en dat maakt een verschil van 400. Ook hem
komt die afwjjking van dit advies eigenaardig
voor.
De heer DE BAKKER vraagt, waar het
verschll tusschen deze grand en de andere in
de omgeving eigenljjk in zit. Het komt hem
voor, dat de ligging weinig verschil maakt.
En wat de bemerking van den heer Bedet
betreft, dat een bedrijf moet gesteund worden,
als de andere grond dan ook voor hedrijven
wordt gevraagd komt er niets van terecht.
De heer GEELHOEDT betoogt, dat deze
grond minder waarde heeft dan de andere.
Dit perceel ligt geheel achter de affuitloods,
aan een eindje doodloopende straat. Men kan
daar niet voor vragen wat elders gevraagd
wordt. De andere grond ligt in het front
en daarvoor zal weer de prjjs gelden, die voor
de andere daar gelegen bouwgrond gevraagd
wordt.
Wat een kostenberekening betreft, waar
de heer Hamelink naar vroeg, deelt hjj
mede, dat de grond waarop de loods staat
1135 M2. groot is, de gang ten Noorden van
de loodsen is 323 M2., die ten Zuiden 296 M2.,
#n het onbebouwd gedeelte van den grond dat
aan de gemeente behoort 652 M2., totaal dus
2406 M2. Daar gaat af voor straten 729 M2.,
rest 1677 M2. voor bouwgrond. 407 M2. wordt
•r verkocht aan den heer Visser ad 5 is
2035. Dan bljjft er nog te verkoopen
1270 M2. tegen f 8 per M2. en de opbrengst
van de afbraak der loods, klinkers en keien.
De kosten van de loods, de'betonmuur en be-
stratingswerken beloopen 12.400. Spreker
heeft hier nog een volledige begrooting voor
het uitvoeren van bestratingswerken en riolee-
ring ten bedrage van f 11.600, doch daarvan
komt 8000 ten laste van de Burgemeester
Geillstraat en 3600 voor het affuitloodster-
rein. Indien men alles bijeen neemt, verwach-
ten burgemeester en wethouders van de op
brengst van den grond, zooals ze dat thans
voorstellen nog een overschot voor de ge
meente.
De heer BEDET: Maar dan rekent u geen
rente van het er in gestoken kapitaal.
De heer DE BAKKER merkt op, dat men
dien geraamden prijs er nog niet voor heeft
ontvangen.
De heer GEELHOEDT veronderstelt, dat
die prijs daar evengoed betaald wordt als
voor den grond aan de Burgemeester Geill
straat.
De heer SCHEELE wijst er den heer Bedet
op, dat er weliswaar renteverlies is, doch dat
de raad dien ouden rommel daar heeft willen
opruimen; dat is voor de gemeente toch ook
wat waard. De omgeving zal er beter door
worden en voor de goede zaak moet men dan
wat lijden.
De heer COLSEN vraagt, of de affuitloods
•1 verkocht is.
De VOORZITTER deelt mede, dat daar
voor inschrijvingen zijn gevraagd tegen 4
Maart aanstaande. Het blijkt, dat er ver-
echillende gegadigden zijn.
De heer HAMELINK is nog niet geheel
overtuigd, dat het door burgemeester en wet
houders voorgestelde bedrag juist is. Hij
veronderstelt, dat de gemeentebouwmeester,
toen hij zijn advies neerpende, toch de opvat-
ting zal gehad hebben, dat het 6 per M2.
behoorde te zijn, al zal hij zich nader hebben
neergelegd bij de opvatting van burgemeester
en wethouders, die, overeenkomstig de aan-
vraag van den heer Visser f 5 voorstellen.
Spreker meent, dat de raad den heer Visser
al ter wille is, indien hem den grond wordt
verkocht voor 6, aangezien dit 2 per M2.
of 25 goedkooper is, dan de overigens
geldende prijs. Hij acht dat een belangrijke
tegemoetkoming. En die eene gulden per M2.
meer, zal voor het bedrijf toch nog zoo geen
zware last zijn. Het is toch inderdaad voor
het bedrijf van groote waarde, in de nabijheid
een terrein te kunnen koopen, waar de aan-
▼rager daarvoor anders naar de overzijde van
het kanaal zou moeten gaan. Als men mid
den in de stad zoo'n gelegenheid kan stichten
is dit heel wat waard en is er geen aanleiding
om dien grond voor iets meer dan de helft
der waarde van den anderen grond te ver
koopen. Het is aan spreker ook heelemaal
nog niet duidelijk, dat daar geen woningen
zouden kunnen gebouwd worden. Hij zou
willen vasthouden aan den aanvankelijk door
den gemeentebouwmeester geadviseerden prijs
van 6 per M2.
De VOORZITTER deelt mede, dat hier een
vergissing bestaat. Het was juist de ge
meentebouwmeester, die aanvankelijk advi-
seerde tot een pros van f 5 per M2. Daar zijn
burgemeester en wethouders bij hun onder-
handelingen met den heer Visser op af ge-
gaan. Later kwam de bouwmeester met een
advies van f 6, doch burgemeester en wet
houders hebben toen gezegd: dat gaat niet.
