van art. 19 der Bouwverordening, voor het
verbouwert en vergrooten van het wachtge-
bouw aan de Westp^uis, gemeente Ter Neu-
zen, kadastraal bekend gemeente Ter Neu-
zen, sectie K no. 117, waarvan zij het nieuwe
gedeelte geheel van hout wenschen op te
bouwen, overeenkomstig de bij het adres in-
gediende teekening.
Burgemeester en wethouders stellen voor
dit schrijven in hunne handen te stellen om
bericht en raad.
Met algemeene stemrnen wordt aldus
besloten.
d. Een adres van de Zeeuwsch-Vlaamsche
Slagersbond te Ter Neuzen ,die daarin ver-
zoekt tegen nader overeen te komen voor-
waarden te mogen huren de gemeentelijke
slachtplaats op Java, teneinde een paar sla-
gers uit Ter Neuzen gelegenheid te kunnen
geven daar te slachten, omdat deze niet kun
nen voldoen aan de eischen door de wet ge
steld voor wat betreft de inrichting himner
bedrijven en de Zeeuwsch-Vlaamsche Slagers
bond zich er destijds toe heeft verplioht voor
die slagers te zullen zorgen, dat er een
Slaehtgelegenheid zou zijn.
Burgemeester en wethouders stellen voor
dit schrijven in hunne handen te stellen om
bericht en raad.
Met
besloten.
'e stemrnen wordt aldus
id
e. Het verslag der Commissie voor Werk-
verruiming in Zeeuwsch-Vlaanderen over
1928, luidende als volgt:
De „Commissie voor werkverruiming" in
het leven geroepsn in het jaar 1922, is samen-
gesteld uit vertegenwoordigers der na te
noemen OrganisationZeeuwsche Landbouw
MaatschappijRoomsch-Katholieke Boeren-
bond, Roomsch-Katholieke en Christelijke
Landarbeidersbond, Christelijke Arbeiders-
bond „Patrimonium" en Roomsch-Katholieke
Deocesane Bond. abb
In deze commissie hebben zitting de heeren:
J. Huizinga, bubgemeester en J. F. de Cooker,
directeur der Adbeidsbeurs te Ter Neuzen; J.
de Putter te Axel en A. de Brurjne te Ter
Neuzen, voor de Zeeuwsche Landbouw Maat
schappij, Afdeellng Axel; O. Steijaert te
Hulst, voor den Kring Hulst van de Zeeuw
sche Landbouw Maatschappij; A. Leenhouts
en A. J. Lako, dierzelfde Maatschappij, Af-
deeling Oostburg; A: E. Langenhorst en L.
O. J. Daelman voor den Roomsch-Katholieke
Boerenbond, N. C. B., Afdeeling Hulst en A.
H. de Milliano voor dezelfde Maatschappij,
Afdeeling Oostburg; L. de Putter te Axel en
Jac. J. Hugssen voor de Christelijke Boeren-
en Tuindersbond; A. J. Loerakker en G. J.
van Unnik te Haarlem voor de R.K. Land-
arbeidersbond St. Deus-Dedit; R. Simons te
Utrecht, voor de Ned. Chr. Landarbeiders-
bond; J. Truijman te Boschkapelle voor de
R.K. Centrale Bond; A. de Visser voor de
Chr. Werkliedenvereeniging „Patrimonium"
te Axel en voor de Bredasche Diocesane
Werkliedenbond M. C. Geerts te Hulst.
De commissie vergaderde ditmaal in Hulst
en in Oostburg.
De vergadering te Hulst werd gehouden 22
October '28. In deze vergadering werd be
sloten, adressen te zenden aan enkele ge
meentebesturen, waArin de aandacht werd
gevestigd op werken, die voor uitvoering in
aanmerking zouden'kunnen komen, ter be
striding van db heerschende werkloosheid.
Het spreekt wel- van zelve, dat overigens
eene eenigszins AfViachtende houdmg werd
aangenomen na 'de gehouden interpellatie-
Kortenhorst. Iedet '-die belang stelt in de
bloei van Zeeuwatto-Vlaanderen, wacht met
belangstelling af, *wat nu gebeuren zal.
De Commissie-heeft zich opzettelijk een
weinig terug gehpgfen, wijl het altjjd zeer
gunstig werkt wanneer men een weg gaat,
en zorgt dat men elkander niet in den weg
loopt. T-"
De adressen der Commissie hebben ditmaal
niet het resultaat gehad, als waarop redelrjke
wijze werd gehoopt.
In dat verband eepbiedigt de Commissie
gaame, het beleid der Gemeentebesturen, die
zeker beter kunnen beoordeelen wat goed en
nuttig is ter voorziening in de werkloosheid.
