Waar echter Dekker in het jaar 1929 n.l
in het voorjaar de motoren nog heeft doen
draaien moet de gemeente daar ook" voor be
talen en wordt voorgesteld de gevraagde ont-
heffing te geven niet echter met ingang van
5 Augustus 1929 maar met ingang van 1 Jan.
1930.
De Commissie van Bijstand voor het elec-
trisch bedrijf verklaarde met dit voorstel in
te stemmen.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat deze
kwestie al eens meer is besproken. Het is er
eene die veel schade oplevert voor de ge
meente. De kwestie is, dat de stroomafneming
van die motoren de dagbelasting hooger
brengt dan de avondbelasting en voor iedere
K.M. moet de gemeente aan de P.Z.E.M. 35
betalen. Het is een pijnlijk geval, mar Burge-
meester en Wethouders hebben ten slotte be-
sloten maar voor te stellen den heer Dekker
met ingang van 1 Januari 1930 van zjjn ga-
rantie te ontheffen. Het is wel een bittere pil,
want de gemeente heeft het electrisch net
eenmaal gebouwd om die stroomlevering mo
gelijk te maken, maar Burgemeester en Wet
houders zjjn tot dit voorstel genoodzaakt, om-
dat de P.Z.E.M. niet wil toegeven om een wij-
ziging te brengen in de leveringsvoorwaarden.
Als het motoren waren van 1, 2 of 3 P.K.
zou het anders zijn, maar van de zware mo
toren die de heer Dekker gebruikte had de
gemeente geen voordeel.
De heer HAAK: Het is voor de gemeente
een voordeel, dat het voorstel wordt gedaan,
er zal dus niets tegen wezen.
De SECRETARIS deelt mede, dat de ge
meente aan de P.Z.E.M. door de aansluiting
van die motoren veel meer dan f 160 per jaar
moet betalen.
De heer DE KOEIJER wil ook aannemen,
dat het voor de gemeente een voordeel is, dat
die aansluitingen vervallen, maar hoe is men
tot die aansluiting gekomen, want er is vroe-
ger altijd gezegd, dat zou gezorgd worden dat
geen aansluitingen gemaakt werden, waar de
gemeente schade van had.
De VOORZITTER deelt mede, dat dit geval
niet was te voorzien; dat die aansluiting na-
deelig werd, was een gevolg van de omstan-
digheid, dat de avondbelasting voor de buurt-
schappen Reuzenhoek en Val zoo laag bleven;
daar kwam weinig toeneming van stroomver-
bruik. Een geluk was het nog dat Burge
meester en Wethouders konden bewerken dat
de heer Dekker en de molenaar niet gelijktij-
dig hun motor aanzetten, anders was het nog
erger geweest.
De heer DE KOEIJER dacht toch, dat geen
aansluitingen werden gegeven, of men moest
verzekerd zijn, dat die geen nadeel zouden
worden.
De VOORZITTER zegt, dat dit ook het be-
ginsel was, maar men kon niet voorzien, dat
die motor de belasting zooveel zou verhoogen.
Het is een gevolg van de door de P.Z.E.M.
vastgehouden regeling, die met de eischen der
practijk in strijd is, want zij zou er toch naar
moeten streven om zooveel mogelijk stroom af
te zetten, doch zooals de regeling thans is, zal
de gemeente zich van het aansluiten van mo
toren moeten onthouden, omdat dit voor haar
op nadeel uitloopt. En de P.Z.E.M. weigert, in
deze tegemoet te komen.
Op nadere vragen deelt de SECRETARIS
nog mede, dat het nadeel valt te berekenen uit
de opgaaf in de stukken. Voor iedere K.W.U.
waarmede de avondbelasting werd overschre-
den, al werkte de motor ook maar 10 minu-
ten, moest de gemeente f 35 betalen. De ver-
hooging der belasting liep tot 15 K.W.U.
Het voorstel wordt aangenomen met alge-
meene stemmen.
14. Behandeling begrooting dienst 1930.
a. subsidie aanvrage Burgerwacht, volg-
nummer 59 der begrooting.
Door het bestuur is ingezonden de navol-
gende begrooting.
