Feuilleton-vertelliDgen. GBtfgffGDE SEaiCHTEV. Huia en Hof. Pluimvee-rubriek BRABANTSCHE BRIEVEN. DE REGENMAKER GEEFT DEN MOED NIET OP. contact gratis te leveren. Hfl meent, dat dit avenwel moeilijk zal zijn. Gaama had hij een kostenberekening gezien. Als het bedrqf met verlies gaat werken is hij daartegen. Een overheidsbedrijf mag niet met verlies gaan werken. Het voorstel-De Ridder zal practisch niet uitvoerbaar zijn. Hij heeft een beetje te hoog gemikt. Aan Ged. Staten zou hij willen ver- zoeken* bij wijze van reclame 66n lichtpunt en een stopcontact te geven of desnoods 66n lichtpunt. De heer VAN DIXHOORN vroeg of Ged. Staten den huurkoop ook niet kunnen toepas- sen voor buitenbewoners. De heer VAN 't HOFF juichte het voorstel betreffende huurkoop-installaties toe. Vele van de oorspronkelijke bezwaren zyn onder- vangen. Hrj meent, dat bij een grooten geza- menlqken aanleg de P.Z.E.M. er nog behoor- iyk aan zal verdienen. Wjj moeten den weg op, dat voor een kleine installatie niet meer wordt betaald dan voor een groote. Het voorstel-De Ridder heeft in principe zijn sympathie. Op dit oogenblik kan hij zijn stem niet aan dit voorstel geven, omdat er een ongelrjkheid in het leven door wordt ge- roepen, die wij niet in de hand mogen wer ken. Wij mogen dankbaar zijn voor al het- geen de P.Z.E.M. gedaan heeft om het aan- tal aansluitingen te vermeerderen, doch wij moeten den prijs nog meer verlagen, dan zal het aantal aansluitingen zeer veel toenemen en wordt de winst zeker nog grooter. De heer DE RIDDER vroeg aan Ged. Sta ten zijn voorstel nog eens goed te overwegen en dat zij daaromtrent in de volgende zitting prae-advies zullen uitbrengen. De heer REILINGH stelde het zeer op prjjs dat wij technisch worden voorgelicht, doch een motie wilde hij niet steunen, omdat hij vertrouwen heeft in de leiding van het elec- trisch bedrijf. De heer JOZIASSE gevoelt in principe niet veel voor een huurkoop-systeem. Toch ge- looft hij dat het debiet er belangrijk door zal toenemen en hoe grooter het aantal aanslui tingen, hoe lager de prjjs kan worden gesteld. Dat zien wy reeds in 's Heer Arendskerke. De heer DIELEMAN zeide, dat de ver schillende wenken emstig zullen worden over- wogen en aan den raad van toezicht zullen worden overgebracht. Hij verzocht de voor- stellen terug te nemen en het aan de prak- tijk over te laten wat verder in het belang van de P.Z.E.M. gedaan moet worden. Hjj wilde het overlaten aan de directie en het be- stuur van de P.Z.E.M. om zoo snel mogelyk te komen tot rentabiliteit. De bedoeling is niet om de menschen sociaal te helpen, doch om het aantal aansluitingen te doen toe nemen. Men moet alles aan de praktijk overlaten en thans geen vaste regels vaststellen. In de oene gemeente loopt het aantal aansluitingen veel grooter dan in andere gemeenten. Hi) wil in het voorstel lezen in plaats van huurkoop-installaties, ,,ter bereiking van snel- lere rentabiliteit". De heer DOELEMAN wilde onbillijkheden voorkomen en daarom wilde hij zijn voorstel niet intrekken. Hij wilde geen premie geven aan degenen die wel kunnen doch niet willen betalen. Daarom wilde hij een grens stellen. De heer VAN 't HOFF wees op de practi- sche bezwaren welke kunnen ontstaan als wjj geen vaste regels stellen. Wy dienen ons daaraan te houden en deze mogen niet over- boord gegooid worden. De heer DIELEMAN wil alleen eenige vrij- heid geven om een snelle rentabiliteit! te be- vorderen en dus niet in alle gemeenten het- zelfde systeem toe te passen. Men kan zich niet te voren aan vaste regels binden. Het geldt eenvoudig een proefneming in massa. Hy blijft dus volharden bij het nieuwe voor stel door hem gedaan, dat door Ged. Staten wordt overgenomen. De heer MOELKER wilde niet alleen reke- ning houden met de huurwaarde, doch ook met de loongrens der aangeslotenen. Dan wordt men veel billijkei1. De heer OVERHOFF noemde het voorstel- Dieleman geen wijziging, doch het is een ge- heel nieuw voorstel, dat te rauwelings in de vergadering is geworpen. De heer ONDERDIJK