BUKGEKLIJKENi STAND,
Hois en Hof.
Pluimvee-rnbriek.
Rubriek van den Arbeid.
park maken, dat iedereen mooi zal vinden.
"k Zou het spijtig vinden als er heelemaal van
afgezien werd, maar hoop dat, de meerder-
heid ervoor zal zijn een park aan te leggen
zonder zoo'n grooten opzet. Ik hoop mijnheer
de Voorzitter, dat de raad nog eens goed over
de zaak na zal denken.
De heer Neeteson: Als ik de discussies
goed gevolgd heb, gaan de meeningen nog
steeds uit, dat het park 12,000 zou kosten.
Ik moet evenwel opmerken, dat Burg, en
Weth. niet meer spreken van 12 maar van
6000. De onderhoudskosten zullen niet meer
zoo groot zijn en bovendien wil ik er op wij-
zen, dat er in die /6000 nog altrjd een paar
duizend voor werkverschaffing zitten. Dit is
alles hetgeen ik ervan te zeggen heb.
De Voorzitter: Komt er nog een voorstel,
anders breng ik het voorstel om /6000 te
i een en in stemming.
De heer Stouthamer: Zou de raad niet
beter doen het in handen van Burg, en Weth.
te leggen om met andere plannen te komen?
en te doen, zooals de heer Marquinie aange-
geven heef t
De Voorzitter: Laten we blijven by 't vier-
kante terrein. Het is niet meer dan mensche-
lijk, dat we de daar rondom wonenden een
park bezorgen. Laten we iets maken, dat
aantrekkingskracht heeft. Wij zullen nog
eens met De Wilde spreken of hij zijn plan
niet wil versoberen.
De heer Stouthamer: Ik heb den indruk
gekregen, dat De Wilde zijn plan niet wil ver
soberen. Hij wil er iets moois van maken en
niet maar een perkje hier en daar met een
koeken, een ruiten en een klaveren aas.
De Voorzitter: Waarom zou De Wilde niet
willen veranderen. Dan blijft zijn plan toch
nog bestaan.
De heer Verschaffel: Ik zou het woord:
park laten vervallen, maar spreken van het
planten van struiken en boomen. Daaraan is
geen onderhoud en't is ook mooi. Die heuvels
kunnen dan daaraan aangepast worden. Die
bloemenkwestie is een te dure liefhebberp
voor de gemeente. Daarom zou ik het geen
park noemen. Als U daar gras, struiken en
boomen plant, is 't ook 'n mooi milieu, in
overeenstemming met den Molenberg.
De heer Marquinie: We zouden nog eens
met De Wilde kunnen spreken. Als wij nu
machtiging krijgen 6000 te leenen, is 't nog
niet noodig om die te gebruiken.
De Voorzitter: De raad kan Burg, en Weth.
machtigen tot 6000. Anderzijds begrijp ik
den heer Verschaffel niet goed. Eerst was hij
daar zoo sterk voor en nu is hij er tegen.
De heer Verschaffel: De heer De Wilde
heeft mij bekeerd. Hij heeft mij afgebracht
van 't park, hij heeft gezegd, ik moet mijn
plan behouden, anders maak ik het niet.
De Voorzitter: Wie was meer enthousiast
als u.
De heer Verschaffel: Dat plan kunnen wij
niet uitvoeren en daarom ben ik er tegen.
Niet om in de contra-mine te zijn, maar.ik ben
nog eens in Gent gaan informeeren! Het
wordt te duur.
De heer De Leux: Na de uiteenzetting van
den heer Neeteson, dat bij' de 6000 nog
f 2000 voor werkverschaffing zijn inbegrepen,
zal ik mijn steun aan dat voorstel geven.
De heer Stouthamer: Ook ik ben niet tegen
het park.
Ik zou graag zien, dat we dat vierkante
blok als park krijgen, maar met den heer
Verschaffel ben ik voor groene beplanting.
Mynheer Verschaffel is mij voor geweest,
anders zou ik ook reeds direct groene beplan
ting hebben voorgesteld. Ik zal voor /6000
zijn, maar liefst minder. Maar niet zooals
mijnheer De Wilde wil hebben.
De Voorzitter: Dat achten wij alien te
hoog. Maar dat men daar een groene wei
krijgt, zooals de heer Verschaffel wil, dan zou
ik zeggen: Laat dat park als je blief maar
w eg.
De heer De Mul: Wij zitten met de moei-
lijkheid dat mijnheer De Wilde gezegd heeft:
dit park of geen. Hij heeft zelfs gezegd: als
gij den vijver weglaat, wordt 't nog kost-
baarder.
De Voorzitter: En toch: als de raad blijft
bij 't geen de heer Marquinie wil, dus dat wij
dat vierkante blok tot park maken, dan zal
't nog geen 6000 kosten.
De heer Neeteson: Dan zou ik als wet-
houder toch nog niet verantwoord zijn, alvo-
rens den raad nog eens te hooren.
