ALGEMEEN NIEUWS- F.N APVERTENTIE6LAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Eerste Blad.
SI a vernij.
De dolende Juweelen
No. 8493.
VRIJDAG 21 FEBRUARI 1930.
70© Jaargang
FEPILIETOS.
I BljWyENLAKD.
ii.
47)
Ras Ta fari, den koning
mige punten een verlicht vorst, hij is ook
nog geen 40 jaar oud, men kan ook ver-
staan, dat hij niet bijster gesteld is op
vreemde inmengijig. Maar sedert 28
Sept. 1923 is Abessinie aangesloten bij
den Volkenbond, en dus is van dien kant
de eerste en Vrijwillige stap gedaan. Het
zal dan zeker noodig zijn, dat ook hier
(als indertijd in Egypte) kome een vast-
gestelde „civiele lijst". Daarmee zou tege
lijk dan bezoldiging door slaven aan de
kaak zijn gesteld en verminderd worden.
Wil ooit dit land verlost worden van
slavernij, dan zullen de voornaamste per
sonen aldaar op den goeden weg moeten
voorgaan.
TER NEUZEN, 21 FEBRUARI 1930L
EX3CCJ IIIIMII ■■■■III 111 I I M'SB
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post f 1,80 per 3 maanden B*j voor uitbetaling fr. per post i 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2 25, overige lan den f 2,60 per 3 maanden fr. per post
A bonnementen voor het buitenland alleen bij vconiitbet^ling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrrjghaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Bovenaan op de vrij lange lijst der lan-
den, waar nog slavernij gevonden wordt,
staat Abessinie. Dit is wel een heel merk-
waardig, maar tegelijk een zeer myste-
rieus land, dat een wonderlijke geschiede-
nis heeft, vol afwisseling, een geschie-
denis, waarover wij hier niet te veel mogen
vertellen, maar waarin zelfs naar men
zegt de Koningin van Scheba en
Koning Salomo een rol zouden hebben
gespeeld. Het Jodendom heeft daarna
eeuwen lang in Abessinie geheerscht, en
daarop is een tijd gevolgd, waarin de
personen, die over dit land regeerden. al-
thans Christenen wilden heeten. Maar
ook die tijd is wel weer lang voorbij! De
menschen, die nu over Abessinie regee-
ren, zijn ten eerste een keizerin (thans
op den achtergrond), dan een koning en
een lange rij ministers en gouverneurs.
Maar omtrent de bevolking van dit land
weet men zoo goed als niets. Of daar
acht millioen of tien millioen of vijftien
millioen menschen wonen geen, die het
ook maar bij benadering kan zeggen.
Maar slaven zijn er in elk geval, naar een
nog maar heel matige schatting, meer dan
twee millioen. Echte Abessiniers wonen
er slechts ongeveer vier millioen in dit
land.
Terwijl men nu elders zich alom kan
voorbereiden op allerlei praatjes en ver-
ontschuldigingen, ja zelfs op vrij brutale
ontkenning van het bestaan van slavernij,
wordt deze in Abessinie in 't geheel niet
ontkend. Er wordt rondweg toegegeven
en erkend, dat slavernij in heel dit land
bestaat, ja, men beweert zelfs dat de ge-
heele economische structuur van dit land
op het bezit van slaven berust. En nu is
vooral een ding heel jammer, als men de
slavernij in dit land zou willen bestrijden.
namelijk dit, dat het belangrijkste docu
ment in deze zaak aan het publiek ont-
houden is.
De Volkenbond heeft in 1922 besloten
een volledig onderzoek naar deze zaak te
doen instellen. Resultaat daarvan was de
vorming van een commissie van experts,
waarin eminente personen zitting namen.
