GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. van enkele grondeigenaren en in de bepa- Ivan het pachtcontract. 4 Het ontwerp zal, mits gewijzigd en aangevuld, verbetering kunnen brengen in liet remissierecht, de regeling van de opzeg- rpnit en van het beeindigen van de pacht bij oweriijden van den pachter. Van de regeling omtrent de vergoeding voi.tr aangebracnte verbeteringen en omtrent liet con tinua tier echt van den zittenden padbtier mag practisch slechts weinig resul- taai worden verwacht. De voorgestelde re geling zal dientengevolge geen bevrediging achenken en kan gemakkelijk aanleiding geven tot verscherping van de verhouding tnsscben pachter en verpachter. 5~ Bij uitvoering van de voorgestelde weltdtijke regelingen zal het streven blijven bestaan om steeds verder in de pachtverhou- dingtn in te grijpen, hetgeen moet leiden tot ontwrichting van het pachtwezen, tot een algemeene aantasting van het eigendoms- recht hetwelk niet in het belang zal blijken te zijn van de gemeenschap, noch van de plaltelandstoestanden, nocn van de pacht- verhoudingen. d. Tot bestrijding van de onder 3 ge- noesnde misstanden in het pachtwezen zal het nemen van maatregelen met betrekking tot de wijze van verpachten (i. c. verbod van het houden van publieke verpachtingenen tegen onredelijke pachtopdrijvina en onrede lijke pachtopzegging gewenscht zijn. De wettelijke regeling van de pacht zal zich dan verder kunnen bepalen, tot het geven van een leiddraad voor de contractueele verhou- dingen. x 7. Door dergelijke maatregelen iullen de goede pachtvernoudingen onaangetast blij ven, doch zal het mogelijk zijn om in uitzon- deringsgevallen in te grijpen. Ten aanzien wan tie maatregelen tegen onredelijke pacht- opdrijving en onredelijke pachtopzegging zal de rnogelijkheid moeten worden geopend de pachtprijs en de pachtvoorwaarden te doen vaststellen door pachtcommissies. 8. Het instellen van wettelijke pacht commissies is gewenscht. De samenstelling zal moeten blijven be- rnsten bij de provinciale landbouworganisa- tiw, waarbij de voorgedragen leden recht- streeks door de Regeering cfienen te worden henoemd. Het Hoofdbestuur der Zeeuwsche Landbouw Maatschappij. P. DIELEMAN, Voorzitter. J. SIEBENGA, Secretaris. Middelburg December 1929. Goes Vergadering van Donderdag 20 Februari 1930, des namiddags 2 uur. Voorzitter de heer J. Huizinga, burge meester. Tegenwoordig de leden: J. J. de Jager, L. J. Geelhoedt, D. Scheele, C. A. Verlinde, A. de Bruijne, P. F. de Bakker, H. J. Colsen, K. A. Hamelink, L. J. van Driel, C. van den Bulck en W. Bedet. Afwezig de beeren B. van Neerbos en D. wan Aken. De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede, dat de beer Van Aken bericht heeft gezonden wegens bezigbeden verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. Hij wendt zich vervolgens tot den raad als volgt: Bij het begin van deze vergadering zeg lk XT, mijne beeren, dank voor de wenschen mij gezonden en wederkeerig wensch ik U alle goeds, voor Uwe families en Uwen arbeid. Geve God U een rijken zegen in het nieuw in- getreden jaar. Het is mijn voomemen slechts in het kort te wijzen op een paar feiten, betreffende den bloei, waarin onze gemeente zich in 1929 heeft mogen verheugen. Alles wat onze gemeente hetreft, ging gelukkig in vooruitgaande lijn. De bevolking ging zonder kunstmatigen aan- was in normalen zin vooruit. Op 31 December 1928 telde onze gemeente 10030, op 31 Decem ber 1929 10236 inwoners. Hetzelfde kan ook worden gezegd van het belastbaar inkomen over het geheel der bevolking, ook al ging dit voor zoover het de landbouwers betrof een areinig achteruit. Betreffende de zeevaart mogen wij opmer- ken, dat deze niet onbelangrijk vooruit ging, al gaan wij in dit bedrijf nog altijd gedrukt onder bepalingen ontstaan in de dagen van den ooriogstoestand en die een geschilpunt somen met onze Zuidelijke naburen. Wanneer wij in aanmerking nemen, dat in 1928 door buitengewone cmistandigheden het overladen van goederen klom tot 1.105.158 ton, dus onder abnormale omstandigheden, daaren- tegen