ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
N.V. Stoomwasscherij TRIO
Eerste Blad.
De dolende Juweelen
No. 8464
VRJJDAG 13 DECEMBER 1929.
69e Jaargang.
RAADSVERGADER1NG.
Comenius.
FETJILLET0N,
1TFITEELAKD.
is toch goedkooper.
VUSSINGEN
TER NEUZEN, 13 DECEMBER 1929.
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJIS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1.80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post /6,60 per jaar
><oor Belgie en Amerika 2,25, overlge Ian den 2,60 per 3 maanden fr. per post.
Abounementen voor het buitenland alleen bij voorultbetaling.
Oltgeefster: Flrma P. J. VAN DE SANDE,
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTI8N: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer f 0.20
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen venninderd tarlef, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst 66n dag voor de ultgave.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MA ANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt
bekend, dat eene Openbare Vergadering van
den Gemeenteraad is belegd op Donderdag
19 December 1929, des namiddags 2 uur.
Ter Neuzen, den 7 December 1929.
De Burgemeester voomoemd,
J. HUIZINGA.
De man, wiens naam boven dit artikel
staat, zal het nooit hebben bevroed of
kunnen denken, dat er na zijn dood, ja
zelfs meer dan 250 jaren na zijn heen-
gaan, nop zulk een zware strijd over zijn
gebeente zou worden gevoerd als er op
dit oogenbiik in Nederland aan den gang
is. De Heiland der wereld heeft eens ge-
zegd, dat de menschen de graven der
profeten, die zij hadden verworpen en
gedood, later zouden versieren en huldi-
gend bezoeken, maar ook al is men er
ernstig mede bezig om voor Comenius
een mooien grafkelder in orde te maken,
vooralsnog heerscht er over zijn gebeente
nog niet weinig anders dan strijd. Met een
heftigheid, die men overigens onder Ne-
ierlandsche hoogleeraren niet gewoon
is, vliegen enkele hooggeleerde heeren
elkander over deze zaak in de haren, en
ernstige verwijten worden er geuit. De
een vindt, dat de ander geheel buiten zijn
boekje ging, de tweede verwijt den eer
ste weer, dat hij zonder eenige (anthro-
pologische) kennis heeft willen meepra-
ten over dingen, waar hij absoluut geen
verstand van toonde te hebben; inmiddels
mengt zich nu een derde in den strijd, die
des eersten standpunt schijnt te deelen,
maar die toch eigenlijk den strijd nog
weer wat aanwakkert door boutweg te
beweren, dat er niet eens meer plaats
voor twijfel overblijft. Volgens Dr. Oos-
terhuis, een groot en degelijk Comenius-
kenner, is de zaak reeds lang beslist en
uitgemaakt.
Wij zullen ons in deze discussies niet
mengen. De een schrijft over loszittende
tanden en kiezen, een tweede geeft waar-
schijnlijkheids- en zekerheidsgronden.
(Wij zouden zoo zeggen: begin maar met
de zekerheidsgronden, want als die wer-
kelijk in voldoende mate en hoedanigheid
aanwezig zijn, is het minder noodig om
ook nog maar een waarschijnlijkheids-
grond aan te voeren!) Nu lijken al die
,,stellingen", die door Prof. Waterink te
dezer zake zijn afgekondigd, nogal vrij
onnoozel en kan men zelfs maar moeilijk
een glimlach onderdrukken, als men onder
de „waarschijnlijkheidsgronden" stellin-
gen aantreft als deze:
Het is niet waarschijnlijk, dat we bij
een bijna tachtigjarige geen vergroeide
frontaalnaden vinden (Prof. Van den
Broek, tegenstander, heeft later beweerd,
dat er nog nooit een schedel is gevonden
of voorgekomen met meer dan een fron-
taalnaad!)
door
K. R. G. BROWNE.
18) Vervolg.
Op dit oogenbiik verschijnt Mr. Henry
Walker ten tooneele. Mr. Walker heeft
evenals Mr. Osbert Phipps in deze
comedie maar een kleine rol te vervullen,
maar zijn optreden is alweer evenals
dat van Mr. Phipps van geweldige be-
teekenis voor den verderen loop van het
verhaal. Na zijn optreden verdwijnt hij
voorgoed van het tooneel, hetgeen vol-
komen in overeenstemming is met zijn ka-
rakter. Mr. Walkers is namelijk de be-
scheidenheid in eigen persoon.