Aan Lord Lugard werd opgedragen als
rapporteur dienst te doen. Het rapport is
ook uitgebracht, maar om wat reden
dan ook: het is nooit volledig gepubli-
ceerd. Dat het Engelsche oorlogschip
Cornflower in 1922 een bootje aantrof,
dat 26 Abessinische slaven aan boord
had, is intusschen toch maar waar ge-
bleken. Koning Ras Tafari heeft eerst
een decreet uitgevaardigd, waarbij zware
straffen werden gesteld op den handel
In slaven en later ging hij nog verder, en
bepaalde hij, dat in 't vervolg alle kinde-
ren als vrij geborenen zouden gelden, ter
wijl aai. alle slaven zeven jaar na den
door
K. R. G. BROWNE
(Vervolg.)
A1 zijn moeite en inspanning gaf hem
niets. Het moderne motor-vehikel is be-
kend om zijn langen levensduur en de
bewuste Ford was een Methusalem. Zijn
motor had dien staat van verval bereikt.
waarbij1 een maximum leven samengaat
met eep minimum resultaat en zoo hei-
densch was het spektakel onder de kap,
dat het m te bezien geweest zou zijn, of
de chauffeur een bom, die op een meter
afstand ontploft was, gehoord zou heb
ben, zelfs als zijn ooren in betere conditie
Seweest waren. Als er iets van de wan-
opige pogingen, die George in het werk
stelde om zicn verstaanbaar te maken, tot
hem doordrong, wat zeer onwaarschijnjijk
was, moest hij ze beschouwd hebben als
een variatie op het piepen, steunen, knar-
sen, kraken en rammelen, waarmee het
vehikel zelf den motor begeleidde. Hoe
het ook zij, hij schonk niet de minste aan-
dacht aan wat er achter hem gebeurde,
maar ging in alle gemoedsrust voort met
het neurien van een en hetzelfde wijsje.
En na verloop van eenige minuten, toen
George zich schor geschreeuwd had en
zijn knokkels ten bloede had geslagen,
succombeerde de spillebeen-tafel met het
gevolgd. dat George andermaal op zijn
lijdensgezel terecht kwam.
Uit de betrekkelijke stilte, die hierop
volgde, deed zich, na verloop van een
kwart minuut, een stem hooren, die zei:
„Gom! Wat bin ik blij, dat je dien mid-
dag op me hoed getrapt heb, jong... Van
dood van hun meester voile vrijheid zou
worden geschonken. Of zoo'n bepaling
nu niet reeds van te voren met volkomen
onvruchtbaarheid was geslagen Zeven
jaar na den dood van den meester dan
had men dus nog den tijd! Ook bleken nu
alle geruchten, die over het bestaan van
slavernij in Abessinie in omloop waren,
toch maar al te waar De Abessinische
overheid had deze slavernij zelf beguns-
tigd en in stand gehouden. En tegelijk
vond Lord Lugard uit wat hij dan ook
niet verzweeg dat duizenden slaven
uit Abessinie in Noordelijker streken
werden verkocht op markten, die daar-
voor ten alien tijde gereed en open ston-
den. En wat misschien nog wel het ergste
is, is dit, dat sfaven-houaen in dit land
wordt beschouwd als een integreerend
deel van den godsdienst. Lugard heeft
vastgesteld. dat de oppositie tegen de af-
schaffing der slavernij in hoofdzaak komt
van de zijde van de priesterschap, die
zichzelf houdt voor de bewaardster van
de Mozai'sche wet, en die de slavernij
beschouwt als een inzetting van Jehovah.
Terwijl nu dit rapport werd ingewacht,
ontving Sir Eric Drummond nog allerlei
treffende berichten, waaruit o.m. bleek.
dat in Abessinie niet zelden belasting
werd betaald in den vorm van slaven.
Dan heet het, dat op deze wijze revolu-
tionnaire woelingen worden gesmoord of
belastingweigering werd gestraft Ten
deze stemmen de rapporten van allerlei
naties volkomen overeen.
