ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Eerste Blad. Slavernij. De dolende Juweelen J weer imat-Koc/d HEERENBAAI No. 8499. VRIJDAG 7 MAART 1930 70e Jaargang FETTILLETON, j BIHNENLAND, 20-50ct. per ons Vraagt Uw Utinketier 'n pakje D*E U RANT ABONNEMENTSPRIJS: Binn en Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr vr,r rn„t fi si ppr 3 maanden Bij voor udtbetaling fr. per post /6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika f 2.25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling. XJitgeefster: Firma P. 3. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20: Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien brj regelabonnement te gen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkriigbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave- DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, VVOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. IV. Heel merkwaardig is het onderscheid, dat er bestaat tusschen Sierra Leone als kolonie en dus als Britsch grondgebied, en het Britsche protectoraat van dien naam. In de kolonie is de slavernij afge- •chaft in 1833. Maar wij zijn nu haast een eeuw verder, en al de pogingen, die in het werk zijn gesteld om in het protec toraat Sierra Leone de slavernij af te echaffen hebben gefaald tot het jaar 1928. Ook wat uitgestrektheid betreft, is er groot verschil. De kolonie omvat onge- veer 4000 vierkante mijlen met een bevol- king van 85.000 zielen, terwijl het protec toraat 27.000 vierkante mijlen beslaat met een bevolking van ongeveer anderhalf millioen inboorlingen. Sierra Leone is ontstaan uit een verlangen van Engeland, dat een geschikt grondgebied zocht om daar vrijgelaten slaven aan het werk te zetten. En te voren was de stad die nu Freetown heet, de plaats vanwaar slaven werden geexpedieerd. Soms gingen van daaruit per jaar wel 60.000 slaven naar Amerika Wij geven hier nu geen verdere, uit- voerige bijzonderheden over dit land cf deze landen. De Britsche regeering heeft vooral drie groote moeiliikheden gehad bij haar pogingen tot afschaffing van de 6lavernij. In de eerste plaats was dit stel- sel diep ingevreten in de gewoonten van de bevolking van het protectoraat. In de tweede plaats hingen de macht en de wel- vaart der voornaamsten sterk samen met het aantal slaven, dat zij in hun bezit had- den. En dan was, in de derde plaats, er [een publieke opinie tegen de slavernij. Ook al de Kerken waren in dit opzicht ceutraal Intusschen was hier 15 6laaf Eigenlijk zijn pas in 1922 de eerste pogingen hier begonnen tot afschaffing van het oude stelsel. Maar de groote strijd is pas echt aangevangen, toen in vollen ernst de kwestie aan de orde werd gesteld, of slaven als ..bezitting" als „eigendom" beschouwd mochten en moes- ten worden. De rechtbank, die hierover te beslissen had, hield zitting te Freetown, en die omstandigheid was zeker wel vol ironie Er waren drie rech- ters, twee van hen waren (het moet eer- lijk worden bekend) op de hand van de slavenhouders, en slechts een was tegen de slavernij in elken vorm. Mr. Justice Petrides verklaarde ronduit, dat twee on- rechtvaardige zaken samen nog geen recht maken. Hij wilde wel toegeven, dat de wetgeving wellicht een verzuim had gepleegd door niet van stonde aan alle slavernij te verbieden, maar dan mocht toch niet van de Justitie worden verlangd, dat men nu alle vrijheidspogingen dezer lieden zou tegengaan. Deze eene rechter was en bleef echter in de minderheid. door K. R. G. BROWNE. 