ALGEMEEN NIEUW8- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Put®! g&neestwn venfttaait de fuiid. N.V. Stoomwasscherij TFIQ fang ^ar an Eerste Blad. De strijd om de Zuidpsol. De dolende Juweelen is toch goedkooper. No. 8452. VRIJDAG 15 NOVEMBER 1929. 69e Jaargang. BI8HEHLAKD. ygUILLBTOK. Niemeijep Pruimtabak VLISSINGEN wssGsm TER NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen /1.40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen it. per post 1,80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar J nor Belgie en Amerika /2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post APonnementen voor het buiteuland alleen bij vooruitbetaling. llitgeefsterFlmia P. J. VAN DE 8ANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertemtien by regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrifgbaar is. Inzending van advertentien liefst 66n dag voor de ultgave. DIT BLAD VERSC niJNT IEDEREN MA ANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND I. Wanneer wij een wereldkaart of globe van voor dertig, veertig jaar verqelijken met de nieuwste kaarten van tegenwoor- diq worden wij er sterk door getroffen, dat allerlei on'bekende streken van vroe- ger nu niet meer als zoodanig kunnen worden betiteld. De ver'ste landen zijn doorzocht en de afgelegenste zeeen door- kruist. Men heeft de bronnen van den Nijl bereikt, en daar varen thans al stoombooten; de Victoria-watervallen, die pas een halve eeuw geleden door den eersten Europeaan zijn aansdhouwd, wor den niu al gebruikt om electrische kracht te verwekken, bekwame en moedige mannen hebben zelfs Tibet, het ,,zeer duistere land" doorkruist en een Neder- lander Visser heeft een groot deel van den Karakorum reeds in kaart gebracht, terwijl hij thans bezig is het reeds begon- nen wenk te voltooien. Het woord,, terra incognita (onbekend land) van de oude kaarten is nu onder namen en vele woor- den bedekt; de mensch van de 20ste eeuw wil van geen onibekend land meer hoo- ren of weten. Men gaat nu al de fantas- tische diepten der zeeen doorzoeken, om de fauna en flora daar te vinden en tege- lijk tracht de eene vlieger den anderen te overtreffen in diet bereiken van de hoog- ste luchtlagen. Want men wil ergens zijn, waar een ander nog niet is geweest en men zou, als dat mogelijk ware, wel graag en nog liever een ander planeet bereiken en onderzoeken. Hier toch zijn nagenoeg alle geheimen nagespeurd. Er is een streek, die haar raadselen vol schaamte tot nu toe voor de blikken der mienschen heeft vetborgen, twee streken zijn bet zelfs en dan juist de ikleine spil- einden, ver van het menschengedoe, als 't ware om iets nog vast te houden en te redden nit de aanralking van het menseh- dom. Zuid- en Noordpool heeft de aarde tot nu toe onaanqeroerd weten te bewa- ren, en die zijn dan tenminste nog niet ontwijd. Groote ibarrieres van ijs heeft zij geschoven voor dit laatste geheimenis, en er een eeuwigdurenden winter als wach- ter en bewiaker over aangesteld. Hier stormt bet bijna altijd en vriest het steeds; steenkoud is het er; hier bedreigt gevaar en gruwen bet leven, zelfs van de aller- dappersten. Zelfs de zon mag hier maar even een kijJcje komen nemen, en een menschenblik is er tot voor zeer kort niet over gegaan. iNu alweer tientallen van jaren volgen de expedities elkander op, en eigenlijk kon men tot voor zeer kort niet zeggen, dat een daarvan echt haar doel ten voile had bereikt. Wat liggen er velen, die koen en forsch hun leven waagden, daar onbegraven, maar diep betreurd. De twintigste eeuiw heeft het