Hail «a Hef. Flaim r 06-rabriek. e„ W,^ tog. is de politie, die dan alles te zeggen krijgt. De heer Stouthamer: Ik begrijp niet waar- voor het noodig is. Het samenscholingsver- bod duurt nu al 4 weken. 't Is rustig. W aar- om dan het samenscholingsverbod intrekken en in ruil daarvoor de politie alles te zeggen geven. Dan blijft het samenscholingsverbod toch bestaan. iDe Voorzitter: Stelt u dan geen prijs op orde en rust. Mijnheer Stouthamer u be- schouwt de zaak uit een revolutionnair stand- punt. De heer Stouthamer: Neen een revolutio- nair ben ik niet. Maar wat aan Wauters ge- beurd is, maakt de maat vol. De Voorzitter: In de meeste plaatsen, in groote en kleine, bestaat zoo'n bepaling. Het is iets algemeens. De heer Stouthamer. Ik heb me afge- vraagd, wat de buitenwereld wel moet denken. De Voorzitter: Ik heb van hoogstaande mannen gehoord, wanneer we het zoo deden, het wel goed zou zijn. Bij aanneming kan ik het samenscholingsverbod intrekken. De heer Stouthamer. Ik heb de zaak ge- wikt en gewogen en mij afgevraagd: Moet die toestand nu nog langer duren. En als we het aannemen, hoe gaat het dan met het samen scholingsverbod. De heer Marquinie: Dat verbod vervalt dan. De menschen zijn dan weer vrij en mogen weer bij elkander staan, te meer wijl de poli tie niet bij het minste zal ingrijpen. Ik vind het meer vrijheid. Ik meen dat men 't op deze wijze gerust aan de politie kan over- laten. De heer De Leux': Ik versta den heer Mar quinie heel goed. Als wij het aan de politie overlaten krijgt die nog meer macht. Die wordt dan in handen van de politie gelegd. De heer Marquinie: Ik zag in Sluiskil de politie bij de menschen staan en vind, dat 't hier op dezelfde manier kon gaan. De heer De Leux: In Sluiskil stonden de menschen soms wel met 50 bij elkaar. Maar de Burgemeester van Ter Neuzen heeft ook geen samenscholingsverbod afgekondigd. De heer Marquinie: Maar vindt u niet, dat 't ook wel eens noodig kan worden. De heer De Leux: Er was hier niets ge beurd. De heer Marquinie: Ik heb niets gezien. De heer De Leux: Wanneer er niets ge- beurt, was het dus ook niet noodig. Wanneer we die bepaling aannemen wordt het nog erger. Daarom ben ik er tegen om de macht in de handen van de politie te leggen. De Voorzitter: Dan zal het verbod gehand- haafd worden. De heer De Leux: Juist. Maar we kunnen dan in beroep gaan bij Gedeputeerde Staten. De Voorzitter: Als wij het politiereglement wijzigen, wordt het verbod ingetrokken. De heer IJsebaert: Ik kan niet begrijpen, dat er zoo'n gevaar in steekt als eenige men schen samen staan. H'er zijn maar 36 men schen, die staken. In Sluiskil zijn 't er wel 200. De Voorzitter: U kunt stemmen voor ox tegen. De veiligheid moet gehandhaafd wor den. De heer De Leux: Alleen de Burgemeester heeft phantasie. We zijn hier niet in Noord- Brabant, waar de menschen gewet worden. Hier wordt a woe! geroepen en 't is afgeloo- pen. De Voorzitter: In dagen van rustverrtonng worden de rustverstoorders voorgestals lammetjes en de politie als wolven. De heer De Leux: U hebt ze geprovoceerd. De Voorzitter: Ik verzoek u dat woord in te trekken. |Het voorstel wordt in stemming gebracht en aangenomen met 4 tegen 3 stemmen. De Voorzitter: Welnu, mijne heeren, nu de Raad aldus besloten heeft, wil ik mijn woord in lossen en u bekend maken, dat 't samen scholingsverbod door mij wordt ingetrokken. Thans komt de vaststelling van het supple- toir kohier op de hondenbelasting aan de orde. Volgens voorlezing van den Secretaris zijn daarop gebracht 6 honden eerste klasse en 8 honden vallende onder de tweede klasse. Aldus wordt het kohier vastgesteld. Punt 5, dat nu ter behandeling wordt voor- gelegd is een circulaire van de Vereeniging voor wettelijke Dierenbescherming om aanvul- ling der Politieverordening. De vereeniging wijst erop hoe in den laat- sten tijd veel dieren een prooi der vlammen zijn geworden en verzoekt daarom in de bouw- verordening een bepaling op te nemen van de eischen, waaraan stallen moeten voldoen en van voorschriften, hoe de dieren moeten wor den vastgekoppeld om hen in geval van brand tegelijk te kunnen losmaken, en het aanbren- gen van nooduitgangen. De Voorzitter: Burg, en Weth. hebben dit