ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. N.V. Stoomwasscherij TRIO Eerste Blad. De dolende Juweelen No. 8464 VRJJDAG 13 DECEMBER 1929. 69e Jaargang. RAADSVERGADER1NG. Comenius. FETJILLET0N, 1TFITEELAKD. is toch goedkooper. VUSSINGEN TER NEUZEN, 13 DECEMBER 1929. NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJIS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1.80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post /6,60 per jaar ><oor Belgie en Amerika 2,25, overlge Ian den 2,60 per 3 maanden fr. per post. Abounementen voor het buitenland alleen bij voorultbetaling. Oltgeefster: Flrma P. J. VAN DE SANDE, GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTI8N: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer f 0.20 Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen venninderd tarlef, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst 66n dag voor de ultgave. DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MA ANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend, dat eene Openbare Vergadering van den Gemeenteraad is belegd op Donderdag 19 December 1929, des namiddags 2 uur. Ter Neuzen, den 7 December 1929. De Burgemeester voomoemd, J. HUIZINGA. De man, wiens naam boven dit artikel staat, zal het nooit hebben bevroed of kunnen denken, dat er na zijn dood, ja zelfs meer dan 250 jaren na zijn heen- gaan, nop zulk een zware strijd over zijn gebeente zou worden gevoerd als er op dit oogenbiik in Nederland aan den gang is. De Heiland der wereld heeft eens ge- zegd, dat de menschen de graven der profeten, die zij hadden verworpen en gedood, later zouden versieren en huldi- gend bezoeken, maar ook al is men er ernstig mede bezig om voor Comenius een mooien grafkelder in orde te maken, vooralsnog heerscht er over zijn gebeente nog niet weinig anders dan strijd. Met een heftigheid, die men overigens onder Ne- ierlandsche hoogleeraren niet gewoon is, vliegen enkele hooggeleerde heeren elkander over deze zaak in de haren, en ernstige verwijten worden er geuit. De een vindt, dat de ander geheel buiten zijn boekje ging, de tweede verwijt den eer ste weer, dat hij zonder eenige (anthro- pologische) kennis heeft willen meepra- ten over dingen, waar hij absoluut geen verstand van toonde te hebben; inmiddels mengt zich nu een derde in den strijd, die des eersten standpunt schijnt te deelen, maar die toch eigenlijk den strijd nog weer wat aanwakkert door boutweg te beweren, dat er niet eens meer plaats voor twijfel overblijft. Volgens Dr. Oos- terhuis, een groot en degelijk Comenius- kenner, is de zaak reeds lang beslist en uitgemaakt. Wij zullen ons in deze discussies niet mengen. De een schrijft over loszittende tanden en kiezen, een tweede geeft waar- schijnlijkheids- en zekerheidsgronden. (Wij zouden zoo zeggen: begin maar met de zekerheidsgronden, want als die wer- kelijk in voldoende mate en hoedanigheid aanwezig zijn, is het minder noodig om ook nog maar een waarschijnlijkheids- grond aan te voeren!) Nu lijken al die ,,stellingen", die door Prof. Waterink te dezer zake zijn afgekondigd, nogal vrij onnoozel en kan men zelfs maar moeilijk een glimlach onderdrukken, als men onder de „waarschijnlijkheidsgronden" stellin- gen aantreft als deze: Het is niet waarschijnlijk, dat we bij een bijna tachtigjarige geen vergroeide frontaalnaden vinden (Prof. Van den Broek, tegenstander, heeft later beweerd, dat er nog nooit een schedel is gevonden of voorgekomen met meer dan een fron- taalnaad!) door K. R. G. BROWNE. 