Is te laat ge&eura.
•willen vragen, wat nu weer de oorzaak is dier
overstrooming. Er wordt gezegd, dat dit ge
komen is, cxmdat de daarmede belaste persoon
verzuimd had des avonds de schuif van de
rioleering dicht te zetten en bij opkomend
water bet zeewater in bet riool stroomde.
Hij vraagt vervolgens, boe bet nu tocb
staat met de uitvoering van de geprojecteerde
werken tot verandering van de rioleering in
de Roeieragang, waardoor gebeurlijkbeden als
zicb nu telkens voordoen, zouden moeten wor-
den voorkomen. Dat plan ligt nu al meer dan
een jaar ter tafel, ook liggen de buizen er
voor gereed. Wanneer zal die toestand nu
tocb eens tot een goede oplossing worden ge-
bracbt. Het wordt tocb meer dan tijd. De
menscben krijgen telkens overlast van bet
water, als er voor de scbuif maar een stirootje
in den weg zit. Hij meent, dat burgemeester
en wetbouders er meer acbter zouden moeten
zitten, om dit klaar te krijgen.
Dan is den betrokkenen aangezegd, dat
hi in regenbak van wege de gemeente zou wor
den schoongemaakt, maar dat wilde men dan
doen met gebruikmaking van de slangen van
de beermacbine, waarmede de beerputten
geruimd worden. Dit is tocb niet erg sma-
kelijk. Voorts was toezegging gedaan, dat
ze iedereu dag 2 emmertjes water zouden
kunnen krijgen aan de kopscbool. Het komt
spreker voor, dat in dit geval die menscben
beter badden moeten worden gebolpen, dat
men van gemeentewege bun bakken behoor-
lijk bad moeten scboonbouden en daarin zui-
ver water in de plaats bad moeten brengen.
Die menscben kunnen bet tocb niet belpen,
dat bun erven telkens eh telkens met water
uit de rioleering overstroomd wordt. Hij zou
wenscben dat, indien zicb dit in de toekomst
nog berbaalde, aldus zou gehandeld worden.
De beer GEELHOEDT deelt mede, dat ter-
stond een onderzoek is ingesteld naar de oor
zaak der overstrooming en dat daarbij is ge-
foleken, dat de scbuif niet kon gesloten wor
den omdat er een stuk bout tusschen geraakt
was. De werken aan de rioleering in de
Roeiersgang kunnen dit jaar niet meer ge-
maakt worden. De gemeentebouwmeester
was gereed am met bet werk te laten begin-
nen, docb toen werd van wege den rijks-
waterstaat bezwaar gemaakt. Het werd
noodzakelijk geacbt, dat er nog een voorzie-
ning werd gemaakt tusscben de rioleering
van de gemeente en bet onder bebeer van den
Rijkswaterstaat staande gedeelte, waarvoor
het noodig werd nog andere buizen te bestel-
len, die eerst aan de fabriek gemaakt moes-
ten worden, zoodat bet te laat in bet jaar zou
worden om nog met dat werk te beginnen.
En wat de regenbakken betreft, spreker weet
niet wat de gemeentebouwmeester gezegd
heeft, maar er was opgedragen die schoon
te maken.
De beer VAN DEN BUDCK: Maar dan
toch wel niet met de slangen van den beer-
wagen
De beer VAN CADSAND is bet tocb voor
een deel eens met den beer Van den Bulck.
Hij is ook van oordeel ,dat deze toestand niet
zoo kan blijven en burgemeester en wethou
ders moeten tracbten dat werk zoo gauw
mogelijk uit te voeren.
De beer GEELHOEDT deelt mede, dat de
gemeentebouwmeester van meening is dat, I
indien de rioleerdngswerken overeenkomstig
bet ontwerp zijn uitgevoerd, die overstroo-
mingen zicb niet meer zullen berbalen.
De heer VAN CADSAND wijst er op, dat
verscbillende ingezetenen er grooten overlast
van bebben. Bij bakker Eckbardt kwam er
bloem in het vuil water te liggen.
De beer VERLINDE zou denken dat, als de
schuif dicbt was, er niet zoo'n groote hoeveel-
beid water kan binnen stroomen.
De heer VAN DEN BULCK zegt, dat er
wel een voet water op de straat was gekomen
en als bet een giertij geweest was, zou't veel
erger geworden zijn.
De heer VAN A KEN merkt op, dat de
mededeelingen van den wethouder er op neer-
komen, dat bet werk nog niet kon uitgevoerd
worden, omdat van wege 's rijks waterstaat
bezwaar werd gemaakt. Het blijkt tocb wel,
dat het dringend noodig is, dat er een voor-
ziening wordt getroffen, want er gebeurt
ieder oogenblik iets mee, en bet zou ook zeer
goed mogelijk zijn, dat er ongelukken gebeu-
ren. Hij moet er daarom op aanidringen, dat
niets onbeproefd wordt gelaten, om bet werk
zou gauw mogelijk uit te voeren. Als het
werk dan bier opgehouden wordt, moet men
desnoods maar eens in Den Haag aankloppen.
