Ter Neuzensche Courant Tweede Blad. Maandag 17 Maart. No. 8503. KEURING VOOR DEN DIEN STPLICHT. PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND. VAN De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend, dat de Keuringsraad voor de Ingeschrevenen voor den dienstplicht dezer gemeente zlttlng zal houden te Ter Neuzen, ha de voormalige school A op het Schoolplein, op Woonsdag 9 April 1930, van des voor- middags 9 uur tot des namiddags 3 uur, op Donderdag 10 April 1930, des voormiddags te 9 uur. Taak van den keuringsraad. Behalve in eenige uitzonderingsgevallen geschiedt bij den keuringsraad het onderzoek tot het beoordeelen van de geschiktheid voor den dienst in het algemeen alsmede het ver- munelen van gegevens voor de indeeling. Ongeschikt voor den dienst worden geacht: 1. zij, die kleiner zijn dan 1.55 M.; 3. zij, by wie ziekten of gebreken bestaan, als vermeld in een bij Koninklijk besluit vast- gesteld keuringsreglement. Zij, die by de eerste rnaal, dat omtrent hun geschiktheid uitspraak moet worden gedaan, verkeeren in een der onder 1 en 2 bedoelde gevallen, worden geacht slechts tijdelijk on geschikt te zijn, indien onderscheidenlijk: a. de lengte meer dan 1.50 M. bedraagt; to. de ziekte of het gebrek waarschijnlijk Mnnen een jaar zal hebben opgehouden te bestaan. In alio andere gevallen worden de onder 1 en 2 bedoelde personen geacht voorgoed ongeschikt te zijn. Het onderzoek blijft geheel of ten deele acbterwege, voor zoover blijkt, dat de ge- sondheidstoestand van den te keuren persoon het onderzoek niet gedoogt. De uitspraken van den keuringsraad wor sen in het openbaar medegedeeld. Wie voor den keuringsraad moeten verschijnen. Behoudens de hiema vermelde uttzonderin- jen, is leder, die voor de lichting van het rolgend Jaar is ingeschreven, verplicht op de kern aangewezen plaats en tfld voor den keu ringsraad te verschijnen en zich te onderwer- pen aan een onderzoek tot het beoordeelen ▼an zjjn geschiktheid voor den dienst in het algemeen en tot het verkrrjgen van gegevens ▼oor zijn nadere bestemming, waarvoor schrif- fcelyke proeven moeten worden afgelegd. Aan den voorzitter van den keuringsraad kan worden verzocht om het onderzoek bij •en anderen keuringsraad te ondergaan. Dit ▼erzoek kan ongezegeld zijn, doch moet ge- frankeerd verzonden worden. Desgewenscht kan het verzoekschrift ook worden ingediend den burgemeester, die alsdan zorgt voor da verzending. Op den ingeschrevene, die tijdelijk onge schikt wordt verklaard, rust de verplichting, om voor den keuringsraad te verschijnen, en het vereischte onderzoek te ondergaan, nogmaals in het jaar, volgende op dat, waarin de tijdelijk-ongeschikt-verklaring plaats had, tenztj hy inmiddels geschikt of voorgoed on geschikt is verklaard of van den dienst is aitgesloten. Het staat den ingeschrevene vrij, bii de hearing een geneeskundige verklaring om trent de lichaamsgesteldheid over te leggen, op dat daarmede rekening kan worden ge houden. Wie niet roor den keuringsraad behoeven te verschijnen. Zij, die voor de lichting van het volgend jaar zijn ingeschreven en vo6r de keuring van den dienstplicht zijn vrijgesteld wegens broe- derdienst, worden niet aan de keuring onder- ▼rorpen. Evenwel worden degenen, die het rorig jaar tijdelijk ongeschikt zijn verklaard en dit jaar in de termen vallen om een nader onderzoek te ondergaan, aan dit onderzoek •nderworpen, ook al zijn zij inmiddels wegens broederdienst vrijgesteld. Van de verplichting om voor den keurings- *aad te verschijnen zijn vrijgesteld de inge- schrevenen, die behooren tot een der volgende groepen a tot g. a. zij, die zijn opgenomen in een krankzinnl- gen-, ididoten-, doofstommen- of blinden- gesticht. Voor deze ingeschrevenen wordt door de toestuurders der gestichten een geneeskundige ▼erklaring ingezonden. b. zij, die doen blijken door ziekte of ge breken tot die verschijning buiten staat te zijn •a niet zijn opgenomen in een gesticht, als •nder a bedoeld. De hier bedoelde personen worden in den •egel onderzocht op de plaats, waar zij