ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Eerste Blad.
Destrijd om deZuidpool.
De dolende Juweelen
wascht men met
voor wol onmisbaar
No. 8455.
VRIJDAG 22 NOVEMBER 1929.
69e Jaargang.
FK*P IIL K T 6 N.
TY N N E N L A N D~
II
TER NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post f 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan den /2,60 per 3 maanden fr. per post
AiJOxinemeaten voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
DltgeefsterFlrma P. J. VAN DE 8ANDE,
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertemtien by regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrtjgbaar Is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de ultgave.
OIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MA AND AG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
II.
Op een mijl afstands van de hut, op den
observatieheuvel, wordt voortdurend de
wacht afdelost. Daar is een apparaat op-
qesteld, dat daar heel eenzaam staat op
die venhevenheid, het lijikt wel een soort
kanon tot afweer van een onzichtbaren
vijand; het is een toestel om de eerste
warmteverschijnselen van de naderende
zon te kunnen meten. Dagen, ja weken
lanq, waohten zij in spannina de verschij-
ninq van de zon af. Over den morqen-
hemel qaan reeds reflexen vol ikleuren,
maar noq vertoont zich de ronde schijf
niet boven den horizont. Maar toch vuurt
deze hemel de onqeduldiqen reeds aan.
Eindelijk qaat de telefoonbel van de hut
naar de blij-qemaakt en: de zon is ver-
schenen, en voor het eerst na maanden
heeft zij Ihaar hoofd opqestoken in den
winternacht. Eerst is haar schijnsel noq
maar heel zwak, qeliq en bleek, zij brenqt
nauwelijlks eeniqe veranderinq in den
ijziqen luoht, en daarom wekt zij in het
apparaat noq maar zeer flauwe reacties;
toch is haar verschijninq op zichzelf reeds
een reden tot qroote blijdschap In hoorts-
achtiqen ijver wordt de expeditie toeqe-
rust om- rustloos die korte spanne lichts te
benutten, die alles teqelijk beteekent:
lente, zomer en herfst, en die naar ons
lauwe beqrip noq altijd een qruwelijk
koude winter is. Voorop qaan de automo-
biel-sleden. Daaradhter de sleden met de
Siberische pony's en honden. De weq is
in enkele etappes zorqvuldiq inqedeeld.
telkens wordt er na twee daqreizen een
depot inqericht, om voor deqenen, die
teruq zullen ikeeren, nieuwe kleedinq,
voedsel en het aller-noodiqste, n.l. petro
leum, :te bewaren qecondenseerde
wanmte in deze eeuwiqe koude. Gemeen-
schappelijk rukt heel de scihaar uit, om in
enkele, afzonderlijlke qroepen lanqzamer-
hand teruq te keeren en zoo voor de
laatste, kleine qroep, die de uitqelezen
veroveraars moeten zijn van de Zuidpool,
een maximum aan vracht, versche trekdie-
ren en de beste sleden achter te laten.
Het plan is meesterlijk in elkaar qezet.
zeifs r5et mislukkinqen is rekeninq qehou-
den. En die blijven ook niet uit. Na twee
daqreizen kunnen de motorsleeden al niet
verder; zij blijven daar liqqen, zij moeten
worden achterqelaten, onnutte ballast zijn
ze. Ook de pony's houden zich niet zoo
goed, als men had qemeend te moqen ver-
wachten, maar hier triumfeert het orqani-
sche over 't technische: want de in elkaar
qezakte dieren, die onderweq moeten
worden doodqescihoten, verschaffen aan
de honden welkome, heete, bloed-ster-
kende voedinq en vermeerderinq van
enerqie.
Den lsten November 1911 breekt men
op. Op de plaatjes ziet men deze wonder-
lijke karavaan, eerst dertiq, dan twintiq
en dan tien menschen sterk, en eindelijk
zijn er niet meer dan vijf over, die qaan
door de witte woestenij van een leven-
looze oer-wereld. Voorop altijd een man,
in een pels qewikkeld en in doeken, een
barbaarsch wezen om te zien met alleen
baard en ooqen vrij. De bepelsde hand
houdt aan den halster een pony, die een
zwaarbeladen slede trekt, en achter hem
weer een andere, ook zoo qekleed en in
precies dezelfde houdinq, daarachter weer
een. en zoo twintiq zwarte stippen, alien
door
K. R. G. BROWNE.
9) (Vervolq.)
