GEMEENTERAAD VAN
TER NEUZEN.
van enkele grondeigenaren en in de bepa-
Ivan het pachtcontract.
4 Het ontwerp zal, mits gewijzigd en
aangevuld, verbetering kunnen brengen in
liet remissierecht, de regeling van de opzeg-
rpnit en van het beeindigen van de pacht bij
oweriijden van den pachter.
Van de regeling omtrent de vergoeding
voi.tr aangebracnte verbeteringen en omtrent
liet con tinua tier echt van den zittenden
padbtier mag practisch slechts weinig resul-
taai worden verwacht. De voorgestelde re
geling zal dientengevolge geen bevrediging
achenken en kan gemakkelijk aanleiding
geven tot verscherping van de verhouding
tnsscben pachter en verpachter.
5~ Bij uitvoering van de voorgestelde
weltdtijke regelingen zal het streven blijven
bestaan om steeds verder in de pachtverhou-
dingtn in te grijpen, hetgeen moet leiden tot
ontwrichting van het pachtwezen, tot een
algemeene aantasting van het eigendoms-
recht hetwelk niet in het belang zal blijken
te zijn van de gemeenschap, noch van de
plaltelandstoestanden, nocn van de pacht-
verhoudingen.
d. Tot bestrijding van de onder 3 ge-
noesnde misstanden in het pachtwezen zal
het nemen van maatregelen met betrekking
tot de wijze van verpachten (i. c. verbod van
het houden van publieke verpachtingenen
tegen onredelijke pachtopdrijvina en onrede
lijke pachtopzegging gewenscht zijn. De
wettelijke regeling van de pacht zal zich dan
verder kunnen bepalen, tot het geven van
een leiddraad voor de contractueele verhou-
dingen. x
7. Door dergelijke maatregelen iullen de
goede pachtvernoudingen onaangetast blij
ven, doch zal het mogelijk zijn om in uitzon-
deringsgevallen in te grijpen. Ten aanzien
wan tie maatregelen tegen onredelijke pacht-
opdrijving en onredelijke pachtopzegging zal
de rnogelijkheid moeten worden geopend de
pachtprijs en de pachtvoorwaarden te doen
vaststellen door pachtcommissies.
8. Het instellen van wettelijke pacht
commissies is gewenscht.
De samenstelling zal moeten blijven be-
rnsten bij de provinciale landbouworganisa-
tiw, waarbij de voorgedragen leden recht-
streeks door de Regeering cfienen te worden
henoemd.
Het Hoofdbestuur der Zeeuwsche
Landbouw Maatschappij.
P. DIELEMAN, Voorzitter.
J. SIEBENGA, Secretaris.
Middelburg
December 1929.
Goes
Vergadering van Donderdag 20 Februari
1930, des namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer J. Huizinga, burge
meester.
Tegenwoordig de leden: J. J. de Jager, L.
J. Geelhoedt, D. Scheele, C. A. Verlinde, A.
de Bruijne, P. F. de Bakker, H. J. Colsen,
K. A. Hamelink, L. J. van Driel, C. van den
Bulck en W. Bedet.
Afwezig de beeren B. van Neerbos en D.
wan Aken.
De VOORZITTER opent de vergadering en
deelt mede, dat de beer Van Aken bericht
heeft gezonden wegens bezigbeden verhinderd
te zijn de vergadering bij te wonen.
Hij wendt zich vervolgens tot den raad als
volgt:
Bij het begin van deze vergadering zeg lk
XT, mijne beeren, dank voor de wenschen mij
gezonden en wederkeerig wensch ik U alle
goeds, voor Uwe families en Uwen arbeid.
Geve God U een rijken zegen in het nieuw in-
getreden jaar.
Het is mijn voomemen slechts in het kort
te wijzen op een paar feiten, betreffende den
bloei, waarin onze gemeente zich in 1929 heeft
mogen verheugen. Alles wat onze gemeente
hetreft, ging gelukkig in vooruitgaande lijn.
De bevolking ging zonder kunstmatigen aan-
was in normalen zin vooruit. Op 31 December
1928 telde onze gemeente 10030, op 31 Decem
ber 1929 10236 inwoners. Hetzelfde kan ook
worden gezegd van het belastbaar inkomen
over het geheel der bevolking, ook al ging dit
voor zoover het de landbouwers betrof een
areinig achteruit.
Betreffende de zeevaart mogen wij opmer-
ken, dat deze niet onbelangrijk vooruit ging,
al gaan wij in dit bedrijf nog altijd gedrukt
onder bepalingen ontstaan in de dagen van
den ooriogstoestand en die een geschilpunt
somen met onze Zuidelijke naburen.