De heer VAN DEN BULCK wijst er op, dat
de betrokkenen er ook voortdurend schade
snelverkeer daar langs blijft komen geduren-
de dozen trjd, ontstaat gevaar voor ongeluk
ken. Van morgen liepen nog 2 kinderen ge
vaar onder een auto te geraken.
De VOORZITTER zal hieraan zijn aan-
dacbt wijden.
c. De beer SCHEELE merkt op, nu tocb
besloten is om ook het andere deel der Noord-
straat met koperslakkeien te beleggen, dat de
manier waarop die eerste keien gelegd zijn
hem niet bevalt. Die werden te ongelijk ge
legd; op sommige moest, om ze gelijk met de
anderen te krijgen bard met een bamer ge-
klopt worden, waardoor er kantjes afbreken.
Dat lijkt hem geen goede metbode. Als bet
dan niet anders kan om ze terstond gelijk te
leggen, laat men ze dan tegen een mal
leggen.
De beer GEELHOEDT zegt toe, hierover
met den gemeentebouwmeester overleg te
zullen plegen.
- hebben door de onkosten die zij moeten
VCili
maken.
De beer DE BAKKER weet met, of water
staat wel bezwaar maakt tegen de uitvoering
van bet werk, Er is wel oponthoud ontstaan.
■doch dat fcoil niet het geweest zijn, in
dien bet ontwerp vooraf was ingezonden, Dat
De VOORZITTER geeft te kennen, dat dit
een gevolg is van een verscbil van uitlegging.
Volgens de voorwaarden waarop de gemeente
van den rijkswaterstaat vergunning heeft
verkregen de rioleering daar te leggen, moet,
wanneer er een werk aan wordt uitgevoerd,
daarvan kennis worden gegeven. Burgemees
ter en wetbouders bebben bet aldus be-
scbouwd, als een bloote mededeeling dat bet
werk zal worden uitgevoerd. Bij waterstaat
beeft men bet anders opgevat en is van oor
deel, dat men daar ook zeggingscbap beeft
over de wijze waarop bet werk zal worden
uitgevoerd. Burgemeester en wetbouders
bebben toen gemeend, dat het in bet belang
der gemeente was, nog een oogenblik te
wachten.
De beer DE BAKKER vraagt, of bet niet
mogelijk is, dat er een stuk bout tusscben
de scbuif beeft gezeten.
De VOORZITTER: Ja, en de dader is ook
beklend.
De beer DE BAKKER merkt op, dat er
steeds veel rommel uit de rioleering komt.
De heer VERLINDE: Er komt nog afval
uit, dat tegenwoordig bij de slachters opge-
haald wordt.
De beer COLSEN kan niet aannemen, da.
de slachters, nu de gemeente dien afval laat
afhalen, deze nog in het riool zullen gooien.
Miisschien Is het wel van anderen afkomstig,
b.v. een doode bond of zoo iets.
Hij oppert de vraag of bet niet mogelijk is
de schuif tegen bet daartusschen drijven van
voorwerpen te beveiligen door er juist op de
boogte van den onderkant rjzergaas voor te
z&tt&n.
De beer VERLINDE acht dat niet uitvoer-
baar, daar men dat dan ieder oogenblik zou
moeten schoonmaken.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat de
beeren overigens overtuigd kunnen zijn, dat
deze zaak de voile aandacbt beeft van bet
college en dat dit zal doen wat mogelijk is,
om een beteren toestand te krijgen.
De beer VAN DEN BULCK verlaat de
vergadering.
b. De heer BEDET vraagt of er geen ter-
men zijn, om bet verkeer gedurende een paar
weken den trjd dat op de Markt kermis-
inrichtingen staan langs een anderen weg
te leiden. Er blijkt daar maar een ruimte
..nT._ia_tiQnwflmnni 5MTndi'en_beL
d. De heer DE BRUIJNE heeft vemomen,
dat er menscben voomemens waren in de
z.g. Karperweide te gaan bouwen, maar dat
zij daarin beiemmerd worden door het ge-
meentebestuur. Is dat juist?
De VOORZITTER deelt mede, dat die
kwestie dezer dagen is opgelost. Er kan nu
gebouwd worden.
e. De heer VAN CADSAND wil, alvorens
bij den gemeenteraad verlaat, nog een enkel
woord zeggen. Hij beeft het voorrecht ge-
noten, bier ongeveer 10 jaren als raadslid te
kunnen zitten met de andere beeren en de
belangen der gemeente op de wijze zooals hij
meende dat zulks beboorde te dienen en voor
te staan. Hij brengt dank aan burgemeester
en wetbouders voor de welwillendheid die bij
van ben ondervondt, zoowel aan het huidige
college, als aan bet college De JagerVan
Aken en ook nog het college Geelhoedt
Van Hasselt, al was bij bet ook niet altijd
roerenid eens met de maatregelen of voorstel-
len dier colleges.
