ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Eerste Blad.
Slavernij.
De dolende Juweelen
J weer
imat-Koc/d
HEERENBAAI
No. 8499.
VRIJDAG 7 MAART 1930
70e Jaargang
FETTILLETON,
j BIHNENLAND,
20-50ct. per ons
Vraagt Uw Utinketier 'n pakje D*E
U RANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binn en Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr vr,r rn„t fi si ppr 3 maanden Bij voor udtbetaling fr. per post /6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2.25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling.
XJitgeefster: Firma P. 3. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20:
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien brj regelabonnement te gen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkriigbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave-
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, VVOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
IV.
Heel merkwaardig is het onderscheid,
dat er bestaat tusschen Sierra Leone als
kolonie en dus als Britsch grondgebied,
en het Britsche protectoraat van dien
naam. In de kolonie is de slavernij afge-
•chaft in 1833. Maar wij zijn nu haast
een eeuw verder, en al de pogingen, die
in het werk zijn gesteld om in het protec
toraat Sierra Leone de slavernij af te
echaffen hebben gefaald tot het jaar 1928.
Ook wat uitgestrektheid betreft, is er
groot verschil. De kolonie omvat onge-
veer 4000 vierkante mijlen met een bevol-
king van 85.000 zielen, terwijl het protec
toraat 27.000 vierkante mijlen beslaat met
een bevolking van ongeveer anderhalf
millioen inboorlingen. Sierra Leone is
ontstaan uit een verlangen van Engeland,
dat een geschikt grondgebied zocht om
daar vrijgelaten slaven aan het werk te
zetten. En te voren was de stad die nu
Freetown heet, de plaats vanwaar slaven
werden geexpedieerd. Soms gingen van
daaruit per jaar wel 60.000 slaven naar
Amerika
Wij geven hier nu geen verdere, uit-
voerige bijzonderheden over dit land cf
deze landen. De Britsche regeering heeft
vooral drie groote moeiliikheden gehad
bij haar pogingen tot afschaffing van de
6lavernij. In de eerste plaats was dit stel-
sel diep ingevreten in de gewoonten van
de bevolking van het protectoraat. In de
tweede plaats hingen de macht en de wel-
vaart der voornaamsten sterk samen met
het aantal slaven, dat zij in hun bezit had-
den. En dan was, in de derde plaats, er
[een publieke opinie tegen de slavernij.
Ook al de Kerken waren in dit opzicht
ceutraal Intusschen was hier 15
6laaf
Eigenlijk zijn pas in 1922 de eerste
pogingen hier begonnen tot afschaffing
van het oude stelsel. Maar de groote
strijd is pas echt aangevangen, toen in
vollen ernst de kwestie aan de orde werd
gesteld, of slaven als ..bezitting" als
„eigendom" beschouwd mochten en moes-
ten worden. De rechtbank, die hierover
te beslissen had, hield zitting te
Freetown, en die omstandigheid was
zeker wel vol ironie Er waren drie rech-
ters, twee van hen waren (het moet eer-
lijk worden bekend) op de hand van de
slavenhouders, en slechts een was tegen
de slavernij in elken vorm. Mr. Justice
Petrides verklaarde ronduit, dat twee on-
rechtvaardige zaken samen nog geen
recht maken. Hij wilde wel toegeven, dat
de wetgeving wellicht een verzuim had
gepleegd door niet van stonde aan alle
slavernij te verbieden, maar dan mocht
toch niet van de Justitie worden verlangd,
dat men nu alle vrijheidspogingen dezer
lieden zou tegengaan. Deze eene rechter
was en bleef echter in de minderheid.
door
K. R. G. BROWNE.
53)
Vervolg.
„En in plaats daarvan gaan we nou een
rondreisje door het Vereenigd Koninkrijk
doen. Wel, ik heb altijd graag magge
reizen
„Dat-'s onzin", zei George in een
manmoedige poging om ook de licht-
puntjes te zien. ,,Die vent met zijn baard
moet deze collectie hier toch ergens afle-
veren en dan kunnen we eruit."
,,Da's waar. Maar as we net zoo blijve
boffe als we sinds gisteravond aeboft
hebben, is 't adres ergens in Edinburgh
of zoo".
Een paar minuten bleef het stil. Dan
kuchte George, bij wijze van inleiding,
een paar maal verlegen en begon zijn ziel
te ontdoen van datgene, dat er als een
zware last op gelegen had.