verzoek overwogen en stellen voor het voor j kennisgeving aan te nemen. Aldus geschiedt. I Van de Centraie Esperanto-Propaganda- Commissie te Nijmegen is een verzoek inge- komen om een eenjarigen Esperanto-cursus j aan de lagere scholen in het leven te roepen. De Voorzitter: Burg, en Weth. meenen, dat de tijd nog niet rijp is, om daartoe over te gaan. Zij stellen daarom voor, ook dit ver zoek voor kennisgeving aan te nemen. De heer De Leux: Zoudt u ons ook kunnen zeggen, wat zoo'n cursus wel zou kosten. Vol- gens die circulaire zouden de kosten met groot zijn. Voor de leerlingen zou het aanleeren van die taal gemakkelijk en goed zijn. De Voorzitter: Daarover kan ik u met m- lichten. Verlangt niemand hoofdelijke stem- Het voorstel van Burg, en Weth. wordt aangenomen 4 .La 3te!t> Verda zal voorloopig hier dus met op veler borst schitteren. Wat dat gemakkelijke betreft, stelle men dat ook niet te licht voor, vooral niet Voor lagere schoolleerlingen. Heel anders komt de zaak te staan voor intellectueelen en leerlingen van M.U.L50. scholen, die reeds een behoorlijke dosis Fransch, Duitsch en Engelsch verwerk't hebhen. En een beetje Latijn erby zou de studie van Dr. Zamenhof's wereldhulp- taal nog meer vergemakkelijken Maar wie het zoover gebracht heeft kan zich ook zonder dat allegaartje tamelijk goed de wereld heen slaan, terwiji hij met Esperanto alleen nog lang niet gelukkig zou zijn. iKlamp eens een Engelschman aan en zeg tot hem: Mi deziras ol vi bonan tagon Sinjoro (Ik wensch u goeden dag, mijnheer!). Tien teo-en een, dat hij u een beetje verdacht aan- kijkt en met een: I am sorry ('t Sfpi.it me) maakt dat hij u uit de voeten komt. 't Is wonder, waarmee ze al met bij n ge- meenteraad komen aankloppen! Maar we zijn een beetje afgedwaald en het wordt tijd om onze agenda terug te komen. De volgende aangelegenheid is de benoeming van een lid in de Commissie van Toezicht op het L. O. wegens periodieke aftreding van E. J. Michielsen op 1 Jan. e.k. De heeren de Mul en De Leux worden uit- genoodigd het stembureau te vormen. De heer Neeteson: Als toelichting wil ik even erop wijzen, dat het benoemde lid moet zijn van het personeel der openbare scholen. Anders is de stem ongeldig. Na stemming blijkan op den heer Michiel sen, aftredend lid, 6 en op den heer de Caluwe 1 stem te zijn uitgebracht, zoodat eerstge- noemde herkozen is. Alsnu wordt aangesneder. het voorstel tot het geven van een bijdrage van 14 cent per ziel, voor meubileering van de nieuwe be- stuurskamer der Vereeniging van Noderland- De Voorzitter: Mijne heeren. Wij veronder- stellen dat de Raad dit doel sympathiek ge- stemd is. Het is geen bijdrage aan het bestuur persconlijk. Daar wij alien goed weten, dat het bestuur actief is, steilen B. en W. voor het ge- vraagde hedrag toe te staan. Aldus geschiedt dan ook. Punt 9 is een verzoekschrift van Adh. van Loy om den welput voor zijn woning xe mo gen laten liggen. De heer De Leux: Ik dacht, dat volgens be- sluit B. en W. den put hadden laten dempen. Ik heb er geen bezwaar tegen om hem te laten liggen als men een ander de onmoge- lijkheid niet in den weg legt. 't Kan voor- komen, dat menschen 1 of 2 Meter van hun huis goed water kunnen vinden en een put op gemeentegrond zouden willen maken.. Dat moeten zij dan ook mogen doen. De Voorzitter: Dan moeten zij zich wenden tot den Raad. IDe heer Verschaffel: Ik ben er tegen zooals de heer D'e Leux het voorstelt. Deze put is een afzonderlijk geval. Ik ben er voor om hem te laten liggen. Die ligt er nu en nu er niemand hinder van heeft, ben ik er voor hem te laten. De heer De Leux: Daarmee ben ik het heele- gansch niet eens. We hebben er wel geen last van, maar als iemand b.v. aan zijn voordeur goed water heeft, zou hij 't dan ook mogen doen. De Voorzitter: Van Loij krijgt het niet, om dat 't van Loij is, maar omdat de put er nu eenmaal ligt. De heer Stouthamer: Over dien bewusten put zijn al zooveel woorden gezegd. Kan de gemeente dien grond niet eens noodig krijgen. In dien van Loij gezegd had, ik sta het eigen- domsrecht af aan de gemeente, zou ik er mij mee kunnen vereenigen. De Voorzitter: 't Is het eigendom der ge meente. Hij wil er zelfs een recognitie voor