ALGEMEEN NIEUWS- C.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. a *1 pi ii rmii h S? h ■-a##.! 9Lt Eerste Blad. ERASMUS. No. 8431. VRIJDAG 27 SEPTEMBER 1929. 69e Jaargang. FEUILL£TON. BINNSKLAND. 1 BUITEirLAHDr S-zzw' smaakt ah room AFSLUITIN.G WEG. E. PHILLIPS OPPENHEIM 64) HOOEDISTUK XXVIII. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. TT B!S)i II SSS^S2SSS2; :3!HE£SE3SE3SBB3 \BONN®JWTSPEHS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan don 2:60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor bet buitenland alleen hi; voomitbetaHng. Uitgeefster: Firina P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertantien bij regelabonnement te gen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkriigba.ar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MA ANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, brengen ter kennis van belang- hebbenden, dat wegens het vemieuwen der keibestrating, de Westkolkstraat, deel van weg no. 59 van den ligger der wegen en voet- paden in de gemeente Ter Neuzen, voor het verkeer met rij- en voertuigen zal zijn ge- sloten tot uiterlijk 23 October 1929. Ter Neuzen, den 26 September 1929. Burgemeester en Wethouders voomoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. II. Ons eerste artikel stond stikvol jaar- tallen en plaatsnamen. Dit qebeurde op- zettelijk en pemotiveerd. Wij wilden im- mers maar eens heel duidelijk aanstonds laten uitkomen, hoe veelbewopen, of neen, dat is het poede woord nop niet, wij doen beter om te zeppen: hoe onrustip het leven van Erasmus is peweest. Erasmus verqelijkt men al spoedip met Luther wij komen daar straks nop wel even op terup maar van Luthers leven kan en zai niemand zeppen, dat het onrustip was. Het was wei veelbewopen; Erasmus' leven daarentepen was eer onrustip te noemen, Gaan we nu nop voort om wat van Erasmus te vertellen, dan zijn er eipenlijk drie dinpen, waardoor hij zich onder- scheidt en die hier dienen te worden aan- pestipt; wij zien in Erasmus den prooten humanist, wij lezen zijn werken, en wij vrapen ons af, hoe en wat zijn verhou- dmp is peweest tot Luther en het werk der Hervorminp of Hervormers. Erasmus wordt zeker door Zscharnack terecht penoemd: de beroemdste ver- tepenwoordiper van het christelijk huma- nisme, wiens peestelijike ontwikkelinq en historische plaats ondanks de juist in het bijzonder in den laatsien tijd weer sterk toepenomen belanpstellinp voor hem en zijn werken, tot heden nop peen scherp- peformuieerde beoordeelinp heeft pevon- den. Geidt hij voor den een als een man, die peheel op zichzelf stond, en die dan ook absoluut op zichzelf was aanpewezen, zoo meenden anderen weer, ondanks alle eipenaardipheden van zijn stijl en de ook ta'alkundipe zelfstandipheid van al zijn pesehriften, toch daarin terup te vinden een weerklank van de in zijn dapen niet zeldzame humanistische en poasdienstipe bewepinp, waarmee zijn leven hem haast alom in aanrakinp had gebracht. Te De- venter en te 's Hertopenbosch (men her- innert zich deze plaatsnamen uit onze vrij dorre opsomminp in ons eerste arti kel) ikwam Erasmus in aanrakinp met de devotie en de humanistische strevinpen van de ,,Broeders des Gemeenen Levens' Wel schijnt echter hun humanisme ster- ker bij Erasmus te hebben napewerkt en doorpewerkt dan hun innipe en sterke bezorqdheid over anderer en vooral over eipen zieleheil, al zou er voor hem alle i aanleidinp en pelepenheid zijn peweest, om bijvoorbeeld in het klooster Steijn bij j Gouda den wep der diepere pods- I dienstipheid op te paan. Hier schreef hij immers zijn ,,Epistola de cantemtu mundi' (zijn brief over het verachten van de wereid), maar reeds in deze periode ken- merkt hem een proote mate van