niet willen op- geven, en al maar weer nieuwere wapens zijn er gesimeed, en nieuwe pantsers uit- gevonden tegen dit gevaar; hoe meer tegenstand er ondervonden werd, des te sterker werd zijn verlangen. De mensch wil er alles van weten en hij zou nu in tien jaar tijds willen veroveren wat alle vorige duizenden jaren niet vermochten te bereiken. Naast den moed van den en- kele komt de wedijver der naties. Niet alleen meer om de pool strijden zij, maar oak om de vlag, die daar het eerste zal waaien, er begint als 't ware een kruis- tocht der rassen en volkeren om de door verlangen geheiligde plaafsen. Wij willen hier iets vertellen over de poging van den Engelschman Scott, eer- tijds kapitein bij de Engelsche marine, een man daar zonder bijzondere beteeke- nis. Hij had gediend tot tevredenheid zijner superieuren en later had hij deel- genomen aan de expeditie van Shackle- ton. Er was edhter nog niets, dat den held openbaarde. Zijn gezicht ziet er qewoon uit als van duizenden anderen Engel- schen, koud en tegeli)k energiek, zonder eenigen rcmantischen lijn. Zijn letter- schritt toont gewone Engelsche letters, zonder bijzondere kemmerken, en zijn stijl is heider en correct, pakikend in realiteit en zonder fantasie, ja, haast drooq als een rapport. Was hij lanatiek, dan zou men hem een fanaticus hebben kunnen noe- men op 't gebied van de zakeliiikheid, en hij is dus zeker wel een heel echte En gelschman uit "dat land en volk, waar Lelts gemaliteit zich dringt en drukt bin nen den kristallen vorm der ihechtste plichtsvervulling. Men kriigt zoo het ge- voel, dat deze Pcott reeas nonderd keer in de Engelsche geschiedenis is voor- gekomen; dat hij Indie heeft veroverd en naamlooze eilanden in den Archipel; dat hij het is, die de hand heeft geslagen aan de koionisatie van Afriika, enz. enz. Scott wou afmaken, voltooien, wat Shaokleton begonnen was. Kij rustle een expeditiie uit, maar de geldmiddelen wa- ren gansch niet toereikend. JJoch dat hm- derde hem niet, hij olferde zijn vermoqen op, en maakte schulden in de zekerheid, dat het hem zou gelukken. Vrouw en kind werden verlaten. V rienden en kameraads waren weldra gevonden, niets van deze aarde kon zijn wil meer buigen of breken. .Terra Nova" heette het wonderiijke schip, dat hem brengen zou tot aan den rand van de ijszee en het leeik wel een tweede arke Noachs, vol levend getier, en tegelijik een modern laboratorium, met duizenden instrumenten enjboeken. Want alles moest mee, wat een mensch noodig kon hebben voor 1-ichaam en geest, naar deze leege en onbewoonde wereld, het werd wel een wondere menging van hei meest primitieve van den oermensch aan huiden en pelsen en zakken met daar- naast de allermodernste instrumenten! Den lsten ]uni 1911 werd Engeland verlaten, juist in den allermooisten tijd van het jaar. Hoe sappig en groen zijn daar dan de weiden, hoe brandt er de zon op veld en stad! En deze menschen, die juist nu vandaar vertrekken, zijn op weg naar regionen, waar zij geen warmte en geen zonneschijn zullen vinden, som- migen hunner gaan wellicht voorgoed van huis. Maar in de top van den mast waait de Engelsche vlag en zij troosten er izich mede, dat dit teeken met hen mede gaatr Na een korte rustpoos landen zij in Januari in Nieuw-Zeeland bij Kaap Emas, aan den rand van het eeuwige ijs en nu maken zij een buls klaar, am daarin te gaan overwinteren. December en ja nuari heeten daar de zomermaanden, omdat alleen in dien tijd van het jaar de zon een paar uren daags aan den hemel glanst. Uit hout zijn demuren getimmerd, precies als bij