Anderzrjds is het de Commissie gebleken,
dat men niet stil zit, en het goede denkbeeld,
dat, hulp te verleenen door werkverruiming,
verre de voorkeur verdient, boven eene steun-
uitkeering, al kan onder de gegeven omstan-
digheden, de steimverleening nog niet altijd
worden gemist.
Evenals het vorige jaar, werd voortdurend
de aandacht gevestigd op emigratie, waar-
voor een viertal vergaderingen zijn gehouden
in Oostelijk en Westelijk Zeeuwsch-Vlaande
ren. Voor zoover de Commissie bekend is,
bleek de propaganda die er voor gemaakt
werd, niet geheel onvruchtbaar te zijn. Onze
Commissie trad begrijpelrjker wijze niet an-
ders dan raadgevend op, omdat het de Com
missie aan de noodige middelen ontbreekt,
daadwerkelijk op te treden en financieele
hulp te verleenen voor eventueele overtocht.
Wij vestigen er evenwel de aandacht op, dat
indien in eene gemeente personen zijn die
willen emigreeren ,naar Canada, daartoe hulp
kan worden verlegfld.
De vergadering Oostburg werd gehou-
'den op 23 January t
In deze vergadering werd als in die te
Hulst, de aandacht gevestigd op verschillen-
de werken, die Ldpor gemeentebesturen en
polderbesturen kunnen worden ter hand ge-
nomen. In deze vergadering werd met den
heer Burgemeester van Aardenburg een af-
spraak gemaakt vc^r^e uitvoering van een
werk, waaraan door een moeilijkheidi onzer-
zrjds, geen uitvoering kon worden gegeven.
Wij hopen deze zaak met genoemden Burge
meester in het najaar verder te bespreken.
Enkele gemeentebesturen werden geholpen
bij dr age voor
aan een bijdrage voor het uitvoeren van
werken,
Ons verzoek onij, verharding van een ge
deelte weg langs tyit kanaal naast de Axel-
sche vlakte had geen resultaat. Er beston-
den bezwaren om de gevolgde methode lan-
ger voort te zetten, terwijl het doen van uit-
gaven voor wegen buiten het rechtstreeksche
verkeer niet gewettigd is.
Aan het besluit om een adres aan het ge-
meentebestuur van Ter Neuzen te zenden ter
verbetering van de verkeersweg tusschen
Hoek en Sluiskil, is geen uitvoering gegeven
wijl het schrijven daarover in de bJaden dit
gewenscht maakte.
Het gemeentebestuur van Axel heeft op-
dracht gegeven voor het in teekening bren-
gen van een belangrijke wegsverbetering. Wij
twijfelen niet of dit voorstel zal worden aan
genomen, hetgeen beteekent, dat er voor een
groot aantal valide werklooze arbeiders werk
zal zijn.
Voorts verzond onze Commissie een ver
zoek waarin gevraagd werd betere voorwaar-
den voor verhuring van de z.g. Axelsche
Vlakte langs het kanaal. De tegenwoordige
voorwaarden zijn niet in het belang om een
goede opbrengst te verkrijgen. De termijn
van gebruik wordt te kort gesteld, om de
huurders in staat te stellep, dat zij den bodem
beter kunnen cultureer^n, en een hoogere
opbrengst bereiken.
Indien hierin verandering kon worden ge-
bracht, dan zou er door die polders geen ver-
lies kunnen worden geleden, en kan de huur-
prijs wellicht nog stijgen.
Een poging om een belangrijke verbetering
te verkrijgen voor het snelverkeer, in den
weg loopende van Axel naar de Catharina-
polder, mooht ons tot heden niet gelukken.
Het zal andermaal een punt van bespreking
uitmaken, in een van onze najaarsvergade-
ringen.
In opdracht van de vergadering te Hulst,
is er bij den Minister van Waterstaat op aan-
gedrohgen de uitbreiding van het tramnet te
bevorderen.
De omliggende gemeenten als Graauw,
Clinge, Koewacht, Overslag, enz. enz. met
hun zeer uitgebreide landbouweude bevolking,
zouden bij een verderen uitbouw van het
tramnet van de Z. V. T. Mij. zeer zijn gebaat.
Terwijl onze Commissie een en ander heeft
uitgevoerd, werd de actie voor het kanaal-
plan AxelHulst ter hand genomen. Onze
Commissie vond hierin aanleiding de verdere
arbeid een weinig te laten rusten, in afwach-
ting hoever de verwezenlijking van het
kanaalplan mogelijk zou blijken. Werd dit
plan uitgevoerd, dan zou een langen tijd voor
zeer veel werkloozen werk verkregen zijn,
terwijl ook enkele streekbelangen er mede
gediend werden.
Waar ons werk een arbeid betreft in het
publiek belang nemen wij de gepaste vrij-
moedigheid den Raad Uwer gemeente te
vragen, de bijdrage ter betaling der gemaak-
te en nog te maken kosten, aan onze Com
missie te verleenen. Slechts eenige gemeen
ten hebben eeniige jaren aan ons verzoek vol-
daan en gesteund met een bijdrage van 5.