,,Zoo is t beter", beqon ze opqewekt.
„En nu, om te beqinnen: hoe heet de
meneer uit Ierland
De meneer uit Ierland qrinnikte op een
manier, alsof het qeluid uit zijn schoenen
kwaim.
„Todd, juffrouw, Decimus Todd, om
u te dienen. En .de meneer rechts is
Georqe Carr, een vriend van me..."
Het mieisje keek Georqe aan en qlim-
lachte heel even.
,,Ik heb mr. Carr, qeloof ik, wel eens
eerder ontmoet", zei ze. ,,Ik heet Car-
mencita Milliqan."
..Jeetje," zei mr. Todd bewonderend.
,,Dat noem ik een keuriq etiket."
,,Iersche vader Spaansche moeder",
leqde miss Milliqan hem in teleqramstijl
uit. Ze zweeq even, nam dan Georqe en
mr. Todd om 'beurten een paar maal
scherp op, zweeq weer even en qinq dan
voort: ,,Hoor eens, ik qa u dit teqen
mr. Todd en u dit teqen Georqe
in vertrouwen nemen, omdat .ik leelijk
in de klem zit. Ik ken niemiand hier in
Enqeland en ik heb hulp noodig, dus
waaq ik het er maar op. En te oordeelen
naar uw optreden teqen den tweelinq
zooeven, zou ik wel denken, dat u me
qaande over dat verblindende wit.
s Nachts woelen zij zich in onder allerlei
dek, in een tent, er worden sneeuwmiuren
opqeworpen teqen den wind om mensch
en pony te beschermen, en 's morqens
qaat de marsch weer verder, eentoniq en
troosteloos, door de ijziqe lucht, waar
sedert duizenden jaren voor het eerst
menschelijke adem mee vereeniqd wordt.
Maar de zorqen worden nu meer. Het
weer blij'ft erq onvriendelijk, inplaats van
40 iK.M. kunnen zij meniqmaal er slechts
30 afleqqen, en ieder daq is er hun een,
sedert zij het weten, dat onopqemerkt
in deze eenzaamheid ook een ander
beziq is zich naar hetzelfde doel een weq
te banen.
Iedere kleiniqheid kan een qroot qevaar
worden. Er is een hond weqqeloopen, er
is een pony, die niet eten wil - al deze
dinqen maken hen zoo bang. En daarbij
begint ook de gezondheidstoestand der
mannen te lijden, eeniqen zijn sneeuw-
blind geworden, anderen hebben bevro-
ren ledematen. en de paardjes worden
steeds matter en hun voedsel kariqer,
eindelijk qeven zij het heelemaal op. De
treuriqe plicht moet worden vervuld ze
te dooden, die aardiqe kameraads. Op die
droeve plek qaat de ex.peditie uiteen en
keert'een deel teruq, terwijl de anderen
zich voorbereiden op de laatste qroote in-
spanning, een weq over een grooten glet-
sciher, een gevaarlijike ijsmuur, waarmee
de Pool zich schijnt te hebben omrinqd.
De prestaties op de daqmarschen worden
steeds geringer, want de sneeuw is hier
korreliq, de sleden qaan er slecht door of
over. iDe voeten worden qewond, maar
noq qeven zi^niet toe. Den 30ste Decem
ber wordt de 87ste breedteqraad bereikt,
wat Shackleton's uiterste punt is qeweest.
Hier moet de laatste afdeelinq rechtsom-
keert maken en slechts vijf uitqelezenen
moqen door naar de Pool. Scott zoekt ze
uit; zij durven niet tegenstribbelen, maar
het valt den anderen toch wel heel zwaar
om zoo dicht bij het doel te moeten om-
keeren en den roem van de Pool het eerst
te hebben qezien te laten aan de makkers.