De Voorzitter: Er kan vandaag gestemd
worden, dat de raad toestemt in een leening
groot 6000 a 5 met jaarlijksche aflossing
van f 100.
De heer Neeteson: Moet er nu al besloten
worden.
De heer Verschaffel: Ik stem er toch tegen.
De Voorzitter: 't Is een voorstel van Burg,
en Weth.
De heer Neeteson: Jawel, maar zoo vat ik
't niet op. Ik vat het aldus op: Burg, en
Weth. komen met een nieuw plan voor een
park, dat hoogstens f 6000 kost.
De Voorzitter: We zullen dat voorstel
maar intrekken.
De heer Neeteson: Ja, dat is beter dan
dat't afgestemd wordt.
De Voorzitter: Burg, en Weth. nemen dus
het voorstel terug. Later zullen we met een
plan voor den dag komen, dat hoogstens
6000 kost.
De heer Verschaffel: Daarmee neem ik
geen genoegen. Als U 6000 erin vast blijft
leggen, dan stem ik tegen. Mijnheer Marqui
nie spreekt al van 3000 tot f 4000.
De Voorzitter: Ja, dat is de bedoeling en
hoogstens te gaan tot f 6000.
De heer Verschaffel: Laat ons niets zeg
gen. Mijnheer Neeteson heeft het goed be-
redeneerd.
De Voorzitter: Burg, en Weth. hebben de
discussies gevolgd en zullen later met plannen
komen.
Het voorstel wordt teruggenomen, zoodat
thans overgegaan kan worden tot het volgen-
de agendapunt, n.l.: Het verzoekschrift van
Th. van der Spieghel- c.s. alien inwoners van
De Stuiver, om electrische verlichting te ver-
krijgen van de Wijk ,,De Stuiver"
Adressanten spreken hun verlangen uit om
ook te worden in de gelegenheid gesteld elec
trische verlichting te krijgen van de gemeen
te. Zij wijzen op den treurigen toestand in
welken zij verkeeren, daar zij nog steeds moe-
ten gebruik maken van petroleumlicht. ,,Wij
zijn", aldus hun in mineurtoon gestelde melo-
die, immers ook inwoners van de gemeente,
en willen gaame fiere medeburgers zijn. Zij
hopen, dat hun zaak onderzocht zal worden
en een gunstig resultaat het gevolg moge zijn
van dat orfderzoek, waarvoor zij zich ten
hoogste dankbaar zullen betoonen.
De Voorzitter: Mijne heeren. Eenzelfde
aanvrage is ongeveer een paar jaar geleden
ook van deze zijde bij den raad ingekomen.
Een der voormannen is toen bij mij geweest
em ik heb hem gezegd: „Welnu, roep eens een
vergadering op en kom dan met voorstellen.
Ik wil wel zeggen, dat we met verschillende
leden hebben onderhandeld, maar kan daar-
over in openbare vergadering verder niets
zeggen.
De heer De Leux: Ik geloof toch, dat die
menschen evenveel recht hebben op electri
sche verlichting als alle andere inwoners van
Sas van Gent.
Er is al gezegd, als die menschen aange-
sloten willen worden, zullen zij ook zooveel
rlicht afnemen, dat we een kabel kunnen
leggen.
De Voorzitter: Wat U daar zegt is niet pre-
cies. Die menschen zijn niet te vinden, om een
garantie te verleenen. Willen zij onderhan-
delen en een bepaalde garantie geven, dan
zullen Burg, en Weth. er ook voor zorgen, dat
zij geholpen worden.
De heer De Leux: Die menschen kunnen
toch bezwaarlijk garandeeren, dat zij voor
zoe- of zooveel licht zullen verstoken. Ik
hoop, dat zij spoedig aangesloten zullen
worden.
De heer De Mul: Mijnheer de Voorzitter.
Al een jaar geleden heb ik ook over deze zaak
gesproken en toen is mij gezegd, dat 't er
bpstond. Staat 't er nu nog goed bp.
De Voorzitter: Ja. Maar meer zeg ik niet
in openbare vergadering. Doch 't staat er
goed by. Ik stel voor, om dit verzoek voor
kennisgevig aan te nemen. Aldus geschiedt.
Thans wordt aan de orde gesteld:
Punt 7. Verzoekschrift van de Wed. A.
Vergauwen over schade door aanleg van
stoepen veroorzaakt aan haar woning in de
Poelstraat.
De wed. Vergauwen beklaagt zich, dat door
den aanleg van de stoep voor haar huis, dit
bij regem onderwater loopt. Laatst is 't zelfs
gebeurd, dat't water aan de voordeur in-, a«n
de achterdeur uitliep. Het eenige middel om
den toestand te verbeteren, de huisvloer op te
hoogen.
De Voorzitter: De inhoud van dit rekest is
niet juist, doch de billijkheid brengt mee, dat
de menschen geen last ondervinden. Doch aan
wien de schuld! Ik durf gerust zeggen: Aan
de familie Vergauwen zelf. Als zij genoegen
namen met het leggen van een hardsteenen
dorpel dan was de zaak in orde. Maar dat wil
de familie Vergauwen niet.