Behalve de bescheidenheid in eigen
persoon is hij ook nog dit volgens een
aantal gewichtig-uitziende personen met
groote voeten en geweldige snorren de
koning der zakkenrollers! Deze reputatie
heeft hij te danken aan het feit dat
toen hij op een goeden keer een horloge
gerold had en tot de ontdekking kwam
dat de buit waardeloos was hij het on-
verwijld weer te zelfder plaatse, van waar
het afkomstig was, deponeerde en den
ketting als schadevergoeding meenam.
Wat in dit fraaie verhaal wel en niet
waar is, valt moeilijk te zeggen, maar
vast staat dat de kleine, magere man met
het vossengezicht als zakkenroller bijzon-
der knap was.
Het is niet waarschijnlijk, dat iemand
voor zijn 20ste jaar kapitein en ouder-
ling is.
iHet is niet waarschijnlijk, dat een ,,on-
gelukkige jongen (bedoeld schijnt te
zijniemand, die een hinderlijk
Hchaams-gebrek had) kapitein wordt.
Het is niet waarschijnlijk, dat een tach
tigjarige in dien tijd zulk een gaaf gebit
had, enz. enz.
Maar waar het ons in dit artikel om te
doen is, is niet om thans dezen strijd in
den breede over te vertellen of er positie
in te nemen, neen, wij gelooven, dat het
van grooter belang is om hier eens uit-
een te zetten, wie Comenius is geweest,
en waaraan deze persoon het te danken
heeft, dat in onze dagen zooveel men
schen zich warm maken zelfs over zijn
stoffelijk omhulsel en toekomstig monu
ment.
iHet was in dagen van strijd en van veel
nationale verwarring, dat Comenius ge-
boren werd, leefde en er toe gebracht
werd om zijn denkbeelden en rijke ge-
dachten op papier te zetten. Het zag er
in het tegenwoordige Tsjecho-Slowakije
donker uit. Zware godsdienstoorlogen
werden er gevoerd afwisselend was de
oorlogskans; eindelijk kwam er een vorst,
die dezelfde meening scheen toegedaan
als Filips II, die immers van opinie was,
dat het beter was over een verwoest dan
over een door ketters bewoond land te
regeeren. Deed in 1618 de regeering
reeds een poging om de bestaande gods-
dienstvrijheid op te heffen, deze poging
werd toen nog door het (voor ongeveer
zeven achtste Protestantsche Bohemen
verijdeld, maar straks kwam er weer aan-
drang, gepaard gaande met verbanning
en confiscatie, en opheffing der constitu-
tie, en het resultaat hiervan was, dat
Bohemen in 1648 reeds een zuiver Katho-
liek land was geworden, en de Boheem-
sche kroon het karakter had aangenomen
van een absolute monarchic. Allen vrage
men niet welke offer's dit geeischt had
en nog bleef eischen. De bevolking, die
in 1618 nog vier millioen bedroeg, zoo
wordt er medegedeeld, telde in 1648 nog
slechts 800.000 inwoners. De geheele adel
was verdwenen, het groot-grondbezit was
in vreemde handen overgegaanwel-
vaart en cultuur waren verdwenen, en het
vroeger zoo illustere koninklijk Bohemen
was nu verlaagd tot een Habsburgsche
provincie.
In dien tijd heeft Comenius, voluit: Jan
Amos Comenius, geleefd 28 Maart 1592
was hij uit een aanzienlijk geslacht gebo-
ren. Door zijn ouders werd hij reeds
vroeg meegenomen onder de ernstige pre-
diking der Universiteitsleeraren, en hij
koos gaarne en geheel vrijwillig hun zijde.
In 1604 verloor hij zijn vader en moeder,
en nu kwam hij in huis bij een tante, waar-
na hij in 1604 en 1605 de school der
Moeavische Broeders bezocht. Geheel
onbemiddeld was hij zeker niet achterge-
laten, maar toch lag het niet in de bedoe-
ling van zijn voogden om hem een weten-
schappelijke op'leiding te laten ontvangen.
Hij vond echter zelf zijn weg en in 1608
werd hij leerling van de Latijnsche
(hoogere) school te Prerov, waar hij bij
den Bisschop in hooge gunst stondvan
hier ging het verder naar de Universiteit
te Herborn in Nassau, waar hij vooral
veel genoot op de colleges van den voor-
treffelijken exegeet Piscator en den ency-
Op het oogenbiik van zijn ten tooneele
verschijnen zat hij in den put. Hij had den
heelen dag hard gewerkt en niet een
voorwerp, dat de moeite van het verpan-
den waard was, verzameld. Dus leunde
hij in terneergeslagen houding tegen den
wand van de lift en overdacht, met zijn
oogen op derzelver inhoud, dat hij nog
nooit van zijn leven een minder lucratief
uitziende collectie van Londens burgers
bijeen gezien had.
