Ter Neuzensche Courant Tweede Blad. LANDBOUWBERICHTEff. Woensdag 12 Febr. No. 8489. PRO VINCI ALE STATEN VAN ZEELAND. INGEZONDEN. GEMEENTERAAD VAN AXEL. VAN Provinciaal Wegenplan. Sedert de vaststelling van het Provinciaal wegenplan van 26 October 1927 heeft de Minister van Waterstaat het verlangen te kennen gegeven, dat van dat plan alsnog zal worden afgevoerd de weg VlakePostbrug, deel uitmakende van den weg VlakePost brugIerseke, aangezien deze weg bij het Rflk in beheer en onderhoud is en behoort tot de werken van het Kanaal door Zuid-Beve- land. Tegen deze correctie van het Prov. Wegenplan schijnt volgens Ged. Staten gee- nerlei bedenking te bestaan. Er is zelfs h. i. alle aanleiding, deze verbetering z66ver uit te strekken, dat ook het gedeelte Postbrug- Ierseke, dat eveneens zoo goed als geheel bij het Rijk in beheer en onderhoud is, van het wegenplan worde afgevoerd. Deze weg be hoort vervolgens te worden vervangen door een meer oostelijken weg van uit Ierseke, ten einde de bedoeling, welke van den aanvang hler voorzat, nl. om een modeme verbinding te scheppen tusschen Ierseke en den Rijks- weg op Zuid-Beveland tot meer volkomen uitdrukking te brengen. De nieuwe weg zal ongeveer 4.67 K.M. lang zrjn; de tegenwoor- dige telt 6.3 K.M. Ook ten aanzien van den weg Middelburg West-Souburg Vlissingen wordt eenige ver betering in overweging gegeven. Het eind- punt van dezen weg is thans de buitenhaven te Vlissingen. Het laatste gedeelte van den weg evenwel, loopende langs het spoorweg- emplacement te Vlissingen zal eerlang deel ultmaken van den op het Rijkswegenplan voorkomenden, nieuw aan te leggen Rijksweg NieuwlandVlissingen. Dat wegsgedeelte kan dus zonder bezwaar van het Provinciaal Wegenplan worden afgevoerd, zoodat het elndpunt zal zijn bjj de aansluiting aan den aleuwen Rgksweg. Het beginpunt van den weg is thans niet geheel nauwkeurig in het wegenplan aangeduid, maar ongetwijfeld be hoort het te zijn aan de noordzijde van den •verweg in de Staatsspoorweg bij de Middel- burgsche begraafplaats, om vandaar een ver- pinding voor doorgaand verkeer van den Rjjksweg GoesMiddelburg, welke loopt tot aan de zuidzijde van dien overweg, naar den nieuwen - weg MiddelburgVlissingen ett aldus naar Vlissingen (stad en strand) tot •tand te brengen. Na de wijziging zal de weg •ene lengte hebben van 7.094 K.M. bij eene tegenwoordige lengte van 6.1 K.M. Boven- dien worden nog eenige tekstverbeteringen van ondergeschikt belang voorgesteld. De thans opgenomen wegen hebben eene lengte van 279.70 K.M., die zal worden 278.43 K.M., terwijl de toegelaten lengte 282.50 K.M. be- braagt. Leges voor rijbewijzen. Van de Nederl. Unle van Chauffeurs en •verlg automobielpersoneel en van den Nederl. Bond van Particuliere Chauffeurs is bet verzoek ingekomen om hen, die het •hauffeursberoep in loondienst uitoefenen, bij het vernieuwen van hun rijbewijs, van het betalen van leges vrij te stellen. Ged. Staten meenen, dat daar de leges voor de bedoelde rflbewijzen in Zeeland slechts f 1,50 bedra- gen, het bezwaar van adressanten voor Zee- land niet dermate overwegend is, dat er aan leiding bestaat om ter voldoening aan het verlangen van adressanten de legesverorde- aing te wrjzigen. Ovememing electriciteitsbedrijf St. Jansteen. Na uitvoerige onderhandelingen is thans •ok met de gemeente St. Jansteen door de P.Z.E.M. overeenstemming bereikt ten aan zien van de ovememing van het gemeentelijk electriciteitsbedrjjfde gemeente is bereid gevonden haar bedrijf aan de vennootschap over te dragen voor een bedrag van f 82.906. Met den Minister van Waterstaat zal naar Ged. Staten vertrouwen, overeenstemming bereikt worden nopens rjngelegenhe*^. welke bij deze ovememing een onbela met rtjke rol speelt Ten behoSVTiT.i. c.e >s- industrie werd door het Rijk evenals in andere plaatsen aan de vlassers van St. Jansteen eene toelage toegekend van 5 cent per K.W. U. Aan den Minister is ten aanzien van dit punt thans eene regeling voorgelegd in dien zin, dat, met vervallemverklaring van de be- staande regeling, door het Rijk in de kosten van ovememing wordt bijgedragen tot een bedrag van 10.000, waartegenover de ven nootschap