van art. 19 der Bouwverordening, voor het verbouwert en vergrooten van het wachtge- bouw aan de Westp^uis, gemeente Ter Neu- zen, kadastraal bekend gemeente Ter Neu- zen, sectie K no. 117, waarvan zij het nieuwe gedeelte geheel van hout wenschen op te bouwen, overeenkomstig de bij het adres in- gediende teekening. Burgemeester en wethouders stellen voor dit schrijven in hunne handen te stellen om bericht en raad. Met algemeene stemrnen wordt aldus besloten. d. Een adres van de Zeeuwsch-Vlaamsche Slagersbond te Ter Neuzen ,die daarin ver- zoekt tegen nader overeen te komen voor- waarden te mogen huren de gemeentelijke slachtplaats op Java, teneinde een paar sla- gers uit Ter Neuzen gelegenheid te kunnen geven daar te slachten, omdat deze niet kun nen voldoen aan de eischen door de wet ge steld voor wat betreft de inrichting himner bedrijven en de Zeeuwsch-Vlaamsche Slagers bond zich er destijds toe heeft verplioht voor die slagers te zullen zorgen, dat er een Slaehtgelegenheid zou zijn. Burgemeester en wethouders stellen voor dit schrijven in hunne handen te stellen om bericht en raad. Met besloten. 'e stemrnen wordt aldus id e. Het verslag der Commissie voor Werk- verruiming in Zeeuwsch-Vlaanderen over 1928, luidende als volgt: De „Commissie voor werkverruiming" in het leven geroepsn in het jaar 1922, is samen- gesteld uit vertegenwoordigers der na te noemen OrganisationZeeuwsche Landbouw MaatschappijRoomsch-Katholieke Boeren- bond, Roomsch-Katholieke en Christelijke Landarbeidersbond, Christelijke Arbeiders- bond „Patrimonium" en Roomsch-Katholieke Deocesane Bond. abb In deze commissie hebben zitting de heeren: J. Huizinga, bubgemeester en J. F. de Cooker, directeur der Adbeidsbeurs te Ter Neuzen; J. de Putter te Axel en A. de Brurjne te Ter Neuzen, voor de Zeeuwsche Landbouw Maat schappij, Afdeellng Axel; O. Steijaert te Hulst, voor den Kring Hulst van de Zeeuw sche Landbouw Maatschappij; A. Leenhouts en A. J. Lako, dierzelfde Maatschappij, Af- deeling Oostburg; A: E. Langenhorst en L. O. J. Daelman voor den Roomsch-Katholieke Boerenbond, N. C. B., Afdeeling Hulst en A. H. de Milliano voor dezelfde Maatschappij, Afdeeling Oostburg; L. de Putter te Axel en Jac. J. Hugssen voor de Christelijke Boeren- en Tuindersbond; A. J. Loerakker en G. J. van Unnik te Haarlem voor de R.K. Land- arbeidersbond St. Deus-Dedit; R. Simons te Utrecht, voor de Ned. Chr. Landarbeiders- bond; J. Truijman te Boschkapelle voor de R.K. Centrale Bond; A. de Visser voor de Chr. Werkliedenvereeniging „Patrimonium" te Axel en voor de Bredasche Diocesane Werkliedenbond M. C. Geerts te Hulst. De commissie vergaderde ditmaal in Hulst en in Oostburg. De vergadering te Hulst werd gehouden 22 October '28. In deze vergadering werd be sloten, adressen te zenden aan enkele ge meentebesturen, waArin de aandacht werd gevestigd op werken, die voor uitvoering in aanmerking zouden'kunnen komen, ter be striding van db heerschende werkloosheid. Het spreekt wel- van zelve, dat overigens eene eenigszins AfViachtende houdmg werd aangenomen na 'de gehouden interpellatie- Kortenhorst. Iedet '-die belang stelt in de bloei van Zeeuwatto-Vlaanderen, wacht met belangstelling af, *wat nu gebeuren zal. De Commissie-heeft zich opzettelijk een weinig terug gehpgfen, wijl het altjjd zeer gunstig werkt wanneer men een weg gaat, en zorgt dat men elkander niet in den weg loopt. T-" De adressen der Commissie hebben ditmaal niet het resultaat gehad, als waarop redelrjke wijze werd gehoopt. In dat verband eepbiedigt de Commissie gaame, het beleid der Gemeentebesturen, die zeker beter kunnen beoordeelen wat goed en nuttig is ter voorziening in de werkloosheid. Anderzrjds is het de Commissie gebleken, dat men niet stil zit, en het goede denkbeeld, dat, hulp te verleenen door werkverruiming, verre de voorkeur verdient, boven eene steun- uitkeering, al kan onder de gegeven omstan- digheden, de steimverleening nog niet altijd worden gemist. Evenals het vorige jaar, werd voortdurend de aandacht gevestigd op emigratie, waar- voor