In een van de Witboeken, die de Brit-
sche regeering deed verschijnen, vinden
wij het woordje ,,hel" gebruikt ter ken-
schetsing van de toestanden in het Abes-
sinisch achterland, en de verhalen, die
Dr. Dyce Sharp en Majoor Darley heb
ben gedaan, over hunne bevindingen,
waren zoo aangrijpend. dat menigeen hen
niet kon gelooven. Deze mannen hebben
bij voorbeeld verteld, dat er in de hoofd-
stad Addis Ahaba meer slaven rondloo-
pen dan vrije menschen, en de toestanden
zijn daar sinds den dood van Menelik II
in 1913 nog bestendig verergerd. Thans
is er alom werkeloosheid, liggen tal van
gronden onbearbeid, en kan men soms
dagen aaneen reizen, zonder eenig
mensch te ontmoeten. De verwoestingen.
die de slavernij in Abessinie aanricht zijn
erger dan de gevoloen van een sprink-
hanenplaag. En in voile overeenstem-
ming met de berichten dezer reizigers is
het feit, dat de regent van Abessinie (die
dan nu koning heet) er ook heelemaal
niet afkeerig van is om slaven ten ge-
schenke in ontvangst te nemen. Hij moet
er wel eens 140 tegelijk cadeau gekregen
hebben, waarvan het meerendeel kinderen
waren van tusschen de 6 en 14 jaar.
Bovendien moeten er in de jaren 1913 tot
1927 minstens 139 slavenjachten daar zijn
gehouden. Laat men nu alleen eens be-
denken hoeveel ellende, wreedheid en fol-
tering door zoo'n aantal slavenjachten
worden vertegenwoordigd!
Heel goedig, en misschien ook best be-
doeld, is zeker het plan, dat een Engelsch-
alle dolle, malle dinge, die we sinds eer-
isteren beleefd hebben, is dat wel het
olste en het malste
De auto hotste en hotste voort.
In ieders leven zijn er van die oogen
blikken, waarop alles goed en mooi lijkt,
waarop de lucht strak blauw is, zonder
een enkel wolkje, waarop de aanvechting
om luid en uitbundig te zingen, bijna niet
te weerstaan is. Nu is het waar, dat die
oogenblikken nooit tot uren uitdijen, en
dat ze uiterst zelden voorkomen, maar als
en zoolang je ze hebt, is het een buiten-
gewoon prettige gewaarwording. Zulk
een serie oogenblikken beleefde de onbe-
rispelijke revolutionair, Mr. Reginald
Featherstone Fanshawe-Smith, toen hij,
na afscheid van veldwachter Turtle en de
beide gevangenen genomen te hebben op
zijn gemak naar het dorpje terug kuierde.
Alles ging naar wensch vol gens hem
althans! Hij had op goed geluk een pijl
afgeschoten en ziedaar, zijn vijanden wa
ren geraakt, recht door hart. Het
zaadje, dat hij in het braak liggend brein
van veldwachter Turtle oczaaid had, was
ontkiemd en had vruchten gedragen in
recordtijd. Daar het hem r.iet gelukt was,
om een excuus te improviseeren, waar-
door hij bij het intercssante onderhoud op
het voorplein van het ..Wapcn van Croy-
de" tegenwoordig had kunnen zijn. had
hij gezeten op een steen aan den kant van
man met een gedeeltelijk Duitschen naam.
de heer James E. Baum, heeft bedacht om
in Abessinie de slaveriij weg te kriigen.
Hij heeft daarvoor zelfs wat al dade-
lijk wantrouwen wekt! de instemming
gekregen van den huidigen koning. Het
komt (kort gezegd) hierop neer, dat bui-
tenlandsch kapitaal zal worden gestoken
in allerlei, niet weinig belovende, Abes
sinische ondernemingen, terwijl dan de
helft van de loonen zou kunnen worden
uitbetaald aan de slaveneigenaars en de
andere helft later dienst zou kunnen doen
om de slaven vrij te koopen! Maar een
groote massa slaven op plantages dat
zou aanstonds beteekenen: gevangen-
schap, straffen en doodschieterij! Neen,
niet langs den weg van verlenging van
eenige slavernij zal de economische red
ding van Abessinie worden verkregen,
radicale in-vrijheid-stellin" zal de eerste
stap moeten zijn!
