ALGEMEEN NIEUWS- C.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
a
*1 pi ii
rmii h S? h
■-a##.! 9Lt
Eerste Blad.
ERASMUS.
No. 8431.
VRIJDAG 27 SEPTEMBER 1929.
69e Jaargang.
FEUILL£TON.
BINNSKLAND.
1
BUITEirLAHDr
S-zzw' smaakt ah room
AFSLUITIN.G WEG.
E. PHILLIPS OPPENHEIM
64)
HOOEDISTUK XXVIII.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
TT B!S)i
II
SSS^S2SSS2; :3!HE£SE3SE3SBB3
\BONN®JWTSPEHS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan don 2:60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen hi; voomitbetaHng.
Uitgeefster: Firina P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertantien bij regelabonnement te gen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkriigba.ar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MA ANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN, brengen ter kennis van belang-
hebbenden, dat wegens het vemieuwen der
keibestrating, de Westkolkstraat, deel van
weg no. 59 van den ligger der wegen en voet-
paden in de gemeente Ter Neuzen, voor het
verkeer met rij- en voertuigen zal zijn ge-
sloten tot uiterlijk 23 October 1929.
Ter Neuzen, den 26 September 1929.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
II.
Ons eerste artikel stond stikvol jaar-
tallen en plaatsnamen. Dit qebeurde op-
zettelijk en pemotiveerd. Wij wilden im-
mers maar eens heel duidelijk aanstonds
laten uitkomen, hoe veelbewopen, of neen,
dat is het poede woord nop niet, wij doen
beter om te zeppen: hoe onrustip het
leven van Erasmus is peweest. Erasmus
verqelijkt men al spoedip met Luther
wij komen daar straks nop wel even op
terup maar van Luthers leven kan en
zai niemand zeppen, dat het onrustip was.
Het was wei veelbewopen; Erasmus'
leven daarentepen was eer onrustip te
noemen,
Gaan we nu nop voort om wat van
Erasmus te vertellen, dan zijn er eipenlijk
drie dinpen, waardoor hij zich onder-
scheidt en die hier dienen te worden aan-
pestipt; wij zien in Erasmus den prooten
humanist, wij lezen zijn werken, en wij
vrapen ons af, hoe en wat zijn verhou-
dmp is peweest tot Luther en het werk
der Hervorminp of Hervormers.
Erasmus wordt zeker door Zscharnack
terecht penoemd: de beroemdste ver-
tepenwoordiper van het christelijk huma-
nisme, wiens peestelijike ontwikkelinq en
historische plaats ondanks de juist in het
bijzonder in den laatsien tijd weer sterk
toepenomen belanpstellinp voor hem en
zijn werken, tot heden nop peen scherp-
peformuieerde beoordeelinp heeft pevon-
den. Geidt hij voor den een als een man,
die peheel op zichzelf stond, en die dan
ook absoluut op zichzelf was aanpewezen,
zoo meenden anderen weer, ondanks alle
eipenaardipheden van zijn stijl en de ook
ta'alkundipe zelfstandipheid van al zijn
pesehriften, toch daarin terup te vinden
een weerklank van de in zijn dapen niet
zeldzame humanistische en poasdienstipe
bewepinp, waarmee zijn leven hem haast
alom in aanrakinp had gebracht. Te De-
venter en te 's Hertopenbosch (men her-
innert zich deze plaatsnamen uit onze
vrij dorre opsomminp in ons eerste arti
kel) ikwam Erasmus in aanrakinp met de
devotie en de humanistische strevinpen
van de ,,Broeders des Gemeenen Levens'
Wel schijnt echter hun humanisme ster-
ker bij Erasmus te hebben napewerkt en
doorpewerkt dan hun innipe en sterke
bezorqdheid over anderer en vooral over
eipen zieleheil, al zou er voor hem alle
i aanleidinp en pelepenheid zijn peweest,
om bijvoorbeeld in het klooster Steijn bij
j Gouda den wep der diepere pods-
I dienstipheid op te paan. Hier schreef hij
immers zijn ,,Epistola de cantemtu mundi'
(zijn brief over het verachten van de
wereid), maar reeds in deze periode ken-
merkt hem een proote mate van peeste-
lijke levendipheid, intellectueele bewopen-
heid, wetenschappelijke peinteresseerd-
heid (men houde alleen reeds in het oop,
hoe de Mjaripe Erasmus reeds brieven
schreef, die een schoolmeester beweerde
zorfder commentaar niet te kunnen lezen)
maar daarnaast erkent zijn biopraaf Hui-
zinpa zelf, „naar uitinpen van vroom-
heid zocht men in deze dapen in zijn
briefwisseiinp bijna verpeefs".