bij eene stijgende toename in 1929 bijna 200.000 ton meer of 1.278.790 ton werd ver- laden. Onze haven staat daarmede boven dien van Dordrecht, Zaandam en andere. Trouwens deze verbeterde toestand in het havenbedrijf kom r. ook tot uitdrukking in het verminderde bedrag der steunuitkeering, hetwelk over 1928 J 6800 bedroeg en over 1929 f 2900. Uw raad nam in het vorig jaar een tweetal besluiten van verstrekkende gevolgen, n.l. het geven van een geldelijke bijdrage ten dienste der uitbreiding der havens en besloot zich aan te sluiten bij de P.Z.E.M. voor de levering van relectrische energie. Een korten tijd kwam een donkere wolk haar schaduw op de welvaart van een deel der bevolking werpen, die sedert enkele weken is afgedreven. Met uitzondering van een oogen- blik, doch ook slechts maar een oogenblik, was het in onze gemeente rustig onder de sta- keis. Men begreep al heel spoedig hoe in Ter Neuzen werd gedacht en hoe men zich in Ter Neuzen heeft te gedragen. Het is bij dat conflict wel gebleken, dat de leiders niet altijd het juiste oogenblik van handelen we ten te kiezen; de uitslag zou al- ticht anders geweest zijn, zoo men zich maar wijsheid hau beraden. Het verdient bij een dusdanige beslissing wel overwogen te wor den, dat er ook nog zooiets is wat men maat schappij noemt, die er zeker aanspraak op mag maken, dat met dit bestaan wordt reke- ning gehouden. Er wachten ons dit jaar weder belangrijke werkzaamheden. De vemieuwing der bestra- ting zal worden voortgezet. Wij denken verder aan de uitvoering der wet op de financieele verhouding; aan een noodzakelijke grenswijziging in het zuiden in verband met de uitbreiding van de bevolking aldaar. Moge wat wij ons voorstellen door God wor den gezegend in het belang der bevolking on- zer gemeente. 1. Notulen. De notulen der vergadering van 28 Novem ber en die van 19 December 1929 worden met algemeene stemmen vastgesteld, zooals die in druk zijn verschenen. 3; 2. Ingekomen stukken. a. Een adres van het Comity der Vereeni-s gingen van Burgemeesters en Secretarissen in de Kantons Hoom (waaronder Medem- blik), Purmerend, Alkmaar en Schagen, be treffende de classificatie der gemeenten vol- gens het „Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1928", in verband met on- derwijsbelangen ten plattenlande. Adressanten achten de onderwijsbelangen ten plattenlande door die classificatie ten zeerste geschaad, omdat: Een onderwijzer op het platteland, dus voomamelijk in de gemeenten der derde klasse, geniet 8 minder salaris dan de ge- iyk bevoegde in eene eerste klasse gemeente en 4 minder dan de gelijk bevoegde in eene tweede klasse gemeente. Telkens weer doet zich het geval voor, dat een onderwijskracht, die zijn werk begint ten plattelande, tracht zoo spoedig mogelijk te verbeteren en vol- komen terecht. Hoe meer hij zich ontpopt als een goede leerkracht, des te eerder volgt een zoodanige benoeming. Zoo worden de goede leerkrachten getrokken naar de gemeenten in een hoogere klasse en wordt het onderwijs op het platteland emstige schade berokkend als gevolg van de vele wisselingen en het steeds weer moeten beginnen met nieuwelin- gen. Ons comite beoogt hierbij niet in de bres te springen voor de belangen van de be- trokken onderwijzers; dit toch ligt, als ver- tegenwoordiger van tal van gemeentebesturen, niet op zijn weg, doch het voelt zich gedron- gen op te komen tegen de benadeeling van het onderwijs als zoodanig door bovenver- melde omstandigheid. Wel dient er in dit verband op te worden gewezen, dat er voor een lagere salarieering van ambtenaren op het platteland onder het motief, als zoude daar het leven goedkooper zijn, dan in de steden, niet de minste redenen bestaan en wel speciaal voor hen, die door hun maatschappelijke positie een zekeren stand dienen op te houden. Men behoeft daarbij niet te denken aan het profiteeren van ver- makelijkheden als tooneelstukken, concerten, enz., waarvoor men naar de stad moet gaan, doch om slechts enkele voorbeelden te noemen aan: het doen genieten der kinderen van voortgezet