zich bevinden, mits deze binnen het Rijk gelegen is; zij zijn verplicht zich aan (jit onderzoek te onderwerpen. o. zij, die zijn opgenomen in een rijksopvoe- dtngsgesticht, een tuchtschool, een gevange- ■is of een rijkswerkinrichting. Voor het onderzoek van deze ingeschrevenen gelden dezelfde bepalingen, als voor de onder b bedoelde personen. d. zij, die hun beroep maken van de buiten- landsche zeevaart of van de zeevisscherjj bui- tenslands. Deze ingeschrevenen kunnen, zoo zij keu ring wenschen, zich bij den keuringsraad aan het onderzoek onderwerpen, voor zoover zij geen gebruik hebben gemaakt van de gelegen- heid om v66r 1 April een dergelijk onderzoek te ondergaan vanwege den Garnizoenscom- mandant in een der gamizoenen of den Com mandant der afdeeling Mariniers te Rotter dam. e. zij, die langer dan een maand in het bultenland verblyven in een plaats, welke meer dan 15 K.M. van de Nederlandsehe grens is gelegen. Deze ingeschrevenen kunnen niettemin, zoo zij keuring wenschen, zich bij den keu ringsraad aan het onderzoek onderwerpen. Zij kunnen bovendien op de hiervddr aangegeven wijze vragen om het onderzoek bij een ande ren keuringsraad te ondergaan. Voorts kunnen deze ingeschrevenen, zoo zij niet verschijnen, bij den keu*ingsraad vddr de sluiting zijner zitting inzenden een na 1 Maart afgegeven verklaring, waaruit blijkt: dat de ingeschrevene met geslachtsnaam, voomamen en leeftijd aan te duiden door hen, die de verklaring hebben afgegeven, voorgoed of tijdelijk ongeschikt voor den dienst worden geoordeeld; en voorts de aard en de graad van de ziekte of het gebrek, op grond waarvan de ongeschiktheid aanwezig wordt geacht, zoomede de bezwa- ren, door de ziekte of het gebrek veroorzaakt. Deze verklaring moet bij voorkeur de onderteekening dragen van twee geneeskun- digen. De handteekening van hen, die da verklaring hebben afgegeven, moeten in den regel behoorlijk voor echt zijn verklaard, onder bijvoeging, dat zij, door wie de hand- teekeningen zijn gesteld, ter plaatse bevoegd zijn tot uitoefening van de genees- en heel- kunde. f. zij, die een geestelijk of een godsdienstig- menschlievend ambt bekleeden of tot zoodanig ambt worden opgeleid. Deze ingeschrevenen kunnen zich evenwel, indien zij dit wenschen, aan het onderzoek bjj den keuringsraad onderwerpen. g. zij, die als vrjjwilliger behooren tot de landmacht uitgezonderd den vrywilligen landstorm tot de zeemacht of tot de over- zeesche weermacht. Deze worden niet tot de keuring toegelaten. zy, die tot den vrijwilligen landstorm behoo ren, moeten zich wdl aan het onderzoek on derwerpen. Voor den ingeschrevene, op wien de ver plichting rust voor den keuringsraad te ver schijnen, doch die aan den raad een verkla ring zendt, welke den raad voldoenden grond geeft om den ingeschrevene voorgoed of tyde- lijk ongeschikt te verklaren, komt bedoelde verplichting te vervallen. De verklaring moet op of na 1 Maart zijn afgegeven, by voorkeur door twee geneeskundigen, en worden inge zonden zoo spoedig mogeiyk nadat de in geschrevene is opgeroepen om voor den keu ringsraad te verschijnen. Deze verklaring moet overigens voldoen aan dezelfde ver- eischten, ten aanzien van de hiervddr onder e vermelde verklaring aangegeven. Indeeling bij de zeemilitie of by een der korpsen van het leger. De Voorzitter van den keuringsraad ver- zamelt tydens de zitting gegevens omtrent de indeeling. In verband hiermede heeft de ingeschrevene de gelegenheid aan den Voorzitter mede te deelen, of hy, zoo hy tot gewoon dienstplich- tige mooht worden aangewezen, zou wen schen te worden bestemd voor de zeemilitie, voor de hospitaalsoldaten of voor een be- reden korps, alsmede aan welk ander korps hy zich het liefst toegewezen zou zien. Ook kan hy zijn wenschen opgeven omtrent het gar- nizoen en het tijdvak van inlyving. Voorts kan de ingeschrevene den Voorzitter een schriftelijke verklaring ter hand stellen om te berwijzen, dat hij voor eenig vak of voor eenigen arbeid byzondere geschiktheid bezit. Met deze wenschen kan evenwel slechts rekening