Wanneer wij in aanmerking nemen, dat in
1928 door buitengewone cmistandigheden het
overladen van goederen klom tot 1.105.158 ton,
dus onder abnormale omstandigheden, daaren-
tegen bij eene stijgende toename in 1929 bijna
200.000 ton meer of 1.278.790 ton werd ver-
laden.
Onze haven staat daarmede boven dien van
Dordrecht, Zaandam en andere. Trouwens
deze verbeterde toestand in het havenbedrijf
kom r. ook tot uitdrukking in het verminderde
bedrag der steunuitkeering, hetwelk over 1928
J 6800 bedroeg en over 1929 f 2900.
Uw raad nam in het vorig jaar een tweetal
besluiten van verstrekkende gevolgen, n.l. het
geven van een geldelijke bijdrage ten dienste
der uitbreiding der havens en besloot zich aan
te sluiten bij de P.Z.E.M. voor de levering van
relectrische energie.
Een korten tijd kwam een donkere wolk
haar schaduw op de welvaart van een deel der
bevolking werpen, die sedert enkele weken is
afgedreven. Met uitzondering van een oogen-
blik, doch ook slechts maar een oogenblik,
was het in onze gemeente rustig onder de sta-
keis. Men begreep al heel spoedig hoe in Ter
Neuzen werd gedacht en hoe men zich in Ter
Neuzen heeft te gedragen.
Het is bij dat conflict wel gebleken, dat de
leiders niet altijd het juiste oogenblik van
handelen we ten te kiezen; de uitslag zou al-
ticht anders geweest zijn, zoo men zich maar
wijsheid hau beraden. Het verdient bij een
dusdanige beslissing wel overwogen te wor
den, dat er ook nog zooiets is wat men maat
schappij noemt, die er zeker aanspraak op
mag maken, dat met dit bestaan wordt reke-
ning gehouden.
Er wachten ons dit jaar weder belangrijke
werkzaamheden. De vemieuwing der bestra-
ting zal worden voortgezet.
Wij denken verder aan de uitvoering der
wet op de financieele verhouding; aan een
noodzakelijke grenswijziging in het zuiden in
verband met de uitbreiding van de bevolking
aldaar.
Moge wat wij ons voorstellen door God wor
den gezegend in het belang der bevolking on-
zer gemeente.
1. Notulen.
De notulen der vergadering van 28 Novem
ber en die van 19 December 1929 worden met
algemeene stemmen vastgesteld, zooals die in
druk zijn verschenen.
3;
2. Ingekomen stukken.
a. Een adres van het Comity der Vereeni-s
gingen van Burgemeesters en Secretarissen
in de Kantons Hoom (waaronder Medem-
blik), Purmerend, Alkmaar en Schagen, be
treffende de classificatie der gemeenten vol-
gens het „Bezoldigingsbesluit Burgerlijke
Rijksambtenaren 1928", in verband met on-
derwijsbelangen ten plattenlande.
Adressanten achten de onderwijsbelangen
ten plattenlande door die classificatie ten
zeerste geschaad, omdat:
Een onderwijzer op het platteland, dus
voomamelijk in de gemeenten der derde
klasse, geniet 8 minder salaris dan de ge-
iyk bevoegde in eene eerste klasse gemeente
en 4 minder dan de gelijk bevoegde in eene
tweede klasse gemeente. Telkens weer doet
zich het geval voor, dat een onderwijskracht,
die zijn werk begint ten plattelande, tracht
zoo spoedig mogelijk te verbeteren en vol-
komen terecht. Hoe meer hij zich ontpopt als
een goede leerkracht, des te eerder volgt een
zoodanige benoeming. Zoo worden de goede
leerkrachten getrokken naar de gemeenten in
een hoogere klasse en wordt het onderwijs
op het platteland emstige schade berokkend
als gevolg van de vele wisselingen en het
steeds weer moeten beginnen met nieuwelin-
gen. Ons comite beoogt hierbij niet in de
bres te springen voor de belangen van de be-
trokken onderwijzers; dit toch ligt, als ver-
tegenwoordiger van tal van gemeentebesturen,
niet op zijn weg, doch het voelt zich gedron-
gen op te komen tegen de benadeeling van
het onderwijs als zoodanig door bovenver-
melde omstandigheid.
Wel dient er in dit verband op te worden
gewezen, dat er voor een lagere salarieering
van ambtenaren op het platteland onder het
motief, als zoude daar het leven goedkooper
zijn, dan in de steden, niet de minste redenen
bestaan en wel speciaal voor hen, die door hun
maatschappelijke positie een zekeren stand
dienen op te houden. Men behoeft daarbij
niet te denken aan het profiteeren van ver-
makelijkheden als tooneelstukken, concerten,
enz., waarvoor men naar de stad moet gaan,
doch om slechts enkele voorbeelden te noemen
aan: het doen genieten der kinderen van
voortgezet onderwijs, waarvoor belangrijke
bedragen aan reis- en verblijfkosten moeten
worden uitgegeven, de prijzen van electrici-
teit en gas, ziekenhuisverpleging, consult van
specialisten, kosten van ontsmetting, kleeding,
meubelen, levensmiddelen en brandstoffen,
enz. enz., waardoor het leven op het platte
land duurder wordt, dan in de steden.