alsdan aan de vlassers een zelfden toeslag gedurende een zelfden termijn be- taalt, als het Rijk aan de vlassers in andere gemeenten. De kosten van ovememing zou- den alzoo voor de Provincie 72.906 bedra- gen. Ged. Staten stellen voor tot dat bedrag nan de P.E.Z.M. een crediet te verleenen. Huurkoopinstallatie's. Door den Raad van Bestuur der P.Z.E.M. is aan Ged. Staten een schfgven gericht, waarin hij mededeelt, dat reeds meermalen is aangedrongen op het verschaffen van elec- trische installaties hetztj geheel gratis, hetzij op gemakkelijke betalingscondities. Voor ver- •trekking van gratis installaties gevoelt het bestuur niet, doch voor het bedrijf is het van belang, personen, die gaarne electriciteit zou- den gebruiken, doch zich laten afschrikken door de kosten der installatie, daar overheen te helpen, mits dit geen al te hooge kosten vordert en geen bevoorrechting wordt van nieuwe gegadigden. Aan die eischen beant- woordt het huurkoopsysteem, dat de raad op eenigszins beperkte schaal zou willen in- voeren. Teneinde nJ. het benoodigde kapitaal niet al te groot te maken, zou de raad huur- koopinstallaties tot en met 5 lichtpunten en 2 stopcontacten beschikbaar willen stellen en voor hen, die zich v66r het verstrijken van een termijn van drie maanden na publicatie door de P.Z.E.M. in de betreffende gemeente, daartoe aanmelden. De bedragen voor huur sullen, al naar gelang van de grootte der in stallatie, tusschen 18 en 50 cent per maand varieeren, terwijl het elgendomsrecht van de P.Z.E.M. zal ophouden, zoodra sedert het aan- brengen der installatie f 200 aan stroom en huur samen betaald is. Ged. Staten vereenigen zich met het plan en meenen, dat de meerdere ontvangsten, die van het systeem het gevolg zullen zijn, voor de P.Z.E.M. van groot belang is. Zij stellen dan ook voor het noodig geoordeelde crediet van 50.000 (voor Zuid- en Noordgroep •amen f 25.000 en voor Middengroep 25.000) toe t$ staan. De Provinciale stoombootdiensten. Naar aanleiding van de motie-Wallien op 3 December in handen van Ged. Staten gesteld om advies en strekkende om te komen tot een 66nhoofdig directorium voor alle Provinciale stoombootdiensten, wenschen Ged. Staten in de eerste plaats op te merken, dat de vraag, of alle Provinciale veerdiensten onder leiding zullen worden gesteld thans niet voor het eerst ter sprake wordt gebracht. En zon der zich te begeven in diepgaande historische beschouwingen, merken zij op, dat op ver schillende trjdstippen ten aanzien van deze vraag een verschillend standpunt is ingeno- men. Dit is verklaarbaar, Niet alleen de veranderde samenstelling van de ter zake oordeelende colleges, doch ook en bovenal de veranderde omstandigheden", hebben een en andermaal tot wijziging van inzicht geleid. Het laat zich toch hooren, dat gronden en maximen, die in 1866 toen met de exploi- tatie voor de Provincie een aanvang werd gemaakt als juist mochten worden be- schouwd, thans nu, niet alleen het aantal diensten en vaarten, doch ook het aantal en de soort der schepen alsmede het personeel aanzienlijk zijn toegenomen, veel van hun kracht hebben verloren. Een nieuwe tijd stelt zijn eigen nieuwe eischen en Ged. Staten zijn van oordeel, dat het door hun college te voe- ren beleid zich aan die eischen zal behooren aan te passen. Eerste voorwaarde hiervoor is evenwel, dat het geheele college volledig op de hoogte is, met hetgeen er omgaat bij de bootdiensten, Ged Staten willen hiermede niet zeggen, dat dit thans niet het geval zou zijn, althans in dier mate, dat belangrijke, naar buiten wer- kende beslissingen zonder hun medeweten en buiten hunne voorkennis genomen zouden zijn; integendeel hebben zij nimmer bezwaar gemaakt de voile verantwoordelijkheid te aanvaarden voor hetgeen door de Commissie van Toezicht was beslist en voorbereid. Waardeeren Ged. Staten evenwel ten voile het vele goede, door de Commissie in het ver- leden verricht, desalniettemin oordeelen zrj een wijziging in den bestaanden toestand wen- schelrjk ,om te geraken tot een toestand die meer dan tot dusverre zich aan den tegen- woordigen tijd aanpast en het aan alle leden van hun college, mogelijk maakt, de verant