De heer De Leux: U spreekt van het leg
gen van een steenen dorpel. Maar dan wordt
de instap 30 c.M. diep Ik heb gezien, hoe het
huis bij den minsten regen onder water loopt.
Het zou toch een kleine kosten voor de ge
meente zijn de vloer op te hoogen. Wij hebben
aangedrongen om ons dien grond te verkoo-
pen en nu zij dat gedaan hebben ondervinden
zij overlast. Daarvoor hebben die menschen
hun grond toch niet verkocht.
De heer Stouthamer: Ook ik ben over-
tuigd, dat een instap van 30 c.M. te hoog is.
De gemeente was gebaat met die strcok
grond, want nu hebben we daar een mooie
straat kunnen maken. Als we over den hond
komen, kunnen we ook over den staart.
De Voorzitter: Als we.nu een drempeltje
maken en zij daar achter een mat leggen is de
vloer hooger.
De heer Stouthamer: De vloer ligt lager,
anders kon het water niet binnenstroomen.
De Voorzitter: Als het water per force
majeure van de heirbaan aankomt, dan ziet
het niet naar een paar centimeter. Wij mogen
niet aan het huis komen, want 't is om te
dwingen om een nieuwen vloer te maken. De
familie Vergauwen moest dankbaar zijn, dat
we het in orde willen maken. Maar van dank,
geen sprake. Wij hebben die menschen zeer
net behandeld. Is die afrastering daar niet
schoon. Als ze er een mat in leggen is 't in
orde. 't Is gemakkelpk als iedereen maar de
kas kan aanspreken.
De heer Verschaffel: Ik heb gaan zien. Als
er een drempel komt is de instap 30 c.M.
De Voorzitter: Laten die menschen ver-
standig zijn. Men moet niet het onderste uit
de kan willen hebben. Zij willen ons dwingen
een vloer te maken.
De heer De Leux: Ik kan absoluut niet ge-
looven, dat het dwang is van de familie Ver
gauwen Wanneer wij het daar thans schoon
vinden, moeten wij die menschen ter wille zijn.
Wat is er in den weg die vloer op te trekken?
De Voorzitter: Zijn wij gerechtigd dat te
doen? Wanneer U meer geloof hecht aan de
familie Vergauwen dan aan den Voorzitter,
dan moet de raad besluiten uw wensch te vol-
doen.
De heer De Mul: Maar als de vloer na't leg
gen van den dorpel 30 c.M. dieper ligt, is het
dan geen zedelijke verplichting van den raad
die menschen voldoening te verschaffen?
De Voorzitter: En als het dan niet meer
hoog genoeg is. Als de balken dan ook hooger
moeten gelegd worden?
De heer De Mul: Dat moeten we aan Burg,
en Weth. overlaten.
De heer Marquinie: Ik meen toch gehoord
te hebben, dat het lokaal dan te klein wordt.
Als wij er iets op kunnen vinden zullen we
't in orde brengen. Het beste is, dat we nog
eens gaan kijken.
De Voorzitter: Wanneer de architect zegt,
als ze er een mat leggen, ligt die zoo hoog als
de drempel, zal 't toch wel waar zijn.
De heer De Leux: Ik schijn te weten, dat
het lokaal 30 c.M. te hoog is.
De Voorzitter: Burg, en Weth. zullen nog
eens gaan kijken. Ik stel daarom voor, ge
hoord de discussies, om het verzoek voor ken-
nisgeving aan te nemen.
Aldus wordt goedgevonden, waama over
gegaan wordt tot punt 8.
Verzoekschrift van A. C. H. Kieboom te
Westdorpe en P. J. Leroux om gemeentegrond
in erfpacht en om vergunning tot afwijking
van art. 7 der Bouwverordening.
De heer Armand Kieboom verzoekt om in
erfpacht te mogen nemen een perceel bouw-
terrein gelegen naast de Wed. Cortvriendt.
P. J. Leroux, typograaf alhier, verzoekt om in
erfpacht te mogen nemen een perceel gelegen
naast Maurice de Roos, ter breedte van 10 M.
De Voorzitter: Wat betreft het verzoek
schrift van den heer Kieboom wil ik even
meedeelen, dat dit niet beantwoordt aan de
voorwaarden, die gelden voor erfpachtsterrei-
nen in die straat, zoodat de raad dit vandaag
niet in behandeling kan nemen. De heer
Kieboom vraagt de grens slechts 1 M. van de
belendende terreinen te mogen trekken in
plaats van 2 M. Maar dan komen wij in con
flict met de besluiten van den raad om daar
2 M. open bebouwing te laten. Ik stel daar
om voor het rekest terug te zenden en de
zaak nog eens met den heer Kieboom te be-
spreken. Vinden de heeren dat goed? Aldus
wordt goedgevonden.
Wat betreft Leroux, Burg, en Weth. stel-
len voor deze toestemming te verleenen, mits
gebouwd worde naar genoegen van Burg, en
Weth.