Het is daarom, dat wij U met den meesten
aandrang verzoeken, het wel daarheen te wil-
len leiden, dat het Bezoldigingsbesluit Burger
lijke Rijksambtenaren 1928 in dien zin en in
zooverre worde gewijzigd, dat daardoor meer
waarborgen worden gegeven voor een gelijk
peil van het onderwijs over alle deelen des
lands, zoowel ten plattelande als in de steden.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Een schrijven van het gemeentebestuur
van Hontenisse, waarin dit bericht, dat het
voorstel van de meerderheid van burge-
meester en wethouders, om met betrekking
tot de N.V. Zeeuwsch-Vlaamsche Waterlei-
ding te handelen overeenkomstig het besluit
van den raad der gemeente Ter Neuzen van
28 NovembM- 1.1., door den gemeenteraad met
8 tegen 3 stemmen is verworpen.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Een schrijven van het gemeentebestuur
van Graauw en Langendam, waarin dit be
richt, dat de raad dier gemeente de uitnoodi-
ging van den gemeenteraad van Ter Neuzen
met betrekking tot de Zeeuwsch-Vlaamsche
Waterleiding heeft afgewezen.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. Berichten van A. van Aerde, F. Dekker
en F. Dieleman, dat zij hunne herbeoeming
tot lid van het Burgerlijk Armbestuur aan-
nemen.
Aangenomen voor kennisgeving.
e. Het raadsbesluit d.d. 28 November
1929, tot wijziging der begrooting voor het
gemeentelijk woningbedrijf voor 1929, voor-
zien van het bewijs der goedkeuring door
gedeputeerde staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
f. Het raadsbesluit d.d. 28 November 1929,
tot wijziging der gemeentebegrooting voor
den dienst 1929, voorzien van het bewijs der
goedkeuring door gedeputeerde staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
g. Een schrijven van gedeputeerde staten
van Zeeland, d.d. 20 December 1929, waarbij
de goedkeuring wordt bericht van het besluit
van den raad van 28 November 1929 tot wij
ziging der bouwverordening.
Dit bericht geldt tevens als bericht van
ontvangst, bedoeld bij artikel 167 der Gemeen-
tewet.
Aangenomen voor kennisgeving.
h. Een bericht van A. Brakman te Sluis-
kil, dat hij zijne herbenoeming tot lid van de
aldaar gevestigde commissie van toezicht op
het lager onderwijs niet aanneemt.
Aangenomen voor kennisgeving.
i. Een missive van gedeputeerde staten
van Zeeland, d.d. 20 December 1929, waarbij
wordt bericht, dat zij hunne beslissing om
trent de gemeentebegrooting voor den dienst
1930 hebben verdaagd tot 1 April a.s.
Aangenomen voor kennisgeving.
j. Het raadsbesluit van 28 November 1929,
tot het aangaan eener leening van f 718.000
ten behoeve der storting op de aandeelen in
de N.V. Zeeuwsch-Vlaamsche Waterleiding.
voorzien van het bewijs door gedeputeerde
staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
De heer DE BAKKER vraagt of, indien
overgegaan wordt tot het uitvoeren van dit
besluit, dan ook voldoende rekening wordt
gehouden met den door den heer Verlinde
uitgedrukten wensch.
De VOORZITTER antwoordt, dat burge-
meester en wethouders in deze him plicht
hebben gedaan.
k. Bericht van J. Deij C.Lzn., dat hij zijn
herbenoeming tot lid der commissie van toe
zicht op het lager onderwijs in de kom aan
neemt.
Aangenomen voor kennisgeving.
1. Bericht van J. J. Kaan, dat hij de over-
plaatsing als hoofd der openbare lagere school
D naar school C volgaame aanneemt.
Aangenomen voor kennisgeving.
m. Een schrijven van het Dagelijksch Be-
stuur der N.V. P.Z.E.M.", dat de Raad van
Bestuur dier maatschappij zich heeft ver-
eenigd met het ontwerp contract betreffende
ovememing van de electrische centrale te Ter
Neuzen en de levering van electrischen
stroom in de kom, zooals dat is besproken in
de raadszitting van 19 December 1929.