peeste- lijke levendipheid, intellectueele bewopen- heid, wetenschappelijke peinteresseerd- heid (men houde alleen reeds in het oop, hoe de Mjaripe Erasmus reeds brieven schreef, die een schoolmeester beweerde zorfder commentaar niet te kunnen lezen) maar daarnaast erkent zijn biopraaf Hui- zinpa zelf, „naar uitinpen van vroom- heid zocht men in deze dapen in zijn briefwisseiinp bijna verpeefs". Nu idient onmiddellijk te worden er- kend, dat Erasmus (ondanks de vele teleurstellinpen en moeilijkheden in zijn leven) toch wel prachtip in de pelepen heid is peweest om dezen zin en lust voor de bestudeerinp van de klassieke oudheid den vrijen teupel te laten. Daarbij werd zijn tepenzm tepen de theolopie, zooals die in zijn dapen werd beoetend, steeds sterker en wij zouden het kunnen beprij- pen, dat die onzeuscanuxpheid der theo lopie ais vanzeii bij Erasmus den zin naar en het pevoel voor het ware en diepere pelooi niet heeft bepunstipd. Zoo was het, peiijk Huizmqa opmerkt, voor Eras mus ook wel heel moeielijk om D.v. aan de Parijsche universiteit in het dorre tra- ditionaiisme, idat daar heerschte, den bioei cfer scholastieke wijsbepeerte en theolopie terup te vinden. Van de dispu- taties, die hij aan de borbonne hoorde, bracht hij niet anders mee naar huis dan spotzucht over de ,,idoctoren" in de theo lopie, of peiijk hij hen steeds ironisch noemt met hun eeretitel: jMapistri nos- tri" onze meesters. Geeuwend, erkent hij zelf, zat hij tusschen de heiiipe Sco- tisten met hun perimpeld voorhootd, sta- rende oopen en bedrukt pelaat, en thuis- pekomen schreef hij onmiddellijk een heel oneerbiedipe lantasie idaarover aan een jonperen vriend, hem vertellend, hoe hij I met de theolopen der Sorbonne den siaap i van Epimenides slaapt. Deze Epimenides 1 ontwaakte echter tenminste nop% na 47 i jaren, maar de meeste onzer hedendaap- sche theolopen zullen, vreest hij, nimmer j wakker wonden. ,,I.k doe al mijn best", schrijtt hij nop, ,,om maar peen Latijn te praten, en ook niets bevallips of peestips te beweren; en heusch, ik maak al vorde- rinpen, er is poede hoop, dat zij mij nop eens zullen erkennen". Toch was het niet alleen de dorheid van hun methoden en de onvruchtbaarheid van hun stelsel, wat Erasmus atkeerip maakte. Het waren ook de eipenschappen van zijn peest, die bij alle ruimte en scherpzinnipheid niet peneipd was om diep door te drinpen in wij.speeripe of dopmatische bespiepelin- pen. Zoo bleef hij en het is kenmer- kend, dat dit alles Erasmus eipenlijk tot aan zijn levenseinde is bijpebleven! zoo bleef hij een aesthetisch pericht hu- pianist met een onderprond van bijbelsche en moralistische pezimdheid, die vooral berustte op wat hi] had pevonden bij zijn lievelinp onder de kerkvaders: Hierony- mus. Llit het Enpelsch door Vervolp.) ,,Verduiveld, daar heb je waarachtip Ernest Bliss". Bij dien aanroep keek Bliss ,die juist het Strand overstak, op wep naar het bureau voor werkverschaf- finp, haastip op. Eindelijk was dan toch pebeurd, waar hij al die maanden lanp voor pevreesd had. Vol schrik herkende hij den spreker, het was Dick Honerton, een van zijn vele kennissen, de man, die iedereen ikende en van wien niemand eipenlijlk een enkele bijzonderheid wist. Zooals pewoonlijk, was hij ook nu weer keurip, naar de allerlaatste mode pekleed en ofschoon hij onmiddellijk naar Bliss toekwam en hem hartelijk de hand toe- stak, lukte het hem toch niet, om zijn ver- bazinp peheel en al te verberpen. „Mijn beste kerel", riep hij uit, ,,weet je wel, dat je het mysterie van Lomden op het oopenblik bent Waar heb je pe- zeten Wat is er toch pebeurd, wat heb je in 's hemelsnaam uitpevoerd?" ,,Ik wist niet, dat ik zoo'n mysterie was", antwoordde Bliss ontwijkend. Ik