Heel groot is dan ock het aantal vrij-
gelatenen hier nog niet. Uit de gegevens,
die den Volkenbond ten dienste staan,
kan worden opaemaakt dat
ih 1924 werd vrijgelaten een aantal
slaven, groot 131
in 1925 werd vrijgelaten een aantal
slaven, groot 331
in 1926 (tot Augustus) een aantal
slaven, groot 162
den weg zijn tijd gebeid. Een blik op de
gezichten van Mr. Todd cn George, toen
ze onder hoede van de Wet de straat
kwamen opmarcheeren, was genoeg ge
weest om hem te vertellen, dat ze in de
val geloopen waren, die hij voor hen op-
qesteld had. Het was misschien niet zeer
kiesch geweest om George onder die om-
standigheden te plagen, maar de verlei-
ding was te sterk gebleken. En nu het
tweetal tijdelijk van de baan was, bleef
terwijl in de buitenprovincies dat
getal bedroeg:
164!
ovencpns
TVVEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
Voortgezet worden de beschouwingen over
de Indisehe begrooting.
De heer De Visser (comm.) uit een fel pro
test tegen de behandeling van deze begrooting j
in dit onbevoegde parlement. Spr. noemt het
oi-treden der (comm.) partij-v,ljnkoop in de
verkiezingen een onbeschaamde misleiding,
aangezien deze partij niet op het standpunt
der Kommu listische Internationale staat en
624
485
Totaal: 1109:
m.a.w. ruim 1000 op een getal van min
stens 2.000.000 menschen!
Maar dan staan daar deze cijfers
tegenover: Het .volgend aantal slaven-
handelaars werd veroordeeld tot minstens
15 jaar gevanqenisstr~>l
In 1924 (seclert 4 April) 36
In 1925 76
In 1926 (tot 19 April) 52
Zou er dus niet een grootsche taak
liggen voor heel de beschaafde wereld om
hierbij in te grijpen? Er zullen toch
dat wordt van alle zijden toegestemd
op den duur internationale verwikkelin-
gen stellig het gevolg van zijn. Men kan
alle sympathie gevoelen voor
ninq. Hij is op som-
hem slechts te doen over, om Carmencita
op te zoeken en haar op de een of andere
manier 1 o.ertoe te brenaen hem te
vertellen, wat ze in Quantock Royal kwa
men doen en (2o.) over te halen om, als
een redelijk, verstandig kind, hem de om-
wentelingskas te overhandigen. In de voile
overtuigina, dat de overwinning hem
was, wandelde Fanshawe-Smith het voor
plein van het ..Waperrvan Croyde" op.
Twee minuten later begon het tot hem
door te dringen, dat zijn overtuiging voor-
barig geweest was. Informaties bij Mr.
Bolitho hadden niet het gevolg, dat hij
er van verwacht had. Carmencita was
niet thuis; dadelijk na het ontbijt was ze
uitgegaan, waarschijnlijk een wandeling
gaan maken en tot dusver was ze nog
niet teruggekeerd. Dus bleef hem niets
anders over dan' den waard vriendelijk
te bedanken, het ,,Wapen van Croyde"
uit te wandelen en in de buurt te blijven,
tot het haar behaagde terug te komen.
Onder het denken van den vromen
wensch, dat ze dat mocht doen voor het
haar beiden cavaliers gelukt was, zich
voor de Wet van alle blaam te zuiveren.
kuierde hij de dorpstraat in, met het doel
te probeeren op een doosie cigaretten
en de gebroeders Byng de hand te leg-
gen. Niets doen zonder rooken ging nu
eenmaal niet en de gebroeders Byng ver-
dienden een lesje over het onverstandige
om werk met pleizier of in dit geval, poli
tick met stroopen te combineeren.
