans niet plicht maatregelen te beramen tot het verkrijgen van meerdere veiligheid in het bijzonder op de buitenwegen, en tot het overwegen van verscherping van straffen, op misdrijven in onze wet gesteld, bepaaldelijk tot weder- Invoering van de doodstraf? heeft de Minister van Justitie geantwoord: 1. Ook de ondergeteekende is onder den indruk van de opzienbarende misdrijven tegen het leven, die in betrekkelijk korten tijd el- kander hebben opgevolgd. Toch betwijfelt hij of, indien men de zaak over een wat ruimer tijdsverloop ziet, van een „vermindering op schrikbarende wijze van de openbare veilig heid van stad en land" moet worden gespro- ken. De beschikbare statistische gegevens al thans wijzen niet in die richting. De cijfers toch van de strafrechtelijke veroordeelingen ter zake .van doodslag (art. 287 Wetboek van Strafrecht), doodslag, gevolgd, vergezeld of voorafgegaan door een strafbaar feit (art. 288) en moord (art. 289) over de laatste 10 jaren geven, vergeleken bij den toestand van de jaren 1911/13, indien men daarbiji tevens zocht, zooals zijn plicht was de geheele omgeving van de wonderbaarlijke ver- dwijning had hij systematisch afgezocht, maar zonder resultaat. Hij had zijn hoofd door hagen heengestoken, had in bosch- jes rondgekropen. had opwaarts, de boo- men en benedenwaarts, de droge greppels gelnspecteerd. Hij had oude schoenen, gedeukte emaille kannen, een doode kat, een mierennest en de helft van een paraplu gevonden, had zijn broek opengehaald, zijn gezicht en handen opengekrabd en het spit in zijn rug aangekweekt. Maar van George M. A. Carr en Mr. Deci- mus Todd had hij geen spoor gevonden. Eindelijk, na een uur hard werken, gaf hij het zoeken tijdelijk op en ging bezweet en door en door uit zijn.humeur langs den kortsten weg, hetgeen in dit geval een pad door een serie akkers was, naar huis terug. (Als hij den hoofdweg genomen had, zou hij Carmencita in de groene auto tegengekomen zijn en dan was dit verhaal waarschijnlijk heel anders geloo- pen.) Zijn plan was om zijn „beroeps"- fiets te gaan halen en zijn nasporingen op grooter schaal voort te zetten, want veldwachter Turtle was van nature vast- houdend en, wat dit speciale geval betrof, zeer zeker niet van plan het zonder slag of s'oot op te geven. Maar het lot had andere plannen met hem en zoo gebeur- de het, dat hij, toen hij zijn huisje in zicht kreeg iets zag dat de gedachten aan ont- snapte gevangenen, wonderen, die-de- wcreld-niet-uit-waren en promotie, totaal verdrong. Veldwachter Turtle stond inderdaad raar te kijken toen hij op een gegeven oogenb'ik twee verdachte individuen exil uit zijn huis zag maken, door in alle kalm- rekening houdt met den bevolkingsaanwas, i een beteekenende stijging niet te zien. Voor j zooveel men deze cijfers zou wraken, omdat zij slecbts betrekking hebben op misdrijven, die door een veroordeeling zijn gevolgd, moge voorts zijn vermeld, dat ook het index-cijfer voor de gewelddadige levens beroovingen onverschillig dus of ter zake al dan niet een veroordeeling is gevolgd niet bepaald on- gunstig is: voor 1924 t/m 1928 is het, indien men rekening houdt met den bevolkingsaan was, resp. 76, 93, 103, 88, 117 (1911/13 100). 