dacht, dat iedereen wel over mijn moei- lijike omstandipheden was inpelicht." De jonpe man kuchte even, om zich een houdinp te peven. Hij had echter te veel tact om niet onmiddellijk met een ant- woord klaar te zijn. „Is het dan waarachtip waar, kerel, dat ;n komcii^ic Enpeische niskvdcii. je al je peld kwijt bent?" zeide hij mede- lijdend. „iLViaar dat is toch peen reden om je als een boosdoener te verstoppen. Ik ben ervan overtuipd, dat verscheidene van je oude bekenden praap wat voor je zouden willen doen. ,,i3uitenpewoon aardip van ze", mom- pelde Blis's. „Maar de quaestie is deze, nu ik mijn eipen brood moet yerdienen, ben ik liever onder vreemden." „Wat spijt me datIk wist werkelijk niet, dat je er zoo beroerd voor stond", zeide Honerton met een werkelijk sym- pathieken klank in zijn stem. Bliss keek mistroostiq voor zich. Het was nu al veertien dapen peleden, dat hij, j overeenkomstip de voorwaarden van zijn weddenschap, alle connectie met Mr. Morpan had moeten afbreken, en in die paar weken was het hem niet pelukt een andere betrekkinp te vinden. Hij had penoep moeite pedaan, maar bij de eene sollicitatie kwam hij juist te laat, bij de andere werd hij niet aanpenomen, om- dat hij niet penoep ondervindinp had. Op het oopenblik dat Dick Honerton hem aansprak, verkeerde hij juist in de peluk- kipe omstandipheden, dat hij den volpen- den dap zijn kamerhuur moest betalen, terwijl zijn peheele peldelijk bezit precies een shillinp bedroep. Zijn kleeren be- ponnen nu ook lanpzamerhand teekenen van verval te vertoonen. Een week pe leden had hij zijn jas qescheurd en de popinpen, die mrs. Heath aanpewend had om den winkelhaak onzichtbaar te herstellen, waren niet bepaald peslaapd te noemen. En daarbij had hij een proot pat in zijn rechterzool, welk feit peluk- kip voor het pewone publiek secuur ver- borpen was, maar dat zich toch, vooral bij nat weer, op zeer voelbare wijze tel- kens aan hem opdronq. De onderkant van zijn broek was perafeld. De mouwen en de rup van zijn jas beponnen verdacht plimmende plekken te vertoonen. Lanp zamerhand bepon hij nu de misere van werkelijke armoede aan den lijve te on- speciaal van zijn vriend en peestverwant T homas Morus, om nu peen andere na- men van minder aipemeen bekeruden hier te noemen. flet was onder hun invloed, oat Erasmus in 1501 dan echter weer in Erankrijk terup -zijn Enchiridion militis christianischreef. Men heeft, wat dezen levenstijd van hem betreft, wel eens pesproken van een overpanp van een letterkundipe naar een meer pods- dienstipe peesteshdudinp, echter dienen wij daarbij toch nooit uit het oop te ver- liezen, dat een ,,wep naar Damascus" (als bij Paulus) in Erasmus leven ont- breekt. Hier was peen scherpe of sterke overpanp, hij kan nu en later, zoo zept Huizinpa onpeveer) precies naar eipen of anderer believen den theoloop of den iitterator naar buiten keeren. Erasmus heeft zeif op iater leeftijd ver- teld, dat zijn Enchiridion (Handboekje) door een toeval zou zijn peboren. De uiteriijke aanleidinp moet deze zijn pe weest, dat er op het kasteel van Tourne- hem in die dapen een krijpsman verkeer de, die een zeer losbandip leven leidde en heel slecht was voor zijn depelijke en vrome vrouw. Het Handboekje zou dan peschreven zijn om dezert dwalende tot mkeer te brenpen. Maar dit is natuurlijk slechts de uitwendipe oorzaak, de (dieper lippende) innerlijke oorzaak was, dat Erasmus vroeper of later toch wel eens uitdrukkinp wenschte te peven aan zijn siandpunt tepenover de podsdienstipe praktijken in zijn dapen, en ook tepenover allerlei ceremonies en ziellooze opvattin- pen van den Christenplicht, dfe hem tot proote erpernis waren. Hij ontvouwt nu zijn standpunt, dat kort-pezepd luidde: T erup naar