Aldus wordt besloten.
In verband met de terugzending van het
verzoek Kieboom komt het punt: Intrekking
van landpacht, onder punt 9 te vervallen. De
slotpunten der agenda, betrekking hebbende
op af- en averschrrjving van diverse posten op
de begrootingen van 1929 en 1930, onder
welke laatste voorkomt een post groot
f 10.123,45 wegens grenswijziging, worden
zonder bezwaar goedgekeurd.
De Voorzitter: Nu eerstdaags de vergade
ring van de Waterleiding te Ter Neuzen zal
gehouden worden, waarbij de vertegenwoordi-
gers der gemeente zijn opgeroepen om uit-
spraak te doen, en in verband met het feit,
dat de heer Neeteson afwezig is en ook de
heer Verschaffel als plaatsvervanger daar
niet tegenwoordig kan zijn, is het noodig over-
tegaan tot het aanwijzen van een tweeden
vertegenwoordiger.
Mag ik de heeren De Mul en De Leux tot
stemopnemers aanwijzen.
Bij stemming blijkt de heer De Mul ge-
kozen met 5 stemmen, terwijl op den heer
Stouthamer 1 stem is uitgebracht.
De heer De Mul verklaart op de vraag des
Voorzitters deze benoeming te aanvaarden.
De Voorzitter: We hebben nu de agenda
doorloopen. Wenscht iemand van de heeren
nog het woord?
De heer De Leux: Mag ik den Voorzitter
eens vragen of het waar is, dat Bram Ran-
schaert is aangezocht om op 5 Februari a.s.
dat pand te verlaten Daar hij nog geen
ander pand gevonden heeft, zou hij op dien
dag op straat komen te staan.
De Voorzitter: We hebben Ranschaert
meermalen gewaarschuwd. Daar er nu geen
woningnood is, hebben we hem aangezegd om
op 5 Februari te verhuizen, zoodat we op 10
Februari kunnen beginnen dat huis af te
breken. Maar Ranschaert schiet niet op We
hebben het pand gekocht voor /3300 van de
Nocker en krijgen f 1100 van den Minister
vergoed, omdat het huis een belemmering is
voor het verkeer. Die 1100 krijgen wij niet
v66r het is afgebroken.
De heer De Leux: Maar de rente wordt
toch gedekt door de huur.
De Voorzitter: De rente niet. Ik had wel
verwacht, dat vanavond erover gesproken zou
worden. Ranschaert wil maar blijven, doch
er zijn huizen genoeg.
De heer Stouthamer: Zou het niet moge-
lijk zijn dat Ranschaert met 1 Maart vertrekt!
Het is hem met dat huis op de Westkade
tegengeloopen, anders was hij al weg.
De Voorzitter: Laten we dan zeggen dat hij
1 Maart er uit moet zijn.
De heer Neeteson: 't Zou goed zijn, dat de
raad beslist, dat Ranschaert vddr 1 Maart er
uit moet zijn. Mijnheer de Voorzitter: Ik zou
dat voorstel van den heer Stouthamer over-
nemen.
De heer Verschaffel: Ik wil dat voorstel
van den heer Stouthamer steun en.
De Voorzitter: Het is reeds overgenomen
door Burg, en Weth.
De heer Neeteson: Ja.
Na stemming blijkt het voorstel van den
heer Stouthamer met 4 tegen 2 stemmen te
zijn aangenomen. De heeren Marquinie en
Neeteson stemden tegen, de andere heeren
voor.
De heer De Leux: Mijnheer de Voorzitter:
Mag ik een kleine vraag doen! Kan de Voor
zitter mij ook zeggen waar hier de algemeene
begraafplaats is?
De Voorzitter: Op die vraag kan ik U
heden geen antwoord geven. Ik zal mijn ant-
woord schriftelijk inzenden.
De heer De Leux: Mag ik Burg, en Weth.
eens verzoeken hun aandacht aan het lijken-
huisje te schenken. Het wemelt daar van on-
gedierte, de roosters zijn stuk, zoodat er de
katten doorheen kunnen,
De Voorzitter: Zulke wisjewasjes hooren
thuis in een emstige vergadering. U over
draft. U wil zeggen, ik ben in dat lijken-
huisje geweest. Het is open, zoodat er een
kat en een hond door heen kunnen. Ik ben
er ook geweest, maar een kat of hond heb ik
er niet gezien. Zoo'n vragen acht ik niet
reeel, ook niet tegenover het publiek, ook niet
tegenover het publiek buiten Sas van Gent.
U wil zeggen Burg, en Weth. zorgen niet voor
't lijkenhuisje. Er zijn maatregelen genomen
om het lijkenhuisje in orde te maken. Dat
't nog niet gebeurd is, ligt aan oorzaken bui
ten hun schuld.
De heer De Leux: Mag ik vragen of er van
de gemeente een lijkbaar beschikbaar is. Ik
kan het billijken dat de twee kerkgenoot-
schappen hun lijkbaar niet willen leenen, dat
recht kan ik hun niet betwisten.
