ALGEMEEN HIEUWS- C.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. das ffjKI zefagsg Eerste Blad. fXVJoorfcomen No. 8446. VRIJDAG 1 NOVEMBER 1929. 69e Jaargang. De Troebelen in Palestina. FEUILLET0N, Niemeuers BINNENLAHD. PRUIMTABAft AftONNEMENTSPRlJS: Bitmen Ter Neuzen 1.40 per 3 maanden - Buiten Ter Neuzen _or post /i 80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post f 6,60 per jaar Voor Bedgie en Amc-rika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post - Abonnementen voor het buitenland alleen bij voorultbetaling. IJltgeefster: Flrma P. 3. VAN DE SANDR. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0.20. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MA ANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND ii. De Commissie van onderzoek is reeds in het lev en qeroepen, en om de onpartij- diqheid zooveel moqeiijk in de hand te werkenja, te doen uitkomen, is er (zoo- als wij lazen) besloten de samenstellinq van die comtnissiie op te dragen aan ae Enqelsche reqeerinq zelve en niet aan de na miens de Enpelschen in Palestina reqee- r end en. Wij schreven in ons eerste stuk, in de Ter Neuzensche Gourant van 25 Octo ber, reeds over den arbeid in Palestina van de Zionisten, en wij hebben toen gaame en volimondiq erkend, dat van die zijde mooi en nut tig werk is qedaan, wat wij met eeniqe cijfers en ook met een zeer eprekend voorheeld hebben bewezen en verduidelijikt. Van een groote bescha- ven.de en zeqenrijke actie zijn de Zionis ten al meer de drijvende motor qewor- den. iDeze nationale, maar qeenszins reli- gietize, beweqinqen, die in enqeren zin haar ontstaan te damken heeft aan het ideal ism e van een man als Henzl, en die het qrootsche doel nastreeft om Palestina te miaken tot de publiekrechtelijk qewaar- borqde woonplaats voor het Joodsche voli, heeft ontzaqdijk veel qedaan voor den aanleq van' spoorweqen en weqen, verbetering van q ezond h eidstoestanden oprichtinq van scholen, enz. Op dat alles kunnen en moqen de Joden trotsch zijn. En als zij daarom aan dit alles nu ook rechten wlillen ontleenen op eeniq mede- zegqenschap in de reqeerinq over Pale stina, zal men dat ze'ker niet onbiillijik kun nen noemen. Maar nu is daar in 1917 de zooqenaamde „Balfour-verklarinq' qeko- men, en die heeft naar het velen voor- komt te vroeq en te zeer de Zionisti- scbe wenschen ten aanzien van Palestina reeds officieel enkend. De Enqelsche minister van Buitenland- sche Zaken Balfour heeft toen in een schrijven aan Lord Rothschild in Londen, qedateerd 2 November 1917, zich namens zijn reqeerinq in dier voeqe uitqesproken, dat de scheppinq van een nationaal tehuis in Palestina voor het loodsche volk met wel willen dheid beqroet werd, en ver- zekerd, dat de Enqelsche reqeerinq zich de qrootste inspanmnq zal qetroosten om het bereiken van dit doel te verqemakke- lijiken waarbij ecihter duidelijik werd ver- staan en te verstaan qeqeven, dat de burqerlijke en qodsdienstiqe rechten van bestaande niet-joodsche qemeenschappen in Palestina niet verkort moqen worden. Niu ziet iedereen wel, dat deze uitdruk- kinqen zeer vaaq zijn gehouden, en dat zal zeker wel niet onopzettelij'k zijn qe- schied. Maar bij deze declaratie, wiaar- mee de Joden in Palestina over t alqe- meen toch zeer inqenomen waren, kwam noq een mandaatsartikel, dat hun sterken ruqqesteun schijnt te qeven, waarin sprake was van een Joodsch ,,aqent- sohap dat met de Palestijnsche admini- stratie