een viertal vergaderingen zijn gehouden in Oostelijk en Westelijk Zeeuwsch-Vlaande ren. Voor zoover de Commissie bekend is, bleek de propaganda die er voor gemaakt werd, niet geheel onvruchtbaar te zijn. Onze Commissie trad begrijpelrjker wijze niet an- ders dan raadgevend op, omdat het de Com missie aan de noodige middelen ontbreekt, daadwerkelijk op te treden en financieele hulp te verleenen voor eventueele overtocht. Wij vestigen er evenwel de aandacht op, dat indien in eene gemeente personen zijn die willen emigreeren ,naar Canada, daartoe hulp kan worden verlegfld. De vergadering Oostburg werd gehou- 'den op 23 January t In deze vergadering werd als in die te Hulst, de aandacht gevestigd op verschillen- de werken, die Ldpor gemeentebesturen en polderbesturen kunnen worden ter hand ge- nomen. In deze vergadering werd met den heer Burgemeester van Aardenburg een af- spraak gemaakt vc^r^e uitvoering van een werk, waaraan door een moeilijkheidi onzer- zrjds, geen uitvoering kon worden gegeven. Wij hopen deze zaak met genoemden Burge meester in het najaar verder te bespreken. Enkele gemeentebesturen werden geholpen bij dr age voor aan een bijdrage voor het uitvoeren van werken, Ons verzoek onij, verharding van een ge deelte weg langs tyit kanaal naast de Axel- sche vlakte had geen resultaat. Er beston- den bezwaren om de gevolgde methode lan- ger voort te zetten, terwijl het doen van uit- gaven voor wegen buiten het rechtstreeksche verkeer niet gewettigd is. Aan het besluit om een adres aan het ge- meentebestuur van Ter Neuzen te zenden ter verbetering van de verkeersweg tusschen Hoek en Sluiskil, is geen uitvoering gegeven wijl het schrijven daarover in de bJaden dit gewenscht maakte. Het gemeentebestuur van Axel heeft op- dracht gegeven voor het in teekening bren- gen van een belangrijke wegsverbetering. Wij twijfelen niet of dit voorstel zal worden aan genomen, hetgeen beteekent, dat er voor een groot aantal valide werklooze arbeiders werk zal zijn. Voorts verzond onze Commissie een ver zoek waarin gevraagd werd betere voorwaar- den voor verhuring van de z.g. Axelsche Vlakte langs het kanaal. De tegenwoordige voorwaarden zijn niet in het belang om een goede opbrengst te verkrijgen. De termijn van gebruik wordt te kort gesteld, om de huurders in staat te stellep, dat zij den bodem beter kunnen cultureer^n, en een hoogere opbrengst bereiken. Indien hierin verandering kon worden ge- bracht, dan zou er door die polders geen ver- lies kunnen worden geleden, en kan de huur- prijs wellicht nog stijgen. Een poging om een belangrijke verbetering te verkrijgen voor het snelverkeer, in den weg loopende van Axel naar de Catharina- polder, mooht ons tot heden niet gelukken. Het zal andermaal een punt van bespreking uitmaken, in een van onze najaarsvergade- ringen. In opdracht van de vergadering te Hulst, is er bij den Minister van Waterstaat op aan- gedrohgen de uitbreiding van het tramnet te bevorderen. De omliggende gemeenten als Graauw, Clinge, Koewacht, Overslag, enz. enz. met hun zeer uitgebreide landbouweude bevolking, zouden bij een verderen uitbouw van het tramnet van de Z. V. T. Mij. zeer zijn gebaat. Terwijl onze Commissie een en ander heeft uitgevoerd, werd de actie voor het kanaal- plan AxelHulst ter hand genomen. Onze Commissie vond hierin aanleiding de verdere arbeid een weinig te laten rusten, in afwach- ting hoever de verwezenlijking van het kanaalplan mogelijk zou blijken. Werd dit plan uitgevoerd, dan zou een langen tijd voor zeer veel werkloozen werk verkregen zijn, terwijl ook enkele streekbelangen er mede gediend werden. Waar ons werk een arbeid betreft in het publiek belang nemen wij de gepaste vrij- moedigheid den Raad Uwer gemeente te vragen, de bijdrage ter betaling der gemaak- te en nog te maken kosten, aan onze Com missie te verleenen. Slechts eenige gemeen ten hebben eeniige jaren aan ons verzoek vol- daan en gesteund met een bijdrage van 5. De gemeentebesturen die ons een bijdrage hebben toegekend, brengen wij gaame onzen dank, en vertrouwen