Ontvamgsten
subsidie gemeente 240/0
Uitgaven:
nadeelig saldo 1928 11,13
contributie B. v. N. V. Bur-
gerw. io,
aankoop schietbehoeften 10,
druk- en bindwerk io,
vervoer van geweren voor de
ipspectie 15,
vervoer van patronen enz. 10,
oefeningen op schietbanen 20,
jaarlijksche prijsschietingen 50,
salaris secr.-penningm. 50,
uitgaven aan instructeurs 15,
kring- en gewestelijke wed-
strijden 31,75
onvoorziene uitgaven 7,12
f 240,—
Burgemeester en Wethouders stellen voor
de subsidie ook voor 1930 te bepalen op 225.
De f 15 welke dan minder wordt gegeven als
wordt gevraagd kan h.i. wel op verschillen-
de posten bezuinigd worden.
b. subsidie vrijwillige brandweeT, volg-
nummer 60 der begrooting.
Ontvangsten
subsidie der gemeente f 788,87%
pensioensbijdragen 11,12%
800,—
Uitgaven:
jaarwedden
opperbrandmeester f 40,
brandmeester 1 30,
brandmeester 2 25,
secretaris 20,
machinist 37,50
oppasser-bode 70,
vergoeding voor geleden
tijdverlies bij oefeningen 60,
aankoop brandbluschmid-
delen 300,—
onderhoud idem 100,
vergoeding bij branden memorie
kosten van vergaderingen 20,
drukwerk en schrijfbehoef-
ten 10,—
premie ongevallenwet 5,
pensioenSbjjdragen 34,49
onvoorziene uitgaven 48,01
f 800,—
Burgemeester en Wethouders stellen voor
de gevraagde subsidie voor 1930 ad 788,87%
te verleenen onder mededeeling, dat de post
aankoop brandbluschmiddelen op f 300 is uit
getrokken omdat het dringend noodig is de
voorraad slangen aan te vullen.
c. Vergoeding aan den veldwachter voor
het hebben van een rijwiel in gemeentedienst,
volgnummer 62 der begrooting.
Ingekomen is het volgende adres:
Geeft met den meesten eerbied te kennen
ondergeteekende J. van Westenbrugge,
gemeente- en onbezoldigd Rijksveldwachter
te Zaamslag;
dat hem bij besluit van den raad der ge
meente Zaamslag d.d. 16 Februari 1917 eene
jaarlijksche tegemoetkoming in de kosten
van onderhoud van een eigen rijwiel is toe-
gekend een bedrag van 15;
dat hem echter ieder jaar is gebleken, dat
dit bedrag niet toereikend is om het grootsbe
deel der onkosten aan reparatie te betalen,
zoodat voor het aflossen van een zeker be
drag voor aanischaffen van een nieuw rjjwiel
geen sprake kan zijn en hfl toch binnen kor-
ten tjjd weer een nieuw rijwiel zal moeten
aanschaffen wat hem f 85 k f 90 zal kosten,
waarvoor toch zeker een bedrag van 15
jaarlijks voor aflossing in rekening mag wor
den gebracht;
dat hjj toch zijn eigen rijwiel geheel ten
dienste der gemeente gebruikt en ook b\j
nachtdiensten, die hij verricht in vereeniging
met den Majoor der Rijksveldwacht, waarbij
het rijwiel nogal veel te ljjden heeft;
Gaame brengt hij onder Uwe aandacht, dat
in de Politiebladen een toelage van f 25 tot
f 50 wordt genoemd als tegemoetkoming in de
kosten voor het onderhoud van eigen rijwiel
hoofdzakelijk in dienst der gemeente gebruikt;
Redenen waarom adressant zich tot Uwen
Raad wendt met beleefd verzoek het jaarlijks
bedrag van 15 voor onderhoudskosten zoo-
danig te willen verhoogen, dat ook f 15 kan
worden afgelost op een nieuw rijwiel.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
de vergoeding met 1 Januari 1930 te bepalen
op f 25 en de bestaande vergoeding dus te
verhoogen met 10. Waar echter de gemeente-
bode ook slechts f 20 geniet voor rijwieltoe-
lage stellen wij U voor deze vergoeding ook
te brengen op 25.
d. Begrooting van de Gezondheidsdienst
voor het jaar 1930, volgnummer 64 der be
grooting.
Ontvangsten
Saldo van vorige jaren f 688,47
Bijdrage Rijk in toelage
Secretaris 400,
Bijdragen der gemeenten 589,54
f 1678,01
(Voor Zaamslag gesteld op 71,72.)