Daarom zou't goed zijn dat de gemeente er
zelf een wilde aanschaffen.
De Voorzitter: Burg, en Weth. zullen er
voor zorgen.
Thans nu de interpellatie-bron voor heden-
avond is opgedroogd en de zware sirene van
de phosphaatfabriek reeds een poosje geleden
haar zwaar geluid door de lucht heeft doen
weergalmen, als teeken dat het avonduur
reeds tamelijk gevorderd is, acht de Voorzit
ter het oogenblik gekomen onder het uit-
spreken van de gebruikelijke zinsnede: ,.de
vergadering is gesloten", het embleem zijner
waardigheid, den voorzittershamer, met den
korten gebruikelijken klop in aanraking te
brengen met het groene kleed, waaronder de
eikenhoutentafel verborgen is. Het publiek,
wiens geduld op een tamelijk lange proef is
gesteld, en zich weer aan een lijvigen brok
plaatselijke historie heeft kunnen vergasten,
haast zich dringend en ellebogend naar buiten,
terwijl onze vroede vaderen met niet minder
haast hun zetels verlaten om in de frissche
athospheer van de nachtlucht eenige opfris-
sching te genieten na het ingespannen werk,
dat zoo geruimen tijd hun geest heeft in be-
slag genomen.
AXEL.
Huwelpks-aangiften. 31 Jan. Pieter Cor
nells Brakman, oud 24 j., jm. en Maria Chris
tina van Luijk, oud 23 j., jd.
Huwelrjiks-voltrekkingen. 2 Jan. Abraham
Anthonij de Pooter, oud 24 j., jm. en Johanna
Tanneke Koster, oud 23 j., jd.
Geboorten. 7 Jan. Maatje Christina, d.
van Jozias Verstraten en van Magdalena
Ebrina van Hoom. 9 Jan. Comelis Fran-
Qois, z. van Marinus Verschelling en van Sara
Dorothea Rinn. 11 Januari. Paula Emelia,
d. van Petrus Scherjven en van Julia Leonia
Lievens. 13 Jan. Levinus, z. van Jan Jansen
en van Maria Bakker. 14 Jan. Maria Louisa,
d. van Joseph Francies Marie Dieleman en
van Florida Maria Winne. 20 Jan. Ivonna
dementia, d. van Josephus de Nps en van
Anna Maria de Kerf. 22 Jan. Jozias Pieter,
z. van Jozias Vinke en van Christina Hame-
link. 24 Jan. Hendrik Jan, z. van Jan Over-
dulve en van Anna van Tatenhove. 29 Jan.
Emmie Marie, d. van Petrus Tieleman en van
Emma Apolonia Kouwijzer.
Overlijden. 11 Jan. Adam Jacobus Schie-
man, oud 20 j., z. van Martinus en van Leen-
tje Leuntje Boeije. 18 Jan. Janna Cornelia
Meijer, oud 49 j., echtg. van Marinus de Fouw.
29 Jan. Karel Marinus Scheele, oud 73 j.,
echtg. van Wilhelmina Penne.
HOEK.
Huwelijks-aangiften. 2 Jan. Jozias Diele
man, oud 23 j., jm. en Franqoise de Bruijne,
oud 21 j., jd. 9 Jan. Dirk van Tatenhove,
oud 24 j., jm. en Elizabeth Verstraaten, oud
21 j., jd. 30 Jan. Daniel Haak, oud 23 j., jm.
en Janna Tollenaat, oud 24 j., jd.
Huwelijks-voltrekkingen. 16 Jan. Jozias
Dieleman, oud 23 j., jm. en Franqoise de
Bruijne, oud 21 j., jd. 23 Jan. Dirk van
Tatenhove, oud 24 j., jm. en Elizabeth Ver
straaten, oud 21 j., jd.
Geboorten. 3 Jan. Levinus Martinus, z. van
Pieter de Blaeij en van Krina Elizabeth
Schieman.
Overlijden. 21 Jan. Karel Gilles Donze, oud
39 j., echtg. van Maria Magdalena Dieleman.
STOPPELDIJK.
Huwelijks-voltrekkingen. Augustinus F. A.
van Moorten, oud 25 j., jm. en Emelia M. van
Goethem, oud 24 j., jd.
Overlijden. Jacobus Mahu, oud 2 j. Anna
M. Coolsen, oud 85 j., echtg. van Jan Fr. van
Campen.
WESTDORPE.
Huwelijks-aangiften. 10 Jan. Philemon
August van Acker, oud 22 j., jm. en Louisa
Josina Losie, oud 21 j., jd. 22 Jan. Maurice
Ivo Roegiest (van Selzaete), oud 19 j., jm. en
Augusta Maria Josepha Rotthier, oud 18 j.,
jd. 30 Jan. Camilus de Vrieze, oud 24 j., jm.
en Maria Paulina de Coninck, oud 26 j., jd.
Geboorten. 25 Jan. Catharina Maria, d.
van Louis Remijnsen en van Jacomina de
Groote.