Zoo qaan de twee kleine qroepen uiteen:
een Zuidwaarts en een Noordwaarts,
naar huis. De vijifdie Poolwaarts qaan,
zijn Scott, Bowers, Oates, Wilson en
Evans.
De aanteekeninqen uit deze laatste
dagen worden onrustiqer, zij beqinnen als
de blauwe wij.zer van het compas als 't
ware te sidd'eren .bij de naderinq van de
Zuidpool. „Wat duurt dat toch eindeloos
lanq". heet het telkens. Maar hier en daar
schittert toch ook weer wat hoop. Steeds
hartstochtelijker teekent Scott de ver-
overde afstanden aan: „Nu noq 150
K.M., als 't zoo doorgaat, houden wij het
niet uit!" zoo sdhrijft hij. En twee dagen
later: jNog 137 K.M. tot de Pool, maar
de laatste loodjes weqen zwaar!" Dan op-
eens een nieuwe toon vol overwinnaars-
moed: ,,Nu noq 94 K.M.! Als we ons doel
niet mochten bereiken. komen wij er toch
verbazend dicht bij!" En den 14den Ja-
nueiri wordt de hoop tot zekerheid: „Nu
noq 70 K.M.; het doel liqt vlak voor ons!"
Dan weer: ,,Nu noq maar een 50 K.M.;
wij moeten er komen, het koste, wat het
koste!" Men leest het hart in al die be-
tuiqinqen, en men voelt, hoe zij beven
van verwachting en onqeduld. De buit
liqt vlak-bij; reeds steken zij de handen
uit naar de laatste geheimenis der aarde.
Noq maar even, en het doel is bereikt.
L>e 16de fanuari breekt aan. ,,Verheven
stemminq", vermeldt het dagboek.
s Morqens zijn zij vroeqer dan anders op
pad qeqaan, het onqeduld heeft hen als
t ware uit hun slaapzakken verdreven
om al gauw het qeheim te agnschouwen.
14 K.M. leqqen die vijf tot 's middaqs af;
vroolijk marcheeren zij voort; nu kan het
doel niet meer worden qemist, de beslis-
sende daad zal zoo gedaan zijn. Plotse-
linq wordt een van de makkers, Bowers,
onqerust. Zijn oog blijft hanqen aan een
klein, donker punt in het vreeselijk uit-
qestrekte sneeuwveld. Hij waaqt het niet
om zijn vermoeden uit te spreken, maar
alien qaat nu dezelfde gedachte door het
hart: zou heusch menschenhand hier een
teeken als weqwijzer hebben opgericht?
Eerst probeeren zij noq zich te kalmee-
ren. Zij zeggen: 't zal een spleet misschien
zijn in het ijs of een weerspieqelinq. Met
inqespannen zenuwen marcheeren zij erop
af, en noq altij-d probeeren zij elkander
iets wijs te maken, al weten zij alien
hoofd-voor-hoofd reeds de waarheid,
deze: dat de Noor Amundsen hen is voor
qeweest!
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
Het wetsontwerp tot instelling van een af-
zonderlijken luchtvaartdienst wordt aangeno-
men met 50 tegen 24 stemmen.
Voortgezet wordt de behandeling van de be-
grooting van justitie.
Minister Donner vervolgt zijn rede. Tegen
ophuiing zal krachtig worden gewaakt. Bede-
laars en landloopers behooren naar sprekers
oordeel in Veenhuizen, ook al hebben zij psy-
chopatische neigingen. Aanneming van de
motie-Wijnkoop (intrekking van de stakings-
wetten) verdient geen aanbeveling.
Het komt spr. voor, dat de heer Duys over-
dreef in zijn betoog aangaande de opsporing
van misdrijven. Spr. erkent, dat de instruetie
in de moordzaak-Lans weinig bevredigend is
geweest, doch dit ligt niet aan een gebrek aan
bekwaamheid. De bevolking der huizen van
bewaring is sinds 1927 gedaald met 21.3 pro-
cent, zoodat inzake preventieve hechtenis wel
rekening is gehouden met het nieuwe Wetb.
v. Strafrecht.
