ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREN.
SUIKERBIETENZAAD
„HILLESHOGZAAD
N.V. HOLLANDSCH ZWEEDSCHE ZAAOMIJ
Tweede Blad.
Slavernij?
De dolende Juweelen
VAN DEN BOSCH Co.
No. 8490.
VRIJDAG 14 FEBRUARI 1930.
70s Jaargang
FEIJII.1ET0N.
53
De Stam met DE HOOGSTE SUIKER-
OPBRENGST PER HECTARE en met HET
KLEINSTE AANTAL SCHIETERS
BINNENLAffS.
ABONNF.MENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post, f 3 80 per 3 maar.den Bij voor udtbetaling fr. per post f 6,60 per jaar
Voor BeLgie en Amerika 2,25, overige lan den f 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonnsmenten voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Fitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20-
Grootere letters en cliches wor den naar plaatsruimte berekend. -
Handelsadvertentien bij regelabonnement te gen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrjjgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND-
Die is er toch niet meer, niet waar?
Wat er ook nog moge zijn overgebleven
aan resten uit een oud verleden, en hoe-
veel misbruiken, verkeerde gewoonten en
perversiteiten er vooral in onze decaden-
ten tijd nog mogen zijn blijven voort-
bestaan, of ook weer mochten boven-
komen, nadat men misschien reeds ge-
dacht had, dat die voor-goed waren ver-
dwenen en overwonnen, de slavernij is
immers afgeschaft, en die bestaat dus niet
meer Zoo denkt men vrij algemeen, ook
in Nederland, en het is misschien ook op
rond van die meening, dat men er toe
warn om het woordje slavernij" te gaan
gebruiken voor de beschrijving of ken-
schetsing van heel andere toestanden, en
bij voorbeeld te gaan spreken van „loon-
slaven". Dankbaar mag intusschen wor-
den getuigd, dat wijdvertakte sociale
actie zooveel verbeteringen heeft aanae-
bracht, dat ook op dit terrein moeielijk
meer van „loonslavernij" kan worden ge-
sproken.
Is er dan nog slavernij In den ouden
echten zin? Zou het werk van al die
roote mannen en vrouwen, die ten
oede toe hebben gestreden om de sla
vernij in de wereld voorgoed afgeschaft te
krijgen, niet afdoende zijn geweest, en
moet het werkelijk nog worden toege-
stemd, dat er hier of daar nog slavernij
bestaat, zij het dan misschien onder een
of anderen camoufleerenden naam Wie
meende, dat er geen slavernij op onze
planeet meer voorkomt, of wie misschien
mocht denken, dat er in elk geval slechts
heel weinig slaven meer worden gevon-
den, zal door dit artikel en door hetgeen
wij nog daarop denken te laten volgen,
wel sterk worden teleurgesteld, ja, zelfs
naar wij hopen min of meer wor
den opgeschrikt.
Wat wij hier over deze zaak gaan ver-
tellen, is in hoofdzaak ontleend aan een
heel nieuw en goed-gedocumenteerd
boek van een Englsche schrijfster uit de
hoogste Britsche kringen: Kathleen
Simon, en getiteld (in net Engelsch):
..Slaverij", uitgekomen met een woord
vooraf van haar echtgenoot: Sir John
Simon, terwijl dat kersversche boek ver-
sierd is met een mooi portret van de in
twee beteekenissen knappe schrijfster.
Het juiste aantal slaven, dat er heden
ten dage in de wereld wordt gevonden, is
natuurlijk niet nauwkeurig op te geven,
doch het bedraagt minstens vier millioen,
terwijl hun aantal zeer waarschijnlijk
nog veel en veel grooter is. Hun geschrei
klinke over de eenzame woestijnen en
dwars over de golven der breede oceanen
tot ons door. Het is een roep naar wat
ook zij nog als verreweg het hoogste en
beste bescnouwen: de vriiheid
Korten tijd geleden is net gebeurd, dat
er een groote troep slaven uit het hartje
van Afrika, dwars door de Sahara, werd
gevoerd naar Tripoli, om daar te worden
door
K. R. G. BROWNE.
44) (Vervolg.)
,,Waar bint uwe v'nnacht eweest, he?'
Mr. Todd gooide het hoofd in den nek
als men bij iemand met een dikke
•pekrol boven zijn boord tenminste van
iets dergelijks kan spreken.
,,Wat gaat jou dat an, als ik vragen
mag? Gommenikkie, wat een lef, om...".