53) Vervolg. „En in plaats daarvan gaan we nou een rondreisje door het Vereenigd Koninkrijk doen. Wel, ik heb altijd graag magge reizen „Dat-'s onzin", zei George in een manmoedige poging om ook de licht- puntjes te zien. ,,Die vent met zijn baard moet deze collectie hier toch ergens afle- veren en dan kunnen we eruit." ,,Da's waar. Maar as we net zoo blijve boffe als we sinds gisteravond aeboft hebben, is 't adres ergens in Edinburgh of zoo". Een paar minuten bleef het stil. Dan kuchte George, bij wijze van inleiding, een paar maal verlegen en begon zijn ziel te ontdoen van datgene, dat er als een zware last op gelegen had. ,,Wat ik zeggen wou, Mr. Todd, ik vindt het reuzen-lam, dat ik u hierin ge- haald heb. U bent hier gekomen voor uw vacantie, om te genieten en uit te rusten en niet om in een inferieur type dieven- wagen rondgesleept te worden, of om stompen in uw maag te krijgen, of alles en iedereen te moeten staan. Ik bedoel, als een voorbeeld van onze hooggeroemde Engelsche gastvrijheid is het Mr. Toda zette met een breeden grijns een punt achter de verontschuldiging. ,,Wel, jong, maak je niet zoo dik om niks. Ik heb me in me heele leven niet zoo best geamuseerd. Elke minuut wor ik, om zoo te zeggen, een jaar jonger en. Den slavenhouders bleef de vrijheid ge- waarborgd om hun ,,bezittingen" terug te eischen. Toch is het misschien maar goed, dat dit proces er geweest is. De storm van verontwaardiging, die daaruit is voortgekomen, heeft met groote kracht de pogingen tot algemeene afschaffing der slavernij ook in het Protectoraat be- vorderd. En op 1 Januari 1928 werden! al de 214.000 slaven vrij verklaard! Alleen:de uitwerking laat nog wel wat op zich wachten. Free-town de stad der vrijheid, is langen tijd, zooals wij zaqen, een haard van onvrijheid geweest. Hoe staan deze zaken nu in Liberia, het land der vrij heid? (Liberia beteekent immers: vrij land!) Ook deze regeering heeft haar vertegenwoordigers te Geneve, maar de opgave van het aantal slaven in dit land varieert van 100.000 tot 500.000, terwijl de Grondwet van Liberia verklaart, dat hier geen slavernij mag bestaan, in wel- ken vorm ook! Mevrouw Kathleen Simon heeft niet onaardig gezegd, dat men uit de economische achterlijkheid van Liberia haast reeds onmiddellijk besluiten kan tot het bestaan van slavernij aldaar. Maar erger dan in eenig land ter wereld, erger dan in Afrika, in Abessinie of Soedan, erger dan in Sierra Leone of Liberia, is net op dit punt gesteld in China! In de achttien provincies van dat land, die samen een oppervlakte hebben achtmaal zoo groot als Duitschland, en een bevolking van meer dan 300 millioen. zijn er millioenen en millioenen kinderen en jonge menschen, die als slaven worden beschouwd en behandeld. Wanneer men daar nu over spreekt, komen som- migen met dezelfde ouderwetsche ver- dediging: zij pleiten dan, dat de geval- len van wreedheid heel schaarsch zijn, dat de wijsgeerige beschouwingen der slachtoffers een dergelijke onderdanigheid zeer wel gedoogen, en dat in elk geval deze slavernij slechts duurt tot een leef- tijd van 15 of 20 jaar, waarna het lands- gewoonte is, dat deze jonge menschen worden verkocht en gekocht, waardoor hun slavernij als vanzelf een einde neemt. Gelukkig laten velen zich door derge lijke drogredenen niet vangen of verblin- den. Lord Davidson of Lambeth, de latere aartsbisschop van Canterbury, heeft gedurende de debatten in het Hoo- ger Huis, 13 Mei 1925, verklaard, dat de mededeelingen over China en over de mate en het karakter der slavernij aldaar hem in hooge mate hadden verbaasd. Hij had gelegenheid gehad om daarover eens te praten met een eminent Chinees, die toen juist in Engeland was. De aarts bisschop had de toestanden geteekend zoo donker als hij ze zag. Maar die Chinees had hem gezegd, dat