de Schrift! Volpens Erasmus moet het streven van ieder Christen zijn: de Schrift in haar zuiverheid en oor- spronkelijke beteekenis te verstaan. En dan had hij den dood pezien aan een voortdurend inachtnemen van ceremo- nien. Hij noemde dit ,,juidaistische obser- vantie zonder eenipe waarde". Het behoeft zoodoende niet te ver- bazen, dat Erasmus nop in 1519 door Luther penoemd werd ,,ons sieraad en onze hoop". Maar krachtens zijn den vrede minnende peleerden-natuur en in overeenstemminp met zijn denkwijze, die onder alles door onvoorwaardelijik de kerkelijke eenheid wenschte vast te houden wilde Erasmus (die anders scherp en kras penoep zijn kon), toch van een breuk, die tot definitieve scheidinp of splitsinp leiden zou, niet weten. En daar- mede hebben wij dan tepelijk aanpe- toond, hoe het pekomen is, dat Luther en Erasmus het nooit eens, ja veeleer steeds minder eens zijn peworden. i Gedwonpen om wepens het inquisito- j riaal optreden van Allander en de zijnen Leuven te verlaten, week Erasmus later, toen de Hervorminp te Bazei qinq qebie- j den, ook weer vandaar, op die wijze zijn eipen houdinp "wel heel sterk typeerend. Erasmus is bij en onder alles een katho- liek peorienteerd vrome pebleven, die I sterk stond en bleef staan bij den vrijen wil van den mensch, teruppinp op jezus' Berprede en pelijkenissen, en die om of lanqs Paulus heen qinq. En toch en daar heeft men nu weer typisch Erasmus! - kon deze man in een brief aan Zwinpli ki dervinLen. Hij zap er bleek en betrok- ken uit, wat nop erqer pemaakt werd door een stoppeibaard van een paar weken oud. En het erpste was, dat hij zich al een week lanp niet aan Prances had durven vertoonen; ai het optimisme ter wereid was niet in staat om de dub- delijike, uiteriijke kenmerken van het voortdurend pebrek aan peld wep te redeneeren en voor alles mocht ze het iaatste zweempje hoop, dat hij met zoo- veel moeite in het leven had qehouden, niet verliezen. Zooianq ze elkaar maar met zaqen, was alles in orde. Hij had haar vaste belotte, dat ze niets zou doen, zonder hem vooral erin te kennen. Dus daarom stuurde hij haar ais eemp levens- teeken korte, oppewekte brietjes, waarin hij steeds weer herhaalde, dat hij het veel te druk had, om er ook maar een uurtje per dap at te idiurven nemen. „Ja", zuchtte hij, „ik sta er zoo beroerd voor als je maar denken kunt. Ik ben mijn betrekkinp als chauffeur kwijt. En nu ben ik maar weer aan het zoeken qe- slapen." Uick Honerton was een jonqmensch, wiens trots het was, dat hij in den strijd om het bestaan zijn hart en qeweten af- peschaft had. In de praktijk viel die theorie echter tot zijn niet perinpe erper nis wel eens anders uit. Zoo ook nu bij de ontmoetinp met Bliss. „Ga mee erpens zitten, dan kunnen we beter praten," stelde hij hem voor. Met een veelbeteekenend pezicht keek Bliss naar zijn kleeren. Ze waren zoo netjes, als 't maar kon, maar ze hoorden bij zijn tepenwoordipe omstandipheden. En terwijl hij nop stond te aarzelen dronp het bewuste pat in zijn zool zich weer op nTiteerende wijze aan hem op. Maar op dat oopenblik bepon Honerton te lachen en s:ak overredend zijn arm door dier van Bliss. ,,Kom, zanik nu niet lanqer," zeide hij. „Daar aan den overkant bij Ransome kunnen we heel poed paan zitten. ]e 31 Auq. 1523 verklaren, dat hij meende bijna alles (reeds) te hebben qeleerd, wat nu door Luther werd beweerd. Eipenaardip klopt datpene, wat wij hierboven beweerden, met enkele van de stellinqen, die niemand minder dan de tepenwoordipe hoopleeraar Prof. Dr. T- Lindeboom plaatste achter zijn proef- schrift over ,,Een onderzoek naar Eras mus' theolopie en naar zijn qodsdienstiq pemoedsbestaan", (1909), waar deze het aldus formuleerde (I). De kritiek door