ALGEMEEN NIEUW8- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Put®! g&neestwn venfttaait de fuiid.
N.V. Stoomwasscherij TFIQ
fang ^ar an
Eerste Blad.
De strijd om de Zuidpsol.
De dolende Juweelen
is toch goedkooper.
No. 8452.
VRIJDAG 15 NOVEMBER 1929.
69e Jaargang.
BI8HEHLAKD.
ygUILLBTOK.
Niemeijep
Pruimtabak
VLISSINGEN
wssGsm
TER NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen /1.40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
it. per post 1,80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
J nor Belgie en Amerika /2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post
APonnementen voor het buiteuland alleen bij vooruitbetaling.
llitgeefsterFlmia P. J. VAN DE 8ANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertemtien by regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrifgbaar is. Inzending van advertentien liefst 66n dag voor de ultgave.
DIT BLAD VERSC niJNT IEDEREN MA ANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
I.
Wanneer wij een wereldkaart of globe
van voor dertig, veertig jaar verqelijken
met de nieuwste kaarten van tegenwoor-
diq worden wij er sterk door getroffen,
dat allerlei on'bekende streken van vroe-
ger nu niet meer als zoodanig kunnen
worden betiteld. De ver'ste landen zijn
doorzocht en de afgelegenste zeeen door-
kruist. Men heeft de bronnen van den
Nijl bereikt, en daar varen thans al
stoombooten; de Victoria-watervallen, die
pas een halve eeuw geleden door den
eersten Europeaan zijn aansdhouwd, wor
den niu al gebruikt om electrische kracht
te verwekken, bekwame en moedige
mannen hebben zelfs Tibet, het ,,zeer
duistere land" doorkruist en een Neder-
lander Visser heeft een groot deel van
den Karakorum reeds in kaart gebracht,
terwijl hij thans bezig is het reeds begon-
nen wenk te voltooien. Het woord,, terra
incognita (onbekend land) van de oude
kaarten is nu onder namen en vele woor-
den bedekt; de mensch van de 20ste eeuw
wil van geen onibekend land meer hoo-
ren of weten. Men gaat nu al de fantas-
tische diepten der zeeen doorzoeken, om
de fauna en flora daar te vinden en tege-
lijk tracht de eene vlieger den anderen te
overtreffen in diet bereiken van de hoog-
ste luchtlagen. Want men wil ergens zijn,
waar een ander nog niet is geweest en
men zou, als dat mogelijk ware, wel graag
en nog liever een ander planeet bereiken
en onderzoeken. Hier toch zijn nagenoeg
alle geheimen nagespeurd.
Er is een streek, die haar raadselen vol
schaamte tot nu toe voor de blikken der
mienschen heeft vetborgen, twee streken
zijn bet zelfs en dan juist de ikleine spil-
einden, ver van het menschengedoe, als
't ware om iets nog vast te houden en te
redden nit de aanralking van het menseh-
dom. Zuid- en Noordpool heeft de aarde
tot nu toe onaanqeroerd weten te bewa-
ren, en die zijn dan tenminste nog niet
ontwijd. Groote ibarrieres van ijs heeft zij
geschoven voor dit laatste geheimenis, en
er een eeuwigdurenden winter als wach-
ter en bewiaker over aangesteld. Hier
stormt bet bijna altijd en vriest het steeds;
steenkoud is het er; hier bedreigt gevaar
en gruwen bet leven, zelfs van de aller-
dappersten. Zelfs de zon mag hier maar
even een kijJcje komen nemen, en een
menschenblik is er tot voor zeer kort niet
over gegaan.
iNu alweer tientallen van jaren volgen
de expedities elkander op, en eigenlijk
kon men tot voor zeer kort niet zeggen,
dat een daarvan echt haar doel ten voile
had bereikt. Wat liggen er velen, die
koen en forsch hun leven waagden, daar
onbegraven, maar diep betreurd. De
twintigste eeuiw heeft het niet willen op-
geven, en al maar weer nieuwere wapens
zijn er gesimeed, en nieuwe pantsers uit-
gevonden tegen dit gevaar; hoe meer
tegenstand er ondervonden werd, des te
sterker werd zijn verlangen. De mensch
wil er alles van weten en hij zou nu in
tien jaar tijds willen veroveren wat alle
vorige duizenden jaren niet vermochten
te bereiken. Naast den moed van den en-
kele komt de wedijver der naties. Niet
alleen meer om de pool strijden zij, maar
oak om de vlag, die daar het eerste zal
waaien, er begint als 't ware een kruis-
tocht der rassen en volkeren om de door
verlangen geheiligde plaafsen.