Overlijden. 9 Jan. Romanie Marie van den
Abeele, oud 49 j., echtg. van Gustaaf Alfred
D'haene. 14 Jan. Paulina Levina van den
Abeele, oud 76 j., d. van Hehdricus en van
Melanie de Brabander.
KAAPSCHE BOLLEN.
Vallota purperea.
De Vallota purperea is een der fraaiste bol-
gewassen, als kamerplant uitstekend geschikt.
Dat deze plant bij de massa niet zoo populair
is, moet wel op rekening van onbekendheid
worden geschreven, hoewel het reeds lang een
oude bekende is.
De Vallota purperea heeft als vaderland
Zuid-Afrika, haar naam is ontleend aan Peirre
Vallot, Fransch botanicus, en indien we de
plant behoorlijk verzorgen, onthaald ze ons
ieder jaar op schitterende, oranjeroode bloe-
men. De plant verlangt een voedzame blad-
grond, vermengd met scherp zand. Er be
staan verschillende goede grondmengsels en
men kan haar kweeken in een mengsel be-
staande uit 1 deel kleigrond, 1 deel bladgrond,
1 deel oude, verteerde mest en 1 deel scherp
zand. Hebben we niet de beschikking over
mest, dan kunnen we ook nemen 1V2 deel tuin-
grond, IV2 deel turfmftlm en 1 deel scherp
zand.
Een groot voordeel van de Vallota purperea
is, dat we ze niet ieder jaar behoeven te ver-
potten (de tijd hiervoor is Maart), doch dat
we ze gerust een jaar of drie in denzelfden
pot kunnen laten staan. De standplaats moet
zoo zonnig mogelijk zijn, zoowel in den winter
als's zomers.
De bladeren, 8 a 10, komen waaiervormig
uit den bol te voorschijn en zijn diep donker-
groen van kleur. De bloeiperiode valt in Juli-
Augustus. De bloemstengel breekt terzijde
van het hart der plant door en groeit uit tot
een krachtige steel, gekroond door 4 a. 6 groote
vlammend oranjeroode bloemen, met goud-
geele meeldraden. De bloemen zijn van tame
lijk langen duur, terwijl krachtige bollen 2 a
3 bloemstengels na elkaar kunnen voortbren-
gen. Men hoort wel eens klachten over het
slechte bloeien, doch daar kan men met een-
voudige middelen heel wat aan doen. Geef de
plant in 't laatst van Juni matig water, alleen
dan als de grond tamelijk droog is. Deze be
handeling duurt een 2 it 3 weken en als men
dan weer volop water geeft, breekt de bloem
stengel spoedig door. Men kan de Vallota in
den zomer naar den tuin overbrengen op een
zonnige plaats, doch dit laatste is geen ge-
biedende eisch. Ze laat zich uitstekend in de
vensterbank kweeken.
De potten moeten niet te groot genomen
worden; een geraniumpot is voor een bloeien-
de bol ruim voldoende. Heeft men eenmaal een
volgroeid exemplaar, dan kan men vrij ge-
makkelijk nieuwe plantjes opkweeken van de
jonge bolletjes, door de oude bol afgezet. Deze
jonge bolletje laten we aan de oude bol zitten,
tot ze een paar blaadjes gevormd hebben. Dan
worden ze ven den ouden bol genomen en
zelfstandig in kleine stek-potjes in zandige
aarde opgekweekt.
Gedurende den gro^i en bloei is de plant
zeer dankbaar voor gieren met een aftreksel
van koemest (eens pqr week) en ruim water.
Na het bloeien kan het gieten reeds worden
verminderd, terwijl in den winter de plant het
best overwintert in een vorstvrij vertrek.
Vanzelfsprekend wordt dan het gieten tot het
strikt noodige beperkt.
Bij het planten der bol moeten we er voor
zorgen, dat de hals der bol goed boven den
grond uitsteekt. Moeten we in Maart tot ver-
potten overgaan, dan moet zulks met de noo
dige voorzichtigheid geschieden, teneinde be-
schadiging der wortels te voorkomen. De Val
lota vormt een vrij zwaar wortelkluwen, dicht
langs den rand der pot liggende, zoodat het
gevaar van beschadiging lang niet denkbeel-
dig is.
Vragen, deze rubriek betreffende,
kunnen door de abonne's worden
gezonden aan Dr. Te Hennepe,
Diergaardesingel 96a, Rotterdam.
Postzegel van 6 cent voor ant
woord insluiten en blad vermeiden.
WINTERWERK. III.
We hebben diis nu een en ander besproken
omtrent de hokinrichting. Deze week kreeg ik
nog een vraag omtrent de gaasramen onder de
zitstokken, die ik uit hygienische gronden
sterk aanbeveel. Een verder voordeel is ook
nog dat de kippen hun pooten niet zoo sterk
bevuilen als wanneer ze op de mestplank kun
nen loopen. Daardoor blijven de legnesten ook
schooner en krijgt men dus ook reiner eieren.