Nu idient onmiddellijk te worden er-
kend, dat Erasmus (ondanks de vele
teleurstellinpen en moeilijkheden in zijn
leven) toch wel prachtip in de pelepen
heid is peweest om dezen zin en lust voor
de bestudeerinp van de klassieke oudheid
den vrijen teupel te laten. Daarbij werd
zijn tepenzm tepen de theolopie, zooals
die in zijn dapen werd beoetend, steeds
sterker en wij zouden het kunnen beprij-
pen, dat die onzeuscanuxpheid der theo
lopie ais vanzeii bij Erasmus den zin naar
en het pevoel voor het ware en diepere
pelooi niet heeft bepunstipd. Zoo was
het, peiijk Huizmqa opmerkt, voor Eras
mus ook wel heel moeielijk om D.v. aan
de Parijsche universiteit in het dorre tra-
ditionaiisme, idat daar heerschte, den
bioei cfer scholastieke wijsbepeerte en
theolopie terup te vinden. Van de dispu-
taties, die hij aan de borbonne hoorde,
bracht hij niet anders mee naar huis dan
spotzucht over de ,,idoctoren" in de theo
lopie, of peiijk hij hen steeds ironisch
noemt met hun eeretitel: jMapistri nos-
tri" onze meesters. Geeuwend, erkent
hij zelf, zat hij tusschen de heiiipe Sco-
tisten met hun perimpeld voorhootd, sta-
rende oopen en bedrukt pelaat, en thuis-
pekomen schreef hij onmiddellijk een heel
oneerbiedipe lantasie idaarover aan een
jonperen vriend, hem vertellend, hoe hij
I met de theolopen der Sorbonne den siaap
i van Epimenides slaapt. Deze Epimenides
1 ontwaakte echter tenminste nop% na 47
i jaren, maar de meeste onzer hedendaap-
sche theolopen zullen, vreest hij, nimmer
j wakker wonden. ,,I.k doe al mijn best",
schrijtt hij nop, ,,om maar peen Latijn te
praten, en ook niets bevallips of peestips
te beweren; en heusch, ik maak al vorde-
rinpen, er is poede hoop, dat zij mij nop
eens zullen erkennen". Toch was het niet
alleen de dorheid van hun methoden en
de onvruchtbaarheid van hun stelsel, wat
Erasmus atkeerip maakte. Het waren
ook de eipenschappen van zijn peest, die
bij alle ruimte en scherpzinnipheid niet
peneipd was om diep door te drinpen in
wij.speeripe of dopmatische bespiepelin-
pen. Zoo bleef hij en het is kenmer-
kend, dat dit alles Erasmus eipenlijk tot
aan zijn levenseinde is bijpebleven!
zoo bleef hij een aesthetisch pericht hu-
pianist met een onderprond van bijbelsche
en moralistische pezimdheid, die vooral
berustte op wat hi] had pevonden bij zijn
lievelinp onder de kerkvaders: Hierony-
mus.
Llit het Enpelsch
door
Vervolp.)