worden gehouden, voor zoover de dienstbelangen het toelaten. Ieder, aan wien opgaven worden gevraagd in verband met de Dienstplichtwet, is ver plicht deze naar waarheid te verstrekken (zie ook hetgeen hieromtrent is vermeld onder „strafbepalingen" Herkeuring. Ten aanzien van elken ingeschrevene, om trent wien de keuringsraad uitspraak heeft gedaan, kan bij den herkeuringsraad een nieuw geneeskundig onderzoek worden aangevraagd: a. door den ingeschrevene, wien de uit spraak geldt, of diens wettigen vertegen- woordiger; b. door elk der overige voor de gemeente ingeschreven personen of diens wettigen ver- tegenwoordiger. De aanvraag moet berusten op aanneme- lijke in het verzoekschrift omschreven gron- den en uiterlijk den tienden dag na den dag, waarop de uitspraak in het openbaar is mede gedeeld, worden ingeleverd bij den burge meester der gemeente, waar de ingeschrevene, dien de uitspraak geldt, voor den dienstplicht ingeschreven is. Aanvragen, niet ingericht of niet ingeleverd op de hieromschreven wyze, kunnen geen gevoig hebben. Verschijnt de ingeschrevene niet op den bepaalden tijd voor den herkeuringsraad, dan wordt de aanvraag, indien zij is gedaan door den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, of door diens wettigen vertegenwoordiger, als vervallen besohouwd, behoudens uitzonde- ringen. Indien het vanwege den herkeuringsraad te houden onderzoek niet mocht kunnen plaats hebben, wordt de ingeschrevene voor geschikt gehouden. Tusschenpersonen. Belanghebbenden bij de keuring doen goed, zich er voor te wachten, zich met tusschen personen in verbinding te stellen om te wor den afgekeurd, omdat, indien ongeschiktheid inderdaad aanwezig is, de afkeuring ook zon- der de tusschenkomst van die personen plaats heeft. Afkeuring door bedrog. Blijkt, dat iemand voorgoed ongeschikt is verklaart als gevoig van bedrog, dan wordt de desbetreffende uitspraak door den Minister van Defensie vervallen verklaard en wordt de persoon, wien het geldt, geplaatst in de ver- houding tot den dienstplicht, waarin hij zou hebben verkeerd, indien hij niet ongeschikt verklaard was. STRAFBEPALIN GEN. De ingeschrevene, die verplicht is voor den keuringsraad te verschijnen en niet op de daarvoor aangegeven plaats en tijd verschijnt, of die, aldaar verschenen zijnde, zich niet aan het onderzoek onderwerpt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste honderd vijftig gulden. Hetzelfde geldt voor den ingeschre vene, die moet worden onderzocht op de plaats, waar hy zich bevindt, en zich niet aan het onderzoek onderwerpt, en ook voor den- gene, die de in verband met de Dienstplicht wet van hem gevraagde opgaven niet of niet naar waarheid verstrekt. Pleegt hy opzet- telijk een der genoemde feiten, dan wordt hy gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden. Voorts wordt de aandacht gevestigd op art. 206 van het Wetboek van Strafrecht, dat luidt als volgt: Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren wordt gestraft: 1°. hij, die zich opzettelijk voor den dienst bij de krygsmacht ongeschikt maakt of laat maken; 2°. hij, die een ander op diens verzoek op zettelijk voor den dienst ongeschikt maakt. Indien in het laatste geval het feit den dood ten gevolge heeft, wordt gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren opgelegd. Reiskosten. Indien de ingeschrevene, om voor den keu ringsraad te verschijnen, kosten zou moeten maken, voor het passeeren van een veer, brug of tol of de heen- en de terugreis niet in ddn dag kan afleggen, kan hij zich tot den burge meester wenden: in het eerrte geval voor het ontvangen van een passagebiljet en in het laatste geval voor het genieten van nacht- verblijf en voeding. De opgeroepene, die woonplaats heeft in een plaats in het buitenland, welke niet meer dan 15 K.M. van de Nederlandsehe grens is ge legen, en een tegemoetkoming wenscht te ontvangen in de kosten van de reis en, zoo noodig, in de kosten van voeding, moet deze bij zijn verschijning voor den keuringsraad vragen aan den voorzitter. Ter Neuzen, 13 Maart 1930. De Burgemeester, J. HUIZINGA. Zitting van Donderdag 13 Maart, des middags 2 uur. Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. W. Quarles van Ufford, Commissaris der Kontngin. Tegenwoordig 40 leden. Afwezig de heeren De Baare en Boender. De heer DE PAUW deed eenige vragen be- treffende het kolenladen te Hansweert. De boot HansweertTer Neuzen laadt thans te Vlissingen, Het gevoig is, dat het personeel het schaftuur er by inschiet. Bovendien brengt dit extra-kosten mede en de nood- zakeiyke aansluiting wordt er wel eens door gemist. Hy vraagt of voor dit kolenladen extra moet worden betaald en of niet te zware diensten van het personeel worden gevergd. daar dit 16% uur per dag bedraagt. De heer VAN RGMPU gaf antwoordt op deze vragen. Het kolenladen te Vlissingen geschiedt om vertraging in den dienst te voorkomen. Door de nieuwe regeling wordt de aansluiting niet meer gemist. De opdracht tot het laden is gegeven door Ged. Staten in overleg met den directeur van den Provincia- len stoombootdienst. Extra-kosten zijn hem niet bekend. De heer DE PAUW merkt hog op, dat aan- sluitingen naar Belgie worden gemist. Hij heeft geen antwoord gekregen op zijn vraag betreffende den diensttyd van het personeel. Deze dienst is veel te zwaar en hij vroeg daamaar een onderzoek in te stellen en het kolenladen weer te Hansweert te doen plaats hebben en daarvoor extra te betalen. De heer VAN ROMPU gaf inlichtingen over den diensttyd. Deze is niet grooter dan voor het andere personeel en zij verkeeren niet in ongunstiger conditie. Het zal bezwaar opleveren te Hansweert kolen te laden. De tyd is daarvoor te kort. De VOORZITTER stelde voor het advies van Ged. Staten af te wachten In de volgende zitting. Dit werd goedgevonden. By de mededeeling van Ged. Staten inzake de aan G. Reuvers Jr. verstrekte tegemoet koming door den raad van bestuur der N.V. P.Z.E.M. Is de heer ADRIAANSE het niet eens met Ged. Staten, dat deze geen verant- woording zouden hebben te doen van deze quaestie aan de Prov. Staten. Hy meent, dat dit wel degelyk het geval is. Hy vindt het antwoord van Ged. Staten zeer onwelwillend. Hiema had de herstemming plaats over het voorstel-Van Dixhoorn om het voorstel inzake herziening van de tarieven van den Provincia- len stoombootdienst op de Wester-Schelde, naar de afdeelingen te verzenden. Dit voorstel werd verworpen met 30 tegen 10 stemmen, waarbij de heer Van Dixhoorn eveneens tegenstemde. Hy verklaarde dit te hebben gedaan, omdat hy thans een motie wilde indienen, waarin hij de instandhouding van een goede veer- verbetering tusschen Oostelijk Zeeuwsch- Vlaanderen en het overig Nederland be- lichaamt. In de motie wordt tevens verzocht, dat de regeering geen wijziging zal brengen in de bestaande rijksregeling voor subsidieering (80 voor de stoombootdiensten op de W ester-Schelde. De heer WELLEMAN meent, dat er een nieuw principe wordt ingeschoven. Hij is be- reid de motie voor kennisgeving aan te nemen en voeling te houden met het rijk over deze quaestie. De heer VAN DER WART wilde deze motie eens rustig bekyken en deze in de zomerzit- ting behandelen. De heer ONDERDIJK zeide ook', dat deze w.ij'ze van behandelen hem niet bevalt. Hij heeft de motie niet geheel kunnen volgen. Hy wilde dit punt dus nog aanhouden. De heer WALLIEN wees op de artikelen in het ,,Hbld." over de verbindingen met Zeeuwsch-Vlaanderen. De motie-Van Dixhoorn noemde hij niet zoo kwaad, doch de toelichting wilde hij eerst bekijken. Deize motie dient te worden ge- drukt en kan thans niet behandeld worden. De heer KODDE meende, dat deze quaestie niet in enxele minuten'kan worden behandeld. Hij wilde de zaak eerst nader onder het oog zien, omdat zij van groot belang is. De heer VIENINGS is geschrokken, dat Ged. Staten de motie-Van Dixhoorn hebben overgenomen. Daarvoof is de motie veel te lang, men heeft deze niet ^kunnen overzien. Als de motie in stemming mocht komen, zal hij daartegen stemmen. De heer ADRIAANSE wilde de motie in handen van Ged. Staten stellen. De heer ERASMUS zeide, dat het