betalen. De heer Stouthamer: Prachtig, maar dat staat niet in dat schrijven. De heer Marquinie: Die put ligt niemand in den weg, dat is waar. Maar de manier, waar- op hij daar gekomen is, is iets dat niet door den beugel kan. Die is daar gekomen omdat ze gezegd hebben, dat ze op een andere plaats op de lichtkabel gestooten waren. Ik meende, dat het een put was voor het licht. Gedurende den vorigen barren winter waren er menschen, die vroeg naar bed gin- gen en laat opstonden omdat zij lioht en vuur wilden sparen. Niet omdat zij gaarne vroeg naar bed wilden gaan, maar omdat zij zich de uitgaven voor kolen en licht niet konden ver- oorloven. Om dit in de toeokomst te voorko- men zou de commissie gaarne zien, dat hun door een toeslag van 1 per week daarin te- gemoet gekomen werd. De Voorzitter: Deze voorstellen zijn onge- twijfeld aan B. en W. sympathiek. De heer Neeteson: Maar treden we dan niet in de bevoegdheid van het Burgerlijk Arm- bestuur. Wat betreft het bedrag, daar heb ik het niet j over. We kunnen echter moeilijk tot het Arm- bestuur zeggen: Je moet f 1 geven voor vuur en licht. De heer Stouthamer: 't Is een vraag, dat B. en W. dit aan 't B. A. zouden voorstellen. De heer Neeteson: Er ontstaat al direct een misverstand. 't Is al mogelijk dat het Armbe- stuur reeds rekening houdt met den strengen winter en hun een zeker bedrag meer geeft dan de gewone ondersteuning. Ik heb geen bezwaar tegen dien eenen gulden, maar het zou kunnen zijn, dat het Armbestuur die men schen dan nog eens een gulden meer moest geven. De heer Stouthamer. 't Is alleen bedoeld in de wintermaanden. De heer Neeteson: 't Gaat niet om precies te gaan voorschrijven wat ze moeten geven. De heer De Leux: Die menschen moeten vroeg gaan slapen, niet omdat ze 't graag doen, maar omdat 't zoo kostelijk is lang op te blijven. Ik geloof wel niet, dat ze met 1 iDe voorgestelde wijzigingen worden una- niem goedgekeurd. Thans geeft de Voorzitter gelegenheid tot het stellen van vragen. De heer De Leux komt het eerst voor de borden. Verleden jaar heb ik gevraagd of B. en W. eens willen laten zien naar den wel put tegenover de openbare school. Zooals hij daar ligt is het zeer gevaarlijk. Zouden Burg, en Weth, daar geen putdeksel op laten maken. Ik hoop niet dat men het spreekwoord zal hoeven toe te pass-enAls 't kalf verdronken is, dempt men den put. De Voorzitter: We zullen dat advies over- wegen en opvolgen. De heer Stouthamer: Ik zou willen vragen of 't niet mogelijk is bij uitvoeren van wer- ken van epnig belang deze publiek aan te be- steden. Dan hoor je van dezen of genen: Ik ben daartoe niet in de gelegenheid gesteld. De Voorzitter: Welk werk bedoeld u? De heer Stouthamer: Steepen leggen. Tel- kens hoort men: Waarom mag ik niet en een amder wel. De Voorzitter: Dat zijn straatpraatjes, zoo als Burg, en Weth. er zooveel ondervinden. Bij werk, dat door vakmenschen kan geschieden wordt niemand voonbij gegaan. De heer Stouthamer: Waarom wordt er dan geen p-ublieke aanbesteddng gehouden. De Voorzitter: Dan kan Jan, Piet en Klaas komen. 1 1 De heer Stouthamer: Hij, die mij gespro- ken heeft, was iemand, die zijn vak kent. iDe heer De Leux: Er wordt daar veel over gepraat, veel over gescharreld. Ik zou het best vinden een openbare oproeping te hou- den onder de menschen van 't Sas. Ieder, die nomon die geen neiging tot bloeien vertoonen, doch dit. laatste is niet altijd te vermijden. De stek wordt recht onder de onderste knoop af- gesneden (bij planten met afwisselende blad- stand snijden we de stekken schuin en bij planten met tegenoverstaande bladeren recht af) en indien het afgesneden stekje nog te sappig is, nemen we een stukje van den ouden tak mee. (Stekken met een hieltje.) De stekjes kunnen in een pete met zandige aarde bewortelen en hierin blijven tot het vol- gend vcorjaar. Moeten de stekplantjes in een verwarmd vertrek overwinteren dan zal reeds eerder bloemvorming optreden en is eerder veipotten in een grootere pot noodzakelijk. Men kan de stekjes eveneens in een fleschje water plaatsen en ze hierin laten bewortelen, am ze daama in een potje te plaatsen, doch deze methode eischt wat meer werk. Men heeft dan evenwel het voordeel, dat men het