noemde het voorstel- Dieleman een gevaarlijk standpunt. Er zitten consequenties aan vast en op de gevolgen hiervan wees hij. Alvorens wij proefnemingen nemen moeten wij op solieden basis staan. Hij gaf de Staten in overweging dit voorstel niet aan te nemen. T>e VOORZITTER zeide dat het voorstel van den heer Dieleman niet door Ged. Staten Js gedaan. De heer VAN 't HOFF bleef zijn bezwaren handhaven tegen het voorstel van den heer Dieleman. Er zit groot gevaar in dit voor stel en het zou toch zeker wel wenschelijk zijn dit eerst naar de afdeelingen te verzen- den. Wij kunnen daarover niet dadelrjk be- slissen. De heer OVERHOFF noemde het voorstel- Doeleman wel sympathiek. Hij wil evenwel verschil maken tusschen huurprys en huur waarde. De heer DE RIDDER trok zijn voorstel in, doch gaf in overweging zijn denkbeeld bij Ged. Staten te bespreken. De heer DOELEMAN wil zijn voorstel niet terugnemen. Hij wil huurkoop-installaties verstrekken, doch alleen daar waar ze be- hooren. De heer VAN DER WART vond een huur waarde van f 5 per week te laag, dat is bijv. voor Goes veel te laag. De heer DOELEMAN wilde dan den huur- prijs stellen op 6. De heer DIELEMAN zeide dat over dit voorstel niet zoo dadelijk een beslissing kan genomen worden. De heer VAN DIXHOORN gaf in over weging het voorstel-Doeleman terug te nemen. De heer ONDERDIJK wilde het voorstel- Doeleman eens bespreken in den raad van bestuur der P.Z.E.M. De heer DOELEMAN trok daama zijn voorstel in en hij hoopte dat de kwestie in de P.Z.E.M. emstig zal worden besproken. De heer VAN 't HOFF vroeg daama het woord voor de vierde maal. Dit werd hem met 25 tegen 9 stemmen gegeven. De heer VAN 't HOFF zeide dat hij on- danks zijn bezwaren toch voor het voorstel van Ged. Staten zal stemmen, omdat hij het huurkoop-systeem niet in gevaar wil brengen. Het voorstel werd daama aangenomen, nadat de heer DIELEMAN eerst zijn voorstel had teruggetrokken. Ovemame netten te Schoondijke en Philippine. Het voorstel om een crediet van f 30.000 te verleenen voor ovemame der laagspannings- netten der gemeenten Schoondijke en Philip pine gaf in de afdeelingen aanleiding tot en- kele opmerkingen, waarop Ged. Staten ant- woorden, dat het aantal aansluitbare percee- len in de kom te Schoondijke 334 bedraagt en er 317 zijn aangesloten. De ongerijmdheid, dat voor meterhuur bij Schoondijke wordt op- gegeven f 1300 en by Philippine 704 met een uitgaven voor beide gemeenten voor af- schrijving eenzelfde bedrag 8 van /2000, vindt haar oorzaak in het feit, dat te Schoon dijke, de meters van het oude bedrijf, datee- rend van 1913, zoo goed als afgeschreven zijn te beschouwen. De overige meters in die ge meente zijn evenals die in Philippine, van jongeren datum. Weg St. JansteenClinge. Het voorstel tot verhooging van het rente- loos voorschot voor verbinding van St. Jan steen met Clinge van 17.350 op 18.861, deed in een afdeeling op een vraag antwoorden, dat de breedte 3YZ M. in plaats van 3 M. moet zyn. Dienstlokalen te Vlissingen. Het voorstel tot verhooging van het crediet voor den bouw van dienstlokalen te Vlissingen voor den stoombootdienst van 25.000 op 40.000 deed in een der afdeelingen een lid van Ged. Staten zeggen, dat ook zij het be- treuren met een supl. begrooting te moeten komen, doch hier is het oorspronkelijk plan zeer uitgebreid, o.a. met zwaardere fundee- ring en een kluis. Ook hebben zij een archi tect geraadpleegd over het aestetisch voor komen van het gebouw. Naar aanleiding van een desbetreffende vraag deelen Ged. Staten in him antwoord mede, dat de geprojecteerde oliebergplaats alleen voor dat doel bestemd is en kolen voor de centrale verwarming in het lokaal waar de kachel staat, zullen kun nen worden opgeborgen. Wyziging begrooting 1929. Bjj de wijziging der begrooting 1929 werd in een afdeeling de vraag gesteld of waar nu voor den weg MiddelburgKoudekerke de som wordt verhoogd van 15.125 op f 23.725 of met 60 dit voor heel den weg tot West- kapelle moet worden verwacht. Van de zijde van Ged. Staten