Erasmus op de kerk en haar leerstellinpen peoefend, heeft nimmer het karakter pehad van rincipieele bestrijdinp, peiijk wij die ennen van de eipenlijke „Hervormers". (II). Niet uit Erasmus' kritisch optre den, noch uit eene, prootendeels ten on- rechte hem toeqedichte, voorliefde voor eene „natuurlijke relipie", maar uit zijn bijbelsch standpunt moet zijn proote be teekenis voor de theolopie verklaard wor den. Tenslotte en met die conclusie ein- dipt ook Lindeboom's proefschrift is een dinp wel zeker: Erasmus is in al deze dinpen volkomen eerlijk peweest. Laat het waar zijn, dat het Erasmus' noodlot is qeweest, dat de onqunstipe omstandiq- neden van zijn leven en zijn toch altijd beperkte vermopen een rol hebben qe- speeld bij de beoordeelinp door het na- peslacht, die niet altijd qunstiq uitviel, en laat Erasmus zeker peen held zijn qe weest, die tijdsomstandipheden en eipen zwakheden wist te beheerschen, zoodat bij de beoordeelinp van zijn leven als van- zelf de lichtzijden naar voren kwamen, Busken Hoet heeft niet ten onrechte ver klaard, dat Erasmus in zoo'n moeilijken tijd leefde, ,,dat het ons niet betaamt over het pebruik, dat hij van zijn bewonde- renswaardipe paven pemaakt heeft, een beslissend oordeel te vellen, en wij er ons bij moeten neerleppen, dat hij, peiijk ide Bijbel zept, in eipen pemoed ten voile verzekerd is peweest." Theodorus '^naijer Gromngsn Amsterdam 1, Velsen 1, Abcoude-Proosdij 1, Amersfoort 1, Maassluis 1, Pemis 1, Piershil 1, Schiedam 1, Stompwijk 1, Poorvliet 1, Tholen 2, Bameveld 1, Valhurg 2, te samen 17; totaal-generaal voor September 1929 239 ziektegevallen met zeven sterfgevallen. DE AEASTRIM. In de week van 15 tot 21 Sept. werden acht gevallen van encephalitis na inenting ter kennis van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid gebracht. In dezelfde week zijn in de gemeente Rotterdam 27 gevallen geconstateerd. In de gemeente Delft zijn 83 gevallen gemeld, zoodat het aantal sedert 1 September waargenomen gaivallen in Delft 132 bedraagt, zonder sterfgevallen. Voorts zijn in dezelfde week de volgende gevallen in andere gemeenten waargenomen: Almelo 2, INGEZONDEN MKDEDEELlNGlf ioo'pt peen kans om er iemand te ontmoe- ten, aie je kent eii uaarbij komt je moet het me niet kwalijk nemen dat je er uit ziet alsof een sterke whisky-soda wel aan je besteed zal zijn.' „Maar dan heel veel whisky en bijna geen soda,- paf Bliss toe, „en t liefst met een paar drope biscuits. fe zamen stapten ze het bewuste cafe binnen en pinpen aan een van de kleine ronde tafeitjes zitten. Honerton bepon met den kellner te roepen. ,,lk moet je eerlijk zeppen," zeide hij toen hij de twee whisicy-soda besteld had, ,,-dat ik nop pewoonwep overdonderd ben. Weet je wel, dat ik een maand of zes peieoen je nop om duizend pond ter ieen qevraagd heb?" ,,)a, Eat is waar", antwoordde Bliss, ,,en t scheeide maar een haartje, of je had ze pehad." „Had het maar pedaan,zuchtte Honerton, ,,toen had het voor jou toch niets pescheeld. Ik had juist meer dan penoep van het niets doen en dan had ik deelpenoot kunnen worden in een proo ten wijnhandel. Enfin, er is nu toch niets meer aan te doen. De bordjes zijn nu verhanpen, we moeten zien of we niets voor jou kunnen vinden, }e weet, con- tanten heb ik niet, maar een qoeien kop heb iik wel; met behulp daarvan heb ik vroeper ook eens een paar vrienden uit de misere peholpen. We moeten dus nu zien een betrekkinp voor je te vinden." ,,Zeq, 't is verduiveld aardiq van je, 'dat je je zooveel moeite ervoor peven wilt", zeide Bliss. ,,Och, klets niet", antwoordde Honer ton afwerend. ,,A1 zit ik niet dik in mijn duiten, ik heb toch altijd nop wel lets voor een ouden vriend, aan wien ik heel wat prettipe uurtjes te