18) Vervolg. Op dit oogenbiik verschijnt Mr. Henry Walker ten tooneele. Mr. Walker heeft evenals Mr. Osbert Phipps in deze comedie maar een kleine rol te vervullen, maar zijn optreden is alweer evenals dat van Mr. Phipps van geweldige be- teekenis voor den verderen loop van het verhaal. Na zijn optreden verdwijnt hij voorgoed van het tooneel, hetgeen vol- komen in overeenstemming is met zijn ka- rakter. Mr. Walkers is namelijk de be- scheidenheid in eigen persoon. Behalve de bescheidenheid in eigen persoon is hij ook nog dit volgens een aantal gewichtig-uitziende personen met groote voeten en geweldige snorren de koning der zakkenrollers! Deze reputatie heeft hij te danken aan het feit dat toen hij op een goeden keer een horloge gerold had en tot de ontdekking kwam dat de buit waardeloos was hij het on- verwijld weer te zelfder plaatse, van waar het afkomstig was, deponeerde en den ketting als schadevergoeding meenam. Wat in dit fraaie verhaal wel en niet waar is, valt moeilijk te zeggen, maar vast staat dat de kleine, magere man met het vossengezicht als zakkenroller bijzon- der knap was. Het is niet waarschijnlijk, dat iemand voor zijn 20ste jaar kapitein en ouder- ling is. iHet is niet waarschijnlijk, dat een ,,on- gelukkige jongen (bedoeld schijnt te zijniemand, die een hinderlijk Hchaams-gebrek had) kapitein wordt. Het is niet waarschijnlijk, dat een tach tigjarige in dien tijd zulk een gaaf gebit had, enz. enz. Maar waar het ons in dit artikel om te doen is, is niet om thans dezen strijd in den breede over te vertellen of er positie in te nemen, neen, wij gelooven, dat het van grooter belang is om hier eens uit- een te zetten, wie Comenius is geweest, en waaraan deze persoon het te danken heeft, dat in onze dagen zooveel men schen zich warm maken zelfs over zijn stoffelijk omhulsel en toekomstig monu ment. iHet was in dagen van strijd en van veel nationale verwarring, dat Comenius ge- boren werd, leefde en er toe gebracht werd om zijn denkbeelden en rijke ge- dachten op papier te zetten. Het zag er in het tegenwoordige Tsjecho-Slowakije donker uit. Zware godsdienstoorlogen werden er gevoerd afwisselend was de oorlogskans; eindelijk kwam er een vorst, die dezelfde meening scheen toegedaan als Filips II, die immers van opinie was, dat het beter was over een verwoest dan over een door ketters bewoond land te regeeren. Deed in 1618 de regeering reeds een poging om de bestaande gods- dienstvrijheid op te heffen, deze poging werd toen nog door het (voor ongeveer zeven achtste Protestantsche Bohemen verijdeld, maar straks kwam er weer aan- drang, gepaard gaande met verbanning en confiscatie, en opheffing der constitu- tie, en het resultaat hiervan was, dat Bohemen in 1648 reeds een zuiver Katho- liek land was geworden, en de Boheem- sche kroon het karakter had aangenomen van een absolute monarchic. Allen vrage men niet welke offer's dit geeischt had en nog bleef eischen. De bevolking, die in 1618 nog vier millioen bedroeg, zoo wordt er medegedeeld, telde in 1648 nog slechts 800.000 inwoners. De geheele adel was verdwenen, het groot-grondbezit was in vreemde handen overgegaanwel- vaart en cultuur waren verdwenen, en het vroeger zoo illustere koninklijk Bohemen was nu verlaagd tot een Habsburgsche provincie. In dien tijd heeft Comenius, voluit: Jan Amos Comenius, geleefd 28 Maart 1592 was hij uit een aanzienlijk geslacht gebo- ren. Door zijn ouders werd hij reeds vroeg meegenomen onder de ernstige pre- diking der Universiteitsleeraren, en hij koos gaarne en geheel vrijwillig hun zijde. In 1604 verloor hij zijn vader en moeder, en nu kwam hij in huis bij een tante, waar- na hij in 1604 en 1605 de school der Moeavische Broeders bezocht. Geheel onbemiddeld was hij zeker niet achterge- laten, maar toch lag het niet in de bedoe- ling van zijn voogden om hem een weten- schappelijke op'leiding te laten ontvangen. Hij vond echter zelf zijn weg en in 1608 werd hij leerling van de Latijnsche (hoogere) school te Prerov, waar hij bij den Bisschop in