ont- wikkelingsprooes der beworteling uitstekend kan volgen. Gewoonlijk duurt het geheele pro- ces ongeveer een dag of twaalf en zocdra de worteltjes een halve c.M. lang zijn, moeten de stekjes voorzichtig in een potje worden over- gebracht. Hierbij worden de worteltjes heel gemakkelijk beschadigd, zoodat dit wel eenige bezwaren heeft. Als proef is het wel aardig, doch de eerste methode is gemakkelijker en is minder riskant. veel meer kunnen doen, maar ze kunnen dan metselaar is, kan die steepen leggen. eetje meer kolen koope.n. t Is toch s |T>(, VoorHt.ter O hp™ toch een beetje niet moeilijk dat B. en W. bij 't Armbestuur voorbrachten 1 meer te geven. Me dunkt, dat dit toch niet te veel is gevraagd. De heer Neeteson: Ik heb ook niet beweerd, dat het te veel gevraagd is. Als ik lid van het Armbestuur was, zou ik zelfs nog meer ge ven. Maar dat de menschen, die het noodig hebben meer vragen. De heer De Leux: Er zijn menschen, die eergeivoel hebben, die niet durven vragen en dan niets krijgen, er zijn er ook, die geen eer- S gevoel hebben en het wel zouden vragen. Wij willen niets opdringen. Wij weten dat het nn. f-- - s wmen mexs opunngen. vvij begieten van de steenen. Die put is gedempt AnmbestuuT een vrij lichaam is. volgens het gedacht van ons. De put was ge dempt, maar de put was er nog. Wij dachten dat die put gedempt was, maar hij was het niet. Toen hebben B. en W. gezegd, dat hij moest gedempt worden. Daarna iheeft van Loij gevraagd zijn ver zoek nog eens voor te leggen aan den Raad. Daar kan ik me beslist niet mee vereenigen. Er wordt maar gezegd, We leggen er een stoep op en de zaak is ook gezond. Ik kan dat niet begrijpen. Daarom is het mij beslist on- mogelijk te besluiten dien put daar te laten. De heer Verschaffel: Ik weet ook niet hoe het gegaan is. De heer Stouthamer: De manier keur ik ten zeerste af. 't Is gedaan om B. en W. om den tuin te leiden. De heer Neeteson: Ik kan mij niet ver eenigen met 1 te geven. Wel met een voor stel, bij het B. A. aan te dringen,, dat in de - wintermaanden voor vuur en licht meer noo- I dig is. Ik vind het veel eenvoudiger dat de commissie zegt, dat het B. A. rekening houde met de wintermaanden. i De Voorzitter: Als ik den Rapporteur goed t heb begrepen, komt het hier op neer, die arm- lastigen, die 't noodig hebben meer te geven en dat het Armbestuur een wenk wordt ge- geven dat in de wintermaanden rekening daarmee gehouden worde. Dan komt het uit, wat de heer Neeteson bedoelt. j De rekening wordt vastgesteld op een he- drag in uitgaven van 4919,0914 met een kwaad slot van 2800, dat door een subsidie a awaaa siox van j zsuo, oat aoor een su De heer De Leux: Ze hebben den ring er af r uit de gemeentekas gedekt zal worden. gedaan, een steen erop gelegd en gezegd: Ziezoo, die zit er lekker op. Tc Ging er juist voorbij. De heer IJsebaert. Ik vind, dat van Loij er weinig sohuld aan heeft. Een dokter moet toch goed water hebben. De heer Verschaffel: Ja, en wij ook! De Voorzitter: De zaak heeft zich zoo toe- g-edragen. Ze waren bezig den put te delven en daarbij stiet men op den kabel. Ze zijn toen naar den Patroon gegaan en Henning werd opgezocht. Henning zou spoedig komen. Maar 't was niet zoo. In elk geval zijn ze toen doorgegaan den put te delven over den kabel. Dit moet dus als verzachtende omstandigheden worden aangemerkt. De heer Marquinie: U vergeet het tweede geval. U vindt toch met mij, dat het gebeurd is zonder voorkennis van B. en W. De heer Verschaffel: Van Loij heeft het toch niet gedaan. De heer De Leux: Ik stel voor het niet toe te staan. De Voorzitter: Ik breng het punt in stem ming. Het verzoek wordt aangenomen met 4 stem- men voor en 3 tegen. Punt 10 bestaat in een missieve van den Commissaris der Koningin om herziening der bezoldiging van de gemeenteveldwachters. D-e Voorzitter: Het stuk is een beetje lang om voor te lezen. Het standpunt van B. en W. is om het te laten zooals 't is. Vinden de hee ren dat goed. De heer Stouthamer: Dus zouden de veld- wachters achteruitgaan. Verkeeren zij nu in gunstiger positie dan wordt voorgesteld. Aldus wordt besloten. Op de begrooting van -het gemeentelijk electriciteitsbedrijf voor 1930 worden door de commissie