Dit lesje werd echter niet gelezen.
doordat hij in den tuin van zijn ..kost-
huis" op zijn hospita stiet. De militante
veldwachtersvrouw stond van af te mid
den van het pad met haar handen in haar
zij, het bed slakropjes te bekijken. Bij het
hooren van voetstappen keerde ze zich
om en keek hem aan met een blik, die een
Viking den schrik in het hart zou hebben
doen slaan.
dit wel coorgaf te doen. Deze partij verhinder-
ds cat a t:ia .s e:n stem uit het Indonesische
vo k in het parlement gehoord kon worden.
Spr. komt op tegen de voorstelling, alsof Mos-
kou i.i Indonesie zou stoken. Het verzet wordt
gewekt door het koloniale regime van de over-
hee.s hers.
Sp.-., die h rhaaldel.k tot de orde wordt ge-
roepen, noemt vele voorbeelden, die z.i. aan-
I tco„en, dat het Indonesische volk geterrori-
1 sesrd wordt. Terwijl dit volk krepeert, be-
draagt de gemiddelde winst der laatste de-
cennia 33 pet.. Het onderwijs wordt verwaar-
lcosd; slechts 9 pet. der sehoolrijpe jeugd ont-
vangt onderw,_s, Met de gezondheidszorg is
het geen haar beter. Op een bevolking van
51% mi li:en z.jn slechts 527 artsen. In Neder-
land b.diaagt hun aantal 4980. Men vindt nu
nog dat de regeering te royaal is, doch royaal
i3 zj a.ieen voor natte en droge ruzie.
l.et volk is volslagen rechteloos, heeft geen
arocidsb ste.nmi-ig, geen zieken- en geen
ou.'^rd jir.szcrg. De poenale saactie heeft
rampzaligi gevclgen; de mishandeling in de
bel.ijven is afschuwelijk. Spr. komt verder op
tegen het optreden der regeering tegen de
n ti male vere nigingen en mr. Soemantri, en
testrijdt dea heer Albarda, dien hij geen haar
beter noemt dan de regeering, die door spion-
nen valsche geruchten laat verspreiden.
DE BEGROOTING VAN HET STAATS-
BEDRIJF DER P. T. T.
Verschenen is het voorloopig verslag van de
afdeelinge.1 der Emste Kamer over het ont-
werp tot vaststel.ing van de begrooting van
het taatsbedr f de. P. T. T. voor 1930.
Daaraai is het volgende ontlceidEenige
1 den waren van oordeel, dat een tarief van
6 ce .t voor gewoon briefport nog te hoog is.
Naar hun meening meet worden gestreefd
raar herstel van het vroeger briefport van
5 cent.
S mmige leden zoucjen in plaats van ver-
laring van tarieven voor briefport liever uit-
breidiag van het aantal postbestellingen heb
ben gezien.
In verband met de invoering van het ge-
sprekkea-tarief, werd door eenige leden ge-
vraagd
Zullen bij automatiseering de streeknetten
behouden blijven?
Ea is de minister bereid:
le. de gegevens over de eerste twee kwar-
talen van 1930 zoo snel mogel'jk te publicee-
ren, zoowel valledige opgaven omtrent het
aantal gesprekken a's de opbrengst van locale
en de versrhi lende saorten interlocale ge
sprekken in de verschillrnde netten?
2e. op te geven hoeveel besparing in de
verschillende groepennetten, zij het voigens
schatting, wordt verkregen, doordat ten ge-
volgi van d3 inviering van het gesprekken-
tarief het aantal locale gesprekken is vermin
derd?
3e, het advies door den Postraad ten aan-
z'ei van de hrrziming der telefoontarieven
uitgsbracht, te publiceeren?
4e. mede te deelen of de gegevens omtrent
de aantallrn locale gesprekken over 1928 en
,,|(!aik is naor me slaaiknoppe zei ze
verbitterd. „Kaik toch is an
Fanshawe-Smith keek naar de sla
kropjes.