Uitgaven
Toelage voor de Secre
taris f 500,
Reis- en verblijfkosten
Voorzitter en leden 500,
Idem Secretaris 25,
Kosten van deskundigen 25,
Schrijfloonen 20,
Schrijf- en bureaube-
hoeften 100,
Druk en Bindwerk 150,
Huur vergaderlokaal 100,—
Week-, dag- en maand-
bladen 50,
Kosten archief 25,
Kosten onderzoekingen 50,
Pensioenpremie Secretaris 77,50
Onvoorziene uitgaven 55,51
f 1678,01
e. Herziening jaarwedde gemeentereiniger.
Ingekomen is het navolgende adres:
Ondergeteekende L. A. Verberkmoes vraagt
met een vriendelijk verzoek zijn salaris met
vijftig gulden te willen verhoogen, waar de
loonen steeds stijgen en het werk tot de vuil-
ste behoord en zijn heelen dag in beslag
neemt, zoodat er voor mij dien dag niets meer
te verdienen is.
Burgemeester en Wethouders, in overwe-
ging nemende dat de jaarwedde thans 175
bedraagt, stellen voor deze met ingang van
1 Januari 1930 nader vast te stellen op f 200.
Zie volgnummer 91 der begrooting.
t. Subsidie Christelijke Bewaarschool.
Het bestuur schrijft:
Hierbij heeft de Commissie van Beheer van
de Chr. Bewaarschool de eer U haar rekening
van ontvangsten en uitgaven over 1 Augus
tus 19281 Augustus 1929, benevens de be
grooting voor 't volgende dienstjaar, alles in
duplo, aan te bieden.
't Deed de Commissie genoegen, wijl het een
eisch van gezond financieel beheer is, dat er
dit jaar voor 't eerst kon worden afgelost.
Met het oog op het nadeelig saldo 57,14%
neemt de Commissie de vrijheid U voor dit
jaar eene subsidie van twaalf gulden per kind
te vragen.
De begrooting luidt:
Contributies
Schoolgeld
Lokaalhuur
Ontvangsten
S 250,—
320,—
80,—
subsidies
Gemeente 760,
Geref. schoolvereen. 500,
Herv. Schoolvereen. 300,
Onvoorziene ontvangsten 108,-
Uitgaven
f 2318,—
Salaris hoofd
900,—
helpster
125,—
schoonmaakster
75,—
Onderhoud gebouwen
100,—
Verlichting en brandstof
140,—
Leermiddelen
150,—
Rentezegels
52,—
Rente
490,32
Aflos
200,—
Nadeelig saldo
57,14%
Cjjns
2,94
Assurantie
4,18
Diversen
10,50
Onvoorziene Uitgaven
10,91%
f 2318,-
Burgemeester en Wethouders merken naar
aanleiding van deze begrooting op, dat de
subsidie der gemeente is geraamd op f 760
dus naar een kindertal van plus minius 70.
Het schoolgeld werd bjj de vorige begroo
ting geraamd op 330 bij een kindertal van
57. Percentsgewgze zou dus geraamd kun-
nen worden 70/57 maal f 330 of plus minus
400.
Voorts is aan rente geraamd 490,32 even-
als in het afgeloopen jaar is uitgegeven,
terwijl f 200 is afgelost zoodat de post rente
9 te veel is geraamd.
Het bestuur vraagt met het oog op een
nadeelig saldo van 57,14% verhooging der
subsidie met f 1 per kind.
Gezien eene te lage raming van opbrengst
schoolgeld en een te hooge raming uitgaven
rente, zjjn Burgemeester en Wethouders van
meening, dat eene verhooging niet noodzake-
lijk moet worden geacht en stellen zij voor de
subsidie voor het jaar 1930 te bepalen op f 11
per kind.
g. Subsidie algemeen Burgerlijk Armbe-
stuur, volgnummer 155 der begrooting.
Het Burgerlijk Armbestuur zendt de na
volgende ibegrooting ter goedkeuring in:
Ontvangsten
verschillende ontvangsten f 263,50
subsidie gemeente 4500,
f 4763,50
Uitgaven
onderstandskosten f 4106,
onderhoudskosten bezit-
tingen 33,50
kosten van geneeskundige
hulp 160,—
jaarwedden kosten van
beheer 272,
andere uitgaven 95,60
onvoorzien 96,65
4763,60
Aan subsidie wordt f 1000 meer gevraagd
als voor het jaar 1929 is geraamd.