dat ze hiermede zullen voortgaan. Wij nemen aan dat anderen dit goede voor- beeld zullen vblgen. Het komt ons voor, dat een bijdrage van b.v. 5 voor geen enkel gemeentebestuur een bezwaar kan zjjn en zij daardoor medewerken de arbeid der Commissie voor Werkverrui ming" te bevorderen, in het belang van ons gewest in het algemeen, en van verschillende gemeenten in het bij zonder. Aangenomen voor kennisgevtng. f. Verzoek van het gemeentebestuur van St. Jansteen om adhaesie te betuigen aan het door den raad dier gemeente bij de Tweede Kamer ingediend adres, luidende als volgt: Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de raad der gemeente St. Jansteen; dat laatste wijzlging der Leerplichtwet, btj de wet van 24 Mei 1928 (St.bl. 185), het eigen- aardige gevolg heeft, dat b.v. leerlingen eener lagere school met een zevenjarig leerplan, die school niet mogen verlaten, wanneer zij niet dertien jaar oud zijn, op het oogenblik, dat zij alle klassen doorloopen hebben en zij daarom gehouden zijn diezelfde hoogste klasse nog eens geheel af te doen; dat deze regaling voor onvermogende ouders, vooral van groote gezinnen, niets an- ders beteekent, dan het belemmeren der ge legenheid om van hunne kinderen zoo spoedig mogelijk financieelen steun te ontvangen, het geen meer klemt voor gemeenten met een bevolking waarin land-, tuin-, boschbouw of veehouderij het hoofdbestaan uitmaken; dat toch bij artikel 1 sub a, der Arbeidswet 1919, wordt bepaald, dat de wet in casu de Arbeidswet, niet onder „arbeid" verstaat het verrichten van werkzaamheden in een der hiervoren genoemde ondememingen, zoodat artikel 9 der Arbeidswet het verrichten van zulke werkzaamheden niet verbiedt en het derhalve integendeel door den wetgever is mogelijk gemaakt, dat ook kinderen beneden den veertienjarigen leeftjjd in genoemde be drijven worden tewerkgesteld; dat verder over het voorloopig verslag over het betrokken wetsontwerp tot wijziging van artikel 3 der Leerplichtwet bljjkt, dat ver- scheidene leden oorspronkelijk de meening waren toegedaan, dat het slot van het derde lid van het hiervoren genoemde artikel zoude toestaan, dat in het onderwerpelijke geval de leerlingen bij het bereiken van den dertien- jarigen leeftijd de school verlaten, omdat zjj dan de klasse, waarin zij geplaatst zijn, reeds een keer doorloopen hebben, waaruit dus vrij- wel deze conclusie mag worden getrokken, dat de daar aan. het woord zijnde leden de on- billijkheid hebben ingezien om dergelijke leer lingen nog langer verplicht op de school te houden; dat adressant dan ook van meening is, dat wijziging van artikel 3 der Leerplichtwet een gebiedende eisch is en gelet op de bestaande vrees, dat kinderen, die na het verlaten der school nog geen arbeid mogen verrichten dien tijd op de straat zullen moeten doorbrengen, U beleefd meent te moeten in overweging geven, om het derde lid van artikel 3 der Leerplichtwet aan te vullen, als volgt: Na ,,met dien verstande, dat de verplichting nimmer eindigt, voordat het kind den dertien- jarigen leeftijd bereikt en de klasse, waarin het bij het bereiken van dien leeftijd geplaatst was, doorloopen heeft" wordt de punt ver- anderd in een komma en daama toegevoegd ,,tenzij onder bij algemeenen maatregel van bestuur te stellen voorschriften voldoende wordt aangetoond, dat het terstoed na het verlaten der school zal worden tewerk gesteld in eene ondememing als bedoeld onder letter a van art. 1 der Arbeidswet 1919, in welk ge deelte de eerste zinsnede van toepassing is". Burgemeester en wethouders stellen voor, dit adres aan te nemen voor kennisgeving. De heer VAN CADSAND begrjjpt niet, dat burgemeester en wethouders, den toestand bij ons ten plattenlande nagaande, kunnen adviseeren dit adres voor kennisgeving aan te nemen. Hij is van oordeel, dat dit adres behoort te worden gesteund. We leven in een tijd, dat er in hoofdzaak veel gebrek is aan werkkrachten voor werk, dat door de kinde ren kan worden verricht, die thans het 7e leerjaar nog eens moeten meemaken, ook al hebben ze dit eens