Het Dagelijksch Bestuur heeft een crediet-
aanvrage tot gedeputeerde staten gericht en
vemomen, dat deze in een buitengewone zit-
ting van de Provinciale Staten behandeld zal
worden. De ovememing zou voorts in eene
op 31 Januari 1930 te houden vergadering
van aandeelhouders der vennootschap aan de
orde worden gesteld.
Aangenomen voor kennisgeving.
n. Het jaarverslag der commissie tot we-
ring van schoolverzuim in de kom, over den
dienst 1929, luidende als volgt:
Bij een terugblik op het achter ons liggende
jaar meent de commissie goed te doen een
paar opmerkingen te maken. die haar voor-
komen niet onbelangrijk te zijn.
In de eerste plaats viel het op, dat het
schoolverzuim in dalende lijn gaat. ZeJden
komt verzuim voor van eenigszins langen
duur, of in twee of drie opeenvolgende weken.
Eene der oorzaken, misschien wel de voor-
naamste, is het feit, dat de overtredingen
spoedig ter kennis gebracht worden, zoodat
vlug ingrijpen mogelijk is.
Eene tweede opmerking is, dat arbeid door
kinderen in den leerplichtigen leeftijd aan-
zienlrjk verminderd is, omdat meer gelet
wordt op de strafbaarheid der werkgevers.
Een enkel aanspr. persoon tracht nog wel
eens de Wet te ontduiken door een of anderen
slimmen streek. Zoo was het bij een vader,
die zijn 12jarigen jongen uit het 7de leerjaar
naar de Ambachtsschool stuurde, waarvoor
hij op school het pokkenbriefje" terugvroeg en
kreeg. Eenmaal in het bezit daarvan meende
hij het wel te durven wagen den knaap na
een paar dagen weer van de Ambachtsschool
af te nemen om hem in 't eigen bedrijf be-
hulpzaam te laten zijn. Het afstaan op school
van 't vaccine-briefje gold bij hem als bewijs,
dat de jongen een vak mocht leeren. Deze
vlieger ging niet op; de jongen moest terug
naar de gewone school Toen maakte de
vader het nog erger, ook ten opzichte van een
jonger kind: hij liet beide jongens beurtelings
in de zaak werken en om de beurt naar school
gaan. Vemieuwd ingrijpen maakte een einde
aan deze onwettige handelwijze.
Opmerkenswaard is wel, dat het grootst
aantal verzuimers weer evenals in vorige
jaren te vinden was aan de school te Drie-
wegen en aan school C; 't bedroeg voor elk
dezer scholen 9 leerlingen. Van de bijzondere
school te „De Knol', gemeente Hoek, kwam
§6n geval voor.
Het meest gewichtige feit, dat zich in den
loop van het jaar voordeed, was het dagvaar-
den voor het kantongerecht van het hoofd
eener school, om getuigenis af te leggen in
een geval van leerplichtovertreding; voorzoo-
ver ons bekend is, geschiedde dat twee maal.
Opkomst weigeren ging niet aan, maar voor
de school leidde dat tot moeilijkheden.
Omstandigheden dwongen 6£n van die hoof-
den eene geheele schoolklas vrijaf te geven.
Op die wijze had het verzuim van enkelen
leerling tengevolge, dat een 30, 40 andere
kinders een ganschen schooltijd verzuimen
moesten. Zoo beschouwd wordt het doel der
Leerplichtwet voorbijgestreefd. Er werden
in de commissie verschillende beschouwingen
over geleverd, maar eene oplossing werd niet
gevonden. Moet eene betere regeling in voor-
komend geval getroffen worden alleen door
de school? Of is er iets te bereiken door
samenwerking van autoriteiten De commis
sie zal zich daarover niet uitspreken, maar
acht het gewenscht de kwestie door opneming
in haar jaarverslag in ruimer kring bekend te
maken. Zij besluit met den wensch, dat in
1930 het onderwijs aan alle scholen ten zegen
moge strekken van de leerplichtige jeugd.
Aangenomen voor kennisgeving.
o. Het jaarverslag der commissie tot
wering van schoolverzuim te Sluiskil, over
den dienst 1929, luidende als volgt:
In dit jaar werden 14 vergaderingen ge
houden. Door de commissie werden 11 per-
sonen opgeroepen. 4 p*jrsonen gaven gehoor
aan dien oproep en bij 7 personen werden
huisbezoeken afgelegd.
De verzuimen waren van verschillenden
aard, zooals veldarbeid, behulpzaam zijn in
het huisgezin, helpen venten, enz. Een geval
was er dat een kind niet naar school wilde,
omdat de punt van haar potlood gebroken
was en iets te kort werd, hoewel het hoofd
der school liet boodschappen, dat er in de
school nog potlooden genoeg waren bleef het
kind 's middags ook thuis. Een ander geval
was, dat de ouders hun kind al een paar keer
een halve dag per week thuis gehouden had-
den om boodschappen rond te brengen.