niet zeker is, dat de tekorten voor een nieuwe boot door het rijk zullen worden vergoed. Dat is zeer te bejammeren en daarom heeft hy de motie- Van Dixhoorn ondersteund. Het is noodza- kelijk, dat er een tweede boot wordt aange- schaft. Het verkeer eischt dit noodzakelijk. De VOORZITTER stelde voor de motie in handen van Ged. Staten te stellen en daarover in de volgende zitting schriftelyk van ant woord te dienen. De heer VAN DIXHOORN wilde voor Zeeuwsch-Vlaanderen vooruitgang op ver- keersgebied. Dit is de grondoorzaak van zyn motie. Hiema werd de motie aangehouden tot de volgende zitting. Dlrectorium Prov. stoombootdiensten. By de behandeling van de mededeeling van Ged. Staten naar aanleiding van de motie- Wallien werd in twee afdeelingen naast waar- deering voor het feit, dat reeds deze mede deeling kon worden gedaan, leedwezen uit- gesproken, dat dit niet het geval is met de moties-De Pauw inzake het kolenladen te Hansweert en Overhoff inzake de exploitatie door de provincie van het veer Kortgene Wolphaartsdijk. Wat fiet eerste betreft te- meer, omdat reeds een regeling voor de lijn Ter NeuzenHansweert is getroffen. Hierbij werd er op gewezen, dat het lid buiten de orde was. In alle afdeelingen werd instem- ming betuigd met de getroffen regeling, een lid meende, dat het beheer meer in handen van den directeur moet worden gesteld. Een lid van Ged. Staten merkte op, dat de Com missie van Toezicht toch bestuursbevoegd- heden bezat, doch dat de verantwoordelijkheid meer op alle leden van Ged. Staten behoorde te drukken. Andere leden in deze afdee lingen konden zich minder met den gang van zaken vereenigen, o.a. omdat, terwijl over de motie-Wallien nog geen voorstel wordt ge daan, het college een ingrijpende verandering mededeelen inzake de bootcommissie en voor- stellen, deze mededeeling voor kennisgeving aan te nemen. Daartegenover werd opge- merkt, dat reeds meermalen twijfel is uitge- sproken omtrent de bestaansreden der com- missie. Waardeering werd ook uitgesproken - over de moeite en lasten, die de leden der commissie zich in het verleden hebben willen getroosten, en twijfel uitgesproken over Ged. Staten wel gelegenheid zullen vinden, de da- gelijksche werkzaamheden der commissie te verrichten en daardoor deze werkzaamheden naar de directie zullen worden overgeheveld, wat een lid verkeerd zou vinden. Een ander lid onderschrijft dit en acht den directeur van den Wester-Scheldedienst niet den man, in wiens handen de algemeene leiding zal moeten worden gelegd. Een derde lid is van gelijk gevoelen, dat de leiding niet in handen van 66n persoon moet komen. Een ander lid meent, dat een commissie meer verantwoor delijkheid zal gevoelen dan het geheele col lege. Nog een lid vindt de bestaande com missie beter en verwacht, dat er nu een lei ding zal komen, waarover de Staten niets heb ben te zeggen. Een tweetal leden meenen echter, dat de verantwoordelijkheid nu wordt gelegd, waar zij behoort, bij het geheele col lege. Ook de bestaande commissie ging af op het advies der directie. In deze afdeeling onttrekt een der leden van Ged. Staten zich aan het prae-advies en erkent, dat de veran dering hem vreemd voorkomt, de tyd zal leeren, of de thans naar voren gebrachte be- zwaren al dan niet waar zijn. Hij voor zich is liever voor 1/7 dan voor 1/3 verantwoorde- lijk, daar de commissie meermalen voor zeer moeilijke beslissingen kwam te staan. Naar aanleiding van opmerkingen zegt een lid, dat hy zyn oor te luisteren zal leggen bij technisch ervaren personen, en een ander, dat zy ook zelfstandig de zaken zal nagaan! Ook in de derde afdeeling was er verschil van gevoelen, terwijl sommige leden een com missie van 3 in plaats van het college van 7 beter vonden, juichten andere de afschaffing der bootcommissie ten zeerste toe. Een lid zou een 6dnhoofdig directorium zeer onge- wenscht achten. Een lid deed zijn beklag, dat nog geen nota is genomen van den wensch van den directeur der Ooster-Scheldedienst Zierikzee als stand- plaats aan te wijzen. Van de zyde van Ged. Staten werd