Zjj hadden toen al onderhandeld. Het is hier
niet alleen een kwestie van koopmansinzicht,
doch er waren voor dit voorstel drie elemen-
ten. In de eerste plaats de ligging van den
grond, achter de affuitloods en door den vorm
moeilijk om te bebouwen; het perceel komt
aan een doodloopend slop. Dan wenschten
burgemeester en wethouders den affuitloods
voor de gemeente te koopen, zoo voordeelig
mogelrjk en was het gewenscht, andere ge
gadigden weg te houden. Zij hebben vooraf
gesproken met den heer Visser, die de loods
voor zijn bedrijf gehuurd had en hem toege-
zegd, dat zij hem schappelijk aan een stukje
grond, voor het bouwen eener nieuwe berg-
plaats zouden helpen, daar hij anders in
moeilijkheden zou komen. Er bestaat dus
eenige verplichting tegenover den heer Visser.
De heer HAMELINK meent, dat het bedrjjf
toch niet bijzonder zou gedrukt worden, als
de heer Visser 1 per M2. meer betaalde, dat
was per jaar maar 24 meer,
De VOORZITTER zal de zaak van den heer
Visser niet waardeeren of specificeeren, maar
meent dat een bedrag van 400 meer voor
dezen wel beteekenis heeft.
Het voorstel van burgemeester en wet
houders wordt aangenomen met 7 tegen 4
stemmen.
Voor stemmen de heeren De Jager, Geel-
hoedt, Scheele, Verlinde, De Bruijne, Colsen
en Bedet; tegen stemmen de heeren De Bak-
ker, Hamelink, Van Driel en Van den Bulck.
4. Vergunning voor het hebben van een
kelderkoekkoek.
Naar aanleiding van het ingekomen ver-
zoek van H. R. A. de Mejjer, om vergunning
voor het hebben van een kelderkoekkoek in
gemeentegrond lang 1,95 M., breed 0,15 M..
aan zjjn woning aan de Scheldekade, no. 48,
stellen burgemeester en wethouders voor die
vergunning te verleenen, onder voorwaarde
dat de verzoeker of zijn rechtverkrijgenden
jaarlijks zullen betalen een retributie van 1;
de kelderkoekkoek moet door of van wege
verzoeker worden gemaakt en afgedekt ge-
ljjk met den bovenkant van het aangrenzende
trottoir met een ijzeren rooster, geheel ten
genoege van burgemeester en wethouders.
Dit voorstel wordt met algemeene stem-
men aangenomen.
5. Verzoelten in zake winkelsluiting.
Ingekomen is een adres van Th. van Kou-
teren en 88 anderen (op dit adres voorko-
mende onderteekeningen zjjn weer terugge-
nomen) luidende als volgt:
De ondergeteekenden winkeliers en kappers
van de gemeente Ter Neuzen, verzoeken in
verband met de in werking treding van de
arbeidswet, Uw college, in de politieverorde-
ning op te willen nemen, dat de winkels en
salons niet geopend voor het publiek mogen
zijn, na 8 uur's avonds, uitgezonderd's Zater-
dags en dagen voorafgaande aan erkende
feestdagen, waarop dan het sluitingsuur zou
worden bepaald op 10 uur 's avonds.
Bij dit adres is gevoegd de volgende toe-
lichting:
Allereerst mogen wij tot onze tevredenheid
verklaren, dat behoudens enkele uitzonderin-
gen de lijst nagenoeg overal met sympathie
is ontvangen, hetgeen reeds aanstonds blijkt
uit het groote aantal handteekeningen, dat we
mochten ophalen, er ontbreken nog enkele
handteekeningen, die we gaame zouden heb
ben gezien, doch waarvan de hoofdeo niet ge-
negen waren om te teekenen om principieele
redenen (want deze zaken sluiten nu reeds
om 8 uur) anderen weer liet het volkomen
koud, zouden met de groote hoop meegaan,
maar voelden meer voor het devies „de kat
uit den boom kjjken"? dan te teekenen, alles
bij elkaar genomen kunnen we met genoegen
constateeren, dat voor een besliste tegenkan-
ting tegen ons verzoek voorzoover wij kunnen
nagaan geen sprake is.
Zooals U duidelijk zal zijn is de strekking
van het adres: het verkrijgen van een alge
meene acht uur-winkelsluiting voor winkels
en kapperssalons met dien verstande, dat het
publiek dat voor acht uur in de zaak aan-
wezig is, mag bediend worden tot uiterlijk
half negen, met uitzondering voor de winkels
in de week voorafgaande aan St. Nicolaas,
waarop dan deze zaken geopend zouden
mogen zijn tot tien uur. In gevallen dat
schippers na acht uur consumptieartikelen of
materialen noodig hebben, kunnen zij zich
vervoegen bij de politie voor een bewijs (met
datum), of ieder politieagent krijgt machti-
ging in dergelijke gevallen zelfstandig te
mogen optreden.