doorloopen. Die kinderen kunnen op verschillende manieren goed te stade komen. Kunnen ze het werk zelf niet doen, dan kunnen ze toch thuis wachten, waardoor de ouders in staat gesteld zijn te gaan werken. Niet alleen dat de boeren gebrek hebben aan werkkrachten, maar het tnkomen, dat de kinderen kunnen verdienen kan in de gezinnen waartoe ze behooren best konden koewaohter kunnen worden en dan het volgend jaar ander werk doen. Ik stel daarom voor aan het adres adhaesie te betuigen. De heer DE BRUIJNE kan dit voorstel steunen. De heer HAMELINK wil de zaak eens van een anderen kant bekijken. De heer VAN CADSAND dacht dat wel. De heer HAMELINK wijst er op, dat de toestand te Ter Neuzen staat in het teeken van gebrek aan werkkrachten voor den land bouw. Omdat er dit jaar geen werkloosheid heerscht, en de volwassen menschen werk kunnen vinden, is er voor den landbou/w veel vraag naar jongere kracbten. Het is het allereerste jaar dat zich dit voordoet. Er is nu niet het groote aanbod van werkkrachten, omdat de werkmensehen dit jaar als los werkman ander werk kunnen vinden, dat belangrijk beter betaald wordt. Zou er nu toevoer van jongere krachten komen, dan zouden de loonen die men nu betalen moet om volk te krijgen, weer kunnen dalen. Aan den eenen kant zouden die kinderen wat kunnen verdienen, maar aan den anderen kant zouden zij oorzaak worden dat anderen minder ver dienen. Men zal in dit opzicht aan spreker voor wat kennis van toestanden in verschil lende gemeenten betreft ervaring niet kunnen ontzeggen. Er moge hier gebrek aan werk krachten zijn, er zijn gemeenten waar ook dit jaar nog werkloozen waren en waar men dus de hiulp der kinderen zeker niet noodig heeft. De heer DE BRUIJNE kan dat moeilijk aannemen. De heer HAMEWNK: Ik heb er de werk loozen aangetroffen. De heer DE BRUIJNE: Had ze dan maar naar mij gestuurd! De heer HAMELINK: Er blijkt in alle ge val uit, dat dit vraagstuk ook beschouwd wordt in verband met de plaats waar men is. Hij is ook van meening, dat dit gebrek aan werkkrachten bij deze zaak niet den groot- sten doorslag mag geven. Het onderwijs kan voor de betrokken kinderen toch voor de ont- wikkeling der kinderen van zoo'n reusachtige beteekenis zijn. Indien een kind op 13jarigen leeftijd van school komt en dan zijn leven eenzaam moet gaan slijten achter de koe en alzoo niet alleen het verder onderwijs, maar ook de omgang met andere menschen moet missen, gaat de ontwikkeling eerder achter- uit, en'het is dus wel degelijk in het belang der kinderen, dat de maatregel getroffen is. Spreker kan niet met het voorstel van den heer Van Cadsand meegaan, aangezien dit den toestand voor de kinderen zou verslech- teren. De heer SCHEELE geeft te kennen, dat bij hem het groote bezwaar is, dat de bepaling niet evenredig werkt, en daarom niet reke- nirvg houdt met de ontwikkeling der kinderen. Als een kind op den aangegeven datum den bepaalden leeftijd bereikt heeft, mag hi) de school verlaten, maar een ander op den leef tijd van 13 jaar min 1 dag, moet nog een ge heel jaar opnieuiw de zevende klasse door loopen. Voor zulke gevallen zou een voor ziening moeten zijn getroffen. Ook hij kan het voorstel van den heer Van Cadsand steunen. De heer BEDET kan zich in hoofdzaak aansluiten bij het betoog van de heeren Van Cadsand en Scheele, hij zal er niet veel woor- den a ar| toevoegen, doch het kan misschien zijn nut hebben er op te wijzen, dat het voor de betrokken kinderen niets anders wordt dan herhalingsonderwijs, indien ze wegens den leerdwang genoodzaakit worden eene klasse die ze reeds doorloopen hebben nog eens mee te maken. Hij acht het thans ook een belemmering voor den landbouw. De heer VAN AKEN merkt op, dat er nog een punt is, dat niet in bespreking is ge- komen, doch wel degelijk in aanmerking dient te worden genomen, n.l., dat, indien de kinde ren als ze 13 jaar zijn de school mogen ver laten, ze in verband met de Arbeidswet niet voor het bereiken van hun 14e jaar bij een patroon in dienst mogen gaan. Hij vindt het zeer verderfelijk als de kinders van dien