onderwijs, waarvoor belangrijke bedragen aan reis- en verblijfkosten moeten worden uitgegeven, de prijzen van electrici- teit en gas, ziekenhuisverpleging, consult van specialisten, kosten van ontsmetting, kleeding, meubelen, levensmiddelen en brandstoffen, enz. enz., waardoor het leven op het platte land duurder wordt, dan in de steden. Het is daarom, dat wij U met den meesten aandrang verzoeken, het wel daarheen te wil- len leiden, dat het Bezoldigingsbesluit Burger lijke Rijksambtenaren 1928 in dien zin en in zooverre worde gewijzigd, dat daardoor meer waarborgen worden gegeven voor een gelijk peil van het onderwijs over alle deelen des lands, zoowel ten plattelande als in de steden. Aangenomen voor kennisgeving. b. Een schrijven van het gemeentebestuur van Hontenisse, waarin dit bericht, dat het voorstel van de meerderheid van burge- meester en wethouders, om met betrekking tot de N.V. Zeeuwsch-Vlaamsche Waterlei- ding te handelen overeenkomstig het besluit van den raad der gemeente Ter Neuzen van 28 NovembM- 1.1., door den gemeenteraad met 8 tegen 3 stemmen is verworpen. Aangenomen voor kennisgeving. c. Een schrijven van het gemeentebestuur van Graauw en Langendam, waarin dit be richt, dat de raad dier gemeente de uitnoodi- ging van den gemeenteraad van Ter Neuzen met betrekking tot de Zeeuwsch-Vlaamsche Waterleiding heeft afgewezen. Aangenomen voor kennisgeving. d. Berichten van A. van Aerde, F. Dekker en F. Dieleman, dat zij hunne herbeoeming tot lid van het Burgerlijk Armbestuur aan- nemen. Aangenomen voor kennisgeving. e. Het raadsbesluit d.d. 28 November 1929, tot wijziging der begrooting voor het gemeentelijk woningbedrijf voor 1929, voor- zien van het bewijs der goedkeuring door gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. f. Het raadsbesluit d.d. 28 November 1929, tot wijziging der gemeentebegrooting voor den dienst 1929, voorzien van het bewijs der goedkeuring door gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. g. Een schrijven van gedeputeerde staten van Zeeland, d.d. 20 December 1929, waarbij de goedkeuring wordt bericht van het besluit van den raad van 28 November 1929 tot wij ziging der bouwverordening. Dit bericht geldt tevens als bericht van ontvangst, bedoeld bij artikel 167 der Gemeen- tewet. Aangenomen voor kennisgeving. h. Een bericht van A. Brakman te Sluis- kil, dat hij zijne herbenoeming tot lid van de aldaar gevestigde commissie van toezicht op het lager onderwijs niet aanneemt. Aangenomen voor kennisgeving. i. Een missive van gedeputeerde staten van Zeeland, d.d. 20 December 1929, waarbij wordt bericht, dat zij hunne beslissing om trent de gemeentebegrooting voor den dienst 1930 hebben verdaagd tot 1 April a.s. Aangenomen voor kennisgeving. j. Het raadsbesluit van 28 November 1929, tot het aangaan eener leening van f 718.000 ten behoeve der storting op de aandeelen in de N.V. Zeeuwsch-Vlaamsche Waterleiding. voorzien van het bewijs door gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. De heer DE BAKKER vraagt of, indien overgegaan wordt tot het uitvoeren van dit besluit, dan ook voldoende rekening wordt gehouden met den door den heer Verlinde uitgedrukten wensch. De VOORZITTER antwoordt, dat burge- meester en wethouders in deze him plicht hebben gedaan. k. Bericht van J. Deij C.Lzn., dat hij zijn herbenoeming tot lid der commissie van toe zicht op het lager onderwijs in de kom aan neemt. Aangenomen voor kennisgeving. 1. Bericht van J. J. Kaan, dat hij de over- plaatsing als hoofd der openbare lagere school D naar school C volgaame aanneemt. Aangenomen voor kennisgeving. m. Een schrijven van het Dagelijksch Be- stuur der N.V. P.Z.E.M.", dat de Raad van Bestuur dier maatschappij zich heeft ver- eenigd met het ontwerp contract betreffende ovememing van de electrische centrale te Ter Neuzen en de levering van electrischen stroom in de kom, zooals dat is besproken in de raadszitting van 19 December 1929. Het Dagelijksch Bestuur heeft een crediet- aanvrage tot gedeputeerde staten gericht en vemomen, dat deze in een buitengewone