Boetebepaling in geval van overtreding
wordt natuurlijk aan uw college overgelaten.
Het spreekt vanzelf, dat wij de regeling
geheel aan u overlaten, maar vonden het
dienstig een en ander naar voren te brengen.
Zonder eenigen invloed te willen uitoefenen,
mogen wij> u toch wel opmerkzaam maken,
dat verzoekschriften als dit, bij de meeste
gemeenteraden een gunstig onthaal vindt.
Rest nog het verzoek om de verordening (in
dien ze aangenomen wordt) zoo spoedig mo-
gelijk in werking te doen treden.
Vervolgens is ingekomen een adres van R.
J. van Dixhoorn en 119 anderen, alien winke
liers in deze gemeente:
dat zij vernomen hebben, dat bij Uw College
een verzoek is ingediend om bij gemeentever-
ordening een winkelsluiting des namiddags 8
uur voor te schrijven;
dat zij Uw college beleefd verzoeken, hierop
niet in te gaan en wel op de gronden, in de
hierbij gevoegde memorie van toelichting
nader omschreven.
Memorie van Toelichting:
Een winkelsluiting des avonds 8 uur achten
ondergeteekenden voor deze gemeente die als
plattelandsch gemeente kan aangemerkt wor
den veel te vroeg. Voor een plattelandsch be-
volking die niet gewoon is en er ook den tijd
niet voor heeft in verband met hunne werk-
zaamheden, om des namiddags te winkelen
en hare inkoopen te doen, zijn de avonduren
daarvoor aangewezen.
De werktijd is in den regel tot 6 A 7 uur des
namiddags, zoodat bij een sluiting om 8 uur
de tijd om inkoopen te doen veel te kort is.
Dit zal zich des zomers nog meer doen gevoe-
len, in verband met den zomertijd, waarmede
de plattelandsch bevolking in den regel niet
mede gaat.
Ook bij het des avonds invallen der water-
getijen zullen de hier passeerende binnen-
schippers niet in de gelegenheid zijn, bij zulk
vroeg sluitingsuur hunne inkoopen te doen, en
zullen deze op die plaatsen doen, waar een
dergelijke verordening niet bestaat.
Bovendien schijnt er voor deze materie een
Rijksregeling in voorbereiding te zijn, waar-
door eene gemeenteregeling dan toch overbo-
dig wordt.
De ondergeteekenden, die teekenden dat zjj
op hun besluit zijn teruggekomen hebben eerst
op de eerste ljjst geteekend maar zien nu in,
dat een sluiting om 8 uur in verband met den
zomertjjd veel te vroeg is.
Daarop is van de commissie van actie v66r
de winkelsluiting nog ingekomen het volgend
schrijven
Naar aanleiding van het adres inzake win
kelsluiting, dat a.s. Donderdag door Uwen
Raad zal behandeld worden, zijn wij zoo vrij
U nog even op het volgende attent te maken;
dat de lijst v66r winkelsluiting geen 88
maar 100 hanteekeningen bevat zoowel van
de grootste als van de kleinere zaken.
dat we dit aantal wel hadden kunnen ver-
dubbelen, indien we met onze lijst op dezelfde
manier hadden gewerkt als dit is geschied
door lijst no. 2, n.l. door de menschen te be-
werken door averechtsche voorstelling der
feiten, enz.
Dit is dan ook de reden dat er enkele zaken
dubbel hebben geteekend.
Dat er een wetsontwerp aanhangig is in de
Tweede Kamer is een reden temeer om op
het adres gunstig te beschikken inplaats van
afwijzend.
Dat zelfs de heer Inspecteur op de Arbeids
wet, in een gesprek met een onzer zijn groote
verwondering te kennen gaf, dat er in Ter
Neuzen nog geen gemeentelijke verordening
was op winkelsluiting;
Dat in de gemeenten Vlissingen, Middelburg,
Goes en Ovezande de laatsten tijd verplichte
sluiting is bepaald.
Hieronder volgt een opgaaf van 108 plaat
sen waar winkelsluiting bestaat.
Burgemeester en wethouders geven naar
aanleiding hiervan het volgende te kennen:
Naar aanleiding van het op 15 Januari j.l.
ingekomen adres van 88 neringdoenden uit
deze gemeente, houdende verzoek om invoe-
ring eener verplichte winkelsluiting, deelen
wij u het volgende mede:
Het adres is ingediend, omdat met ingang
van den 1 Januari j.l. de Arbeidswet ook van
toepassing is geworden voor winkels, zoodat
voor die neringdoenden, die zonder hulp van
anderen him bedrijf moeilijk of niet kunnen
uitoefenen de toepassing dezer wet inderdaad
bezwaren kan opleveren.
Waar echter van 120 andere winkeliers een
adres is ingekomen, waarin verzocht wordt,
de in het genoemd adres gevraagde winkel
sluiting niet in te voeren, en er onder deze
onderteekenaars menschen zijn, met beslist
drukke zaken, meenen wij, vooral nu bij de
Tweede Kamer der Staten Generaal een
wetsontwerp aanhangig is gemaakt, om deze
materie te regelen, dat er alle aanleiding be
staat, de gevraagde winkelsluiting vooralsnog
niet in te voeren, doch voorloopig eene af-
wachtende houding aan te nemen.