leeftijd de school kunnen verlaten en dan negen of tien maanden op straat moeten gaan loopen. Waarschijnlijk komt er een andere bepaling, die dit zal ondervangen. Hij kan «»n het voorstel van den heer Van Cadsand zijn stem niet geven. De heer VAN CADSAND merkt op, dat de heer Hamelink het doet voorkomen alsof spreker deze kwestie heeft bezien in het teeken van Ter Neuzen; dat is onjuist, hij heeft het beoordeeld in het teeken van St Jansteen, van waar dit stuk is toegezon- den Het schijnt, dat het in andere gemeen ten aldus ook zoo is. Hij heeft het besproken in het teeken waar het vandaan komt. De VOORZITTER geeft te kennen, dat burgemeester en wethouders in de eerste plaats van oordeel zijn, dat alle dergelijke gemeente-adressen niet behooren te worden aangemoedigd. Een gemeentebestuur kan niet altijd de draagwijdte van een wet die voor het geheele land geldt, overzien. Dit, voor wat betreft het principieele standpunt. Wat de formeele zaak zelf betreft, ver- moedt spreker, dat de heer Van Cadsand het adres niet geheel heeft gelezen, want dan zou hem gebleken zijn, dat het in het adres van St. Jansteen niet gaat om den landbouw, doch beoogt aansluiting van de Leerplicht wet aan de Arbeidswet, en gevraagd wordt eene wijziging van art. 3 der Leerplichtwet, opdat de kinderen vroeger aan het werk zullen kunnen gaan in de huisindustrie van het vlas. Maar neem aan, dat het een kwestie was van den landbouw, dan is dit toch nog niet van grooten omvang, aangezien het aan tal betrokken kinderen niet zoo groot is om dat het maar enkele grensgevallen betreft, van kinderen die op een bepaalden da.um geboren zijn en daardoor wat vroeger naar school kunnen gaan, of wanneer het kmderen ziin met een meer dan gewone ontwikkeling, to gemeenten waar men 9 maandelijksohe cursussen heeft. Het betreft dus maar enkele gevallen en het adres betreft de behoefte voor de gemeente St. Jansteen. burgemeester en wethouders in stemming brengen; wordt dit verworpen dan wordt dat van den heer Van Cadsand geacht te zijn aan genomen. Het voorstel van burgemeester en wet houders wordt aangenomen met 8 tegen 5 stemrnen. Voor stemrnen de heeren De Jager, Geel- boedt .Verlinde, De Bakker, Hamelink, Van Driel, Van den Bulck en Van Aken; tegen stemrnen de heeren Bedet, Scheele, Van Cad sand, De Bruijne en Colsen. g. Het raadsbesluit van 20 Juni 1929, tot wijziging der begrooting voor 1929, voorzien van het bewijs der goedkeuring door gedepu- teerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. h. De balans per 31 December 1928 en de verlies en winstrekening over 1928 van de vereeniging tot Ziekenverzorging alhier. Daaruit blijkt, dat het verlies, dat op 1 Janu- ari 1928 12.587,76 bedroeg, is teruggeloopen tot 9803,53% aan het eind van het jaar. Voor aflos is uitgegeven f 2068,85. Aangenomen voor kennisgeving. De heer COLSEN zou het wel gewenscht achten, dat de raadsleden van dergelijke rekeningen afschriften thuis kregen. Men kan er nu op de raadzaal wel inzage van nemen, maar kan er dan toch niets van maken. Hij is voomemens bierop bij de be grooting terug te komen. De VOORZITTER: Dan zult u de af- schriften hebben. i. Een schrijven van de Industrieele Maat schappij te Amsterdam, d.d. 13 Augustus 1929, gericht aan burgemeester, luidende als volgt: De met uwe missive van 8 dezer voorge- stelde conferentie tusschen uwe commissie en ons had hedenmorgen plaats. Wij vemamen daarbjj van de klachten am- treat moeilijkheden bij de aansluiting van nieuwe perceelen en bij het aanbrengen van lampen wanneer die niet van ons betrokken waren. Wij betreuren ten zeerste, dat de meening ingang zou vinden, dat de Industrieele Maat schappij voor zichzelve een monopolie zou op- eischen, voor de levering van lampen en electriclteitsartdkelen of anderszins wille- keurig zou handelen. Na gehouden! overleg met onzen admini- strateur is het ons daarom een genoegen hierbjj onze tegenover de commissie gegeven verklaring te bevestigen, dat door de In dustrieele Maatschappij het aanbrengen van lampen niet als installatiewerk