,,Geen praatjes asjeblief", wees Neme
sis hem koeltjes terecht. (Perbeere em
omver te prate, he!) ,,Ik doe me plicht,
zooas 't mot en dus worre jullie beleef
verzocht jullie fetsoenlijk te gedrage. As
u dus nou maar zegge wil, wattu v'nnacht
uitgevoerd hebEn ken u dat niet,
dan v'rzoek ik u beleef mee te gaan naar
Sir Johndie heb nog altijd een zacht
plekje in ze hart voor stroopers".
Mr. Todd keek George aan. Maar
George was voor het oogenblik, wat raad
of steun geven betrof, uitgeschakeld. Het
Is altijd een zonderlinge gewaarwording
om van een misdaad, die je niet gedaan
hebt, beschuldigd te worden, maar het is
dubbel zonderling als je gelaten op je
arrest voor een misdaad, die je wel ge
daan hebt, zit te wachten. En toen
George opeens geconfronteerd werd met
fazanten, terwijl hij watertonnen en sla-
kropjes verwacht had, raakte hij zoo van
de wijs, dat hij de eerste paar minuten
tot niets anders in staat was dan ver-
baasd kijken en allerlei verwonderings-
geluiden maken. Maar toen begon de
VAN ORIGINEEL ZWEEDSCH STAMZAAD GETEELD IN
NEDERLAND
VERLANG VAN UW FABRIEK OF INKOOPVEREENIGINGj
>53
SARPHATISTRAAT 9
AMSTERDAM
ZAADHANDEL
YCOR INLICKT1NGEX:
TELEF. No. 89
[GOES
(Ingez. Med.)
verscheept, d.w.z. te worden verkocht.
Weken-en-weken hadden zij er over ge
daan om die honderden mijlen af te lea-
gen, en het was alleen te danken aan de
waakzaamheid van de Italiaansche politie,
dat de ware bedoeling en het echte ka-
rakter van deze karavaan werden ont-
dekt. Allen werden in de gauwigheid af-
gemaakt, om zoodoende de ware bedoe-
Fingen van dit transport eens en voor al
tijd te verheimelijken. maar een persoon,
een meisje van twaalf jaar, ontkwam aan
dien massa-moord. Zij gaf aan de Ita
liaansche autoriteiten een aandoenlijke
beschrijving van het vredevol en aelukkig
tehuis, waarin haar familie woonde in die
tenten daar-ginds, heel ver weg, en zij
vertelde er bij, hoe daar opeens de
slavenjagers en -vangers waren gekomen
in dat stille eenvoudige dorpje, hoe zij de
mist langzamerhand op te trekken en
doorvloeide hem een intens gevoel van
opluchting. Hij had er geen flauw idee
van, hoe zijn zakdoek in Croyde Park om
twee dozijn fazantenpooten kwam, maar
dat was niets vergeleken bij het feit, dat
die boerenkinkel in uniform niets van
het Groote Avontuur afwist. Hij stroo-
pen, stel je voor! Wat een stommeling
was die ton van een vent met een
helm op!
„Nou!" zei de ton, ,,waar bin-je
v-nnacht 'eweest?"
Bij die vraag succombeerde zijn op
luchting als een ballon, waarin je een
prik geeft, want dit was een vraag, waar-
op hij, om meer dan een reden, geen ant-
woord geven kon. Als hij die belache-
lijke beschuldiging door een alibi pro-
beerde te ontzenuwen, liep hij kans, dat
't feit, dat hij niet voor twee uur's nachts
tusschen de wol gekropen was bekend
werd, en als dat eenmaal aan het licht
gekomen was, volgende zijn identificatie
met Sluipvoet den Inbreker onvermijdelijk
Terwijl hij nog naar een uitweg uit die
impasse zocht, hoorde hij Mr. Todd zeg-
gen:
Wat's dat toch voor praat over fazan
ten, George!? Ik begrijp der geen steek
van".
Mr. Todd begreep niets van des veld-
wachters optreden.
George slaakte een diepen zucht; het
soort van zucht, waarin een sterke man,
die tegen allerlei anti-gestemde machten
te strijden heeft, zijn hart lucht geeft.