gezegd, dat de maatregel tot op- heffing der bootcommissie niet all een geno men is naar aanleiding van de motie-Wallien en hetgeen daarby is gezegd, doch ook naar aanleiding van hetgeen bij verschillende vorige gelegenheden met betrekking tot die commissie werd opgemerkt. Men erkende het goede werk, dat de commissie heeft verricht en in het. bijzonder de heer Van Rompu, doch daardoor gingen andere leden van Ged. Staten zonder persoonlijk oordeel met de com missie mede. Dit wordt gevoeld als in stryd met de verantwoordelykheid van het college naar buiten. Ged. Staten willen met de kwes- tie van het £6n-hoofdig directorium wachten, totdat alle leden van Ged. Staten de gelegen heid hebben gehad, zich volledig van alle zaken op de hoogte te stellen. In hun officieel antwoord zeggen Ged. Sta ten, dat de wijze, waarop hun college zyn werkzaamheden regelt, feitelyk van zuiver intemen aard is. Met de motie-Wallien houdt dit in zooverre slechts verband, dat er uit blijkt waarom Ged. Staten daarover nog geen prae-advies kunnen uitbrengen. Deze mededeeling werd voor kennisgeving aangenomen en door den heer DUMOLEYN werd hulde gebracht aan de thans opgeheven bootcommissie voor den door haar verrichten arbeid en in het bijzonder aan haar voorzitter, den heer J. A. van Rompu. De COMMISSARIS DER KONINGIN sloot zich hierbij van harte aan. (Applaus.) Hiema ging de vergadering over in een met gesloten deuren. Tijdens de geheime zitting kwam de heer De Baare ter vergadering. Na heropening der zitting te 4 uur werd de overdracht van het bedrijf betreffenife de electrische tram VlissingenMiddelburg voor kennisgevig aangenomen. Provinciaal wegenplan. By het voorstel tot wijziging van het Prov. wegenplan, werd in een afdeeling door eenige leden aangedrongen op opneming van eenige weggedeelten, vooral nu het aantal K M. door de voorgestelde regeling weer minder wordt. Genoemd werd een weg van 's Gravenpolder uit in oostelijke richting naar Kapelle*Bieze- linge aansluitende op den Rij'ksweg, van be- teekenis voor de z.g.n. zak van Zuid-Beve- land. Verder de weg BreskensHoofdplaat- Biervliet en door andere leden den-weg van PonteBrug naar den Verbindingsweg. Wat de eerste weg betreft werd van de zijde van Ged. Staten toegezegd, dit nader onder de oogen te zullen zien. Betreffende den laatsten weg, dat belanghebbenden in die streek hunne medewerking weigeren, terwijl slechts een kleine bijdrage in het jaarlijksch onderhoud wordt gevraagd. It een andere afdeeling meent een lid, dat drstijds geen verdere K.M. meer op het plan konden worden gebracht. Nu Middelburg Westkapelle c.ft. 3 K.M. korter zal worden, wijst hij op het wegsgedeelte 's Gravenpolder Bie e'inge en vraagt of de nu voorgestelde verlenging bij Middelburg, hetwelk door de kom der gemeente loopt, voor rekening der provincie verbeterd wordt, waarop van de zijde van Ged. Staten wordt geantwoord, dat dit voor de gemeente zal zijn. Op een vraag naar punt C van het voorstel, wordt geantwoord, dat dit Ged. Staten de bevoegdheid geeft om binnen het kader der verordening, onderge- schikte wijzigingen aan te brengen en op een andere vraag, dat de weg Iersekestation Kruiningen aan den rijksweg aansluit. In de derde afdeeling vereenigden alle le den zich met het voorstel. De heer Jrziasse verzocht opneming van den weg 's GravenpolderBiezelinge in het wegenplan. De heer VAN DIXHOORN wilde de polders niet laten betalen voor de wegen, doch de ge- meenten. De polders hebben alleen belang by de wegen in hun eigen polders. De heer DE JONGE drong aan op verbete- ring van den weg Iersekestation Kruinin gen. De heer VAN DER WEIJDE zeide dat er in het plan van 1927 geen wyziging komt. Het betreft a'leen een correctie. Er is nog geen gelegenheid het plan te herzien, omdat er niet meerdere kilometers door het rijk zijn bescluk- baar gesteld. Een toezegging voor den weg 's GravenpolderBiezelinge kan dus niet ge geven worden. Ook den heer Van Dixhcom antwoordde hij dat dezen slechts een algemeene toezegging kan geven en niets definitiefs kan mede