woordelijkheid voor den taak, hun ambtshalve op de schouders gelegd, te aanvaarden. Ten einde dit te bereiken, komt het Ged. Staten wenschelijk voor, de werkzaamheden der be- staande Commissie van Toezicht, die veeleer het karakter had van eene commissie van beheer en voorbereiding, in dier voege te wij- zigen, dat zij voortaan uitsluitend zal zijn eene commissie van advies. De zaken rakende de Prov. stoombootdiensten zullen als regel in de vergaderingen van Ged. Staten worden be- handeld; daar kan dan telkens worden be- beslist, of al dan niet een advies van de com missie zal worden ingewonnen. Verwachten Ged. Staten van deze nieuwe regeling, dat hun college, meer nog dan tot dusverre, zich een volledig inzicht zal kunnen vormen omtrent den gang van zaken bij de stoombootdiensten; het spreekt vanzelf, dat dit inzicht niet in eens en zelfs niet in enkele maanden langs dezen weg kan worden verkregen. Ged. Staten wenschen, in verband hier mede, hun oordeel omtrent de vraag of een 66nhoofdig directorium al dan niet nuttig en noodig is, voor te behouden, doch stellen zich voor, zoodra zrj zich dienaangaande een oor deel hebben gevormd, de Staten daarmede in kennis te stellen. Inmiddels stellen zij voor deze mededeeling voor kennisgeving aan te nemen. Dienstlokalen te Vlissingen. In December 1927 besloten de Staten de noodige dienstlokalen bij de buitenhaven te Vlissingen ten behoeve van den Prov. stoom- bootdienst te doen stichten en daarvoor een crediet van f 25.000 beschikbaar te stellen. Intusschen hebben naar Ged. Staten me- dedeelen zich omstandigheden voorgedaan welke aanleiding hebben gegeven, in het oor- spronkelijk opgevat plan, waarvoor de kosten op genoemd bedrag waren geschat, eenige wijzigingen en verbeteringen aan te brengen. In den nacht van 22 op 23 Februari 1928 is een inbraak gepleegd in het kantoor van den directeur, waarbij getracht werd de brandkast te openen Waar ook het nieuwe gebouw betrekkelijk eenzaam zal komen te staan, komt het Ged. Staten voor, aanbeveling te verdienen, daarin thans een kluis aan te doen brengen. Verder hebben verrichte grondboringen aanleiding gegeven de funda- menten iets zwaarder te ontwerpen, dan aan- vankelijk is gedacht. Ten slotte bestaat het voornemen, de gevels meer in overeenstem ming te brengen met den aard van dit cen- traal gebouw. Als gevolg van een en ander dejrden de bouwkosten thans begroot op Naar aanleiding van een paar opmerkingen van de Provinciale Zeeuwsche Schoonheids- en Archaeologische Commissie wordt o.a. aangeteekend, dat de ontwerper van het plan meende, dat voor een driedeelig gebouw eene verbreeding met 6 M. noodig zou zijn, welke evenwel uitgesloten is met het oog op de beschikbare ruimte rond het gebouw; dat zoodanig gebouw niet meer, doch veeleer minder karakteristiek zou zijn en dat het bovendien ongeveer 25 meer dan een twee- deelig gebouw zou kosten. Ged Staten stel len voor het beschikbaar gesteld crediet van f 25.000 met f 15.000 te verhoogen en alzoo te brengen op 40.000. DE COoPERATIEVE BEETWORTEL- SUIKERFABRIEK ZEELAND" Nu over de toestand dezer ondememing van verschillende zijden in de pers geschreven is, door de Bond van Cooperatieve Suikerfabrieken, door het Bestuur van de „Zeeland", door een lid der Verkoopcommissie, en door buitenstaanders, nu willen hier in alle bescheidenheid ook eenige der lrjdende voorwerpen: de leden der Zeeland" him meening doen kennen. Toen wij in Augustus 1929 op de Alg. Verga- dering onze Verkoopcommissie hadden inge- steld, keerden wij haast allemaal tevreden huis- waarts. Wij waren blij gemaakt met een mooi bod op onze fabriek, we zouden deze met een flinke winst kunnen verkoopen en van de Coo- peratie-ellende af zijn. Intusschen is ons sinds eenigen tijd bekend geworden het resultaat, dat de Verkoopcommis sie bereikt heeft. Wij kunnen dat niet anders dan zeer teleur- stellend noemen: in plaats van winst een groot verlies op onze fabriek. Diegenen van ons die geen land bezitten moeten een groote som gelds per aandeel bijstorten. Maar den leden-land- gebruikers hangt naast een direct geldelijk offer ook nog de verplichting boven het hoofd 6 jaar lang 15.000 K.G. bieten