,,Wat ik zeggen wou, Mr. Todd, ik
vindt het reuzen-lam, dat ik u hierin ge-
haald heb. U bent hier gekomen voor uw
vacantie, om te genieten en uit te rusten
en niet om in een inferieur type dieven-
wagen rondgesleept te worden, of om
stompen in uw maag te krijgen, of alles
en iedereen te moeten staan. Ik bedoel,
als een voorbeeld van onze hooggeroemde
Engelsche gastvrijheid is het
Mr. Toda zette met een breeden grijns
een punt achter de verontschuldiging.
,,Wel, jong, maak je niet zoo dik om
niks. Ik heb me in me heele leven niet
zoo best geamuseerd. Elke minuut wor
ik, om zoo te zeggen, een jaar jonger en.
Den slavenhouders bleef de vrijheid ge-
waarborgd om hun ,,bezittingen" terug
te eischen. Toch is het misschien maar
goed, dat dit proces er geweest is. De
storm van verontwaardiging, die daaruit
is voortgekomen, heeft met groote kracht
de pogingen tot algemeene afschaffing
der slavernij ook in het Protectoraat be-
vorderd. En op 1 Januari 1928 werden!
al de 214.000 slaven vrij verklaard!
Alleen:de uitwerking laat nog wel
wat op zich wachten.
Free-town de stad der vrijheid,
is langen tijd, zooals wij zaqen, een haard
van onvrijheid geweest. Hoe staan deze
zaken nu in Liberia, het land der vrij
heid? (Liberia beteekent immers: vrij
land!) Ook deze regeering heeft haar
vertegenwoordigers te Geneve, maar de
opgave van het aantal slaven in dit land
varieert van 100.000 tot 500.000, terwijl
de Grondwet van Liberia verklaart, dat
hier geen slavernij mag bestaan, in wel-
ken vorm ook! Mevrouw Kathleen
Simon heeft niet onaardig gezegd, dat
men uit de economische achterlijkheid van
Liberia haast reeds onmiddellijk besluiten
kan tot het bestaan van slavernij aldaar.
Maar erger dan in eenig land ter
wereld, erger dan in Afrika, in Abessinie
of Soedan, erger dan in Sierra Leone of
Liberia, is net op dit punt gesteld in
China! In de achttien provincies van dat
land, die samen een oppervlakte hebben
achtmaal zoo groot als Duitschland, en
een bevolking van meer dan 300 millioen.
zijn er millioenen en millioenen kinderen
en jonge menschen, die als slaven worden
beschouwd en behandeld. Wanneer
men daar nu over spreekt, komen som-
migen met dezelfde ouderwetsche ver-
dediging: zij pleiten dan, dat de geval-
len van wreedheid heel schaarsch zijn,
dat de wijsgeerige beschouwingen der
slachtoffers een dergelijke onderdanigheid
zeer wel gedoogen, en dat in elk geval
deze slavernij slechts duurt tot een leef-
tijd van 15 of 20 jaar, waarna het lands-
gewoonte is, dat deze jonge menschen
worden verkocht en gekocht, waardoor
hun slavernij als vanzelf een einde neemt.
Gelukkig laten velen zich door derge
lijke drogredenen niet vangen of verblin-
den. Lord Davidson of Lambeth, de
latere aartsbisschop van Canterbury,
heeft gedurende de debatten in het Hoo-
ger Huis, 13 Mei 1925, verklaard, dat de
mededeelingen over China en over de
mate en het karakter der slavernij aldaar
hem in hooge mate hadden verbaasd. Hij
had gelegenheid gehad om daarover eens
te praten met een eminent Chinees, die
toen juist in Engeland was. De aarts
bisschop had de toestanden geteekend
zoo donker als hij ze zag. Maar die
Chinees had hem gezegd, dat de toestan
den nog veel donkerder waren. Hij zag
kans om overal, waar hij dat wilde,
meisjes te koopen, zelfs te Shanghai. Een
ander uitnemend kenner van de toestan
den in het ,,Hemelsche Rijk" heeft be
rekend, dat er in China alleen twee mil
lioen slavenkinderen zijn, die het absoluut
een pond lichter. Ik he-je toch gezegd.
dat't met te doen was om afleidina. Nou.
nou he-k m'n zin. As dit geen afleiding
is! Waratje, jong, ik zou niets weten.
datik liever dee. Je zal mijn niet hoore
jeremieere, dat je die dag op me hoed
getrapt heb. Maar nou over iets anders",
ging de corpulente Amerikaan voort, ter
wijl hij zijn voorhoofd afbette en met een
vinger zijn boord wijder trok. ,,'t
Wordt hier wat je noemt balsamiekes.