Het Burgerlijk Armbestuur oordeelt dit
noodig in verband met mogelijke meerdere
ondersteuning werkloozen.
Burgemeester en Wethouders in overweging
genomen de intusschen meerder in den om-
trek dezer gemeente gekomen werkgelegen-
heid, zijn van oordeel, dat met een subsidie
van f 500 meer wel zal. kunnen worden vol-
staan, mede omdat het armbestuur toch bij
een eventueel te kort eene suppletoire subsi
die kan aanvragen.
h. Subsidie geitenvereeniging, volgnummer
161 der begrooting.
De geitenvereeniging zendt in de navol
gende begrooting:
Ontvangsten
Contributie leden 38,
Dekgelden 20,
Subsidie gemeente 50,
Onvoorziene inkomsten 30,92
f 138,92
Uitgaven
Nadeelig slot 1928 30,92
Verzorging dekbok 70,—
Contributie P. V. 5,40
Drukwerken enz. 7,50
Onderhoud bokkenstal 8,
Belooning secr.-penningm. 15,
Onvoorziene uitgaven 2,10
f 138,92
"Burgemeester en Wethouders stellen voor
de gevraagde subsidie te verleenen.
Omtrent de gemeente-begrooting dienst
1930 rapporteert de Commissie van Onderzoek
als volgt:
Volgn. 12. De Commissie kan in aanmer-
king genomen de jaarwedden, die aan ambte-
naren ter secretarie in het algemeen wordt
betaald, zich vereenigen met het voorstel van
Burgemeester en Wethouders om de jaar
wedde van den ambtenaar ter secretarie te
brengen op f 1400 en dus te verhoogen met
100.
Zij stelt echter bovendien voor de jaarwedde
van den bode F. Hamelink eveneens te her-
zien en die te brengen op 700, eene verhoo
ging dus van f 70.
Burgemeester en Wethouders, zich met dit
voorstel vereenigende, stellen voor aldus te
besluiten.
Volgn. 44. In verband met haar voorstel
om de jaarwedde van den bode met 70 te
verhoogen en uitgaande van de meening, dat
het niet gewenscht is aan ambtenaren ver-
goedingen in eenigen vorm te geven, verklaart
de Commissie zich tegen eene verhooging met
f 5 van de vergoeding voor rijwiel aan den
bode.
Nu Burgemeester en Wethouders medegaan
met het voorstel om den bode f 70 jaarwedde
verhooging toe te kennen, sluiten zij zich bij
nader inzien aan om de /5 verhooging voor
rijwieltoelage niet toe te kennen.
Volgn. 49. De Commissie zou alsnog gaarne
vernemen of het niet wordt aangedurfd om
op te houden met het in dienst hebben van
een nachtwacht. De kosten daarvan toch be-
dragen volgens het geraamde bedrag plus
minus 500 terwijl het toch algemeen bekend
is, dat de nachtwacht alleen dienst doet op
het dorp en deze dienst eveneens meerdere
malen wordt gedaan door rijks- en gemeente-
politie.
Burgemeester en Wethouders, meegaande
met de meening van het hoofd der politie, dat
de nachtwacht nog niet geheel kan worden
gemist, deelen mede, dat het hoofd van Politie
mededeelde er wel voor te vinden te zijn om
den duur van den dienst een maand te bekor-
ten.
Volgn. 59. De Commissie verklaart zich te
kunnen vereenigen met het voorstel van Bur
gemeester en, Wethouders om aan de burger
wacht eene subsidie te geven van 225 zulks
in afwijking van het verzoek der vereeniging
om 240 te mogen ontvangen vermits op ver
schillende posten der begrooting is te bezui-
nigen.
Volgn. 60. De Commissie gaat accoord
met het voorstel om aan de vrijwillige brand-
weer eene subsidie te verleenen overeenkom-
stig haar verzoek van 788,87%.
Volgn. 62. In meerderheid verklaarde de
Commissie niet te kunnen meegaan met het
voorstel van Burgemeester en Wethouders
om de vergoeding voor rijwiel-toelage aan
den veldwachter te verhoogen met f 10, om
dat de veldwachter eene behoorlijke bezoldi-
ging geniet.
Burgemeester en Wethouders geheel on-
derschrijvende, dat de veldwachter eene be-
hoorlijke bezoldiging geniet, stellen er prijs
op mede in verband met het toepaalde onder
punt 9 sub d der onder punt e van de inge
komen stukken aangeduide circulaire van
den Commissaris der Koningin de rijwiel
toelage te brengen op f 25.