,,Verduiveld, daar heb je waarachtip
Ernest Bliss". Bij dien aanroep keek
Bliss ,die juist het Strand overstak, op
wep naar het bureau voor werkverschaf-
finp, haastip op. Eindelijk was dan toch
pebeurd, waar hij al die maanden lanp
voor pevreesd had. Vol schrik herkende
hij den spreker, het was Dick Honerton,
een van zijn vele kennissen, de man, die
iedereen ikende en van wien niemand
eipenlijlk een enkele bijzonderheid wist.
Zooals pewoonlijk, was hij ook nu weer
keurip, naar de allerlaatste mode pekleed
en ofschoon hij onmiddellijk naar Bliss
toekwam en hem hartelijk de hand toe-
stak, lukte het hem toch niet, om zijn ver-
bazinp peheel en al te verberpen.
„Mijn beste kerel", riep hij uit, ,,weet
je wel, dat je het mysterie van Lomden
op het oopenblik bent Waar heb je pe-
zeten Wat is er toch pebeurd, wat heb
je in 's hemelsnaam uitpevoerd?"
,,Ik wist niet, dat ik zoo'n mysterie
was", antwoordde Bliss ontwijkend. Ik
dacht, dat iedereen wel over mijn moei-
lijike omstandipheden was inpelicht."
De jonpe man kuchte even, om zich een
houdinp te peven. Hij had echter te veel
tact om niet onmiddellijk met een ant-
woord klaar te zijn.
„Is het dan waarachtip waar, kerel, dat
;n komcii^ic Enpeische niskvdcii.
je al je peld kwijt bent?" zeide hij mede-
lijdend. „iLViaar dat is toch peen reden
om je als een boosdoener te verstoppen.
Ik ben ervan overtuipd, dat verscheidene
van je oude bekenden praap wat voor je
zouden willen doen.
,,i3uitenpewoon aardip van ze", mom-
pelde Blis's. „Maar de quaestie is deze,
nu ik mijn eipen brood moet yerdienen,
ben ik liever onder vreemden."
„Wat spijt me datIk wist werkelijk
niet, dat je er zoo beroerd voor stond",
zeide Honerton met een werkelijk sym-
pathieken klank in zijn stem.
Bliss keek mistroostiq voor zich. Het
was nu al veertien dapen peleden, dat hij,
j overeenkomstip de voorwaarden van zijn
weddenschap, alle connectie met Mr.
Morpan had moeten afbreken, en in die
paar weken was het hem niet pelukt een
andere betrekkinp te vinden. Hij had
penoep moeite pedaan, maar bij de eene
sollicitatie kwam hij juist te laat, bij de
andere werd hij niet aanpenomen, om-
dat hij niet penoep ondervindinp had. Op
het oopenblik dat Dick Honerton hem
aansprak, verkeerde hij juist in de peluk-
kipe omstandipheden, dat hij den volpen-
den dap zijn kamerhuur moest betalen,
terwijl zijn peheele peldelijk bezit precies
een shillinp bedroep. Zijn kleeren be-
ponnen nu ook lanpzamerhand teekenen
van verval te vertoonen. Een week pe
leden had hij zijn jas qescheurd en de
popinpen, die mrs. Heath aanpewend
had om den winkelhaak onzichtbaar te
herstellen, waren niet bepaald peslaapd
te noemen. En daarbij had hij een proot
pat in zijn rechterzool, welk feit peluk-
kip voor het pewone publiek secuur ver-
borpen was, maar dat zich toch, vooral
bij nat weer, op zeer voelbare wijze tel-
kens aan hem opdronq. De onderkant
van zijn broek was perafeld. De mouwen
en de rup van zijn jas beponnen verdacht
plimmende plekken te vertoonen. Lanp
zamerhand bepon hij nu de misere van
werkelijke armoede aan den lijve te on-
speciaal van zijn vriend en peestverwant
T homas Morus, om nu peen andere na-
men van minder aipemeen bekeruden hier
te noemen. flet was onder hun invloed,
oat Erasmus in 1501 dan echter weer
in Erankrijk terup -zijn Enchiridion
militis christianischreef. Men heeft,
wat dezen levenstijd van hem betreft, wel
eens pesproken van een overpanp van
een letterkundipe naar een meer pods-
dienstipe peesteshdudinp, echter dienen
wij daarbij toch nooit uit het oop te ver-
liezen, dat een ,,wep naar Damascus"
(als bij Paulus) in Erasmus leven ont-
breekt. Hier was peen scherpe of sterke
overpanp, hij kan nu en later, zoo zept
Huizinpa onpeveer) precies naar eipen of
anderer believen den theoloop of den
iitterator naar buiten keeren.