de toestan den nog veel donkerder waren. Hij zag kans om overal, waar hij dat wilde, meisjes te koopen, zelfs te Shanghai. Een ander uitnemend kenner van de toestan den in het ,,Hemelsche Rijk" heeft be rekend, dat er in China alleen twee mil lioen slavenkinderen zijn, die het absoluut een pond lichter. Ik he-je toch gezegd. dat't met te doen was om afleidina. Nou. nou he-k m'n zin. As dit geen afleiding is! Waratje, jong, ik zou niets weten. datik liever dee. Je zal mijn niet hoore jeremieere, dat je die dag op me hoed getrapt heb. Maar nou over iets anders", ging de corpulente Amerikaan voort, ter wijl hij zijn voorhoofd afbette en met een vinger zijn boord wijder trok. ,,'t Wordt hier wat je noemt balsamiekes. Die rammelkast hier is niet op pasagiers- vervoer berekend". ,,'k Heb het in een Turksch bad wel-is koeler gehad", zei George opgewekt, aangestoken door het onverwoestbare humeur van zijn metgezel, ,,maar ik zou niet weten, watHallo!" De auto had voor de tweede maal. schokkend en kreunend en steunend, halt gemaakt. Dezen keer stopte de motor eveneens iets, dat hij waarschijnlijk half dozijn keeren uit eigen beweging deed de chauffeur daalde zoowel hoor- baar als voelbaar van zijn verheven zit- plaats af. ,.Waar zouen we nou zijn", amechtigde Mr. Todd. „Dat mag de hemel weten! In Aber gavenny of Ipswich, als 't goed gaat. Maar laten we het nog eens met vereen- de krachten probeeren, zeg! Ze moeten ons nu hooren". Maar juist toen ze hun longen extra vulden om dit voornemen ten uitvoer te brengen, hoorden zij iets, waardoor ze elkaar met hun monden open bleven staan aankijken. Hun chauffeur stond blijkbaar te converseeren met een ander en de stem van dien ander was dank zij het feit, dat hij twee maal zoo luid was ais gewoonlijk niet alleen duidelijk hoor- baar, maar hun allebei bekend. ,,Wat, benne ze nog niet klaar!" zei de stem boos. „Hoc lang denk je, da'k van bezit zijn van hun eigenaars en die dus systematisch mogen worden uitgevloekt, geranseld, gefolterd en zelfs gedood, zon- der dat daar een haar, naar kraait, of er eenige straf op staat. De meisjes worden bijna zonder uitzondering „opgeleid" tot prostitutie! En nu gebeuren deze dingen in een van de meest gemoderniseerde gedeelten van China, waar een breede Europeesche be volking zich bvindt, waar talrijke kerken staan, en waar kranten verschijnen onder leiding van bekwame v.itgevers. Als zoo iets daar gebeurt, behoeft men niet te vragen: hoe de toestanden verder het binnenland-in zullen zijn. En natuurlijk, nu kan men best begrijpen, hoe moeielijk het is om dergelijke instellingen uitge- roeid te krijgen, die zoo geheel als zijn samengegroeid met het volksbestaan. Maar de oogen gaan toch al meer en meer open voor de ellende van dit systeem, en als het dan misschien nog een oogenblik in twijfel kan of mag worden getrokken, of de Mui Tsai een echte slaaf of slavin is, dan heeft het anti-Mui-Tsai-genootschap de beantwoording van die vraag toch wel heel wat minder ingewikkeld gemaakt door de navolgende vergelijking te publi- ceeren: Een slaaf kan men voor geld koopen; een Mui Tsai kan men voor geld koopen. Een slaaf wordt voor zijn arbeid niet betaald; een Mui Tsai wordt ook voor zijn arbeid niet betaald. Een slaaf kan worden overgedaan; en Mui Tsai kan ook worden overgedaan. Dit alles komt in het kort dus hierop neer, dat tot nu toe ook en vooral de En- gelschen zijn tekortgeschoten om daar te Iande dit systeem te wijzigen. Maar als de publieke opinie maar eenmaal is wak- ker geschud, dan zal ieder, die van goe- den wille is, niet ophouden voor en aleer ook aan dit noodlottige stelsel een einde is gemaakt. Zoo