hooge gunst stondvan hier ging het verder naar de Universiteit te Herborn in Nassau, waar hij vooral veel genoot op de colleges van den voor- treffelijken exegeet Piscator en den ency- Op het oogenbiik van zijn ten tooneele verschijnen zat hij in den put. Hij had den heelen dag hard gewerkt en niet een voorwerp, dat de moeite van het verpan- den waard was, verzameld. Dus leunde hij in terneergeslagen houding tegen den wand van de lift en overdacht, met zijn oogen op derzelver inhoud, dat hij nog nooit van zijn leven een minder lucratief uitziende collectie van Londens burgers bijeen gezien had. Maar opeens begonnen zijn oogen te schitteren. Hij haalde zijn handen uit zijn zakken en ging rechtop staan. Geen meter van hem af, met zijn neus in een krant, stond een jongmensch! Een jongmensch met een interessant voorkomen; een jong mensch met onberispelijke kleeren; een jongmensch met een platina-horlogeket- ting en een binnenzak, die een lichten, maar daarom niet minder aanlokkelijken bobbel vertoonde, een bobbel die alleen ontstaan kan door een zeer goedgevulde portefeuille. In een woord, een jong mensch, die de moeie van een intiemere kennismaking waard was. Mr. Walker aarzelde geen seconde. Op het oogenbiik, dat de lift stilhield, deed hij een stap naar voren, strnikelde, vloekte, greep zich aan het jongmensch met de krant vast, wist zich zoo staande te hou- den, glimlachte en mompelde een veront- schulaiging. Het jongmensch glimlachte terug, knikte hem toe en wandelde de lift uit. Mr. Walker wandelde eveneens de lift uit, maar maakte zich op om in de tegenovergestelde richting te verdwijnen. En met hem zouden het horloge van het jongemensch plus datgene, wat den bob bel in den binnenzak veroorzaakt had, verdwenen zijn... Zoo vlug had het incident zich a4ge- clopaedist Alsted(ius)'. De academische opleiding droeg in die dagen een minder gespecificeerd, minder specialiseerend en meer universeel karakter dan tegenwoor- dig. en als er een persoon is, in wiens heele wezen, denken en voelen dit prach- tig uitkomt, dan is dat Comenius. Zoo begon hij hier bijvoorbeeld materieel te verzamelen van een groot woordenboek der Tsjechische taal, een werk, waar hij maar eventjes 44 jaar lang mee bezig is geweest. Voor zijn landgenooten stelde hij op het geschrift Tooneel van de al- gemeenheid der dingen", een boek, waar- in hij hen een niet geringe hoeveelheid kennis trachtte bij te brengen over alles en nog wat. Comenius is van Herborn naar Heidel berg gegaan, en daarna heeft hij zijn stu- dien voleindigd door een reis te maken dwars door Duitschland. In 1614 bevond hij zich te Amsterdam, vanwaar hij naar Praag terugkeerde. Het was reeds op dezen leeftijd (22 jaar oud), dat in zijn vaderland veler oog vol verwachting op hem geslagen was. Hem werd de leiding toevertrouwd van een gymnasium, waar hij merkwaardige proeven nam met een betere methode om den jongelui Latijn te leeren. In 1618 werd Comenius predi- kant en rector der beroemde broeder- school te Fulnek, en in dat zelfde jaar huwde hij de dochter van vermogende ouders. Nu, en later te Amsterdam, heeft hij den mooisten en rustigsten tijd van zijn leven doorgemaakt. Met toewijding zorgde hij voor zijn kudde, en hij vergat vooral niet het hoog belang van opvoe- ding en onderwijs. Maar ook kwam nu de storm van den 30-jarigen oorlog aan- zetten. Comenius woonde te Fulnek op een landgoed van een Protestantsch edel- man, maar ook hier kwamen de Spaan- sche soldaten, plunderend en brandstich- tend. Zelf vond hij een schuilplaats op de goederen van Karel van Zerotin, die zichi tot nu toe buiten den opstand had weten te houden en die in dezen moeite- vollen tijd als een tweede Obadja vier en twintig geestelijken onderhield en her- bergde. Een aantal treffende