Om het slapen der hennen in de legnesten
tegen te gaan doet men goed eenige dagen de
dieren 's avonds er uit te halen of 's winters,
tegen een uur of drie, als het leggen toch af-
geloopen is, de legnesten ontoegankelijk te
maken met een stuk gaas of een paar latten.
Bij vochtig weer moet men opletten dat de
dieren buiten niet een door en door vochtig
veerenkleed krijgen, daardoor koelen ze veel te
veel af en houden op met leggen. Hebt ge dus
een goed hok houdt ze dan bij koude, vochti-
ge nevel, enz. binnen. Is het in het hok zelf
vochtig, o.a. doordat het hok te laag staat en
het strooisel nat optrekt, dan loopen de kippen
weer groote kans als ze naar buiten gelaten
worden kou te vatten. Kortom, onthoudt goed:
Kippen en vocht verdragen zich niet.
Van vocht gesproken: Drinkwater moeten
de kippen juist heel veel hebben en mij bevalt
het goed dit ongeveer 50 c.M. hoog te zetten
op een raampje van gaas. Daardoor houd ik
het water prachtig schoon en werkt de chino-
soloplossing beter. Omtrent dit laatste kreeg
ik verleden week een klacht dat het water
zwart werd. Bq onderzoek bleek me dat men
pompwater gebruikte dat sterk ijzerhoudend
was en toen ik regenwater liet gebruiken was
het bezwaar direct opgeheven.
Met water-verwarmers moet men oppassen.
Als het water maar even lauw is, is dat vol
doende. Al gauw wordt het water te lauw en
wordt dan onsmakelijk voor de dieren. 10
12 graden Celsius is al meer dan voldoende.
Vaak is het water al voldoende vorstvrij te
houden als met het overdag op een flinke
heete steen zet, die met courantenpapier om-
wikkeld is en daardoor lang warm blijft. Men
gebruikt ook wel kooldraadlampen die men
half in het water laat hangen, doch ik ben
daar niet erg op gesteld. Men moet zeer voor-
zichtig zijn dat het montuur niet nat wordt
en dit gepeurt al gauw als de kippen er tegen
aanspringen of vliegen. IJswater is natuurlijk
weer te koud, want men moet bedenken, dat
als een kip bijv. 100 gram water per dag
drinkt, zij in haar lichaam deze 100 gram van
ongeveer 0 graden Celsius tot ongeveer 40
graden C. moet verwarmen. Dat kost veel
warmte, dus veel voer! Zoo zien we dus hoe
schijnbaar kleine, niets beteekenende dingen
van grooten economischen invloed bij de kip-
penhouderij kunnen zijn. Vooral 's morgens
hebben de dieren dorst als ze pas van stok
komen. Zorg dus dat een flinke hoeveelheid
goed water gereed staat.
De voeding eischt in den winter ook heel
wat zorgen en is een der voornaamste punten.
Wie in het klein kippen houdt kan met aller-
lei keukenafval nog heel wat bereiken, doch
men moet er om denken tevens behoorlijk
eiwithoudend voer te geven. Van aardappels
en groentenafval kan een kip niet leggen en
zoo werd ik laatst geroepen bij een aantal
kippen die maar niet wilden leggen, terwijl ze
net zooveel mais en keukenafval kregen als ze
maar lusten. In zoo'n geval kan bijv. gehakt
paardenvleesch al weer aardig helpen en fijn-
gemalen versche beenderen tot ongeveer 10
gram per kip per dag zijn ook goedkoop en
uitstekend. Wie kippen houdt om er in het
voorjaar mee te gaan fokken moet natuurlijk
aan de voeding meer eischen gaan stellen en
doet wijzer een of ander goed merk legmeel
te nemen. In verband met talrijke klachten
die ik den laatsten tqd krijg over kippen die
ontijdig ruien, halsrui krijgen, windeieren leg
gen, elkaar pikken, zwak in de beenen wor
den, eieren met kleurlooze dooiers leggen,
moet men er om denken den voerhandelaar
uitdrukkelijk te vragen of zijn meelvoer er op
berekend is dat de kippen opgesloten zitten en
geen groenvoer krijgen. Daar wordt nog veel
te weinig op gelet. Verschillende fabrikanten
rekenen daar wel op, maar anderen baseeren
hun meelvoer op kippen die buiten loopen en
groenvoer krijgen. Met zulk voer loopt men
bij opgesloten kippen vast, terwijl het voer
toch overigens best is voor losloopende kippen.
Heeft men last van een der genoemde kwalen,
probeer het dan nog eens door per kip per
dag ongeveer 2 gram beste levertraan te voe-
ren of veel versch groenvoer (koolbladeren)
of versch gekiemde haver. Deze dingen zijn
niet alleen van belang ter bestrijding van de
beschreven kwalen, maar ook vooral met het
oog op de voedingswaarde der eieren en de
broedwaarde als broedeieren. Denk er om dat
koolbladeren wel de noodige vitaminen bevat-
ten, bieten, mangels enz. echter niet. Deze
kunnen wel als versnapering dienen, als mid-
del om de kippen wat te doen te geven of de
darmen wat los te houden, maar ze hebben
geen vitaminewaarde.