toch is gebeurd in Burma met in- gang van 1 Januari 1928, het besluit is qenomen en uitgevaardigd en uitgevoerd Zoo is ook gebeurd en dat is nog veel interessanter in Neapel, waar de ko- ning, de Maharajadhiraja Tribhubana Bir Bikram Jung Bahadur Shah Bahadur Shumshere zooals Z. M. voluit heet, pas 22 jaar oud is en verstandig! alle macht in handen laat van zijn eersten minister, die onder zijn 18 namen ook dien heeft van Maharaja. Het is aan dezen minister, dat wij de beslissing te danken hebben om de slaven in vrijheid te stel- len, terwijl tevens van hem afkomstig is •?een van de beste toespraken ten gunste van de afschaffing der slavernij. Over die toespraak en enkele andere vormen van slavernij nu nog iets in een slot- artikel. EERSTE KAMER. Vergadering van Dinsdag. 9 Voortgezet wordt met de algemeene be- scbouwingen brj de bebandeling van de rjjks- begrooting voor 1930. plan ben d'rop te wachten? Da's nou al een maand, da'k die stoelen gekrege zou hebbe om op te zitte. Hij's een gemeene bedrieger, werachtig as 't niet waar is, en dat mag je'em uit mijn naam zeggen, Bill „Verroest!" zei George paf. „Dat is Mr. Bolitho!" „Zoo, waar as 'k hier zit", stemde Mr. Todd, eveneens paf, bij. „Mr. Bolitho en niemand anders. Maar hoe verklaar je dat? Zijn we dan weer in onze beminde woonplaats terug?" ,,'t Schijnt van wel. Waarschijnlijk voltes gereden. Wat 'n bof, zeg! Voor- i uit, schreeuwen, tot ze ons er uit laten." Hij deed zijn raond al open en hief zijn hand al op om het schot te gaan beha- meren, toen hij iets hoorde, dat hem in een zoutpilaar veranderde. Het duet bui ten was in een terzet veranderd door een aristocratische en hun overbekende man- '••nenstem. ,,Neem me niet kwalijk, dat ik u in de rede val, Mr. Bolitho. Maar weet u ook. wanneer er van Yeobury een trein naar Londen vertrekt. Ai!" zei George. „F.-S.! F.-S. in eigen persoon!" s Hij wenkte zijn medepassagier om vooral stil te zijn, boog zich voorover, legde zijn oor tegen de reet tusschen de achterdeuren en luisterde met steeds grootcr wordende verbazing naar het ge- sprek, dat reeds elders geboekstaafd is. Het verzoek van F.-S. aan Ouwe Bill om mee te rijden gaf hem bijna den knock out, maar hij herstelde zich vlug, nog bij- tijds om Mr. Bolitho's vriendelijke af- scheidswoorden aan het adres van men schen, die zich zakenmenschen noemen te hooren. Daarna, toen de auto zich met een schok in beweging zette, zeeg hij op de rol karnetten achter hem neer en staar de Mr. Todd aan, zoo overbluft, door Minister Ruys zegt, dat het bedrijfsleven wordt gebaat door strenge afweging van de belangen van werkgevers en werknemers. Inzake de verhouding tot Belgie zal het richtsnoer tot nu toe gevolgd, voortgezet worden. Spreker hoopt, dat deze zaak, die er een is, die het geheele kabinet raakt spoedig zal kunnen worden geregeld tot wederzrjdsche bevrediging. Ten aanzien van Indie kan een richting „los van Nederland" niet worden aanvaard. Spreker verdedigt het eervol ontslag rnder dankbetuiging aan den afgetreden gouver- neur van Curagao. Zijn herplaatsing in den dienst der arbeidsinspectie was hem toege- zegd door het vorige kabinet. Spreker wijst vervolgens op de maatrege- len der regeering inzake de bestrijding van de pomografie, het vloeken in het leger en de publieke dansgelegenheden. De Bioscoopwet is voldoende waarborg voor de filmkeuring; exeessen zullen worden gewe'erd. Bij de bestrijding van de openbare zedeloos- heid wordt de regeering gesteund door de drie partijen ter rechterzijde, al hebben die geenszins het monopolie van zedelijkheid. Komende tot de meer principieele besprekin- gen, zegt spreker, dat zijn kabinet een extra- parlementair en geen koninklijk kabinet is. Een parlementair kabinet was niet mogelijk, omdat niet de zekerheid bestond van steun van alle drie rechtsche partijen. Niettemin acht spreker het kabinet toch homogeen. Vergadering van Woensdag. Voortgegaan wordt met de behandeling van de begrooting 1930. Aan de orde is Hoofdstuk II, Hooge Col leges van Staat. De heer Hermans (s.