Erasmus heeft zeif op iater leeftijd ver-
teld, dat zijn Enchiridion (Handboekje)
door een toeval zou zijn peboren. De
uiteriijke aanleidinp moet deze zijn pe
weest, dat er op het kasteel van Tourne-
hem in die dapen een krijpsman verkeer
de, die een zeer losbandip leven leidde en
heel slecht was voor zijn depelijke en
vrome vrouw. Het Handboekje zou dan
peschreven zijn om dezert dwalende tot
mkeer te brenpen. Maar dit is natuurlijk
slechts de uitwendipe oorzaak, de (dieper
lippende) innerlijke oorzaak was, dat
Erasmus vroeper of later toch wel eens
uitdrukkinp wenschte te peven aan zijn
siandpunt tepenover de podsdienstipe
praktijken in zijn dapen, en ook tepenover
allerlei ceremonies en ziellooze opvattin-
pen van den Christenplicht, dfe hem tot
proote erpernis waren. Hij ontvouwt nu
zijn standpunt, dat kort-pezepd luidde:
T erup naar de Schrift! Volpens Erasmus
moet het streven van ieder Christen zijn:
de Schrift in haar zuiverheid en oor-
spronkelijke beteekenis te verstaan. En
dan had hij den dood pezien aan een
voortdurend inachtnemen van ceremo-
nien. Hij noemde dit ,,juidaistische obser-
vantie zonder eenipe waarde".
Het behoeft zoodoende niet te ver-
bazen, dat Erasmus nop in 1519 door
Luther penoemd werd ,,ons sieraad en
onze hoop". Maar krachtens zijn den
vrede minnende peleerden-natuur en in
overeenstemminp met zijn denkwijze, die
onder alles door onvoorwaardelijik de
kerkelijke eenheid wenschte vast te
houden wilde Erasmus (die anders scherp
en kras penoep zijn kon), toch van een
breuk, die tot definitieve scheidinp of
splitsinp leiden zou, niet weten. En daar-
mede hebben wij dan tepelijk aanpe-
toond, hoe het pekomen is, dat Luther en
Erasmus het nooit eens, ja veeleer steeds
minder eens zijn peworden.
i Gedwonpen om wepens het inquisito-
j riaal optreden van Allander en de zijnen
Leuven te verlaten, week Erasmus later,
toen de Hervorminp te Bazei qinq qebie-
j den, ook weer vandaar, op die wijze zijn
eipen houdinp "wel heel sterk typeerend.
Erasmus is bij en onder alles een katho-
liek peorienteerd vrome pebleven, die
I sterk stond en bleef staan bij den vrijen
wil van den mensch, teruppinp op jezus'
Berprede en pelijkenissen, en die om of
lanqs Paulus heen qinq. En toch en
daar heeft men nu weer typisch Erasmus!