Volgn. 64. De Commissie gaat accoord
met \le uitgetrokken bijdrage aan de gezond-
heids commissie.
Volgn. 80. Om aan te toonen dat de ge
meente zooveel mogelijk wil medewerken tot
eene behoorlijike beerruiming geeft de com
missie in overweging de prijs voor het be-
sc.hikbaarstellen van het giervat tot op de
helft van het tegenwoordige geheven wor-
dende bedrag terug te brengen.
Burgemeester en Wethouders herinneren
eraan. dat het verschuldigde bedrag voor
elken dag van gebruik 1,bedraagt. De
kosten van arbeidsloon en het gebruik van
een voerman voor vervoer van het vat maken
het gebruik van een giervat wel is waar niet
goedkoop, maar zijn van meening gelet op
de jaarlijksche kosten van onderhoud van het
vat, dat de huur van 1,per keer eene be
hoorlijke beerruiming niet in den weg staat.
Zij stellen daarom voor niet op het voorstel
der Commissie in te gaan.
Volgn. 86. Gezien het uitgetrokken be
drag voor onderhoud van plantsoenen, vraagt
de Commissie of het in het voomemen ligt
van Burgemeester en Wethouders ook de
Westzijde van het Dorpsplein te beplanten.
Het uitgetrokken bedrag is volgens de mee
ning van Burgemeester en Wethouders noo
dig voor onderhoud plantsoenen, snoeien enz.
Zij zijn er niet voor oak op de Westzijde van
het dorp een plantsoen aan te brengen daar
dit gedeelte dan niet meer zal kunnen dienen
voor speelplaats voor kinderen.
Volgn. 87. Gezien de waterpoel, die immer
ten gevolge van het gebruik maken van de
gemeentepomp aanwezig is, vraagt de Com
missie of het wellicht gewenscht is de pomp
slechts op bepaalde uren open te stellen.
Burgemeester en Wethouders meenen, dat
dit moedelijk kan worden gedaan, vermits de
een in den morgen, de ander in den middag
en de derde weer in den namiddag gebruik
maakt van de pomp. Zij zullen echter gaame
order geven dat wordt tegengegaan misbrulk
van de pomp te maken en zoodoende het be-
zwaar waarop het voorstel van de Commis
sie berust wordt weggenomen.
Volgn. 88. De Commissie van meening dat
het uitbaggeren der haven zooals dit t^gen-
woordig gebeurt niet veel om het lijf heeft,
stelt de vraag of Burgemeester en Wethou
ders nog niet eens hebben overwogen de
haven zoo te laten uitbaggeren, dat dit niet
elk jaar behoeft plaats te hebben.
Burgemeester en Wethouders veronder-
stellen, dat deze vraag naar voren is ge
komen in verband met de jaarlijksche hooge
kosten van uitbaggeren. Zooals de raad weet
werd dit werk gedaan, dat volgens den oud-
havenmeester elk jaar noodig was, oak ge-
deeltelijk tot bestrrjding van de werkloos-
heid.
Waar echter de kams bestaat dat dit niet
meer uit dat oogpunt moet worden gedaan,
zijn Burgemeester en Wethouders van mee
ning dat dit in den vervolge niet zooveel
meer zal kosten.
Volgn. 91. De Commissie zich vereenigen
de met het voorstel van Burgemeester en
Wethouders om den gemeentewerkman L.
A. Verberkmoes eene jaarwedde verhooging
toe te kennen van 25,stelt de vraag of
het misschien niet gewenscht is een tweede
werkman aan te stellen, wat practisch voor
de gemeente niet meer uitgaven zou kosten,
vermits op verschillende tijden door verschil
lende lieden aan de gemeente wordt gewerkt.
Indien alle verrichtingen konden worden ver
richt door een tweeden werkman, dan zou
een uitgaaf voor een tweede werkman inder-
daad voor de gemeente niet duurder zijn.
Evenwel moet niet worden vergeten, dat niet
de werkzaamheden regelmatig kunnen wor
den gedaan. Het eene oogenblik is niets te
doen terwijl weer een ander oogenblik zelfs
met twee werklieden niet zou kunnen worden
volstaan.
Bovendien kan moeielijk het de laatste jaren
betaalde arbeidsloon als maatstaf dienen, om
dat verschillende werklieden in dienst zijn ge
weest ter bestrijding van de werkloosheid.