danken heb en die nu in de misere zit. Dus je hebt het maar te zeppen," pinp hij voort, terwijl zijn reehterhand1 al naar den binnenzak van zijn jas pinp, „een kleinipheid, om je door..." IN HET OOSTEN. Twee gebeurtenissen trekken in bet Oosten de aandacht, schrijft de N. R. Crt., waarvan de eene het aftreden van prof. Woldemaras als Litausoh minister-president, de andere de verscherping van het steeds sluimerende con flict tusschen den Poolschen dictator maar- sehalk Piisudski en den voorzitter van de Sejm (de volksvertegenwoordiging), den Sejm-maarschalk Dascynski, is. Om met Litauen te beginnen, valt op te merken, dat over de eigenlijke oorzaken van de snel geregelde crisis die tot het aftreden van Woldemaras heeft geleid, in het Westen nog zoo goed als niets bekend is geworden. Wij hebben alleen vemomen, dat Tubelis tot- dusver minister van financien, Woldemaras als eerste-minister vervangen heeft en men mompelt verder dat Woldemaras' autocra- tische bazigheid hem ten slotte met al zijn medewerkers in botsing gebracht had. Tubelis was Zondag uit Tsjecho-Slowakije te Kowno teruggekeerd en heeft toen een lange samenspreking met president Smetona gehad. Deze hield op zijn beurt overleg met Woldemaras en daama is Maandagavond bekend gemaakt, dat Tubelis een nieuw mi- nisterie had gevormd. In het nieuwe kabinet heeft Tubelis zich, behalve met het eerste- ministerschap en de portefeuille van finan cien, voorloopig met die van buitenlandsche zaken belast. In het nieuwe kabinet zijn vier ministers op hun post gebleven en hebben de andere ministers slechts van portefeuille verwisseld. Een ibelangrijk commentaar op hetgeen er in Litauen voorgevallen is, komt uit Riga. Het is het lakonieke bericht, dat men in poli- j tieke kringen de staatkundige loopbaan van Woldemaras uitgespeeld acht. Dit zou een geluk voor het land zijn, want Woldemaras die tengevolge van den militairen staatsgreep \an December 1926 met dictatorial macht bekleed was, heeft vooral door de wijze waar- Bnel stak Bliss zijn hand uit en hield hem tepen. Hier had hij een heel eipen- aardipe sensatie, een eipenaardip warm geiukspevoel, een bewust worden van den band, die vooral in moeifijke tijden de menschen te zamen houdt, menschen, die hi; vroeper als ledepoppen had be- schouwd. En dan in dit peval nop wel Dick Honerton, die altijd een beetle qe- rinpschatten'd behandeld werd. fen slotte was het toch een zonderlinqe wereid. „Ik vina het verduiveld aardiq van je, kerel," zeide Bliss hartelijk, ,,maar zoo ver zijn we nop niet. Ik weet ie adres en als er tijd mocht komen, dat ik peen raad meer weet, dan beloof ik je, Eat ik je zal komen opzoeken. Maar ik ben nop met heelemaai aan 't eind van mijn krachten en binnen een paar dapen hebben ze me een betrekkinp beioofd." Aarzelend maar toch met een zekere verlichting stopte Honerton zijn porte feuille weer in den zak. ,,Goed, zooals je wilt, pinp hij door, ,,maar laten we het dan nu eens over die betrekkinp hebben. Ik vind, dat je de zaaik niet zuiver bekijkt, Bliss. Iemand als jij, met hoopen vrienden, kan toch op een of andere manier z'n brood verdie- nen, zonder dadelijk met het minderwaar- dipste werk te beginnen". ,,Maar je wilt toch niet zeppen, dat een chauffeur minderwaardiq werk doet", protesteerde Bliss. Honerton haalde de schouders op. ,,Wel", zeide hij weifelend, ,,'t is net zoo als je het noemen wilt." „Maar het is eerlijk werk", hield Bliss aan. ,,Hoeveel keer heb ik vroeper niet voor mijn pleizier gechauffeurd Waar- om zou ik 't niet voor pe'ld doen, als ik dan toch mijn brood moet verdienen In pedachten bekeek Honerton zijn keuripe lakschoenen. (Wordt vervolqd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1929 | | pagina 1