Ook was er een geval, dat de ouders bij
huisbezoek aan de bezoekende leden meedeel-
de, dat hun zoon ziek was geweest. Na onder-
zoek bleek, dat dit niet waar was en dus het
verzuim ongeoorloofd.
Het langste verzuim dat dit jaar door de
commissie behandeld werd, was 1 week, al de
andere verzuimen waren van 1 of 2 dagen.
Aangenomen voor kennisgeving.
p. Het verslag der commissie van toezicht
op het lager onderwijs voor SluiskilDrie-
wegen over den dienst 1929, luidende als
volgt:
Ter voldoening aan hetgeen is voorgeschre-
ven bij artikel 184 derde lid der Lager On-
derwijswet 1920 hebben ondergeteekenden de
eer, U namens de Commissie van Toezicht op
het Lager Onderwijs voor SluiskilDrie-
wegen het verslag dezer Commissie te doen
toekomen over 1929.
In den loop van dit jaar heeft de commis
sie 2 vergaderingen gehouden, n.l. 66n te
Driewegen en 6dn te Sluiskil.
Wegens buitengewone drukke werkzaam-
heden der betrokken leden zijn de tot het res-
sort der commissie behoorende scholen slechts
§6nmaal bezocht. Bijzondere opmerkingen
met betrekking tot het onderwijs en den toe-
stand der gebouwen zijn niet gemaakt.
Op voorstel van den voorzitter is besloten
een rooster vast te stellen, volgens hetwelk
tot schoolbezoek bevoegde leden der commis
sie beurtelings de scholen te Sluiskil en de
school te Driewegen zullen bezoeken.
In de samenstelling der commissie kwam
in het afgeloopen jaar geen verandering.
Aagenomen voor kennisgeving.
q. Proces-verbaal van de op 9 Januari
1930 ten kantore van den gemeente-ontvanger
gehouden opneming der boeken en kas, waar
bij is gebleken: het batig slot over het dienst-
jaar 1928 bedraagt blijkens de voorloopig
vastgestelde rekening van den gewonen
dienst 45.662,90%, van den kapitaaldienst
8797,57, de inkomsten van den dienst 1929
hadden tot op datum bedragen 502.983,79,
en die over den dienst 1930 f 82,51, te zamen
557.526,77 y2, en dat de uitgaven over den
dienst 1929 tot op datum hadden bedragen
487.742,48, en die over den dienst 1930
f 1296,92. te zamen 489.039,40, zoodat In kas
moest zijn 68.487,37%, hetgeen overeen-
kwam met het totaal der in kas zijnde en in
het proces-verbaal omschreven waarden.
Aangenomen voor kennisgeving.
r. De rekening der commissie tot wering
van schoolverzuim te Sluiskil, over den dienst
1929.
Burgemeester en wethouders stellen voor,
deze goed te keuren op een bedrag in ont-
vangsten van 285,14, in uitgaven van
113,41, alzoo met een batig slot van f 171,83.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
s. Het jaarverslag der commissie van toe
zicht op het lager onderwijs in de kom, over
1929, luidende als volgt:
Voldoende aan het voorschrift in alinea 3
van artikel 184 der Lager Onderwijswet
1920, hebben ondergeteekenden, voorzitter en
secretaris van de plaatselijke commissie van
toezicht op het lager onderwijs in de kom
Uwer gemeente de eer U een verslag aan te
bieden van de werkzaamheden van genoemde
comihissie gedurende het jaar 1929.
De commissie was gedurende dat jaar
samepgesteld uit de volgende leden: D. J. van
Wijck, voorzitter, C. Lok, P. F. de Bakker,
J. Dfiij C.Lzn., en C. F. Kohler, secretaris.
Er werden 5 vergaderingen gehouden en
alle scholen werden minstens CCnmaal be
zocht. Evenals het vorige jaar konden de
voor het schoolbezoek aangewezen leden in
de vergaderingen rapporteeren, dat de ver
schillende leerkrachten naar hun meening
hun taak met lust en rjver vervullen. Geen
enkele maal moest de commissie, evenmin als
dat in den loop van 1928 het geval was, ver-
gaderen om over de een of andere zaak, het
onderwijs betreffende, aan het Dagelijksch
Bestuur advies uit te brengen.
Moest de commissie in het vorige jaarver
slag nog de klacht uitten, dat het speelplein
van sommige scholen nog niet was, zooals het
wezen moest, en dat er ook een paar scholen
waren, waarvan de privaten en urinoirs nood-
zakelijk verbeterd moesten worden, thans kan
geconstateerd worden, dat, mede door het
aanhouden der commissie, daarin thans groo-
tendeels voorzien is. De betegelde school-
pleinen zijn een flinke verbetering. Als nu de
kopschool ook nog geheel stankvrjj gemaakt
is, dan heeft de commissie voorloopig op dat
gebied niet veel meer te verrichten.