De gemeentebesturen die ons een bijdrage
hebben toegekend, brengen wij gaame onzen
dank, en vertrouwen dat ze hiermede zullen
voortgaan.
Wij nemen aan dat anderen dit goede voor-
beeld zullen vblgen.
Het komt ons voor, dat een bijdrage van
b.v. 5 voor geen enkel gemeentebestuur een
bezwaar kan zjjn en zij daardoor medewerken
de arbeid der Commissie voor Werkverrui
ming" te bevorderen, in het belang van ons
gewest in het algemeen, en van verschillende
gemeenten in het bij zonder.
Aangenomen voor kennisgevtng.
f. Verzoek van het gemeentebestuur van
St. Jansteen om adhaesie te betuigen aan het
door den raad dier gemeente bij de Tweede
Kamer ingediend adres, luidende als volgt:
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen,
de raad der gemeente St. Jansteen;
dat laatste wijzlging der Leerplichtwet, btj
de wet van 24 Mei 1928 (St.bl. 185), het eigen-
aardige gevolg heeft, dat b.v. leerlingen eener
lagere school met een zevenjarig leerplan, die
school niet mogen verlaten, wanneer zij niet
dertien jaar oud zijn, op het oogenblik, dat zij
alle klassen doorloopen hebben en zij daarom
gehouden zijn diezelfde hoogste klasse nog
eens geheel af te doen;
dat deze regaling voor onvermogende
ouders, vooral van groote gezinnen, niets an-
ders beteekent, dan het belemmeren der ge
legenheid om van hunne kinderen zoo spoedig
mogelijk financieelen steun te ontvangen, het
geen meer klemt voor gemeenten met een
bevolking waarin land-, tuin-, boschbouw of
veehouderij het hoofdbestaan uitmaken;
dat toch bij artikel 1 sub a, der Arbeidswet
1919, wordt bepaald, dat de wet in casu de
Arbeidswet, niet onder „arbeid" verstaat het
verrichten van werkzaamheden in een der
hiervoren genoemde ondememingen, zoodat
artikel 9 der Arbeidswet het verrichten van
zulke werkzaamheden niet verbiedt en het
derhalve integendeel door den wetgever is
mogelijk gemaakt, dat ook kinderen beneden
den veertienjarigen leeftjjd in genoemde be
drijven worden tewerkgesteld;
dat verder over het voorloopig verslag over
het betrokken wetsontwerp tot wijziging van
artikel 3 der Leerplichtwet bljjkt, dat ver-
scheidene leden oorspronkelijk de meening
waren toegedaan, dat het slot van het derde
lid van het hiervoren genoemde artikel zoude
toestaan, dat in het onderwerpelijke geval de
leerlingen bij het bereiken van den dertien-
jarigen leeftijd de school verlaten, omdat zjj
dan de klasse, waarin zij geplaatst zijn, reeds
een keer doorloopen hebben, waaruit dus vrij-
wel deze conclusie mag worden getrokken,
dat de daar aan. het woord zijnde leden de on-
billijkheid hebben ingezien om dergelijke leer
lingen nog langer verplicht op de school te
houden;
dat adressant dan ook van meening is, dat
wijziging van artikel 3 der Leerplichtwet een
gebiedende eisch is en gelet op de bestaande
vrees, dat kinderen, die na het verlaten der
school nog geen arbeid mogen verrichten dien
tijd op de straat zullen moeten doorbrengen,
U beleefd meent te moeten in overweging
geven, om het derde lid van artikel 3 der
Leerplichtwet aan te vullen, als volgt:
Na ,,met dien verstande, dat de verplichting
nimmer eindigt, voordat het kind den dertien-
jarigen leeftijd bereikt en de klasse, waarin
het bij het bereiken van dien leeftijd geplaatst
was, doorloopen heeft" wordt de punt ver-
anderd in een komma en daama toegevoegd
,,tenzij onder bij algemeenen maatregel van
bestuur te stellen voorschriften voldoende
wordt aangetoond, dat het terstoed na het
verlaten der school zal worden tewerk gesteld
in eene ondememing als bedoeld onder letter
a van art. 1 der Arbeidswet 1919, in welk ge
deelte de eerste zinsnede van toepassing is".
Burgemeester en wethouders stellen voor,
dit adres aan te nemen voor kennisgeving.