deelen. Dcor Ged. Staten wordt bij den opzet van een prov. wegenplan steun gevraagd bij de onderhoudsplichtigen. Wat g:vraa~d is valt eigenlijk buiten het weg nplae, omdat zooals gezegd, dit voorstel slechts een correctie behoudt. Het vcorstel werd daarna aangenomen. Subsidie R. K. Landbouvvschool te Hulst. Bij het voorstel tot verhooging van het sub sidie in de kosten van oprichting eener R.K Lanvouwwintersch~ol te Hulst. werden in alle afdeelingen bedenkingen gemaakt. Een lid meent dat als er een school bijkomt men het zelfde zou moeten geven, hij is voorstander an den groote school en betreurt al die klei- nere scholsn. Een ander lid sluit zich hierbij aan en zegt dat er bijna geen Statenvergade- ri g is of men heeft een verzoekschrift van e:n of andere o'derwijs-inrichting te Hulst Daa-bij b vreemdt het hem, dat de aanvrage s van 30 Juli en re~ds op 20 Juni is door den i^specteur van het landbouwonderwijs rapport uitgebracht. De school is te groot opgezet, een huis werd gekocht voor f 14.000 en er werd voor 70 000 in verbouwd. Ook in een andere afdeeling heeft de kwestie van den aanbeve- lingsbrief van den inspecteur de aandacht ge- trokken. Andere leden vinden de school te sec- ta-isch en een lid vraagt overlegging van het leerplan, de gebruikte boeken enz., teneinde zich te kunnen orienteeren, welk onderwijs wo dt gegeven en welke stellingen worden verkondigd. Nog een lid wil weten welke lessen in gods- dienstonderwijs worden gegeven en meent, dat in het algemeen geen subsidie moet verleend worden voor sectarisch vak-onderwijs. Andere leden spraken in gelijken geest. Weer een ander lid meent dat een gevaar- lijk precedent zal worden geschapen. Een lid is verwonderd dat er nog steeds op- r:chtingskosten betaalfl moeten worden em weer een ander zegt dat er gelegenheid ge- noeg was landbouwonderwijs te ontvangen, o.a. te Axel. Een lid meent, dat de Provincie niet geroepen is goed te maken, wat door over- moed bij de oprichting der school is misdre- ven, wat andere leden onderschryven. In alle afdeelingen wordt ook het voorstel verdedigd. De school is te hoog gekocht in een tijd van hoog-conjunctuur, maar men mag de landbouw- en onderwijsbelangen niet uit het oog verliezen. Een ander lid meent, dat juist in een tyd, nu het den landbouw minder goed gaat, landbouw-onderwys noodig is. Zonder steun zal een onontbeerlijk onder- wijscentrum verloren gaan. Ook het rijk geeft een extra-subsidie. Een lid zou in plaats van 17.500 in eens een jaarlijksche bydrage van f 700 willen geven, doch een lid van Ged. Sta ten ziet daarin een gevaarlijk precedent. Dat de school sectarisch is, ziet een lid niet in, daar er nu eenmaal christelijk en openbaar onderwijs is. Daartegenover wordt opgemerkt, dat de neutrale scholen ddn blok vormen, doch de bijzondere verdeeld zijn. Dit lid verzet zich echter op financieele gronden tegen het voor stel. Een lid meent, dat de strijd is uitgestre- den tusschen bijzonder en neutraal onderwys, doch een ander zegt, niet inzake vakonderwys. Op een vraag wordt gezegd, dat het ryk niet in de oprichtingskosten bydroeg. Een lid van Ged. Staten kan ook niet inzien, dat de pro vincie hier de reddende hand moet toe steken. Andere leden van Ged. Staten verdedigen het voorstel, o.a. omdat voor meerdere aanvragen geen vrees behoeft te bestaan en men zooveel mogelijk dient te bevorderen, dat de leerlingen in Nederland hun onderricht kunnen gaan halen. Ged. Staten antwoorden op het algemeen verslag, dat de brief van den inspecteur bij het adres werd overgelegd, ander zouden Ged Staten toch advies hebben gevraagd. Een exemplaar van het leerplan en do boeken wordt overgelegd en daaruit blykt o.a. dat in de eerste klasse in godsdienstleer en maatschappyleer ieder 2 en in de tweede klasse 1 uur les wordt gegeven. Het ryk heeft in de bouwkosten 75 toegezegd van het geen dezer meer dan 70.000 zouden bedra- gen en de installatiekosten geheel voor zyn rekening genomen. Verder draagt het ryk 75 der jaarwedden van directeur en vaste lee- raren bij en betaalt nu nog 1000 