2. Dat misdrijven, als hier bedoeld, door veiligheidsmaatregelen afdoende zouden kun nen worden voorkomen, durft de ondergetee kende niet aannemen; hij moet er zich dus toe bepalen en beschouwt dit bij voortduring als zijn taak de veiligheid zoo hoog moge- lijlk op te voeren. Wat aangaat het repress! ef optreden, moge de ondergeteekende opmerken, dat de scherpte van de bestraffing slechts in beperkte mate van den wetgever afhankelijk is. Zoo kan, indien men de in de wet neergelegde maxi mum straffen vergelijkt met die, welke door den rechter worden uitgesproken, ook zonder wetswijziging de eisch van scherpere bestraf fing zeker nog veelszins voidoening vinden. Voorts speelt voor de beoordeeling van de scherpte der bestraffing di» bestraffing nu in haar geheel genomen niet minder dan de zwaarte der straf, ook de zekerheid van de oplegging daarvan een rol. Van de wederinvoering van de doodstraf heeft de ondergeteekende zich bij herhaling als een voorstander doen kennen, echter niet op utiliteitsgronden, doch als eisch der ge- rechtigheid. Zoodra hij dus mag aannemen, dat een in genoegzame mate veldwinnende overtuiging aa'nwezig is, ter voidoening aan de gerechtigheid de doodstraf weder behoort te worden ingevoerd, komt de aangelegenheid voor hem in een nieuw stadium. DE ZENDTIJD-VERDEELING. Naar de ,,Tel." van zeer bevoegde zijde ver- neemt, zal de Minister van Waterstaat, Mr. P. Reymer, het vraagstuk der radio-zendtijd- verdeeling in den Ministerraad brengen. De agitatie in den lande en de verdeeldheid ,die het advies van den Radioraad bij de tot nog toe gecoaliseerde rechtsche omroepgroepen heeft veroorzaakt, geven den Minister aan- leiding de verantwoordelijkheid voor de te nemen beslissing door het geheele kabinet te laten deelen. DE VERNEDERLANDSCHING DER UNTVERSITEIT TE GENT. De correspondent van de N. R. Crt. te Brussel meldt: Het wordt zeer waarschijnlijk geacht dat de algemeene bespreking van het door de Kamer reeds aangenomen regeeringsvoorstel tot ver- nederlandsching van de Rijksuniversiteit te Gent, Woensdag in den Senaat zal kunnen aan- vangen. De sociaal-democratische en Vlaamsch nationale fracties hielden reeds een vergade ring ter bepaling van hunne houding, tijdens dit debat. De socialisten besloten het woord te laten voeren door senator prof. Vermeijlen en een zijner nader nog aan te wijzen collega's. De meerderheid zal het regeerings-ontwerp aannemen maar er zullen ook eenige tegen- stemmers zijn. Verwacht wordt tevens, dat senator de Brouckere en eenige andere Brus- selsche en Waalsche socialisten een bianco- stem zullen uitbrengen. De Vlaamsch-nationale senatoren, met mr. van Dieren als woordvoerder, zullen, om de- zelfde redenen als hunne partijgenooten in de Kamer, het priciepsartikel 1 aanvaarden maar tegen sommige andere artikelen (behoud, te Gent, tot 19351940 der Fransche technische scholen, Fransche facultatieve cursussen, enz.) en ook tegen het geheel der wet stem- men. Bij de katholieken worden slechts enkele onthoudingen voorzien; bij de liberalen een gering, aantal tegenstemmers, zoodat, indien alle voorteekenen niet bedriegen, de meerder heid voor het regeeringsvoorstel, proportion- neel ongeveer dezelfde zal zijn als in de Kamer. DE BALANS DER OVERSTROOMINGEN IN ZUID-FRANKRIJK. Volgens ambtelijke statis'tieken zijn in de elf departementen, die door de overstrooming werden geteisterd, 206 personen om het leven gekomen, 2700 huizen verwoest, 140.000 hec- taren ondergeloopen en bedraagt de schade ongeveer een milliard francs. DE VLOOTCONFERENTIE OP HET UITERSTE. Van de optimistische beweringen uit Lon- den dat men Tardieu en Briand op het einde van de vorige week terug mocht verwachten, is natuurlijk niets gekomen. Parijs heeft, schrijft de N. R. Crt. reeds laten weten dat te het raam van zijn beste slaapkamer uit te klimmen. Maar die toestand duurde maar kort, ten hoogste een kwart minuut. Daarna stapte hij met een gezicht, zoo rood als een kreeft van inspanning en woede en met een snor, die verontwaar- digd en opstand'g wuifde, op