De heer VAN CADSAND begrjjpt niet, dat
burgemeester en wethouders, den toestand
bij ons ten plattenlande nagaande, kunnen
adviseeren dit adres voor kennisgeving aan
te nemen. Hij is van oordeel, dat dit adres
behoort te worden gesteund. We leven in een
tijd, dat er in hoofdzaak veel gebrek is aan
werkkrachten voor werk, dat door de kinde
ren kan worden verricht, die thans het 7e
leerjaar nog eens moeten meemaken, ook al
hebben ze dit eens doorloopen. Die kinderen
kunnen op verschillende manieren goed te
stade komen. Kunnen ze het werk zelf niet
doen, dan kunnen ze toch thuis wachten,
waardoor de ouders in staat gesteld zijn te
gaan werken. Niet alleen dat de boeren
gebrek hebben aan werkkrachten, maar het
tnkomen, dat de kinderen kunnen verdienen
kan in de gezinnen waartoe ze behooren best
konden koewaohter kunnen worden en dan
het volgend jaar ander werk doen.
Ik stel daarom voor aan het adres adhaesie
te betuigen.
De heer DE BRUIJNE kan dit voorstel
steunen.
De heer HAMELINK wil de zaak eens van
een anderen kant bekijken.
De heer VAN CADSAND dacht dat wel.
De heer HAMELINK wijst er op, dat de
toestand te Ter Neuzen staat in het teeken
van gebrek aan werkkrachten voor den land
bouw. Omdat er dit jaar geen werkloosheid
heerscht, en de volwassen menschen werk
kunnen vinden, is er voor den landbou/w veel
vraag naar jongere kracbten. Het is het
allereerste jaar dat zich dit voordoet. Er is
nu niet het groote aanbod van werkkrachten,
omdat de werkmensehen dit jaar als los
werkman ander werk kunnen vinden, dat
belangrijk beter betaald wordt. Zou er nu
toevoer van jongere krachten komen, dan
zouden de loonen die men nu betalen moet om
volk te krijgen, weer kunnen dalen. Aan den
eenen kant zouden die kinderen wat kunnen
verdienen, maar aan den anderen kant zouden
zij oorzaak worden dat anderen minder ver
dienen. Men zal in dit opzicht aan spreker
voor wat kennis van toestanden in verschil
lende gemeenten betreft ervaring niet kunnen
ontzeggen. Er moge hier gebrek aan werk
krachten zijn, er zijn gemeenten waar ook
dit jaar nog werkloozen waren en waar men
dus de hiulp der kinderen zeker niet noodig
heeft.
De heer DE BRUIJNE kan dat moeilijk
aannemen.
De heer HAMEWNK: Ik heb er de werk
loozen aangetroffen.
De heer DE BRUIJNE: Had ze dan maar
naar mij gestuurd!
De heer HAMELINK: Er blijkt in alle ge
val uit, dat dit vraagstuk ook beschouwd
wordt in verband met de plaats waar men is.
Hij is ook van meening, dat dit gebrek aan
werkkrachten bij deze zaak niet den groot-
sten doorslag mag geven. Het onderwijs kan
voor de betrokken kinderen toch voor de ont-
wikkeling der kinderen van zoo'n reusachtige
beteekenis zijn. Indien een kind op 13jarigen
leeftijd van school komt en dan zijn leven
eenzaam moet gaan slijten achter de koe en
alzoo niet alleen het verder onderwijs, maar
ook de omgang met andere menschen moet
missen, gaat de ontwikkeling eerder achter-
uit, en'het is dus wel degelijk in het belang
der kinderen, dat de maatregel getroffen is.
Spreker kan niet met het voorstel van den
heer Van Cadsand meegaan, aangezien dit
den toestand voor de kinderen zou verslech-
teren.
De heer SCHEELE geeft te kennen, dat bij
hem het groote bezwaar is, dat de bepaling
niet evenredig werkt, en daarom niet reke-
nirvg houdt met de ontwikkeling der kinderen.
Als een kind op den aangegeven datum den
bepaalden leeftijd bereikt heeft, mag hi) de
school verlaten, maar een ander op den leef
tijd van 13 jaar min 1 dag, moet nog een ge
heel jaar opnieuiw de zevende klasse door
loopen. Voor zulke gevallen zou een voor
ziening moeten zijn getroffen. Ook hij kan
het voorstel van den heer Van Cadsand
steunen.
De heer BEDET kan zich in hoofdzaak
aansluiten bij het betoog van de heeren Van
Cadsand en Scheele, hij zal er niet veel woor-
den a ar| toevoegen, doch het kan misschien
zijn nut hebben er op te wijzen, dat het voor
de betrokken kinderen niets anders wordt
dan herhalingsonderwijs, indien ze wegens
den leerdwang genoodzaakit worden eene
klasse die ze reeds doorloopen hebben nog
eens mee te maken.
Hij acht het thans ook een belemmering
voor den landbouw.
De heer VAN AKEN merkt op, dat er nog
een punt is, dat niet in bespreking is ge-
komen, doch wel degelijk in aanmerking dient
te worden genomen, n.l., dat, indien de kinde
ren als ze 13 jaar zijn de school mogen ver
laten, ze in verband met de Arbeidswet
niet voor het bereiken van hun 14e
jaar bij een patroon in dienst mogen gaan.