Maar opeens begonnen zijn oogen te
schitteren. Hij haalde zijn handen uit zijn
zakken en ging rechtop staan. Geen meter
van hem af, met zijn neus in een krant,
stond een jongmensch! Een jongmensch
met een interessant voorkomen; een jong
mensch met onberispelijke kleeren; een
jongmensch met een platina-horlogeket-
ting en een binnenzak, die een lichten,
maar daarom niet minder aanlokkelijken
bobbel vertoonde, een bobbel die alleen
ontstaan kan door een zeer goedgevulde
portefeuille. In een woord, een jong
mensch, die de moeie van een intiemere
kennismaking waard was.
Mr. Walker aarzelde geen seconde. Op
het oogenbiik, dat de lift stilhield, deed hij
een stap naar voren, strnikelde, vloekte,
greep zich aan het jongmensch met de
krant vast, wist zich zoo staande te hou-
den, glimlachte en mompelde een veront-
schulaiging. Het jongmensch glimlachte
terug, knikte hem toe en wandelde de lift
uit. Mr. Walker wandelde eveneens de
lift uit, maar maakte zich op om in de
tegenovergestelde richting te verdwijnen.
En met hem zouden het horloge van het
jongemensch plus datgene, wat den bob
bel in den binnenzak veroorzaakt had,
verdwenen zijn...
Zoo vlug had het incident zich a4ge-
clopaedist Alsted(ius)'. De academische
opleiding droeg in die dagen een minder
gespecificeerd, minder specialiseerend en
meer universeel karakter dan tegenwoor-
dig. en als er een persoon is, in wiens
heele wezen, denken en voelen dit prach-
tig uitkomt, dan is dat Comenius. Zoo
begon hij hier bijvoorbeeld materieel te
verzamelen van een groot woordenboek
der Tsjechische taal, een werk, waar hij
maar eventjes 44 jaar lang mee bezig is
geweest. Voor zijn landgenooten stelde
hij op het geschrift Tooneel van de al-
gemeenheid der dingen", een boek, waar-
in hij hen een niet geringe hoeveelheid
kennis trachtte bij te brengen over alles
en nog wat.
Comenius is van Herborn naar Heidel
berg gegaan, en daarna heeft hij zijn stu-
dien voleindigd door een reis te maken
dwars door Duitschland. In 1614 bevond
hij zich te Amsterdam, vanwaar hij naar
Praag terugkeerde. Het was reeds op
dezen leeftijd (22 jaar oud), dat in zijn
vaderland veler oog vol verwachting op
hem geslagen was. Hem werd de leiding
toevertrouwd van een gymnasium, waar
hij merkwaardige proeven nam met een
betere methode om den jongelui Latijn te
leeren. In 1618 werd Comenius predi-
kant en rector der beroemde broeder-
school te Fulnek, en in dat zelfde jaar
huwde hij de dochter van vermogende
ouders. Nu, en later te Amsterdam, heeft
hij den mooisten en rustigsten tijd van zijn
leven doorgemaakt. Met toewijding
zorgde hij voor zijn kudde, en hij vergat
vooral niet het hoog belang van opvoe-
ding en onderwijs. Maar ook kwam nu
de storm van den 30-jarigen oorlog aan-
zetten. Comenius woonde te Fulnek op
een landgoed van een Protestantsch edel-
man, maar ook hier kwamen de Spaan-
sche soldaten, plunderend en brandstich-
tend. Zelf vond hij een schuilplaats op
de goederen van Karel van Zerotin, die
zichi tot nu toe buiten den opstand had
weten te houden en die in dezen moeite-
vollen tijd als een tweede Obadja vier en
twintig geestelijken onderhield en her-
bergde. Een aantal treffende troostge-
schriften zijn hier van Comenius' hand
verschenen (1622). Het was ook in deze
jaren, dat zijn hoofdwerk,,Het Laby-
rint der wereld en het Paradijs des har-
ten" verscheen, met den ondertitel„een
heldere beschrijving, hoe in deze wereld
en in al haar aangelegenheden niets
heerscht dan dwaling en verwarring, on-
zekerheid en nood, leugen en bedrog,
angst en ellende, en ten laatste afkeer
van alles en vertwijfeling maar hoe hij,
die zich met God den Heer alleen in de
woonstede zijns harten binnensluit, zelf
tot waren en vollen vrede des gemoeds
en tot blijdschap komt Men denke ech
ter niet, afgaande op dezen titel, dat de
inhoud van Comenius' werk louter en al
leen religieus was. De eerste 35 hoofd-
stukken van dit eigenaardige boek bevat-
ten een satirieke reisbeschrijving van een
pelgrim door de wereld. die wel sterk
wordt getroffen door alle voosheid en
boosheid. De kooplieden bedriegen, de
onderwijzers zijn dwars en wreed, de ge-
leerden twisten (dat klopt dus ook wel
met tegenwoordig de rijken zijn trotsch
en lui, de vorsten zijn ongenaakbaar.