,,Deze... ehpersoon hier beschul-
digt ons van stroopen op de terreinen van
Sir John Croyde, uit krachte van mijn
zakdoek, die zich om de pooten van een
aantal fazanten schijnt gewikkeld te heb
ben... Je vergaloppeert je leelijk, man!
kinderen bij de ouders hadden wegge-
sleept, en ook alle vervoerbaar bezit had
den meegenomen, terwijl het er hun spe-
ciaal om te doen was geweest om juist de
kinderen te stelen. Twaalfhonderd mijlen
was de afstand, dien zij hadden af te
leggen, alles, alles alleen maar om winst-
bejag en ten koste van anderer vrede en
geluk
Dit is nu maar een verhaalte; het boek
van Mevrouw Simon staat daar vol van.
Het is een droeve, sombere en haast een-
j tonige herhaling van de aanklachten uit
de „Negerhut van Oom Tom". Maar
hoe is net toch mogelijk, dat werkelijk
deze slavernij nog bestaat En deze
vraag moet het eerst worden gesteld en
beantwoord wat wordt er nu onder
slavernij verstaan Het is vrij kort te
zeggen. Slavernij bedoelt, dat de persoon
ging hij tegen zijn beschuldiger voort.
,,Miss Pringle van Briony Cottage is mijn
mijn tante en als zij
„Zoo, is dat je tante!" viel veldwach-
ter Turtle hem sceptisch in de rede. „Dan
he-je kans, dat die een goed woordje
voor je doet, aangezien ze op de Hall
loseert. Niet dat ze een neef heb, zoover
ik weet... en vast niet een neef as jij.
't Zou me een mooie tante zijn, die der
v'ndoor gaat 't oogenblik, datter neef
komp. Maar dat heb alles niks met deze
J geschiedenis te maken. Ik weet alleenig,
dat jouw zakdoek om de pooten van de
fasante van Sir John gevonde is en d'rom
v'rzoek ik je beleef mee te gaan, aange
zien je mijn geen uitleg van je doen en
late geve wil
,,Wat kan jou mijn doen en laten
schelen", viel George uit. Nu de eerste
i schrik begon te bedaren, voelde hij zich
driftig worden. ,,Als je niet gauw
Veldwachter Turtle gebood door een
gebaar van een van zijn groote dikke
handen stilte. Hij was er nu zoo zeker
van, dat hij de boosdoeners gevonden had
dat er een paardemiddel voor noodig ge
weest zou zijn om hem van die overtuiging
te genezen. En 't moet gezegd worden,
dat hij alle reden voor zijn optimistische
opvatting had. Om te beginnen had hij
den zakdoek, een absoluut overtuigend
bewijs! Dan was de houding van Geor
ge gedurende het onderhoud niet erop be
rekend geweest, om iemand, die toch al
bevooroordeeld was, van zijn onschuld
te overtuigen. Zijn gezicht, zijn manier
van spreken, kortom zijn geheele houding
was eerder die geweest van een beroeps-
inbreker, die op diefstal van kerk-sieraden
betrapt is, dan van een valschelijk be-
schuldigen, hoogstaanden geest.
En Mr. Todd had al evenmin iets ge-
in kwestie niet langer vrij man is of een
vrije vrouw, maar dat hij of zij gerekend
wordt te zijn het eigendom van een ander.
Nu zijn er natuurlijk allerlei ,,systemen"
te noemen: de slavernn, die in sommige
streken van China wordt aangetroffen, is
bij voorbeeld een andere, dan die men
vindt in Abessinie of in het achterland
van Arabie, en toch is er een gemeen-
schappelijke eigenschap: deze personen
houden er alien mee op om de rechten te
bezitten van een menschelijk wezen, en
zij worden alien zonder uitzondering eens
anders bezit. Een man, die slaaf is, kan,
als zijn „heer" dat verkiest, verkocht
worden en gescheiden worden van zijn
vrouw, of ook andersom: de moeder heeft
dan geen recht meer op haar kinderen,
om die te leiden of op te voeden of ook
maar te voeden deze alien, zijnde een be
zit, staan niet meer onder de bewaking
of onder het toezicht van de ouders, maar
zij staan ter voile beschikking van hun
eigenaars. Slavernij wil niet weten van
de intieme banden van moeder- of vader-
schap, en deze slavernij ontwricht en ont-
kent dus alle rechten van gezin of familie.