werd geantwoord, en aller- eerst hulde gebracht aan de bewoners van Walcheren, die in ruime mate medegewerkt hebben aan het tot stand komen van dezen weg. Verschillende gemeenten droegen flink bjj en op een wyze, zooals men nergens in Zeeland aantreft. Voor dit wegvak moeten hoogere onteigeningssommen betaald worden dan begroot was, mede om stagnatie in de uitvoering te voorkomen. Uit verdere antwoorden bljjkt, dat het hier niet betreft het maken van den weg Middel burgWestkapelle, doch alleen het in stand houden van den tegenwoordigen weg Middel burgKoudekerke, want voor den nieuwen weg worden de gelden tot 75 uit het wegenfonds verschaft en komen daarvoor geen gelden op de provinciale begrooting voor. Wijziging begrooting 1980. Bjj de voorgestelde wijziging van de be grooting 1930 werd in een afdeeling bevreem- ding uitgesproken, dat Ged. Staten tusschen- tyds komen met f 200 verhooging voor den ambtenaar J. van Tuinen. Ged. Staten ver- wijzen daarvoor naar art. 10 der salaris- verordening, waaruit blijkt, dat aan hen geen andere weg, tenzij men had willen wachten tot de begrooting 1931, wat hen ten aanzien van dezen ambtenaar niet billijk voorkwam. Bij een voorstel van wijziging der begroo ting 1930 wordt voorgesteld een post van f 5000 op de begrooting te brengen, welke post is bestemd voor de feestweek te Middel burg, ter gelegenheid van den jaardag van H. M. de Koningin. De heer ONDERDIJK wilde geen stemming over dezen post, doch verzocht aanteekening dat de sociaal-democraten tegen dezen post zijn. Al deze voorstellen werden zonder discussle of stemming aangenomen. Hiema werd de buitengewone vergadering door den Commissaris der Koningin in naam der Koningin gesloten. Ulvenhout, 11 M66rt 1930. Menier, Nouw nie om 'n vies protje te verkoopen, amico, maar as ge deus week oew maal mot doen mee mijn briefke, ollee dan zulde 'r maar kaaltjes afkomen, jonk! Waant as ge wiest en zien kon hoe 'k leg te potlooien, dan zoude zelvers wel in de gaten em- men. asda-d-'t z66 gin doen is! Keb de griep in m'n rlbbenkast. Of griep, ollee da's nouw sjuust 't woord nie; maar as ge teugeswoorig 'nen keer meer oew neus mot snutten, dan zeggen ze as-da ge „grieperig" bent. Mijn 'nen biet! Maar om 't dan op z'n ouwerwetsch te zeggen: keb wa-d-inflewensa en da zit me te tempteeren om er stapelgek van te worren! 't Zit veur- namelijk in m'n hoofd en keb nooit geweten dat er nog z66veul in zat! ,,Da's goeie", orakelde d'n verkensdokter, Trui, ,,'t mot 16sAs 't vast bleef zitten..." „011ee, schei nouw maar uit, verkensperfester, foeterde-n-ik, „gij mee oew middesijnsfrat- sen as 't vast bleef zitten moes ik wel 'n hoofd emmen as 'n rengelton!" Dan brom ze zooiets van ,,ondaankbaren knul", 'k zouw dus nog bly motten zijn ok! en dan klost ze weg mee 'n schurend lawijd van d'r klom- pen over de zaanderige plevuizen, dat de kouwe rillings over oew lichaam kruipen. 't Is gek, maar as ge zoo mee zo'n neuskwaaltje aangemokt bent en ge leg-d-in oew bed in oew dooie eentje dan heurde alles veul beter as aanders. Wilde geleuven da'k giesteren 't tikken van ons st£6rtklok niet aan m'n hoofd kos uitstaan. 't Was net of dieen laangen slinger tellekes teugen m'n harsepan aantikte. En 't ergste-n-is: gevuul 't dan tellekes aan- komen ee! Zooda ge eerst de pijn vuult van d'n tik en dan van 't aankomen van d'n tik en dan pas van d'n tweeden tik. „Trui", riep 'k tenlangenleste, „zet die klok stil, of ik trek 'm z'nen stSert uit z'nen raap!" En toen be- gon me da serpent te lachen amico, te lachen... nouw 't was goed da ze 'm smeerde. Koors hfe 'k ok. Keb 'r de pusten van laanks m'nen mond staan. „Da m<5t!" zee perfester Trui, ,,dan gerokte d'n braand kwijt uit oew lyf". Dus da mot dan ok maar weer. 