troostge- schriften zijn hier van Comenius' hand verschenen (1622). Het was ook in deze jaren, dat zijn hoofdwerk,,Het Laby- rint der wereld en het Paradijs des har- ten" verscheen, met den ondertitel„een heldere beschrijving, hoe in deze wereld en in al haar aangelegenheden niets heerscht dan dwaling en verwarring, on- zekerheid en nood, leugen en bedrog, angst en ellende, en ten laatste afkeer van alles en vertwijfeling maar hoe hij, die zich met God den Heer alleen in de woonstede zijns harten binnensluit, zelf tot waren en vollen vrede des gemoeds en tot blijdschap komt Men denke ech ter niet, afgaande op dezen titel, dat de inhoud van Comenius' werk louter en al leen religieus was. De eerste 35 hoofd- stukken van dit eigenaardige boek bevat- ten een satirieke reisbeschrijving van een pelgrim door de wereld. die wel sterk wordt getroffen door alle voosheid en boosheid. De kooplieden bedriegen, de onderwijzers zijn dwars en wreed, de ge- leerden twisten (dat klopt dus ook wel met tegenwoordig de rijken zijn trotsch en lui, de vorsten zijn ongenaakbaar. Maar dan komt de tot wanhoop gebrachte pelgrim langs den Ariadnedraad der God- delijke Wijsheid in het paradijs des har- speeld, dat noch het slachtoffer, noch een van de omstanders er eenig idee van had. dat er iets dergelijks gebeurd was. Op een na 1 En die eene ofschoon zijn oogen op het moment dat deze laakbare hande- ling gebeurde, begeerig op den binnen- zak-.met-den-bobbel gevestigd geweest waren en hij zoo Mr. Walkers vaardige hand in en uit had zien gaan was de eerste paar seconden te verbaasd om te beseffen wat zijn oogen gezien hadden. Maar die verbazing duurde slechts kort. Nog voor de ex-eigenaar van horloge plus bobbel en de tegenwoordige eigenaar een meter of drie van elkaar verwijderd wa ren, had hij begrepen wat hem te doen stond en besloten het te doen. En zoo gebeurde het, dat Mr. Walker op weg naar de noodtrap, die hem naar hoogere regionen voeren zou, opeens vlugge voetstappen achter zich hoorde en meteen daarop een stem, die hem He Jij daar toeriep. Mr. Walker keek om en zag een jong mensch, die in looppas op hem af kwam. Het was een breedgeschouderd. stevig- gebouwd jongmensch, niet een exemplaar van het inspireerende slag, zooals die van de krant, maar een heel wat gespierder en formidabeler exemplaar. Mr. Walker had niet het genoegen hem te kennen en na even poolshoogte nemen besliste hij, dat dit niet het geschikte oogenbiik was. om kennis met hem te maken. Dus keerde hij zich om en begon in een zeer behoorlijk tempo de trap voor hem te beklimmen. ,,He, stop schalde de stem van het jongmensch. ,,Ik moet je hebben t)e woorden klonken onschuldig qe- noeg, maar ze werkten op Mr. Walker als een roode lap op een stier. Zoo onge veer klonk de formule, waarmee de hee- ten, waarboven dit opschrift staat,,Heb God lief boven alles en uwen naaste als uzelven". Er wordt .van alle kanten be weerd en bewaarheid, dat Comenius' boek van grooten invloed is geweest, zelfs op moderne Russische schrijvers, die evenals hij zoo'n zelfden zin bezitten voor psychologische ontleding en het waar- nemen der kleinste gegevens bij den mensch. Er is vermoed, dat deze over eenstemming dan zou berusten op beider afstamming uit het Slavische ras. Comenius is driemaal gehuwd geweest, zijn derde vrouw heeft hem overleefd. Hij was zeer ruimhartig tegenover hen, die van zijn gevoelens afweken, maar voor alle ongeveinsde christenen had hij groote sympathie. Zijn boeken, en voor al zijn „Labyrint" hebben grooten invloed gehad en velen gesterkt, wat b.v. duide- lijk blijkt uit een strofe van een volks- liedje uit die dagen, waarin het heet „wij namen, nadat alles verloren was, niets mee, slechts een Bijbel en... het Labyrint der wereld". Slechts tot 1624 