Zelfs onder de meest primitieve en onbe-
schaafde volken mag een vrij man nog
volkomen beschikken over het algemeen
bezit van lucht en water, hij mag nog
visschen in de wateren, die bij zijn eigen
land behooren, hij mag de bosschen door
krutsen en daaruit halen al wat van zijn
gacflng is. Maar de slaaf is een bezit, een
goed, geen persoon, en al deze (daareven
genoemde) rechten mogen hem worden
ontnomen of bestreden. Zeker, nu zijn
er verdedigers van de slavernij, die ons
trachten wijs te maken, dat de systemen,
die nog bestaan, aartsvaderlijke inzettin-
gen zijn, die aan de slaven even dierbaar
zijn zouden als aan hun eigenaars. En
sommigen, die hun kennis van de wezen-
lijke toestanden niet uit de eerste hand
hebben, zullen misschien nog geneigd zijn
om naar dergelijke sussenae verzekerin-
gen te luisteren. Maar zij zouden beter
doen om te luisteren naar de angstige
roepstemmen der slaven zelfDaar is
toch maar de tragedie van weggeloopen
slgyen, daar zijn al die pogingen, die ge
daan worden wanhopige pogingen
meestalom weg te komen of vrij te
komen. Een van de afschuwelijkste inci-
denten in den strijd in Sierra Leone om
daar de slavernij afgeschaft te krijgen,
was het geval, waarin een slaaf, die ver-
oordeeld was om naar zijn meester terug
te moeten keeren, zich liever ophing dan
dat hij die kans liep
De Volkenbond, die zich, zooals wij in
het vervolg zullen zien, op zeer loffelijke
wijze met deze zaken heeft bezig gehou-
den, heeft de slavernij op deze wijze ge-
formuleerd: Slavernij is die toestand,
waarin een persoon zich bevindt, over
wien worden uitgeoefend enkele of alle
rechten, die bij het recht van den eige-
naar behooren.
En dus kort gezegd slavernij is:
eens anders bezit zijn. vVie nu het heele
veld der slavernij overziet, zal ongetwij-
feld bemerken, hoe slavenjacht en slaven-
handel vrij algemeen worden bestreden en
daan, om de vaan der waarheid uit het
slijk omhoog te heffen, hetgeen ten deele
aan zijn onwetendheid, wat het zak-
doek-incident betrof en voor het overige
gedeelte aan zijn schuldig geweten in zake
de inbrekersplannen van George te wij-
ten was. Veldwachter Turtle had dus
alle reden om te veronderstellen, dat hij
dit moeilijk geval met de noodige takt en
handigheid ontrafeld had. In zijn ver-
beelding voelde hij den lauwerkrans be-
reids om zijn slapen.
„V'ruit, nou niet langer zeuren en mee-
gaan", ried hii zijn gevangenen, „en zoo
min mogelijk kletsen, aangezien al uwes
woorden als bewijze tegen uwe aange-
voerd kenne
„Loop naar de... met je bewijzen...
Op dit oogenblik werd de geest over
Mr. Todd vaardig en sprak hij wijze
woorden.
„Hoor es, jong, we doen veel beter
mee te gaan en te probeeren om die fasan-
tenmeneer te pakke te krijge. Dan is de
zaak met een paar woorden aezond, ter
wijl we met deze... deze... hm! kunnen
praten van eeuwigheid tot amen. En als
je tante der dan ook is... wel, dan zijn
we in minder dan geen tijd terug. Hoe
minder tijd we met kletsen verknoeien,
hoe beter".
George bedwong met mannemoed een
aanvechting om op veldwachter Turtle
los te springen en hem in het stof te doen
bijten en gaf zijn aandacht aan het voor-
stel Todd. Even nadenken deed hem
begrijpen, dat dit de eenige manier was,
want verdere pogingen om de juweelen
terug te krijgen waren uitgesloten, zoo-
lang het zakdoek-mysterie niet opgelost
en de bemoeizieke kinkel voor hem niet
huis-toe gestuurd was. Dus zuchtte hij
geresigneerd en stond langzaam op.
afgekeurd, maar hij zal tegelijkertijd com—
stateeren, dat er een wijd-verbreide ver-
draagzaamheid is ten opzichte van het
bezitten en het in bezit nouden van sla
ven. Natuurlijk zijn zij, die zoo zacht
daarover oordeelen, geen personen, die de
slavernij ook maar eenigszins kennen,
tenzij het lieden zijn zonder geweten en
zonder eenige notie van het hoog en heer-
lijk recht van ieder mensch op vrijheid en
zelfbeschikking. Alle koloniale ambte-
naren en administrateurs, die in nauwere
aanraking zijn gekomen met het kwaad
van de instelling der slavernij, veroordee-
len die zonder. eenige aarzeling. En zij
veroordeelen die dan niet alleen voor de
slaven, doch ook voor de eigenaars.