Waar wij echter van meening zijn dat de
ergste strijd met de werkloosheid alhier ge-
streden is, stellen wij U voor een en ander nog
eens af te zien om later desnoods met andere
voorstellen te komen.
Volgn. 141. De Commissie verklaart in
meerderheid te kunnen medegaan met het
voorstel van Burgemeester en Wethouders en
niet meer dan f 11 per kind subsidie te geven
aan de Chr. Bewaarschool, omdat bij eene
redelijke schoolgeldheffing de bewaarschool
behoorlijk kan worden beheerd.
Volgn. 155. De Commissie verklaart ac
coord te gaan met het voorstel van Burge
meester en Wethouders om voor het jaar 1930
uit te trekken 4000 subsidie, er daarbij ech
ter rekening mede houdende, dat, mocht het
armbestuur, wat niet te hopen is, met f 4000
niet kunnen toekomen, alsnog tijdig eene sup
pletoire subsidie kan aanvragen.
Volgn. 161. Met eene subsidie van f 50 aan
de geitenvereeniging verklaart de Commissie
zich te kunnen vereenigen.
De VOORZITTER stelt, aangezlen niemand
het woord vraagt voor algemeene beschouwin-
gen, aan de orde de artikelsgewijze behande
ling der begrooting, te beginnen bij de
UITGAVEN.
Hoofdstuk I.
Vroegere diensten.
3. Achterstallige uitgaven der vorige
dienstjaren. Memorie.
Hoofdstuk II.
Algemeen beheer.
7. Jaarwedde van den Burgemeester. /3030.
8. Jaarwedden van de wethouders. f 360.
9. Jaarwedde van den Secretaris. f 3500.
10. Jaarwedde van den ontvanger. 1500.
11. Presentiegelden der leden van den
raad. f 200.
12. Jaarwedden van de ambtenaren en be-
dienden der gemeente-secretarie, den concier
ge en de boden en van het kantoor van den
gemeente-ontvanger. f 2100.
Overeenkomstig het voorstel van Burge
meester en Wethouders en de commissie van
onderzoek wordt met algemeene stemmen be-
sloten de jaarwedde van den ambtenaar ter
secretarie te verhoogen met 100 en te bren
gen op 1400 en die van den bode met 70 en
alzoo te brengen op 700.
De post moet nu nog met 70 worden ver-
hoogd.
In verband hiermede wordt, met ingang van
1 Januari 1930, de pensioengrondslag van J.
C. Eijke, ambtenaar ter secretarie, vastgesteld
op f 1400 en dat van F. Hamelink, gemeente-
bode-congierce, op f 905.
13. Schrijf- en bureaubehoeften, briefpor-
ten, vrachtloonen en andere kleine uitgaven.
275.
14. Druk- en bindwerk. 800.
15. Onderhouden en schoonhouden van het
gebouw of vertrek, bestemd voor de vergade-
ring van den raad en van Burgemeester en
Wethouders en voor de secretarie der ge
meente. f 600.
De heer D. DEES maakt aanmerking dat
deze post zoo hoog is; in 1928 werd slechts
f 214,17 uitgegeven.
De VOORZITTER deelt mede, dat hiervoor
een regelmatig bedrag wordt uitgetrokken.
De werkelijke uitgaven wisselen wel eens af.
In 1928 waren ze bijzonder laag.
16. Onderhoud en aankoop van meubelen
voor die gebouwen of vertrekken. f 250.
17. Verkchting en verwarming. 330.
18. Abonnement op het staatsblad, provin-
ciaal blad en de dag- week- of maandbladen
en den aankoop van boeken. f 32,50.
19. Archief. f 25.
20. Plaatsen van advertentien. f 150.
21. Reis- en verblijfkosten. 100.
22. Onkosten en eventueele rechten vallen-
de op de postrekeningen. f 15.
23. Abonnement op de telefoon en kosten
van telefoongesprekken. f 100.
24. Kiezerslijsten en het uitoefenen der
kiesverrichtingen. Memorie.
26. Verteringen ten behoeve van het bu
reau van stemopneming. Memorie.
27. Kosten van het dubbelen der leggers
en plans van het kadaster. f 10.
28. Bezoldiging der ambtenaren van den
burgerlijken stand. 460.
29. Overige kosten van den burgerlijken
stand, f 100.
30. Bevolkingsregisters en huisnummering.
50.