Maar dan komt de tot wanhoop gebrachte
pelgrim langs den Ariadnedraad der God-
delijke Wijsheid in het paradijs des har-
speeld, dat noch het slachtoffer, noch een
van de omstanders er eenig idee van had.
dat er iets dergelijks gebeurd was. Op een
na 1 En die eene ofschoon zijn oogen
op het moment dat deze laakbare hande-
ling gebeurde, begeerig op den binnen-
zak-.met-den-bobbel gevestigd geweest
waren en hij zoo Mr. Walkers vaardige
hand in en uit had zien gaan was de
eerste paar seconden te verbaasd om te
beseffen wat zijn oogen gezien hadden.
Maar die verbazing duurde slechts kort.
Nog voor de ex-eigenaar van horloge plus
bobbel en de tegenwoordige eigenaar een
meter of drie van elkaar verwijderd wa
ren, had hij begrepen wat hem te doen
stond en besloten het te doen.
En zoo gebeurde het, dat Mr. Walker
op weg naar de noodtrap, die hem naar
hoogere regionen voeren zou, opeens
vlugge voetstappen achter zich hoorde en
meteen daarop een stem, die hem He
Jij daar toeriep.
Mr. Walker keek om en zag een jong
mensch, die in looppas op hem af kwam.
Het was een breedgeschouderd. stevig-
gebouwd jongmensch, niet een exemplaar
van het inspireerende slag, zooals die van
de krant, maar een heel wat gespierder en
formidabeler exemplaar. Mr. Walker had
niet het genoegen hem te kennen en na
even poolshoogte nemen besliste hij, dat
dit niet het geschikte oogenbiik was. om
kennis met hem te maken. Dus keerde hij
zich om en begon in een zeer behoorlijk
tempo de trap voor hem te beklimmen.
,,He, stop schalde de stem van het
jongmensch. ,,Ik moet je hebben
t)e woorden klonken onschuldig qe-
noeg, maar ze werkten op Mr. Walker
als een roode lap op een stier. Zoo onge
veer klonk de formule, waarmee de hee-
ten, waarboven dit opschrift staat,,Heb
God lief boven alles en uwen naaste als
uzelven". Er wordt .van alle kanten be
weerd en bewaarheid, dat Comenius'
boek van grooten invloed is geweest, zelfs
op moderne Russische schrijvers, die
evenals hij zoo'n zelfden zin bezitten voor
psychologische ontleding en het waar-
nemen der kleinste gegevens bij den
mensch. Er is vermoed, dat deze over
eenstemming dan zou berusten op beider
afstamming uit het Slavische ras.
Comenius is driemaal gehuwd geweest,
zijn derde vrouw heeft hem overleefd.
Hij was zeer ruimhartig tegenover hen,
die van zijn gevoelens afweken, maar
voor alle ongeveinsde christenen had hij
groote sympathie. Zijn boeken, en voor
al zijn „Labyrint" hebben grooten invloed
gehad en velen gesterkt, wat b.v. duide-
lijk blijkt uit een strofe van een volks-
liedje uit die dagen, waarin het heet „wij
namen, nadat alles verloren was, niets
mee, slechts een Bijbel en... het Labyrint
der wereld".
Slechts tot 1624 genoot Comenius de
gastvrijheid van zijn beschermer, toen
werden alle niet-katholieke geestelijken
uit Bohemen verbannen, en ving een lang
zwerverSleven voor hem aan.