vroegere expedities, maar van binnen ziet het er nu toch wel heel anders uit en ikan men grooten vooruit- gang bemerken. Terwijl hun voorqangers nog met stinkende traanlampen zaten in het halfduister, en vermoeid door de een- tonigheid van die zonlooze dagen, hebben deze menschen uit de twintigste eeuw de heele wereld, en de heele wetenschap tusschen hun vier muren. Zij genieten van mooi, wit acetyleenlicht; ze hebben een cinematograaif bij zich en projectielan- taarns, een pianola zorgt voor muziek, de grammophoon brengt hun de mensche- lijke stem zeer nabij ep de bibliotheek zorgt voor de wetenschap van hun tijd. Er wordt op een schrijfmachine getikt en er is een ,,donkere kamer", waar films en kleurfoto's worden ontwikkeld. De geo- loog onderzocht gesteenten op radio-acti- viteit, de zooloog ontdekt nieuwe parisie- ten bij de gevangen pinguins; metereolo- gische observaties wisselen af met physi- s^ne proeincmingen; icvie. heeft zijn e.gen terrein en zijn eigen taak voor deze don- kere maanden, en al die twdntiq men schen zijn tevens bezig om elkander ver- der te brengen, want om beurten houden zij lezingen s avonds, een soort volks- universiteit te midden van eeuwig ijs en eeuwige sneeuw; ieder pro'beert een ander iets verder te brengen en zij genieten veel van de onderbnge gedachtenwisse- lingen. De spec.aiisee nig geett haar eigen hoogmoedige zelfgenoegzaamheid op en beproeft den ander iets bij te bren gen. Het is wel heel treffend om het te iezen, hoe deze diep-ernstige men schen daartussohendoor genoegen kon- den hebben bij hun Kerstfeesbviering, of plezier door de leuke gra.ppen uit de ,,Zuid-pool-Times een ihumoristisch blaadje, dat zij onder eikaar uugeven, terwijl allerlei kleine gebeurtenisseil voor deze lieden gewicht krijgen.'Het wonder- voile is voor hen gewoonheid geworden. en het kleine en kileinste wordt nu juist groot. Intusschen beginnen zij eenige voorbe- reidselen te treffen. Zij probeeren eens hun motor-sleeden, zij oefenen zich in het ski-loopen en dresseeren- de honden. Zii brengen een depot in gereediheid voor de groote reis, maar langzaami, heel lang- zaam, gaan de blaadjes van de scheur- kalender, totdat er eindelijk een schip komt met brieven van thuis. Kleine groe- pen wagen ma tijdens een grimmigen winter reeds dagreizen, om zich een beetje te harden; de tenten worden al eens qe- probeerd, de ervaringen bevestigd. Niet alles lulkt, maar juist de moeilijkheden geven hun nieuwen moed. Als ze dan weer van hun expeditie terugkomen, half bevroren en dood-vermoeid, is er jubel om hen te onbvangen en een warme haardgloei. Het kleine, maar behaqelijke huis op den 77sten breedtegraad sohijnt hun na die dagen van ontbering het zaligste oponthoud van de wereld. Maar een keer komt er een expeditie uit het Westen terug, terwijl de bood- schap, die zij meebrengen stilte in het ,,gezin" brengt. Wat toch is er gebeurd? Zij hebben op hun zwerftocht het winter- kwartier ontdekt van Amundsen, en nu weet Scott opeens, dat buiten de vorst en het gevaar, er nog een ander is, die hem zijn roem tracht afhandig te maken, zijn roem van het eerst de Zuidpool te hebben bereikt: Amundsen, een Noor! En Scott gaat zitten nameten op de kaarten. Men denke zicih zijn ontzetting in, als hij tot de ontdekking komt, dat Amundsens winterkwartier wel 110 K.M. dichter bij de Pool zich bevindt dan het zijne. Hij schrikt er ontzettend van, maar toch ver- saagt hij niet. ,,Voorwaarts, voor de eer van mijn land!" schrijft hij vol trots in zijn dagboek. Nog een enkelen keer duikt de naam van