31. Verzekering tegen ongevallen en inva-
liditeit.
33. Kosten van verzekering tegen brand-
schade en stormschade. 31,80.
34. Grondlasten.
35. Dijk- en polderlasten.
36. Pensioenen. f 500,60.
37. Bijdragen voor eigen en weduwen- en
weezenpensioen ingevolge art. 36 der pen-
sioenwet 1922 (staatsbl. no. 240). 1753,82%.
38. Bijdragen voor inkoop van pensioen
ingevolge de artt. 40 en 135 der pensioenwet
1922 (staatsblad No. 240). 13.32.
39. Bijdragen voor inkoop van pensioen,
ingevolge art. 63 der pensioenwet voor de ge-
meente-ambtenaren 1913, jo. art. 173, IIIc
der pensioenwet 1922 (staatsblad No. 249).
74.04.
40. Renten van geldleeningen.
41. Aflossing van geldleeningen.
42. Kosten van het officieel raadsverslag.
250.
43. Kosten van vergaderingen, verver-
schingen, enz. 93,37%.
44. Kleeding- en rijwieltoelage gemeente-
bode 25.
Deze toelage was door Burgemeester en
Wethouders 5 hooger geraamd. In verband
met de verhooging der jaarwedde van den
bode wordt de post op voorstel der commis
sie van onderzoek met algemeene stemmen
weer teruggebracht op 20.
45. Subsidie aan de Vereeniging van Bur-
gemeesters en Secretarissen in Zeeuwseh-
Vlaanderen O. deel. f 3,58.
Hoofdstuk III.
Openbare veiligheid.
47. Belooning van de inspecteurs, dienaars
en verdere beambten van politie, mitsgaders
van de veldwachters. 1750.
48. Kleeding en uitrusting der politiedie-
naars en veldwachters. 175.
49. Onkosten voor de nacht- en stilwach-
ten. 500.
De VOORZITTER deelt mede hetgeen hier-
omtrent door de commissie naar voren ge
bracht nog eens in overweging te hebben ge
nomen. Hij zou liever den toestand bestendi-
gen zooals die thans is, doch wil wel tege-
moetkomen aan den wesch der commissie om
den tijd die de nachtwaker dienst doet te be-
perken. Om dezen geheel af te schaffen, daar
kan hij nog niet in treden.
De heer DE REGT wijst er op, dat het
't laatste jaar toch gebleken is, dat er weinig
voorvalt. Hij zou gaarne, als het maar eenigs-
zins kon, dien post geheel zien vervallen,
maar dringt er op aan dien in elk geval te
verminderen.
De VOORZITTER wijst er op, dat in het
advies der commissie wordt opgemerkt, dat op
het dorp ook wel dienst gedaan wordt door
den gemeente- en den rijksveldwachter. De
menschen weten echter niet, wat dat dienst
doen beteekent. De gemeente-veldwachter kan
toch niet geregeld vijftien tot zestien uren
per dag dienst doen. Juist omdat men hier
op het dorp beschikt over een nachtwaker kan
de gemeente-veldwachter dan met den com
mandant der rijksveldwacht naar buiten de
kom om dienst te doen. Men moet binnen ook
niet met buiten vergelijken. Het is natuurlgk
niet mogelijk( om alle boerderijen speciaal te
bewaken, en evenmin is het mogelijk steeds
toezicht te houden op de gehuchten. De kom
is bovendien toch ook de hartslag van de
gemeente. De kombewoners moeten kunnen
genieten van rust en orde. Indien men den
nachtwaker zou afschaffen, zou men, naar
spreker vermoedt, voor andere dingen komen
te staan, die zeker heel wat meer geld zouden
kosten. Van hooger hand wordt er prjjs ge
steld op goed toezicht. Hij wil echter, met
handhaving van hetgeen hij noodig acht, na-
gaan of het misschien mogelijk is iets te ver
minderen.
De heer DE REGT vraagt of het niet mo
gelijk is het toezicht door den nachtwaker
om de twee dagen te doen uitvoerea, op
dagen n.l., die bij het publiek onbekend zijn.
Dan zouden de kosten toch tot de helft ver-
minderd kunnen worden.
De VOORZITTER merkt op, dat de heer
De Regt, toch zelf wel zal begrijpen, dat dit
zeer moeilijk is. In de zomermaanden is hot
niet moeilijk, dan wordt over het algemeen
meer geld verdiend, maar in den winter, als
er gebrek komt, ontstaat er gevaar voor on-
gewenschte bezoeken bij de ingezetenen. H(j
gelooft niet, dat hetgeen de heer De Regt
vraagt uitvoerbaar is.