Hij vindt het zeer verderfelijk als de kinders
van dien leeftijd de school kunnen verlaten
en dan negen of tien maanden op straat
moeten gaan loopen. Waarschijnlijk komt er
een andere bepaling, die dit zal ondervangen.
Hij kan «»n het voorstel van den heer Van
Cadsand zijn stem niet geven.
De heer VAN CADSAND merkt op, dat de
heer Hamelink het doet voorkomen alsof
spreker deze kwestie heeft bezien in het
teeken van Ter Neuzen; dat is onjuist, hij
heeft het beoordeeld in het teeken van
St Jansteen, van waar dit stuk is toegezon-
den Het schijnt, dat het in andere gemeen
ten aldus ook zoo is. Hij heeft het besproken
in het teeken waar het vandaan komt.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat
burgemeester en wethouders in de eerste
plaats van oordeel zijn, dat alle dergelijke
gemeente-adressen niet behooren te worden
aangemoedigd. Een gemeentebestuur kan
niet altijd de draagwijdte van een wet die
voor het geheele land geldt, overzien. Dit,
voor wat betreft het principieele standpunt.
Wat de formeele zaak zelf betreft, ver-
moedt spreker, dat de heer Van Cadsand het
adres niet geheel heeft gelezen, want dan zou
hem gebleken zijn, dat het in het adres van
St. Jansteen niet gaat om den landbouw,
doch beoogt aansluiting van de Leerplicht
wet aan de Arbeidswet, en gevraagd wordt
eene wijziging van art. 3 der Leerplichtwet,
opdat de kinderen vroeger aan het werk
zullen kunnen gaan in de huisindustrie van
het vlas. Maar neem aan, dat het een kwestie
was van den landbouw, dan is dit toch nog
niet van grooten omvang, aangezien het aan
tal betrokken kinderen niet zoo groot is om
dat het maar enkele grensgevallen betreft,
van kinderen die op een bepaalden da.um
geboren zijn en daardoor wat vroeger naar
school kunnen gaan, of wanneer het kmderen
ziin met een meer dan gewone ontwikkeling,
to gemeenten waar men 9 maandelijksohe
cursussen heeft. Het betreft dus maar enkele
gevallen en het adres betreft de behoefte voor
de gemeente St. Jansteen.
burgemeester en wethouders in stemming
brengen; wordt dit verworpen dan wordt dat
van den heer Van Cadsand geacht te zijn aan
genomen.
Het voorstel van burgemeester en wet
houders wordt aangenomen met 8 tegen 5
stemrnen.
Voor stemrnen de heeren De Jager, Geel-
boedt .Verlinde, De Bakker, Hamelink, Van
Driel, Van den Bulck en Van Aken; tegen
stemrnen de heeren Bedet, Scheele, Van Cad
sand, De Bruijne en Colsen.
g. Het raadsbesluit van 20 Juni 1929, tot
wijziging der begrooting voor 1929, voorzien
van het bewijs der goedkeuring door gedepu-
teerde staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
h. De balans per 31 December 1928 en de
verlies en winstrekening over 1928 van de
vereeniging tot Ziekenverzorging alhier.
Daaruit blijkt, dat het verlies, dat op 1 Janu-
ari 1928 12.587,76 bedroeg, is teruggeloopen
tot 9803,53% aan het eind van het jaar.
Voor aflos is uitgegeven f 2068,85.
Aangenomen voor kennisgeving.
De heer COLSEN zou het wel gewenscht
achten, dat de raadsleden van dergelijke
rekeningen afschriften thuis kregen. Men
kan er nu op de raadzaal wel inzage van
nemen, maar kan er dan toch niets van
maken. Hij is voomemens bierop bij de be
grooting terug te komen.
De VOORZITTER: Dan zult u de af-
schriften hebben.
i. Een schrijven van de Industrieele Maat
schappij te Amsterdam, d.d. 13 Augustus
1929, gericht aan burgemeester, luidende als
volgt:
De met uwe missive van 8 dezer voorge-
stelde conferentie tusschen uwe commissie
en ons had hedenmorgen plaats.
Wij vemamen daarbjj van de klachten am-
treat moeilijkheden bij de aansluiting van
nieuwe perceelen en bij het aanbrengen van
lampen wanneer die niet van ons betrokken
waren.
Wij betreuren ten zeerste, dat de meening
ingang zou vinden, dat de Industrieele Maat
schappij voor zichzelve een monopolie zou op-
eischen, voor de levering van lampen en
electriclteitsartdkelen of anderszins wille-
keurig zou handelen.