Ook aan zijne mede-leden van den gemeen
teraad brengt bij dank, voor zoover bij deze
dien dank waardig acht, voor de welwillend
heid waarmede zij hem zijn tegemoetgekomen
en voor den vriendschappelijken omgang, al
is bet ook, dat een deel dier leden over bet
algemeen met hem van meening verschilde,
betgeen geen verwondering mag baren in een
college dat uit verscbillende ricbtingen is
samengesteld, en waarbij de meening van de
beeren van uiterst rechts en uiterst links zeer
veel uiteenloopen. Bij dat verscbil van mee
ning bleef de foespreking tocb in een geest
van welwillendheid. Maar wat spreker wel
eens ter harte ging en hem binderde, was de
bescbuidiging van papen-bater en anti-papist,
of iets dergelijks, die hem bier wel eens is
toegevoegd. Hij zal dat maar laten voor reke-
nnng van hem die deze uitdrukkingen beziigde,
in de overtuiging dat een vat niets anders
kan uitgeven dan wat bet inboudt.
Hij wil eindigen met de hoop uit te spreken
dat bet zijn opvolger gegeven moge zijn, deze
plaats zoo mogelijk op waardiger wijze te be-
zetten, en de belangen der gemeente te kun
nen verdedigen, en dat deze zicb zal bouden
aan het principled standpunt zijner partij en
daarom als dit aan de orde komt zal stem-
men tegen verplichte aansluiting aan de
waterleiding.
De beer HAMELINK: Van de dooden niets
dan goeds!
De beer DE BAKKER verwondert zich, dat
de beer Van Cadsand zijn slotwoord niet kon
uitspreken, zonder daarbij iets te zeggen ten
nadeele der Katbolieken.
De heer VAN DRIEL meent, ook namens
zijne fractie den beer Van Cadsand weder-
keerig dank te kunnen brengen voor de door
hem steeds te hunne opzicbte betoonde wel
willendheid, ook al was er verscbil van
opinie. Wat diens slotwenscb betreft boopt
spreker echter integendeel dat de opvolger
van den heer Van Cadsand ruimer van op-
vatting zal blijken en ons de waterleiding
niet zal helpen onthouden. Hij hoopt, dat bet
den heer Van Cadsand in zijn verder leven
goed moge gaan.
De VOORZITTER wil, ook namens de wet-
houders, den heer Van Cadsand danken voor
de woorden die bij tot hun college beeft ge-
sproken. Hij beeft terecbt aangestipt, dat de
meeningen in een college als dezen gemeen
teraad niet altijd in dezelfde richting gaan,
doch dat er tijden zijn, dat die groepen, op
grond van hunne beginselen uiteenvallen. En
bet is ook datgene, dat in vele gevallen de
gesproken woorden bestuurd. De beer Van
Cadsand moet echter niet uit bet oog Ver-
liezen dat we ten slotte alien met elkander
moeten leven, en dat we, moge bet zijn dat
onze ooren al eens door een onaangenaam ge-
luid getroffen worden, elkaar moeten ver-
geven en dat vergeten. Spreker wenscbt hem
in zijn verder leyen alle goods toe,
i. De heer COLSEN wordt thans in de
gelegenbeid gesteld zijne bescbouwingen te
bouden over het door burgemeester en wet
bouders naar aanleiding van de door hem in
de zitting van 20 Juni 1.1. gestelde vragen
gegeven schriftelijk antwoord, medegedeeld
bij de ingekomen stukken in deze verga
dering.
Hij begint met te herinneren, dat de voor-
zitter indertijd heeft toegezegd, dat burge
meester en wetbouders een en ander zouden
onderzoeken met de commissie van bijstand.
Hij bad daarom een antwoord verwacbt van
burgmeester en wetbouders en van die com
missie, terwijl nu blijkt dat bet een antwoord
is alleen van bet college van burgemeester en
wetbouders. Had de commissie aan de be-
antwoording van de door spreker gestelde
vragen medegewerkt, dan zou dit er, naar
zijn meening, wel anders bebben uitgezien.
Met betrekking tot de opmerkingen om-
trent de meerdere uitgaven voor Slmskil,
geeft spreker te kennen niet te bebben ge
zegd dat die maar 122 booger waren dan
v66r den oorlog, docb f 1225. Natuurlijk bad
hij daarbij bet oog op de gewone uitgaven,
docb burgemeester en wetbouders halen er
o.m. ook het bedrag bij dat als loon aan den
telefoonbouder wordt uitgekeerd voor het den
gebeelen dag openhouden van het kantoor.
Dat is een uitgaaf welke een gevolg is ge
worden van den groei van Sluiskil. Ze had-
den er dan ook nog wel de meerdere kosten
voor het onderwijs ook bij kunnen balen.