Aangenomen voor kennisgeving.
t. De VOOPJZITTER deelt mede, dat een
schrijven is ingekomen van het bestuur der
Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten,
waarbij wordt geadviseerd het gemeenteper-
soneel, dat niet onder de Ziektewet valt en
dat men toch wenscht te verzekeren, te ver-
zekeren bij ,,Centraal Beheer".
De bij deze bedrijfsvereeniging aangesloten
gemeenten zullen worden vereenigd tot een
groep, wier leden volgens het zuiver omslag-
stelsel met elkaar de werkelijke kosten der
verzekering dragen. Op dezelfde wijze dus,
waarop sedert jaren door een groot aantal
gemeenten wordt samengewerkt in de beken-
de Onderlinge Risico-Vereeniging van Neder
landsche gemeenten voor het dragen van het
risico der wettelijk geregelde bedrijfs-onge-
vallenverzekering.
Burgemeester en wethouders stellen voor,
de gemeente daarbij aan te sluiten.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
u. De VOORZITTER deelt mede, dat aan
den gemeente-ontvanger, den heer D. Tholens,
op diens verzoek voor twee maanden ziekte-
verlof is toegestaan. In overleg met den
ontvanger hebben burgemeester en wethou
ders als plaatsvervanger aangewezen de heer
J. C. Olijslager, commies ter secretarie. De
administratie van den ontvanger was van dien
aard, dat het noodig was, dezen een paar
maanden rust te geven, om dit sinds behoor-
lijk in orde te maken. Voor wat het geldelrjk
beheer betreft, kan worden meegedeeld, dat
dit behoorlrjk in orde was, zoodat dit verder
rustig kan worden afgewacht.
De heer SCHEELE kan zich indenken, dat
burgemeester en wethouders bezwaar maken
in openbare zitting op desbetreffende vragen
te antwoorden en dat zij dit liever in ge-
heime zitting doen, doch geeft te kennen, dat
hij nog wel wat zou willen vragen.
De VOORZITTER kan namens burgemees
ter en wethouders, die een dergelijke vraag
hadden voorzien mededeelen, dat zij volkomen
bereid zijn, in besloten vergadering op te stel
len vragen te antwoorden.
De heer COLSEN kan wel begrijpen, dat
burgemeester en wethouders niet alles in de
finesses mededeelen, -doch acht hetgeen bur
gemeester en wethouders te kennen geven wel
heel sober, indien men dan hoort wat hier-
omtrent in het publiek wordt rondgebazuind.
De VOORZITTER merkt op, dat burge
meester en wethouders toch niet in de hand
hebben hetgeen „men" in het publiek zegt
en daarop ook niet kunnen ingaan. De zake-
lijke mededeeling is, zooals hij die deed.
De heer COLSEN: Maar is de ontvanger
dan werkelijk op eigen verzoek met verlof
gegaan
De VOORZITTER: Ja!
De heer COLSEN is dan tevreden, ook over
de mededeeling dat er geen tekort is, hij acht
het ook goed, dat burgemeester en wethou
ders bereid zijn, om te antwoorden op te
stellen vragen, maar meent, dat dit dan in
het belang van beide partijen zou zijn, indien
dat geschiedde in openbare zitting, opdat het
publiek er volledig kennis van kon nemen.
De praatjes luiden heelegaar anders.
De heer SCHEELE vermeent, dat het pu
bliek uit de mededeeling van wege burge
meester en wethouders thans voldoende op de
hoogte is gesteld. Men kan er zich niets van
aantrekken wat Jan, Piet of Klaas op de
straat zegt.
De VOORZITTER is van oordeel, dat men
thans in een goede richting is. Aan het eind
der vergadering zal hij een commissoriale
vergadering beleggen, teneinde de leden die
wenschen nog iets hierover te vragen in de
gelegenheid te stellen.
De heer COLSEN is dan tevreden.
v. Een adres van D. Duurinek, welke daar
in verzoekt voor verminderden prijs een stukje
grond te mogen koopen aan de Scheldekade,
ter breedte van 7 en ter diepte van 20 M.
De VOORZITTER deelt mede, dat burge
meester en wethouders aanvankeljjk hadden
voorgesteld om dit adres in hunne handen te
stellen om bericht en raad, doch dat zij in
verband met een nader ontvangen verzoek
voorstellen dit verzoek af te wijzen en den
grond die nog ligt tusschen het laatst ver-
kochte perceel en de garage van den heer A.
de Zeeuw, zrjnde eene oppervlakte van
440 M2, te verkoopen aan den heer L. de
Bruijne, tegen den prijs van f 6 per M2.,
waarbij voorts is overeengekomen, dat deze
met den heer Duurinek zal overeenkomen,
opdat deze gelegenheid krijgt, daar alsnog te
bouwen.