Wij stellen u daarom voor, op het eerstge-
noemd adres afwijzend te beschikken.
De heer DE BAKKER geeft te kennen, dat
het hem wonderlijk voorkomt, dat burgemees
ter en wethouders, die zelf schrijven, dat,
aangezien sinds 1 Januari 1.1. de Arbeidswet
ook van toepassing is op de winkels en dit
voor hen die hun bedrijf niet of moeilijk zon
der hulp van anderen kunnen uitvoeren moei
lijkheden brengt, toch voorstellen het eerste
verzoek af te w}jzea. Hjj ziet in het voorstel
ook niet, dat burgemeester en wethouders
daar zoo beslist afwijzend tegenover staan.
In schrikkelijk veel plaatsen is deze sociale
beweging reeds ingevoerd. Spreker veronder
stelt dat dit ook van beteekenis is voor de
menschen van Ter Neuzen? Er is een adres
van een honderd voor, en ook een van een
honderd tegenstanders, zoodat dit tegen el
kaar vrjjwel opweegt. Hij h&d verwacht dat
burgemeester en wethouders die regeling
hier ook wenschelijk zouden hebben geacht,
maar ze laten het jjskoud aan den rijkswet-
gever over, terwijl ze zelf overtuigd zijn, dat
het voor vele zaken moeilijkheden oplevert.
Hij acht den maatregel in het belang van
Ter Neuzen, dat toch geen platteland meer
is. Als men ziet dat zelfs te Aardenburg en
Ovezande, dat platteland is, winkelsluiting
bestaat, is er aanleiding dat Ter Neuzen ook
niet achterblijft. V66r den oorlog bestond het
al in Duitschland. Als men te Ruhrort en te
Emmerich kwam, waren de winkels te 8 uur
reeds gesloten. De schippers konden daarom
nog wel wat koopen
De VOORZITTER: Langs de achterdeur!
De heer DE BAKKER wijst op Dordrecht,
waar veel schippers komen. Zij kunnen er
na sluitingstijd ook wel koopen, doch moeten
dan in een register teekenen. De winkeliers
mogen dan in sluitingstijd aan hen leveren.
Men zou een verordening kunnen maken,
waarbij wordt bepaald dat voor het verkoo
pen van levensmiddelen aan schippers van
het verbod mag worden afgeweken. Men zou
hen aan het politiebureau een verklaring
kunnen laten halen.
Wat de twee adressen betreft, van het eene
verzoek schrijven adressanten dat ze de hand
teekeningen wel tot 200 hadden kunnen op-
voeren. Spreker kan dat aannemen. Bij
zulke zaken komt het er voomamelijk op aan
hoe degene die met een adres loopt, dat be-
spreekt. De tegenstanders hebben dat schijn-
baar anders gedaan, maar als de eerste adres
santen daartoe pogingen hadden aangewend,
hadden ze misschien ook wel mens®ien kun
nen overhalen om hun handteekening op het
tegen-adres in te trekken.
Indien men zoo'n besluit nam, zou ook moe
ten worden bepaald, dat des avonds na 8 uur
in cafS's geen tabak of sigaren meer mag
worden verkocht.
De VOORZITTER: Ja, ja!
De heer DE BAKKER: Men heeft mij mee-
gedeeld, dat in het wetsvoorstel een dergelijke
bepaling voorkomt.
De VOORZITTER: Dat is de rijkswet!
De heer DE BAKKER meent, dat het aan-
hangige wetsontwerp voor den gemeenteraad
juist een aanleiding zou behooren te zijn om
aan de invoering der winkelsluiting mede-
werking te verleenen.
De heer HAMELINK wijst er op, dat bur
gemeester en wethouders hun afwijzend voor
stel eenvoudig baseeren op de komende rijks
regeling; hij had echter graag gehad, dat ze
omtrent dit vraagstuk hun eigen meening
eens hadden te kennen gegeven. Dit vraag
stuk is betrekkelijk niet nieuw. Over het prin-
cipe is reeds beslist in 1919, toen bepaald
werd, dat ook de winkels onder de Arbeids
wet zouden vallen. De uitvoering van den
maatregel is echter steeds achterwege ge-
bleven, omdat de arbeidsinspectie niet over
voldoende personeel beschikte. Als men nu
ziet dat de uitvoering van dien maatregel,
waarvoor geen wet, doch slechts een konink-
lijk besluit noodig was, 10 jaar op zich heeft
laten wachten, dan heeft hij zoo het gevoel.
dat we wel een jaartje of wat ouder zullen
zijn, voor de wet op de winkelsluiting tot uit
voering komt, aangezien de wettelijke molen
zoo slecht draait. Burgemeester en wethou
ders hebben zich thans over het principe, of
ze er of niet mee kunnen instemmen, niet
uitgesproken.