genoot Comenius de gastvrijheid van zijn beschermer, toen werden alle niet-katholieke geestelijken uit Bohemen verbannen, en ving een lang zwerverSleven voor hem aan. Wij gaan hier niet opsommen, waar Comenius zich al niet heeft opgehouden wij willen volstaan met te zeggen, dat hij in den herfst van 1656 door Laurens de Geer te Almsterdam gastvrij is opgenomen in het bekende ,,Huis met de hoofden" aan de Keizersgrach.t te Amsterdam. Hij is in onze hoofdstad gestorven 22 Novem ber 1670 en in de Waalsche kerk te Naar- den begraven. Schoon is zijn betuiging uit 1668: ,,Ik dank mijn God, dat hij mij mijn gansche leven lang liet zijn een man met smachtend verlangen. Ofschoon God toeliet, dat ik daardoor in menig Laby rint verdwaald geraakte, heeft hij mij toch geholpen, zoodat hij mij nu zelf voert aan Zijne hand naar de zalige rust." r HET WETSONTWERP BETREFFENDE GENT. Het regeeringsvoorstel betreffende de ver- nederlandsching van de Gentscbe Universiteit is aan de leden van het parlement nog niet medegedeeld. Dit zal vermoedelijk eerst heden gebeuren, daar men pas Dinsdagavond met de vertaling in het Nederlandsch klaar kwam. Toch is daaromtrent in goedingelichte kringen thans reeds het volgende bekend. Artikel 1 bepaalt dat met ingang van het academische jaar 19301931 het Neder landsch (in den Franschen tekst wordt nog steeds van „le flamand" gesproken) de taal is van het onderwijs aan de Gentsche univer siteit. Deze bepaling geldt ook voor de admi- nistratie der universiteit. Artikel 2 zegt dat de vemederlandsching geleidelijk zal worden uitgevoerd met dien Regelmatige en franco af haling en bezorglng. Nette bedienlng. (Ingez. Med.) ren met de groote voeten en geweldige snorren beslag op hem legden, als er be- wijzen waren. Dat een jongmensch, dat kennis met hem maken wilde, een dergelijke funeste formule gebruikte, onderstreepte de onge- wenschtheid van die kennismaking. Dus uitte hij een enkel woord waarschijn lijk bedoeld als betuiging van spijt en verdubbelde het tempo van zijn trap-be- klimmen. Het stevig-gebouwde jongmensch bleek echter een trapbeklimmer van super- klasse te zijn. Nog terwijl Mr. Walker moedig opwaarts streefde, het licht te qe- moet, hoorde hij een aanzwellend qeluid van schoenen op steenen, voelde hij een hand aan zijn jaskraag en werd hij zoo hard tegen den muur aangegooid, dat het een haartje scheelde of hij was ge- vallen. ..Asjeblieftzei het jongmensch. ,,Geef op ,,Wat mot-je vroeg Mr. Walker in een manmoedige poging om tijd te win- nen. ,,Den buit. Den pluk. Sta niet te zani- ken Geef op den boel Mr. Walker was verbaasd. Dat was niet de manier, waarop de gewichtig-uit ziende heeren gewoonlijk de conversatie begonnen. En nu hij het jongmensch goed aankeek, kwam hij tot de ontdekking, dat de benoodigde gewichtigheid, plus de groote voeten en de geweldige snorren eveneens ontbraken. Mr. Walker trok de voor-de-hand-liggende conclusie dat hier waarschijnlijk meer achter zat. ,,Wie ben jij, voor den drommel vroeg hij. ,,De man, die 't weet," qaf het jong mensch kort ten antwoord. ,,Doe maar verstande dus, dat de studenten die thans reeds college loopen aan de Gentsche univer siteit, hunne studien in het Fransoh kunnem voltooien. Krachtens art. 3 blijven de zoogenaamde ,,technische" of ,,speciale scholen" gehand- haafd. Met ingang van het academische jaar 19351936 wordt de vemederlandsching ook op deze scholen toegepast en gaat de Fran- sche afdeeling ervan naar Luik over. Vol gens art. 4 zullen aan de Gentsche (Neder- landsche) universiteit, vrije Fransche leer- gangen worden georganiseerd. De minister van K. en W. zal jaarlijks, na raadpleging van de regeering en van de Gentsche acade mische autoriteiten, aard en aantal dezer cur- sussen vaststellen. Aan de studenten zal