Burgemeester en wetbouders brengen oo
in rekening de kosten van de rioleering van
de Kerkstraat. Maar die kosten zijn noodig
geworden, omdat de vroegere raad te Sluis
kil een begraafplaats had aangelegd zonder
dat daar een weg naar toe was. Toen moes-
ten de lijken soms over planken naar de be
graafplaats gedragen worden. Spreker zou
dan nog wel meer dingen kunnen opnoemen
die ten koste van Sluiskil zijn besteed, b.v.
oude banken die van de kom zijn verhuisd
naar de openbare school te Sluiskil, of een
oude deur die aan de school aldaar is aange-
bracbt.
Ook worden f 500 in rekening gebracbt
voor de brandweer. Spreker juicbt het toe,
dat de motorspuit uit de kom te Sluiskil is
gestationneerd, maar meent, dat men dat
toch niet uitsluitend als een uitgaaf ten laste
van Sluiskil moet brengen. Als men tijd wilde
'"'fVTTIi zou hii wel heel wat meer kunnen op-
sommen, dat voor die buurtschap wordt uit-
gegeven, maar zou bij tevens willen bereke-
nen wat bet opbrengt. Want, wat zou bet een
gelukkige buurt zijn, indien er niet meer aan
ten koste werd gelegd dan betgeen burge
meester en wetbouders opsommen. Men
stelle zicb voor, dat bet eens een gemeente
op zichzelf was, en dat men er dan in totaal
niet meer moest opbrengen dan burgemeester
en wetbouders berekenen!
Bij de besprekingen die gehouden zijn in
de geheime vergadering waar spreker een en
ander besprak, beeft bij bet niet gebad over
de verbarding of bet bouwen van buizen
langs den weg langs de woning van den
directeur van de cokesfabriek, maar op een
terrein over de lijn, waar reeds een straat is
aangelegd. Aangezien echter van die verga
dering geen notulen zijn gehouden, is dat niet
meer na te gaan, maar b\j beeft dat indertijd
wel degelijk onderzocht.
De beer DE BRUUNE: Is dat grondgebied
van Ter Neuzen?
De heer COLSEN: Dat is grond van Ter
Neuzen.
Indien spreker bet bad over het onder den
beheer brengen van alle wegen, bad bij niet
bet oog op den rijksweg langs bet kanaal.
Die weg ligt veel beter dan de andere wegen
en ook dan verschillende wegen in de kom,_al
wilde de wethouder van publieke werken dit
niet erkennen. Er wordt nu ook gezegd: ze
maken dien weg breeder. Maar spreker beeft
niet geklaagd, dat de weg niet breed genoeg
was, docb wel dat er geen plaats blijft waar
de voetgangers bij bet drukke snelverkeer ge-
irust kunnen loopen. Uit bet dezer dagen door
den Minister van Waterstaat gegeven ant
woord aan een Kamerlid blijkt, dat hij van
oordeel is dat de gemeentebesturen in de
kommen zelf moeten zorgen voor het aan-
brengen van voetpaden voor de voetgangers
en de gemeente dus ook te Sluiskil zelf een
stoep zal moeten leggen. Bij een onlangs ge
houden telling bleek dat op 6dn dag 374
auto's over de brug kwamen, dat is dan nog
zonder de auto's die langs bet kanaal door-
rijden naar Ter Neuzen of daar van daan
komen.
Bij bet onder 66n beheer brengen heeft
spreker echter als voorbeeld genoemd den
weg van af de statie naar Bleijenberg, die
onder 3 onderboudsplicbtigen staat, waarvan
bet gevolg wordt, dat indien door een der on
derboudsplicbtigen daaraan een werk wordt
uitgevoerd, dit tengevolge heeft dat voor een
ander deel de toestand verslechterd, zooals
dit bet geval is geworden nadat Waterstaat
aan den oprit veranderingen beeft aange-
bracbt, waardoor bet deel van de gemeente
Ter Neuzen in minder gunstige conditie is
gekomen. Hij is van oordeel dat, als de
Waterstaat daar een verandering wil doen,
de gemeente er tocb ook in gekend zou moe
ten worden. Men bad een verbetering kun
nen krijgen, door verbreeding van den inbam
naar den benedenweg. Een betere oplossing
was mogelijk geweest en spreker bad ver
wacbt, dat dit door de commissie van bijstand
wel eens zou zijn onderzocht.
Spreker blijft van oordeel, dat aan de
Westzijde van het kanaal zou behooren te
worden gezorgd voor de veiligheid van de
voetgangers. Als men de buitengewoon
drukke passage nagaat moet men zicb ver-
wonderen dat daar bij de brug nog geen on
gelukken gebeurd zijn.
Met betrekking tot de electrificatie der
bruggen moet spreker zijn blijdsohap uitspre
ken, dat men nu eindebjk ook van rijkswege
eens een telling laat bouden van het verkeer.
Burgemeester en wethouders zeggen, dat de
regeering ter zake der electrificatie diligent
is. Maar, bebben burgemeester en wethou
ders in deze zelf ooit iets verricht?
Omlegging en afgraving van de leiding.