-d.) behandeld de ver- goeding voor de Eerste Kamerleden. Men moet, meent hij, als men niet gefortuneerd is, van deze betrekking kunnen leven. De heer Van Lanschot (r.-k.) verklaard namens alle overige fracties, dat zij het niet gewenscht achten, telken jare deze zaak te bespreken. De heer Oudegeest (s.-d.) zegt, dat de waardigheid der Eerste Kamer wordt neei- gedrukt, als leden daarvan in derde of vierde- rangshotels moeten logeeren. De Minister van Financien zegt, dat de re geering inzake de uitbetaling van drie maan den niets meer kan doen. Vergoeding voor verzuimden arbeid, naast verblijfkosten, acht hij in strijd met de Grondwet. De heer Hermans repliceert. Na dupliek van den Minister wordt Hoofd stuk H z. h. s. aangenomen. Aan de orde is Hoofdstuk VH B. (Finan cien. Mevrouw Pothuis-Smit (s.-d.) behandelt de zaak der oud-gepensionneerden. De heer De Veer (a.-r.) keurt het af, dat de aanslag in inkomsten- of vermogensbelas- ting met 25 pCt. wordt verhoogd, als men bij reclameering in het ongelijk wordt gesteld door den Raad van Beroep. Verder behandelt spreker de passencontrole die z.i. kan vervallen, en het brandgevaar voor rijksgebouwen. De heer Polak (s.-d.) vraagt een behoor- lijke toepassing van de Natuurschoonwet en bepleit behoud van natuurmenumenten. Hij behandelt verder het brandgevaar voor mo- numsntale gebouwen. Of de noodige maat- regelen worden genomen, betwijfelt hij. Af- doende voorzieningen achtte hij noodzakelijk. De heer Ossendorp (s-d.) protesteert tegen de overplaatsing van twee belastingkommie- zen, die zich bemoeid hebben met de land- deze nieuwe verwikkeling, dat hij zijn eenigen vurigen wensch, om uit hun eel op wieltjes verlost te worden, voor het oogenblik totaal vergeten was. ..Verdorie?" zei hij, na een paar oogehblikken zwakjes. ,.Wat beteekent dat nou weer?" „Ik h£-'t niet heelemaal gehoord, jong! Was 't Smith, die daar stond te praten?" „Ja, Reginald Featherstone Fanshawe- Smith in eigen persoon. En hij wou weten, wanneer er een trein naar Londen vertrok." „Zoo, wou ie dat! En nou rijdt-ie met ons mee. zonder dat hij weet, dat wij mee- rijden". ,,Zoo «s t. Ik zou er een pond nee, verdorie vijf pond voor over hebben om te weten, waaromwaarom hij mee- rijdt, bedoel ik." Mr. Todd was zeer tot zijn spijt niet in de gelegenheid van dit vriendelijke aanbod te profiteeren en dus bleef ons tweetal een poos lang zwijgend voor zich uit zitten kijken, met hun gedachten bij verschillende mogelijkheden en transpi- reerend, dat het een lust was, want de temperatuur in de auto begon langzamer- hand op die van een bakkersoven te ae- lijken. Van het „voorbalkon" bereikte hen geen enkel geluid, hetgeen zijn oor- zaak vond in 't feit, dat Fanshawe-Smith. na eenige heldhaftige pogingen om de conversatie aan den gang te houden, tegen den motor en het zintuigelijke ge- brek van Ouwe Bill in. het met een paar geforceerde stembanden had moeten af- leggen. ..Er is wat gebeurd, terwijl wij wcg waren", zei George opeens, „dat is zoo klaar als een klontje." Mr. Todd knikte, als bewijs van appre- ciatie voor deze logische redeneering. ,,TjaMaar wat?" Dat was een vraag, die George niet in een paar Wybert- tabletten! Zij bescher- men tegen verkoud- heid en infectie. (Ingez. Med.j arbeidersstaking in Groningen, en vraagt nieuw onpartijdig onderzoek. Na een pauze bespreekt de heer De Jong (r.