Na gehouden! overleg met onzen admini-
strateur is het ons daarom een genoegen
hierbjj onze tegenover de commissie gegeven
verklaring te bevestigen, dat door de In
dustrieele Maatschappij het aanbrengen van
lampen niet als installatiewerk beschouwd
zal worden,
Ook personen of firma's niet als installa-
teur bij ons ingeschreven zullen dus het aan
brengen van lampen kunnen bewerkstelligen,
mits daarbij het rlsico voortvloeierfde uit
eventueele gebreken voor rekening van him
of hunnen lastgevers blijven.
In dit verband wenschen wij er o.a. op te
wijzen, dat het belang van de verbruikers
medebrengt dat lasschen en uiteinden van
lampensnoeren behoorlijk gesoldeerd en afge-
werkt worden.
Niettemin zal desgewenscht bij storingen
uit deze of anderen hoofde ontstaan door ons
bedrijf, tegen vergoeding, hulp verleend wor
den. De herkomst der lampen zal ons daar-
bi) anverschillig zijn.
Mede is op onze conferentie ter sprake
gekomen het afschermen van motoren ter
vermijding van radio-storingen ter zake
waarvan door den heer Van der Lubbe mede-
werking was toegezegd. Hoewel onverplicht
is de Industrieele Maatschappij bereid voor
zoover mogelijk een monteur beschikbaar te
stellen, opdat redelijk uitzicht besta, dat met
medewerking van andere betrokkenen deze
aangelegenheid voor het a.s. winterseizoen
in orde is.
Vertrouwende met een en ander tegemoet
gekomen te zijn aan de ons kenbaar ge-
maakte verlangens, hebben wij de eer te zijn
geplaatst worden. Spreker sprak nog 2 vrou-
wen die zoo'n kind hebben, en die verklaar-
den het een ramp te noemen, dat hun kinde
ren het 7e leerjaar nog eens moeten
doorloopen, aangezien die anders, als de
winter voorbij is, zouden gaan kunnen wer
ken. Ook in deze dagen zouden ze goed
beloond werk kunnen doen. Er is bij de land-
bouwers gebrek aan zulke werkkrachten. Er
wordt door de burgerij geklaagd over dure
melk, maar er zijn landbouwers die gedwon-
gen worden hun melkvee van de hand te
doen, omdat ze
krijgen.
De heer VERLINDE:
niet zeggen.
De heer VAN CADSAND: Misschien hier,
bij Ter Neuzen, niet, maar buiten is het toch
zoo, spreker zal dit tooh wel beter weten
De kinderen zouden nu, als ze van school
geen koewachter kunnen
Dat zou je toch hier
Boven dien is het voldoende bekend, da. het
in het voomemen ligt der regeering om m-
vullende bepalingen in het leven te roepen,
waardoor er aansluiting zal komen tusschen
de Leerplichtwet en de Arbeidswet door uit-
breidinj? van den leerplicht tot het lie jaar,
dat men den leerplicht alzoo wil ui.breiden,
en er onder die omstandigheden met aan te
denken valt, dat men thans zou willen terug-
gaan, tot 12% jaar. Op grond daarvan heb-
s en wethouders gezegd.
Anders-
ben burgemeester
laat ons daarop maar niet ingaan.
zins gevoelt het college evengoed als de
andere heeren die zich daarvoor ui.sprakra,
dat men in menig arbeidersgezin het loon
van zoo'n kind wel zou kunnen gebruiken en
spreker zou daarvan zelfs wel bepaalde ge
vallen kunnen noemen, dat er gezinnen over
gestruikeld zijn.
De heer BEDET vraagt den heer Van Cad
sand of deze na die toelichting zijn voorstel
handhaaft.
De heer VAN CADSAND antwoordt beves-
tigend.
De VOORZITTER
De Direotie der Industrieele Maatschappij.
De heer HAMELINK meent, als hij goed
gelezen heeft, dat het publiek niet meer zal
belemmerd worden in den aankoop van lam
pen. Maar, is het de bedoeling dat dit ook
niet meer geschieden zal met het aanschaf-
fen van motoren? Daarover zijn ook al dik-
wijls moeilijkheden geweest en spreker be-
schouwt het aankoopen van een motor gelijk
aan het aankoopen van een lamp.
De heer VERLINDE besohouwt dit, voor
wat het aankoopen betreft, volkomen gelijk.
In het onderhoud, dat de commissie te Am
sterdam met de directie der maatschappij
had bleek duidelijk, dat de directie in geen
enkel opzicht invloed wil uitoefenen, dat het
publiek bij haar in plaats van bij een ander
koopt. ULeA. betrekking tot de lampen is ook
duidelijk gezegd, dat een winkelier die mag
ophangen, aangezien dat niet als installatie
werk beschouwd wordt. Ook voor het aan
koopen van- motoren is het publiek volkomen
vrij, doch er behoort gezorgd te worden voor
goede aansluiting, hetgeen dan wel door een
installateur zal moeten geschieden. Het aan-
sluiten van een motor is echter ook iets
anders dan het aansluiten van een lamp. Het
is thans uitgesproken, dat het aankoopen van
ieder electrisch hulpwerktuig waar men
dat wenscht van de zijde der Industrieele
Maatschappij niets in den weg mag gelegd
worden.