Indien spreker er op aangedrongen heeft om
dit eens onder de oogen te zien, bad hij daar
bij niet alleen bet oog op het verkrijgen van
bouwgrond, maar omdat die leiding een sta
in den weg is voor al bet volk, en indien er
mogelijkbeid is om die op te ruimen door
overbrugging, zou men dit met beide banden
moeten aangrijpen. Het rijk zal dit niet doen,
wordt gezegd. Maar, is daarvoor al eens een
poging aangewend? Het zou toch uitvoer-
baar zijn? Er is bouwgrond genOeg, zeggen
burgemeester en wethouders, maar spreker
geeft dat niet toe. Er bestond een plan om
daar 5 burgerwoningen te bouwen, voor in-
genieurs. Docb is daar ook maar ddn stukje
grond, op een gescbikte plaats voor disponi-
bel? Als de dijk kon afgegraven worden
kwam dat beschikbaar.
Met betrekking tot het hulpkantoor der
posterijen te Sluiskil kan spreker meedeelen,
dat daar dezer dagen bet aantal gesprekken
op den dag ateeg tot 110. Die cijfers, en ook
die hij vroeger noemde, heeft bij van den
kantoorhouder Brakman zelf. Er wordt ge
zegd, dat burgemeester en wetbouders den
indruk kregen dat spreker in deze overdreef.
Maar die cijfers beeft bij zelf gekregen, zijn
die onjuist, dan ligt dat niet aan hem. Van
die 22 menscben, die stonden te wachten, dat
heeft bij zelf onderzocht en als burgemeester
en wetbouders er eens kwamen zouden ze,
als er iemand voor kwam, kunnen waar-
nemen dat men de gesprekken in de eel kan
afluisteren en dat bet publiek dat wacbt om
gebolpen te worden ook kan zien welke geld-
zaken een ander die voor ben gebolpen
wordt te verrichten beeft, en er dus van ge-
heimhouding geen sprake is. De medegedeel-
de cijfers beeft spreker van Brakman gekre
gen zonder er naar gevraagd te hebben. Als
men ziet bet vele volk dat thans te Sluiskil
werkt en de bonderden guldens die bet kan
toor passeeren, kan bij niet aannemen, dat er
in de medegedeelde cijfers overdrijving zou
zitten.
Met betrekking tot de beerruiming en
straatvuil geven burgemeester en wethouders
toe, dat daaraan iets moet veranderd worden.
Het is eigenlijk wel aardig, dat, een raadslid
eens over zoo iets begonnen is, dit dan altijd
dadelijk de voile aandacbt van burgemeester
en wetbouders heeft, maar men er nimmer
van hoort, vddr dat een raadslid dat ter
sprake bracht, althans indien dat Sluiskil
betreft. Spreker wijst op het werk voor ver
betering van den oprit bij de Moffenschans.
Hij wil volstrekt niet zeggen, dat dit geen
goed werk is. Ddt is echter ontstaan uit een
initiatief van. burgemeester en wetbouders.
Maar als het Sluiskil betreft, moet er altijd
eerst door een raadslid over gesproken wor
den. En dan komt de bulp ook nog met zoO
vlug, want die verbetering voor Sluiskil m
bet ophalen van straatvuil enz. wordt tbans
nog maar overwogen. Het komt sprek
voor, dat die verbetering tocb gemakkelijk
genoeg aan te brengen is, door een simpele
aanbesteding daarvoor te houden. Dan wa
de ellendige toestand, dat men nu een,k®®
of 7 per dag den gemeentewerkman met een
steekkarretje een lading moet zien wegbren-
gen opgelost.
Indien spreker het bad over het bouwen
van een nieuwe openbare school voegde bij
daaraan het denkbeeld toe, om dan m de oude
school o.m. ook onder te brengen een vergroot
postkantoor, al of niet met steun van het
rijk. Burgemeester en wethouders zeggen,
dat hun de wenschelijkheid van het bouwen
eener nieuwe school beeft bereikt van een
,,nietschool-autoriteit". Maar is het juist
noodig, dat zoo'n wenschelijkheid door een
„school-autoriteit" wordt uitgesproken. Is
indertijd de wenschelijkheid van bet sticbten
eener H.B.S. uitgesproken door een school-
autoriteit, of de noodzakelijkheid van het
stichten eener kopscbool? Men zal tocb wel
overtuigd zijn, dat bet schoolgebouw te Sluis
kil niet meer voldoet aan de tegenwoordige
eischen, al was het maar alleen wegens de
donkere, muffe, vieze gang. Waarom brengt
men er niet een breederen gang aan? Daar-
naar behoeft geen onderzoek meer te geschie-
den: dat is zoo.
Speelterrein. Ja, dat is zoo, die beeft men
ook in de kom van gemeentewege nog niet,
miisschien is spreker daarover iets te voor-
barig geweest. Hij geeft dat toe.