- kon deze man in een brief aan Zwinpli
ki
dervinLen. Hij zap er bleek en betrok-
ken uit, wat nop erqer pemaakt werd
door een stoppeibaard van een paar
weken oud. En het erpste was, dat hij
zich al een week lanp niet aan Prances
had durven vertoonen; ai het optimisme
ter wereid was niet in staat om de dub-
delijike, uiteriijke kenmerken van het
voortdurend pebrek aan peld wep te
redeneeren en voor alles mocht ze het
iaatste zweempje hoop, dat hij met zoo-
veel moeite in het leven had qehouden,
niet verliezen. Zooianq ze elkaar maar
met zaqen, was alles in orde. Hij had
haar vaste belotte, dat ze niets zou doen,
zonder hem vooral erin te kennen. Dus
daarom stuurde hij haar ais eemp levens-
teeken korte, oppewekte brietjes, waarin
hij steeds weer herhaalde, dat hij het veel
te druk had, om er ook maar een uurtje
per dap at te idiurven nemen.
„Ja", zuchtte hij, „ik sta er zoo beroerd
voor als je maar denken kunt. Ik ben mijn
betrekkinp als chauffeur kwijt. En nu
ben ik maar weer aan het zoeken qe-
slapen."
Uick Honerton was een jonqmensch,
wiens trots het was, dat hij in den strijd
om het bestaan zijn hart en qeweten af-
peschaft had. In de praktijk viel die
theorie echter tot zijn niet perinpe erper
nis wel eens anders uit. Zoo ook nu bij
de ontmoetinp met Bliss.
„Ga mee erpens zitten, dan kunnen we
beter praten," stelde hij hem voor.
Met een veelbeteekenend pezicht keek
Bliss naar zijn kleeren. Ze waren zoo
netjes, als 't maar kon, maar ze hoorden
bij zijn tepenwoordipe omstandipheden.
En terwijl hij nop stond te aarzelen dronp
het bewuste pat in zijn zool zich weer op
nTiteerende wijze aan hem op. Maar op
dat oopenblik bepon Honerton te lachen
en s:ak overredend zijn arm door dier
van Bliss.
,,Kom, zanik nu niet lanqer," zeide hij.
„Daar aan den overkant bij Ransome
kunnen we heel poed paan zitten. ]e
31 Auq. 1523 verklaren, dat hij meende
bijna alles (reeds) te hebben qeleerd, wat
nu door Luther werd beweerd.
Eipenaardip klopt datpene, wat wij
hierboven beweerden, met enkele van
de stellinqen, die niemand minder dan de
tepenwoordipe hoopleeraar Prof. Dr. T-
Lindeboom plaatste achter zijn proef-
schrift over ,,Een onderzoek naar Eras
mus' theolopie en naar zijn qodsdienstiq
pemoedsbestaan", (1909), waar deze het
aldus formuleerde
(I). De kritiek door Erasmus op de
kerk en haar leerstellinpen peoefend,
heeft nimmer het karakter pehad van
rincipieele bestrijdinp, peiijk wij die
ennen van de eipenlijke „Hervormers".
(II). Niet uit Erasmus' kritisch optre
den, noch uit eene, prootendeels ten on-
rechte hem toeqedichte, voorliefde voor
eene „natuurlijke relipie", maar uit zijn
bijbelsch standpunt moet zijn proote be
teekenis voor de theolopie verklaard wor
den.
Tenslotte en met die conclusie ein-
dipt ook Lindeboom's proefschrift is
een dinp wel zeker: Erasmus is in al deze
dinpen volkomen eerlijk peweest. Laat
het waar zijn, dat het Erasmus' noodlot is
qeweest, dat de onqunstipe omstandiq-
neden van zijn leven en zijn toch altijd
beperkte vermopen een rol hebben qe-
speeld bij de beoordeelinp door het na-
peslacht, die niet altijd qunstiq uitviel,
en laat Erasmus zeker peen held zijn qe
weest, die tijdsomstandipheden en eipen
zwakheden wist te beheerschen, zoodat
bij de beoordeelinp van zijn leven als van-
zelf de lichtzijden naar voren kwamen,
Busken Hoet heeft niet ten onrechte ver
klaard, dat Erasmus in zoo'n moeilijken
tijd leefde, ,,dat het ons niet betaamt over
het pebruik, dat hij van zijn bewonde-
renswaardipe paven pemaakt heeft, een
beslissend oordeel te vellen, en wij er ons
bij moeten neerleppen, dat hij, peiijk ide
Bijbel zept, in eipen pemoed ten voile
verzekerd is peweest."