De heer HAMELINK geeft te kennen, dat
I het er hem maar om te doen was, dit vast te
leggen, want het is voorgekomen, dat er
menschen die een half jaar geleden een motor
hadden gekocht, dezen niet aangesloten kon
den krijgen, en tengevolge de daarin onder-
vonden tegenwerking die koop weer ongedaan
werd gemaakt. Hier blijkt dan thans, dat
indien, men een motor wil aanschaffen, .er
tegen de aansluiting geen bezwaar mag wor
den gemaakt, waar hij die ook koopt.
De heer GEELHOEDT bevestigt de woor-
den van den heer Verlinde en voegt daaraan
toe dat met betrekking tot het ophangen van
lampen alleen het verzoek wordt gedaan, in
heit belang der aangeslotenen, de draadjes van
de lampen waar deze aangesloten moeten
worden aaneen te soldeeren. Dan zal er
niets worden in den weg gelegd.
De heer DE BAKKER vraagt, hoe het er
mede staat als iemand eens een gasmotor
zou willen plaatsen.
De VOORZITTER merkt op, dat dit binnen
het gebied waar de concessie der electrische
centrale geldt niet mag.
De heer VAN DEN BULCK vraagt, hoe
het staat met het aanleggen van draden en
buizen.
De VOORZITTER: Dat moet overeenkom
stig de voorschriften geschieden door een
installateur.
De heer VERLINDE geeft nog nader te
kennen, dat ieder burger het recht beef, te
laten plaatsen het merk motor dat hij zeir
wenscht, mits deze voldoet aan de voorschrif
ten De Industrieele Maatschappij moet die
aansluiten. Het laat haar wat het betreft
koud, whhr die wordt aangekocht. Het resul-
meer van kan zijn, dat gezegd wordt die slui
ten we niet n^eer aan.
De heer DE BAKKER: Maar kunnen ze
er dan weer geen bijzondere bepalingen op
van toepassing maken?
De VOORZITTER: Die bestaan niet.
Het schrijven wordt aangenomen voor
kennisgeving.
j. Een adres van het bestuur der stichting
,,Moederheil", gevestigd te Breda, dat daarin
te kennen geeft:
1. dat blijkens art. 2 der statuten het doel
der stichting is:
a. te zijn een doorgangshuis voor onge-
huwde moeders en dezer kinderen;
b. te worden 'n opleidingsschool voor
vroedvrouwen, kraamverpleegsters enz.
2. dat het -sub a genoemde met succes
wordt gedreven, aangezien in den loop van
het jaar 1929 in het huis vertoefden 108 om
gehuwde moeders en momenteel in het ge-
bouw verpleegd worden 125 buiten echt ge
boren kinderen.
3. dat het wellicht als van algemeen be
lang mag beschouwd, worden, dat onze stich
ting ook is een kraaminrichting voor ge-
huwden.
4. dat er reeds bjgonnen is met de oplei-
ding van kraamveraprgsters en binnen afzien-
baren tijd (®a voltooiing van den nieuwen
vleugel aan het bestaande gebouw) zal aan-
gevangen worden de opleiding tot vroed
vrouwen en verpleegsters.
5. dat beidteh takken van dienst beslist
mogen beschouwd'worden als te zijn in het
algemeen belang, bijzonder voor de Provincie
Noord-Brabant en Zeeland.
Redenen waarom\het bestuur verzoekt de
stichting te willen ^steunen door het toeken-
nen van eenig subsidie, waarvan het bedrag
aan het inzicht van den raad wordt overge-
laten. -u
Uit de b;j het a^res behoorende memorie
van toelichting bljjjtt het volgende:
Bij ervaring is gebleken, dat het vraagstuk
van de verloskundige hulp voor de onver
mogende moeders, zoowel gehuwde als onge-
huwde moeder, ons bevestigd heeft in de
overtuiging, dat de zorg in deze het beste is
toevertrouwd aan het particulier initiatief,
dat hierbij dan dient gesteund door de over
head.
Alle benoodigde gelden bijeen te brengen
van particuliere zijde is onmogelijk.
In vele gevallen geeft het vraagstuk van de
verloskundige hulp voor de arme gehuwde
zoowel als ongehuwde moeder voor vele ge
meenten groote moeilijkheden, terwijl de
lichamelijke en geestelijke verzorging voor en
na de bevalling, dikwijls te wenschen over-
laat. Wij mogen dan gerust zeggen, dat het
als een zegen mag beschouwd worden, dat er
inrichtingen zijn, waar de behulpzame hand
wordt geboden. Wij herhalen echjter, dat
steun dan ook dringend noodig is.