-k.) de navordering met een viervoudige verhooging van de inkomstenbelasting, indie® nieuwe bronnen zijn verkregen, doch niet in rekening zijn gebracht brj aangifte. De heer Hermans (s.-d.) protesteert tegen het in rekening brengen als inkomen van het genot van vrij vervoer op de spoorwegen en het overschot van de vergoeding van verblijf kosten van leden der Eerste Kamer. TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. De voorzitter deelt mee, dat de centrale al- deeling besloten heeft, Donderdag in de &f- deelingen te doen onderzoeken het arbilrage- verdrag met Amerika. De heer De Visser (comm.) vraagt een in- terpellatie aan over het werkloosheidsvraag- stuk. Over dit verzoek wordt Woensdag be- slist. Voortgezet wordt de behandeling van 6e Indische begrooting. Bij de afdeeling handel, nijverheid en Iand- bouw zegt de heer Lovink (c.-h.), dat de landbouwvoorlichting den kleinen landboirsr nog meer vooruit moet brengen. Hij vraagt inlichtingen over de organisatie van dezen dienst, die z.i. centraal geregeld moet Dlijven. De heer Cramer (s.-d.) meent, dat er te weinig wordt gedaan door den landbouw- voorlichtingsdienst. Vergadering van Woensdag. Het laatste hoofstuk (marine) der Indische begrooting wordt aangenomen met 57 tegen 32 stemmen. Toegestaan wordt een interpellatie-de Vis ser over de werkeloosheid. Deze zal worden gehouden op een nader te bepalen dag. Bij het ontwerp betreffende verbetering van de haven van Vlissingen maakt de beer Van der Bilt (lib.) eenige opmerkingen over de loodsgelden. Door daling van de franc wordt Belgie eenzijdig bevoordeeld. Spreker wenscht daarover nadere onderhandelingen met Belgie. De heer Brautigam (s.-d.) is sceptisch ge- stemd ten opzichte van de ontwikkclings- mogelijkheid van de Vlissingsche haven. JDe loodsgelden zijn te hoog en dienen in over- eenstemming te worden gebracht met in het buitenland geldende tarieven. ECHTE FRIESCHE (Ingez. Men. staat was, te beantwoorden. En dus stri de hij zich tevreden met een opsomming van de punten van het probleem, in de volgorde, waarjn ze bij hem opkwamem .Waarom h^eft F.-S. nu opeens zoo'n haast om naar Londen terug te gaan? Waar zijn die twee onmogelijke helpers van hem? Wat is er met Carmencita gebeurd Hoe komt het „Ik krijg zoo den indruk", zei Mr. Todd nadenkend, „datHij zweeg veel- beteekenend. George knikte. „Jadat denk ik ook. Maar als 't zoo is, waarom gaat hij er dan niet in zijn auto vandoor? Wat is de reden van dit gaan per trein?" ..Misschien dattie genoeg van die hand- vatooren heb en zoo perbeert van ze af te kommeDat zou 't kenne zijn, he?" George schudde spijtig, maar zeer gedecideerd het hoofd. „Nee zoo is F.S. niet. En ten slotte is dat ook niet het belangrijkste punt Wat is er met Carmencita gebeurd, dat wil ik wetenWat is er met Carmen cita gebeurd Mr. Todd bekeek het verontrustte era verhitte gezicht van zijn metgezel en maakte kalmeerende geluiden. „Maak je daar niet ongerust over jong. Millie is der een die voor zich zelf kan zorgen. Alle kans, dat onze vriend- de steenen gevonden heb, voor dat Millie van der wandeling terug was. En dat hij non met den trein gaat en die twee tamznc boeven van 'em een valsch spoor met de auto laat make..." Weer werd het stil. George zat onbe- weeglijk voor zich uit te kijken alsof hij die theorie op vele manieren toetste. Maar opeens sprong hij overeind, botste met zijrr hoofd tegen den bovenkant van de Ford op en plantte zich, zoo goed en zoo kwaad als het ging voor Mr. Todd. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 1