zit- ting van de Provinciale Staten behandeld zal worden. De ovememing zou voorts in eene op 31 Januari 1930 te houden vergadering van aandeelhouders der vennootschap aan de orde worden gesteld. Aangenomen voor kennisgeving. n. Het jaarverslag der commissie tot we- ring van schoolverzuim in de kom, over den dienst 1929, luidende als volgt: Bij een terugblik op het achter ons liggende jaar meent de commissie goed te doen een paar opmerkingen te maken. die haar voor- komen niet onbelangrijk te zijn. In de eerste plaats viel het op, dat het schoolverzuim in dalende lijn gaat. ZeJden komt verzuim voor van eenigszins langen duur, of in twee of drie opeenvolgende weken. Eene der oorzaken, misschien wel de voor- naamste, is het feit, dat de overtredingen spoedig ter kennis gebracht worden, zoodat vlug ingrijpen mogelijk is. Eene tweede opmerking is, dat arbeid door kinderen in den leerplichtigen leeftijd aan- zienlrjk verminderd is, omdat meer gelet wordt op de strafbaarheid der werkgevers. Een enkel aanspr. persoon tracht nog wel eens de Wet te ontduiken door een of anderen slimmen streek. Zoo was het bij een vader, die zijn 12jarigen jongen uit het 7de leerjaar naar de Ambachtsschool stuurde, waarvoor hij op school het pokkenbriefje" terugvroeg en kreeg. Eenmaal in het bezit daarvan meende hij het wel te durven wagen den knaap na een paar dagen weer van de Ambachtsschool af te nemen om hem in 't eigen bedrijf be- hulpzaam te laten zijn. Het afstaan op school van 't vaccine-briefje gold bij hem als bewijs, dat de jongen een vak mocht leeren. Deze vlieger ging niet op; de jongen moest terug naar de gewone school Toen maakte de vader het nog erger, ook ten opzichte van een jonger kind: hij liet beide jongens beurtelings in de zaak werken en om de beurt naar school gaan. Vemieuwd ingrijpen maakte een einde aan deze onwettige handelwijze. Opmerkenswaard is wel, dat het grootst aantal verzuimers weer evenals in vorige jaren te vinden was aan de school te Drie- wegen en aan school C; 't bedroeg voor elk dezer scholen 9 leerlingen. Van de bijzondere school te „De Knol', gemeente Hoek, kwam §6n geval voor. Het meest gewichtige feit, dat zich in den loop van het jaar voordeed, was het dagvaar- den voor het kantongerecht van het hoofd eener school, om getuigenis af te leggen in een geval van leerplichtovertreding; voorzoo- ver ons bekend is, geschiedde dat twee maal. Opkomst weigeren ging niet aan, maar voor de school leidde dat tot moeilijkheden. Omstandigheden dwongen 6£n van die hoof- den eene geheele schoolklas vrijaf te geven. Op die wijze had het verzuim van enkelen leerling tengevolge, dat een 30, 40 andere kinders een ganschen schooltijd verzuimen moesten. Zoo beschouwd wordt het doel der Leerplichtwet voorbijgestreefd. Er werden in de commissie verschillende beschouwingen over geleverd, maar eene oplossing werd niet gevonden. Moet eene betere regeling in voor- komend geval getroffen worden alleen door de school? Of is er iets te bereiken door samenwerking van autoriteiten De commis sie zal zich daarover niet uitspreken, maar acht het gewenscht de kwestie door opneming in haar jaarverslag in ruimer kring bekend te maken. Zij besluit met den wensch, dat in 1930 het onderwijs aan alle scholen ten zegen moge strekken van de leerplichtige jeugd. Aangenomen voor kennisgeving. o. Het jaarverslag der commissie tot wering van schoolverzuim te Sluiskil, over den dienst 1929, luidende als volgt: In dit jaar werden 14 vergaderingen ge houden. Door de commissie werden 11 per- sonen opgeroepen. 