'k Wouw eerst gezeed emmen: „ga weg, of ik geraak nog veul meer kwijt uit m'n lijf" maar keb m'n eigen maar ing'ouwen. Waant as g'ieve- raans aantwoord op mot gaan leggen te geven, dan tol 't op 't leste deur oew hoofd. Maar nouw kunde wel zo'n bietje begrijpen hoe 'k er op d'n "oogenblik uitzie. Kemijnenoogen, zoo rood en zoo klein zijn ze; 'n kokkerd as 'nen kroot, zoo dik en zoo rood, 'nenbaard van 'n week die ieveraans uitpiekt as roestig pinnekesdraad en ter vol- mokte opliistering van 't „geval", 'n paar pusten die 'r zijn meugen in d'r soort. En heel 't servies gloeit en is rood as 't kachelpotje van de plattebuis. M'n pepke h5'k de beddeplaank opgeslin- gerd, dat d'n assie deur de bedstee sneeuwde. En as 'k m'n eigen duvelsch maak, dan schiet ik in 'nen hoest of ze m'n strot dichtknypen. Dan worde nog kwaajerGin oogenblik hedde rust. Giesteren was 'k sjuust aan't in- dommelen en daar vuulde-n-ik ineens da Trui deur 't gerdijn loerde. Mee geweld kneep ik m'n oogen toe, waant ik snakte naar wa rust. Efkes bleef ze me staan bewonderen, za'k maar zeggen, en toen bromde ze zoo in d'r eigen: gedaank hij slopt, dieSn beroerden lastpot". Nouw gy\ amico. „Hij slopt om de sakker- jabel nie!" vloog ik op en daar is me d'n perfester geschrokken, amico, geschrokken! Ze wier d'r kepleet wit van en ze trok d'r ooglejen z66ver open da'k efkes docht dat 'r oogen d'r uit zouwen rollen. En ze sprong weg as 'nen kikvorsch. „Lammesse vent", kwekte ze, „is da 'nen mensch laten schrikken", en toen kwam ze weer naar de bedstee, kwakte me-n-achter- over en stopte me weer d'r onder dat de pluskes van de dekens in m'n kokkerd kietel- den. 'k Ben toen mee al m'n broerdigheid lachende iin d'n slaap gevallen! Toen 'k wak- ker wier was de lamp al aan. Kad 't gevuul da'k opgelioht, afgezet was. Heel dieen schoonen veurjaarsdag mee 't lekkere, gezel- lige zonneke, was me deur m'n neus geboord. Kunde nie slapen, dan mokt g'oew eigen kwaad om da ge wakker bleft leggen en kun de w61 slapen, dan hedde de smoor in omda g'oewen schoonen dag verslopt! En zoo is 't mee alles. Hoe broerder of g'oew eigen vuult, hoe beter of 't veur me is volgens Trui. En as ge op 'n mement gin asem halen kunt, as oew oogen pieken van de koors; as oew hoofd klopt of ze'r 'n zeis op aanzetten; as oew heel oew lichaam piept en zucht as 'nen ver- roesten kinderwagen en ge'n gevuul hdt of z'oew aan schefkes snijen en in d'n pekel zet- ten, dan zou 'k eigenlijk van blijdschap 't uit motten kraaien as 'nen zi^igelmg van plezier en van daankbaarheid motten schreien omda- d-et allemaal zoo goed veur me-n-is, volgens perfester Drhppels! Ja, de dagen zrjn al zoo schoon, ee. Vanden- m^rgen nog, toen kon ik sjuust van uit de bedstee langs 'n splitje van de raamgerdrjn in m'nen nootelfeer krjken op d'n erft. 't Zon neke scheen in de takken of er goud op ge- morst was. En die haalf vergouden takskes stingen teugen de blaauwe locht afgeteekend, z6<5 schoon, z66 prachtig, da'k er m'nen eigen 'nen stijven nek naar eb leggen te kijken. Toen kwam er 'nen lijster op neergestreken. Hij zat sjuust in 'n zonnestraaltje en da be- scheen 'm amico, da bescheen'm da z'n zwar- te veeren blaauwig glaansden as fluweel. Z'n potjes leken zoo rood of ze deurschenen wie- ren van 't voile zonnelicht en z'n bekske gong op-en-neer z66 gestaag as van 'n oud-wefke da-d-aan 't mummelen is. 'k Was sjeloers op da veugeltje dat daar neergestreken kwam as om mijn 'n bod- schapke van't prachtige veurjaar te brengen. 'k Ben d'r toen dan ok efkes uitgewiest, maar toen kwam Trui mee zoveul drukte op d'ren stfeSrt naar binne gestoven, da'k weer maar gaauw onder de krullen kroop. Waant as die uitpakt, dan smeer ik 'm weer maar gaauw achter de keliezen, 't zekere veur 'n onzekere nemend...! Amico ik schei d'r maar af. Z<56 te leggen potlooien, da's akkrebaten- werk. Maar 'k zal eerst 'n envelopke vragen aan Trui en d'n brief zelvers dichtplakken, waant da-d-ee ze me nog 's geleverd om 'r wa ver- staand van d'r eigen bij te krabbelen en da lap ze me niemeer 'nen tweeden keer. Dus, veul groeten van d'n perfester (ze sta- d-al te wochten maar ze zal er van vegen!) en as altrj gin horke minder van oewen toet a voe DR<5. Ulvenhout, 11 M£6rt 1930. Menier, D'n Dr6 was zoo achterbaks mee z'n briefke van