Van zijn vraag naar een hulp-secretarie
bebben burgemeester en wethouders mddr
werk gemaakt. Maar spreker merkt op, dat
dat antwoord hem nog niet heeft overtuigd,
dat het niet mogelijk zou zijn.. Het rijk is
daarin voorgegaan, door het vestigen van een
kantoor van een sub-ontvanger, waar men
voor verschillende formaliteiten terecht kan,
ook de gelegenheid te openen voor bet
1
kwijt raken van de centen, hetgeen ook van
gemeentewege gescbiedt door den gemeente-
ontvanger er zitting te laten houden.
Hetgeen daar voorts tegen wordt aange-
voerd, acht spreker van nul en geener waar-
de. Indien daar voor betgeen er te doen is,
geen werk zou zijn voor een klerk, dan weet
spreker het niet meer. Er zijn verscbillende
gemeenten met minder hevolking, waar
nevens den gemeentesecretaris nog een klerk
tot hulp is. Dan is dat toch zeker overbodige
luxe.
De heer DE JAGER: En een burgemeester!
De SECRETARIS: Maar dat is voor de
volledige administratie der gemeente!
De heer COLSEN zou hier niet over spre
ken, als Sluiskil nog was gelijk te stellen met
b.v. Othene of Driewegen. Maar daar is nu
een bevolking die sterk is uitgebreid en die
van verschillende zelfstandige gemeenten
overtreft. Als men ziet, welk een ellende er
voor de menschen aan verbonden is als ze
voor een of ander naar de secretarie te Ter
Neuzen moeten komen, zou men dat werke-
lijk niet als een overbodige luxe blijven be-
schouwen. Men moet ook niet uit het oog
verliezen, dat er nu reeds veel gedaan wordt
door den te Sluiskil gestationneerden agent
van politie. Daar tegen heeft spreker op
zichzelf geen bezwaar, maar hij wijst er op,
dat deze door toenemende bemoeilngen voor
zijn hoofdtaak, toch gebeel vrij zal moeten
zijn.
Er zou over het antwoord van burgemees
ter en wethouders nog veel zijn te praten.
Toen spreker zijn verschillende punten naar
voren bracht, heeft bij er geen stemming
over laten bouden, maar het scheen hem toe,
dat de gemeenteraad zich over het algemeen
met die verschillende zaken wel kon vereeni-
gen, en bad spreker goede hoop. Door bet
antwoord van burgemeester en wethouders
valt echter alles in duigen, alleen op het punt
van straatreindging en beerruiming willen zij
tegemoetkomen, doch blijkbaar wenschen zij
anders niets te doen voor een volk dat groeit.
Spreker heeft gewacbt op bet rapport van
burgemeester en wethouders en als ge
beel de gemeenteraad blijk zou geven het
daarmede eens te zijn, dan zullen we zegt
spreker als bevolking van Sluiskil een
openluchtmeting moeten beleggen, zooals dat
vroeger eens gebeurd is bij den heer De
Koeijer, en ons daar beraden wat ons verder
te doen staat. Het scheen mij, dat de raad
met mij zou meegaan, maar men heeft niet
eens de moeite gedaan alles te onderzoeken.
En indien ik in medegedeelde cijfers over-
dreven heb, dan is dat niet mijn schuld, want
die cijfers heb ik van een ander.
De heer GEELHOEDT wil, aan de hand
der door den beer Colsen besproken punten
een en ander beantwoorden. Door burge
meester en wethouders is naar een en ander
wel degelijk een onderzoek ingesteld.
Met betrekking tot den rijksweg te Sluiskil
gaf de hoofdinspecteur albier te kennen, dat
er wel geen bezwaar zou bestaan dien weg
naar de binnenzijde te verbreeden, maar dat
dan de woningen zouden moeten worden op-
geruimd. Hij deelde voorts mede, dat bet
wegdek te Sluiskil 't volgende jaar zou wor
den verbreed naar de kanaalzijde. Indien de
verharding verbreed wordt, komt er toch op
den weg meer ruimte en is er ook plaats voor
de voetgangers, en spreker betwist, dat de
passage van voetgangers op dien weg z66
druk is, dat bet noodig zou zijn daarvoor
maatregelen te nemen, laat staan bet udtvoe-
ren van een zoo kostbaar werk als de heer
Colsen blijkbaar zou willen. De voetgangers
hebben daar best gelegenheid om voor het
snelverkeer uit te wijken. Indien de wonin
gen op den kanaal dijk thans zouden moeten
opgeruimd worden, zou zonder meer de erf-
pacbt worden opgezegd en de menscben geen
vergoeding krijgen, terwijl als dit te eeniger
tijd zal moeten gebeuren in verbamd met een
verbreeding van bet kanaal, de kans op het
ontvangen eener schadevergoeding niet is
uitgesloten, al is dit overeenkomstig de voor
waarden waarop de grand in erfpacht is ge
geven geen verplichting.
Daar aan Bleijenberg is bet geen gemeente-
weg en kan deze daaraan dus niets doen en
met den Pierssenspolder wordt over den weg
oniderhandeld. De weg naar het Vaatje, die
ook ter sprake was gebracht, ligt gehee
op het gebied der gemeente Westdorpe, En
het voetpad is in orde.