4 p*jrsonen gaven gehoor aan dien oproep en bij 7 personen werden huisbezoeken afgelegd. De verzuimen waren van verschillenden aard, zooals veldarbeid, behulpzaam zijn in het huisgezin, helpen venten, enz. Een geval was er dat een kind niet naar school wilde, omdat de punt van haar potlood gebroken was en iets te kort werd, hoewel het hoofd der school liet boodschappen, dat er in de school nog potlooden genoeg waren bleef het kind 's middags ook thuis. Een ander geval was, dat de ouders hun kind al een paar keer een halve dag per week thuis gehouden had- den om boodschappen rond te brengen. Ook was er een geval, dat de ouders bij huisbezoek aan de bezoekende leden meedeel- de, dat hun zoon ziek was geweest. Na onder- zoek bleek, dat dit niet waar was en dus het verzuim ongeoorloofd. Het langste verzuim dat dit jaar door de commissie behandeld werd, was 1 week, al de andere verzuimen waren van 1 of 2 dagen. Aangenomen voor kennisgeving. p. Het verslag der commissie van toezicht op het lager onderwijs voor SluiskilDrie- wegen over den dienst 1929, luidende als volgt: Ter voldoening aan hetgeen is voorgeschre- ven bij artikel 184 derde lid der Lager On- derwijswet 1920 hebben ondergeteekenden de eer, U namens de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs voor SluiskilDrie- wegen het verslag dezer Commissie te doen toekomen over 1929. In den loop van dit jaar heeft de commis sie 2 vergaderingen gehouden, n.l. 66n te Driewegen en 6dn te Sluiskil. Wegens buitengewone drukke werkzaam- heden der betrokken leden zijn de tot het res- sort der commissie behoorende scholen slechts §6nmaal bezocht. Bijzondere opmerkingen met betrekking tot het onderwijs en den toe- stand der gebouwen zijn niet gemaakt. Op voorstel van den voorzitter is besloten een rooster vast te stellen, volgens hetwelk tot schoolbezoek bevoegde leden der commis sie beurtelings de scholen te Sluiskil en de school te Driewegen zullen bezoeken. In de samenstelling der commissie kwam in het afgeloopen jaar geen verandering. Aagenomen voor kennisgeving. q. Proces-verbaal van de op 9 Januari 1930 ten kantore van den gemeente-ontvanger gehouden opneming der boeken en kas, waar bij is gebleken: het batig slot over het dienst- jaar 1928 bedraagt blijkens de voorloopig vastgestelde rekening van den gewonen dienst 45.662,90%, van den kapitaaldienst 8797,57, de inkomsten van den dienst 1929 hadden tot op datum bedragen 502.983,79, en die over den dienst 1930 f 82,51, te zamen 557.526,77 y2, en dat de uitgaven over den dienst 1929 tot op datum hadden bedragen 487.742,48, en die over den dienst 1930 f 1296,92. te zamen 489.039,40, zoodat In kas moest zijn 68.487,37%, hetgeen overeen- kwam met het totaal der in kas zijnde en in het proces-verbaal omschreven waarden. Aangenomen voor kennisgeving. r. De rekening der commissie tot wering van schoolverzuim te Sluiskil, over den dienst 1929. Burgemeester en wethouders stellen voor, deze goed te keuren op een bedrag in ont- vangsten van 285,14, in uitgaven van 113,41, alzoo met een batig slot van f 171,83. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. s. Het jaarverslag der commissie van toe zicht op het lager onderwijs in de kom, over 1929, luidende als volgt: Voldoende aan het voorschrift in alinea 3 van artikel 184 der Lager Onderwijswet 1920, hebben ondergeteekenden, voorzitter en secretaris van de plaatselijke commissie van toezicht op het lager onderwijs in de kom Uwer gemeente de eer U een verslag aan te bieden van de werkzaamheden van genoemde comihissie gedurende het jaar 1929. De commissie was gedurende dat jaar samepgesteld uit de volgende leden: D. J. van Wijck, voorzitter, C. Lok, P. F. de Bakker, J. Dfiij C.Lzn., en C. F. Kohler, secretaris. Er werden 5 vergaderingen gehouden en alle scholen werden minstens CCnmaal be zocht. Evenals het vorige jaar konden de voor het schoolbezoek aangewezen leden in de vergaderingen rapporteeren, dat de ver schillende leerkrachten naar hun meening hun taak met lust en rjver vervullen. Geen enkele maal moest de commissie, evenmin als dat in den loop van 1928 het geval was, ver- gaderen om over de een of andere zaak, het onderwijs betreffende, aan het Dagelijksch Bestuur advies uit te brengen. Moest de commissie in het vorige jaarver slag nog de klacht uitten, dat het speelplein van sommige scholen nog niet was, zooals het wezen moest, en dat er ook een paar scholen waren, waarvan de privaten en urinoirs nood- zakelijk verbeterd moesten worden, thans kan geconstateerd worden, dat, mede door het aanhouden der commissie, daarin thans