Wij willen hier iets vertellen over de
poging van den Engelschman Scott, eer-
tijds kapitein bij de Engelsche marine,
een man daar zonder bijzondere beteeke-
nis. Hij had gediend tot tevredenheid
zijner superieuren en later had hij deel-
genomen aan de expeditie van Shackle-
ton. Er was edhter nog niets, dat den held
openbaarde. Zijn gezicht ziet er qewoon
uit als van duizenden anderen Engel-
schen, koud en tegeli)k energiek, zonder
eenigen rcmantischen lijn. Zijn letter-
schritt toont gewone Engelsche letters,
zonder bijzondere kemmerken, en zijn stijl
is heider en correct, pakikend in realiteit
en zonder fantasie, ja, haast drooq als een
rapport. Was hij lanatiek, dan zou men
hem een fanaticus hebben kunnen noe-
men op 't gebied van de zakeliiikheid, en
hij is dus zeker wel een heel echte En
gelschman uit "dat land en volk, waar
Lelts gemaliteit zich dringt en drukt bin
nen den kristallen vorm der ihechtste
plichtsvervulling. Men kriigt zoo het ge-
voel, dat deze Pcott reeas nonderd keer
in de Engelsche geschiedenis is voor-
gekomen; dat hij Indie heeft veroverd en
naamlooze eilanden in den Archipel; dat
hij het is, die de hand heeft geslagen aan
de koionisatie van Afriika, enz. enz.
Scott wou afmaken, voltooien, wat
Shaokleton begonnen was. Kij rustle een
expeditiie uit, maar de geldmiddelen wa-
ren gansch niet toereikend. JJoch dat hm-
derde hem niet, hij olferde zijn vermoqen
op, en maakte schulden in de zekerheid,
dat het hem zou gelukken. Vrouw en kind
werden verlaten. V rienden en kameraads
waren weldra gevonden, niets van deze
aarde kon zijn wil meer buigen of breken.
.Terra Nova" heette het wonderiijke
schip, dat hem brengen zou tot aan den
rand van de ijszee en het leeik wel een
tweede arke Noachs, vol levend getier,
en tegelijik een modern laboratorium, met
duizenden instrumenten enjboeken. Want
alles moest mee, wat een mensch noodig
kon hebben voor 1-ichaam en geest, naar
deze leege en onbewoonde wereld, het
werd wel een wondere menging van hei
meest primitieve van den oermensch aan
huiden en pelsen en zakken met daar-
naast de allermodernste instrumenten!
Den lsten ]uni 1911 werd Engeland
verlaten, juist in den allermooisten tijd
van het jaar. Hoe sappig en groen zijn
daar dan de weiden, hoe brandt er de
zon op veld en stad! En deze menschen,
die juist nu vandaar vertrekken, zijn op
weg naar regionen, waar zij geen warmte
en geen zonneschijn zullen vinden, som-
migen hunner gaan wellicht voorgoed
van huis. Maar in de top van den mast
waait de Engelsche vlag en zij troosten
er izich mede, dat dit teeken met hen
mede gaatr
Na een korte rustpoos landen zij in
Januari in Nieuw-Zeeland bij Kaap
Emas, aan den rand van het eeuwige ijs
en nu maken zij een buls klaar, am daarin
te gaan overwinteren. December en ja
nuari heeten daar de zomermaanden,
omdat alleen in dien tijd van het jaar de
zon een paar uren daags aan den hemel
glanst. Uit hout zijn demuren getimmerd,
precies als bij vroegere expedities, maar
van binnen ziet het er nu toch wel heel
anders uit en ikan men grooten vooruit-
gang bemerken. Terwijl hun voorqangers
nog met stinkende traanlampen zaten in
het halfduister, en vermoeid door de een-
tonigheid van die zonlooze dagen, hebben
deze menschen uit de twintigste eeuw de
heele wereld, en de heele wetenschap
tusschen hun vier muren. Zij genieten van
mooi, wit acetyleenlicht; ze hebben een
cinematograaif bij zich en projectielan-
taarns, een pianola zorgt voor muziek,
de grammophoon brengt hun de mensche-