te leveren op ieder aan deel tegen f 1,40 per 1000 K.G. minder dan de gemiddelde prijs van de Bond van Cooperaties. Denken wij ons de 88, die zij direct moeten storten ook in termijnen over die 6 jaar ver- deeld, dan komt dat op f 2,63 beneden Bonds- prijs. Na eerst millioenen opgeofferd te Jiebben voor afschrijving van hun eigen fabriek, wacht deze groep nu nog de plicht ook de groote schuld van de andere Cooperaties te helpen af- lossen, als zij op hun bod ingaan. Wanneer wij eens rustig nagaan wat er den laatsten tijd in en om de Zeeland" is gebeurd dan kunnen wij niet ontkomen aan het gevoel dat ook derden trachten misbruik te maken van de slechte verhouding tusschen de leden en het Bestuur van de „Zeeland". Dat er in ons land tevajel suikerfabrieken zijn, weten wij, maar wij vragen ons toch af, waar- om onze „zuster"-cooperatdes met de Centrale Suiker Maatschappij moeten samenwerken om juist de „Zeeland" te doen verdwijnen. De Bond van Coop. Suikerfabrieken heeft ons in hare publicaties al te veel koopmansvriendelijk- heid doen genieten om ons niet de oogen te openen voor de vele gevaren die ons dreigen bij verkoop van de „Zeeland". Wijst niet de eisch, dat wij naast onze fabriek ook onze Vereeni- gingsband moeten prijs geven op de bedoeling onze kraohten te versnipperen Wat kunnen wij dan nog als verdeelde menigte inbrengen tegen de trust van de Centrale en de Bond? Dat deze trust geen hersenschim is, hebben wij in de afgeloopen campagne reeds aan den lijve gevoeld met de bietenverkoop naar Frank- rijk. Zonder dat wij zelf rechtstreeks 66n biet konden leveren, verkocht deze een groot deel onzer bieten tegen een veel hoogere dan de ons uitbetaalde prijs naar Frankrijk. Daarom raden wij onze medeleden sterk aan op deze voorwaarden niet te verkoopen, maar met een nieuw Bestuur, dat het vertrouwen der leden bezit, door te werken. Natuurlijk met een billijker regeling voor de uitbetaling der bieten die boven het minimum per aandeel geleverd worden. Onze balansschuld is niet meer overmatig groot, onze fabriek is modem ingericht en gun- stig gelegen, wij moeten dus, als wij willen, evengoed rendabel kunnen werken, als de andere cooperaties. Namens eenige leden der „Zeeland". C. W. VERPLANKE, Breskens. Colijnsplaat, 10 Februari 1930. WAARHEEN? Er zijn in den laatsten tgd aan de Coopera tieve Suikerfabriek Zeeland" nog al beschou wingen gewijd. Een groote grief schijnt te zijn, dat de coope raties met de Centrale Suiker Maatschappij samen werken. De verklaring is deze: Als de leden der Zeeland" de aanbieding der Cooperaties aannemen beteekent dat voor de Cooperaties dat zij op elk overgenomen aandeel ongeveer 150,toeleggen. Zjj krijgen daar voor geleverd 90.000 KG bieten waarvoor zij den middenprijs der Cooperaties betalen. Voor die 90.000 KG bieten wordt dus ongeveer bijna f 1,70 per 1000 KG meer betaald dan de aandeelhouders der Cooperaties gemiddeld ontvangen. De „Zee- land" is de minst betalende van alien. De leden der „Zeeland" zullen dus voor de bieten die zij moeten leveren beduidend meer dan 1,70 meer ontvangen dan wanneer him fabriek die zelf verwerkt. Die bieten zijn echter te duur en ook de C. S. M. heeft er belang bij dat de verhoudingen in de bietenwereld normaler worden. Is het dan niet logisch, dat de Cooperaties de C. S. M. laten meebetalen? Een tweede grief is dat de leden der Zee- land" nog 88,per aandeel zullen moeten bij- betalen. Het is niet gemakkelijk hierover in het kort eene uitzetting te geven. Ik wil het be- proeven. Wat is de waarde van een aandeel in eene Cooperatieve Suikerfabriek Naar de meening der heeren wordt die bepaald door hetgeen op de fabriek is afgeschreven. Dat zou juist zijn als alle geld dat in de zaak ge- stoken is even productief belegd was, de uitbe taling der bieten afhing van de boekwaarde der fabriek en er geen handel in vrije bieten was. De intrinsieke waarde van het aandeel zegt thans niets. Voor 'den bietenverbouwer wordt de waarde bepaald door hetgeen de fabriek voor de bieten kan uitbetalen. Veelal wordt daarbij als maatstaf aangenomen het verschil tusschen de uitbetaling der Cooperatie en den prijs der vrije bieten. Door