De heer GEELHOEDT voegt hier aan toe,
dat adressant Duurinek niet bereid was de
voile diepte van 30 M. te koopen, hetgeen
voor de gemeente een bezwaar was, aangezien
zij daar dan met een waardeloos stuk grond
zou blijven zitten.
De VOORZITTER wijst er voorts op, dat er
geen voldoende breedte overbleef om aan 2
menschen daar een stuk grond te verkoopen,
zoodat de positie voor de gemeente nog na-
deeliger zou geworden zijn, door de strook
die daar overbleef. Als <5<5n man het geheele
perceel koopt, kan deze, door dit zelf te ver-
deelen, er nog twee woningen plaatsen. Indien
het in eens geheel verkocht kan worden, is het
voor de gemeente een voordeelige oplossing.
De heer HAMELINK maakt bezwaar om
over dit voorstel, dat nu nauwelijks in de
vergadering wordt geworpen, te beslissen.
Hij maant aan tot voorzichtigheid, omdat in
het voorstel de prijs aanmerkelijk afwijkt van
de prijs die daar voor den bouwgrond betaald
wordt, want dat verschilt 4 per M2. Hij
zou, alvorens daarover zijn stem uit te bren
gen, ter plaatse de situatie eens willen be-
kijken.
De heer GEELHOEDT geeft te kennen,
dat, indien het een normaal geval was ge
weest, burgemeester en wethouders het ge
wone voorstel zouden hebben gedaan. De heer
Duurinek wilde echter den grond niet over da
voile diepte, terwrjl een ander dat niet meer
zou hebben kunnen koopen, zoodat het voor
de gemeente waardeloos werd. Bjj verkoop
aan den heer De Bruijme is de gemeente al
de grond kwijt.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat
zijne mededeelingen over deze zaak nog niet
beteekenen, dat de heeren daarover hedea-
namiddag moeten beslissen.
De heer HAMELIK wtjst op het belangr^pc
bedrag in prijsverschil; daarvoor moet eea
bepaalde aanleiding zrjn. Hij kan daarover
thans niet oordeelen. De leden hadden geea
gelegenheid hiemaar een onderzoek in t*
stellen, aangezien er v66r de vergadering'
niets van bekend was. Htj stelt daarom aan-
houding voor.
De heer DE BAKKER acht het wonderlfk,
dat burgemeester en wethouders voorstellen
het verzoek van den heer Duurinek, die het
eerst gevraagd heeft, af te wijzen en de*
grond te verkoopen aan een ander, die later
gekomen is. Wat zit daar achter.
De VOORZITTER merkt op, dat hier niet*
achter zit. Burgemeester en wethouders kon
den op het voorstel van den heer Duurinek
niet ingaan, omdat deze de voile diepte niet
wilde koopen.
De heer DE BAKKER meent, dat men daa
toch ook met hem had kunnen epreken.
De VOORZITTER vervolgt, dat de hew
Duurinek feitelijk ook niet de eerste aanvra-
ger is geweest. De heer De Brujjne had
reeds vroeger gesproken over het aankoopett
van de nog resteerende grond, maar liet daar
op niets van zich hooren. Nu kwam de heer
Duurinek, die in een huis van den rtjk»-
waterstaat woont, dat hij moet ontruimen,
met de vraag of hij, zoo voordeelig mogelijk,
naast de garage van den heer De Zeeuw een
stukje grond kon koopen, om daar zoo vlug
mogelijk te bouwen. Die koop zou voor de
gemeente niet voordeelig geweest zijn. On-
dertusschen kwam de heer De Bruijne er weer
over spreken en deze verklaarde zich bereid
de geheele oppervlakte van 440 M. te koopen,
mits tegen lageren prijs, en dat deze dan ook
een deel daarvan aan den heer Duurinek zou
overdoen, omdat deze daar ook kon bouwen.
Er moest daar ook nog een ruimte blijven
voor een brandgang.
Het voorstel kan aangehouden worden,
maar, zooals gezegd, de heer Duurinek
wenschte vlug te bouwen.
De heer HAMELINK kan nog niet lnzien,
dat voor deze grond zoo'n groot verschil moet
worden gemaakt, dat er maar iets meer dan
de helft van den prijs die voor de andere per-
ceelen aan de Scheldekade -wordt betaald zou
moeten worden gegeven.
Het voorstel van den heer-Hamelink om
deze zaak aan te houden, wordt met alge
meene stemmen aangenomen.