Die rammelkast hier is niet op pasagiers-
vervoer berekend".
,,'k Heb het in een Turksch bad wel-is
koeler gehad", zei George opgewekt,
aangestoken door het onverwoestbare
humeur van zijn metgezel, ,,maar ik zou
niet weten, watHallo!"
De auto had voor de tweede maal.
schokkend en kreunend en steunend, halt
gemaakt. Dezen keer stopte de motor
eveneens iets, dat hij waarschijnlijk
half dozijn keeren uit eigen beweging
deed de chauffeur daalde zoowel hoor-
baar als voelbaar van zijn verheven zit-
plaats af.
,.Waar zouen we nou zijn", amechtigde
Mr. Todd.
„Dat mag de hemel weten! In Aber
gavenny of Ipswich, als 't goed gaat.
Maar laten we het nog eens met vereen-
de krachten probeeren, zeg! Ze moeten
ons nu hooren".
Maar juist toen ze hun longen extra
vulden om dit voornemen ten uitvoer te
brengen, hoorden zij iets, waardoor ze
elkaar met hun monden open bleven staan
aankijken. Hun chauffeur stond blijkbaar
te converseeren met een ander en de
stem van dien ander was dank zij het
feit, dat hij twee maal zoo luid was ais
gewoonlijk niet alleen duidelijk hoor-
baar, maar hun allebei bekend.
,,Wat, benne ze nog niet klaar!" zei de
stem boos. „Hoc lang denk je, da'k van
bezit zijn van hun eigenaars en die dus
systematisch mogen worden uitgevloekt,
geranseld, gefolterd en zelfs gedood, zon-
der dat daar een haar, naar kraait, of er
eenige straf op staat. De meisjes worden
bijna zonder uitzondering „opgeleid" tot
prostitutie!
En nu gebeuren deze dingen in een van
de meest gemoderniseerde gedeelten van
China, waar een breede Europeesche be
volking zich bvindt, waar talrijke kerken
staan, en waar kranten verschijnen onder
leiding van bekwame v.itgevers. Als zoo
iets daar gebeurt, behoeft men niet te
vragen: hoe de toestanden verder het
binnenland-in zullen zijn. En natuurlijk,
nu kan men best begrijpen, hoe moeielijk
het is om dergelijke instellingen uitge-
roeid te krijgen, die zoo geheel als zijn
samengegroeid met het volksbestaan.
Maar de oogen gaan toch al meer en meer
open voor de ellende van dit systeem, en
als het dan misschien nog een oogenblik
in twijfel kan of mag worden getrokken, of
de Mui Tsai een echte slaaf of slavin is,
dan heeft het anti-Mui-Tsai-genootschap
de beantwoording van die vraag toch wel
heel wat minder ingewikkeld gemaakt
door de navolgende vergelijking te publi-
ceeren:
Een slaaf kan men voor geld koopen;
een Mui Tsai kan men voor geld koopen.
Een slaaf wordt voor zijn arbeid niet betaald;
een Mui Tsai wordt ook voor zijn arbeid
niet betaald.
Een slaaf kan worden overgedaan;
en Mui Tsai kan ook worden overgedaan.
Dit alles komt in het kort dus hierop
neer, dat tot nu toe ook en vooral de En-
gelschen zijn tekortgeschoten om daar te
Iande dit systeem te wijzigen. Maar als
de publieke opinie maar eenmaal is wak-
ker geschud, dan zal ieder, die van goe-
den wille is, niet ophouden voor en aleer
ook aan dit noodlottige stelsel een einde
is gemaakt.