Amundsen in zijn dag'boek op, maar dan niet meer; men kan daaruit opmaken, dat er sedert dien dag van daarstraks een schaduw vol an'gst ligt over het eenzame en haast bevroren huis. En vanaf dit moment is er geen enkel uur meer, waarin deze naam zijn slaap niet angstig maakt en zijn waken evenzeer. TWEEDE KAMER. Vergadering van Woensdag. Besloten wordt de begrootitig van justitie aan de agenda toe te voegen en de interpella- tie-de Visser over de vervolging van Indone- siers voorloopig af te voeren. Voortgezet worden de algemeene besehou- wingen over de rijksbegrooting. De heer Knottenbelt (lib.) aeht de liberate beginselen meer democratisch dan de sociaal- democratiscbe, en betoogt, dat de rechtsche sprekers liberale klanken deden hooren. Spre- ker meent, dat een parlementair kabinet mogelijk was, als de beginselen der rechter- zijde homogeniteit waarborgden ook zonder bindend program. Spreker dringt aan op raadpleging van de Staten-Generaal over de voorgenomen Indische bestuurshervorming. De heer Vliegen (s.d.) acht het vreemd, dat de roomsch-katholieken geen onderzoek wen- schen naar den; laster en de terreur in het Zuiden des lands. De liberalen noemt spre ker niet democratisch, daar zij de democratic beperken tot politieke democratie. Met de Christelijke levensopvatting heeft de politiek, meent spreker voorts, niets te maken. De financieele politiek van overschotten is door de salarisverlaging en andere verslech- ting een ramp geweest. Het kabinet heeft zich uitsluitend gericht tot de rechterzijde, hetgeen het als eenzijdig stempelt. Afschaf- fing van exorbitante rechten en het stakings- verbod in Indie noemt spreker een dringenden eisch. De heer van Vuuren (r.k.) heeft inzake de (Ingez. Med.) door K. R. G. BROWNE. 6) (Vervolq.) ,,Nou vroef) Mr. Todd op een toon, die het bewijs was dat zijn trots het van zijn ontzag gewonnen had. ,,Een aardig bakkde, wat?" George haalde diep adem en nam met een eer'biedig gebaar zijn hoed af. ,,iBuiitenqewoon," zei hij. ,,Er ontbre- ken maar twee dingen aan." ,,En die zijn 1" vroeg Mr. Todd scherp. ,,Een recreatie-zaal voor de dienst- boden en een badkamer." Mr.. Todd grinnikte. „Je bent me toch een grappenmaiker, George 1" Hij haalde een massief gou- den horioge voor den dag en bestudeerde de wijzerplaat. „Tien over vieren. Wat vin-je ervan Zouen we nog een eindje gaan rijden Om s te probeeren hoe-ie loopt „Graaq," gaf de grappenmaker ten antwoord. ,,Maar dan ga ik m toch eerst even van binnen inspecteeren. Wat ik zeggen wou, ik heb geen rijbewijs „Ik wel," zei Mr. Todd. ,,Dat heeft die zoon van den een of anderen hertog voor me in orde gemaakt. Ik zal t even gaan halen. Ondertusschen kan jij de machine- kamer naikijken..." Toen onze adspirant-roue na verloop van een kwartier met de officieele goed- keuring om op eliken openbaren weg in het Vereenigd Koninkrijk zooveel te moorden als hij maar wilde, in zijn hand, de garage weer kwam binnen stappen, j zag hij daar zijn employe in zijn hemds- mouiwen, met verwarde haren en lichte- j lijk besmeurd gezicht in devote houding naar het fluisteren van den Weston-Win- j dhester motor staan luisteren. Bij het bin- nenikomen van Mr. Todd keek hij op en J glimlaohte verrukt. Allies schitterend in ordekondigde hij aan. „De boel loopt als een klok. Ik heb den chef-monteur erbij gehad en nu ben ik achter de versnellingen en zoo. Als u even wilt wachten? Dan bik ik de laag modder op mijn gezicht en handen er af. Een minuut of tien later gleed de Wes ton Winchester uit de garage te voor- schijn, draaide