3. Verkoop van gemeentegrond aan P. J.
Visser.
Naar aanleiding van een ingekomen ver
zoek, stellen burgemeester en wethouders
voor aan P. J. Visser te verkoopen een per
ceel gemeentegrond, ter grootte van ongeveer
407 M2., gelegen achter de affuitloods, zooals
op de bij het voorstel behoorende teekening
in rood is aangegeven, voor den prijs van /6
per M2.
De heer HAMELINK zou hieromtrent nog
wel enkele meerdere inlichtingen wenschen.
Men staat hier weer voor een nieuwe zaak,
n.l. het verkoopen van grond, die vrij komt
door het afbreken der affuitloods. Het wil
hem voorkomen dat, om over dit voorstel een
goed oordeel te vellen, het noodig zou zijn,
dat de gemeenteraad kon beschikken over een
exploitatierekening van dit terrein. Er zullen
daar toch ook bestratingen en rioleeringea
moeten gemaakt worden. Hij wil voor de
gemeente uit den verkoop van dezen grand
niet bepaald een slaatje slaan, maar acht het
toch behoorlijk dat de te maken onkosten
zullen gedekt worden. Aangezien voor de
gronden in de omgeving tot hiertoe 8 per
M2. werd betaald, en nu 5 per M2. wordt
voorgesteld, zou hij toch wel een kostenbere-
kening gewild hebben, opdat blijkt, waarop
de prijs die burgemeester en wethouder*
voorstellen thans is gebaseerd.
Te meer is dit het geval, waar de gemeente-
bouwmeester, in het advies dat deze blgkena
de stukken aan burgemeester en wethouders
heeft uitgebracht, een anderen prijs noemt.
Het komt hem voor, dat burgemeester en
wethouders, waar zij het advies in hun voor
stel niet opvolgen, die afwijking hadden be-
hooren te motiveeren. Bij de eerste grond
die verkocht wordt, wordt zoo ongeveer de
prijs voor de toekomst vastgelegd en hij zou
eerst een kostprijs wenschen te weten om
trent deze exploitatie, daar naar zijn meening
deze grond toch vrijwel geljjk gelegen is met
de andere in de omgeving, waar een prijs van
f 8 geldend is.
De heer SCHEELE dacht, dat burgemees
ter en wethouders met dit voorstel gekomen
waren, omdat ze stellig van meening zijn,
dat dit achter de loods gelegen hoekje minder
waarde heeft, om dat te verkoopen voor den
bouw van een huis. De heer Visser, die het
noodig heeft als bergplaats, zal gaame het
goedkoopste terrein genomen hebben. Mis
schien heeft de heer Hamelink over het alge-
meen met betrekking tot de waarde van den
grond gelijk, maar voor dit hoekje meent
spreker, dat het met /5 werkelijk voldoende
betaald is.
De heer BEDET is het gedeeltelijk eens met
den heer Hamelink, n.l. waar deze de wen-
schelijkheid uitspreekt, dat een kostenbere-
kening behoorde te zijn overgelegd, om aan
te geven hoe men tot dit bedrag is gekomen.
Zijn burgemeester en wethouders voornemen*
ook de resteerende grond te verkoopen voor
een prijs die slechts ongeveer twee derde be
draagt van den prijs die voor den aangrenzen-
den grond is vastgesteld? Of, willen ze dien
voor een hoogeren prijs verkoopen? Dan
maakt het natuurlijk verschil. Hij vermoedt
echter, dat burgemeester en wethouders toch
wel een kostenberekening zullen hebben ge-
mSiSikti
Met betrekking tot het verder betoog van
den heer Hamelink, meent spreker, dat deze
uit het oog verloor, dat dit stukje grond door
de ligging beslist minder waarde heeft en
daarom niet den prijs kan opbrengen van de
resteerende grond. Hij meent, dat er boven-
dien ook aanleiding is om voor dit hoekje
een lageren prijs vast te stellen in verband
met de economische waarde die het betrokken
bedrijf voor Ter Neuzen heeft. Het spreekt
van zelf, dat de heer Visser zijn tweede
garage gaame gevestigd houdt in de nabijheid
van zijn eigen garage. Dit komt ten goede
aan zijn bedrijf, waarin jaar in jaar uit 7
menschen werkzaam zijn en waar als werk-
loon gemiddeld zeven tot acht duizend gulden
loon per jaar wordt verdiend. Hij meent, dat
er indien dat zoo voorkomt voor den raad
ook wel aanleiding is, om het bedrijfsleven
in onze plaats te steunen. Overigens heeft
het ook hem gefrappeerd, dat de gemeente-
bouwmeester een anderen prijs noemt dan
burgemeester en wethouders. Deze noemt 6