Zoo toch is gebeurd in Burma met in-
gang van 1 Januari 1928, het besluit is
qenomen en uitgevaardigd en uitgevoerd
Zoo is ook gebeurd en dat is nog veel
interessanter in Neapel, waar de ko-
ning, de Maharajadhiraja Tribhubana
Bir Bikram Jung Bahadur Shah Bahadur
Shumshere zooals Z. M. voluit heet,
pas 22 jaar oud is en verstandig!
alle macht in handen laat van zijn eersten
minister, die onder zijn 18 namen ook dien
heeft van Maharaja. Het is aan dezen
minister, dat wij de beslissing te danken
hebben om de slaven in vrijheid te stel-
len, terwijl tevens van hem afkomstig is
•?een van de beste toespraken ten gunste
van de afschaffing der slavernij. Over
die toespraak en enkele andere vormen
van slavernij nu nog iets in een slot-
artikel.
EERSTE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
9 Voortgezet wordt met de algemeene be-
scbouwingen brj de bebandeling van de rjjks-
begrooting voor 1930.
plan ben d'rop te wachten? Da's nou al
een maand, da'k die stoelen gekrege zou
hebbe om op te zitte. Hij's een gemeene
bedrieger, werachtig as 't niet waar is, en
dat mag je'em uit mijn naam zeggen,
Bill
„Verroest!" zei George paf. „Dat is
Mr. Bolitho!"
„Zoo, waar as 'k hier zit", stemde Mr.
Todd, eveneens paf, bij. „Mr. Bolitho
en niemand anders. Maar hoe verklaar
je dat? Zijn we dan weer in onze beminde
woonplaats terug?"
,,'t Schijnt van wel. Waarschijnlijk
voltes gereden. Wat 'n bof, zeg! Voor-
i uit, schreeuwen, tot ze ons er uit laten."
Hij deed zijn raond al open en hief zijn
hand al op om het schot te gaan beha-
meren, toen hij iets hoorde, dat hem in
een zoutpilaar veranderde. Het duet bui
ten was in een terzet veranderd door een
aristocratische en hun overbekende man-
'••nenstem.
,,Neem me niet kwalijk, dat ik u in de
rede val, Mr. Bolitho. Maar weet u ook.
wanneer er van Yeobury een trein naar
Londen vertrekt.
Ai!" zei George. „F.-S.! F.-S. in
eigen persoon!"
s Hij wenkte zijn medepassagier om
vooral stil te zijn, boog zich voorover,
legde zijn oor tegen de reet tusschen de
achterdeuren en luisterde met steeds
grootcr wordende verbazing naar het ge-
sprek, dat reeds elders geboekstaafd is.
Het verzoek van F.-S. aan Ouwe Bill om
mee te rijden gaf hem bijna den knock
out, maar hij herstelde zich vlug, nog bij-
tijds om Mr. Bolitho's vriendelijke af-
scheidswoorden aan het adres van men
schen, die zich zakenmenschen noemen
te hooren. Daarna, toen de auto zich met
een schok in beweging zette, zeeg hij op
de rol karnetten achter hem neer en staar
de Mr. Todd aan, zoo overbluft, door
Minister Ruys zegt, dat het bedrijfsleven
wordt gebaat door strenge afweging van de
belangen van werkgevers en werknemers.
Inzake de verhouding tot Belgie zal het
richtsnoer tot nu toe gevolgd, voortgezet
worden.
Spreker hoopt, dat deze zaak, die er een is,
die het geheele kabinet raakt spoedig zal
kunnen worden geregeld tot wederzrjdsche
bevrediging.
Ten aanzien van Indie kan een richting
„los van Nederland" niet worden aanvaard.
Spreker verdedigt het eervol ontslag rnder
dankbetuiging aan den afgetreden gouver-
neur van Curagao. Zijn herplaatsing in den
dienst der arbeidsinspectie was hem toege-
zegd door het vorige kabinet.
Spreker wijst vervolgens op de maatrege-
len der regeering inzake de bestrijding van de
pomografie, het vloeken in het leger en de
publieke dansgelegenheden. De Bioscoopwet
is voldoende waarborg voor de filmkeuring;
exeessen zullen worden gewe'erd.
Bij de bestrijding van de openbare zedeloos-
heid wordt de regeering gesteund door de
drie partijen ter rechterzijde, al hebben die
geenszins het monopolie van zedelijkheid.
Komende tot de meer principieele besprekin-
gen, zegt spreker, dat zijn kabinet een extra-
parlementair en geen koninklijk kabinet is.
Een parlementair kabinet was niet mogelijk,
omdat niet de zekerheid bestond van steun
van alle drie rechtsche partijen. Niettemin
acht spreker het kabinet toch homogeen.