beschouwd zal worden, Ook personen of firma's niet als installa- teur bij ons ingeschreven zullen dus het aan brengen van lampen kunnen bewerkstelligen, mits daarbij het rlsico voortvloeierfde uit eventueele gebreken voor rekening van him of hunnen lastgevers blijven. In dit verband wenschen wij er o.a. op te wijzen, dat het belang van de verbruikers medebrengt dat lasschen en uiteinden van lampensnoeren behoorlijk gesoldeerd en afge- werkt worden. Niettemin zal desgewenscht bij storingen uit deze of anderen hoofde ontstaan door ons bedrijf, tegen vergoeding, hulp verleend wor den. De herkomst der lampen zal ons daar- bi) anverschillig zijn. Mede is op onze conferentie ter sprake gekomen het afschermen van motoren ter vermijding van radio-storingen ter zake waarvan door den heer Van der Lubbe mede- werking was toegezegd. Hoewel onverplicht is de Industrieele Maatschappij bereid voor zoover mogelijk een monteur beschikbaar te stellen, opdat redelijk uitzicht besta, dat met medewerking van andere betrokkenen deze aangelegenheid voor het a.s. winterseizoen in orde is. Vertrouwende met een en ander tegemoet gekomen te zijn aan de ons kenbaar ge- maakte verlangens, hebben wij de eer te zijn geplaatst worden. Spreker sprak nog 2 vrou- wen die zoo'n kind hebben, en die verklaar- den het een ramp te noemen, dat hun kinde ren het 7e leerjaar nog eens moeten doorloopen, aangezien die anders, als de winter voorbij is, zouden gaan kunnen wer ken. Ook in deze dagen zouden ze goed beloond werk kunnen doen. Er is bij de land- bouwers gebrek aan zulke werkkrachten. Er wordt door de burgerij geklaagd over dure melk, maar er zijn landbouwers die gedwon- gen worden hun melkvee van de hand te doen, omdat ze krijgen. De heer VERLINDE: niet zeggen. De heer VAN CADSAND: Misschien hier, bij Ter Neuzen, niet, maar buiten is het toch zoo, spreker zal dit tooh wel beter weten De kinderen zouden nu, als ze van school geen koewachter kunnen Dat zou je toch hier Boven dien is het voldoende bekend, da. het in het voomemen ligt der regeering om m- vullende bepalingen in het leven te roepen, waardoor er aansluiting zal komen tusschen de Leerplichtwet en de Arbeidswet door uit- breidinj? van den leerplicht tot het lie jaar, dat men den leerplicht alzoo wil ui.breiden, en er onder die omstandigheden met aan te denken valt, dat men thans zou willen terug- gaan, tot 12% jaar. Op grond daarvan heb- s en wethouders gezegd. Anders- ben burgemeester laat ons daarop maar niet ingaan. zins gevoelt het college evengoed als de andere heeren die zich daarvoor ui.sprakra, dat men in menig arbeidersgezin het loon van zoo'n kind wel zou kunnen gebruiken en spreker zou daarvan zelfs wel bepaalde ge vallen kunnen noemen, dat er gezinnen over gestruikeld zijn. De heer BEDET vraagt den heer Van Cad sand of deze na die toelichting zijn voorstel handhaaft. De heer VAN CADSAND antwoordt beves- tigend. De VOORZITTER De Direotie der Industrieele Maatschappij. De heer HAMELINK meent, als hij goed gelezen heeft, dat het publiek niet meer zal belemmerd worden in den aankoop van lam pen. Maar, is het de bedoeling dat dit ook niet meer geschieden zal met het aanschaf- fen van motoren? Daarover zijn ook al dik- wijls moeilijkheden geweest en spreker be- schouwt het aankoopen van een motor gelijk aan het aankoopen van een lamp. De heer VERLINDE besohouwt dit, voor wat het aankoopen betreft, volkomen gelijk. In het onderhoud, dat de commissie te Am sterdam met de directie der maatschappij had bleek duidelijk, dat de directie in geen enkel opzicht invloed wil uitoefenen, dat het publiek bij haar in plaats van bij een ander koopt. ULeA. betrekking tot de lampen is ook duidelijk gezegd, dat een winkelier die mag ophangen, aangezien dat niet als installatie werk beschouwd wordt. Ook voor het aan koopen van- motoren is het publiek volkomen vrij, doch er behoort gezorgd te worden voor goede aansluiting, hetgeen dan wel door een installateur zal moeten geschieden. Het aan- sluiten van een motor is echter ook iets anders dan het