De heer DE REGT: In de laatste jaren is
de noodzakelijkheid van den nachtwaker niet
gebleken.
De VOORZITTER: De vraag is, of het
hebben van den nachtwaker juist niet de
reden is, dat er niets gebeurd.
De heer DE REGT: Dat is natuurlijk
moeilijk te zeggen, maar in de omliggende
gemeenten valt toch ook niets voor,
De heer DE FEIJTER: En dan nu pas op
Hoek dan?
De VOORZITTER is van meening, dat juist
de uitbreiding der politie oorzaak is, dat het
de laatste jaren hier zoo rustig is. Nu kun
nen die kerels die vroeger hier binnen kwa-
men om kippen te stelen, niet meer zoo ge-
makkelijk de grens over.
De heer HAAK gelooft, dat de nachtwaker
niet meer noodig is en afgeschaft kan wor
den- de menschen buiten de kom moeten ook
zichzelf bewaken. De bewoners der kom
kunnen bovendien in tijd van nood elkaar
helpen, terwijl de buiten wonenden op zichzelf
zijn aangewezen.
De heer DE FEIJTER: Maar de kombe
woners slapen vast hoor!
De VOORZITTER heeft nagerekend, dat,
indien er nog iets op dien dienst bezuinigd
wordt, de kosten komen op een dubbeltje per
inwoner. Ter kenschetsing van den toestand
deelt hij mede, dat in het najaar iemand bij
hem kwam informeeren, of de nachtwaker
wel al rondging. Die hleld daarmede reke
ning om op reis te gaan.
De heer D. DEES: Ik voel voor den nacht
waker ook niet veel; de menschen in de kom
bewaken elkaar, wij moeten ons zelf bewaken.
De heer BAKKER: Iedere boer heeft een
groote hand!
De VOORZITTER: Ik ben er niet voor,
oni den nachtwaker af te schaffen.
De heer VAN HOEVE herinnert, dat d«
nachtwaker hier als een gevolg van verschil
lende oorzaken is aangesteld. Men heeft nu
gehoord het advies van het hoofd der politie,
die het behoud van den nachtwaker nog op
lujogen prijs stelt, en die laat doorscihemeren,
dat men door het behoud van dezen dienst,
aanmerkingen van hoogere autoriteiten om
trent een doelmatige bewaking, die ten slotte
veel meer zou kosten, terughoudt. Ook
biijkt, dat door het aanhouden van de naeht-
wacht, de gemeente-veldwachter vrij komt om
buiten dienst te doen. Hij gelooft, dat de
nachtwacht het offer wel waard is, en dat,
behoudens een aanbeveJing aan het hoofd van
politie om het zooveel mogelijk in te krimpen
deze post weer moet aanvaard worden.
De VOORZITTER zegt toe, rekening te
sullen houden met het advies der commissie.
50. Bewaring van gearresteerden. 10.
51. Reisgeld voor passanten en overige
uitgaven der politie. 125.
52. Onderhoud der lantaams en verdere
kosten der verlichting. f 2510.
53. Kosten ter zake van verzekering, pen-
sionneering enz. van ambtenaren en beamb
ten. 432,65%.
54. Rente van geldleeningen ten laste van
hoofdstuk III komende. f 54.
55. Aflossing van geldleeningen ten laste
van hoofdstuk in komende. /400.
56. Gratificatien aan rijks- en gemeente-
politie. 75.
57. Vergoeding voor woningihuur aan de
veldwachters. f 100.
58. Geneeskundige behandeling der veld
wachters. f 25.
59. Kosten van de burgerwacht. 225.
De heer A. DEES verklaart, dat het hem
genoegen doet, dat de subsidie door de Bur
gerwacht gevraagd, van wege Burgemeester
en Wethouders met 15 is verminderd. Hjj
zag dien post liever heelemaal verdwijnen,
maax meenit, dat die nog verder verminderd
kan worden. Hij wijst op den post van f 50
als salaris voor den secretaris-pennlngmeea-
ter, en als vergedrjking op dien van secretaris
der brandweer, welke maar 20 bedraagt. In
de meening dat men nog meer kan bezuini-
gen, stelt hij voor de subsidie te verlagen
tot f 175.