gebrek aan grondstof steeg de prijs der vrije bieten ver boven de waarde zoodat de uit betaling der Cooperaties daar beneden blijft. Een gevolg hiiervan is, dat zelfs aandeelen van Cooperaties die afgeschreven zijn of zich uit de reserves afschrijven kunnen, verhandeld worden met 200 k 300 gulden bijbetaling. Hoe hoog moet dan de bijbetaling niet zijn voor een aandeel in de Zeeland" die veel minder dan deze Cooperaties kan uitbetalen? Zeker meer dan 410,want er waren meer gegadigden om vol te storten dan er volgens de statuten aanvaard kon worden, terwijl er thans voor ieder die er prjjs op stelt, gelegenheid is met een betaling van f 288,vrij te komen, dus ongeveer in de richting waarvoor leden van afgeschreven fa- brieken van hun aandeelen af kunnen. Dan wordt de vraag gesteld waarom het juist de Zeeland" is die moet verdwijnen. Hierop kan het antwoord kort zijn. Omdat zij de zwakste is en het uithoudings- vermogen der leden kleiner blijkt te zijn dan dat der leden van andere Cooperaties en der C. S. M. Bieten naar Frankrgk. In 1928 kochten de Franschen hier bieten weg voor een prijs die eenige guldens hooger was dan zij in Frankrijk aan de verbouwers be- taalden. Hiertegen is door de Fransche boeren geageerd met het gevolg, dat de Fransche regeering het invoerrecht voor een betrekkelijk ldein kwantum laag stelde, maar het daarboven vertienvoudigde Dit gedeelte wordt nu door alle fabrieken gemeenschappelijk geleverd. Dat de daarvoor ontvangen prijs hooger zou zijn dan voor andere bieten wordt betaald, moeten de inzenders maar eens aantoonen. Ten slotte komt den raad de fabriek niet te verkoopen maar met een nieuw bestuur verder te gaan. Deze raad is zeer eenvoudig maar heb ben de inzenders al eens nagedacht wat dit be teekent Voor zoover dit door mij kan worden nagegaan beschikt de Zeeland" thans ndet over voldoende bedrijfskapitaal, zal dus een leening moeten sluiten of per aandeel moeten laten storten. De kans op het slagen eener leening is niet groot, zoodat een storting op de aandeelen noodig kan blijken. De mogelijkheid bestaat dus dat de 88,per aandeel toch gestort moet worden. En als dan de „Zeeland" gaat werken is er nog niets veranderd met voorheen. Zij zal de laagst- betalende fabriek zijn, omdat zij de reserves der andere fabrieken mist. De behoefte aan bieten is niet verkleand. Verhooging van de minimum- levering per aandeel brengt mee, dat de koopen- de leden zich op de vrije markt van een grooter kwantum moeten voorzien. De strijd om de bie ten wordt dus, zoo mogelijk, nog heviger, het verlies nog grooter. In den strijd die om de bieten gevoerd is heeft de „Zeeland" het afgelegd. Waarom zou zij in een voortgezetten strijd wel slagen? De Directeur van den Wilhelminapolder meent ook tot voortzetting van het bedrijf te moeten adviseeren, en doet dit vooral met het oog daar- op, dat de leden der „Zeeland" dan niet meer de macht hebben zelf hun prijs vast te stellen. Wat hebben de leden der Zeeland" daar tot op heden aan kunnen doen? Het eenige wat een lid kan doen is de afschrijving en reserveering be- perken. Zijn de leden der betrokken fabrieken daar ook niet toe in staat? Welke fabriek zal er over denken voor het kleine kwantum bieten dat zij als deelgerechtigde in de „Zeeland" krijgt, de afschrijving over alle bieten anders te stellen? De heer Hanken beziet het van het standpunt van den man die gewoon is een woordje mee te spreken. Voor hen die betalen moeten en de middelen missen staat het geval wel eenigszins anders. Ik zou dit alles niet geschreven hebben als ik in de geleverde beschouwingen niet een groot gevaar zag voor de Zeelandsche leden. Het eenige gevolg zal naar mijne meening zijn, dat in de te houden ledenvergadering wel voorstel- len verworpen zullen worden maar dat er geen zullen worden aangendmen. De toestand wordt dan dat van liquidatie niets komt en ook het voortwerken eveneens onmogelijk zal blijken. Het aanbod van de Cooperaties is dan van de baan en wil men toch liquideeren dan zal eerst het geld op tafel moeten komen. Er zal alsdan vierhonderd gulden per aandeel gestort moeten worden waarop later de opbrengst der bezittin- gen zal worden