Om voor uwe gemeente de subsidieering
aannemelijk te maken, wordt u de gelegen
heid geboden tot opname van moeders, ge-
huwd als ongehuwd, tegen zeer lage tarieven.
Per 25 subsidie worden u beschikbaar ge
steld 15 vrije verpleegdagen. Wordt het getal
verpleegdagen overschreden, dan zal de sub-
sidieerende gemefate in rekening worden ge-
braoht /2 per-^afe voor verpleging in de
vrouwenkliniek effi>f6,75 per dag voor ver
pleging in het Doot-gangshuis.
Wij twijfelen niet of uwen raad zal na aan-
daehtige lezing deze memorie van toe
lichting onder de gdstelde voorwaarden sub
sidie willen verleenen.
Burgemeester A em-wethouders stellen voor
dit adres voor kennisgeving aan te nemen.
De heer DE BAKKER vraagt of daar, in
verband met dfpivsije verpleegdagen, voor
onze gemeente geen voordeel in kan zitten.
Hij vraagt of de heer Bedet, als lid van het
Armbestuur, geen inlichtingen kan geven.
Voor 25 krjjgt men 15 vrije verpleegdagen.
We hebben nu zoo'n geval gehad aan den
Catspolder Dat zal toch heel wat meer aan
het Burgerlijk Annbestuur hebben gekost?
De heer BEDET antwoordt, dat zich zoo'n
geval tijdens hij voorzitter van het Burger
lijk Armbestuur was, niet heeft voorgedaan.
Zooiets gebeurt ook zeer zeldzaam. Bevallin-
gen komen hoogst zelden bij gealimenteerden
van het Burgerlijk Armbestuur voor. Dat ge
val is in het ziekenhuis behandeld. De vroed-
vrouw verleent in zoo'n geval hare hulp
kosteloos. Hij kan op het oogenblik niet zeg
gen, of er al qf niet voor de gemeente aan
leiding zou zijn hierop in te gaan.
De heer HAMELINK merkt op, dat het
een aanvraag om subsidie is; hij gelooft, dat
het 't beste was het verzoek aan te houden
tot bij de begrooting, dan kan het nog eens
nader onder de oogen worden gezien.
De heer DE BAKKER kan daarmede ge
noegen nemen, dan kan lnmiddels eens naar
de kosten van het door hem bedoelde geval
ge'informeerd worden.
De VOORZITTER deelt mede, dat burge
meester en wethouders hun voorstel terug-
nemen en het adres kan aangehouden worden
tot bij de begrooting.^-,
k. Een adres van L. M. Roofack, wonende
Dijkstraat no. 62 affffer, timmerman aan de
in aanbouw zijnde fabriek te Sluiskil, en nog
verscheidene ingezetenen te Ter Neuzen, die
daarin beleefd vragen om een vergoeding van
de onkosten door heB gemaakt voor t huren
van een autobus, om hen alien naar t werk
der in aanbouw zijnde fabriek te vervoeren.
Zij doen dit verzoek omdat verscheidene
werklieden geen rywiel kunnen berjjden en
ook enkelen niet in het bezit van een rijwlel
zijn, terwijl de onkosten nu voor velen tame-
^Bm^mSer en wethouders stellen voor,
°Ve he^ COLSEN^hlgt. of burgemeester
en wethouders een onderzoek hebben inge-
steld welke menschen hierbij betrokken zijn,
of zij niet kunnen fietsen en of zij de uit-
gaven die zij nu moeten doen, van hun loon
kunnen missen. Naar hij vermeent moeten
zij wekelijks 2,50 betalen.
De hegr HAMELINK noemt 1,20.
De VOORZITTER dat burgemeester en
wethouders geen onderzoek hebben ingesteld;
zij hebben zich op het standpunt gesteld dat
de spoorwegmaatBchappij de werklieden in de
gelegenheid stelt tegen zeer verminderden
prijs een abonnement te nemen, indien ze een
bewijs van hun patroon kunnen overleggen,
dat ze daar werkzaam zijn.
De heer VERLINDE merkt op, dat er al
jaar en dag menschen uit de kom naar Sluis
kil en ook nog wel verder gaan werken
De heer COLSEN dacht, dat het door hem
gevraagde wel zou zijn onderzocht. Hij merk.
on dat de menschen des morgens wel van den
trein gebruik kunnen maken, ofschoon ze dan
nog enkele minuten te laat komen, maar
•a avonds moeten ze dan wachten tot 9 uur.
De maatschappij laat daarvoor geen extra-
trein rijden.
Het afwijzend voorstel wordt aangenomen
met algemeene s'.epamen.
1. Rekening van de commissie van school-
voeding en -kleeding over 1928. De ontvang-
sten hebben bedragen f, 1309,97, de mtgaven
zal het voorstel van j taat van
onderhoud ts dat er geen sprake 999,67, baUg slot 310,30.