Spreker is overtuigd, dat winkelsluiting te
8 uur des avonds voor het overgroote deel der
zaken geen finaneieel nadeel zal brengen. Het
publiek zal zich al spoedig aanpassen en zijn
inkoopen doen v66r sluitingstijd. Als iemand
iets noodig heeft uit den winkel van de Firma
Van de Sande weet hij, dat men daar v66r 8
uur zijn moet en houdt daar rekening mede.
Misschien dat er eens een enkele wikelier
onder zou loopen, die er schade van heeft,
doch er wordt bijna geen wettelijke maatregel
genomen, of de een of ander wordt er door
gedupeerd.
Men moet niet vergeten, dat er voor den
winkelier ook een belangrjjk stuk gezinsleven
aan verbonden is, aangezien deze nu sinds 1
Januari 1.1., nu zijn personeel om 8 uur weg
moet, dan zelf in zijn winkel moet staan. Nu
wordt wel beweerd, dat de winkelier vrij is
al of niet te sluiten, doch dat is een gebonden
vrijheid, die afhangt van hetgeen concurren-
ten doen. Indien alles gesloten is, zal het pu
bliek zich aanpassen, doch als enkele zaken
openbljjven ontstaat het gevaar van verlies
van klanten en daardoor dwingen degenen die
niet sluiten hun collega ook om open te
blijven.
Het is bovendien niets nieuws, want niet
alleen dat, zooals de heer De Bakker zeide
de winkelsluiting in Duitschland reeds lang
bestaat, maar ook in ons land heeft men daar-
omtrent reeds praktjjk in verschillende groote
steden, waar zeer zeker heel wat meer om-
gaat dan op het platteland.
Het doet wel aardig aan, dat de promoters
van het anti-winkelsluitingsadres nu onze
stad doodverven als een plattelandsplaats,
maar als het er om gaat om een mooie be-
strating van koperslakkeien te krijgen, zij
erg stadsch doen.
Dan wijzen ze op den zomerttjd, en be-
weren, dat het dan moeilijkheden zou baren,
omdat de menschen uit de omgeving zich
daaraan niet houden en volgens den gewonen
tijd leven, zoodat ze dan des avonds niet meer
voor hun inkoopen naar de stad zouden kun
nen komen koopen. Maar men gevoelt toch
wel, dat dit een ver gezocht argument is.
Het zjjn voomamelijk de vrouwen welke in
koopen komen doen. Als men het alleen zou
moeten hebben van de vrouwen die eerst des
avonds na 8 uur van huis kunnen, zou men
het niet druk hebben.
En wat de schippers betreft, dan moet
sprekeir naar Dordrecht verwijzen. Daar
komen heel wat meer schippers dan hier.
De VOORZITTER: Maar dat is geen schut-
plaats.
De heer HAMELINK: Neen, maar ze blij
ven daar ovemachten om de sleepen opnieuw
aan te maken.
De heer DE BAKKER: Juist!
De heer HAMELINK: Het spreekt van zelf
dat men voor sommige gevallen ook afwijken-
de bepalingen moet vastleggen. De schippers
kunnen te Dordrecht ook in sluitingstijd
levensmiddelen krijgen. Dan moeten ze al
leen teekenen, werkelijk schipper te zijn. Het
gaat er hier maar over, of de raad zich op
het juiste standpunt kan stellen, dat men ver
schillende groepen winkeliers des avonds op
een redelijk uur ook wil vrjj maken voor hun
gezin.
De voorstanders zijn ook bij spreker ge-
weest en hij heeft er hun op gewezen, dat ze
een fout hebben begaan. Ze hadden alien in
de gelegenheid moeten stellen om te teekenen.
Nu hebben sommigen het misschien nagelaten,
omdat ze gepasseerd waren. Spreker zal
die handteekeningen daarom niet afwegen. Er
wordt hier een maatregel gevraagd, die naar
zijn meening een maatregel van algemeen
maatschappelijk belang. Indien het overal
sluiting is, zullen de winkeliers hun geld bin-
nen een korteren tijd verdienen. Burgemees
ter en wethouders hadden het verzoek niet
moeten afwijzen.
Hij zou wenschen burgemeester en wethou
ders te verzoeken een verordening te ont-
werpen en doet daartoe het voorstel.
De heer SCHEELE wijst er op, dat de be
weging is uitgegaan van de coiffeurs. Hij
heeft van hen ook een deputatie gehad. Door
andere omstandigheden is hieraan zoo'n uit-
breiding gegeven, maar het is ontstaan uit
het feit, dat verschillende hunner een bedien-
de hadden die op tijd weg moest en dit hun
moeilijkheden berokkent. Toen zijn ze hier
naar hij vemam ter secretarie gekomen en is
hun den raad gegeven er den geheelen winkel-
stand in te betrekken, aangezien er anders
niets van het vaststellen eener verordening
komen kon.
Sprekei vindt het ook maar't beste nu af te
wachten tot er een rijksregeling komt, nu deze
toch aanstaande is. Hij zal niet ontkennen,
dat er voor sommigen aan winkelsluiting
voordeelen verbonden zijn, maar voor anderen
vloeien er ook weer moeilijkheden uit voort.