zou samenwer-ken. Prof. De Groot noernt de Baliour-declaratie met den aan- kleve van dien ,,een Samqar-wapen in de noq niet voldoend sterike handen van de onderlinq verdeelde Joden, die wel de Filistijnen (of in dit qeval dan de Ara- bieren) daarimee hebben aanqevallen, doch qeenszins verslaqen inteqendeel hen hebben qeprikikeld tot verzet (Ingez. Med.) krachtverzamelinq En juist daarin ziet de hooqleeraar een van de diepste oor- zaken van de onlusten De Joden laten aanspraken, sterke aan- sprakeni qelden op Palestina, maar... de Arabieren doen dat niet minder, en wer- kelijik niet met zoo heel veel minder arqu- menten. Allereerst dan wlijzen de Ara bieren op hum meerderheid in aantal: er staan 648.556 Mohammedanen teqenover een viermaal zoo klein qetal Jo.den en een neqenmaal zoo klein qetal Christenen, waarvan een qroot aantal dan ook noq tot overmaat tot het Arabische ras be- hoort. En dan komen zij aan met histo- riscihe rechten. Zij meenen ,,van Adam af" hier te hebben qewoond, ook al dwa- len zij daarin zeer sterk. Hun rasqenoo- ten hebben het land in de zevende eeuw na Christus onder den Grooten Omar, veroverd. Daarna hebben zij het bezit van het land niet zonder succes verde- diqd. En dus moqen ook zij zich wel eiqenaars noemen, waar dan noq bij konut een niet qerinqe nationale oplevinq voor en vooral na den wereldoorloq. Men ziet en hoort ten onzent veel van Joodsche aanspraken, qedachten, wenschen en ideaden ten aanzien van Palestina, maar de Arabieren koesiteren die eveneens. Hebben de Arabieren in 1914 en 1915 eerst qeaarzeld bij het bepalen van hun houdinq, zij zijn later beslist overqeqaan naar de zijde van de Entente en daar ook qebleven, vooral qebonden door prach- tiqe beloften, waarvan het doel mede was om hen teqen de Turken op te stoken. Dan vallen omstreeks dezen tijd (1915) ook de onderhandelinqen met den Sjerief van Mekka, waar men 't naadje wel niet van weet, maar waarbij toch zeker in uit- zicht is qesteld de stichtinq van een zelf- standiq Arabisch rijik, dat behalve Arabie, iMesopotamie en Syrie ook Palestina zou omlvatten. Later schijnt Enqeland ten aanzien van Palestina weer eeniq voor- behoud te hebben qemaakt, maar dat Was toen moeilijk in alien deele weer teruq te nemen. Men kan het zoodoende wel beqxijpen, dat de Arabieren ook in Palestina qekomen zijn tot allerlei onaf- hankelijikheidsadspiraties, die onqetwijfeld van verschillende zijden zijn aanqewak- kerd. Toen later de Balfour-verklarinq kwam met alles wat daar noq aan vast zat, beteekende dat dus voor de Arabie ren een zeer qroote teleurstelldnq. Er zijn conqressen qevolqd en allerlei besprekin- qen, er zijn moties aanqenomen, en be- sluiten qevallen. maar de dampkrinq was en bleef vertroebeld. Wij qeven hier b.v. besluit, aanqenomen op het vij.fde en Uit het Enqelsch door E. PHILLIPS OPPENHEIM. (Slot.) 79) Ernest Bliss", begon hij, „voordat we beginnen, zou ik graag een paar woorden zeggen. Speechen is nu eenmaal mijn fort niet en daarom zal ik maar kort zijn. Dit, Bliss, is een bijeenkomst van een paar van je oude vrienden, wie het heel erg speet van je moeilijke omstandig- heden te hooren, en daarom hebben ze de koppen bij elkaar aestoken en besloten om je een klein huwelijkscadeau te geven als herinnering aan den goeden ouden tijd. Ziiezoo, dat is in het kort wat we je te zeggen hadden, kerel. We hebben alleen de menschen, die er op stonden, mee laten doen en hier heb je het