evenmin aanmerkingen gemaakt. De heer De Leux: Zou het tarief nog niet wat kunnen verlagen. De Voorzitter: Het is niet uitgesloten dat we voor 1 Jan. nog wat zouden kunnen ver lagen. Het is dan evenmin uitgesloten, dat de reserve moet aangesproken worden. De begrooting wordt nu vastgesteld met een bedrag voor den gewonen dienst van 18324,40 en den kapitaaldienst van /2300. De begrooting voor den Vleeschkeurings- dienst ,,Sas van Gent" voor 1930 wordt thans in behandeling genomen. Zij sluit met een bedrag van 33-50 in ont- vangsten en uitgaven. De commissie van Rapport heeft daarop geen op- of aanmerkingen te maken, zoodat zij met algemeen goedvinden wordt aange nomen. De gemeentebegrooting voor 1930 sluit de rij der begrootingen. De Voorzitter: Mag ik daarover de bevin- ding der commissie hooren. De heer Stouthamer, rapporteur, laat zich daaromtrent als volgt uit: Wat betreft de post: afvoer van vesting- gronden, wat beteekent werkverschaffing, lijkt een bedrag van f 1000 de Commissie te laag. Daarvoor kan niet veel werk verschaft wor- den. Het vorig jaar is die post met 3009 zouden graag dien post overschreden. We verhoogd zien. De Voorzitter: f 1000 leken Burg, en Weth. De Voorzitter: De voorgestelde regeling s VOor werkverschaffing genoeg. Maar voor geldt niet voor de tegenwoordige functiona- aanlpw van het park en ander werk is wat meer I L. jl° IDe Voorzitter: 0, neen. De heer De Leux: Ik kan dat niet begrij pen, de een kan 't wel vlugger dan de ander. De Voorzitter: 't Is het best om het aan Burg, en Weth. over te laten. Dat sommigen het niet rechtvaardig vinden is wel het top- punt. Eigenaardig is het, dat zoo'n menschen wel hun weg weten te vinden naar de raads- leden, maar niet naar 't Dagelijksch Bestuur. Altijd is 't de Burgemeester, die 't gedaan heeft. De tegels hebben al ma-anden lang hier gelegen en nu weten ze nergens van. De heer Stouthamer: Ik wil niet zeggen, dat Burg, en Weth. niet goed gehandeld heb ben, maar publieke aanbesteding zou toch niet slecht zijn. Burg, en Weth. zijn dan nog niet verplicht het te gunmen. Waarom dat gemor. De heer Marquinie: Ik ben vroeger van 't zelfde gevoelen geweest als de heer Stout hamer. Sedert ik wethouder ben heb ik ook met den burgemeester en mijn collega daar over gesproken. We hebben ook alle schil- ders prjjs gevraagd en maar een die op kwam dagen. Allen zijn in de gelegenheid geweest. Misschien is er een voorbijgegaan, maar dan is 't niet met kw-ade bedoelingen geweest. De Voorzitter: Ik wil den heer Marquinie wel opmerken, dat vroeger dezelfde weg is gevolgd, toen de heeren Pauwels, De Vleesch- haurwer en wijlen de heer Stuhbe wethouders waren. Het is dus niet alleen gebeurd sedert u wethouder zijt. De heer Marquinie: Zoo moet u dat niet opnemem. De heer Stouthamer: Welnu, ik hoop dat niemand meer zal vergeten worden. De heer De Mul: Een dag of 14 geleden heeft de stadsreiniger zich bij mij beklaagd, dat hij veel moeite had om op de stortplaats te komen. Ik heb hem gezegd, dat hij met die klacht niet bij mij moest komen maar bij Burg, en Weth. ,Die heb ik het al gezegd" heeft hij mij geantwoord'. Zouden Burg, en Weth. daar niet voor willen zorgen. De Voorzitter: Hij zal wat geduld moetan oefenen. Wel zoo! Eerst komt Aerssens bij Burg, en Weth. Die zeggen toe, dat ze er voor zullen zorgen en als het niet vlug genoeg gaat wendt zich die mijnheer tot de raads- leden. De heer De Leux: Zijn Burg, en Weth. van plan den dijk te laten afvoeren? Als zij het niet van plan zijn, zouden ze hem dan niet verpachten, al was 't maar voor de propreteit. 't Zou proper zijn als er wat koolderij op- staat. De Voorzitter: Mogelijk dat we iets moeten laten afvoeren. Mocht dat niet zoo zijn, dan zullen Burg, en Wetfh. overgaan tot ver pachten. 1 De heer De Leux: Is die laagte achter Ver- eecken, waar zijn kippenhok opstaat nog in pacht bij Vereecken. De Voorzitter meent van niet, maar zal het onderzoeken. IHiermede is de stroom van interpellaties tot staan gekomen. 