soepel om en reed voort naar het Embankment. Achter het stuur zat Mr. Merriweather Ashlburnham Carr met een gezicht alsof hij zijn heele leven niet anders gedaan had dan Weston- Winchesters besturen, een opzet, waarin hij tamelijk wel slaagde. En naast hem zat Mr. iDecimus Todd met een gezicht, alsof dit niets nieuws voor hem was, een opzet, waarin hij duidelijk zichtbaar fa aide. „En waar gaan we nu naartoe?" vroeg George. ,,De wereld ligt aan onze voe- ten, de avond is nog jong en we hebben genoeg benzine in het reservoir om ons naar het andere einde van de wereld te brengen." ,,Dat laat ik aan jou over, jong". gaf Mr. Todd ten antwoord. ,,Ik ben alles vergeten wat ik ooit van dit land gewe- ten heb." George knikte. Even daarna draaide hij de zilverig glanzende motorkap naar het Westen om. ,,Dan wordt het Surrey. Surrey, de tuin van Engeland en de speelplaats van onze gepensionneerde militairen. Een prachtiqe streek, zoolang je op veiligen afstand van de hoofdwegen blijft." De Weston Winchester gleed ge- ruischloos voort. George begon tot de ontdekking te komen, dat zijn vaardigheid in het chauffeeren in die drie jaren niet in het minst geleden had en genoot dien- tengevol.ge dubbel. Het scheen wel of de auto zijn intenties aanvoelde; zij stuurde zich om zoo te zeggen zelf. Langs White hall en Pall Mall, door St. Jamesstreet en Piccadilly kwamen ze in Knightsborough en zoo in Kensington. En daar moest George, inwendig mopperend, vaart min- deren tot hij voortkroop voortkroop door de opeenhooping van bussen, vrachtauto's, kinderwagens, stratenma- kers en voetgangers, die High Kensig- ton Street tot zoo'n dorado voor automo- bilisten maakt. „Er bestaan drie soorten van ezels", zei George opeens. „Gewone ezels, stom- me ezels en menschen die de straat over- steken met hun rug naar het verkeer toe". De claxon gonsde een waarsohu- wenden drieklank. Een slaapwandelaar op leeftijd schrok wakker en stelde zich, met een sprong die een gems eer aange- daan zou hebben, in veiligheid. George grinnikte vol leedvermaak. Voor den man achter het sbuur zijn alle voe .gangers adspirant-zelfmoordenaars en voor elken voetganger is de naam chauffeur" syroniem met moordenaar. De Weston Winchester gleed qonzend voort; van Hammersmith ging het door Resrelmatige en franco afhallng en bezorglng. Nette bediening. (Ingez. Med.) financien in de woorden van den minister niets gevonden, dat in strijd is met spreker's wenschen. DE A.V.R.O. EN DE CONFESSIONEELE „GLEICHWELAiEN". Van de zgde van de A.V.R.O. wordt in ver- band met de aanvraag van de K.R.O. en. N.C.R.V. om vergunning voor den bouw van. een „Gleichwellen-systeem" een communique uitgegeven, waaraan het volgende wordt ont- leend De A.V.R.O. merkt op dat met het verzoek de volkomen onjuiste indruk wordt geves- tigd, alsof de confessioneele omroep-vereeni- gingen een zoodanig gebruiksrecht op de 1875, M. golf hebben verworven, dat zij daaraan zelfstandig een uitbreiding zouden mogen ge ven door „aanhaking" van een groep Gleich- wellenzenders. Het gebruiksrecht, dat de A.V.R.O. op de 1875 M. bezit is volgens deze laatste stellig niet kleiner dan dat van N.C.R.V. en K.R.O. Dat de regeering deze meening ook is toe- gedaan, heeft de golflengte-verdeeling van 6 Juli 1929, gelast door minister Van der Vegte, duidelijk aangetoond. Reeds hierom wordt het verzoek dus een slag in de lucht genoemd. Men wil uitbreiding geven aan een gebouw, waarop men onvoldoende eigendomsrecht be zit. De N.C.R.V. en K.R.O. willen met een Barnes, Richmond en Twickenham naar Kingston. Even