„Ze zien er wat verlept uit, wat zei
hij beleefd. ,,Wat is het geweest... een
kudde schapen Onder zijn nonchalant
spreken door, lette hij scherp op zijn
amazone-hospita, want al was hem ae
conditie van de ,,slaai" eerst ontgaan, nu
hij het slagveld zag, begreep hij onmid-
dellijk. hoe ze in zoo'n deplorabelen toe-
stand kwamen. Maar haar gezicht stelde
hem volkomen gerust.
,,Ik weit neit, maor 'k zal der wel ach
ter komme en as ik derachter ben, za'k
ze wat oars leeren. Ik docht eerst, da de
hond van Tom Rumbelow 't 'edaen had,
maor dat ken een hond alleenig niet
doean. En ik, die zoo fors op me slaai
was kaik nou eris neit genog om
een kip mee tevreje te stelle en dat noa
al t wark, dat ik eraon daen heb en ter-
wail me beene zoa zeer doean, dattik der
omttent neit op staen kan, laot daor..."
Zouden het geen slakken geweest
kunhen zijn opperde Fanshawe-Smith
met een deelnemend gezicht. ,,Ik meen
onlangs ergens gelezen te hebben, dat
slacken in de lente wel-is van de kook
gaan ?n dan de gekste dingen doen. Mis
schien
,,Slakke 1 As dat slakke daen hebbe.
dan benne 't slakke met broeke an
'eweest. 't Zou main niks verwondere",
ging Mrs. Turtle gewichtig voort, ,,as die
stroopers der meer van wiste..."
„S t r o o p e r s
,,Joa, die stroopers. waor Turtle achter-
an zit, hun van Joe Balitho, die blai mag
zain, assie zijn duite kraigt, want ik zeg
maor, dat alles geen goud is datter blinkt.
Hai had zoo'n gruwelike hoast, da'k neit
goead begriepe heb. watter was, maor ze
schaine v'nnacht achter Sir John ze fa-
o er 1929 daor de directeuren der telefoon-
kantoran op gelijke wijze zijn verzameld als
in de voorafga..nda jaren en zoo ja, kunnen
deze gstallen, welke thans niet bekend run,
dan eveneens over vor ge jaren, worden be-
re.rend en gepufcliceerd?
Gevraaju werd in h.everre op de mecham-
seeri g van de tel foon op het platteland in
de naasie toekomst mag worden ge -ekend.
GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN*.
In de Donderdagnamiddag gehouden ver-
gadering memoreerde de voorzitter een paar
feiten betreffende den bloei waarin de ge-
meente zich gedurende 1929 heeft mogen:
verheugen. Zonder kunstmatigen aanwas
vermeerderde de bevolking van 10030 tot
10236 personen. Ook het belastbaar inkomem
der inwoners steeg voor het geheel der be
volking, al ging dit voor de landbouwers ach-
teruit. Ook de zeevaart ging niet onbelang-
rijk vooruit, al is het ook dat dit bedrijf nog
gedrukt wordt door omstandigheden die door
den oorlog in het leven zijn geroepen en die
een geschilpunt vormen met onze Zuidelijke
naburen. Het overladen van goederen ver-
meerdere met 200.000 ton in vergelijking met
het jaar te voren, toen dit cijfer door abnor-
male omstandigheden reeds gunstig be-
invloed was. Er werd nu 1.278.790 ton ver-
laden, waarmede onze haven staat boven
Dordrecht, Zaandam en andere havens in
Nederland. Ook in de steunuitkeering kwam
die vooruitgang tot uitdrukking, deze ver-
minderde van f 6800 in 1928 tot 2900 in I929L
Belangrijke besluiten waren die tot het
verstrekken van een geldelijke bijdrage ten
dienste der uitbreiding van de havens en het
besluit om voor de levering van electrische
energie aan te sluiten bij de P.Z.E.M.