Burgemeester en wetbouders hebben ook wel
degelijk eeh onderzoek ingesteld op het post
kantoor bij Brakman. Zij kregen daarbij den
indruk, dat het voor dien man druk was. Bur
gemeester en wethouders hebben er ook over
gesproken met den directeur van bet post
kantoor te Ter Neuzen, die er bet toezicht
op beeft en deze heeft meegedeeld, dat zijn
administratie op het kantoor te Sluiskil reeds
de aandacbt had gevestigd en dat daar ver
andering komen zou. Indien men n
rijksiwege reeds plannen tot verandering
beresid, is bet t<£h zeker niet verstandig dat
de gemeente zicb daarin zou gaan mengen.
Ook over bet electriscb bewegen dej jirug-
gen is gesproken en daaromtrent werd den
raad gegeven af te wachten, daar dit voor
het oogenblik niet tot uitvoering kan komen.
Met betrekking tot het omleggen van de
waterleiding is aan burgemeester en wethou
ders te kennen gegeven, dat daartoe van wege
den hoofdingenieur niet zal geadviseercl wor
den Wat het afgraven van den dijk betreft,
daar moeten de polders over oordeel en. Als
die er geen bezwaar tegen badden, zou dat
kunnen.
Wat betreft bet bouwen van woningen a,an
den weg bij de cocesfabriek, burgemeester
en wethouders hebben daar ook onderzoek
naar ingesteld, maar daar is geen M2. grond
t6Doof den heer Colsen is teleurstelling uit
gesproken over bet sober resultant van het
geen door hem is ter sprake gebracht. Dat
ligt echter niet aan burgemeester en wethou
ders, doch aan den steller van de vragen, en
aan de onderwerpen die hij naar voren
brengt. Er zit bij den beer Colsen steeds een
streven voor, om bet doen voorkomen alsof de
gemeenteraad ten opzicbte van Sluiskil in
gebreke blijft om te doen wat noodig is, in
dien men maar niet steeds terstond bereid is
am alles te doen wat hij vraagt of voorstelt.
Daarin is de heer Colsen echter mis. Men
moet bezwaren onder het oog zien en ook in
andere deelen der gemeente blijft wel eens
iets te wenschen.
De heer VAN CADSAND merkt op, dat de
dijk langs de waterleiding toch niet lager zou
kunnen worden afgegraven dan de kanaal-
dijken.
De VOORZITTER betoogt, dat de heer
Colsen een man is met een goed hart, en, dan
beeft men niet altijd 't stuur over zijn daden.
Toen hij indertijd zijn vragen stelde, wenschte
hij instelling eener commissie om een en
ander te onderzoeken en rapport uit te din
gen bij de behandeling der begroot'ggfc Er
werd echter geen commissie ingestelcPen in
de volgende vergadering vroeg bij toen al
zander blikken of bloozen een antwoord van
burgemeester en wethouders. Met betrekking
tot de besloten vergadering, waarover de beer
Colsen zicb beeft beklaagd, dat er geen notu
len van zijn herlnnert spreker, dat de heer
Colsen heeft toen gesproken over grond van
Van Wijck. De besprekingen hadden toen niet
het verloop, dat men deze kan beschouwen als
grond voor een plan, besludten zijn er ook niet
genomen, zoodat spreker, toen de gemeente
secretaris zijn oordeel er over vroeg, de mee
ning uitsprak dat het niet noodig was, dat
te notuleeren. Daar steekt verder niets ach-
ter. Met betrekking tot de gelegenheid schep-
pen voor uitbreiding van woningbouw te
Sluiskil waren burgemeester en wetbouders
diligent. Op het steekspel van den beer Col
sen over de cijfers van hetgeen al of r'et ten
goede komt van Sluiskil zal spreker niet in-
gaan, doch wijst er op, dat de gemeente
raad en daarvan maakt toch ook de heer
Colsen deel voor de buurtschap Sluiskil
udtgeeft wat hij daarvoor noodig acht.
Spreker is van meening, dat de heer Col
sen op den verkeerden weg is. Nu ook weer
met zijn beschouwingen over het antwoord
van burgemeester en wethouders. Waarom
bekijkt hij, dat met zoo'n donkeren bril?
Waarom daaruit niet integendeel de boning
gehaald, in plaats van alleen gal? Want
spreker verbeeldt zich, dat er ook honing in
zit.
De puntenlijst door den heer Colsen naar
voren gebracht, is een geheel werkplan, dat
voor minstens een jaar of 10 zou kunnen die
nen, Dat zou een echt verkiezingsprogram-
ma kunnen zrjn voor afgevaardigden van
Sluiskil.
De heer Colsen meent, dat burgemeester
en wethouders de kwestie van beerruiming en
straatvuil zonder meer hadden kunen oplos-
sen. Maar dat gaat toch z66 maar niet?