extra bij In de exploitatiekosten, omdat Hulst als een noodlydende school wordt beschouwd. Ged. Sta'en vinden geen aanleiding om wijziging in hun voorstel te brengen; nu de school er eenmaal Is moet haar belang als centrum van landbouwonderwijs gewogen worden, los van elk oordeel over den financieelen opzet. De heer VAN WAESBERGHE zeide dat de school te Hulst een tekort heeft op de exploi tatie. De stichtingskosten waren in 1921 drie- maal h-oger dan in 1912. Dat de school duur is uitgevallen is slechts negatief. Het zou on- billijk zijn dat Goes 50 zou krygen en Hulst met slechts 35 zou worden afgescheept. Bovendien is de school voor alle gezindten toegankelijk. De landbouwer moet weten- schappelyk onderlegd zijn. De school bevordert den akkerbouw en hij hoopt dat de Staten het subsidie zullen toestaan. De heer VAN DER WART vindt het ver keerd dat op het yakonderwys de schoolstryd wordt overgebracht. Er is geen christelyk vak onderwys. Wij moeten geleid worden door ob- jectieve gegevens. In Hulst zijn de kosten niet berekend alvo- rens de toren is gebouwd. Hy ziet de toezeg ging van het rijk voor Hulst in het licht der destijds hangende annexatie. Als men alle in- richtingen moet steunen waarby men rich vergist heeft, dan is er geen einde aan den financieelen steun. Hij kan dan ook zyn stem aan dit voorstel niet geven. Deze school zal noodlydend blij- ven. De vergissingen welke vroeger gemaakt zijn, moeten niet op de provinciale financien verhaald worden. De heer DE PAUW had ook enkele bezwa- ren tegen het voorstel. Men heeft zich in Hulst schandelijk vergist en vraagt thans een bydra ge in de oprichtingskosten nu 9 jaar geleden. Ook had hy principieele bezwaren. Het blyft voor andersdenkenden een groot bezwaar de ze school te bszoeken. Het onderwys Is seo- tarisch. Aan de politieke overtuigingen ran andersdenkenden wordt geweld aangedaan. In theorie is deze school voor andersdenken den wel toegankelijk. Hij vraagt hoe het staat met het onderwijs in de economie, dat in ka- thclieken geest gegeven wordt. Hij haalde daarom enkele punten aan op welke de leer- stellingen op die school worden verkondigd. Uit enkele citaten meende spr. te hebben aangetoond dat andersdenkenden dit voorstel niet kunnen steunen. Het betreft hier alleen een katholiek, geen algemeen streekbelang. Sectarisch onderwijs dient uit eigen middelen te wo dm brtaald. De heer MOELKER zeide in 1921 zyn stem te hebben gegeven voor subsidie aan de land- bouwschool te Hulst. Hij verklaart zich thans evenwel beslist tegen het thans ingediende voorstel. De school te Goes mag niet gelyk gesteld worden met die te Hulst De heer VOGELAAR zeide dat dit voorstel de algemeene belangstelling heeft. Het land bouwonderwijs dient zich aan te passen aan de bewoners en hij meent dat de school te Hulst daarin voorziet. Ongeveer 80 pet. der bewoners in het land van Hulst is katholiek en d.;s heeft deze school het vertrouwen van de groote meerdcrheid der bewoners. Op de school wo-dt 90 pet. gegeven aan het onder wijs en 10 pet. aan het katholiek geloof. In Rulrt zou een neutrale school geen plaats hebben en daarom dienen wij deze school te s eunsn en dezen ^t^un niet onthouden. De heer VIENINGS was niet voomemens aan de discussie deel te nemen. Hij wilde op- komen tegen het betoog van' den heer Van der Wart. Zeksr in 1921 hobben de oprichters zich vercist, zesr zeker, doch zij zijn thans de slachtcffers geworden. Om zulke administra tive fouten mogen wij de subsidie niet ont houden. Hij noemde de school een groot ge- westelijk belang en protesteerde tegen de uit spraak van den heer DE Pauw dat de school -ectarisch is. Er is geen sprake van. Een gods- dienst met 300 millioen zielen is geen secte. In de school te Hulst worden ook de theo- rieen van andersdenkenden objectief onder- wezen. Dat is een leugen interrumpeerde de heer DE PAUW. De VOORZITTER verzocht niet te inter- rum peeren. De heer WELLEMAN kan de principieele bezwaren van den heer DE Pauw grootendeels

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 5