Met betrekking tot de voorgekomen staking
te Sluiskil stipte hij aan, dat het met uitzcm-
dering van 6en oogenblik onder de bevolking
rustig gebleven is, en dat bij dit conflict wel
gebleken is, dat de leider3 niet altijd het
juiste oogenblik van handelen weten te kiezen,
en dat, indien men zich naar wijsheid had be-
raden de uitslag voor de betrokkenen allicht
anders zou geweest zijn.
In het aangevangen jaar wachten weer
belangrijke werkzaamheden. De vernieuwing
der straten zal worden voortgezet. In oit-
voering komt de wet op de financieele rege-
ling tusschen rijk en gemeenten, terwijl in
verband met de uitbreiding der bevolking in
het Zuiden een noodzakelijke grenswijziging
niet zal kunnen uitblijven.
De voorzitter deelde mede, dat aan den
gemeente-ontvanger, de heer D. Tholens op
diens verzoek twee maanden ziekenveriof is
verleend. In overleg met hem hebben Burg,
en Weth. den heer J. C. Olijslager met d&
waameming taelast. Hij voegt hieraan toe,
dat de kas behoorlijk in orde is. Daar de
heeren Scheele en Colsen hieromtrent nog
nadere vragen wilden stellen, gaf de voor
zitter te kennen daarvoor aan het eind der
vergadering in besloten vergadering de gele-
genheid te zullen geven.
Een voorstel tot afwijzing van een verzoek
van D. Durinck, betreffende koop van grand
aan de Scheldekade en een voorstel tot ver-
koop van grond aan L. de Bruijne werd ter
beslissing aangehouden.
Met 7 tegen 4 stemmen werd besloten tot
verkoop van 407 M2. grond, gelegen achter
de af te breken affuitloods, aan P. J. Visser,
die daarop ten behoeve van zijn autaboorjjf
een magazijn of garage bouwen wil, voor /5
sante 'ezete te hebben. Neit dat ik der-
van opkaik na de menier, waor ze hier op
te keer 'etrokke hebbe, gister, toe ze om
me woaterkruuk kwoame...'
„WatZijn ze hier om uw
„Joa... me warmwaoterkruik. Et wasse
der drie, een dikke ouwe. een klaine
jonge en een vrouwmensch en ze hielde
maor an da'k ze me waoterkruik most
geve of em verkoope, wa'k neit doean
wou om rede de juffrouw 'em main in
aige persoon, mit der aigeste hangde
egewe heb. Ze wiste neit, wat ze doean
moste, toe ik zai nee, en nee en nee en
as je 't main vraogt hewe ze me slaoi zoo
toe'etaokeld om main te traiteren. As je
't main vraogt binne ze 'ier gisteraovod
neit om 'n goeie rede 'ekomme, warm
waoterkruik of geen warmwaoterkruik...
As je main vraogt..."
„Maar u wilt me toch niet vertellen...T
viel Fanshawe-Smith haar in opperste
verbazing in de rede, ,,dat die drie, die
bij Bolitho logeeren, gisteravond hier zijn
geweest en geprobeerd hebben u uw
warmwaterkruik afhandig te maken
„Krek, zoo is 't netMaor ik hew 't
neit 'edaen om rede da'k je bed dermee
most warme en om rede de juffrouw "em
uit der aigeste hangde
„Maar waarvoor moesten ze dat ding
hebben
„Jao..., dat wouen ze main neit zegge.
te minste neit rechtuitEn nou gao'k
der van deur, meneer, wan'k moet de jof-
frouw der veurkaomer schoonmaoke on-
dertusse dat ze weg isAs-u temet
nog wat hewe mot
Haar „kommesaal" stond te kijken, of
hij in trance geraakt was. Maar bij haar
laatste vraag kwam hij met een schok tot
de werkelijkheid terug.
,,Wat O, nee. dank u wel... Ik heb
niets meer noodig."
(Wordt vervolgd.)