deus week; hij dee zoo heimelijk dieen lamzak, da'k -zoo bij m'n eigen docht: daar mot ik 't mijne van emmen. En dus neem ik de pen op om er 'n woordeke van m'n eigen bij te doen. D'r is nog plak genogt, waant hij heet 'r z'n eigen zo maar mee 'n kaal smoesje afgemokt, mee z'n ,,fluweelen veu geltje". Waar haalt ie al die .gekkigheid vandaan, zoude zeggen? Fluweelen veugel- tjes! Wilde geleuven, menier, da'k wel's aan 'm begin te twijfelen 'k Ben nouw zo'n dikke dartig Jaren mee 'm getrouwd. Da's- toch ginnen wind in 'n netje, wa gij Maar as ge nouw denken zouw da'k 'm al heelemaal naar m'n haandje eb kunnen zetten't is schaande, da'k 't zeggen mot maar 't was 'nen kwast en 't blijf-d-'nen kwast. Ok al is 't dan op den langen duur 'nen kwast-zonder-haar gewor- ren! Soms is 't 'r nie mee 'm te eggen of te ploegen. Net as nouw, nouw ie de griep hee, waant 't is griep al wil ie 't nie heuren; nouw Is me die prentbriefkaart z66 lastig, da ge 'm bij z'n ooren zou trekken! Of z'n slop- muts over z'n oogen doen. 't Is schaand da'k 't zelvers zeggen mot: maar 'k loop 'm mee van alles achter hem aan. Mee heete kwast, mee kommekes kof- fie, mee asperientjes (vrjf-en-zeuventig cen- ten zo'n klein glazen buske!), mee dun ge- sneien botterammekes, mee zocht-gekokte ei-kes (kersversch uit de hokken!), mee natte doeken veur z'n hoofd, mee kommekes boel- jon, mee vorsche mulk waar de schuim nog opleet, ollee mee van alles. Giesteren was ie kwaad omdat ie geslapen had! ,,'k Wed da-d-eel d'n gosgaanselijken schoonen middag 't zonneke geschenen hee", zee-t-ie, ,,'t is zunde, zunde", murmereerde die lekkere pet en toen sloeg ie mee z'n knusten teugen de beddeplaank da z'n haand bloeide. En dan is Trui er goed veur. Die kan weer 'n lapke opzuuken, 'n teiltje water heeten en dieen heet-gebakerde vertroetelen en verbeinden. En m'n nachtrust menier, nouw nie of m'n eigen te beklagen, maar daar kom nouw gin sikkepit van terechte. As ik 's avonds in bed stap is 't zoo heet da-g-'r eiers in kunt koken, da snapte, waant dieen zenewlijer lee te woelen en te sjouwen en te zuchten da ge'r tureluursch van worren zouw. Nouw en dan springt ie op, stikt 't kerske an en ga zitten snutten da ze'm aan d'n overkaant van 't durp kunnen heuren. Of de kavvelerie uittrekt, zoo trompettert ie dan midden in d'n nacht. ,,Mok toch nie zo'n la- waai, vervelend end lol", roep ik dan driftig, maar jawel, daar trompettert ie dan mee glaans overhenen en as ie 't dan heelegaar op z'n heupen krijgt, dan springt ie't bed uit, lopt mee z'n bloote voeten over de steenen plevuizen, lopt in d'n donkerte d'n boel on- derstenboven, vannacht schupte-n-ie m'n stoof deur 't vertrek da-d-et tesje vuur over z'n bloote voeten rolde en wat 'r toen Is komen kijken daar is 't Turfschip-van-Berda 'n beestje bij, ollee, wa-d-ik op d'n oogenblik mee da stuk eten uitstaai, da's mee gin pen- nen te beschrijven. Alle biesten wieren 'r van nacht wakker van. D'n Blek blafte en sloeg aan da menier pustoor aan d'n aanderen kaant van 't durp vast wakker is geworren; de hanen kraaiden of de zon 6p was gekomen inplak van d'n Dr6; de biesten in de stallen naast ons wieren on- rustig en rauschten teugen de troggen aan of ze los wouwen breken; 't perdje sting te staampen da m'nen matras dreunde en da lekkere ventje van me trapte telkens in de stukskes vuur en gong tekeer of ie mee-heel Ulvenhout aan 't bakkeleien was. „Slop ze lekker" zee ik, toen 't eindelijk efkes stil was en toen was ie er mee klaar. Toen had ik 't gegeten! Of ik die stoof mee da vuur omspres daar neergezet had da-d-hij z'n voeten moes verbraanden? Of ie 't nog nie slecht genogt had? Of ik soms docht: ,,lop naar de schaans!" „Ja", zee Ik. ,,Zegt dh nog 's", viel ie uit. ,,Ja", zee ik weer, waant ik was op z'n uiterst, da snapte! ,,Zeg 't nouw n6g is?'' ,,Ja". „Nog 's! ,,Jaaa!" En toen heet ie net zoolaank „nog 's' en ik „jaaa!" geroepen dat ie van d'n lach in 'nen hoestbui schoot en de tranen over z'nen vuurrood hoofd liepen. En onder d'n hoest zag