resul- taat, een kleine cheque en ik hoop van harte, dat je haar, ook al ter wille van je vrouw, zult willen accepteeren." Met een uitdrukking van zelfinge- nomenheid en ook wel een tikje opluch- ting op zijn gezicht, ging Honerton zit- een Palestijnsche conqres in 1922, steunend op den vasten wil van de vele leden der Ch r ist el i jk - M oha m med a a n sch e V ereeni- ging ,,wij, vertegenwoordigers van Pale stina, leden van het Palestijnsche con qres, zweren voor God, voor het volk en voor de qeschiedenis, dat wij zullen door- gaan met onze wettelijike pogingen om de Arabische onafihankelij.kheid en eenheid te verwenkelijikenen de Joodsche natio nale Woonplaats" benevens de Zionisti- sche immiigratie af te wijzen". lEn zoo zouden er noq allerlei partijen en partijtjes kunnen worden qenoemd. die alle fel-anti-Zionistisch zijn, en die bijna alien ijveren voor en verlangen naar een Arabische onafhankelijkheid. Met echt Oostersche hartstochtelijkheid staan al deze lieden hun eiqen belanqen voor en verdedigen zij een eiqen weq tot oplos- sing van de moeilijikheden. Zoo heeft al jaren lang de roep om ,,ittihaad sa- men een te zijn), in de Arabische pers weerklonken. De alqemeene opinie onder de Arabieren, of zij Mohammedaan zijn dam wel Christenen, is dat het land zich op het ooqenblik niet in de qoede rich- ting ontwilkkelt. Mien meent, dat onder de absolutistisehe reqeerinq tijdens de Enqelsche bezettinq het land zwaar lijdt. Er wordt veel te uitsluitend qelqt alleen op Joodsche en Enqelsche belanqen, en I het zou pas qoed worden, als Palestina kreeg een eiqen reqeerinq, wat best zou kunnen, naar zij zeqqen. Zoo is er dus een nationale beweqing van Arabieren in Palestina teqen het Enqelsche reqime en vooral teqen de Zionistische politick. En een derqelijke nationale beweqing vindt men ook in andere Mohammedaan- sche landen. Panislamisme is aan de troe belen in Palestina als oorzaak ook niet geheel vreemd. De Westersche cultuur bevalt dezen lieden maar matiq en zij i voelen die ten deele als een gevaar. I Nu schijnt het wel vast te staan, dat sommige Joden werkelijk uifdaqend zijn opgetreden. Zij meenden, dat de Balfour- declaratie hun recht op het land had vast- gelegd. Er kwamen imimigranten, die zich als heer en meester qedraqen. Dan .kwlam daarbij een qroeiend qevoel van rassenhaat. Met den ouderwetschen orthodoxen Jood qevoelde meniq Arabier zich noq wel verwant, maar van die nieuw-aanqekomenen moest hij niets hebben. Ook hebben de Zionisten, naar Prof. De Groot meent, twee qroote fou- ten beqaan: zij hebben over Palestina onderhandeld, alsof het was een lane zonder volk. De aanhankelijkheid van veel Arabieren voor den Palestijnschen bodem hebben zij miskend en onder- schat. Palestina was niet een land zonder volk, zooals Disraeli het zeide; dat was absoluut onjuist. Over zoo'n land te gaan spreken als toekomstiqe eiqen woonplaats zonder daarin eerst het volk des lands te kennen, was een dwaasheid en ook hee gevaarlijik. En dan is de intocht van veel Toden te opvallend qeweest. Hun aantal nam in 5 jaren toe van 83794 tot 147687! Ook heeft men de kolonies veel te dicht bij Jeruzalem qebracht en zoo werden botsin qen als vanzelf veroorzaaikt. In de onlus ten lag ook weiniq of niets persoonlijks, men schoot niet op bepaalde menschen, men viel qeen bepaalde Joden aan, maar men was en is boos op de Joden zeer in 't alqemeen. Daarom is dan ook dit alles niet iets wat even