En die moet men niet onderschatten.
Door den heer Hamelink werd aangehaald,
dat we stad willen zijn en daartoe koperslak
keien in de straten leggen. Spreker hoopt,
dat men daarmede zal voortgaan. We willen
ook graag winkelstad zijn en zien met genoe
gen de menschen van elders onze winkels be-
zoeken. En nu is het spreker op een avond
toen hij met de tram van orristreeks half
negen uit de richting Zaamslag hier aankwam,
dat er zooveel menschen voor hem liepen die
de stad ingingen en die hij de eene hier, de
andere daar winkels zag binnentreden. Men
moet niet uit het oog verliezen, dat voorvelen
in Zeeuwsch-Vlaanderen Ter Neuzen een win-
kelstadje geworden is. Er zijn tal van men
schen die pas in den avond gelegenheid heb
ben en dan wel graag eens naar Ter Neuzen
komen. Een vroeger sluitingsuur zou dus
zeker tot schade van verschillende winkels
leiden. Als het een rijksmaatregel wordt
kunnen we die niet tegenhouden, en er in be-
rusten, maar hij voor zich ziet liefst zoo wei
nig mogelijk dwang van dien aard.
De heer COLSEN betoogt, dat zij die zich
op de hier gebleken wijze v66r winkelsluiting
uitspraken, menschen zijn die van het zaken-
leven geen snars verstand hebben. Er komen
hier vele vreemdelingen en men zit ook met
het op en afschutten der schepen. Als het
morgen is moet spreker wel eens de verzuch-
ting slaken: laat ik nu eerst eens verzinnen
wat ik nog w61 mag doen! Vroeger was het
gemakkelijk, dan behoefde men maar eerst te
bedenken wat men niet mocht doen. Dat is
nu omgekeerd. En moeten we dan nu zelf
beginnen met zulke maatregels in te voeren
en menschen in het moeilijke te brengen?
Wat het adres betreft merkt spreker op,
dat er 10 waren die op beide adressen getee
kend hadden. Hij is van oordeel dat dergelijke
maatregels niet bij verordening moeten ge-
regeld worden, doch door de organisaties van
de betrokkenen zelf. Als de coiffeurs wen
schelijk achten om te 8 uur te sluiten, en ze
zijn het daar over eens, laat hun dat beslui-
ten en het uitvoeren. Maar waarom moeten
ter wille van een groep van een man of tien
nog een paar honderd andere middenstanders
brjgehaald worden? Als die hun winkels wil
len sluiten, laat ze dan daarover ook zelf be-
slissen, en concurrentenvrees op zij zetten. Ze
moeten dat zelf uitmaken. Hij acht dit geen
verordening die in Ter Neuzen op zijn plaats
zou zijn. Aan het personeel moet vrij ge
geven worden, en als de baas zelf zijn winkel
wil open houden, moet hij dat zelf beoordee-
len. Hij meent, dat men niet te vlug aan de
kleingeestigheid van de menschen moet toe-
geven. Hij kan er althans niet aan meewer-
ken en steunt het voorstel van burgemeester
en wethouders.
De heer BEDET verklaart zich te kunnen
aansluiten bij hen die zich tegen verplichte
winkelsluiting hebben uitgesproken. Bij het
geen de heeren Scheele en Colsen gezegd heb
ben is veel van hetgeen hij zelf ook had wil
len zeggen.
Door den heer Hamelink is gezegd, dat
winkelsluiting voor den winkelier een belang
rijk stuk gezinsleven beteekent, aangezien hij
dan gelegenheid zou krijgen daarvan te ge-
nieten. Spreker is dat op verre na niet met
hem eens. Dat kan alleen voor het gezin iets
beteekenen, indien dat gaat met den wensch
van het gezin zelf, maar niet wanneer het on
der dwang geschiedt. Hij meent dat er geen
sprake van kan zijn om dergelijken maatregel
van gemeentewege in het leven te roepen.
En indien adressanten in hun laatste schrijven
aanhalen dat er 112 gemeenten zijn waar de
winkelsluiting bestaat, dan staat daar tegen
over dat er nog 900 zijn waar die niet be
staat en alzoo negen tienden van de gemeen
ten er nog geen behoefte aan hebben gevoeld.
Er is nu een adres met rond 90 voor en 120
tegen. De laatsten zijn dus met 30 in de
meerderheid. Welke reden zou er dan kunnen
zijn, om alleen op grond der adressen den
maatregel in te voeren? En als we des
avonds de winkels alle zoo vroeg gaan sluiten.
waar moeten wij dan vraagt spreker
des avonds blijven met onze mooi verlichte
straten, die nu prachtig verlicht zijn door de
nog geopende winkels, maar dan donker zul
len zijn, zoodat het een donkeren doorgang
wordt.
De heer SCHEELE: Dan komt de P.Z.E.M.!
De heer BEDET: Dat beteekent niet veel,
want met om de 100 M. een lamp is de straat
niet voldoende verlicht en blijft het nog b(j
donkere maan.