Wij gaan hier niet opsommen, waar
Comenius zich al niet heeft opgehouden
wij willen volstaan met te zeggen, dat hij
in den herfst van 1656 door Laurens de
Geer te Almsterdam gastvrij is opgenomen
in het bekende ,,Huis met de hoofden"
aan de Keizersgrach.t te Amsterdam. Hij
is in onze hoofdstad gestorven 22 Novem
ber 1670 en in de Waalsche kerk te Naar-
den begraven. Schoon is zijn betuiging
uit 1668: ,,Ik dank mijn God, dat hij mij
mijn gansche leven lang liet zijn een man
met smachtend verlangen. Ofschoon God
toeliet, dat ik daardoor in menig Laby
rint verdwaald geraakte, heeft hij mij
toch geholpen, zoodat hij mij nu zelf voert
aan Zijne hand naar de zalige rust."
r
HET WETSONTWERP BETREFFENDE
GENT.
Het regeeringsvoorstel betreffende de ver-
nederlandsching van de Gentscbe Universiteit
is aan de leden van het parlement nog niet
medegedeeld. Dit zal vermoedelijk eerst
heden gebeuren, daar men pas Dinsdagavond
met de vertaling in het Nederlandsch klaar
kwam. Toch is daaromtrent in goedingelichte
kringen thans reeds het volgende bekend.
Artikel 1 bepaalt dat met ingang van het
academische jaar 19301931 het Neder
landsch (in den Franschen tekst wordt nog
steeds van „le flamand" gesproken) de taal
is van het onderwijs aan de Gentsche univer
siteit. Deze bepaling geldt ook voor de admi-
nistratie der universiteit.
Artikel 2 zegt dat de vemederlandsching
geleidelijk zal worden uitgevoerd met dien
Regelmatige en franco af haling en bezorglng.
Nette bedienlng.
(Ingez. Med.)
ren met de groote voeten en geweldige
snorren beslag op hem legden, als er be-
wijzen waren.
Dat een jongmensch, dat kennis met
hem maken wilde, een dergelijke funeste
formule gebruikte, onderstreepte de onge-
wenschtheid van die kennismaking. Dus
uitte hij een enkel woord waarschijn
lijk bedoeld als betuiging van spijt en
verdubbelde het tempo van zijn trap-be-
klimmen.
Het stevig-gebouwde jongmensch bleek
echter een trapbeklimmer van super-
klasse te zijn. Nog terwijl Mr. Walker
moedig opwaarts streefde, het licht te qe-
moet, hoorde hij een aanzwellend qeluid
van schoenen op steenen, voelde hij een
hand aan zijn jaskraag en werd hij zoo
hard tegen den muur aangegooid, dat het
een haartje scheelde of hij was ge-
vallen.
..Asjeblieftzei het jongmensch. ,,Geef
op
,,Wat mot-je vroeg Mr. Walker in
een manmoedige poging om tijd te win-
nen.
,,Den buit. Den pluk. Sta niet te zani-
ken Geef op den boel
Mr. Walker was verbaasd. Dat was
niet de manier, waarop de gewichtig-uit
ziende heeren gewoonlijk de conversatie
begonnen. En nu hij het jongmensch goed
aankeek, kwam hij tot de ontdekking, dat
de benoodigde gewichtigheid, plus de
groote voeten en de geweldige snorren
eveneens ontbraken. Mr. Walker trok de
voor-de-hand-liggende conclusie dat hier
waarschijnlijk meer achter zat.
,,Wie ben jij, voor den drommel
vroeg hij.
,,De man, die 't weet," qaf het jong
mensch kort ten antwoord. ,,Doe maar
verstande dus, dat de studenten die thans
reeds college loopen aan de Gentsche univer
siteit, hunne studien in het Fransoh kunnem
voltooien.
Krachtens art. 3 blijven de zoogenaamde
,,technische" of ,,speciale scholen" gehand-
haafd. Met ingang van het academische jaar
19351936 wordt de vemederlandsching ook
op deze scholen toegepast en gaat de Fran-
sche afdeeling ervan naar Luik over. Vol
gens art. 4 zullen aan de Gentsche (Neder-
landsche) universiteit, vrije Fransche leer-
gangen worden georganiseerd. De minister
van K. en W. zal jaarlijks, na raadpleging
van de regeering en van de Gentsche acade
mische autoriteiten, aard en aantal dezer cur-
sussen vaststellen. Aan de studenten zal het
toegelaten zijn in deze vrije leergangen
examen af te leggen en een afzonderlijk cer-
tificaat daarvan te venkrijgen. De huidige
Fransche professoren, die onbekwaam worden
geacht, in het Nederlandsch les te geven,
worden met deze vrije cursussen belast.