opkomt, maar straks ook weer even snel verdwijnen zal. Da oplaaiinq van den brand kan nop wel eeniqe malen worden onderdruikt; het vuur zelf kan men niet meer uitdooven, om.dat het qe- voed wordt onderqronds) uit Syrie, gypte en elders. Zoo kan men volgens den hooqleeraar over dit conllict dan ook kwalijk optimis- tisch deniken. Inteqendeel; hij verwacht telkens nieuwe en ernstiqer conflicten, als er in den alqemeenen toestand qeen qrondiige w'ijziqinq ikomit. Men zal er im- mers rekeninq mee mioeten houden, dat noch Joden, noch Arabieren, het land zullen ontruimen. De Arabieren zijn er nu eenmaal, en die zullen Palestina niet meer oslaten. Dit van hen te eischen zou on- edelijk zijn. Hoe moeilijk nu de samen- woninq ook zij van Joden en Arabieren in het Heiliqe Land, dit moet toch kunnen, als men teqenover elkander royaal is. Prof. De Groot zou er veel voor voelen om de Balfour-declaratie teruq te nemen en dan de Arabieren op te voeden tot hu- maniteit en verloocheninq van rassen- ihooqmoed, wlat qeen kwestie is van een aaar jaren. Palestina zou dan moeten comen onder een internationale commis- sie, en niet slechts onder Enqelsch opper- Deheer. En ten slotte zal men en van Arabische en van Joodsche zijde moeten neseffen, dat ook de Christenen histori- sche en vooral ideeele aanspraken op dit and moqen laten qelden, een land, dat voor ons meer is dan een soort ,,open- lucht-museum"; terwijl het dus behoort en aan Joden, en aan Christenen en aan Mohammiedanen, en dus aan de qeheele wereld. ten. Bliss stond op en keek zijn vrien den aan. Op dat oogenblik werd de cheque doorgegeven, Bliss nam haar aan, keek even naar het bedrag en legde haar open voor zich neer. Hij zag wat bleek, maar zijn stem klonk heel kalm, heel be- heerscht. ,,Tot mijn schaamte moet ik bekennen," begon hij, ,,dat ik teqenover jullie alien wel een weinig schuld heb. Het is waar, dat ik gedurende het laatste jaar groote armoede heb leeren kennen, het is waar, dat ik heel veel moeite heb gehad om in mijn levensonderhoud te voorzien, maaren nu "komt mijn biechtin dien toestand bevond ik mij uit vrijen wil. Het is niet waar, dat ik mijn geld ver- loren heb. Integendeel, zooals ik hier voor jullie sta, ben ik rijker dan ik ooit geweest benmet een rijkdom, die niet te meten valt," voegde hij er aan toe, terwijl hij zijn hand even op den schouder van Frances legde. iVan alle kanten steeq er een gemompel van verbazing op, hier en daar een uit- roep om duidelijiker uitleg. „Ja, ik vind wel, dat ik jullie een uit leg schuldiq ben", gang Bliss voort. „De quaestie is deze. Een jaar geleden voelde ik me vervelend, ontevreden, en natuur- lijk dacht ik, dat die gevoelens aan een lichamelijke ziekte te wijfen waren. Daar om ging ik naar Sir James Alroyd en vertelde hem precies hoe ik me voelde. Hij behandelde me kortaf, bijna onheb- belijk. Hij Wilde me zelfs niets voor- schrijven. Hij vertelde me heel eerlijk. dat hij qeen sympathie qevoelde voor jongelui, die hun gezondheid door hun onqereqelde leefwijze verqooiden. Ik kan jullie zeqqen, dat hij me niet spaarde. En toen ik weq wilde gaan, deed hij net of hij mijn hand niet zag. De eeniqe raad dien hij mij wilde geven was, dat ik eens moest probeeren om een jaar lang mijn eigen brood te verdienen en hij liet me duidelijk voelen, dat hij me er niet toe in staat achtte. ,,En toen ging ik op zijn uitdaging in. Ik stelde hem een weddenschap op de volgende termen voor: vijf en