De heer SCHEELE: Maar in de Kalver-
straat te Amsterdam is het toch ook zoo?
De heer BEDET: Neen, die is verlicht.
De heer VERLINDE: Daar is de straat
verlicht door de vele caffi's.
De heer BEDET herhaalt, dat de Kalver-
straat te Amsterdam ook van gemeentewege
voldoende verlicht wordt met booglampen.
Hij kan zich aansluiten bij het voorstel van
burgemeester en wethouders.
De heer VAN DRIEL geeft te kennen, dat
de bezwaren van het afleveren van levens
middelen aan schippers, gedurende sluitings
tijd, practisch zeer wel te ondervangen zijn,
door daarvoor uitzonderingsbepalingen vast
te stellen. Hij herinnert, dat, toen onder een
christelijke regeering de wet op den bakkers-
nachtarbeid werd ingevoerd, waarbij aan de
bakkersgezellen nachtarbeid werd verboden,
het aantal bakkerspatroons sterk uitbreidde,
hetgeen tot nadeel leidde van de bakkerjjen
die met personeel moesten werken, waama
de nachtarbeid ook voor patroons verboden is.
Door den heer Bedet is er op gewezen, dat
de straat zoo slecht verlicht zal zijn, als de
winkels vroeg moeten sluiten. In verband
daarmede vraagt spreker waarom de heer
Bedet en zijn medestanders dan zulke voor
standers zijn dat de winkels op Zondag bij
gesloten gordijnen verkoopen. Tegen winkels
als bo Lijbaart waar het nu altijd laat ver
licht is, zijn zij altijd gekant geweest. Spre
ker zou die Zondagsrust nu wenschen op een
behoorlijk uur in de week, behalve dan Of
Zaterdagavond. Overigens moeten de strate*.
dan maar met nachtpitjes verlicht zijn. Het
avondverkeer noemt hjj ook niet zoo druk en
al is dat ook wat minder, dan is het nog niet
zoo erg en des te beter voor wie in de winknl-
straten wonen.
Met betrekking tot de mededeeling van den
heer Scheele, dat er 's avonds met de tram
van half negen nog reizigers naar Ter Neu
zen kwamen am te winkelen, dat schreit vol
gens hem ten hemel. Hij meent, dat die oak
wel op een vroeger uur kunnen komen en dan
maar moeten komen met het trammetje van
half 5. Hij haalt nog het geval aan van een
man die vroeger op Zaterdagnamiddag met
een ouderwetsch boodschaptaschje te voet
zijn boodschappen kwam doen en te kenznn
gaf, dat hij dan daarmede een boerendaggeld
verdient had. Als de menschen van buitn*
met een vroeger trammetje komen, is dat
dan ten slotte voor de winkeliers toch gaen
nadeel.
De heer SCHEELE drukt zijn spijt uit, dat
de heer Van Driel het er bij haalt, van die
winkels die op Zondagavond open staan, waar
anderen tegen gekant zijn. Het is wel vreemd,
dat anderen, die daar juist zoo v66r zijn, nu
pleiten voor sluiting op de avonden in de
week. Hjj had die aanhaling liever achter
wege zien gelaten.
De heer HAMELINK zal er niet ctiep of
ingaan, want hjj bemerkt toch wel, dat het
vechten tegen de bierkade is. Hjj wjjst er
evenwel op, dat de winkelsluiting voor de*
patroon inderdaad een stuk gezinsleven be
teekent. Vroeger had hjj personeel en mocht
dit zoo lang laten staan als hjj wenschte, in
de groote zaken deed hjj dit ook. Thans mag
dit niet meer en moet hjj dus zelf in de win
kel staan. Hieruit bljjkt, dat er wel degeljjk
een stuk gezinsleven voor hem in zit.
Door den heer Bedet werd aangehaald, dat
de drang naar winkelsluiting niet zoo groot
is, aangezien er van de 1100 gemeenten maar
een 120 130 die hebben ingevoerd. Maar
spreker zou er wel de aandacht op willen ves-
tigen, dat die behoefte zich bljjkbaar sinds de
invoering van het werktjjdenbesluit meer doet
gevoelen.
Het is ook niet juist, om daaruit te conclu-
deeren dat slechts i/10 van Nederland winkel
sluiting heeft, aangezien onder die plaatsen
juist de groote gemeenten zjjn en men zal dan
toch voor het berekenen van een percentage
Amsterdam niet geljjk gaan stellen met
Overslag? Men vergete niet, dat Amsterdam
alleen ongeveer een tiende der bevolking van
Nederland telt. In Overslag hebben ze geen
winkelsluiting noodig, daar gaan de menschen
naar bed op een tjjdstip dat de winkels geslo
ten behooren te worden. Als men nagaat dat
de winkels gesloten zijn te Amsterdam, Haar
lem, Den Haag, Rotterdam, Dordrecht en an
dere groote plaatsen, dan zal daaruit bljjken
dat verreweg het grootste deel der bevolking
leeft in plaatsen met winkelsluiting, en bljjkt
deze in de praktjjk geen bezwaar te zjjn.