Art. 5 zegt dat de Fransche litteratuur en
de Romaansdhe filologie door middel van de
Fransche taal zullen worden gedoceerd.
Een aantal andere artikelen betreffen de
regeling der positie van de huidige profes
soren, die in de toekomst, niet in het Neder
landsch kunnen doceeren.
Aan het wetsontwerp is een vrij lange me-
morie van toeliehting gevoegd, waarin o.m.
wordt medegedeeld, dat de regeering voor-
stelt ten aanzien van de (anti-Vlaamsche)
„Ecole des Hautes Etudes", de status-quo te
handhaven. Deze laatste bepaling zal ver
moedelijk tot felle kritiek van de zijde der
Vlaamsche nationalisten en een deel der
Katholieke Vlaamsohe fractie aanleiding
geven.
GEMEENTERAAD.
In de op Donderdag a.s., des namiddags 2
uur, te houden openbare vergadering van den
gemeenteraad alhier, komen de volgende pun-
ten in behandeling:
1. Ingekomen stukken.
a. Verzoek van het Technisch Bureau voor
Algemeene Lichtreclame S. Kool Co.
te Amsterdam om vergunning een
vitrine te mogen plaatsen op gemeente-
grond.
Burgemeester en Wethouders van Ter
Neuzen stellen voor dit verzoek in
hunne handen te stellen om bericht en
raad;
b. het raadsbesluit van 28 November 1929
tot overname van eenige straten enz.
van het Rijk, voorzien van het bewijs
der goedkeuring van gedeputeerde
staten.
Burgemeester en Wethouders stellen
voor, dit stuk voor kennisgeving aan te
nemen.
2. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders om aan den heer I. de Groot alhier
eervol ontslag te verleenen als hoofd
der openbare lagere school C, met in
gang van den 1 Mei 1930, of zooveel
later als in de vacature zal zijn voor
zien.
3. Idem om den heer J. J. Kaan, hoofd der
openbare lagere school D te Sluiskil,
over te plaatsen naar school C, met in
gang van denzelfden datum als het ont
slag van den heer De Groot ingaat.
4. Idem tot benoeming van drie leden van
het Burgerlijk Armbestuur wegens pe-
riodieke aftreding. Aanbevolen worden:
A. 1. F. Dieleman (aftr.); 2. C. Dejj
Jzn;
B. 1. A. van Aerde (aftr.); 2. Ed.
Kalle;
C. 1. F. Dekker (aftr.); 2. R. Verschet-
ling.
geen moeite, ouwe jongen. Ik zaq je dien
mijnheer zijn zak rollen en den inhoud
moet ik hebben."
Mr. Walker fronste zijn wenkbrauwen.
Hij was een man, die liefde voor zijn
werk had, die prat op zijn vaardigheid in
het zakkenrollen ging. En daar stond me
die kwajongen te vertellen, dat hij het
hem had zien doen. Het zou een groote
troost voor hem geweest zijn, als hij ge-
weten had, dat diezelfde kwajongen den
bewusten zak al een poos, voordat hij, Mr.
Walker, ten tooneele verscheen, begeerig
had staan bekijken, in een wensch om het-
zelfde te doen wat hij, Mr. Walker, even
daarna zoo knap gedaan had. Maar die
troost gewerd hem niet en dus voelde hij
zich beleedigd in zijn gevoel van eigen-
waarde. Maar dan kreeg hij opeens een
inval. Hij stak zijn handen in zijn zakken
en bekeek het jongmensch tegenover hem
of hij het een of andere griezelige reptiel
was.
.Bij me vromigheid!" zei Mr. Walker.
Jij bent er een met lef, zeg! D'enkt dattie
mijn het vuile werk kan late doen en zellef.
de winst opstrijken Bij me vromigheid 1
Watte lef... watte lef... Ik heb qrootte
sin..."
Hij zweeg, omdat de duim en wijsvin-
ger van de rechterhand van den kwajon
gen zijn hals, van achteren af, omvat had
den en er nu druk op begonnen te oefe-
nen... Een druk, die niet aangenaam aan-
deed.
,,'n Beetje vlug, asjeblieft", zei de kwa
jongen. „Schiet op, ik kan hier niet eeuwiq
blijven staan."
(Wordt vervolgd.)