terug betaald De ellende is dan niet te overzien, want van een geleidelrjke be taling kan dan geen sprake zijn. Ik meende mijn plicht niet te hebben vervuld als ik daarop niet had gewezen. Het is echter een stem uit het ,,vijandelijke kamp". Als men er op antwoorden wil hoop ik. dat de argumen- ten niet uit algemeenheden zullen bestaan. Hoogachtend, Iz. P. VAN DER WEELE. DE WILHELMINAPOLDER EN DE „ZEELAND". De Wilhelminapolder richt zich tot de leden der Cooperatieve Beetwortelsuikerfabrieken Zeeland" G.A. te Bergen op Zoom met het volgende „Sedert in de algemeene vergadening onzer leden een commissie is ingesteld om een liqui- datie-plan uit te werken, duiken er in de pers allerlei gerudhten op, waarvan de herkomst niet altijd valt vast te stellen; berichten, die vaak geheel onjuist zijn, doch welker aard en strek- king kennelijk eenzelfde doel voor oogen hebben, de leden voor te bereiden op een snelle liqui datie en een ovememing van de bezittingen der Zeeland" door de overige cooperatieve fa brieken. Dat deze berichten uitermate geschikt zrjn om een zenuwachtige stemming in het leven te roepen en de leden als het ware slechts 66n uitkomst voor de oogen te tooveren: „liquidatie en verkoop van de bezittingen" behoeft geen betoog. Het is onze bedoeling daartegen een krachtig woord van protest te doen hooren en tevens een woord van waarschuwing en van opwekking tot de leden te richten om de zaak toch vooral niet a priori als verloren te beschouwen en zich blind te staren op dat eene woord „liquidatie" zegge ,,capitulatie voor de lage beetwortelprijzen Wat toch zal het gevolg zijn als het voorstel der cooperatieve fabrieken tot ovememing van de „Zeeland" wordt aangenomen? In de eerste plaats verlies van eigen zelfstan- digheid. Indien het juist is, dat ddn der onderdeelen van het plan hieruit zou bestaan, dat de leden der .Zeeland" zich moeten verbinden om ge durende een reeks van jaren de thans bij de statuten voorgeschreven minimum hoeveelheid van 15.000 kilogrammen beetwortelen te blijven leveren aan de cooperatieve fabrieken, die de „Zeeland" ovememen, tegen prrjzen door die combinatie vast te stellen, dan is het toch dui- delrjk, dat de leden den invloed, dien zij op de prijzen kunnen doen gelden in hun eigen coope ratie totaal verliezen. En dit zal tevens betee- kenen, dat het voor ons leden niet gemakkelijk zal zijn, de beetwortelen, die boven het verplichte minimum uitgaan, tegen een prijs aan de markt te brengen, welke afwijkt van dien der combi natie. Kortom: deze combinatie zal zelf de prijzen bepalen, die zij wenscht te betalen zon der dat onze leden daarover ook maar het min- ste te zeggen hebben. Wie waarborgt de behartiging onzer belan- gen Worden onze menschen wellicht gedwon- gen door de lage prijzen, die zij voor d^ beet wortelen maken, nog meer de beetwortelcultuur in te krimpen dan thans reeds het geval is? En is dit alles nu noodzakelijk Wij gelooven het vooralsnog niet. Toen bij ons de gedachte opkwam aan de mogelijkheid om door te werken en ons eigen bedrijf, dat wij hebben zien groeien, door de on- gunstige tijden van nu en wellicht van de komende jaren heen, staande te houden en te ontwikkelen, hebben wij ons eens van deskun- dige zijde doen voorlichten omtrent de mogelijk heid. Welnu die bestaat. Indien de leden besluiten de verplichte mini- mumleveringen op 30.000 K.G. per aandeel te brengen, dan wordt minimaal 167 millioen K.G. en practisch 170 millioen K.G. geleverd. In dit geval kan met een behoorlijk rendement gewerkt worden, daar dan op voile capaciteit gemalen kan worden. Dan zal, volgens deskundige berekening, ook bij de thans geldende lage suikerprijzen, een be hoorlijk rendement mogelijk zijn. Het valt nu niet moeilijk te kiezen tusschen doorwerken op die basis en algeheele liquidatie. Het woord zal binnenkort aan u zijn. Leden, aldus besluit de Wilhelminapolder, denkt nog eens over deze zaak na, bespreekt haar zoo mogelijk in uwe Kringvergaderingen. Het gaat om uw bestaan". Vergadering van Dinsdag 11 Februari 1930, des voormiddags 10 uur. Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester. Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, A. E. C. Krurjsse, M. W. Koster, Ph. J. van Dix- hoorn, C. Th. van de Bilt, H. Wolfert, Ch. Claessens, A. Th. 't Gilde, F. Dieleman, J. de Feijter en P. de Feijter, benevens de Secre- taris J. L. J. Maris. De VOORZITTER opent de vergadering door het uitspreken van het gebedsformulier. Hij wendt zich vervolgens tot den raad met de volgende toespraak: Mijne Heeren. Het zij mij gegund bij de eerste vergadering van Uwen raad in 1930 U heeren, leden van den raad en U heeren wethouders, alsmede de Secretaris met Uwe gezinnen een voorspoe- dig en gezegend jaar toe te wenschen. Het jaar 1929 dat nu voorbij is, is voor een groot gedeelte der bevolking een onvoordeelig jaar geweest. De landbouw, de hoofdbron van bestaan der Axelsche bevolking, uitzonderingen daar- gelaten, was in 1929 niet loonend. Wel waren over het algemeen de opbreng- sten der producten goed tot zeer goed te noemen, evenwel waren de prijzen zeer laag en de onkosten hoog. De resultaten in het vlasbedrijf zijn ook beslist ongunstig te noemen. Werkeloosheid kwam in de 2e helft van 1929 niet voor, dank zij de werkzaamheden, die nog in vollen gang zijn bij den bouw van de Ammoniakfabriek en wat daarmede samenhangt. Was op 1 Januari 1929 bekend, dat er op Axelsch grondgebied een ammoniakfabriek zou worden gestioht, weinigen zullen ver- moed hebben, een fabriek van een dusdanige grootte en omvang. Ook wordt aldaar gebouwd een zwavelzuur fabriek, met eigen electrische centrale. Niet alleen dat men daar fabrieken bouwC, maar ook woningen voor directeuren en per soneel. Een geheel plan is bij het gemeentebestuur ingediend. Verschillende woningen zijn reeds aan- besteed. Moge de nieuwe Industrie, die zich hier gaat vestigen bijdragen tot de algemeene welvaart, in deze gemeente. Ook wil ik even melding maken van de staking op de cokesfabriek te Sluiskn Hoe- wel deze fabriek niet op Axelsch grondge bied ligt, heeft toch deze gemeente, omdat er vele arbeiders daarop werken, daarmede te maken gehad. Uitgebreide politie-maatregelen zijn toen moeten worden genomen. Ik hoop, dat dergelijke maatregelen in de toekomst niet meer noodig zullen zijn. In tusschen is in 1930 een einde gekomen aan het conflict. De finantieele toestand der gemeente is goed te noemen. De belasting kon teruggebrachl worden. Was de factor het vorige jaar 1.8, uhans is deze vastgesteld op 1.2. In 1929 kwtoen 22 gevallen van besmette- lijke ziekten voor, t.w. 21 gevallen van rood- vonk en 1 geval van diphtherie. De gemeente bleef, Gode zij dank, voor rampen gespaard. Moge dit ook in 1930 het geval zijn. De bevolking van Axel bestond op 1 Jan. 1930 uit 2957 m. 2897 vr., totaal 5854. De loop der bevolking was als volgt: 291 vertrokken personen; 239 ingekomen perso nen; 112 geborenen; 55 overlijden; 45 huwre- lijken werden gesloten. Met voldoening mogen wij terugzien op het gehouden feest, gehouden op 30 April l.L toen H.K.H. Prinses Juliana haar 20ste verjaarriag. vierde. Nu 31 Augustus a.s. Hare Majesteit de Ko- ningin Wilhelmina haar 50ste verjaardag hoopt te vieren en reeds in Axel plannen be staan dien dag feestelijk te vieren, vertrouw ik, dat Uw College Uw hooggewaardeerde medewerking zal verleenen, opdat Axel we- derom waardig het feest zal vieren. Ten slotte mijne heeren, heb ik behoefte U dank te zeggen voor de steun, die ik van Uw college en het college van Burgemeester en Wethouders in 1929 in mijn arbeid heb mogen ondervinden. Ik hoop, dat 1930 voor de bevolking van. Axel een gunstiger jaar moge zijn en dat ik: met U de belangen van Axel zal mogen be- hartigen in goede samenwerking en dat God zijn onmisbaren zegen zal schenken op de door ons te verrichten arbeid. De heer VAN DIXHOORN vermeent, dat volgens de traditie op het oudste raadslid de taak rust, de toespraak van den Voorzitter te beantwoorden, en zich tot tolk te maken van zijn medeleden. Hjj dankt den Voorzitter voor de door dezen uitgesproken goede wenschen, en wenscht hem wederkeerig alle goeds toe, zoowel in zjjn gezin als in zijn ambt, en hij als zoodanig alles zal genieten wat voor zijn leven nuttig en noodig is. Waar hier die goede wenschen naar voren gebracht worden, kunnen we