Theodorus '^naijer
Gromngsn
Amsterdam 1, Velsen 1, Abcoude-Proosdij 1,
Amersfoort 1, Maassluis 1, Pemis 1, Piershil 1,
Schiedam 1, Stompwijk 1, Poorvliet 1, Tholen
2, Bameveld 1, Valhurg 2, te samen 17;
totaal-generaal voor September 1929 239
ziektegevallen met zeven sterfgevallen.
DE AEASTRIM.
In de week van 15 tot 21 Sept. werden
acht gevallen van encephalitis na inenting
ter kennis van het Staatstoezicht op de
Volksgezondheid gebracht. In dezelfde week
zijn in de gemeente Rotterdam 27 gevallen
geconstateerd. In de gemeente Delft zijn 83
gevallen gemeld, zoodat het aantal sedert 1
September waargenomen gaivallen in Delft
132 bedraagt, zonder sterfgevallen. Voorts
zijn in dezelfde week de volgende gevallen in
andere gemeenten waargenomen: Almelo 2,
INGEZONDEN MKDEDEELlNGlf
ioo'pt peen kans om er iemand te ontmoe-
ten, aie je kent eii uaarbij komt je
moet het me niet kwalijk nemen dat
je er uit ziet alsof een sterke whisky-soda
wel aan je besteed zal zijn.'
„Maar dan heel veel whisky en bijna
geen soda,- paf Bliss toe, „en t liefst met
een paar drope biscuits.
fe zamen stapten ze het bewuste cafe
binnen en pinpen aan een van de kleine
ronde tafeitjes zitten. Honerton bepon
met den kellner te roepen.
,,lk moet je eerlijk zeppen," zeide hij
toen hij de twee whisicy-soda besteld had,
,,-dat ik nop pewoonwep overdonderd
ben. Weet je wel, dat ik een maand of
zes peieoen je nop om duizend pond ter
ieen qevraagd heb?"
,,)a, Eat is waar", antwoordde Bliss,
,,en t scheeide maar een haartje, of je had
ze pehad."
„Had het maar pedaan,zuchtte
Honerton, ,,toen had het voor jou toch
niets pescheeld. Ik had juist meer dan
penoep van het niets doen en dan had ik
deelpenoot kunnen worden in een proo
ten wijnhandel. Enfin, er is nu toch niets
meer aan te doen. De bordjes zijn nu
verhanpen, we moeten zien of we niets
voor jou kunnen vinden, }e weet, con-
tanten heb ik niet, maar een qoeien kop
heb iik wel; met behulp daarvan heb ik
vroeper ook eens een paar vrienden uit
de misere peholpen. We moeten dus nu
zien een betrekkinp voor je te vinden."
,,Zeq, 't is verduiveld aardiq van je,
'dat je je zooveel moeite ervoor peven
wilt", zeide Bliss.
,,Och, klets niet", antwoordde Honer
ton afwerend. ,,A1 zit ik niet dik in mijn
duiten, ik heb toch altijd nop wel lets voor
een ouden vriend, aan wien ik heel wat
prettipe uurtjes te danken heb en die nu
in de misere zit. Dus je hebt het maar
te zeppen," pinp hij voort, terwijl zijn
reehterhand1 al naar den binnenzak van
zijn jas pinp, „een kleinipheid, om je
door..."
IN HET OOSTEN.
Twee gebeurtenissen trekken in bet Oosten
de aandacht, schrijft de N. R. Crt., waarvan
de eene het aftreden van prof. Woldemaras
als Litausoh minister-president, de andere de
verscherping van het steeds sluimerende con
flict tusschen den Poolschen dictator maar-
sehalk Piisudski en den voorzitter van de
Sejm (de volksvertegenwoordiging), den
Sejm-maarschalk Dascynski, is.