ie kaans om heel pieperig te zeg gen: „nog 's". ,Jaaa!" piepte-n-ik 'm na en toen wier ie p66rs, pimpelp£6rs van 't lachen en hoesten tegelijk. ,,Trui", zee-t-ie eindelijk ,,wa-d-6dde me laten lachen" en in al z'n ongeluk was ie gelukkig veur 't eerst na dagen-laank weer 's te hebben kunnen lachen da z'nen buik hong te schudden boven d'n knoop van z'n onderbroek. Ik zee oew ommers al dat ie zo'nen kwast is! Waant wa-d-is daar nouw aan te lachen, zal 'nen verstaandigen mensch vragen, niewaar? Maar evengoed: ik kon m'n bed uit, zalf aan z'n vuuten smeeren, weer 'nen lap er om, en eindelijk laggen me weer kalm in 't bed da meteen lekker afgekoeld was. Zooda 'k toen nog wa geslapen eb. Maar nogeens, ge staat er wa mee uit Hij k&n nie ziek zjjn! 't Leven is te kort en te khstelijk zee-t-ie maar, om er 'n menuutje van te missen. Nouw, prot nou maar 's verstaandig mee zo'nen tiep. Waant da guillie z'n briefkes in de kraan- ten zet en da ze 'r zelfs nog wel 'nen boek van gemokt emmen en da ze daar nog schoo- ne stukken over geschreven emmen ok, ik zeg maar zoo: as guillie mee 'm getrouwd was net as ikke, dan zoude wel aanders piepen. Maar ollee, eerl(jk is eerlijk 't is toch 'nen goeien vent, maar ge mot 'm in de gaten houwen en da kunde mijn overlaten al zeg 'k 't zelvers! Menier, nouw is 't velleke vol en schei ik er af. Hij hee lekker leggen te pitten, zoo- dat ie er nikske nie van in de gaten hee g'ad. Aanders zoude weer 's wa-d-hooren. Ik eindig dus mee de pen en gegroet van m(jn die zich noemp: TRUI. EEN BRANDSTICHTER. In het Noorden van Bohemen worden in de laatste weken zooveel branden gesticht, dat zich een ware angstpsychose van de bevol- king heeft meester gemaakt. Op het politie- bureau van Reichemberg heeft zich thans een landlooper aangemeld en zich zelf ervan beschuldigd, deze branden te hebben gesticht. Deze persoon is de 35-jarige Heinrich Goth uit Krombach, die vroeger reeds verschillende malen terechtstond en eerst kort geleden uit de gevangenis werd vrijgelaten. Naar hij zagt, heeft hi) de branden in Reichstadt, Breun en twee andere plaatsen van het dis trict Dauba gesticht, omdat men hem, wan- neer hij om geld bedelde, de deur wees. DRIE VROUWEN IN EEN SPOORWEG- TUNNEL VERPLETTERD. Drie vrouwen, in den leeftijd van 35 tot 40 jaar, die te Kerb&re bij Perpignan inkoopen hadden gedaan en naar Port Bou aan de Fransch-Spaansche grens wilden terugkeeren, kozen, om den kortsten weg te volgen, de Internationale spoorwegtunnel van Balistres. Bij haar bevond zich bovendien het 10-jarig zoontje van een der vrouwen. Onderweg merkten zij plotseling, dat uit de tegenover- gestelde richting een trein aankwam. Zij meenden echter, dat het een Spaansche goe- derentrein was en wilden zich op het andere spoor in veiligheid brengen. Eerst op het laatste oogenblik bemerkten zij haar vergis- sing, doch de afstand was toen reeds te klein om nog tijdig aan de andere zijde van de tunnel te kunnen komen. De drie vrouwen werden door den trein tegen den muur van de tunnel verpletterd. Het kind bleef als door een wonder gespaard. De heer Veraart zal in den loop van deze maanc! zijn proeven tot het kunstmatig ver- wekken van regen door het uitstrooien uit vliegtuigen van onder-gekoeld (js, voortzetten. Op 24 Maart zal met het aanmaken van ijs begonnen worden. Indien het weer voor het experiment gunstig is, d.w.z. indien er een gunstige bewolking is, zal 25 Maart 's mid- dags het experiment weer ondernomen wor den. Mocht de proefneming in verband met de weersomstandigheden dien dag niet kunnen piaata hebben, dan zal beter weer gedurende de volgende dagen worden afgewacht. Het uitstrooien van het ijs zal op zoodanige plaats boven de Noordzee geschieden, dat het expe riment vanScheveningen uit kan worden gevolgd. GEHEIMZINNIGE AFFAIRE BIJ BERLIJN. Nabij Beeskow in de mark Brandenburg werd door een boer het lijk van een vrouw ontdekt. Hij waarschuwde de politie, doch teen deze ter plaatse verscheen was het lijk verdwenen. Agenten die op de fiets waren