voor de vervulling daarvan niet zorgen, we zullen die moeten afwachten, aangezien zulks af- hangt van Hem wiens bestier boven ons alien staat. Op den zakelijken inhoud der rede van dat Voorzitter ingaande noemt spreker het juist, dat door de landbouwers tegenwoordig alge meen wordt geklaagd, dat de prijzen der pro ducten te laag zijn. Hij erkent, dat dit voor enkele producten inderdaad het geval is, doch. er zijn verschillende artikels door landbou wers verkocht waarvan niet kon gezegd wor den, dat de prrjzen te laag waren. De fout van den tegenwoordigen toestand schuilt ech ter volgens spreker ergens anders. De prijzen zijn niet te laag, maar de uitgaven voor het bedrijf te hoog, de verhoudingen zijn uit elkaar geslagen. Indien hij de geschiedenis nagaat, zijn de uitgaven voor het bedrijf driemaal zoo hoog dan vroeger. In e&n opzicht hoopt hij, dat die uitgaven nooit minder zullen worden, n.I. met. betrekking tot de tegenwoordig betaalde loonen, hij hoopt, dat men niet zal trachten daaraan te tomen, maar in twee andere op- zichten, n.I. de grondprijzen en dan voorts de belastingen moet er vermindering komen. De grondprijzen zrjn tegenwoordig zeker 50 te hoog; een gewone pachtboer moet tegenwoordig een pacht opbrengen die het drievoudige bedraagt van vroeger, en zoo is het ook met de verschillende belastingen die het bedrijf drukken. Aan de loonen moet men niet gaan tomen, hij is van oordeel, dat een man die den ge- heelen dag zijn kraohten aan zijn werk be steed heeft, het geld dat hij daarvoor nu krijgt wel mag houden. Maar in de dure prijzen vac den grond behoort verandering te komen, evenals gestreefd moet worden naar verlaging van belastingen, zoowel directe als indirecte. Niet alleen dat door ongunstige verhoudingen de boeren lijden, doch alien die indirect met het landbouwbedrijf in verband staan, zoowel de ambaohtsman als de handel, indien in een streek het hoofdmiddel van het bestaan lijdt. lijdt de geheele streek daaronder. Spreker wenscht ook nog iets te zeggen naar aanleiding van de voorgekomen staking. Hq zal niet gaan beoordeelen of de stakers, dan wel de werkgevers recht of onrecht ge had hebben, hij wil dit in het midden laten cn zal zich daarmede niet bemoeien. Maar wel wil hij er op wijzen, dat even zoe» goed als iemand het recht heeft om voor eea bepaald loon niet langer te werken, ook bet recht moet bestaan voor ieder die er wel mede tevreden is, in alle rust zijn werk te kunnaa voortzetten, doch men hen dat niet moet wil len beletten. En nu zou spreker niet graag tie alhier bij het bemoeilijken van een werkwil- lige voorgekomen relletjes en het met stse- nen gooien niet gaarne op rekening van de stakers schuiven, want er zijn op dergeUjke momenten altijd menschen te vinden, die ge- reed staan om hun booze buien hot te vie pea Spreker herinnert nog aan de vragen, die hij tot het hoofd der politie heeft gericht, naar aanleiding van het relletje voorgekomen be gelegenheid van het muziekfeest op 3 Ar ft Hij vraagt zich nog af, of bij dergelijke gele- genheden geen gebruik wordt gemaakt van d« omstandigheid, om eens uiting te geven ana verschillende grieven en griefjes tegen de po litie, het gevolg van processen-verbaal weguas kleine overtredingen die de menschen op dea duur ontstemmen. Hij geiooft dat die ontst, ri ming op zulke tijdstippen dan wel eens naax voren komt, dat men dan naar een steen grijpt of het toejuicht als een ander het doet. Hij betreurt het, dat zulke dingen in de gemeente zijn voorgekomen, want hij is het ill deze geheel eens met de uitdrukking die eec burgerjuffrouw met wie hij dezer dagen sprat daaromtrent bezigde: ,,het is zonde dat zooiets is voorgekomen, want dat legt niet in den aard van ons volk." Hij wenscht daarop nadruk leggen, dat is inderdaad niet den geest vac het Axelsche volk, maar dat is komen over- waaien uit de groote steden, overgebracht door personen die zich daarop werpen en zich op die wijze trachten nuttig te makeri voor het algemeen. Hij hoopt dat de gemeentr- in de toekomst voor zulke relletjes bewaard zal blijven. Spreker eindigt met zich aan te sluiten bp

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 5