't Is inmiddels ruim 10 uur geworden en daar niemand genegen is er ver- der nachtwerk van te maken, acht de Voor zitter het oogenblik gekomen den hamer te laten vallen. rissen. Het voorstel om den ouden toestand te hand- haven wordt met algemeene stemmen aange nomen, zich Aan de orde Wbrdt nu gebracht het vast- stellen eener instructie voor de vaste arbei- overschreden, ders in de gemeente en- de vaststelling van VMr" hun loon en pensioengrondslag. De korte inhoud hiervan is, dat de vaste werklieden een salaris zullen Verdienen van j f 1040 met premievrij pensioen, dat hun, in- geval van ziekte 26 weken vol salaris zal wor- t den uitgekeerd. Hun werktijden loopen van 8 tot 12 en van 1 tot 5 uur, terwiji zij jaarlijks recht hebben op 7 verlofdagen met behoud van j loon. De pensioengrondslag is dezelfde als het loon. iDe instructie wordt zonder verder commen- taar aangenomen. noodig, De heer De Leux: Ik zou graag zien, dat weer werk wordt verschaft. De heer de Mul: Verleden jaar is de post van 1000 op de begrooting uitgetrokken, ver De Voorzitter: Waarom zouden we een hooger bedrag uittrekken, waar Burg, en Weth, toch de noodige maatregelen nemen om werk j te verschaffen. De heer de Mul: Dus u ziet werkverschaf- fing in het maken en aanleggen van het park. 1 De Voorzitter: Ja, zeker. s De heer Stouthamer: Het heeft ons ook verwonderd dat op de begrooting geen post I voorkomt voor het Wit-Gele Kruis. IHet is voor het Bestuur wel wat stootend ieder jaar terug te moeten komen. Het komt ons beter voor ieder jaar een post op de be- t grooting te brengen zooals de laatste jaren ge- Alsnu is de beurt aan het dertiende punt geven is. (ier agenda, n.l. de benoeming van een twee- s den vasten arbeider in de gemeente. Op de lijst der sollicitanten komen in alfabetische volgorde voor de volgende personen: Pol. A. Genetello, Raymond van Ham, Petr. Ongenae, en Osc. Fr. van Troost. De Voorzitter verzoekt de heeren de Mul en De Leux weer als stemopnemers op te tre den. Na gehouden stemming blijken uitge bracht te zijn op Raym. van Ham zes stem- men en een stem op Petr. Ongenae, zoodat de eerste als tweede vaste arbeider bij den ge- meentedienst gekozen is. (Het veertiende pu-nt dat thans ter behande ling wordt voorgedragen behelst de vaststel ling van de jaarwedde en den pensioengrond slag van den keurmeester van het ter markt aangevoerde vee. De Voorzitter: Het voorstel van B. en W. i is om den keurmeester f 6 per week of f 312 De Voorzitter: Mag ik den heer Stout hamer opmerken, dat het bedrag dat het Wit- Gele Kruis kan noodig hebben altijd te vinden - is. Het is toch een kleinigheid naar d'en Raad r te komen. De heer De Leux: Ik zou het toch goed vin- den dat een post op de begrooting voor het Wit-Gele Kruis of t.b.c.-bestrijding voorkwam. j Het geeft den schijn, dat aan hen wordt ge dacht. f De Voorzitter: Ik vind het tegenover het Wit-Gele Kruis niet aangenaam een post op de begrooting te brengen en later te moeten ondervinden, dat het daarmede niet kan toe- komen. De heer Stouthamer: Het is ook met aan- - genaam 500 te vragen en maar 300 te krij- gen. De Voorzitter: bedruipen. De heer Stouthamer: Het kan zich daar toch mee Het doet mij genoe- als keurmeester te benoemen op een salaris met het Wit-Gele Kruis. Een post op de be- grooting zou een blijk van waardeering zijn. -n 1 1 1 XXluM Vinnv iT/wnn to j Ik"heb°ge"meend mijn_meening v«en te algemeene stemmen aangenomen. poeten brengep"st Ook de pensioengrondslag wordt volgens I - ook -et de ^ing vcmr dit jaar een post hetzelfde bedrag unandem vastgesteld. Aan de orde komt thans de vaststelling van de begrooting van het Burgerlijk Armbestuur. De Voorzitter: Mag ik de Commissie ver- zoeken daarover rapport uit te brengen. De heer Stouthamer, Rapporteur: Wat de rekening zelf betreft, daarop heeft de Com missie geen aanmerking te maken. We zijn evenwel te laat on het idee gekomen om een schrijven in handen van B. en W. te stellen, waarin we wilden verzoeken aan het Burg. Armbestuur verzocht wordt de bedeelden die voorkomen op de armenlijst, gedurende de wintermaanden /I te geven voor vuur en op de begrooting te brengen. De Voorzitter: De begrooting zal nog eenigszins verandierd worden, omdat een post nog moet verhoogd worden. Het salaris van den eersten ambtenaar ter secretarie moet n.l. gebracht worden op 2400. Thans wordt de begrooting, die in inkomsten en uitgaven aanwijst voor