Voor die laatsten brengt de slavernij een
overmatige uitoefening van despotische
macht, zonder eenig uitwendige remming.
of compensatie, waardoor hun gefieeic-
leven van elken dag wordt gedemorali-
seerd. Zij worden wreed, zij worden cra-
redelijk en onzedelijk zij worden fufe
anderen immers doen haast alles voor
hen. En de arme slaven worden even-
eens gedemoraliseerd: alle initiatief wordt
bij hen gesmoord, zij verliezen alle gevoel
van eigen-waarde. Zij zijn ontslagen
van alle verantwoordelijkheidsgevoel, er
is voor hen geen ander motief om zich in.
te spannen en hun best te doen dan de
vrees voor straf en mishandelmg.
Kortom: zij lijken meer op vee dan op
menschen.
Slavernij is niet meer of niet minder
dan een groote zonde tegen den adel der
mensch-natuur. Wie aanneemt, dat de
mensch geschapen is naar Gods beeld,
en dat alle menschen voor den Schepper
Eelijk zijn, die kan een dergelijk mis-
ruik in geenerlei vorm en onder geen
enkel voorwendsel gedoogen, en die za£
elken vorm van slavernij dan ook haten
en bestrijden. Maar is er dan heusch
slavernij? Daarover in een volger
artikel.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
De Voorzitter deelt mede, dat benoemd zijn.
tot- voorzitters van de afdeelingen de heerert
Nolens, Albarda, Colijn, Marohant, en Scfaak—
king; en tot onder-voorzitters de heerem
Knotenbelt, Lovink, Vliegen, Heemskerk em-
Van Vuuren.
Voortgezet wordt de behandeling van dm
begrooting van Suriname, waarbij Minister
De Graaff voortgaat verschillende opmerkin-
gen inzake de cultures te bespreken. Sprefeer
deelt mede, dat de moeilijkheden in zals*
marktwaarde en qualiteit van de rijst binnen-
kort overwonnen zullen zijn. De proeven met
een mechamisch landbouwbedrijf zijn mislukt.
Over de gevangenistoestanden zal spreker bij
den gouvemeur inlichtingen inwinnen. Onder
gelijkstelling van het onderwijs verstaat spre
ker, dat bijzondere scholen niet mogen acfcr-
terstaan brj de openbare. De begrootinga-
wetgever beslist over de voteering van gelden
voor bijzondere scholen.
Bij de artikelen vraagt de heer Braat (pL'J
meer geld voor landbouwonderwijs, hetgeen
de Minister zal overwegen.
Mevr. De VriesBruins wijst op den slechr-
,,Goed... Vooruit dan... Maar als ik...
,,Toch een boodschap voor Millie acfa-
terlaten, niet?" hielp Mr. Todd hem her-
inneren.
,,Verroest", zei George verbaasd. Dat
zou ik gewoonweg vergeten hebben. Ja.
ik zal Balitho even gaan zeggen, dat we
wandelen gaan, maar dat we over een.
half uur weer terug zijn
,,Be-je daar zoo zeker van", vroeg
veldwachter Turtle hatelijk.
,,Zoo is het genoeg, vriend." zei Geor
ge uit de hoogte. „Omdat dat de vlugste
manier is om van je af te komen, gaan
wij mede, maar onhebbelijkheden duld ik
niet, begrijp dat goed. En nu ga ik eerst
Balitho nog even wat zeggen... of je
't goed vindt of niet..."
En dat deed hij. Met de met argus-
oogen toekijkende wet op geen meter af
stand. vertelde hij Mr. fialitho wat hii
hem te vertellen nad. Mr. Balitho be-
loofde de boodschap te zullen overbren-
gen, maar ondanks zijn beleefdheid was
het duidelijk aan zijn manier van doen te
zien, dat hij niet gewoon was om zijm
gasten wandelingetjes met politie-agenfen
te zien doen. Toen het onderhoud afge-
loopen was, begaven gevangenen en be-
waker zich op weg om in Croyde Park
bevrediging voor hun rechtsgevoel te
gaan zoeken.
Maar toen ze onder de poort door op
den weg kwamen, uitte George een lui-
den kreet van verbazing en begon hij.
wefktuigelijk, opeens veel langzamer te
loopen. Want geen twintig meter verder,
op een grooten steen aan den kant van,
den weg, zat „wie", zooals gewoon-
lijk, zelfs zijn monocle ontbrak niet
Mr. Reginald Featherstone Fanshawe
Smith,
(Wordt vervolgd.)
JILLESHOG
•N.
iilM'i IIHMIffl Hi III I'