lijke stem zeer nabij ep de bibliotheek zorgt
voor de wetenschap van hun tijd. Er
wordt op een schrijfmachine getikt en er
is een ,,donkere kamer", waar films en
kleurfoto's worden ontwikkeld. De geo-
loog onderzocht gesteenten op radio-acti-
viteit, de zooloog ontdekt nieuwe parisie-
ten bij de gevangen pinguins; metereolo-
gische observaties wisselen af met physi-
s^ne proeincmingen; icvie. heeft zijn e.gen
terrein en zijn eigen taak voor deze don-
kere maanden, en al die twdntiq men
schen zijn tevens bezig om elkander ver-
der te brengen, want om beurten houden
zij lezingen s avonds, een soort volks-
universiteit te midden van eeuwig ijs en
eeuwige sneeuw; ieder pro'beert een ander
iets verder te brengen en zij genieten
veel van de onderbnge gedachtenwisse-
lingen. De spec.aiisee nig geett haar
eigen hoogmoedige zelfgenoegzaamheid
op en beproeft den ander iets bij te bren
gen. Het is wel heel treffend om het te
iezen, hoe deze diep-ernstige men
schen daartussohendoor genoegen kon-
den hebben bij hun Kerstfeesbviering, of
plezier door de leuke gra.ppen uit de
,,Zuid-pool-Times een ihumoristisch
blaadje, dat zij onder eikaar uugeven,
terwijl allerlei kleine gebeurtenisseil voor
deze lieden gewicht krijgen.'Het wonder-
voile is voor hen gewoonheid geworden.
en het kleine en kileinste wordt nu juist
groot.
Intusschen beginnen zij eenige voorbe-
reidselen te treffen. Zij probeeren eens
hun motor-sleeden, zij oefenen zich in het
ski-loopen en dresseeren- de honden. Zii
brengen een depot in gereediheid voor de
groote reis, maar langzaami, heel lang-
zaam, gaan de blaadjes van de scheur-
kalender, totdat er eindelijk een schip
komt met brieven van thuis. Kleine groe-
pen wagen ma tijdens een grimmigen
winter reeds dagreizen, om zich een beetje
te harden; de tenten worden al eens qe-
probeerd, de ervaringen bevestigd. Niet
alles lulkt, maar juist de moeilijkheden
geven hun nieuwen moed. Als ze dan
weer van hun expeditie terugkomen, half
bevroren en dood-vermoeid, is er jubel
om hen te onbvangen en een warme
haardgloei. Het kleine, maar behaqelijke
huis op den 77sten breedtegraad sohijnt
hun na die dagen van ontbering het
zaligste oponthoud van de wereld.
Maar een keer komt er een expeditie
uit het Westen terug, terwijl de bood-
schap, die zij meebrengen stilte in het
,,gezin" brengt. Wat toch is er gebeurd?
Zij hebben op hun zwerftocht het winter-
kwartier ontdekt van Amundsen, en nu
weet Scott opeens, dat buiten de vorst en
het gevaar, er nog een ander is, die hem
zijn roem tracht afhandig te maken, zijn
roem van het eerst de Zuidpool te hebben
bereikt: Amundsen, een Noor! En Scott
gaat zitten nameten op de kaarten. Men
denke zicih zijn ontzetting in, als hij tot
de ontdekking komt, dat Amundsens
winterkwartier wel 110 K.M. dichter bij
de Pool zich bevindt dan het zijne. Hij
schrikt er ontzettend van, maar toch ver-
saagt hij niet. ,,Voorwaarts, voor de eer
van mijn land!" schrijft hij vol trots in
zijn dagboek.
Nog een enkelen keer duikt de naam
van Amundsen in zijn dag'boek op, maar
dan niet meer; men kan daaruit opmaken,
dat er sedert dien dag van daarstraks een
schaduw vol an'gst ligt over het eenzame
en haast bevroren huis. En vanaf dit
moment is er geen enkel uur meer, waarin
deze naam zijn slaap niet angstig maakt
en zijn waken evenzeer.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
Besloten wordt de begrootitig van justitie
aan de agenda toe te voegen en de interpella-
tie-de Visser over de vervolging van Indone-
siers voorloopig af te voeren.