groo- tendeels voorzien is. De betegelde school- pleinen zijn een flinke verbetering. Als nu de kopschool ook nog geheel stankvrjj gemaakt is, dan heeft de commissie voorloopig op dat gebied niet veel meer te verrichten. Aangenomen voor kennisgeving. t. De VOOPJZITTER deelt mede, dat een schrijven is ingekomen van het bestuur der Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten, waarbij wordt geadviseerd het gemeenteper- soneel, dat niet onder de Ziektewet valt en dat men toch wenscht te verzekeren, te ver- zekeren bij ,,Centraal Beheer". De bij deze bedrijfsvereeniging aangesloten gemeenten zullen worden vereenigd tot een groep, wier leden volgens het zuiver omslag- stelsel met elkaar de werkelijke kosten der verzekering dragen. Op dezelfde wijze dus, waarop sedert jaren door een groot aantal gemeenten wordt samengewerkt in de beken- de Onderlinge Risico-Vereeniging van Neder landsche gemeenten voor het dragen van het risico der wettelijk geregelde bedrijfs-onge- vallenverzekering. Burgemeester en wethouders stellen voor, de gemeente daarbij aan te sluiten. Met algemeene stemmen wordt aldus besloten. u. De VOORZITTER deelt mede, dat aan den gemeente-ontvanger, den heer D. Tholens, op diens verzoek voor twee maanden ziekte- verlof is toegestaan. In overleg met den ontvanger hebben burgemeester en wethou ders als plaatsvervanger aangewezen de heer J. C. Olijslager, commies ter secretarie. De administratie van den ontvanger was van dien aard, dat het noodig was, dezen een paar maanden rust te geven, om dit sinds behoor- lijk in orde te maken. Voor wat het geldelrjk beheer betreft, kan worden meegedeeld, dat dit behoorlrjk in orde was, zoodat dit verder rustig kan worden afgewacht. De heer SCHEELE kan zich indenken, dat burgemeester en wethouders bezwaar maken in openbare zitting op desbetreffende vragen te antwoorden en dat zij dit liever in ge- heime zitting doen, doch geeft te kennen, dat hij nog wel wat zou willen vragen. De VOORZITTER kan namens burgemees ter en wethouders, die een dergelijke vraag hadden voorzien mededeelen, dat zij volkomen bereid zijn, in besloten vergadering op te stel len vragen te antwoorden. De heer COLSEN kan wel begrijpen, dat burgemeester en wethouders niet alles in de finesses mededeelen, -doch acht hetgeen bur gemeester en wethouders te kennen geven wel heel sober, indien men dan hoort wat hier- omtrent in het publiek wordt rondgebazuind. De VOORZITTER merkt op, dat burge meester en wethouders toch niet in de hand hebben hetgeen „men" in het publiek zegt en daarop ook niet kunnen ingaan. De zake- lijke mededeeling is, zooals hij die deed. De heer COLSEN: Maar is de ontvanger dan werkelijk op eigen verzoek met verlof gegaan De VOORZITTER: Ja! De heer COLSEN is dan tevreden, ook over de mededeeling dat er geen tekort is, hij acht het ook goed, dat burgemeester en wethou ders bereid zijn, om te antwoorden op te stellen vragen, maar meent, dat dit dan in het belang van beide partijen zou zijn, indien dat geschiedde in openbare zitting, opdat het publiek er volledig kennis van kon nemen. De praatjes luiden heelegaar anders. De heer SCHEELE vermeent, dat het pu bliek uit de mededeeling van wege burge meester en wethouders thans voldoende op de hoogte is gesteld. Men kan er zich niets van aantrekken wat Jan, Piet of Klaas op de straat zegt. De VOORZITTER is van oordeel, dat men thans in een goede richting is. Aan het eind der vergadering zal hij een commissoriale vergadering beleggen, teneinde de leden die wenschen nog iets hierover te vragen in de gelegenheid te stellen. De heer COLSEN is dan tevreden. v. Een adres van D. Duurinek, welke daar in verzoekt voor verminderden prijs een stukje grond te mogen koopen aan de Scheldekade, ter breedte van 7 en ter diepte van 20 M. De VOORZITTER deelt mede, dat burge meester en wethouders aanvankeljjk hadden voorgesteld om dit adres in hunne handen te stellen om bericht en raad, doch dat zij in verband met een nader ontvangen verzoek voorstellen dit verzoek af te wijzen en den grond die nog ligt tusschen