het witte hekje af en schreed het pad op, juist toen Edward Byng zich gereed maakte om zich te laten vallen. ,,Wat mot dat beteekenen?" vroeg veld wachter Turt'e met verheffing van stem. De man op den grond maakte een lucht sprong en draaide zich om. De man in het raam liet zich met een gesmoorden kreet vallen, krabbelde op en draaide zich eveneens om. En veldwachter Turtle blies zijn snor in een kwart-cirkel en kwam nog een stap dichterbij. „Wat mot dat beteekenen herhaalde hij streng. De gebroeders Byng bewaarden een diep stilzwijgen. Hun dagelijksche om- gang met Fanshawe-Smith had de ge- woonte in hen aangekweekt, om zich, op crisis-oogenbli'kken, tot hem om hulp en steun te keeren; werd die steun hun door een samenloop van omstandigheden ont- nomen, dan voelden ze zich als kleine jongens, die betrapt worden op appelen stelen. Het feit, dat ze voor deze com- pl catie gevreesd hadden vergrootte hun ontsteltenis de aanblik van die fatale blauwe uniform deed hun zenuwen zoo aan, dat ze geen woord konden uitbren gen. En dus bleven ze naast elkaar, in een houding, alsof ze geen tien konden ellen, on de s'akropjes staan en keken het schrik'-ewind voor hen hulpeloos aan. Op het schrikbewind in kwestie werkte hun houding als balsem op een schrij- Tardieu en Briand de eerste dagen door drin- gende parlementaire beraadslagingen geheel in beslag worden genomen, maar zelfs als dit niet het geval ware, zouden zij toch niet ge komen zijn, v66r er weer metterdaad ,,werk aan den winkel" was. Het besluit van den grooten fascistischen raad, die onder Musso lini's leiding bijeen is geweest, om vast te houden aan den eisch betreffende pariteit van Italie met de sterkste zeemogendheid van het vasteland, is duidelijk en afdoende. Men behoeft bij Italie geen moeite meer te doen om het te overtuigen dat Frankrrjk als groote koloniale mogenheid en bespoeld door twee zeeen grooter vlootbehoeften heeft dan het Apenijnsche Schiereiland. Dus zullen Frankrijk en Italie het niet eens worden, want van ter ritorial concessies aan Italie tot afkoop van den pariteits-eisch wil men te Parijs niets weten. Engeland wil evenmin iets weten van een Locarno-garantie voor de Middellandsche Zee die Frankrijk bereid zou maken om zijn bouw- program te besnoeien. Maar zelfs als Enge land daartoe bereid was geweest, zou men toch weer voor dezelfde moeilijkheid met de pariteit tusschen Frankrijk en Italie zijn ko men te staan. Want ook voor een besnoeid Fransche vlootprogram zou de eisch gesteld worden dat het meer tonnemaat moest om- vatten, dan het Italiaansche program, zoodat de twee viootlijsten niet geljjk werden. Er worden nu nog vage verwachtingen ge- bouwd op een overeenkomst tusschen de drie grootste zeemogendheden Engeland, Amerika en Japan, dezelfde dus die op de eerste krui- serconferentie te Geneve bijeen zjjn geweest. Hieraan zijn groote „maren" verbonden. Men weet in de eerste plaats dat de Japansche regeering laat verluiden dat zij met de Ame- rikaansche voorstellen niet geheel kan in- stemmen. Als eerste voorwaarde voor zulk een overeenkomst moet het Amerikaansch-Ja- pansche accoord tot stand komen. In de twee de plaats zal zulk een drievoudige overeen komst echter niet opgesteld worden zonder dat er van Engelsche zijde een beding in ge maakt wordt dat het gereduceerde program slechts geldt, zoolang de Franschen hun vloot niet boven een bepaalde grens versterken. En geland heeft immers aldoor reeds opgemerkt, dat het niet bij zijn met Amerika overeenge- komen cijfers kon blijven, indien het Fransche vlootbouwprogram uitgevoerd werd. Men kan dus voorzien dat ook de drievoudige