komen aanrijden en hun rijwielen tegen een boom hadden gezet, om te voet een nader on- derzoek in te stellen, vonden bij hun terugkeer dat hun rijwielen gestolen waren. Een nauw- keurig onderzoek wees uit, dat de boer te goe- dertrouw was; de grond vertoonde nog de indrukken van het lijk. Vastgesteld werd, dat een auto dicht bij de plaats waar het lijk ge- legen had, eenige malen gedraaid had. De politie stelt thans een uitgebreid onderzoek in, doch tot nu toe heeft men het ljjk niet kunnen vinden. EEN OUDE BEKENDE VOOR TUIN EN KAMER. Aurikels. De Aurikels zijn ouderwetsche planten, vierden indertijd groote triomfen, doch meer- dere malen ontmoet men ze nog wel in de vensterbank en een enkele maal ook als tuinplant. Vooral als randafzetting kunnen ze een schitterend effect maken. Heel bekend zijn de Luiker Aurikels, die uitmunten door hun schitterende kleurenpracht en die hier- aan ook een hoogere prijs danken dan de andere varieteiten. Aurikels zijn schoone, dankbare bloeisters en dat hun bloeitijd in April en Mei valt, wanneer de tuin dus niet met bloemen over laden is, moet eveneens als een niet geringe verdienste worden aangemerkt. We kweekten ze vroeger als potplant in een grondmengsel van vier deelen graszoden- grond, een deel bladaarde en een deel scherp zand, schermden ze in de zomer tegen de deffe middagzon en hadden nimmer moeilijk- heden met deze planten. Het meest eenvou dig en gemakkelijke is jonge planten te koo- pen en deze zelf verder op te kweeken, doch men kan ze eveneens uit zaad opkweeken. Een nadeel hierbq is, dat er dan wel eens enkele planten bij zijn, welke minder fraal bloeien, doch die kunnen dan eenvoudig wor den opgeruimd. Het opkweeken uit zaad kan als volgt geschieden: Men neemt hetzelfde grondmengsel al» boven aangegeven, zorgt dat dit behoorljjk fijn is, brengt onder den pot eenige scherven aan voor drainage en legt hierop de zaden uit op een onderlinge afstand van ongeveer I h 2 c.M. Men kan natuurlijk ook gewoon zaaien, doch dan komen de jonge plantjes erg dioht op elkaar, de stand wordt onregel- matig en wij zijn veel eerder gedwongen tot verspeenen onze toevlucht te moeten nemen, Over de aldus uitgelegde zaden brengen w» een heel dun laagje aarde aan en dekken de zaadpot of zaadpan met een glasplaat af, Totdat de zaden kiemen blijft alles in de schaduw, doch daama komen ze volop in de zon (schermen tegen de middagzon). Zoodra de jonge plantjes elkaar raken, moeten ze verspeend worden en eenzelfde grondmeng sel, op 4 h 5 c.M. tusschenruimte. Wordt ook daama de ruimte te klein voor de jonge plan tjes, dan komen ze ieder afzonderlyk in een stekpot. Tenslotte worden ze in een let* grootere bloempot gezet, wijdte hoogstens 10 c.M. Het kweeken in grootere potten is niet aan te raden en zelfs niet gewenscht. Om krachtige potplanten te krijgen, worden de zijdelingsche scheuten, die zich aan den wortelstok der oude plant ontwikkelen, ver- wijderd. Men kan ze bij de oude plant langs den rand der pot plaatsen, of men kan ze afzonderlijk opkweeken. In de ifieeste ge vallen hebben deze zqdelingsche scheuten wel voldoende worteltjes, doch indien zulks niet het geval is, snijden we een stukje van den wortelstok mee, om het aanwortelen der jonge scheuten te bevorderen. De vermenigvuldiging der planten is dus eveneens zeer eenvoudig en men kan op zeer gemakkeltjk en goedkoope wijze zelf voor aanvulling en vervanging zorgen. Blijkt het, dat de oude planten verpot moeten worden, dan kan zulks het beste na het bloeien geschieden. Men schudt de ouds aarde tusschen de wortels uit en pot alles opnieuw in verschen grond op. Vragen, deze rubriek betreffende kunnen door de abonn^'s worden gezonden aan Dr. Te Henneps, Diergaardesingel 96a, Rotterdam. Postzegel van 6 cent voor ant woord insluiten en blad vermelden HET NATUURLIJK BROEDEN. Tijdens het broeden is reinheid een eerst* vereischte. Men zorge dus dat de kip op g«- regelde, vaste trjden van het nest komt en er geen mest in het nest komt. Gebeurt dit toch of breekt er