Velen gebruiken als groenvoer gekiemde
haver, wat uitstekende resultaten geeft. Men
laat de haver twee dagen weeken in lauw
water, voegt er desnoods tegen het schimme-
len een paar druppels formaline bp (dit alleen
als men werkelijk last van schimmelen heeft
en dan 1 druppel op een liter water). Leg de
haver in een laagje van een paar c.M. hoog op
fijn gaas en besprenkel haar 2 a 3 maal per
dag met lauw water.
Na een week zijn de spruiten dan ongeveer
10 c.M. lang en men kan deze dan voeren.
Men moet niet meer per dag produceeren dan
de kippen per dag opeten, anders wordt het
te oud. De groene spjuiten bevatten vooral
veel A-vitamine benevens D-vitamine. Als
men de dooiers der eieren bekijkt ziet men dat
bij groenvoer deze donkerder worden en ze
bevatten dan meer vitaminen, waardoor de
voedingswaarde - en broedwaarde beter zijn.
Vooral voor de foktoomen lette men daarop.
Men moet rekenen dat kippen der lichte
rassen per dag ongeveer 100 a 110 gram meel
en graan eten, zwaardere rassen eten onge
veer 110 k 120 gram en de beste verhouding
is dat ze de helft aan graan eten en de helft
aan meel. Voert men keukenafval dan kan
men 's morgens 20 gram graan geven, daar-
na zooveel meel als ze lusten en 's avonds
keukenafval. Heeft men beschikking over
goedkoope melkpreparaten (ondermelk, kar-
nemelk enz.) dan zijn deze als drinken prach-
tig, doch dan moet het meelvoer veel minder
diermeel of vischmeel bevatten, anders krijgen
de kippen te veel eiwit en worden te duur.
Dr. TE HENNEPE.
DE UITVOERING DER ZIEKTEWET.
Zoo langzamerhand komt er eenige teeke-
ning in de maatregelen, welke worden getrof-
fen voor de uitvoering der Ziektewet, die, zoo
als bekend zal zijn, 1 Maart a.s. in werkina
treedt.
Aangezien het doel der Ziektewet is, den
arbeider bp ziekte een gedeelte (80 van
zijn loon uit te keeren, is het dus de hoofdzaak
dat er 1 Maart a.s. zoodanige maatregelen zijn
getroffen, dat de zieke arbeider ook inderdaad
de uitkeering krijgt, waarop hij recht heeft en
dat hij weet, waar hij deze kan verkrpgen.
De Ziektewet kent voor de uitvoering twee
soorten van organen, en wel in de eerste plaats
de Bedrpfsvereenigingen, welke in het alge-
meen door samenwerking tusschen werkgever
en arbeider zpn opgericht met het doel de bij
de Ziektewet geregelde verplichtingen uit te
voeren. Van deze Bedrpfsvereenigingen zpn
er thans reeds een 40tal opgericht. Uiteraard
is de eene verder gevorderd met de voorbe-
reidende werkzaamheden dan de andere, doch
men is zich er in het algemeen goed van be-
wust, dat men 1 Maart a.s. klaar moet zpn.
Natuurlijk zullen er nog wel moeilijkheden
komen, en zal misschien met name de con-
trole in den eersten tijd nog wel eens wat te
wenschen overlaten, maar het spreekt van-
zelf, dat men deze moeilijke materie maar niet
op 66n dag klaar kan hebben en dat er wel
eenigen tijd zal verloopen, voordat alles goed
en wel marcheert.
Naast deze Bedrpfsvereenigingen staan de
Raden van Arbeid, en deze zullen al die ar-
beiders moeten verzekeren, welke niet bij een
bedrijfsvereeniging zijn ondergebracht. Zij
verkeeren uiteraard in een weinig benijdens-
waardige positie, omdat zij hebben moeten af-
wachten, wie zich bij hun zal verzekeren. Dat
dit waarschijnlijk en zeker na verloop van
eenigen tijd niet zoo heel veel arbeiders zullen
zijn, mag men aannemen wanneer men be-
denkt, dat de drang bij werkgever en arbei
der om de sociale verzekering en hier dus de
ziekteverzekering, zooveel mogelijk in eigen
hand te nemen, in de laatste jaren steeds
meer op den voorgrond is getreden.
Dit is zeer zeker een gelukkig verschijnsel
van de ontwikkeling der sociale verhoudingen
en met groote belangstelling mag dan ook
worden afgewacht, op welke wijze de Bedrpfs
vereenigingen hun taak zullen vervullen.
Immers in laatste instantie gaat het hier
niet alleen om de ziekteverzekering alleen,
maar zal het hier gegeven voorbeeld mede
moeten werken, dat langzamerhand de geheele
sociale verzekering niet meer van bovenaf
door overheidsorganen, doch van onderenop
door organen, uit de vrpe maatschappij opge-
komen, zal worden uitgevoerd.