voorbij Kingston draaide George, die voor dat soprt dingen een on- feilbaar geheugen bezat, een zijlaan in en stuurde langs allerlei onbekende wegen en wegjes op het hart van Surre, aan. Zoo veriiep er een uur en nog steeds reed de groote auto zacht-ronkend voort. George zei niet veel voor iemand, die in drie jaar geen auto-stuur in handen ge had heeft, is het manoeuivreeren met een grooten zes-cylinder wagen een genot, dat in stilte genoten moet worden. En Mr. Todd was evenmin spraakzaam ten deele omdat het bezit van zoo'n kost'baar en ingewikkeld stuk speelgoed hem nog steeds imponeerde, maar in hoofdzaak omdat het vlugge, soepele rijden in com- binatie met het zachtte snorren van den motor hem in een toestand van zalige, half-indommelende vergetelheid bracht. Zoo kwamen ze in Epsom en daarna in Leatherhead en ten slotte in Docking. En een paar kilometer voorbij dit laatste be- koorlijke, maar door auto's wel wat te drulk gefrequenteerde stadje keek George naar het klokje voor hem en zuchbte diep. ,,Tijd om naar huis te gaan", kondigde hij aan. „Als we voor het eten in Londen wiillen zijn, moeten we nu terug." Mr. Todd schoot overeind en iknip- perde met zijn oogen. ,,Hel... Wat zei-jel... O, net zooals je wil, jong. 't Is fijn geweest". Hij trok zijn vest af en keek speurend am zich heen. „Ik weet niet hoe jij .erover denkt. George, maar ik wou dat ik wat te drin- ken had. }e krijgt van niks zoo'n dorst als van thee." George wees grinnikend naar een plek Gleichwellenstelsel een volkomen overbodige uitbreiding geven aan een bestaande op zich zelf voor Nederland voldoende omroepgolf. Zjj willen dus een zenderluxe scheppen, waaraan geen behoefte is. De A.V.R.O. daarentegen wil haar Gleich wellenstelsel bezigen, om zendtijduitbreiding mogelijk te maken. Het Nederlandsche om- roepvraagstuk is niet acuut, omdat de ont- vangstmogelijkheden hoe wenschelijk op zichzelf ook verbetering behoeven, maar omdat er nood is aan uitingstijd. Hij, die dus voor hen uit, eenzaam en verlaten, tus schen wat boomen een kleine uitspanninq stond. „Zoekt en ge zult vinden! Uitspannin- gen op bestelling a la minute! Chauffeurs ex-thee-bedienden en vaste-qoederen- menschen worden extra goed bediend ,,Vooruit ermee!" zei mr. Todd. De auto minderde vaart en hield vlak. voor de deur van de uitspanninq stil. George zette den motor af, deed het por- tier open, liet zich van zijn zitplaats qlij- den, rekte zich uit en zuchtte in-tevreden. ,,Ik heb b'lijkbaar m'n geluikkiqen dag", mediteerde hij. „Eerst dien vent aan zijn neus getrokken en daarna met een Wes ton Winchester uren en uren aan het rij den geweest. Als u t mij vraaqt mr. Todd.'.." Maar mr, Todd had zich al in bewe- ginq gezet, de richting van de cafe-deur uit. George grinnikte en ging, na nog een laatsten liefkoozenden blik op den Wes ton Winchester, zijn patroon aohterna. Het duurde een voile tien minuten voor ze weer, verkwikt, te voorschijn kwamen. George bleef op den drempel staan om een sigaret op te steken. Mr. Todd kwam een halven meter verder den weg op, stak zijn handen in zijn broekzakken, legde zijn hoofd op een kant en ibekeek zijn nieuwe aanwinst met eerbiedige bewondering. ,,Snoes, die je bent", zei hij liefkoozend. „Wat ben ik blij, dat die hypnotiseur me verleid heeft je te koopen! Maar toch is het ook waar... wat jij, George?... dat het toch eigenlijk lef van me is, om in zoo iets rond te rijden. We hooren niet bij mekaar, of je 't nou zoo of zoo bekijkt." (Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1929 | | pagina 1