Voortgezet worden de algemeene besehou-
wingen over de rijksbegrooting.
De heer Knottenbelt (lib.) aeht de liberate
beginselen meer democratisch dan de sociaal-
democratiscbe, en betoogt, dat de rechtsche
sprekers liberale klanken deden hooren. Spre-
ker meent, dat een parlementair kabinet
mogelijk was, als de beginselen der rechter-
zijde homogeniteit waarborgden ook zonder
bindend program. Spreker dringt aan op
raadpleging van de Staten-Generaal over de
voorgenomen Indische bestuurshervorming.
De heer Vliegen (s.d.) acht het vreemd, dat
de roomsch-katholieken geen onderzoek wen-
schen naar den; laster en de terreur in het
Zuiden des lands. De liberalen noemt spre
ker niet democratisch, daar zij de democratic
beperken tot politieke democratie. Met de
Christelijke levensopvatting heeft de politiek,
meent spreker voorts, niets te maken.
De financieele politiek van overschotten is
door de salarisverlaging en andere verslech-
ting een ramp geweest. Het kabinet heeft
zich uitsluitend gericht tot de rechterzijde,
hetgeen het als eenzijdig stempelt. Afschaf-
fing van exorbitante rechten en het stakings-
verbod in Indie noemt spreker een dringenden
eisch.
De heer van Vuuren (r.k.) heeft inzake de
(Ingez. Med.)
door
K. R. G. BROWNE.
6) (Vervolq.)
,,Nou vroef) Mr. Todd op een toon,
die het bewijs was dat zijn trots het van
zijn ontzag gewonnen had. ,,Een aardig
bakkde, wat?"
George haalde diep adem en nam met
een eer'biedig gebaar zijn hoed af.
,,iBuiitenqewoon," zei hij. ,,Er ontbre-
ken maar twee dingen aan."
,,En die zijn 1" vroeg Mr. Todd scherp.
,,Een recreatie-zaal voor de dienst-
boden en een badkamer."
Mr.. Todd grinnikte.
„Je bent me toch een grappenmaiker,
George 1" Hij haalde een massief gou-
den horioge voor den dag en bestudeerde
de wijzerplaat. „Tien over vieren. Wat
vin-je ervan Zouen we nog een eindje
gaan rijden Om s te probeeren hoe-ie
loopt
„Graaq," gaf de grappenmaker ten
antwoord. ,,Maar dan ga ik m toch
eerst even van binnen inspecteeren. Wat
ik zeggen wou, ik heb geen rijbewijs
„Ik wel," zei Mr. Todd. ,,Dat heeft die
zoon van den een of anderen hertog voor
me in orde gemaakt. Ik zal t even gaan
halen. Ondertusschen kan jij de machine-
kamer naikijken..."
Toen onze adspirant-roue na verloop
van een kwartier met de officieele goed-
keuring om op eliken openbaren weg in
het Vereenigd Koninkrijk zooveel te
moorden als hij maar wilde, in zijn hand,
de garage weer kwam binnen stappen, j
zag hij daar zijn employe in zijn hemds-
mouiwen, met verwarde haren en lichte- j
lijk besmeurd gezicht in devote houding
naar het fluisteren van den Weston-Win- j
dhester motor staan luisteren. Bij het bin-
nenikomen van Mr. Todd keek hij op en J
glimlaohte verrukt.
Allies schitterend in ordekondigde
hij aan. „De boel loopt als een klok. Ik
heb den chef-monteur erbij gehad en nu
ben ik achter de versnellingen en zoo. Als
u even wilt wachten? Dan bik ik de laag
modder op mijn gezicht en handen er af.
Een minuut of tien later gleed de Wes
ton Winchester uit de garage te voor-
schijn, draaide soepel om en reed voort
naar het Embankment. Achter het stuur
zat Mr. Merriweather Ashlburnham Carr
met een gezicht alsof hij zijn heele leven
niet anders gedaan had dan Weston-
Winchesters besturen, een opzet, waarin
hij tamelijk wel slaagde. En naast hem
zat Mr. iDecimus Todd met een gezicht,
alsof dit niets nieuws voor hem was, een
opzet, waarin hij duidelijk zichtbaar
fa aide.