Een reorganisatle van dien dienst heeft tocb
gevolgen? Dat beeft toch tengevolge uitbrei
ding van personeel en daarvan is toch ver-
hooging van kosten bet gevolg, waarvoor de
gemeenteraad toch de gelden moet toestaan?
Is de tijd van de vaststelling der begrootdng
daarvoor niet de geschikte tijd Spreker kan
verzekeren, dat nu eenmaal het denkbeeld
van deze verbetering voor Sluiskil leeft en
verwacbt, dat de heer Colsen daarvan wel
nader hooren zal. Dat behelst dus 2 punten
van bet programma die wel in orde zullen
komen, en waarvoor spreker meent, dat de
beer Colsen al dankbaar kon zijn. Acht hij
dan een tegeltrottoir langs de buizen aan het
kanaal zoo'n groote noodzakelijkheid, laat
bij dan zelf eens een poging aanwenden, of
de gemeenteraad er misschien voor te vinden
is de daarvoor noodige gelden te voteeren.
Met betrekking tot het postkantoor hebben
burgemeester en wethouders wel degelijk een
uitvoerig onderzoek ingesteld en zij zijn daar
van gebeel op de boogte. Men kan er van
verzekerd zijn, dat daaraan door de rijks-
administratae zelf alle aandacht gewijd wordt.
Het is niet in bet belang van de daarbij be
trokkenen hierover breed uit te wijden. Wel
meent spreker, dat het voor den kantoor
houder van belang is, dat het kantoor ten
zijnen huize gehouden wordt en de man is
blijkens zijn mededeelingen ook bereid om, in
dien dit nader verlangd wordt, ruimte in zrjn
woning beschikbaar te stellen, die tot verbe
tering leiden kan.
Dat alles niet zoo vlug gaat, als men zou
wenscben, kunnen ook burgemeester en wet
bouders niet helpen en de heer Colsen moet
daaruit niet altijd dadelijk kwade bedoelingen
afleiiden. Er zijn dingen welke men geleide-
lijk en naar behooren moet afwachten.
Hij bad bet over omleggen of overbruggen
van de waterleiding. Dat zou met zeer groote
kosten gepaard gaan. Van rijkswege zal men
het niet doen. Het zou zeker een werk zijn
dat verbetering zou brengen. Maar spreker
herinnert nog aan het bezoek dat daar inder
tijd door een Minister is gebracbt. De
Minister kwam naar de waterleiding een on
derzoek instellen. De heer Colsen weet ook
nog wel „dat die Minister den stank niet zoo
erg vond". Spreker wil niet zeggen, dat bet
daarom niet erg is, hij constateert alleen dat
feit. Misschien, dat bet toen, na den regen-
periode, niet zoo erg stonk. Het kan natuur
lijk geen kwaad, dat die zaak nog eens onder
de aandacbt wordt gebracht, maar naar aan
apreker is meegedeeld, zou het overklmzen
van de waterleiding over de lengte der kom
van Sluiskil een uitgaaf vergen van 45.000;
bet zou moeten gescbieden met groote beton-
nen buizen en 60 a 70 per strekkenden
meter kosten. Dat bedrag is met z66 maar
beschikbaar.
De beer Colsen sprak over het omleggen
der waterleiding en voegt er aan toe, dat ou
niet zooveel behoeft te kosten, wan
bad gezegd: „die mogen ze
Zeker, d&t zegt
maar dat zegt
landeigenaar
best door mijn land leggen".
men teefen heer Colsen,
teeen Staat of Gemeente indien die
SdUef Sen komen vragen, dat beeft
men wel gezien bij het plan voor de door-
graving te Sluiskil. Men begint met fi
fe vragen, docb komt ten slotte tot 3% maal
dan <priis.
Burgemeester en wethouders zullen komen
met een stratenplan om de mogelijkbeid te
scheppen te bouwen op bet bouwterrein, dat
de gemeente daar bezit en dat zij misscbie
ine<5ns zal kunnen verkoopen en dan ontstaat
van zelf ook de gelegenheid voor den beer
Colsen om daaraan met door hem ontworpen
straten aan te sluiten en bouwterrein in
exploitatie te brengen.
q Dreke r zou den heer Colsen willen aan-
,-aden meer het goede te zoeken en zoo noodig
ook geXld te oefenen. Laat hij zijn krach-
ten niet beproeven in een openluchtmee mg
r,„„r bereikt bij toch niets mee. Laat bij
bier blijven aandringen op hetgeen hij noodig
acht en pogen dat geleidelijk te verkrijgen,
dSr zijn medeleden te tracbten te overtuigen,
da- bet voor het belang van Sluiskil noodig
is Al die punten die hij naar voren heeft ge-
bracht zijn door bet antwoord van burge-
SSr wethouders uog nt« t
Er is de aandacht op gevestigd. By de De
grootfng krijgt de beer Colsen misschien wel
kans 3 punten te verwezenlyken, n.1 de
stmatreiniging, beerruiming en em trottohs
met opruiming van stoepen en bekjes.
zou al niet zoo gering zijn.
De VOORZITTER sluit de vergadering.