Vergadering van Woensdag.
Voortgegaan wordt met de behandeling van
de begrooting 1930.
Aan de orde is Hoofdstuk II, Hooge Col
leges van Staat.
De heer Hermans (s.-d.) behandeld de ver-
goeding voor de Eerste Kamerleden. Men
moet, meent hij, als men niet gefortuneerd is,
van deze betrekking kunnen leven.
De heer Van Lanschot (r.-k.) verklaard
namens alle overige fracties, dat zij het niet
gewenscht achten, telken jare deze zaak te
bespreken.
De heer Oudegeest (s.-d.) zegt, dat de
waardigheid der Eerste Kamer wordt neei-
gedrukt, als leden daarvan in derde of vierde-
rangshotels moeten logeeren.
De Minister van Financien zegt, dat de re
geering inzake de uitbetaling van drie maan
den niets meer kan doen. Vergoeding voor
verzuimden arbeid, naast verblijfkosten, acht
hij in strijd met de Grondwet.
De heer Hermans repliceert.
Na dupliek van den Minister wordt Hoofd
stuk H z. h. s. aangenomen.
Aan de orde is Hoofdstuk VH B. (Finan
cien.
Mevrouw Pothuis-Smit (s.-d.) behandelt de
zaak der oud-gepensionneerden.
De heer De Veer (a.-r.) keurt het af, dat
de aanslag in inkomsten- of vermogensbelas-
ting met 25 pCt. wordt verhoogd, als men bij
reclameering in het ongelijk wordt gesteld
door den Raad van Beroep.
Verder behandelt spreker de passencontrole
die z.i. kan vervallen, en het brandgevaar
voor rijksgebouwen.
De heer Polak (s.-d.) vraagt een behoor-
lijke toepassing van de Natuurschoonwet en
bepleit behoud van natuurmenumenten. Hij
behandelt verder het brandgevaar voor mo-
numsntale gebouwen. Of de noodige maat-
regelen worden genomen, betwijfelt hij. Af-
doende voorzieningen achtte hij noodzakelijk.
De heer Ossendorp (s-d.) protesteert tegen
de overplaatsing van twee belastingkommie-
zen, die zich bemoeid hebben met de land-
deze nieuwe verwikkeling, dat hij zijn
eenigen vurigen wensch, om uit hun eel
op wieltjes verlost te worden, voor het
oogenblik totaal vergeten was.
..Verdorie?" zei hij, na een paar
oogehblikken zwakjes. ,.Wat beteekent
dat nou weer?"
„Ik h£-'t niet heelemaal gehoord, jong!
Was 't Smith, die daar stond te praten?"
„Ja, Reginald Featherstone Fanshawe-
Smith in eigen persoon. En hij wou
weten, wanneer er een trein naar Londen
vertrok."
„Zoo, wou ie dat! En nou rijdt-ie met
ons mee. zonder dat hij weet, dat wij mee-
rijden".
,,Zoo «s t. Ik zou er een pond nee,
verdorie vijf pond voor over hebben om
te weten, waaromwaarom hij mee-
rijdt, bedoel ik."
Mr. Todd was zeer tot zijn spijt niet
in de gelegenheid van dit vriendelijke
aanbod te profiteeren en dus bleef ons
tweetal een poos lang zwijgend voor zich
uit zitten kijken, met hun gedachten bij
verschillende mogelijkheden en transpi-
reerend, dat het een lust was, want de
temperatuur in de auto begon langzamer-
hand op die van een bakkersoven te ae-
lijken. Van het „voorbalkon" bereikte
hen geen enkel geluid, hetgeen zijn oor-
zaak vond in 't feit, dat Fanshawe-Smith.
na eenige heldhaftige pogingen om de
conversatie aan den gang te houden,
tegen den motor en het zintuigelijke ge-
brek van Ouwe Bill in. het met een paar
geforceerde stembanden had moeten af-
leggen.
..Er is wat gebeurd, terwijl wij wcg
waren", zei George opeens, „dat is zoo
klaar als een klontje."
Mr. Todd knikte, als bewijs van appre-
ciatie voor deze logische redeneering.
,,TjaMaar wat?"
Dat was een vraag, die George niet in
een paar Wybert-
tabletten! Zij bescher-
men tegen verkoud-
heid en infectie.
(Ingez. Med.j
arbeidersstaking in Groningen, en vraagt
nieuw onpartijdig onderzoek.