„En waar gaan we nu naartoe?" vroeg
George. ,,De wereld ligt aan onze voe-
ten, de avond is nog jong en we hebben
genoeg benzine in het reservoir om ons
naar het andere einde van de wereld te
brengen."
,,Dat laat ik aan jou over, jong". gaf
Mr. Todd ten antwoord. ,,Ik ben alles
vergeten wat ik ooit van dit land gewe-
ten heb."
George knikte. Even daarna draaide
hij de zilverig glanzende motorkap naar
het Westen om.
,,Dan wordt het Surrey. Surrey, de tuin
van Engeland en de speelplaats van onze
gepensionneerde militairen. Een prachtiqe
streek, zoolang je op veiligen afstand van
de hoofdwegen blijft."
De Weston Winchester gleed ge-
ruischloos voort. George begon tot de
ontdekking te komen, dat zijn vaardigheid
in het chauffeeren in die drie jaren niet
in het minst geleden had en genoot dien-
tengevol.ge dubbel. Het scheen wel of de
auto zijn intenties aanvoelde; zij stuurde
zich om zoo te zeggen zelf. Langs White
hall en Pall Mall, door St. Jamesstreet en
Piccadilly kwamen ze in Knightsborough
en zoo in Kensington. En daar moest
George, inwendig mopperend, vaart min-
deren tot hij voortkroop voortkroop
door de opeenhooping van bussen,
vrachtauto's, kinderwagens, stratenma-
kers en voetgangers, die High Kensig-
ton Street tot zoo'n dorado voor automo-
bilisten maakt.
„Er bestaan drie soorten van ezels",
zei George opeens. „Gewone ezels, stom-
me ezels en menschen die de straat over-
steken met hun rug naar het verkeer
toe". De claxon gonsde een waarsohu-
wenden drieklank. Een slaapwandelaar
op leeftijd schrok wakker en stelde zich,
met een sprong die een gems eer aange-
daan zou hebben, in veiligheid.
George grinnikte vol leedvermaak.
Voor den man achter het sbuur zijn alle
voe .gangers adspirant-zelfmoordenaars
en voor elken voetganger is de naam
chauffeur" syroniem met moordenaar.
De Weston Winchester gleed qonzend
voort; van Hammersmith ging het door
Resrelmatige en franco afhallng en bezorglng.
Nette bediening.
(Ingez. Med.)
financien in de woorden van den minister
niets gevonden, dat in strijd is met spreker's
wenschen.
DE A.V.R.O. EN DE CONFESSIONEELE
„GLEICHWELAiEN".
Van de zgde van de A.V.R.O. wordt in ver-
band met de aanvraag van de K.R.O. en.
N.C.R.V. om vergunning voor den bouw van.
een „Gleichwellen-systeem" een communique
uitgegeven, waaraan het volgende wordt ont-
leend
De A.V.R.O. merkt op dat met het verzoek
de volkomen onjuiste indruk wordt geves-
tigd, alsof de confessioneele omroep-vereeni-
gingen een zoodanig gebruiksrecht op de 1875,
M. golf hebben verworven, dat zij daaraan
zelfstandig een uitbreiding zouden mogen ge
ven door „aanhaking" van een groep Gleich-
wellenzenders.
Het gebruiksrecht, dat de A.V.R.O. op de
1875 M. bezit is volgens deze laatste stellig
niet kleiner dan dat van N.C.R.V. en K.R.O.
Dat de regeering deze meening ook is toe-
gedaan, heeft de golflengte-verdeeling van 6
Juli 1929, gelast door minister Van der Vegte,
duidelijk aangetoond. Reeds hierom wordt
het verzoek dus een slag in de lucht genoemd.
Men wil uitbreiding geven aan een gebouw,
waarop men onvoldoende eigendomsrecht be
zit.
De N.C.R.V. en K.R.O. willen met een
Barnes, Richmond en Twickenham naar
Kingston. Even voorbij Kingston draaide
George, die voor dat soprt dingen een on-
feilbaar geheugen bezat, een zijlaan in en
stuurde langs allerlei onbekende wegen
en wegjes op het hart van Surre, aan.