den gewonen dienst f 130276,45 en voor den kapitaaldienst 922,01 in stemming gebracht en met algemeene stem- men aangenomen. (Het laatste punt van de Agenda: Voorstel tot wijziging der gemeentebegrooting voor 1929 geeft niemand grond tot opmerkingen. DE KAMERTUIN. Behandeling der Fuchsia en het stekken hiervan. Pe Fuchsia is onder onze kamerplanten eigenlijk een gevallen grootheid, een oude ster van de eerste grootte en daama afgezakt tot een tweederangs schoonheid. Afkomstig uit Zuid-Amerika heeft ze de grootste triumfen hier gevierd en ook nu nog wordt ze nog vrij veel aangetroffen. De Fuchsia's zijn niet alleen uiterst sierlijke planten, doch hebben tevens de verdienste, dat de kweekwijze heel gemak kelijk is en hieraan is het dan ook te wijten, dat eertijds het aantal liefhebbers zich zoo ge- weldig uitbreidde, zoodat het al spoedig een zoogenaam.de „ordinaire" plant werd. De Fuchsia's overwinteren in een kelder of andere koele, vorstvrije ruimte en die over een zonnig raam kan beschikken, kan de plant reeds eind Februari uit haar winterkwartier halen. Waar een zonnig raam ontbreekt, doet men verstan- dig hiermede te wachten tot eind April. De takken worden al naar de vorm ver- eischt, voor de helft of tweederde teruggesne- den. Hierbij snijden we steeds af vlak boven een knoop, dus waar de bladeren hebben ge- zeten. Daama nemen we de plant uit de pot, maken de wortelkluit wat los, desgewenscht kan alle aarde worden afgeschud en kan tevens worden overgegaan tot wortelsnoei en potten haar opnieuw op in een mengsel van gewone tuingrond met wat verteerden mestgrond, waarvoor ook compost of fijne tuifstrooisel kan worden genomen. Zijn ook de wortels be- snoeid, zulks is natuurlijk in de meeste ge vallen niet noodig, dan kan de plant eerst m een kleinere pot worden gezet en zoodra de wortelvezels voldoende zijn ontwikkeld, wordt de plant opnieuw in een grooteren pot gezet. In betrekkelijk korten tijd vormen zich een aantal frissche jonge scheuten, welke in April of Mei voor stek kunnen dienen. Ook dit stek ken levert geen moeilijkheden op en kan als volgt geschieden: Het afsnijden der stekken is hierbij een voorname factor en indien hierbij fouten wor den gemaakt, dan is maar al te vaak een mis- lukking niet meer te voorkomen. Een stek moet in staat zijn om wortels te vormen en hiervoor is voedsel noodig. We kiezen dus de plaatsen wiaar dat voedsel aanwezig is, n.l. vlak bij de knoopen, de plaatsen waar de bladeren zitten. De onderste bladeren der stek worden ver- wijderd en alleen de vier bovenste bliiven zit- ten. Eventueele bloem'knoppen worden^ even eens verwij derd. Beter is nog stekjes te Vragen, deze rabriek betreffende, kunnen door de abonne's worden gezonden aan Dr. Te Hennepe, Diergaardesingel 96, Rotterdam. Postzegel van IVt cent voor ant- woo rd insluiten en blad vermalden, DIPHTHERIE EN SNOT. De beruchte Herfstziekte. Vorige maal ben ik met mijn reisbeschrij- ving in Belgrado geeindigd en thans moet ik er voorloopig h-eelemaal mee eindigen, daar zaken vain dringender aard onze aandacht vragen. Ik heb de laatste dagen massa s vra gen gekregen over de oorzaak der sterfte on der de kippen en we moeten dus eerst onze 1-ezers weer eens voor zoover het noodig is uit den brand helpen. Om de reis, die we nu een maal begonnen zijn, even af te maken vertel ik nog, dat we van Belgrado naar Sofia trok- ken, de hoofdstad van Bulgarije. Hier werd het regeerings-proefstation beziohtigd van prof. Ghebalroff en daarna werd de reis voort- gezet naar Boekarest, de mooie hoofdstad van Roemenie. Hier werd in Pitesti, ongeveer 100 K.M. van de hoofdstad verwij derd, het land- goed van den vorigen minister-president Bra- tinau bezocht en konden we de interessante gebouwen in oUid-Roenieenschen stijl bewonde- ren. Daarna met den trein naar Coustansa aan de Zwarte Zee en per boot naar Konstan- tinopel, wat ongeveer 24 uren duurt. Van Konstantinopel naar Athene met den trein kan ongeveer 24 uren duren, doch waar we weinig tijd hadden, namen we de vlieg- machine en vlogen over de zee van Marmoia, over Galipoli en de Akgeische zee in vijf uren been. Een onbeschrijfelijke mooie tocht, waar- bij we blijkbaar veiliger waren dan in