Wijziging van de Vreemdelingenwet acht
spr. niet gewenscht; deze wet wordt niet ver-
keerd toegepast. Een monopolie inzake het
muziekauteursrecht wenscht spr. niet; als het
noodig is, zal hij in deze kwestie optreden.
Persoonlijk is spr. een voorstander van
doodstraf, maar een voorstel dienaangaande
zou practische beteekenis missen.
In zake de echtscheiding geeft spr. aan, hoe
wellicht eenige vergemakkelijking kan wor
den verkregen. Optreden tegen danshuizen
ligt niet op den weg van den rijkswetgever.
Een groot bezwaar is, dat men in de hand-
having van de zedelijkheid een daad van pu-
ritanisme ziet.
De motie-Wijnkoop wordt verworpen met 52
tegen 19 stemmen.
Aan de orde is de afdeeling burgerlijke
rechtspraak.
De heer Knottenbelt (lib.) bespreekt het
adres van de classicale vergadering in Den
Bosch, volgens hetwelk de rechtbank aldaar
den eerbied voor de wet achterstelt bij de
Roomsche opvattingen.
DE P. T. T.-BEGROOTING.
Aan de Memorie van Antwoord van de be-
grooting der P. T. T. is het volgende ontleend:
De Minister stelt het op hoogen prijs, dat
voldoening wegens de gunstige ontwikkeling
van het bedrijf in het voorloopig verslag
uiting vond en dat daarin de directie en haar
medewerkers werden betrokken. Gaarne sluit
hij zich bij de uitgesproken waardeering aan.
Ook de Minister acht wederinvoering van
het stuiversport voor brieven zeer wensche-
lijk. De geldelijke uitkomsten van het Staats-
bedrijf der P. T. T. laten evenwel, mede in
verband met de eischen, welke van de zijde
van de schatkist aan dat bedrijf worden ge
steld, voor het tegenwoordige niet toe met de
verlaging van de briefport zoo ver te gaan.
De op 1 Nov. 1929 in werking getreden
verlaging der posttarieven zal naar schatting
tengevolge hebben een vermindering van in-
komsten over een vol jaar van 1.528.000.
Een grooter last op het dienstplan 1930 te
CO
Theodorus Niemeiier
Groningan
(Ingez. Med.)
leggen komt den Minister niet verantwoord
voor.
Het stelsel van belasting betalen ten post-
kantore voldoet zeer goed en het ligt dan ook
in de bedoeling de gelegenheid daartoe over
het geheele land open te stellen. Omtrent de
accijnsbetaling aan de postkantoren is nog
geen definitief oordeel gevormd, de maatregel
levert echter in ieder geval gemak op voor
het publiek.
Dat de invoering van het nieuwe telefoon-
tarief sterk stimuleerend zal werken op het
aantal aansluitingen, is ook de verwachting
van de bedrijfsleiding; de vrij ingrijpende
tariefsverandering moge haar schaduwzijden
hebben, zij is nochtans noodig voor de ge-
zonde ontwikkeling van de tefonie en ver-
wacht mag worden, dat men na verloop van
tijd de voordeelen er van meer algemeen zal
waardeeren.
Op de vraag of de openstelling van de ge
legenheid tot rechtstreeksche telefoonverkeer
met Ned.-Indie uitzicht biedt op een spoedige
verbetering van de financieele bedrijfsresul-
taten der radio-telefonie wil de Minister zich
een stellig antwoord nog voorbehouden.
NIEUWE REGELING VAN DE PACHT.
Op 29 Juni zijn bij de Tweede Kamer twee
wetsontwerpen ingediend, houdende nieuwe
regeling van de pacht en instelling van pacht-
commissies.
Het is nog niet bekend of de nieuwe Regee-
ring de wetsontwerpen onveranderd zal hand-
haven. Slechts de hoofdbeginselen, waarvan
de ontwerpen uitgaan, worden daarom hier
vermeld.