aansluiten van een lamp. Het is thans uitgesproken, dat het aankoopen van ieder electrisch hulpwerktuig waar men dat wenscht van de zijde der Industrieele Maatschappij niets in den weg mag gelegd worden. De heer HAMELINK geeft te kennen, dat I het er hem maar om te doen was, dit vast te leggen, want het is voorgekomen, dat er menschen die een half jaar geleden een motor hadden gekocht, dezen niet aangesloten kon den krijgen, en tengevolge de daarin onder- vonden tegenwerking die koop weer ongedaan werd gemaakt. Hier blijkt dan thans, dat indien, men een motor wil aanschaffen, .er tegen de aansluiting geen bezwaar mag wor den gemaakt, waar hij die ook koopt. De heer GEELHOEDT bevestigt de woor- den van den heer Verlinde en voegt daaraan toe dat met betrekking tot het ophangen van lampen alleen het verzoek wordt gedaan, in heit belang der aangeslotenen, de draadjes van de lampen waar deze aangesloten moeten worden aaneen te soldeeren. Dan zal er niets worden in den weg gelegd. De heer DE BAKKER vraagt, hoe het er mede staat als iemand eens een gasmotor zou willen plaatsen. De VOORZITTER merkt op, dat dit binnen het gebied waar de concessie der electrische centrale geldt niet mag. De heer VAN DEN BULCK vraagt, hoe het staat met het aanleggen van draden en buizen. De VOORZITTER: Dat moet overeenkom stig de voorschriften geschieden door een installateur. De heer VERLINDE geeft nog nader te kennen, dat ieder burger het recht beef, te laten plaatsen het merk motor dat hij zeir wenscht, mits deze voldoet aan de voorschrif ten De Industrieele Maatschappij moet die aansluiten. Het laat haar wat het betreft koud, whhr die wordt aangekocht. Het resul- meer van kan zijn, dat gezegd wordt die slui ten we niet n^eer aan. De heer DE BAKKER: Maar kunnen ze er dan weer geen bijzondere bepalingen op van toepassing maken? De VOORZITTER: Die bestaan niet. Het schrijven wordt aangenomen voor kennisgeving. j. Een adres van het bestuur der stichting ,,Moederheil", gevestigd te Breda, dat daarin te kennen geeft: 1. dat blijkens art. 2 der statuten het doel der stichting is: a. te zijn een doorgangshuis voor onge- huwde moeders en dezer kinderen; b. te worden 'n opleidingsschool voor vroedvrouwen, kraamverpleegsters enz. 2. dat het -sub a genoemde met succes wordt gedreven, aangezien in den loop van het jaar 1929 in het huis vertoefden 108 om gehuwde moeders en momenteel in het ge- bouw verpleegd worden 125 buiten echt ge boren kinderen. 3. dat het wellicht als van algemeen be lang mag beschouwd, worden, dat onze stich ting ook is een kraaminrichting voor ge- huwden. 4. dat er reeds bjgonnen is met de oplei- ding van kraamveraprgsters en binnen afzien- baren tijd (®a voltooiing van den nieuwen vleugel aan het bestaande gebouw) zal aan- gevangen worden de opleiding tot vroed vrouwen en verpleegsters. 5. dat beidteh takken van dienst beslist mogen beschouwd'worden als te zijn in het algemeen belang, bijzonder voor de Provincie Noord-Brabant en Zeeland. Redenen waarom\het bestuur verzoekt de stichting te willen ^steunen door het toeken- nen van eenig subsidie, waarvan het bedrag aan het inzicht van den raad wordt overge- laten. -u Uit de b;j het a^res behoorende memorie van toelichting bljjjtt het volgende: Bij ervaring is gebleken, dat het vraagstuk van de verloskundige hulp voor de onver mogende moeders, zoowel gehuwde als onge- huwde moeder, ons bevestigd heeft in de overtuiging, dat de zorg in deze het beste is toevertrouwd aan het particulier initiatief, dat hierbij dan dient gesteund door de over head. Alle benoodigde gelden bijeen te brengen van particuliere zijde is onmogelijk. In vele gevallen geeft het vraagstuk van de verloskundige hulp voor de arme gehuwde zoowel als ongehuwde moeder voor vele ge meenten groote moeilijkheden, terwijl de lichamelijke en geestelijke verzorging voor en na de bevalling, dikwijls te wenschen over- laat. Wij mogen dan gerust zeggen, dat het als een zegen mag beschouwd worden, dat er inrichtingen zijn, waar de behulpzame hand wordt geboden. Wij herhalen