den trein op de terugreis. Eenige vriendelijke Macedoniers hadden n.l. op de rails onzer trein een drietal flinke bommen geplaatst en als de machinist deze dingetjes niet bijtijds gezien had, hadden we met zijn alien weer een flinke gratis luchtreis gemaakt. Nu kostte ons die grap een dag oponthoud, daar we de aanslui- ting in Belgrado misten. Overigens is men van Athene ongeveer in drie dagen en drie nachten in den trein weer te Rotterdam en loopt men door zoo plotseling van het zaclite klimaat van Athene, waar de palmen groeien, naar ons gure Hollandje te trekken, al heel gauw een flinke verkoudheid op. E,n hiermede hebben we dan meteen een aanknoopingspunt met de verkoudheid onzer kippen, die toch eigenlijk ook echte trope.n<iieren zijn en heb bij ons in den herfst niet best hebben. Laten we ons nu weer eerst eens bij de brieven houden, daaruit leeren we al een heele massa. „Ik heb 180 kippen en op het oogenblik dat ik deze regels schrijf, heb ik er 30 afgezon- derd, die lijdende zijn aan dezelfde ziekte, dikke koppen, de oogen of een oog dicht, slijm in hals en neus en zoo'n akelig geluid. De heele koppel is heelemiaal van den leg af. Ik zou U zeer dankbaar zijn indien U mij zoo spoedig mogelijk wilt berichten wat te doen, want er zijn mij reeds in veertien dagen 30 dood gegaan. Dit is al erg genoeg en nog wel iemand m Zuid-Limburg, waar het anders niet zoo guur is als in het Noorden. Tweede geval (uit Noord-Holland)„Ik zend U een doode haan, de vorige week had ik ook al een doode kip. Ze zijn niet ziek maar plotseling zoo maar dood. Wat kan de oor zaak zijn?" Derde geral (Zuid-Holland): „Vele mijner kippen sterven plotseling. Is er een serum Voor om ingeent te worden?" Vierde geval (Gelderland)„Er zijn mij al vijf hennen op dezelfde wijze gestorven, de eene dag zie ik niets en de andere ochtend lig gen ze dood. Ik heb een prima hok en houd ze al een week binnen. Vijfde geval: „Als lezer van de Zeeuwsche Courant ben ik zoo vrij een vraag aan U te richten. Er loopen bij mij verscheddene kip pen met dikke oogen en van sommigen zijn de oogen geheel dicht met een geelachtig vuil. Ik zou zoo zeggen, een soort etter dat er uit- komt. Ook is er onder mijn poeljen van mor- gen een dood. Het beest had het zeer the- nauwd en zat met den bek open en kan mijns inziens geen lucht krijgen en was alsof de luchtpijpen geheel dicht waren. Den geheelen zomer heb ik niets aan de kippen bemerlct. ze hebben zeer veel eieren gelegd, doch in de ruitijd is de ziekte opgetreden. Hopende U mil raad kunt geven? Zesde geval: „Dit is de 5e kip die dood is gegaan. Volgens een buurman is het diphHn- ritis, maar ik weet het met. Die dood zijn, hebben allemaal zulke korsten aan den bek en dan stonden zij zoo te gapen. Verder hadden ze aanslag op de tong. Me dunkt nu weten we het wel. Al deze ge vallen betreffen diphtherie en we zien uit deze bloemlezing van brieven wel hoe schadelijk deze ziekte is. Zij is een der meest sohadehjke herfstziekten en toch behoefde zij dat met meer te zijn, want reeds gedurende eenige ja ren heeft men een entstof tegen deze ziekte, die werkelijk uitstekend mag genoemd worden. Laat mij er nu vandaag mee volstaan met er op te wijzen, dat zoodra men verschijnselen opmerkt onder de kippen van matte neuzen, niezen, dikke oogen, gele vliesjes in den bek men direct zulke kippen apart moet zetten, zooals het eerste geval ook vermeldde. Het beste is dadelijk naar den dierenarts te loopen. Vaak kan men door de andere kippen in te laten enten de ziekte nog stuiten. Zieke kippen kan men behandelen met kopbaden m lauwwarme kaliumpermanganaatoplossing en ook wel met chinesoloplossing. Kaliumparman- ganaatoplossing neme men zoo sterk dat de oplossing wijnrood ziet, chinisol kan men 1 op 1000 nemen. Men steekt de kop der kip er in, draait de snavel onder water naar boven zoo dat de lucht ontwijkt en drukt zadht op d« neusgaten, zoodat het slijm er uit gaat. Tel- kens laat men de kop weer even uit de vloei- stof, opdat het dier adem kan halen. Derge- lijke kopbaden kan men twee maal per dag herbal en. De volgende keer meer over deze Zlekte- Dr. TE HENNEPE.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1929 | | pagina 8