Om met Litauen te beginnen, valt op te
merken, dat over de eigenlijke oorzaken van
de snel geregelde crisis die tot het aftreden
van Woldemaras heeft geleid, in het Westen
nog zoo goed als niets bekend is geworden.
Wij hebben alleen vemomen, dat Tubelis tot-
dusver minister van financien, Woldemaras
als eerste-minister vervangen heeft en men
mompelt verder dat Woldemaras' autocra-
tische bazigheid hem ten slotte met al zijn
medewerkers in botsing gebracht had.
Tubelis was Zondag uit Tsjecho-Slowakije
te Kowno teruggekeerd en heeft toen een
lange samenspreking met president Smetona
gehad. Deze hield op zijn beurt overleg met
Woldemaras en daama is Maandagavond
bekend gemaakt, dat Tubelis een nieuw mi-
nisterie had gevormd. In het nieuwe kabinet
heeft Tubelis zich, behalve met het eerste-
ministerschap en de portefeuille van finan
cien, voorloopig met die van buitenlandsche
zaken belast. In het nieuwe kabinet zijn vier
ministers op hun post gebleven en hebben
de andere ministers slechts van portefeuille
verwisseld.
Een ibelangrijk commentaar op hetgeen er
in Litauen voorgevallen is, komt uit Riga.
Het is het lakonieke bericht, dat men in poli-
j tieke kringen de staatkundige loopbaan van
Woldemaras uitgespeeld acht. Dit zou een
geluk voor het land zijn, want Woldemaras
die tengevolge van den militairen staatsgreep
\an December 1926 met dictatorial macht
bekleed was, heeft vooral door de wijze waar-
Bnel stak Bliss zijn hand uit en hield
hem tepen. Hier had hij een heel eipen-
aardipe sensatie, een eipenaardip warm
geiukspevoel, een bewust worden van den
band, die vooral in moeifijke tijden de
menschen te zamen houdt, menschen, die
hi; vroeper als ledepoppen had be-
schouwd. En dan in dit peval nop wel
Dick Honerton, die altijd een beetle qe-
rinpschatten'd behandeld werd. fen
slotte was het toch een zonderlinqe
wereid.
„Ik vina het verduiveld aardiq van je,
kerel," zeide Bliss hartelijk, ,,maar zoo
ver zijn we nop niet. Ik weet ie adres en
als er tijd mocht komen, dat ik peen raad
meer weet, dan beloof ik je, Eat ik je zal
komen opzoeken. Maar ik ben nop met
heelemaai aan 't eind van mijn krachten
en binnen een paar dapen hebben ze me
een betrekkinp beioofd."
Aarzelend maar toch met een zekere
verlichting stopte Honerton zijn porte
feuille weer in den zak.
,,Goed, zooals je wilt, pinp hij door,
,,maar laten we het dan nu eens over die
betrekkinp hebben. Ik vind, dat je de
zaaik niet zuiver bekijkt, Bliss. Iemand
als jij, met hoopen vrienden, kan toch op
een of andere manier z'n brood verdie-
nen, zonder dadelijk met het minderwaar-
dipste werk te beginnen".
,,Maar je wilt toch niet zeppen, dat een
chauffeur minderwaardiq werk doet",
protesteerde Bliss.
Honerton haalde de schouders op.
,,Wel", zeide hij weifelend, ,,'t is net zoo
als je het noemen wilt."
„Maar het is eerlijk werk", hield Bliss
aan. ,,Hoeveel keer heb ik vroeper niet
voor mijn pleizier gechauffeurd Waar-
om zou ik 't niet voor pe'ld doen, als ik
dan toch mijn brood moet verdienen
In pedachten bekeek Honerton zijn
keuripe lakschoenen.
(Wordt vervolqd.)