Zoo veriiep er een uur en nog steeds
reed de groote auto zacht-ronkend voort.
George zei niet veel voor iemand, die
in drie jaar geen auto-stuur in handen ge
had heeft, is het manoeuivreeren met een
grooten zes-cylinder wagen een genot,
dat in stilte genoten moet worden. En Mr.
Todd was evenmin spraakzaam ten
deele omdat het bezit van zoo'n kost'baar
en ingewikkeld stuk speelgoed hem nog
steeds imponeerde, maar in hoofdzaak
omdat het vlugge, soepele rijden in com-
binatie met het zachtte snorren van den
motor hem in een toestand van zalige,
half-indommelende vergetelheid bracht.
Zoo kwamen ze in Epsom en daarna in
Leatherhead en ten slotte in Docking. En
een paar kilometer voorbij dit laatste be-
koorlijke, maar door auto's wel wat
te drulk gefrequenteerde stadje keek
George naar het klokje voor hem en
zuchbte diep.
,,Tijd om naar huis te gaan", kondigde
hij aan. „Als we voor het eten in Londen
wiillen zijn, moeten we nu terug."
Mr. Todd schoot overeind en iknip-
perde met zijn oogen.
,,Hel... Wat zei-jel... O, net zooals je
wil, jong. 't Is fijn geweest". Hij trok zijn
vest af en keek speurend am zich heen.
„Ik weet niet hoe jij .erover denkt.
George, maar ik wou dat ik wat te drin-
ken had. }e krijgt van niks zoo'n dorst
als van thee."
George wees grinnikend naar een plek
Gleichwellenstelsel een volkomen overbodige
uitbreiding geven aan een bestaande op zich
zelf voor Nederland voldoende omroepgolf. Zjj
willen dus een zenderluxe scheppen, waaraan
geen behoefte is.
De A.V.R.O. daarentegen wil haar Gleich
wellenstelsel bezigen, om zendtijduitbreiding
mogelijk te maken. Het Nederlandsche om-
roepvraagstuk is niet acuut, omdat de ont-
vangstmogelijkheden hoe wenschelijk op
zichzelf ook verbetering behoeven, maar
omdat er nood is aan uitingstijd. Hij, die dus
voor hen uit, eenzaam en verlaten, tus
schen wat boomen een kleine uitspanninq
stond.
„Zoekt en ge zult vinden! Uitspannin-
gen op bestelling a la minute! Chauffeurs
ex-thee-bedienden en vaste-qoederen-
menschen worden extra goed bediend
,,Vooruit ermee!" zei mr. Todd.
De auto minderde vaart en hield vlak.
voor de deur van de uitspanninq stil.
George zette den motor af, deed het por-
tier open, liet zich van zijn zitplaats qlij-
den, rekte zich uit en zuchtte in-tevreden.
,,Ik heb b'lijkbaar m'n geluikkiqen dag",
mediteerde hij. „Eerst dien vent aan zijn
neus getrokken en daarna met een Wes
ton Winchester uren en uren aan het rij
den geweest. Als u t mij vraaqt mr.
Todd.'.."
Maar mr, Todd had zich al in bewe-
ginq gezet, de richting van de cafe-deur
uit. George grinnikte en ging, na nog een
laatsten liefkoozenden blik op den Wes
ton Winchester, zijn patroon aohterna.
Het duurde een voile tien minuten voor
ze weer, verkwikt, te voorschijn kwamen.
George bleef op den drempel staan om
een sigaret op te steken. Mr. Todd kwam
een halven meter verder den weg op, stak
zijn handen in zijn broekzakken, legde zijn
hoofd op een kant en ibekeek zijn nieuwe
aanwinst met eerbiedige bewondering.
,,Snoes, die je bent", zei hij liefkoozend.
„Wat ben ik blij, dat die hypnotiseur me
verleid heeft je te koopen! Maar toch is
het ook waar... wat jij, George?... dat het
toch eigenlijk lef van me is, om in zoo
iets rond te rijden. We hooren niet bij
mekaar, of je 't nou zoo of zoo bekijkt."
(Wordt vervolgd.