twintig duizend pond voor zijn gasthuis van mijn kant en een handdruk en een eerlijk ge- meende verontschuldiging van zijn kant, als ik dienzelfden morgen met vijf pond in mijn zak zou verdwijnen en een jaar lang van mijn eigen verdiende geld leven. En 't is me gelukt. Dat is het geheele verhaal van mijn geheimzinnige verdwij ra EERSTE KAMER. Vergadering van Woensdag. Aan de orde is het wetsvoorstel tot ver- leening van tijdelijken steun aan de beet- wortelsuiker-in dus trie. De heer Van den Bergh meent dat voor- stellers willen pogen na de tijdelijke regeling terug te komen op de oude productie-pre- mies, dus blijvende bescherming en betoogt dat een groot deel van de uitkeering niet aan de verbouwers ten goede zal komen. Door rationalisatie in samenwerking der vijf Brabantsche fabrieken zou voldoende besparing bereikt kunnen zijn, terwijl bin- nenkort productie en consumptie elkaar zul len dekken en het voorstel dus overbodig is. De heer Westerdijk ontkent dat de bieten- verbouw door protectie op peil mag worden gehouden. Voor handhaving van het alge- meene peil voor den landbouw is de bieten- bouw niet meer noodig. De cooperatieve sui- kerfabrieken kunnen best een paar jaar tegenslag verdragen. De oorzaak van de prijsdaling der suiker is de toenemende riet- suiker-productie die den toestand voor de bietsuiker niet wanhopig maakt, daar de consumptie toeneemt en een tekort aan tro- pische werkkrachten de uitbreiding van de rietsuiker-productie remt. De heer Wibaut meent dat de premie ten goede zal komen aan de slecht geoutilleerde fabrieken, die daardoor hun slechte outillage langer zullen behouden. Spreker gelooft niet aan vermeerdering der werkloosheid door vermindering der bie- tenproductie. De beer De Veer acbt de premie voor een (Ingez. Med.) jaar weggeworpen geld, doch zal v66r stem- men, omdat de steun bij de bietencultuur noodzakelijk is. De beer Haffmans, dringt aan op aan- neming van het voorstel, omdat de bieten cultuur niet gemist kan worden op bet platte- land. De beer De Savomin Lohman heeft geen bezwaar tegen bet beginsel van bet voorstel, doch tegen de moeilijkheden der uitvoering en tegen bet initiatief van het parlement in financieele aangelegenheden. De beer Diepenborst betoogt dat bet voor stel binnen de grenzen van het noodzakelijke gehouden ligt en dat de bietenteelt voor ons land van groote beteekenis is. Er is een noodtoestand en niet door de schuld van den verbouwer. Steunverleening is niet hopeloos daar ons land voor bietencultuur bij uitstek geschikt is en de steun zou doeltreffend zijn. Bij bet opstellen van een internationale rege ling zou Nederlaiid belang hebben bij een krachtige industrie. De heer Fock wijst op den invloed van de steun op de Suriname- en Javasuiker en be toogt dat de steun niet gegeven kan worden alvorens de Indische regeering te raadplegen. Vergadering van Donderdag. Om 12 uur was de Senaat bijeengeroepen voor de stemming over het Suikerwetje. Het werd met 28 tegen 19 stemmen ver- worpen. Tegen stemde de geheele linkerzijde met de heeren Pollema (C.-H.), Amtz (R.-K.), v. d. Lande (R.-K.), v. d. Hoeve (C.-H.), de Vlugt (A.-R.), de Savomin Lohman (C.-H.) en de voorzitter. Voor stemden met de Roomsch-Katholieken de heeren Briet (A.-R.), Anema (A.-R.), van Wassenaar van Catwijck (C.-H.), de Veer (A.-R.) en van Citters (A.-R.). Niet aanwezig waren de heeren Blomjous (R.-K.) en Verkouteren (C.-H.) en de Gijse- laar (C.