echjter, dat steun dan ook dringend noodig is. Om voor uwe gemeente de subsidieering aannemelijk te maken, wordt u de gelegen heid geboden tot opname van moeders, ge- huwd als ongehuwd, tegen zeer lage tarieven. Per 25 subsidie worden u beschikbaar ge steld 15 vrije verpleegdagen. Wordt het getal verpleegdagen overschreden, dan zal de sub- sidieerende gemefate in rekening worden ge- braoht /2 per-^afe voor verpleging in de vrouwenkliniek effi>f6,75 per dag voor ver pleging in het Doot-gangshuis. Wij twijfelen niet of uwen raad zal na aan- daehtige lezing deze memorie van toe lichting onder de gdstelde voorwaarden sub sidie willen verleenen. Burgemeester A em-wethouders stellen voor dit adres voor kennisgeving aan te nemen. De heer DE BAKKER vraagt of daar, in verband met dfpivsije verpleegdagen, voor onze gemeente geen voordeel in kan zitten. Hij vraagt of de heer Bedet, als lid van het Armbestuur, geen inlichtingen kan geven. Voor 25 krjjgt men 15 vrije verpleegdagen. We hebben nu zoo'n geval gehad aan den Catspolder Dat zal toch heel wat meer aan het Burgerlijk Annbestuur hebben gekost? De heer BEDET antwoordt, dat zich zoo'n geval tijdens hij voorzitter van het Burger lijk Armbestuur was, niet heeft voorgedaan. Zooiets gebeurt ook zeer zeldzaam. Bevallin- gen komen hoogst zelden bij gealimenteerden van het Burgerlijk Armbestuur voor. Dat ge val is in het ziekenhuis behandeld. De vroed- vrouw verleent in zoo'n geval hare hulp kosteloos. Hij kan op het oogenblik niet zeg gen, of er al qf niet voor de gemeente aan leiding zou zijn hierop in te gaan. De heer HAMELINK merkt op, dat het een aanvraag om subsidie is; hij gelooft, dat het 't beste was het verzoek aan te houden tot bij de begrooting, dan kan het nog eens nader onder de oogen worden gezien. De heer DE BAKKER kan daarmede ge noegen nemen, dan kan lnmiddels eens naar de kosten van het door hem bedoelde geval ge'informeerd worden. De VOORZITTER deelt mede, dat burge meester en wethouders hun voorstel terug- nemen en het adres kan aangehouden worden tot bij de begrooting.^-, k. Een adres van L. M. Roofack, wonende Dijkstraat no. 62 affffer, timmerman aan de in aanbouw zijnde fabriek te Sluiskil, en nog verscheidene ingezetenen te Ter Neuzen, die daarin beleefd vragen om een vergoeding van de onkosten door heB gemaakt voor t huren van een autobus, om hen alien naar t werk der in aanbouw zijnde fabriek te vervoeren. Zij doen dit verzoek omdat verscheidene werklieden geen rywiel kunnen berjjden en ook enkelen niet in het bezit van een rijwlel zijn, terwijl de onkosten nu voor velen tame- ^Bm^mSer en wethouders stellen voor, °Ve he^ COLSEN^hlgt. of burgemeester en wethouders een onderzoek hebben inge- steld welke menschen hierbij betrokken zijn, of zij niet kunnen fietsen en of zij de uit- gaven die zij nu moeten doen, van hun loon kunnen missen. Naar hij vermeent moeten zij wekelijks 2,50 betalen. De hegr HAMELINK noemt 1,20. De VOORZITTER dat burgemeester en wethouders geen onderzoek hebben ingesteld; zij hebben zich op het standpunt gesteld dat de spoorwegmaatBchappij de werklieden in de gelegenheid stelt tegen zeer verminderden prijs een abonnement te nemen, indien ze een bewijs van hun patroon kunnen overleggen, dat ze daar werkzaam zijn. De heer VERLINDE merkt op, dat er al jaar en dag menschen uit de kom naar Sluis kil en ook nog wel verder gaan werken De heer COLSEN dacht, dat het door hem gevraagde wel zou zijn onderzocht. Hij merk. on dat de menschen des morgens wel van den trein gebruik kunnen maken, ofschoon ze dan nog enkele minuten te laat komen, maar •a avonds moeten ze dan wachten tot 9 uur. De maatschappij laat daarvoor geen extra- trein rijden. Het afwijzend voorstel wordt aangenomen met algemeene s'.epamen. 1. Rekening van de commissie van school- voeding en -kleeding over 1928. De ontvang- sten hebben bedragen f, 1309,97, de mtgaven zal het voorstel van j taat van onderhoud ts dat er geen sprake 999,67, baUg slot 310,30.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1929 | | pagina 6