Een der belangrijkste nieuwigheden, die het
Normaalondergoed, kousen, hand schoenen
enz. enz., wascht men in lauwwarm Persilsop.
Uuchtig heen en weer slaan en naspoelen
in lauwwarm water. Zoo wordt deze wasch
op de beste manier gereinigd. Gekleurde
wol wascht men koudWol niet wringen,
maar uitdrukken! Ter opfrissching van
de kleuren doet men in het spoelwater
een scheut blanke azijn. Men legt het wollen
goed op een schoone witte doek te drogen.
lEenig Importeur E. Ostermann Co's Handel Mii., Amsterdam Fabrikante: Henkel Cie. A. G., Dusseldorf
Persil
(Ingez. Med.)
een heeleboel zou kunnen helpen, tenmin-
ste als u zin en tijd heeft. En als t nul
op 't request wordt, dan hindert 't noq
niets, dat ilk u de heele qeschiedenis ver-
teld heb, want daarvoor ziet u er alle twee
te eerlijk uit. Dus om te beqinnen. Mijn
vaider is president van Guayacuador."
,,Nooit van qehoord", biechtte mr.
Todd eerlijik op.
,,Erqens in Zuid-Amerika zeker", pro-
beerde Georqe.
Miss Milliqan knikte.
,,Ja. 't Is een stukje land onqeveer zoo
qroot als Hyde Park, maar er is heel wat
meer te doen. Dat komt door de tin-
mijnen, denik ilk. IMijn vader is er vijf-en-
twintiq jaar qeleden met moeder toevalliq
terecht qekomen en is er qebleven. In
die vijif en-twintig jaar is hij zoo onqeveer
alles qeweest en twee jaar qeleden heb
ben ze hem President qemaakt of lie-
ver, heeft hij zichzelf President qemaakt.
Eens in de zooveel jaar hebben ze er
revolutie en van een van die qelegen-
heden heeft hij geprofiteerd. Sindsdien
is het er veel rustiqer qeweest... waar-
schijnlijk omidat m'n vader niet gemak-
kelijik is als het er op aankomt..."
,,Dat gelopf ik graag", zei Georqe.
,,In den regel", qinq miss Milliqan
voort, ,,zijn dat soort baantjes niets
waard; maar Guayacudor is een uitzon-
derinq op den reqel. Ten eerste heb ie
er ihoopen tinmijnen en dan heb je er
rechten en concessies en dergelijke din
qen meer. Vader dacht qauw rijik te zijn
en dan teruq te qaan, maar dat is them
niet meegevailen. Aan den vorigen Pre
sident was een steekje los zonder dat ze
het wisten en die heeft den boel zoo in
het honderd laten loopen voor ze hem
naar huis qestuurd hebben, dat vader een
jaar lanq heeft moeten ploeteren voordac
hij alles weer voor elkaar had. Maar als
hij t nu noq maar een poos kan uitizinqen
op zijn manier dan altijd dan is hij
binnen en dan heeft hij tenminste een on-
bezorqden ouden daq. Wat de qoeierd
best verdient..."
,,Daar twijfel ik qeen oogenbliik aan,"
zei Georqe.
,,De eeniqe moeilijikheid is 't geld. We
beqinnen op ons tandvleescih te loopen.
Sobrero dat was de vorige president
had zoowat alles opgebruikt en de rest
heeft het rechtzetten van den boel opge-
slokt. En dan is het leqer er noq twee-
honderd van de ergste bandieten, die je
ooit qezien hebt, in uniform uit de een of
andere opera-comique. Op het ooqen-
blik zijn ze zoo tarn als wat, eten uit je
hand... omdat ze vrij regelmatig betaald
worden. Maar wanneer dat niet meer
gebeurt En daar is kans op. Met een
beetje geluk .kunnen we ze noq een maand
lanq zoet ihouden, maar dan is het uit. En
wie het geld heeft, iheeft het leqer... zoo
zijn ze! En dat is het nu, waarover het
tusschen Smith en ons qaat."