het toegelaten zijn in deze vrije leergangen examen af te leggen en een afzonderlijk cer- tificaat daarvan te venkrijgen. De huidige Fransche professoren, die onbekwaam worden geacht, in het Nederlandsch les te geven, worden met deze vrije cursussen belast. Art. 5 zegt dat de Fransche litteratuur en de Romaansdhe filologie door middel van de Fransche taal zullen worden gedoceerd. Een aantal andere artikelen betreffen de regeling der positie van de huidige profes soren, die in de toekomst, niet in het Neder landsch kunnen doceeren. Aan het wetsontwerp is een vrij lange me- morie van toeliehting gevoegd, waarin o.m. wordt medegedeeld, dat de regeering voor- stelt ten aanzien van de (anti-Vlaamsche) „Ecole des Hautes Etudes", de status-quo te handhaven. Deze laatste bepaling zal ver moedelijk tot felle kritiek van de zijde der Vlaamsche nationalisten en een deel der Katholieke Vlaamsohe fractie aanleiding geven. GEMEENTERAAD. In de op Donderdag a.s., des namiddags 2 uur, te houden openbare vergadering van den gemeenteraad alhier, komen de volgende pun- ten in behandeling: 1. Ingekomen stukken. a. Verzoek van het Technisch Bureau voor Algemeene Lichtreclame S. Kool Co. te Amsterdam om vergunning een vitrine te mogen plaatsen op gemeente- grond. Burgemeester en Wethouders van Ter Neuzen stellen voor dit verzoek in hunne handen te stellen om bericht en raad; b. het raadsbesluit van 28 November 1929 tot overname van eenige straten enz. van het Rijk, voorzien van het bewijs der goedkeuring van gedeputeerde staten. Burgemeester en Wethouders stellen voor, dit stuk voor kennisgeving aan te nemen. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders om aan den heer I. de Groot alhier eervol ontslag te verleenen als hoofd der openbare lagere school C, met in gang van den 1 Mei 1930, of zooveel later als in de vacature zal zijn voor zien. 3. Idem om den heer J. J. Kaan, hoofd der openbare lagere school D te Sluiskil, over te plaatsen naar school C, met in gang van denzelfden datum als het ont slag van den heer De Groot ingaat. 4. Idem tot benoeming van drie leden van het Burgerlijk Armbestuur wegens pe- riodieke aftreding. Aanbevolen worden: A. 1. F. Dieleman (aftr.); 2. C. Dejj Jzn; B. 1. A. van Aerde (aftr.); 2. Ed. Kalle; C. 1. F. Dekker (aftr.); 2. R. Verschet- ling. geen moeite, ouwe jongen. Ik zaq je dien mijnheer zijn zak rollen en den inhoud moet ik hebben." Mr. Walker fronste zijn wenkbrauwen. Hij was een man, die liefde voor zijn werk had, die prat op zijn vaardigheid in het zakkenrollen ging. En daar stond me die kwajongen te vertellen, dat hij het hem had zien doen. Het zou een groote troost voor hem geweest zijn, als hij ge- weten had, dat diezelfde kwajongen den bewusten zak al een poos, voordat hij, Mr. Walker, ten tooneele verscheen, begeerig had staan bekijken, in een wensch om het- zelfde te doen wat hij, Mr. Walker, even daarna zoo knap gedaan had. Maar die troost gewerd hem niet en dus voelde hij zich beleedigd in zijn gevoel van eigen- waarde. Maar dan kreeg hij opeens een inval. Hij stak zijn handen in zijn zakken en bekeek het jongmensch tegenover hem of hij het een of andere griezelige reptiel was. .Bij me vromigheid!" zei Mr. Walker. Jij bent er een met lef, zeg! D'enkt dattie mijn het vuile werk kan late doen en zellef. de winst opstrijken Bij me vromigheid 1 Watte lef... watte lef... Ik heb qrootte sin..." Hij zweeg, omdat de duim en wijsvin- ger van de rechterhand van den kwajon gen zijn hals, van achteren af, omvat had den en er nu druk op begonnen te oefe- nen... Een druk, die niet aangenaam aan- deed. ,,'n Beetje vlug, asjeblieft", zei de kwa jongen. „Schiet op, ik kan hier niet eeuwiq blijven staan." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1929 | | pagina 1