Door den voorzitter eener groote winkeliero-
vereeniging is er dezer dagen nog op gewe
zen, dat er een betrekkelijk groot nadeel ge
legen is, in dat onbeperkt open bljjven van
winkels. En wat de heer Scheele aanhaalt,
van de menschen die na 8 uur van Zaamslag
kwamen, hjj veronderstelt, dat er dan wel iets
particuliers zal geweest zijn, want hjj gelooft
niet, dat deze in den regel nog met die tram
komen. Als de gelegenheid er is, loopen ech
ter ook de inwoners der stad nog zoo laat en
dat is toch niet noodzakelijk. Op normals
avonden loopt er niet zoo veel volk, uitgezon
derd b.v. in den tijd van St. Nicolaas, doch
dan legt men in de verordening vast, dat voor
dien tijd uitzonderingen worden toegestaan.
En voor den Zaterdag kan men de sluiting
bepalen op 10, desnoods 11 uur. In normals
omstandigheden zou het algemeen belang door
een winkelsluiting des avonds 8 uur gediend
zijn.
Hij ziet het nog lang niet in zooals de heer
Colsen, en veronderstelt ook, dat deze des
morgens wakker genoeg is, om na te gaan
wat hjj niet doed mag. Als dat nu des avonds
zou zijn, als hjj laat naar bed gaat, was het
iets anders. Er wordt wel gesproken over tal
van wetten en verboden, maar hoeveel men
schen zijn er niet, die van dat overgroote aan
tal wetten en verboden bjjna nimmer last heb
ben?
Spreker wil toegeven, dat er enkele winkels
zullen zjjn, die er nadeel van zullen onder-
vinden. Maar dat zjjn dan toch de winkels
die men juist niet de meest ideale acht. Er
wordt immers beweert dat de jeugd te veel
snoept? Als men eenmaal weet, dat de win
kels op een bepaald uur sluiten, houd men
zich voor de normale inkoopen daaraan. En
die winkeliers die er nu tegen sputteren zou
den na verloop van een maand of drie, Tier,
blij zjjn, dat de maatregel was ingevoerd, als
ze zouden bemerken, dat ze daardoor een stuk
vereenigingsleven hebben gekregen.
De heer DE BAKKER merkt op, dat het
idee ook hier niet nieuw is; enkele jaren ge-
leden zijn een aantal winkeliers overeengeko-
men om ten 8 uur te sluiten, maar dat is
later weer verslapt, door de concurrence.
Maar de winkeliers gevoelen de behoefte.
De heer COLSEN heeft te kennen, dat men
hem niet verkeerd moet begrjjpen. Hjj heeft
geen bezwaar tegen winkelsluiting, indien het
besluit daartoe uitgaat van de befrokken
groepen winkeliers zelf. Deze zjjn tegenwoor-
dig voor 95 vereenigd. Indien morgen ami
den dag b.v. de slagers zouden besluiten op
een bepaald uur te sluiten, dan zou hjj daar
aan gevolg geven en wanneer de gezamen-
ljjke winkeliers dat zouden besluiten, dan
zouden het slechte vereenigingsmenschen zjjn,
die zich onthielden. Maar dat is heel wat an
ders, dan dat dit bjj gemeenteverordening
wordt bepaald.
De heer HAMELINK merkt op, dat dan ds
5 niet-georganiseerden, de andere 95
kunnen dwingen open te blijven.
De VOORZITTER betoogt, dat het adres,
verzoekende winkelsluiting, een eigenaardigen
indruk maakt. Men heeft hier een sterk ont-
wikkelenden winkelstand en heeft alle moge-
lijke moeite gedaan, om de menschen binnen
te halen. Maar nu schjjnt het, dat de zaak de
winkeliers over het hoofd groeit, en men da
menschen weg wil houden en men den ge
meenteraad daarvoor te hulp roept, om te
zorgen dat ze die lastige menschen des avond*
na 8 uur niet meer zullen krijgen. Maar in
dien ze op dat tjjdstip wenschen te sluiten,
waarom doen ze dan hun deur niet dicht en
als ze dat doen, moeten ze daarvan ook da
gevolgen willen dragen.
In de tweede plaats wjjst spreker er op,
dat de adressen zjjn ingekomen geheel buiten-
om de winkeliersvereeniging. In zoo'n be
langrijke kwestie, waar een vereeniging groo-
ten invloed zou kunnen uitoefenen, houdt men
de vereeniging er geheel buiten.
In de derde plaats acht hjj het pjjnljjk, dat
men deze zaak wenscht op te lossen in com-
munistischen zin, al hebben de betrokkenen
dat zoo niet bedoeld. Ze willen niets meer of
niets minder, dan laten uitmaken door de
helft plus 6<§n, wat goed zal zjjn. Hjj vindt
het jammer, dat dit beginsel meer en meer
invloed krjjgt. Men heeft in dit geval een pad
bewandeld, waar men zich niet op moest
hebben begeven. Men had dit onderwerp
naar sprekers meening ook eens behooren te
bespreken in politieke organisaties. Daarvan