Smith vroeq mr. Todd. ,,Hoe zit
dat in melkaar Zijn er in dat Guaya-
Guayac nou, u weet wel, alleen in-
boorlinqen of is het een soort van depen-
dance van het Vereeniqd Koninkrijk
Miss Mlilliqan glimlachte.
,,Ze zijn in Guayacudor al moe als ze
geboren worden en zoo komt het, dat
iemand met een beetje pit de baas over
ze spelen kan. Vader en Smith hebben
pit qenoeq voor een paar dozijn, anders
zijn er moeilijkheden. Smith is een En-
1 qelschman hij is na de revolutie qeko
men en sindsdien qebleven. En al dien
tijd heeft hij den boel zitten afkijlken en
nu vader alles voor elkaar heeft, vindt hij
dat hij nu best President kan worden. Ze
i zetten daar een revolutie op touw om een
j bagatel 't zit hun, om zoo te zeggen.
in het bloed en er zijn heel wat bij
die vader niet moqen. Op die manier
i heeft Smith een aardiqe hoeveelheid aan-
hangers qekreqen. Maar hij heeft qeen
geld en zoolanq hij dat niet heeft kan hij
niets beqinnen... kan hij in de eerste
plaats het leqer niet krijqen... En als hij
het leqer niet heeft..."
,,Hum!" zei Mr. Todd. ,,Dat klinkt
als een hoe-heet-dat-ook-alweer Zoo'n
dinqes 1"
j ,,Het doode punt", hielp Georqe hem.
,,Of, 'n beetje deftiqer: een impasse!"
j ,,Niet heelemaal zei miss Milliqan.
,,Want vader en ik hebben noq een snaar
op onzen booq. Toen vader het presi-
dentschap van Sobrero overnam, heeft hij
j mieteen, in een moeite door, zijn teqoed
op de bank overgenomen. Niet met
Sobrero's goedvinden natuurlijk, maar
dat kon vader niet schelen. Dat teqoed
bestond niet uit geld, maar uit juweelen,
losse juweelen. ter waarde van vijftiq-
duizend pond."
..Dan is de zaak opgelost", zei Georqe.
..Met behulp van dat hunt u qemakkelijk
aan geld komien."
,,Dat zou je denken, he zei miss Mil
liqan, ,,maar dat is niet zoo, Sobrero had
van die eiqenaardige manieren! Wie weet
hoe hij aan die juweelen qekomen is Een
ding is zeker, hij heeft er nooit idem zoo
veel op een solide toonbamk voor neer-
qeteld. Vader is er in Noord-A-merika
mee beziq qeweest, maar de menschen
waren zoo nieuwgierig, dat hij er wel mee
op moest houden. En daarom ben ik nu
hier."
,,He zei Georqe. ,,Wat bedoelt u..."
„Om te zien, of ik geld los kan krijqen.
We moesten wel aanpakken, omdat
Smith een maand qeleden uit Guayacudor
verdwenen was en we erachter qekomen
waren dat hij moeite deed om iemand te
vinden, die hem financieren wou. Ik ken
dit land min of meer ik ben hier zes
jaar op school qeweest dus liet ik rond-
strooien, dat ik voor mijn qezondheid
reizen moest, naaide den pluk in de vee
ring van mijn koffer en verdween op mijn
beurt. Het plan was, diat iik zoo gauw
ik in Enqeland was. me in verbindinq zou
stellen met een ouden vriend van vader
een zekere Reily iemand. die vijf
jaar qeleden scihatrijk qerepatrieerd is^
Vader en hij schrijven elkaar nog wel
eens en dus moest ik hem qaan opzoeken
en vragen, of hij me wou helpen. Giste-
ren ben ik aanqekomen, vandaaq ben ik
op het oorloqspad qeqaan... Hij woont
in Dorking, even buiten het plaatsje zelf.
t Was gemialkkelijk. qenoeq te vinden.
maar hij was niet thuis op reis voor
een week. En toen ik het hek van zijn
tuin uitkwam liep ik, bom, teqen de Bynqs
op."
(Wordt vervolgd.)