Na een pauze bespreekt de heer De Jong
(r.-k.) de navordering met een viervoudige
verhooging van de inkomstenbelasting, indie®
nieuwe bronnen zijn verkregen, doch niet in
rekening zijn gebracht brj aangifte.
De heer Hermans (s.-d.) protesteert tegen
het in rekening brengen als inkomen van het
genot van vrij vervoer op de spoorwegen en
het overschot van de vergoeding van verblijf
kosten van leden der Eerste Kamer.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
De voorzitter deelt mee, dat de centrale al-
deeling besloten heeft, Donderdag in de &f-
deelingen te doen onderzoeken het arbilrage-
verdrag met Amerika.
De heer De Visser (comm.) vraagt een in-
terpellatie aan over het werkloosheidsvraag-
stuk. Over dit verzoek wordt Woensdag be-
slist.
Voortgezet wordt de behandeling van 6e
Indische begrooting.
Bij de afdeeling handel, nijverheid en Iand-
bouw zegt de heer Lovink (c.-h.), dat de
landbouwvoorlichting den kleinen landboirsr
nog meer vooruit moet brengen. Hij vraagt
inlichtingen over de organisatie van dezen
dienst, die z.i. centraal geregeld moet Dlijven.
De heer Cramer (s.-d.) meent, dat er te
weinig wordt gedaan door den landbouw-
voorlichtingsdienst.
Vergadering van Woensdag.
Het laatste hoofstuk (marine) der Indische
begrooting wordt aangenomen met 57 tegen
32 stemmen.
Toegestaan wordt een interpellatie-de Vis
ser over de werkeloosheid. Deze zal worden
gehouden op een nader te bepalen dag.
Bij het ontwerp betreffende verbetering
van de haven van Vlissingen maakt de beer
Van der Bilt (lib.) eenige opmerkingen over
de loodsgelden. Door daling van de franc
wordt Belgie eenzijdig bevoordeeld. Spreker
wenscht daarover nadere onderhandelingen
met Belgie.
De heer Brautigam (s.-d.) is sceptisch ge-
stemd ten opzichte van de ontwikkclings-
mogelijkheid van de Vlissingsche haven. JDe
loodsgelden zijn te hoog en dienen in over-
eenstemming te worden gebracht met in het
buitenland geldende tarieven.
ECHTE FRIESCHE
(Ingez. Men.
staat was, te beantwoorden. En dus stri
de hij zich tevreden met een opsomming
van de punten van het probleem, in de
volgorde, waarjn ze bij hem opkwamem
.Waarom h^eft F.-S. nu opeens zoo'n
haast om naar Londen terug te gaan?
Waar zijn die twee onmogelijke helpers
van hem? Wat is er met Carmencita
gebeurd Hoe komt het
„Ik krijg zoo den indruk", zei Mr. Todd
nadenkend, „datHij zweeg veel-
beteekenend. George knikte.
„Jadat denk ik ook. Maar als
't zoo is, waarom gaat hij er dan niet in
zijn auto vandoor? Wat is de reden van
dit gaan per trein?"
..Misschien dattie genoeg van die hand-
vatooren heb en zoo perbeert van ze af te
kommeDat zou 't kenne zijn, he?"
George schudde spijtig, maar zeer
gedecideerd het hoofd.
„Nee zoo is F.S. niet. En ten slotte
is dat ook niet het belangrijkste punt
Wat is er met Carmencita gebeurd, dat
wil ik wetenWat is er met Carmen
cita gebeurd
Mr. Todd bekeek het verontrustte era
verhitte gezicht van zijn metgezel en
maakte kalmeerende geluiden.
„Maak je daar niet ongerust over
jong. Millie is der een die voor zich zelf
kan zorgen. Alle kans, dat onze vriend- de
steenen gevonden heb, voor dat Millie van
der wandeling terug was. En dat hij non
met den trein gaat en die twee tamznc
boeven van 'em een valsch spoor met de
auto laat make..."
Weer werd het stil. George zat onbe-
weeglijk voor zich uit te kijken alsof hij
die theorie op vele manieren toetste. Maar
opeens sprong hij overeind, botste met zijrr
hoofd tegen den bovenkant van de Ford
op en plantte zich, zoo goed en zoo
kwaad als het ging voor Mr. Todd.
(Wordt vervolgd.)