het laatst ver- kochte perceel en de garage van den heer A. de Zeeuw, zrjnde eene oppervlakte van 440 M2, te verkoopen aan den heer L. de Bruijne, tegen den prijs van f 6 per M2., waarbij voorts is overeengekomen, dat deze met den heer Duurinek zal overeenkomen, opdat deze gelegenheid krijgt, daar alsnog te bouwen. De heer GEELHOEDT voegt hier aan toe, dat adressant Duurinek niet bereid was de voile diepte van 30 M. te koopen, hetgeen voor de gemeente een bezwaar was, aangezien zij daar dan met een waardeloos stuk grond zou blijven zitten. De VOORZITTER wijst er voorts op, dat er geen voldoende breedte overbleef om aan 2 menschen daar een stuk grond te verkoopen, zoodat de positie voor de gemeente nog na- deeliger zou geworden zijn, door de strook die daar overbleef. Als <5<5n man het geheele perceel koopt, kan deze, door dit zelf te ver- deelen, er nog twee woningen plaatsen. Indien het in eens geheel verkocht kan worden, is het voor de gemeente een voordeelige oplossing. De heer HAMELINK maakt bezwaar om over dit voorstel, dat nu nauwelijks in de vergadering wordt geworpen, te beslissen. Hij maant aan tot voorzichtigheid, omdat in het voorstel de prijs aanmerkelijk afwijkt van de prijs die daar voor den bouwgrond betaald wordt, want dat verschilt 4 per M2. Hij zou, alvorens daarover zijn stem uit te bren gen, ter plaatse de situatie eens willen be- kijken. De heer GEELHOEDT geeft te kennen, dat, indien het een normaal geval was ge weest, burgemeester en wethouders het ge wone voorstel zouden hebben gedaan. De heer Duurinek wilde echter den grond niet over da voile diepte, terwrjl een ander dat niet meer zou hebben kunnen koopen, zoodat het voor de gemeente waardeloos werd. Bjj verkoop aan den heer De Bruijme is de gemeente al de grond kwijt. De VOORZITTER geeft te kennen, dat zijne mededeelingen over deze zaak nog niet beteekenen, dat de heeren daarover hedea- namiddag moeten beslissen. De heer HAMELIK wtjst op het belangr^pc bedrag in prijsverschil; daarvoor moet eea bepaalde aanleiding zrjn. Hij kan daarover thans niet oordeelen. De leden hadden geea gelegenheid hiemaar een onderzoek in t* stellen, aangezien er v66r de vergadering' niets van bekend was. Htj stelt daarom aan- houding voor. De heer DE BAKKER acht het wonderlfk, dat burgemeester en wethouders voorstellen het verzoek van den heer Duurinek, die het eerst gevraagd heeft, af te wijzen en de* grond te verkoopen aan een ander, die later gekomen is. Wat zit daar achter. De VOORZITTER merkt op, dat hier niet* achter zit. Burgemeester en wethouders kon den op het voorstel van den heer Duurinek niet ingaan, omdat deze de voile diepte niet wilde koopen. De heer DE BAKKER meent, dat men daa toch ook met hem had kunnen epreken. De VOORZITTER vervolgt, dat de hew Duurinek feitelijk ook niet de eerste aanvra- ger is geweest. De heer De Brujjne had reeds vroeger gesproken over het aankoopett van de nog resteerende grond, maar liet daar op niets van zich hooren. Nu kwam de heer Duurinek, die in een huis van den rtjk»- waterstaat woont, dat hij moet ontruimen, met de vraag of hij, zoo voordeelig mogelijk, naast de garage van den heer De Zeeuw een stukje grond kon koopen, om daar zoo vlug mogelijk te bouwen. Die koop zou voor de gemeente niet voordeelig geweest zijn. On- dertusschen kwam de heer De Bruijne er weer over spreken en deze verklaarde zich bereid de geheele oppervlakte van 440 M. te koopen, mits tegen lageren prijs, en dat deze dan ook een deel daarvan aan den heer Duurinek zou overdoen, omdat deze daar ook kon bouwen. Er moest daar ook nog een ruimte blijven voor een brandgang. Het voorstel kan aangehouden worden, maar, zooals gezegd, de heer Duurinek wenschte vlug te bouwen. De heer HAMELINK kan nog niet lnzien, dat voor deze grond zoo'n groot verschil moet worden gemaakt, dat er maar iets meer dan de helft van den prijs die voor de andere per- ceelen aan de Scheldekade -wordt betaald zou moeten worden gegeven. Het voorstel van den heer-Hamelink om deze zaak aan te houden, wordt met alge meene stemmen aangenomen. 