-H.). De opkomst der leden was dus groot. We herinneren er aan, dat bet voor- Zoo gauw hebt U kou I gevat, lastig zijn de ge- volgen. Neein steeds een paar Wybert-tabietten. (Ingez. Mc-d.) ning. Ik kan jullie zeggen, dat het soms heel moeilijk was, dat er daaen waren, waarop ik nauwelijks te eten had. Maar ik heb het uitgehouden. En vandaag is het jaar om. Mijn eerste bezoek was vanmorgen bij Alroyd en hij heeft be- taald! Natuurlijk moeten jullie je geld terug nemen," ging Bliss voort, terwijl zijn stem verraderlijk begon te trillen. „Maar het dinertje en de hartelijkheid waarmee je mij en mijn vrouw ontvangen hebt, dat zijn dingen, die ik nooit ver- qeten zal. Ik ben er dankbaar voor, dat ik de herinnering aan jullie houding en aan de spontane manier, waarop jullie me hebt willen helpen, voor mijn geheele leven als iets heel goeds mag bewaren en ik hoop, dat jullie die herinnering wakker zult willen houden, door elk jaar op den 19den December mijn gasten te zijn." Dat was dus de verklaring van de ge heimzinnige verdwijning van Bliss. Onder luid bravo-geroep en algemeene verba zing ging hij zitten. Honerton was zoo I ge overbluft, dat hij voor 't oogenblik zijn j M gewone zelfingenomenheid kwijt was. ,,Dat is een verduiveld sterk staaltje,' herhaalde hij steeds. ,,En Ernest Bliss nog wel." Maar toen begonnen ze hem meedoo- genloos te plagen. ,,Als ontdekker van aan lager wal ge- raakte vriendenbegon er een veel- beteekenend. ,,Voor zoover ik zien kan, zijn we er geen van alien slechter aan toe," ant- woordde Honerton. „Je geld krijaen jul lie terug, je hebt een verduiveld lekker dinertje gehad en ik weet nu tenminste waar mijn buitenkansje vandaan gekomen Ik stel dus voor om nog eens een is dronk op Mr. en Mrs. Ernest Bliss uit te brenaendat ze lang en gelukkig mogen leven." Een paar uur daarna gingen ze, na eerst van iedereen afscheid genomen te hebben, het Venetiaansche zaaltje uit en de met een dikken looper bekleede trap- pen af; bij den ingang stond een luxueus ingerichte auto op hen te wachten. Bijna onhoorbaar suisde de groote wagen het Strand lanas en passeerde bijna rakelings dezelfde plaats, waar Frances van Bliss afscheid had genomen, om naar het kan- toor van mr. Montague te gaan. In ge- dachten leunde ze terug in ae kussens en sloot de oogen. Het leven, dat voor haar lag, was zoo geheel nieuw, zoo geheel anders. De zorg van al die jaren, die als een zware last op haar schouders had elegen, was nu voorgoed verdwenen. .daar toen dacht ze aan al de lesjes in economie, die ze Bliss in het laatste jaar had gegeven en bij die gedachte schoot ze in den lach. ,,'t Is toch heusch wel hetzelfde Lon den, he Ernest", fluisterde ze. ,,Het Drury Lane Cafe is toch hier ergens in de buurt en nog geen twaalf uur geleden zat jij nog op je omnibus ,.Ja, Londen is nog precies hetzelfde' stelde hij haar gerust, ,,maar ik hoop wel, dat het voor ons in 't vervolg iets anders zijn mag. Die lui vanavond hebben mij een lesje gegeven Frances, zij en de men schen, die ik gedurende dat jaar ontmoet heb. Ik ben van plan om een groot ge- deelte van mijn leven en mijn geld aan de menschen te wijden, die in dezelfde omstandigheden verkeeren, zooals wij ze hebben leeren kennen. Morgen begin ik met mijn plannen. Maar van avond," ging hij door, terwijl hij zich tot haar overboog, ,,van avond bestaan alleen wif tweeen, jijen ik. E I N D E.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1929 | | pagina 1