een ei dan wordt de rest, tijdens de periode dat de kip van het nest af is, ge- reinigd. Vuil strooisel wordt verwijderd, ge- broken eieren en schalen eveneens en de over- blijvende eieren worden met water van 35 40 gr. C. voorzichtig schoongewasschen. An drogen behoeft niet, dat geschiedt gauw ge- noeg vanzelf, mits de kip er spoedig weer op komt. Anders koelen ze natuurlijk als ze nat zijn te veel af. Dat een zandbak met zwavel of tabaksstof of asch noodig is heb ik al vermeld. Ook kan men op den 7den of den 14den dag als men de eieren schouwt de kip nog eens extra met insectenpoeder bestuiven, zooals men ook ge daan heeft, voor men haar te broeden zette. Het keeren der eieren, dat bij het machinaal broeden een punt van gewicht is, baart by het natuurlijk broeden geen zorgen. De kip doet dit zelf en werkt verschillende keeren gedu rende de 24 uren de eieren dooreen. De binnen in het nest liggende eieren komen aan den buitenkant en de buitenste eieren komen bin nen. Daarbij draaien de eieren om hun lengte-as en wordt dus de inhoud als het war* gemengd, terwijl de kiem steeds weer naar boven drijft en dus vlak tegen de warmtebron. hier het lichaam der kip, komt te liggen. Op den 5de, 6de of 7de dag en na 14 dagen worden de eieren geschouwd. Met witt* eieren gaat dit gemakkeiyk, met bruine valt het niet mee. Het schouwen komt er op neer dat men het ei met een sterk licht doorlicht of belicht, terwijl de omgeving geheel donker is. In een levend ei ziet men op de genoemde dagen heel duidelijk de kiem met bloedvaten als een soort spin boven in het ei drijven. Onbevruchte eieren zijn dan vrijwel geheel doorzichtig en eieren waarvan de kiem gedurende de eerste dagen afgestorven zyn, vertoonen vaak alleen maar een meer of min der regelmatige roode ring ter groote van een halve stuiver of een guldenstuk. Men kan de eieren schouwen door in een stukje carton een eivormige opening te snijden en dan des avonds het ei voor het gat in het carton voor een lamp te houden. Er zqn ook schouwappa- raten waarbij zich een lampje in een kastjs bevindt en waarin in de bovenwand een ope ning is. Men legt hier dus het ei bovenop. De gemakkelijkste schouwapparaatjes zijn echter die, waarbij men de eieren zelf rustig laat lig gen en eenvoudig van bovenaf belicht. Het apparaatje bestaat uit een klein electriscb zaklantaarnlarrpje, dat omgeven is door een stukje gummislang van ongeveer 2 c.M. lang. Dit kleine lampje wordt geschoven op de con- tactplaatjes van een electrische zakbatterif en- is het handigste instrumentje dat ik daarvoor coit gebruikt heb. In tijd van een oogenblik kan men honderden eieren schouwen Men drukt- het gummislangetje tegen het ei en direct wordt de geheele inhoud van het ei zichtbaar. Onbevruchte eieren en afgestorven kiemen wooden verwrderd en als men meer kippen heeft zitten, kan men dikwijls eenig* hennen vrijmaken door de overgebleven eieren aan andere kloeken te geven. Tegen den 21e dag komen de eieren uit, al- thans kipeieren. Deze ontwikkelen zich bii on geveer 103 gr. F. het best. Eendeneieren komen uit op den 2628ste dag. Oude eieren, d.w.z. eieren die lang bewaard zijn gebleven voor ze bebroed werden, komen soms 24 uur later uit dan versche. Een paar dagen van te voren hoort men vooral bij het luchten de kiemen al piepen. Spoedig daarop ziet men dat hier en daar al een ei in de buurt van het stompe einde aan- gepikt wordt. Als het zoover is laat men d* kip rustig zitten. Zij weigert dan van het nest te komen om te eten. Dit is een natuurlqk verschijnsel daar nu rust en warmte een eer ste vereischte is voor het goed uitkomen der kuikens. Als de meeste kuikens uit zijn, mag men voorzichtig onder de hen wat leege scha len wegnemen, doch men passe op de hen niet zenuwachtig te maken als er pas een paar kuikens uit zijn. Soms loopt zij dan van d« eieren weg en komen de andere slecht uit. Rust en warmte is ook voor de pasgeboren kuikentjes verreweg het beste. Dr. TE HENNEPS

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 6