3. Verkoop van gemeentegrond aan P. J. Visser. Naar aanleiding van een ingekomen ver zoek, stellen burgemeester en wethouders voor aan P. J. Visser te verkoopen een per ceel gemeentegrond, ter grootte van ongeveer 407 M2., gelegen achter de affuitloods, zooals op de bij het voorstel behoorende teekening in rood is aangegeven, voor den prijs van /6 per M2. De heer HAMELINK zou hieromtrent nog wel enkele meerdere inlichtingen wenschen. Men staat hier weer voor een nieuwe zaak, n.l. het verkoopen van grond, die vrij komt door het afbreken der affuitloods. Het wil hem voorkomen dat, om over dit voorstel een goed oordeel te vellen, het noodig zou zijn, dat de gemeenteraad kon beschikken over een exploitatierekening van dit terrein. Er zullen daar toch ook bestratingen en rioleeringea moeten gemaakt worden. Hij wil voor de gemeente uit den verkoop van dezen grand niet bepaald een slaatje slaan, maar acht het toch behoorlijk dat de te maken onkosten zullen gedekt worden. Aangezien voor de gronden in de omgeving tot hiertoe 8 per M2. werd betaald, en nu 5 per M2. wordt voorgesteld, zou hij toch wel een kostenbere- kening gewild hebben, opdat blijkt, waarop de prijs die burgemeester en wethouder* voorstellen thans is gebaseerd. Te meer is dit het geval, waar de gemeente- bouwmeester, in het advies dat deze blgkena de stukken aan burgemeester en wethouders heeft uitgebracht, een anderen prijs noemt. Het komt hem voor, dat burgemeester en wethouders, waar zij het advies in hun voor stel niet opvolgen, die afwijking hadden be- hooren te motiveeren. Bij de eerste grond die verkocht wordt, wordt zoo ongeveer de prijs voor de toekomst vastgelegd en hij zou eerst een kostprijs wenschen te weten om trent deze exploitatie, daar naar zijn meening deze grond toch vrijwel geljjk gelegen is met de andere in de omgeving, waar een prijs van f 8 geldend is. De heer SCHEELE dacht, dat burgemees ter en wethouders met dit voorstel gekomen waren, omdat ze stellig van meening zijn, dat dit achter de loods gelegen hoekje minder waarde heeft, om dat te verkoopen voor den bouw van een huis. De heer Visser, die het noodig heeft als bergplaats, zal gaame het goedkoopste terrein genomen hebben. Mis schien heeft de heer Hamelink over het alge- meen met betrekking tot de waarde van den grond gelijk, maar voor dit hoekje meent spreker, dat het met /5 werkelijk voldoende betaald is. De heer BEDET is het gedeeltelijk eens met den heer Hamelink, n.l. waar deze de wen- schelijkheid uitspreekt, dat een kostenbere- kening behoorde te zijn overgelegd, om aan te geven hoe men tot dit bedrag is gekomen. Zijn burgemeester en wethouders voornemen* ook de resteerende grond te verkoopen voor een prijs die slechts ongeveer twee derde be draagt van den prijs die voor den aangrenzen- den grond is vastgesteld? Of, willen ze dien voor een hoogeren prijs verkoopen? Dan maakt het natuurlijk verschil. Hij vermoedt echter, dat burgemeester en wethouders toch wel een kostenberekening zullen hebben ge- mSiSikti Met betrekking tot het verder betoog van den heer Hamelink, meent spreker, dat deze uit het oog verloor, dat dit stukje grond door de ligging beslist minder waarde heeft en daarom niet den prijs kan opbrengen van de resteerende grond. Hij meent, dat er boven- dien ook aanleiding is om voor dit hoekje een lageren prijs vast te stellen in verband met de economische waarde die het betrokken bedrijf voor Ter Neuzen heeft. Het spreekt van zelf, dat de heer Visser zijn tweede garage gaame gevestigd houdt in de nabijheid van zijn eigen garage. Dit komt ten goede aan zijn bedrijf, waarin jaar in jaar uit 7 menschen werkzaam zijn en waar als werk- loon gemiddeld zeven tot acht duizend gulden loon per jaar wordt verdiend. Hij meent, dat er indien dat zoo voorkomt voor den raad ook wel aanleiding is, om het bedrijfsleven in onze plaats te steunen. Overigens heeft het ook hem gefrappeerd, dat de gemeente- bouwmeester een anderen prijs noemt dan burgemeester en wethouders. Deze noemt 6

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 6