overeen komst een wassen en licht smeltbare neus zou zfjn. Wij staan voor een mislukking van de ont- wapeningspogingen ter zee, en wie kan nu nog ets verwacntrn van den arbcid van de Ge- neefsche commissie tot voorbereiding van de algemeene ontwapeningsconferentie, welke commissie juist van de Londensche vlootcon- ferentie een onmisbaar werkstuk, kant en klaar, tegemoetzag, om dit in haar algemeen plan in te voegen BESTRI.JDING DER WERKLOOSHEED IN NEW YORK. Franklin Roosevelt, de gouvemeur van den staat New York, heeft een speciale boodschap gezonden aan de Wetgevende Vergadering van j den staat, waarin hij er op aandringt, maat- regelen te nemen tot vermindering van de werkloosheid. Hij wenscht o.m., dat de voor- keur zal worden gegeven aan inwoners van den staat New York voor het doen verrichten van openbare werken voor den staat of de ge- meenten. NIEUWE EXPERIMENTEN VAN MARCONI. De Italiaansche pers maakt melding van nieuwe experimenten van Marconi op de korte golf. Marconi heeft in een onderhoud met den directeur-generaal van de maatschappjj voor draadlooze telefonie te Sydney aange- kondigd, dat hij a.s. Woensdag door middel van korte golven, welke hjj van zijn jacht zal uitzenden, de electrische verlichting in het gebouw der electriciteitstentoonstelling te Sydney zal in- en uitschakelen. Er bestaat zeer veel belangstelling voor deze nieuwe vin- ding en de groote mogelijkheden, welke zij opent. De reeds geslaagde draadlooze ge- sprekken tusschen Marconi's jacht en Sydney, worden als een bewijs beschouwd van de bruikbaarheid van de nieuwe Marconi-toestel- len. Bijzonderheden zijn nog niet bekend. Volgens berichten uit Genua bedient Marconi zich van een antenne van 15 M. hoogte. WERKLOOZENRELLETJES TE NEW-YORK. Bij een door het Leger des Heils georgani- seerde spijsuitdeeling voor werkloozen te New-York is het tot onlusten gekomen. Een menigte van ongeveer 1000 werkloozen was voor het lokaal, waar de uitdeeling zou plaats hebben, bijeen gekomen toen 2 auto's met brood, door een bakker geschonken, aankwa- men. Deze auto's werden door de werkloo zen bestormd, zoodat een tumult ontstond. De ontboden politie wist de orde echter spoe dig te herstellen. nende wond. Het lot had hem weliswaar veelbelovend ..geval" ontnomen. een maar tevens die daad vergoed, door hem j een veelbelovender ervoor in de plaats cadeau te doen, want een op heeterdaad betrapte inbreker was meer waard dan zes waarschijnlijke stroopers. Onder ge- wone omstandigheden was veldwachter Tirtle een schappelijk mensch, maar de behandeling door hem van den kant der heeren Carr en Todd ondervonden, had zijn vertrouwen in de menschheid ge- scho't en dus kwamen de gebroeders Byng in hun kwaliteit van dubbelen zon- debok juist van pas. ,,Wat hebben jullie d'erop te zeggen vroeg hij streng. De gebroeders Byng hadden blijkbaar niet te zeggen. „Wat voor reden hadden jullie om uit dat raam te klimmen De gebroeders Byng hadden blijkbaar geen enkele reden. ,,Hoe is jullie naam?" De gebroeders Byng waren hun naam blijkbaar vergeten. ,,Wat...wilde veldwachter Turtle onvermoeid doorgaan, maar op dat oogen blik zag hij iets, dat zijn aandacht trok. De deur van zijn huisje stond open. Waarom hadden die kerels zich de moeite gegeven om het raam uit te klimmen als ze op hun gemak door de deur naar bui- ten hadden kunnen wandelen? Een paar oogenb'ik en bleef hij over deze nieuwe ontdekking staan doorpiekeren, maar dan beiliste hij, dat eventueele motieven bij den stand van zaken niets aan feiten af- deden en ging met zijn kruisverhoor voort. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 5